Cijferbijlage jaarbericht Centraal Justitieel Incassobureau

Vergelijkbare documenten
Parkeren / stilstaan 5,9% Snelheid 83,3% Strafbeschikkingen. sancties en confiscatiebeslissingen. Uitgaande Europese geldelijke

HoE krijg Ik mijn ScHADE vergoed?

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen

Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren

Tabellen bij hoofdstuk 8

Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren

Overtredingen. D.E.G. Moolenaar en E.C van Beek

Diverse andere toezichthouders/ inspecties******* Arbeidsinspectie********

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tenuitvoerlegging van sancties

Hoofdstuk I. De verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie Artikel 553 WvSv bepaalt dat de tenuitvoerlegging

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

CJIB - Betalingsachterstanden

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Management samenvatting

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau en/of het Openbaar Ministerie. Datum: 14 november 2011

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau uit Leeuwarden. Bestuursorgaan: de minister van Veiligheid en Justitie

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aanwijzing executie straffen en maatregelen

Samenvatting - Verzekeringsplicht motorvoertuigen; Evaluatie vermuldering WAM art 30 lid 2

Executierichtlijn ontnemingsmaatregelen parketten en politie

8 Overtredingen. F.P. van Tulder en H.G. Aten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

8 Overtredingen. F.P. van Tulder en H.G. Aten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198

Beleidsregel. Inning Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

BETALINGSREGELINGENBELEID

Geen adres om te arresteren, wel om te informeren

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Instroom gevangeniswezen vanuit vrije maatschappij of politiebureau naar categorie a. Instroom arrestanten, zelfmelders en ED ers naar verblijfstitel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregel Inning Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Overtredingen. F.P. van Tulder en H.G. Aten

Datum 23 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het boetebeleid voor onverzekerde auto s

RAPPORT 2001/281, NATIONALE OMBUDSMAN 14 SEPTEMBER 2001

Gevangeniswezen: kenmerken van strafrechtelijk gedetineerden a

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rapport. Datum: 14 september 2001 Rapportnummer: 2001/281

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange

Jolanda Hemmes Blumers, accountmanager. Gouda 9 november Menu

Rapport. Datum: 17 november 1999 Rapportnummer: 1999/470

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

* Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. De veroordeling 3. Registratie 3. De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden 3

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Rapport. Datum: 5 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/310

Rapport. Datum: 9 november 2005 Rapportnummer: 2005/345

Datum 2 september 2013 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het gijzelen van mensen bij het niet betalen van (verkeers)boetes

Tweede Kamer der Staten-Generaal

U bent onlangs veroordeeld door de strafrechter. Hij* heeft u een straf of maatregel

Nr. Datum Document(soort) Kenmerk / vindplaats Beoordeling Artt. Wob M.b.t. onderdeel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum 18 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over bericht Mishandelde bejaarde moet zelf achter daders aan

Rapport. Datum: 2 november 2005 Rapportnummer: 2005/335

OPLEGGEN BESTUURLIJKE BOETE DHW

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Aanwijzing administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Zaaknummer: HHVYT01. Bestuurlijke boete en bestuurlijke strafbeschikking. Collegevoorstel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - BWBR

Raads informatiebrief

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het Centraal Justitieel Incassobureau. Datum: 25 februari Rapportnummer: 2014/011

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Boete Toolkit boetebezwaar-online.nl. Inclusief voorbeeldbrieven, actuele wetgeving en boetevolgformulier. Een uitgave in eigen beheer van:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Vervolging. R.F. Meijer en A.Th.J. Eggen 1

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Factsheet ex ante impactanalyse Progressief boetestelsel

U bent onlangs veroordeeld door de strafrechter. Hij* heeft u een. In deze brochure leest u over de verschillende soorten straffen en

Herziening executiebeleid en -richtlijnen i.v.m. invoering LCA

Uitvoeringsbesluit voorschot schadevergoedingsmaatregel

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Deze richtlijn omvat: 1. De bijlage van de Wet administratiefrechtelijke

Datum 7 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het boetebeleid voor onverzekerde auto s die buiten gebruik zijn

Rapport. Datum: 18 mei 2001 Rapportnummer: 2001/142

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Tenuitvoerlegging van sancties

Bestuurlijke Boete. 2 Bestuurlijke boete Bestuurlijke boete 3

Overtredingen. F.P. van Tulder en T.P. Sprengers 1

Rapport. Datum: 19 januari 2001 Rapportnummer: 2001/014

Aanwijzing administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie. en het Centraal Justitieel Incassobureau.

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384

Aanwijzing OM-afdoening

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau te Leeuwarden. Datum: 16 augustus Rapportnummer: 2013/110

Transcriptie:

2011 Cijferbijlage jaarbericht Centraal Justitieel Incassobureau

Colofon UITGAVE Centraal Justitieel Incassobureau Postbus 1794 8901 CB Leeuwarden www.cjib.nl EINDREDACTIE Afdeling Management Informatie OMSLAGONTWERP Kris Kras Design, Utrecht 1

BIJLAGE JAARBERICHT 2011 Centraal Justitieel Incassobureau Postbus 1794 8901 CB Leeuwarden 2

Inhoudsopgave 1. Administratieve sancties Wahv...4 2. Geldsomtransacties...8 3. OM-afdoening... 11 4. Schadetransacties... 14 5. Boetevonnissen...15 6. Schadevergoedingsmaatregelen... 19 7. Ontnemingsmaatregelen... 23 8. Ontnemingsschikkingen... 25 9. Taakstraffen... 26 10. Vrijheidsstraffen... 28 11. Voorwaardelijke invrijheidstelling...31 12. Bestuurlijke boetes... 33 13. Dwangsommen... 34 14. Teruggevorderde subsidies... 35 15. Leges... 36 16. Bestuursrechtelijke premies zorgverzekering... 37 17. Kostenveroordelingen... 38 18. Inkomende Europese geldelijke sancties... 39 19. Uitgaande Europese geldelijke sancties... 41 20. Verzet tegen verhaal... 44 3

HOOFDSTUK 1 Administratieve sancties Wahv 1. Administratieve sancties Wahv De omvangrijkste taak van het CJIB is de inning van verkeersboetes. Het merendeel van de verkeersovertredingen wordt afgehandeld binnen de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Het proces ziet er in grote lijnen als volgt uit: 1. De politie, de gemeenten, overige opsporingsinstanties en RDW leveren elektronisch de gegevens van de verkeersovertredingen bij het CJIB aan. 2. De beschikking wordt automatisch aangemaakt en naar de betrokkene verzonden. Deze heeft acht weken de tijd om te betalen. Betaalt hij niet, dan volgt een eerste aanmaning. Blijft ook nu betaling uit, dan volgt een tweede aanmaning. Eerste verhoging tot 1 juli 2011 : 25 % en per 1 juli 2011 : 50%. Tweede verhoging tot 1 juli 2011 : 50 % en per 1 juli 2011: 100 %. 3. Als er opnieuw niet (volledig) wordt betaald, dan controleert het CJIB de adresgegevens van de betrokkene. 14.000.000 4. Als de gegevens kloppen, dan onderzoekt het CJIB of het 12.000.000 openstaande bedrag kan worden verhaald op het banktegoed en op de voorlopige teruggave van de belastingdienst van betrokkene. Dit heet verhaal zonder dwang- 10.000.000 8.000.000 bevel. 5. Is verhaal zonder dwangbevel niet mogelijk, dan wordt 6.000.000 een gerechtsdeurwaarder ingeschakeld om het openstaande bedrag te incasseren. Dit wordt verhaal met 4.000.000 dwangbevel genoemd. De betrokkene kan zowel tegen 2.000.000 het verhaal zonder als met dwangbevel in verzet gaan (zie hoofdstuk Verzet tegen verhaal). 0 6. Wanneer ook de toepassing van verhaal met of zonder dwangbevel niet leidt tot volledige betaling dan kunnen één of meerdere dwangmiddelen worden toegepast : Inneming van het rijbewijs voor maximaal vier weken; Buitengebruikstelling van het voertuig voor maximaal vier weken; Gijzeling van de betrokkene voor maximaal zeven dagen. Dit mag nadat een machtiging van de kantonrechter is verkregen. Als de betrokkene geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, dan worden de zaakgegevens opgenomen in het opsporingsregister (OPS). Dit register wordt bij een staandehouding door de politie of marechaussee standaard gecontroleerd. Een zaak blijft maximaal vijf jaar na het onherroepelijk worden van de verkeersovertreding in het OPS staan. 1.1. Instroom en uitstroom In tabel 1.1 en grafiek 1.2 is de totale instroom en uitstroom van verkeersboetes weergegeven. In 2011 is de instroom met 11,3 % gedaald ten opzichte van 2010. Oorzaken zijn onder andere de uitval en onderhoud van de trajectcontrolesystemen en daling van het aantal staandehoudingen. instroom uitstroom 2006 11.943.755 11.645.669 2007 12.640.881 12.753.297 2008 11.662.981 11.789.911 2009 11.823.239 11.959.557 2010 10.973.493 11.285.478 2011 9.728.818 9.771.754 Tabel 1.1 totale instroom en uitstroom per jaar 2007 2008 2009 2010 2011 instroom uitstroom Grafiek 1.2 instroom en uitstroom per jaar 4

HOOFDSTUK 1 Administratieve sancties Wahv 1.1.1. Instroom per type Bij de Wahv worden de categorieën snelheid, parkeren, roodlicht en de overige overtredingen onderscheiden. Onder de overige overtredingen vallen onder andere de APK- en de WAM-boetes, de boetes voor niet handsfreebellen en het niet dragen van een gordel en helm. In grafiek 1.3 is de instroom van de Wahv-beschikkingen af te lezen. De snelheidsovertredingen zijn de grootste groep. Een overtreding kan worden geconstateerd op kenteken (inclusief bestandsvergelijking) en door een staandehouding, zie tabel 1.4. De meeste snelheidovertredingen worden geconstateerd door een scan van het kenteken. Het aantal snelheidsbeschikkingen is met 10,8 % gedaald, met name als gevolg van onderhoud/problemen met enkele trajectcontroles. Het aantal parkeerbeschikkingen is 6,5 % gedaald. Het aantal geconstateerde roodlicht overtredingen is met 24,5 % gedaald. De categorie overige is met 14,4 % gedaald. Opvallende dalers uit deze categorie zijn de speerpunten gordel (van 187 naar 108 duizend) en helm (van 35 naar 24 duizend). Niet-handsfree bellen is gedaald van 140 duizend naar 100 duizend beschikkingen. Fietsverlichting is als (seizoensafhankelijk) speerpunt in 2010 toegevoegd en in 2011 gedaald van 130 duizend naar 73 duizend beschikkingen. Het percentage staandehoudingen is met 33,9 % gedaald, wat met name zichtbaar wordt in genoemde daling bij de speerpunten gordel, helm, niet-handsfree bellen en fietsverlichting. 14.000.000 12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000 overige rood-licht parkeren snelheid 2.000.000 0 2007 2008 2009 2010 2011 Grafiek 1.3 instroom per feitgroep naar jaar van instroom 2007 2008 2009 2010 2011 snelheid kenteken 9.557.140 9.029.871 8.945.835 8.175.359 7.315.579 staandehouding 183.721 129.430 157.033 128.246 87.970 totaal 9.740.861 9.159.301 9.102.868 8.303.605 7.403.549 parkeren kenteken 898.049 841.149 874.192 867.258 820.395 staandehouding 51.847 39.363 47.450 44.419 32.336 totaal 949.896 880.512 921.642 911.677 852.731 rood-licht kenteken 204.442 184.065 186.486 224.548 178.119 staandehouding 116.674 88.968 106.735 91.396 60.364 totaal 321.116 273.033 293.221 315.944 238.483 overige kenteken 520.496 514.777 497.112 576.017 667.053 staandehouding 1.108.512 835.358 1.008.396 866.250 567.002 totaal 1.629.008 1.350.135 1.505.508 1.442.267 1.234.055 totaal 12.640.881 11.662.981 11.823.239 10.973.493 9.728.818 Tabel 1.4 instroom per feitgroep per soort constatering naar jaar van instroom 5

HOOFDSTUK 1 Administratieve sancties Wahv 1.2. Uitstroomreden Per jaar kunnen zaken uitstromen met verschillende redenen (zie tabel 1.10). De meeste zaken worden afgedaan door een volledige betaling. Een zaak kan worden ingetrokken door de aanleverende instantie wanneer er bijvoorbeeld een onjuiste locatie van overtreding is aangegeven. Een zaak kan door de officier van justitie, de kantonrechter of het gerechtshof worden vernietigd nadat betrokkene beroep heeft ingesteld tegen de hem opgelegde beschikking. 1.3. Effectiviteit De instroom van zaken wordt dagelijks geregistreerd. Van de ingestroomde zaken worden binnen 12 maanden gecorrigeerde zaken en vernietigde zaken afgetrokken. Dit is de zuivere instroom. Van de zuivere instroom wordt gekeken hoeveel zaken binnen twaalf maanden uitgestroomd zijn. De uitstroom wordt vervolgens verdeeld in zaken die geïnd zijn en zaken die oninbaar zijn gebleken. In tabel 1.11 en grafiek 1.12 wordt het afdoenings- en het inningspercentage per jaar van instroom weergegeven. afdoeningspercentage inningspercentage 2007 96,8% 95,6% 2008 96,7% 95,7% 2009 96,5% 95,6% 2010 96,4% 95,5% Tabel 1.11 afdoenings- en inningspercentage naar jaar van instroom Het afdoeningspercentage is het aantal uitgestroomde zaken gedeeld door de zuivere instroom. Het inningspercentage is het aantal geïnde zaken gedeeld door de zuivere instroom. 2007 2008 2009 2010 2011 afboeking 235.792 255.339 200.074 200.407 186.423 volledige betaling 12.273.583 11.319.668 11.530.767 10.897.380 9.425.725 intrekking/ correctie 53.570 43.164 52.281 43.881 39.826 vernietigd 173.936 155.819 162.157 128.418 110.386 overig 16.416 15.921 14.278 15.392 9.394 totaal 12.753.297 11.789.911 11.959.557 11.285.478 9.771.754 Tabel 1.10 uitstroom per jaar per uitstroomreden 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1 23 4 56 7 89 10 11 12 12 3 45 6 78 9 10 11 12 12 3 45 6 78 9 10 11 12 12 2007 2008 2009 2010 Grafiek 1.12 afdoenings- en inningspercentage naar jaar van instroom 3 45 6 78 9 10 11 12 inningspercentage afdoeningspercentage 6

HOOFDSTUK 1 Administratieve sancties Wahv 1.4. Beroepen bij officier en kantonrechter Als de betrokkene het niet eens is met de opgelegde beschikking, dan heeft hij de mogelijkheid om binnen zes weken na verzenddatum van de beschikking in beroep te gaan bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM). Binnen zes weken na de uitspraak door de officier van justitie heeft hij de mogelijkheid om de zaak voor te leggen aan de kantonrechter. De betrokkene moet dit beroepschrift voor de kantonrechter indienen bij de CVOM. De officier van justitie krijgt de zaak nogmaals ter toetsing aangeboden. Blijft de officier bij zijn beslissing dan wordt de zaak voorgelegd aan de kantonrechter. Bij beroep op de kantonrechter, dient de betrokkene eerst zekerheid te stellen. De hoogte van de zekerheidstelling is gelijk aan het sanctiebedrag plus administratiekosten. De zekerheidstelling dient te worden betaald aan het CJIB. Er zijn geen griffierechten verschuldigd. Wanneer naar aanleiding van het beroep op de kantonrechter niet binnen twee weken na mededeling hiervan zekerheid is gesteld, kan het beroep niet ontvankelijk worden verklaard. Is de betrokkene het niet eens met de uitspraak van de kantonrechter, dan kan hij in beginsel in hoger beroep gaan bij het gerechtshof in Leeuwarden. De opgelegde sanctie moet dan wel meer dan 70 bedragen. Daarnaast kan ook hoger beroep worden ingesteld indien de kantonrechter betrokkene niet ontvankelijk heeft verklaard in zijn beroep. In 2011 is 306.071 maal door de CVOM melding gemaakt van een ingesteld beroep bij de officier van justitie. Dit is een daling ten opzichte van 2010 toen 334.221 maal beroep werd ingesteld. Het aantal beroepen bij de kantonrechter is met ruim zesduizend zaken afgenomen ten opzichte van 2010. In 2011 werd 37,6 % van de beschikkingen in beroep door de officier van justitie vernietigd. Het percentage vernietigingen is relatief hoog, omdat ook rechtspersonen zoals leaseen verhuurmaatschappijen in de percentages zijn meegerekend. In eerste instantie worden de beschikkingen op naam van deze maatschappijen verstuurd, omdat zij de formele kentekenhouders zijn. Bij verhuur van ten hoogste 3 maanden worden deze beschikkingen vernietigd om op naam gezet te worden van de daadwerkelijke huurder of persoon die het voertuig least. Voor de beroepen bij de kantonrechter geldt dat 10,7 % van de beschikkingen alsnog door de officier van justitie werd vernietigd en 14,9 % door de kantonrechter vernietigd. 7

HOOFDSTUK 2 Geldsomtransacties 2. Geldsomtransacties Een geldsomtransactie is een financiële schikking, bedoeld om verdere strafvervolging te voorkomen. De aanlevering van zaken door opsporingsinstanties en het OM met een geldsomtransactie heeft in 2011 (in vergelijking tot voorgaande jaren) voor een beperkter aantal strafbare feiten plaatsgevonden. Belangrijkste reden hiervoor is de verdere implementatie van de Wet OM-afdoening. De feiten aangeleverd voor het proces geldsomtransactie betroffen in 2011 de zware snelheidsovertredingen, milieuovertredingen en gedurende een beperkte periode in 2011 nog de zogenaamde feitgecodeerde *-feiten, en feitgecodeerde zaken betreffende minderjarigen en militairen en zaken met beslag. In door het OM aangeleverde zaken heeft eveneens een verdere overgang van transacties naar strafbeschikkingen in het kader van de Wet OM-afdoening plaatsgevonden. De zaken voor een onverzekerd voertuig door middel van de registervergelijkingen geconstateerd en aangeleverd door de Dienst Wegverkeer (RDW) zijn in 2011 overgegaan naar de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Ook dit heeft bijgedragen aan een verlaagde instroom van zaken. Het CJIB zorgt voor de inning van de geldsomtransacties. Het proces ziet er in grote lijnen als volgt uit: 1. De opsporingsinstanties maken in een strafzaak procesverbaal (PV) op en leveren zaken aan bij het CJIB. Een aantal overige instanties - bevoegd op grond van het Transactiebesluit Milieudelicten - zoals Douane Schiphol, Wetterskip Fryslân en provincie Noord Brabant levert zaken handmatig aan bij het CJIB. 2. In CJIB-systemen wordt gekeken of het strafbare feit recidivegevoelig is (denk bijvoorbeeld aan alcoholovertredingen of grote snelheidsovertredingen) en wordt indien nodig een adresverificatie uitgevoerd. 3. Als het strafbare feit recidivegevoelig is, doet het CJIB navraag bij de Justitiële Informatiedienst (JustID). Is de verdachte recidivist, dan wordt de zaak, in geval van staandehouding, overgedragen aan het arrondissementsparket of de CVOM voor verdere afhandeling. Bij kentekenovertredingen wordt eerst getracht de daadwerkelijke bestuurder te achterhalen en deze aan te schrijven. Bij registervergelijkingen vindt verhoor plaats voorafgaand aan de overdracht van de zaak aan de CVOM. 2.1. Instroom en uitstroom In 2011 bedroeg de instroom 156.724 zaken (465.534 in 2010). instroom uitstroom 2007 621.870 624.393 2008 554.143 561.801 2009 565.877 551.233 2010 465.534 428.050 2011 156.724 289.019 Tabel 2.1 instroom en uitstroom per jaar 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2007 2008 2009 2010 2011 Grafiek 2.2 instroom en uitstroom per jaar instroom uitstroom Door de gefaseerde invoering van de strafbeschikking neemt het aantal geldsomtransacties meer en meer af. Ten opzichte van de ingestroomde zaken in 2011 valt de uitstroom in 2011 veel hoger uit. Het gaat hierbij met name om zaken die na het niet betalen van de acceptgiro zijn overgedragen door het CJIB en door het OM zijn afgehandeld (tabel 2.1 en grafiek 2.2). In tabel 2.3 staat de instroom per aanleverende organisatie weergegeven. De komst van de strafbeschikking werd in 2010 al goed zichtbaar. In 2011 is een forse daling ingezet voor de aanlevering via OM, politie. Eenzelfde daling is in de aanlevering via RDW te zien. Die daling is het gevolg van het overgaan van Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) zaken naar de Wahv in de loop van 2011. aanlevering via OM aanlevering via politie aanlevering via RDW handmatig ingevoerde zaken instroom 2007 100.831 2008 93.961 2009 88.001 2010 69.789 2011 49.183 2007 472.651 2008 409.217 2009 424.218 2010 349.417 2011 95.146 2007 47.826 2008 50.493 2009 53.233 2010 45.920 2011 12.012 2007 562 2008 472 2009 425 2010 408 2011 383 Tabel 2.3 instroom per aanleverende organisatie naar jaar van instroom 8

HOOFDSTUK 2 Geldsomtransacties 2.2. Uitstroomreden Het CJIB heeft in 2011 289.019 geldsomtransacties afgedaan ( zie tabel 2.5). Van de zaken die zijn afgedaan is er een daling in het percentage betaalde zaken te zien naar 36,6%. De redenen voor de daling zijn met name schoningsacties in samenwerking met het OM en er zijn ten opzichte van andere jaren meer zaken afgedaan door een uitspraak van de rechter. Hierdoor zijn uitstroomredenen Overige afdoeningen en Uitspraak in percentages gestegen van 0% en 25,2% in 2010 naar 14,9% en 34% in 2011. 2007 2008 2009 2010 2011 Reden uitstroom uitstroom percentage uitstroom percentage uitstroom percentage uitstroom percentage uitstroom percentage betaald 370.790 59,4% 327.717 58,3% 325.756 59,1% 261.383 61,1% 104.208 36,6% sepot 59.079 9,5% 47.331 8,4% 58.604 10,6% 32.398 7,6% 25.253 8,7% bijzondere reden 14.502 2,3% 12.183 2,2% 13.407 2,4% 11.154 2,6% 679 0,2% overdracht 23.967 3,8% 1.668 0,3% 1.737 0,3% 611 0,1% 259 0,1% gevoegd 9.855 1,6% 14.310 2,5% 7.950 1,4% 1.071 0,3% 31 0,0% uitspraak 144.830 23,2% 158.416 28,2% 141.469 25,7% 107.658 25,2% 98.259 34,0% definitief afgewezen 528 0,1% 77 0,0% 2.090 0,4% 13.343 3,1% 16.720 5,8% verwijderd uit voorportaal 86 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 231 0,1% 337 0,1% overige afdoeningen 1 0,0% 5 0,0% 15 0,0% 32 0,0% 43.028 14,9% onbekend 755 0,1% 94 0,0% 205 0,0% 169 0,0% 245 0,1% totaal 624.393 100% 561.801 100% 551.233 100% 428.050 100% 289.019 100% Tabel 2.5 uitstroom per jaar per uitstroomreden 9

HOOFDSTUK 2 Geldsomtransacties 2.3. Effectiviteit Zaken zijn elektronisch aangeleverd door politie, RDW of OM en een klein deel wordt handmatig ingevoerd. Van de instroom waarvoor een transactievoorstel is verzonden, wordt het aantal zaken afgetrokken dat geseponeerd is. Dit is dan de zuivere instroom. Van de zuivere instroom wordt geteld hoeveel zaken zijn afgedaan binnen 12 maanden, en hoeveel zaken zijn betaald binnen 12 maanden. Het afdoeningspercentage is het aantal zaken dat binnen 12 maanden is afgedaan gedeeld door de zuivere instroom. Het inningspercentage is het aantal zaken dat binnen 12 maanden is betaald gedeeld door de zuivere instroom. De daling van het inningspercentage (tabel 2.8 en grafiek 2.9) is het gevolg van de wijziging van het type zaken dat nog via een transactie wordt afgedaan. afdoenings- inningspercentage percentage 2008 98,6% 66,1% 2009 98,2% 64,9% 2010 97,0% 62,7% Tabel 2.8 afdoenings- en inningspercentage naar jaar van instroom 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% inningspercentage norm jaarplan CJIB 30% 20% 10% 0% 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 2008 2009 2010 Grafiek 2.9 inningspercentage naar jaar van instroom 10

HOOFDSTUK 3 OM-afdoening 3. OM-afdoening Op 1 februari 2008 is de wet OM-afdoening gefaseerd in werking getreden. Het Openbaar Ministerie (OM) mag op grond van de wet OM-afdoening voor een aantal veel voorkomende strafbare feiten zelf straffen opleggen in een strafbeschikking die tegen een bestrafte wordt uitgevaardigd. Aanlevering van de zaken die in aanmerking (kunnen) komen voor een strafbeschikking vindt plaats via de zogenaamde feitgecodeerde lijn waarbij de opsporingsinstanties rechtstreeks aanleveren aan het CJIB. Daarnaast krijgt het CJIB ook zaken waarin een strafbeschikking uitgevaardigd wordt, aangeleverd door het OM. Dit is de zogenaamde nietfeitgecodeerde aanlevering. Nadat in 2008 is gestart met de strafbeschikking voor art. 8 WVW 1994-feiten (rijden onder invloed) is in 2009 de Bestuurlijke strafbeschikking voor de G4 geïmplementeerd voor zogenaamde overlastfeiten. Na de pilot voor de Bestuurlijke Strafbeschikking Overlast (BSB Overlast) bij de G4 (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) in het jaar 2009 is deze zaakstroom in 2010 verder uitgerold over de overige gemeenten volgens een arrondissementale planning. Per 1 april 2010 zijn de Politietransacties (P-feiten in feitcodeboek) overgegaan naar de Politie Strafbeschikking (PSB). De uitrol van deze zaken is parallel aan die van de BSB Overlast gegaan. Per 1 maart 2011 is het mogelijk geworden voor opsporingsambtenaren om voor zogenaamde *-feiten, die een overtreding betreffen, een zaak aan te leveren. Dit geldt ook voor zaken waarin sprake is van minderjarige verdachten, van verdachten die militair zijn of van beslag zaken. Vanaf 1 juli 2011 zijn de feitgecodeerde zaken die een misdrijf zijn onder de reikwijdte van de OM-afdoening gebracht. Voor al deze zaken kan het OM eveneens een strafbeschikking aanleveren. Per 1 oktober kan het OM een taakstraf opleggen in een strafbeschikking. Hiervoor wordt verwezen naar hoofdstuk 9 Taakstraffen. Rol CJIB Voor het proces OM-afdoening verricht het CJIB de volgende werkzaamheden: Het versturen of betekenen van de strafbeschikking (voor zover deze niet door het OM zelf in persoon is uitgereikt); Het incasseren van de geldboete; Het routeren van de taakstraf OM-afdoening. Voor de incasso van de geldboete worden de volgende executiestappen genomen: 1. Een eerste acceptgiro die aan de strafbeschikking is aangehecht; 2. Een eerste aanmaning: Indien de strafbeschikking onherroepelijk is, wordt bij de eerste aanmaning een eerste wettelijke verhoging opgelegd; 3. Een tweede aanmaning: Indien de strafbeschikking onherroepelijk is, wordt bij de tweede aanmaning een tweede wettelijke verhoging opgelegd; 4. Verhaal met dwangbevel: Aan de gerechtsdeurwaarder wordt opdracht gegeven de openstaande vordering te verhalen op geld en goederen van de bestrafte; 5. Gijzeling: Voor de toepassing van het dwangmiddel gijzeling is een machtiging van de kantonrechter nodig. Een vordering voor deze toepassing van de gijzeling wordt voorbereid door het CJIB en ondertekend door de landelijk strafbeschikkingsofficier van justitie. Na het verkrijgen van de machtiging stuurt het CJIB een opdracht gijzeling naar de politie. Indien de executie niet heeft geleid tot het innen van de geldboete en eventuele verhogingen wordt de zaak overgedragen aan het OM. Deze overdracht kan ook plaatsvinden gedurende het executietraject of indien na aanlevering van de zaak bijvoorbeeld in verband met recidive geen strafbeschikking mag worden uitgevaardigd. In een aangeleverde zaak kan een wijziging optreden op grond waarvan een gewijzigde strafbeschikking kan worden uitgevaardigd. Een wijziging kan bijvoorbeeld plaatsvinden naar aanleiding van een door de bestrafte ingesteld verzet. Verzet is het rechtsmiddel dat de bestrafte heeft tegen de strafbeschikking. Ook kan een verzoek tot een wijziging (of tot intrekking van de zaak) worden gedaan door de politie of een gemeente, bijvoorbeeld in verband met verschrijvingen. 11

HOOFDSTUK 3 OM-afdoening 3.1. Instroom en uitstroom In tabel 3.1 wordt het aantal zaken getoond dat is in- en uitgestroomd. Er is onderscheid gemaakt tussen de in- en uitstroom van de politie, de gemeenten, overige instanties en het OM. 2008 2009 2010 2011 instroom uitstroom politie 2.611 1.915 totaal 2.611 1.915 OM 3.907 2.020 politie 14.216 7.673 gemeente 8.324 4.870 totaal 26.447 14.563 OM 10.281 5.989 politie 60.430 24.309 gemeente 12.628 8.799 totaal 83.339 39.097 OM 77.532 24.521 politie 248.899 134.702 gemeente 29.358 21.044 overige instanties 701 171 totaal 356.490 180.438 Definitie Instroom: De instroom is op basis van de datum dat de zaak bij het CJIB geregistreerd is. De instroom toont alleen maar de initiële aanlevering van de zaak. Indien een zaak is overgedragen aan het OM en na beoordeling weer retour komt bij het CJIB wordt dit als een zaakinhoudelijke wijziging gezien en wordt dit niet als nieuwe instroom geteld. Uitstroom: De uitstroom is op basis van de datum dat de zaak is afgedaan en is niet afhankelijk van het jaar waarin de zaak bij het CJIB geregistreerd is. Een zaak die in 2010 is geregistreerd kan in 2011 uitstromen en wordt dan geteld als uitstroom bij het jaar 2011. Tabel 3.1 instroom en uitstroom per jaar 12

HOOFDSTUK 3 OM-afdoening 3.2. Uitstroomreden Een zaak kan om verschillende redenen uitstromen. Een zaak stroomt uit indien een volledige betaling is ontvangen of wanneer het volledige executieproces is doorlopen. Tijdens het executieproces kunnen zaken ook om een andere reden uitstromen. Zo kan iemand komen te overlijden, waardoor de executie eindigt. Daarnaast is het ook mogelijk dat het OM, bijvoorbeeld na een door de bestrafte ingediend verzet, de zaak seponeert. Doordat meer executiestappen mogelijk zijn, kan het, in verhouding tot de geldsomtransacties, langer duren voordat een zaak uitstroomt. In tabel 3.3 wordt het aantal zaken getoond dat is uitgestroomd. Van de uitstroom wordt getoond of de zaak is betaald (strafbeschikking volledig voldaan) of dat er een andere reden is dat de zaak is uitgestroomd (overig). De zaken in de categorie overig zijn bijvoorbeeld afgedaan door een sepot of doordat na overdracht van de zaak een vonnis is uitgesproken waarmee het eerdere traject is beeindigd. 2008 2009 2010 2011 strafbeschikking voldaan overig totaal politie 1.491 424 1.915 totaal 1.491 424 1.915 OM 2.007 13 2.020 politie 7.514 159 7.673 gemeente 4.566 304 4.870 totaal 14.087 476 14.563 OM 5.785 204 5.989 politie 23.686 623 24.309 gemeente 7.615 1.184 8.799 totaal 37.086 2.011 39.097 OM 22.653 1.868 24.521 politie 126.495 8.207 134.702 gemeente 18.783 2.261 21.044 overige instanties 171 0 171 totaal 168.102 12.336 180.438 Tabel 3.3 uitstroom per jaar, instantie en soort afloop Definitie Uitstroom: De uitstroom is op basis van de datum dat de zaak is afgedaan en is niet afhankelijk van het jaar waarin de zaak bij het CJIB geregistreerd is. Een zaak die in 2010 is geregistreerd kan in 2011 uitstromen en wordt dan geteld als uitstroom bij het jaar 2011. 13

HOOFDSTUK 4 Schadetransacties 4. Schadetransacties Wanneer bij een strafbaar feit een slachtoffer is betrokken kan het OM beslissen hiervoor een schadetransactie of een combinatie schadetransactie en geldsom aan de verdachte voor te stellen. Het van de verdachte ontvangen geld wordt direct naar het slachtoffer doorgestort, ook indien het een deelbetaling betreft. Met de invoering bij het OM van het nieuwe systeem GPS kan de schadetransactie niet meer door de parketten zelf worden afgehandeld. Op dit moment is er geen koppeling tussen GPS en het schadesysteem. Op termijn zal de schadecomponent onderdeel uitmaken van de strafbeschikking, dan vervalt de schadetransactie. Het proces ziet er in grote lijnen als volgt uit: 1. Bij de parketten worden de transactievoorstellen in GPS geregistreerd. Het CJIB ontvangt van het parket een elektronische aanlevering met schadecomponent en een kennisgeving schadevergoeding CJIB met daarin de zaakinhoudelijke informatie over de schadecomponent c.q. de combinatie schadecomponent en geldsom. Na positieve beoordeling wordt de zaak bij het CJIB in behandeling genomen en geregistreerd. 2. Het CJIB verstuurt een OLA naar de verdachte. Bij volledige betaling wordt de zaak door middel van fysieke stukken als betaald teruggekoppeld aan het parket. 3. Indien de schadetransactie niet of niet volledig wordt betaald, zal na het verstrijken van de vervaldatum de zaak worden overgedragen aan het parket. 4.1. Instroom en uitstroom In 2011 bedroeg de instroom 1205 schadetransacties ( 832 in 2010). In 2011 is gemiddeld 52% van de uitstroom afgedaan met reden betaald. In 2010 was dit 56%. In tabel 4.1 wordt de instroom en uitstroom weergegeven per jaar. instroom uitstroom 2007 5 0 2008 4 5 2009 342 196 2010 832 774 2011 1.205 1.123 Tabel 4.1 instroom en uitstroom per jaar 14

HOOFDSTUK 5 Boetevonnissen 5. Boetevonnissen Een rechter kan een verdachte een geldboete opleggen voor het plegen van een strafbaar feit. Het CJIB verzorgt de inning van deze boetevonnissen. Het proces ziet er in grote lijnen als volgt uit: 1. De arrondissementsparketten, de resortsparketten, het functioneel parket, het landelijk parket en de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) leveren de geldboetevonnissen en -arresten elektronisch aan bij het CJIB. 2. Bij de afhandeling van een geldboete volgt het CJIB verschillende processtappen, afhankelijk van de status van de zaak bij registratie: Niet-executeerbare boetevonnissen worden alleen geregistreerd. Zodra het parket doorgeeft dat het vonnis executeerbaar of onherroepelijk is geworden, start de tenuitvoerlegging. De veroordeelde van wie het vonnis executeerbaar of onherroepelijk is, ontvangt van het CJIB een eerste aanschrijving tot betaling van de geldboete. 3. Als de eerste aanschrijving van een executeerbaar, nietonherroepelijk vonnis niet leidt tot betaling, dan worden de gegevens betreffende de inhoud van het vonnis verzonden naar de politieregio waar de veroordeelde woont. De politie gaat vervolgens op pad (met een bevel tot betekening) om het vonnis te betekenen. De veroordeelde heeft de mogelijkheid de geldboete aan de politie te voldoen. Wordt het vonnis betekend en gaat de veroordeelde niet binnen veertien dagen in beroep, dan wordt het vonnis onherroepelijk (de veroordeelde kan nu niet meer in hoger beroep). Vervolgens ontvangt de veroordeelde opnieuw een eerste aanschrijving, nu van het onherroepelijke vonnis. 4. Als de eerste aanschrijving van een onherroepelijk vonnis niet leidt tot (een volledige en tijdige) betaling, dan wordt het boetebedrag verhoogd met 15 en wordt een eerste aanmaning verzonden. 5. Is de boete daarna nog niet (volledig en tijdig) voldaan, dan volgt een tweede verhoging van 20% over het openstaande bedrag met een minimum van 30 en wordt een tweede aanmaning verstuurd. 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0 Grafiek 5.1 instroom, uitstroom en voorraad per jaar Bij het niet betalen van de zaak gaat een dergelijke zaak (in het algemeen) naar de gerechtsdeurwaarder of politie. 2007 2008 2009 2010 2011 instroom uitstroom voorraad 15

HOOFDSTUK 5 Boetevonnissen 5.1. Instroom en uitstroom Kijkend naar de afgelopen jaren, is er met betrekking tot de instroom een dalende trend waar te nemen. Procentueel is de daling in 2010 het grootst. Een belangrijke reden is de afname van het aantal transactiezaken. Hierdoor stromen minder zaken door als boetevonnis (grafiek 5.1 en tabel 5.2). Het aantal uitgestroomde boetevonnissen is in 2011 gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Twee oorzaken voor deze stijging zijn het opschonen van oude zaken waarvoor nog geen afloopbericht van DJI was ontvangen en de verruiming van de verjaringstermijn naar vier jaar. instroom uitstroom voorraad initiële boete gemiddelde boete 2007 197.984 213.788 282.761 67.102.509 339 2008 179.249 199.828 262.182 58.214.669 325 2009 168.095 183.472 246.805 66.826.248 398 2010 143.506 147.156 243.155 48.754.391 340 2011 140.350 151.842 231.663 48.341.862 344 Tabel 5.2 instroom, uitstroom, voorraad en (gemiddelde) bedrag initiële boete per jaar De voorraad boetevonnissen is in 2011 verder afgenomen, mede door het afboeken van de verjaarde DJI-zaken. De instroom, uitstroom en voorraad bestaat uit zaken die als Niet-Executeerbaar (NE), Executeerbaar (EX) en Onherroepelijk (OH) zijn aangeleverd. 16

HOOFDSTUK 5 Boetevonnissen 5.1.1. Uitstroomreden Het CJIB handelde in 2011 151.842 boetevonnissen af. In tabel 5.7 wordt de afdoeningsmodaliteit weergegeven. Bijna 70 procent van de boetevonnissen zijn in 2011 geïnd, waarvan 39% door het CJIB, 10% door de gerechtsdeurwaarder en bijna 20% door de politie. 2011 is het tweede jaar waarin de mogelijkheid bestaat een zaak over te dragen naar het buitenland middels EURECA, In 2011 zijn er 33 zaken die betaald zijn in het buitenland. Ten opzichte van 2010 is dit aantal meer dan verdubbeld. De verruiming van de verjaringstermijn van overtredingen/kantonzaken, laat in 2010 een grote dip zien bij oninbaar, expiratie. In 2011 is deze dip ook nog enigszins waarneembaar. De verjaringstermijn is verruimd van 2 jaar en 8 maanden naar 4 jaar. 2007 2008 2009 2010 2011 percentage uitstroom percentage uitstroom percentage uitstroom percentage uitstroom percentage uitstroom geïnd door het CJIB 84.042 39,3% 79.335 39,7% 75.852 41,3% 66.397 45,1% 59.193 39,0% geïnd door derden/deurwaarder 18.462 8,6% 18.549 9,3% 16.063 8,8% 14.711 10,0% 14.872 9,8% geïnd door derden: de gerechten, griffie 18 0,0% 5 0,0% 4 0,0% 0 0,0% 2 0,0% geïnd door derden/de gerechten, parketten 26 0,0% 23 0,0% 14 0,0% 8 0,0% 4 0,0% geïnd door derden/penitentiaire inrichting 2.826 1,3% 2.899 1,5% 2.270 1,2% 1.702 1,2% 1.651 1,1% geïnd door derden/opsporingsinstantie/politie 34.006 15,9% 34.703 17,4% 29.173 15,9% 27.740 18,9% 29.569 19,5% geïnd in het buitenland middels EURECA 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 14 0,0% 33 0,0% vervangende hechtenis uitgezeten 31.276 14,6% 26.826 13,4% 27.739 15,1% 21.174 14,4% 25.592 16,9% afloop gratie 85 0,0% 79 0,0% 102 0,1% 41 0,0% 33 0,0% oninbaar, overig 323 0,2% 215 0,1% 182 0,1% 1.218 0,9% 756 0,5% reden niet gevuld 0 0,0% 3 0,0% 0 0,0% 1 0,0% 0 0,0% afloop rechtsmiddel 8.498 4,0% 5.877 2,9% 4.726 2,6% 3.442 2,3% 2.781 1,8% overleden 1.055 0,5% 1.029 0,5% 898 0,5% 816 0,6% 681 0,4% oninbaar, expiratie 32.363 15,1% 29.707 14,9% 26.035 14,2% 9.556 6,5% 16.341 10,8% niet ten uitvoer gelegd door OM (bij Verzoek stoppen van OM) 808 0,4% 578 0,3% 414 0,2% 336 0,2% 334 0,2% totaal 213.788 100% 199.828 100% 183.472 100% 147.156 100% 151.842 100% Tabel 5.7 uitstroom per jaar per uitstroomreden 17

HOOFDSTUK 5 Boetevonnissen 5.2. Effectiviteit Voor de effectiviteit wordt gekeken naar de zaken die als OH zijn ingestroomd en binnen 12 maanden zijn afgedaan. Zuivere instroom Er wordt per dag van registratie geteld hoeveel OH-zaken zijn ingestroomd (d.w.z.: de zaak was OH op het moment van de instroom). OH-zaken zijn zaken waarvoor het niet meer mogelijk is een rechtsmiddel in te dienen. Het aantal aangeleverde OH-zaken is uitgangspunt voor het berekenen van de zuivere instroom. Op deze instroom wordt een correctie uitgevoerd. De correctie bestaat uit zaken die binnen 12 maanden (verschil tussen datum registratie en datum definitief is kleiner dan 12 maanden) retour Openbaar Ministerie (OM) gezonden zijn om een van de volgende redenen: afloop rechtsmiddel, niet tenuitvoergelegd door het OM of afloop gratie. De instroom minus de correctie geeft de zuivere instroom. Van de zuivere instroom wordt gekeken of deze zaken binnen 12 maanden na datum registratie (verschil tussen datum registratie en datum definitief is kleiner dan 12 maanden) afgedaan zijn. Afdoeningspercentage Het afdoeningspercentage is het aantal afgedane OH-zaken, ongeacht de reden van afdoening, gedeeld door de zuivere instroom. Inningspercentage Indien de reden van afdoening gelijk is aan een van onderstaande redenen, wordt de zaak geteld als een geïnde zaak: Geïnd door het CJIB; Geïnd door derden/gerechts deurwaarder; Geïnd door derden/opsporingsinstantie/politie; Geïnd door derden/de gerechten, parketten; Geïnd door derden/penitentiaire inrichting; Geïnd door derden/de gerechten, griffie; Geïnd in het buitenland middels EURECA; Incasso via bank/giro. Het inningspercentage is het aantal geïnde zaken gedeeld door de zuivere instroom. VVH-percentage Het aantal zaken waarvoor VVH is uitgezeten, wordt bepaald aan de hand van de afdoeningsreden vervangende hechtenis uitgezeten. 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% 01 02 03 04 05 06 07 08 09 1011 12 01 02 03 04 05 06 07 08 09 1011 12 01 02 03 04 05 06 07 08 09 1011 Het VVH-percentage is het aantal zaken waarvoor VVH is uitgezeten, gedeeld door de zuivere instroom. De jaarpercentages in tabel 5.9 zijn de gewogen gemiddelden van dat jaar. De percentages over de instroom van 2011 zijn pas in 2013 te berekenen. afdoeningspercentage inningspercentage VVHpercentage 2007 71,2% 64,1% 6,8% 2008 72,4% 65,7% 6,4% 2009 70,4% 64,6% 5,5% 2010 71,2% 64,2% 6,7% Tabel 5.9 afdoenings-, innings- en VVH-percentage per jaar 12 01 02 03 04 05 06 07 08 09 1011 12 inningspercentage afdoeningspercentage VVH percentage 2007 2008 2009 2010 Grafiek 5.10 afdoenings-, innings- en VVH-percentage per jaar 18

HOOFDSTUK 6 Schadevergoedingsmaatregelen 6. Schadevergoedingsmaatregelen Als iemand slachtoffer is geworden van een strafbaar feit (bijvoorbeeld mishandeling), dan kan de rechter besluiten dat de dader aan het slachtoffer een schadevergoeding moet betalen. De rechter legt dan een schadevergoedingsmaatregel op aan de dader. Nadat de zaak onherroepelijk is geworden, wordt de zaak ter executie aangeboden aan het CJIB. Het CJIB int de schadevergoeding en maakt deze vervolgens over aan het slachtoffer. Het proces ziet er in grote lijnen als volgt uit: 1. Het CJIB verstuurt een eerste aanschrijving naar de dader met het verzoek het opgelegde bedrag van de maatregel te betalen. 2. Als er niet wordt betaald, dan volgt een eerste en eventueel een tweede aanmaning. Het bedrag wordt in beide gevallen verhoogd. Bij de eerste aanmaning met 15 en bij de tweede aanmaning met 20% van het nog openstaande bedrag (met een minimum bedrag van 30). 3. Wordt er nog steeds niet betaald, dan kan een dwangbevel worden uitgevaardigd: De zaak gaat naar de gerechtsdeurwaarder die de maatregel probeert te innen. De dader kan in verzet gaan. 4. Lukt het de gerechtsdeurwaarder niet om te innen dan kan een arrestatiebevel worden uitgevaardigd om vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen. De vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op. 5. Als het adres van de veroordeelde niet bekend is, worden de zaakgegevens van de veroordeelde opgenomen in het opsporingsregister (OPS). 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2007 2008 2009 2010 2011 Grafiek 6.1 instroom, uitstroom en voorraad per jaar 6.1. Instroom en uitstroom De instroom van schadevergoedingsmaatregelen is in 2011 opnieuw afgenomen (grafiek 6.1 en tabel 6.2). In 2011 zijn 10.858 zaken ontvangen, ten opzichte van 11.126 zaken in 2010. In 2011 zijn 11.071 schadevergoedingsmaatregelen afgedaan. In 2010 bedroeg het aantal afgedane zaken 12.112. De in behandeling zijnde zaken zijn in 2011 net als de voorgaande jaren gedaald en stond aan het eind van 2011 op 17.645 zaken. instroom uitstroom voorraad instroom uitstroom aantal voorraad volledig betaald 2007 12.271 15.012 12.046 22.929 2008 12.169 15.120 12.198 19.978 2009 11.830 12.964 10.653 18.844 2010 11.126 12.112 9.973 17.858 2011 10.858 11.071 9.244 17.645 Tabel 6.2 instroom, uitstroom en voorraad per jaar 19

HOOFDSTUK 6 Schadevergoedingsmaatregelen 6.1.1. Uitstroomreden Het percentage zaken dat is afgedaan door vervangende hechtenis is gedaald van 15,6% in 2010 naar 14,2% in 2011. Van de uitstroom in 2011 zijn 9.244 schadevergoedingsmaatregelen volledig betaald. Dit is ongeveer 83,5% van de uitstroom en dit percentage ligt ruim 1 procent hoger dan het percentage van vorig jaar (tabel 6.3). 2007 2008 2009 2010 2011 Oninbaar 4 1 Staken executie 34 27 29 31 39 Dossier verjaard 104 125 113 99 113 Volledige betaling 12.046 12.198 10.653 9.973 9.244 Veroordeelde overleden 75 81 53 60 61 Appel / cassatie ingesteld 4 1 3 11 Vervangende hechtenis ondergaan 2.450 2.466 1.968 1.896 1.574 Dossier gesloten ivm WSNP schone lei 92 29 7 3 4 Regeling tussen veroordeelde en slachtoffer 207 189 140 47 25 Totale uitstroom 15.012 15.120 12.964 12.112 11.071 Tabel 6.3 uitstroomreden per jaar 20

HOOFDSTUK 6 Schadevergoedingsmaatregelen 6.2. Effectiviteit Bij het inningspercentage en het afdoeningspercentage van schadevergoedingsmaatregelen wordt gerekend met een periode van 3 jaar (36 maanden). Binnen deze periode dient de schadevergoedingsmaatregel geïnd te zijn om tot het inningspercentage gerekend te worden en afgedaan om tot het afdoeningspercentage gerekend te worden. Een schadevergoedingsmaatregel is afgedaan indien het verschil tussen de registratiedatum en de afdoeningsdatum van de schadevergoedingsmaatregel kleiner is dan 36 maanden of als het slachtoffer binnen deze termijn schadeloos is gesteld. Een schadevergoedingsmaatregel is geïnd indien het slachtoffer binnen 36 maanden schadeloos is gesteld of als er binnen deze termijn een regeling ter zake de vordering benadeelde partij is getroffen tussen veroordeelde en slachtoffer. De zaken waarvan de deurwaarderskosten (nog) niet zijn betaald, tellen mee voor het innings- en afdoeningspercentage. Het aantal zaken van de instroom dat binnen 3 jaar is afgedaan gedeeld door de totale instroom vormt het afdoeningspercentage. Hetzelfde geldt voor het inningspercentage, maar dan voor de zaken die geïnd zijn. Het afdoeningspercentage en het inningspercentage van schadevergoedingsmaatregelen zijn in 2011 opnieuw gestegen naar 87,3% respectievelijk 76,7%. afdoeningspercentage inningspercentage 2004 76,0% 66,1% 2005 81,8% 71,9% 2006 84,6% 74,3% 2007 86,7% 76,3% 2008 87,3% 76,7% Tabel 6..4 afdoenings- en inningspercentage naar jaar van instroom 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% inningspercentage afdoeningspercentage In tabel 6.4 en grafiek 6.5 een weergave van deze getallen. 0,0% 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 2007 2008 Grafiek 6.5 afdoenings- en inningspercentage naar jaar van instroom 21

HOOFDSTUK 6 Schadevergoedingsmaatregelen 6.3. Voorschotregeling De voorschotregeling heeft als doel om acht maanden na het onherroepelijk worden van een vonnis (of arrest) waarin door de rechter tenminste één schadevergoedingsmaatregel is opgelegd, het openstaand bedrag, dat nog niet is betaald door de dader, uit te keren aan het slachtoffer. Voor de dader vervalt de betalingsverplichting hiermee overigens niet. De dader dient het openstaand bedrag nog steeds te voldoen, zij het dat bedragen die van de dader worden ontvangen niet meer worden doorgestort naar het slachtoffer, maar ten goede komen aan de voorschotregeling. Gedurende de eerste vijf jaar na inwerkingtreding van de voorschotregeling keert het CJIB namens de Minister van Veiligheid en Justitie alleen een voorschot uit wanneer de Schadevergoedingsmaatregel is opgelegd naar aanleiding van een veroordeling terzake van een gewelds- of zedenmisdrijf. Alleen slachtoffers die geen rechtspersoon zijn, komen voor deze uitkering in aanmerking. 6.4. Voorschotregeling met terugwerkende kracht Naast de uitkeringen op Schadevergoedingsmaatregelen met een datum onherroepelijk vanaf 1-1-2011 zijn er in 2011 tevens uitkeringen gedaan op Schadevergoedingsmaatregelen met een datum onherroepelijk van voor 1-1-2011. De uitkeringen hebben plaatsgevonden op grond van de Beleidsbeslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 27 november 2011. De voorschotregeling met terugwerkende kracht resulteerde in uitkeringen aan slachtoffers in 2011 met een totaalbedrag van ruim 3,3 miljoen euro. De voorschotregeling is van toepassing op Schadevergoedingsmaatregelen met een datum onherroepelijk vanaf 1-1-2011. Voor deze Schadevergoedingsmaatregelen is op grond van de voorschotregeling in 2011 een totaalbedrag van bijna 1,5 miljoen euro uitgekeerd aan slachtoffers. 22

HOOFDSTUK 7 Ontnemingsmaatregelen 7. Ontnemingsmaatregelen De rechter kan iemand die veroordeeld is voor het plegen van een strafbaar feit de verplichting opleggen tot betaling van een geldbedrag ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechter legt in dat geval een ontnemingsmaatregel op. In deze maatregel wordt bepaald hoeveel de veroordeelde aan de Staat moet betalen. 4. Bij uitblijven van betaling kan het pressiemiddel lijfsdwang 1 worden ingezet. Het toepassen van lijfsdwang is slechts mogelijk nadat hiertoe een machtiging is afgegeven door de rechter. De rechter bepaalt het aantal dagen lijfsdwang dat mag worden toegepast. Het ondergaan van de lijfsdwang heft de betalingsverplichting niet op. In geval van een ontnemingsmaatregel dient zowel de strafzaak als de ontnemingsmaatregel onherroepelijk te zijn alvorens tot executie kan worden overgegaan. Na overdracht van de onherroepelijke ontnemingsmaatregel, start het CJIB met de executie van de maatregel. Om betaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel zeker te stellen kan conservatoir beslag zijn gelegd op geld en goederen. Het executieproces ziet er als volgt uit: 1. Indien sprake is van gelegde conservatoire beslagen wordt de veroordeelde gevraagd om akkoord te gaan met uitwinning van de gelegde beslagen. Wordt geen akkoord gegeven, dan vindt uitwinning van de beslagen plaats door de gerechtsdeurwaarder; 2. Indien er geen sprake is van conservatoire beslagen, dan wel na uitwinning van de beslagen een restantvordering resteert, wordt een aanschrijving verzonden aan veroordeelde; 3. Wanneer de veroordeelde niet, niet tijdig of niet volledig tot betaling overgaat, kan een gerechtsdeurwaarder worden ingeschakeld; 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2007 2008 2009 2010 2011 instroom uitstroom voorraad Grafiek 7.1 instroom, uitstroom en voorraad per jaar 1 Het toepassen van lijfsdwang geldt sinds 1 september 2003. Bij zaken die vóór deze datum onherroepelijk zijn geworden wordt vervangende hechtenis toegepast. 23

HOOFDSTUK 7 Ontnemingsmaatregelen 7.1. Instroom en uitstroom De instroom van het aantal aangeleverde zaken is in 2011 gestegen. In 2010 betrof de instroom 1.176 zaken (zie grafiek 7.1 en tabel 7.2), in 2011 is dit gestegen naar 1.193 zaken. In 2011 zijn 1.111 zaken uitgestroomd. Dit is een daling van ongeveer 0,7% ten opzichte van 2010 (1.119). instroom uitstroom voorraad 2007 1.720 1.356 4.955 2008 1.507 1.238 5.224 2009 1.306 1.192 5.338 2010 1.176 1.119 5.395 2011 1.193 1.111 5.477 Tabel 7.2 instroom, uitstroom en voorraad per jaar 24

HOOFDSTUK 8 Ontnemingsschikkingen 8. Ontnemingsschikkingen Een ontnemingsschikking is een financiële schikking die wordt aangeboden door het Openbaar Ministerie (OM). Dit gebeurt als er volgens het OM sprake is van één of meer gepleegde strafbare feiten waaruit wederrechtelijk verkregen voordeel is ontstaan. De hoogte van het uiteindelijke schikkingsbedrag wordt per zaak bepaald en is afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Met een ontnemingsschikking kan de verdachte voorkomen dat hij voor het ontnemingsdeel voor de rechter moet verschijnen. Het CJIB int de schikkingen. Een ontnemingsschikking heeft alleen betrekking op de ontnemingszaak, niet op de strafzaak. 8.1. Instroom en uitstroom Het aantal schikkingen in behandeling aan het eind van 2011 zijn 20 stuks en dit is een toename van 11 schikkingen ten opzichte van het jaar daarvoor. Er zijn 27 schikkingen aangeleverd (zie grafiek 8.1/ tabel 8.2) door 13 verschillende parketten. Van dit aantal is bijna 63% aangeleverd met beslag (17 zaken). De meeste schikkingen zijn aangeleverd door parket Middelburg (5 schikkingen). 30 25 20 15 10 5 0 2009 2010 2011 instroom uitstroom voorraad 8.2. Afgedane bedragen Tabel 8.3 laat de afgedane bedragen zien op schikkingen. De afgedane bedragen bestaan uit afdoeningen op alle schikkingen, dus ook de deelbetalingen op openstaande zaken. Het jaar is het jaar van de boekingsdatum van de afdoening. Grafiek 8.1 instroom, uitstroom en voorraad per jaar instroom uitstroom voorraad 2009 20 14 7 2010 21 19 9 2011 27 16 20 Tabel 8.2 instroom, uitstroom en voorraad per jaar afdoening 2009 498.985 2010 1.128.662 2011 1.385.557 Tabel 8.3 afgedane bedragen 25

HOOFDSTUK 9 Taakstraffen 9. Taakstraffen Een taakstraf kan bestaan uit een werkstraf of leerstraf of een combinatie van een werk- en een leerstraf. Het Openbaar Ministerie (OM) levert OM taakstraftransacties en de ZM (zittende magistratuur) vonnis-taakstraffen aan bij het CJIB. Rol CJIB Na ontvangst van een taakstraf controleert het CJIB of er taakstraf verstorende elementen zijn zoals detentie. Het CJIB informeert en routeert informatie over de taakstraf naar de drie reclasseringsorganisaties en het OM. Het CJIB bewaakt de termijnen en rappelleert bij de ketenpartner indien nodig. Het CJIB informeert het OM over het resultaat van de taakstraf door middel van de rapportage van de reclasseringsorganisatie. 9.1. Instroom en uitstroom Er zijn in 2011 32.658 taakstraffen ter afhandeling aan het CJIB aangeboden. Dit is ruim lager dan de 34.700 die in 2011 zijn ingestroomd. Deze 32.658 zaken zijn inclusief 235 gratiezaken (zie tabel 9.1/ grafiek 9.2). In 2.570 van de gevallen ging het om een transactievoorstel en in 30.088 van de gevallen om een vonnis-taakstraf. instroom uitstroom 2007 40.110 40.869 2008 39.335 40.789 2009 38.178 40.317 2010 34.700 36.996 2011 32.658 33.238 Tabel 9.1 instroom en uitstroom per jaar 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 instroom uitstroom 0 2005 2006 2007 2008 2009 Grafiek 9.2 instroom en uitstroom per jaar 26

HOOFDSTUK 9 Taakstraffen 9.2. Uitstroomreden In 2011 werden er 33.017 taakstraffen (exclusief 221 gratiezaken) afgedaan. Het kan hierbij ook gaan om zaken die het jaar ervoor zijn ingestroomd. Het slagingspercentage van de regulier afgeronde taakstraffen (uitstroom reclasseringsorganisaties in tabel 9.3) is 78,8% (OM en ZM). Regulier wil zeggen dat de taakstraf niet tussentijds is gestopt op verzoek van het OM. De drie reclasseringsorganisaties (3RO) zijn: Reclassering Nederland; Leger der Heils; Stichting verslavingsreclassering GGZ. OM Er zijn door de reclasseringsorganisaties 2.381 transactievoorstellen afgedaan, waarvan 90,6% volledig is geslaagd (zie tabel 9.3). Onuitvoerbare en voortijdig beëindigde taakstraffen zijn mislukte taakstraffen. Mislukte taakstraffen worden overgedragen aan het OM. ZM Er zijn door de reclasseringsorganisaties 29.960 vonnistaakstraffen afgedaan, waarvan 77,9% volledig is geslaagd (zie tabel 9.3). Onuitvoerbare en voortijdig beëindigde taakstraffen zijn mislukte taakstraffen. Mislukte taakstraffen worden in beginsel omgezet naar vervangende hechtenis. De omgezette taakstraffen zijn te vinden in hoofdstuk 10 Vrijheidsstraffen. uitstroom uitstroom reclasseringsorganisaties onuitvoerbaar voltooid voortijdig beëindigd OM 30.569 2.381 65 2.157 159 ZM 2.448 29.960 2.866 23.347 3.747 Tabel 9.3 detail uitstroom OM-/ZM-taakstraffen per jaar leerstraf werkstraf totaal ZM OM ZM OM voltooid 59 19 25.121 2.447 27.646 gratie 1 0 49 0 50 onuitvoerbaar 14 5 3.067 64 3.150 voortijdig beëindigd 48 16 4.252 175 4.491 handmatig 0 0 132 15 147 overleden 0 0 89 2 91 stoppen op verzoek OM 14 4 380 35 433 stoppen overig 0 0 2 1 3 taakstraf intrekking om 0 0 0 15 15 totaal 136 44 33.092 2.754 36.026 Tabel 9.4. afgedane werk- en leerstraffen In tabel 9.4 is het aantal afgedane taakstraffen weergegeven in werk- en leerstraffen. Het is mogelijk dat een zaak meerdere componenten werkstraf en leerstraf heeft, vandaar dat de uitstroom in tabel 9.4 hoger is dan de uitstroom in tabel 10.1. De meeste taakstraffen hebben in elk geval een werkstrafcomponent. Definitie Voltooid: Taakstraf is volledig voltooid. Gratie: Er is gratie verleend. Onuitvoerbaar: Contact met cliënt onmogelijk. Voortijdig beëindigd: Wel contact met cliënt, taakstraf afgebroken. Handmatig: Het systeem kan de zaak niet meer geautomatiseerd verwerken. Overleden: De taakgestrafte is overleden. Stoppen op verzoek OM: Het OM heeft het CJIB verzocht de executie te staken. Stoppen overig: Incidentele aflopen die niet specifiek zijn onderkend, bijvoorbeeld heropende en herstel van dubbel aangeleverde zaken. Tevens (tijdelijk) gebruikt als restcategorie voor zaken die thuishoren onder één van de overige categorieën, maar daarop systeemtechnisch niet konden worden geboekt. Taakstraf intrekking OM: zijn zaken welke elektronisch door het OM zijn teruggehaald 27