Netherlands ISSP 2003 National Identity II Questionnaire

Vergelijkbare documenten
Netherlands ISSP 2005 Work Orientations III Questionnaire

RESP. NR. : MULTI- HH NR.: VERSIE 1. Europees Sociaal Onderzoek Aanvullende vragenlijst

Netherlands ISSP 2007 Leisure Time and Sports Questionnaire

RESP. NR. : MULTI- HH NR.: VERSIE 1. Europees Sociaal Onderzoek Aanvullende vragenlijst

RESP. NR. : MULTI- HH NR.: VERSIE 2. Europees Sociaal Onderzoek Aanvullende vragenlijst

RESP. NR. : MULTI- HH NR.: VERSIE 3. Europees Sociaal Onderzoek Aanvullende vragenlijst

Centraal Bureau voor de Statistiek. Nationaal Kiezers Onderzoek

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

NATIONAAL OPINIE ONDERZOEK

Nationaal Kiezersonderzoek Vraagteksten PAPI (1 e golf) Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken

Format ReSpons Publieksonderzoek Evenementen

Nederland dient financiële steun te geven aan landen van de Europese Unie met een hoge staatsschuld die anders in grote problemen zullen komen.

Netherlands ISSP 2012 Family and Changing Gender Roles IV Questionnaire

YES! Jongeren in Europa Onderzoek Ronde 1 (2010) Oudervragenlijst. Youth in Europe Study. Europe Study. Klasnummer: Leerlingnummer:

21471-B Januari Aankruisen We willen u vragen (met een blauwe of zwarte pen) een KRUISJE te zetten IN het hokje bij UW antwoord.

Hoe vaak voor uw persoonlijke privé doeleinden?

B&W-Aanbiedingsformulier

Hoeveel jaar in totaal heeft u onderwijs gevolgd, gerekend vanaf uw 6e jaar? INT001

NATIONAAL OPINIE ONDERZOEK TOONKAARTEN

DUTCH SHOWCARDS - Round 8

ESS DOCUMENT DATE: VLAAMSE ANTWOORDKAARTEN HOOFDVRAGENLIJST (ESS RONDE 6, 2012)

Inschrijfformulier met Ouderverklaring

CIJFERS INKOMEN EN RONDKOMEN NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

TOONKAARTEN (ESS RONDE 4, 2008)

Institute for Medical Technology Assessment. Productivity Cost Questionnaire Productivity and Health Research Group

AOW voor mensen buiten Nederland

Heterogeneity in the Grandparent Effect

Wie beslist wat? Duur: minuten. Wat doet u?

VLAAMSE ANTWOORDKAARTEN HOOFDVRAGENLIJST (ESS RONDE 4, 2008)

Inschrijfformulier met Ouderverklaring

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

U gaat de vragenlijst Kansen in Kaart (KiK) invullen. Voordat u begint is het goed een aantal dingen te weten.

Persoonlijke achtergrondvragenlijst

Onderzoek Zorg op maat. Vragenlijst voor deelnemers. Onderzoeksnummer:

ZA4726. Flash Eurobarometer 192 (Entrepeneurship) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

Tevredenheid van familieleden en mantelzorgers met casemanagement bij dementie

Consumer Quality Index Naasten op de Intensive Care

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN

Inschrijfformulier met Ouderverklaring

Opdrachtgever: Sociaal en Cultureel Planbureau A OKTOBER 2018

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

DE CHEF EN DIVERSITEIT

Inschrijfformulier met Ouderverklaring Leerling voor groep (in te vullen door IKC Floriant)

Inschrijfformulier met Ouderverklaring

Enquête leefbaarheid in uw buurt

ZA5893. Flash Eurobarometer 375 (European Youth: Participation in Democratic Life) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Gemeente Breda. Omnibusenquête Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer

Onder de Marokkaanse bevolking die woonachtig is in Nederland. Mei 2009

Vragenlijst over uw gezondheid en werk

Tabellenrapport. Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2014

Prenatale screening op Downsyndroom en de 20-weken echo

Vragenlijst Kansen in Kaart (KiK) Naam: BSN: kenmerk:

Vragenlijst Diabetes

Allen Vrouw Man N= % % % % % % % % % 97,1 97,5 96,8 98,2 100,0 97,2 95,5 97,0 95,7

Onderzoek: Europese verkiezingen

TOONKAARTEN (ESS RONDE 3, 2006) versie 12 juli 2006

1 / 25. Mantelzorg. Beantwoord: Overgeslagen: 0. Nee. Zeg ik liever niet 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 100,00% ,00% 0.

VLAAMSE ANTWOORDKAARTEN HOOFDVRAGENLIJST (ESS RONDE 3, 2006) versie SEPTEMBER 2006

Voormeting kandidaat

De volgende vragen gaan over de wijk of het dorp waar u woont. ALGEMENE VRAGEN 1. Wat is uw geslacht? 1 man 44,3% 2 vrouw 55,7%

GEOGRAFISCHE CIJFERS INKOMEN EN RONDKOMEN 19 JAAR EN OUDER

Vragenlijst maatschappelijke participatie 50 plussers

CQ-index dyslexie Vragenlijst Diagnostiek

ZA4881. Flash Eurobarometer 241 (Information society as seen by EU citizens) Country Specific Questionnaire Netherlands

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

Vragenlijst. Ervaringen met de farmaceutische zorg

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

VAN EUNEN MARKETING. Nederlanders en geld: verslag van een onderzoek

Ervaringen met de zorg van de tijdelijke opname- en behandelafdeling

ZA6286. Flash Eurobarometer 416 (The Charter of Fundamental Rights of the European Union, wave 2) Country Questionnaire Netherlands

Resultaten kandidaten Werktop en controlegroep

Enquête leefbaarheid/veiligheid in uw buurt

Ja 100 % Nee 0 % Weet u voldoende over de organisatie van uw huisartspraktijk (spreekuurtijden, spoed-telefoonnummers, weekenddienstregeling enz.)?

Leeftijd (mediaan) , , gemiddelde 47, ,8 49,9 45,5 39,6 49,6

Vragenlijst COPD/Astma

De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen)

Institute for Medical Technology Assessment. Medical Consumption Questionnaire Productivity and Health Research Group

OUDERTEVREDENHEIDONDERZOEK BASIS FORMULIER

Opdrachtgever: Sociaal en Cultureel Planbureau B APRIL 2017

CIJFERS ZORG EN ONDERSTEUNING NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben over het onderzoek, dan kunt u contact opnemen met Gerd Weitkamp via of

Belgium ISSP 2013 National Identity III Questionnaire (Dutch)

Verschil in Nederland

Vragenlijst. Ervaringen met de Kraamzorg

Totaal aantal afgeronde vragenlijsten 44. Ja 100 % Nee 0 %

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

1 Man... jaar 2 Vrouw. 3. Leefsituatie: 1 Gehuwd 2 Ongehuwd samenwonend 3 Alleenstaand 4 Bij ouders wonend 5 Anders*, nl...

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis

PARTICIPATIE NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/309 VAN DE COMMISSIE. van 23 februari 2017

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Uitgebreide vragenlijst Kwaliteit van Zorg vanuit Cliëntenperspectief

Tarieven Europa: staffel 1

INSCHRIJFFORMULIER LEERLING(E) Personalia van het kind: Roepnaam: Voornamen: Achternaam: Geslacht: M/V Inschrijfdatum:

Transcriptie:

Netherlands ISSP 2003 National Identity II Questionnaire

Contactpersoon: Elsbeth de Groot Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit Sociale Wetenschappen Antwoordnummer 2941 1000 SN Amsterdam Tel. 020-4446715 www.fsw.vu.nl/issp Internationaal Sociaal Survey Programma Schriftelijke Vragenlijst 2004/2005 BURGERSCHAP EN NATIONALE IDENTITEIT Australië, België, Brazilië, Bulgarije, Canada, Chili, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Filippijnen, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Hongarije, Ierland, Israël, Italië, Japan, Letland, Mexico, Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Rusland, Slovenië, Slowakije, Spanje, Taiwan, Tsjechië, Uruguay, Venezuela, Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Zweden, Zwitserland 21

BURGERSCHAP EN NATIONALE IDENTITEIT De vragen in de vragenlijst hebben stal de vorm van stellingen waarop U kunt reageren door met een kruisje in een vakje aan te geven of U het met de stelling bent, of on: Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat om Uw persoonlijke mening en situatie. U wordt dringend verzocht alle vragen die op Uw situatie van toepassing zijn in te vullen. Als U kunt kiezen tussen de aangegeven antwoorden of geen mening hebt, kunt U dit in een afzonderlijk vakje aangeven. UW ACHTERGROND Z01. Bent U man of vrouw? Man 1 Vrouw 2 Z02. Wat is Uw leeftijd? jaar Z03a. Wat is Uw burgerlijke staat forl? Gehuwd 1 Gescheiden van tafel en bed 2 Gescheiden van echt 3 Weduwe/ Weduwnaar 4 Ongehuwd, nooit gehuwd geweest 5 Z03b. Welke van de samenlevingsvormen is op U van toepassing? Niet (of r) samenwonend met een vaste partner (inwonend kind, huisgenoot) 1 Ongehuwd samenwonend zonder de bedoeling te trouwen 2 Ongehuwd samenwonend met de bedoeling te gaan trouwen 3 Gehuwd na eerst te hebben samengewoond 4 Gehuwd zonder eerst te hebben samengewoond 5 22

Z04. In welk land zijn U en Uw partner (indien van toepassing) geboren, en in welk land zijn Uw ouders geboren? Uzelf: Uw partner: Nederland 1 Nederland 1 Elders: 2 Elders 2 Uw vader: Uw moeder: Nederland 1 Nederland 1 Elders: 2 Elders: 2 Z05. In welke plaats bent U geboren? Z06a. Wat is Uw hoogst voltooide opleiding? En die van Uw partner? (indien van toepassing) Uzelf Uw partner Basisonderwijs 1 1 Lbo / Huishoudschool / Lhno / Lts / Vbo / Vmbo (beroepsgericht) 2 2 Mavo / Ulo / Mulo / Vmbo (theorie) 3 3 Havo / Mms 4 4 Vwo / Hbs / Atheneum / Gymnasium 5 5 Mbo 6 6 Hbo 7 7 Universiteit 8 8 Niet van toepassing 0 Z06b. Wat is de opleiding waar U nog bezig bent? En van Uw partner? (indien van toepassing) Uzelf Uw partner Basisonderwijs 1 1 Lbo / Huishoudschool / Lhno / Lts / Vbo / Vmbo (beroepsgericht) 2 2 Mavo/ Ulo / Mulo / Vmbo (theorie) 3 3 Havo / Mms 4 4 Vwo / Hbs / Atheneum / Gymnasium 5 5 Mbo 6 6 Hbo 7 7 Universiteit 8 8 Niet van toepassing 0 0 8

Z06c. Hoeveel jaar onderwijs hebt U na de basisschool in totaal gevolgd? jaar Z06d. En Uw partner? jaar Z07. Uit hoeveel personen bestaat Uw huishouden, inclusief Uzelf? (allen die van dezelfde keuken gebruik maken, dus ook inwonende kinderen en huisgenoten) personen Z08. Van ALLE OVERIGE PERSONEN in Uw huishouden, behalve Uzelf en Uw partner, willen we graag weten wat hun geslacht en leeftijd zijn, in welke relatie ze tot U staan en wat hun opleiding en hun belangrijkste bezigheid zijn. (Onder huishouden rekenen we allen die van dezelfde keuken gebruik maken, dus ook inwonende kinderen en huisgenoten.) Begin bij de oudste persoon en som iedereen op tot de jongste persoon. Hoogste opleiding? Persoon: Geslacht? Leeftijd? Relatie tot U? (voltooid of nog bezig) Belangrijkste bezigheid? (van de Man M Uw vader/ moeder 1 Basisonderwijs 1 Full-time werk 1 oudste tot Vrouw V de jongste Uw broer of zus 2 Lbo/Lhno/Lts/ Vbo 2 Part-time werk 2 persoon) Uw (pleeg-)kind 3 Mavo/(M)ulo 3 Werkloos 3 Andere familie 4 Havo/Mms 4 Scholier/ Student 4 Huisgenoten 5 Vwo/Hbs 5 Gepensioneerd 5 Mbo 6 Huisvrouw/man 6 Hbo 7 Arbeidsongeschikt 7 (omcirkel) Universiteit 8 Anders 8 (vul in: ) (omcirkel) (omcirkel) (omcirkel) Persoon 1 M / V jaar 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Persoon 2 M / V jaar 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Persoon 3 M / V jaar 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Persoon 4 M / V jaar 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Persoon 5 M / V jaar 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Persoon 6 M / V jaar 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Persoon 7 M / V jaar 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 Persoon 8 M / V jaar 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 8

MET WELKE SOCIALE GROEP VOELT U ZICH HET MEEST VERBONDEN? A01. We maken allemaal deel uit van verschillende groepen. Voor de manier waarop we tegen onszelf aankijken, zijn sommige groepen belangrijker dan andere. Als U zichzelf zou moeten beschrijven, wat is dan voor U persoonlijk het belangrijkst? En welke is de op één na belangrijkste? En welke de op twee na belangrijkste? (1 kruisje per kolom a.u.b.) Het belangrijkste Op één na belangrijkst Op twee na belangrijkst Uw huidige/vroegere beroepsgroep (of uw status als huisvrouw/huisman) 1 1 1 Uw etnische achtergrond (Nederlands, Turks, Marokkaans, Surinaams, etc.) 2 2 2 Uw geslacht (man of vrouw) 3 3 3 Uw generatie (jongeren, middelbare leeftijd, senior) 4 4 4 Uw godsdienst of kerkgenootschap (of dat U s gelooft) 5 5 5 De politieke partij of politieke gezindheid van Uw voorkeur 6 6 6 Uw nationaliteit 7 7 7 Uw familiestatus (d.w.z. zoon/dochter, moeder/vader, grootvader/grootmoeder, echtgenoot/echtgenote, weduwe/weduwnaar, ongehuwd zijn en dergelijke) 8 8 8 Uw sociale klasse (hogere klasse, middenklasse, lagere klasse en dergelijke) 9 9 9 Het deel van Nederland waarin U woont 10 10 10 A02. In welke mate voelt U zich verbonden met (één kruisje per regel) Erg hecht Hecht Niet erg hecht Helemaal hecht a. Uw woonplaats 1 2 3 4 8 b. Uw provincie 1 2 3 4 8 c. Nederland 1 2 3 4 8 d. Europa 1 2 3 4 8 9

A03. Sommige mensen zeggen dat de volgende zaken belangrijk zijn om echte Nederlander te zijn. Anderen zeggen dat ze belangrijk zijn. Hoe belangrijk vindt U elk van de volgende zaken om echt Nederlander te zijn? Erg belangrijk Tamelijk belangrijk Niet zo belangrijk Helemaal belangrijk a. Men moet geboren zijn in Nederland 1 2 3 4 8 b. Men moet de Nederlandse nationaliteit hebben 1 2 3 4 8 c. Men moet het grootste deel van zijn leven in Nederland wonen 1 2 3 4 8 d. Men moet Nederlands kunnen spreken 1 2 3 4 8 e. Men moet Christen zijn 1 2 3 4 8 f. Men moet het Nederlandse politieke systeem en zijn wetgeving respecteren 1 2 3 4 8 g. Men moet zich Nederlander voelen 1 2 3 4 8 h. Men moet Nederlandse voorouders hebben 1 2 3 4 8 A04. In hoeverre bent U het of on met de volgende uitspraken? Niet, on on on a. Ik wil liever een Nederlander zijn dan bij enig ander volk in de wereld horen b. Er spelen vandaag de dag dingen in Nederland die maken dat ik mij schaam voor Nederland. c. Het zou een betere wereld zijn wanneer mensen uit andere landen r zoals de Nederlanders waren d. Over het algen gesproken is Nederland een beter land dan de ste andere landen e. Men zou het eigen land moeten steunen ook als het ongelijk heeft f. Als Nederland het goed doet in de internationale sport ben ik er trots op Nederlander te zijn g. Ik ben vaak minder trots op Nederland dan ik zou willen 10

A05. Hoe trots bent U op Nederland in ieder van de volgende zaken? (Aub. één kruisje per regel). Erg trots Een beetje trots Niet erg trots Helemaal trots a. De manier waarop zijn democratie werkt 1 2 3 4 8 b. Zijn politieke invloed in de wereld 1 2 3 4 8 c. De Nederlandse economische prestaties 1 2 3 4 8 d. Zijn systeem van sociale zekerheid 1 2 3 4 8 e. Zijn wetenschappelijke en technologische prestaties 1 2 3 4 8 f. Zijn prestaties in de sport 1 2 3 4 8 g. Zijn prestaties in kunst en literatuur 1 2 3 4 8 h. De Nederlandse krijgsmacht 1 2 3 4 8 i. Zijn geschiedenis 1 2 3 4 8 j. Zijn eerlijke en gelijkwaardige behandeling van alle groepen in de samenleving 1 2 3 4 8 NEDERLAND EN ANDERE LANDEN Nu een aantal vragen over de betrekkingen tussen Nederland en andere landen. A06. In hoeverre bent U het of on met de volgende uitspraken? (Aub. één kruisje per regel). Niet on on on a. Nederland zou de invoer van buitenlandse producten moeten beperken om de binnenlandse economie te beschermen b. Voor bepaalde problemen, zoals milieuvervuiling, zouden internationale instanties het recht moeten hebben om oplossingen af te dwingen c. Nederland zou haar eigen belangen moeten volgen, zelfs als dit zou leiden tot conflicten met andere landen 11

Niet on on on d. Buitenlanders zou moeten worden toegestaan grond in Nederland te kopen e. De Nederlandse televisie zou de voorkeur moeten geven aan Nederlandse films en programma s A07. In hoeverre bent U het of on met de volgende uitspraken? a. Grote internationale ondernemingen richten r en r schade aan bij locale Nederlandse bedrijven Niet on on on b. Vrije handel leidt ertoe dat er betere producten beschikbaar zijn in Nederland c. Over het algen zou Nederland de besluiten van de internationale organisaties waartoe het behoort, moeten opvolgen, ook al is onze regering het er d. Internationale organisaties nemen teveel macht weg bij de Nederlandse overheid e. De toegenomen blootstelling aan buitenlandse films, muziek en boeken is schadelijk voor onze nationale en locale cultuur f. Een voordeel van het Internet is dat het informatie voor steeds r mensen in de wereld beschikbaar maakt 12

ETNISCHE MINDERHEDEN IN NEDERLAND Nu zouden we U graag een paar vragen willen stellen over minderheden die in Nederland wonen. A08. In hoeverre bent U het of on met de volgende uitspraken? (Aub. één kruisje per regel) Noch, noch on on on a. Mensen die de Nederlandse gewoonten en tradities delen, kunnen geen volledig Nederlander worden b. Etnische minderheden zouden hulp moeten krijgen van de regering om hun gewoonten en tradities in stand te houden A09. Sommige mensen zeggen dat het beter voor een land is als verschillende etnische groepen aan hun eigen gewoonten en tradities vasthouden. Anderen zeggen dat het beter is wanneer deze groepen zich aanpassen en opgaan in de grotere samenleving. Welke van deze uitspraken komt het dichtst bij de Uw mening? Het is beter voor de samenleving wanneer etnische groepen aan hun eigen gewoonten en tradities vasthouden 1 Het is beter wanneer etnische groepen zich aanpassen en opgaan in de grotere samenleving 2 8 A10. Er zijn verschillende meningen over immigranten uit andere landen die in Nederland wonen (Met immigranten bedoelen wij mensen die naar Nederland gekomen zijn om zich hier blijvend te vestigen). In hoeverre bent U het of on met de volgende uitspraken? (Aub. één kruisje per regel). Niet, on on on a. Immigranten verhogen de criminaliteit b. Immigranten zijn in het algen goed voor de Nederlandse economie c. Immigranten nemen banen weg van mensen die in Nederland geboren zijn d. Immigranten verrijken Nederland met nieuwe ideeën en culturen e. De regering geeft teveel geld uit aan hulp voor immigranten 13

A11. nt U dat het aantal immigranten in Nederland vandaag de dag... moet worden verhoogd 1 Een beetje moet worden verhoogd 2 Hetzelfde moet blijven zoals het nu is 3 Een beetje moet worden verminderd 4 moet worden verminderd 5 8 UW NATIONALITEIT A12. Wat is Uw nationaliteit Nederlands 1 Anders 2 A13. Wat was de nationaliteit van Uw ouders toen U werd geboren? Mijn beide ouders hadden de Nederlandse nationaliteit 1 Alleen mijn vader had de Nederlandse nationaliteit 2 Alleen mijn moeder had de Nederlandse nationaliteit 3 Geen van mijn beide ouders had de Nederlandse nationaliteit 4 A14. Tot welke etnische groep rekent u zich? Nederlanders 1 Antillianen / Arubanen 2 Marokkanen 3 Surinamers 4 Turken 5 Anders, namelijk 8 14

A19. Hoe hecht voelt U zich verbonden met Uw etnische groep? Heel erg hecht 1 Hecht 2 Niet zo hecht 3 Helemaal hecht 4 8 A15. In hoeverre bent U het of on met de volgende uitspraken? (Aub, één kruisje per regel) Niet on on on a. Kinderen die geboren zijn in Nederland, maar van wie de ouders de Nederlandse nationaliteit hebben, moeten de Nederlandse nationaliteit kunnen krijgen b. Kinderen die in het buitenland geboren zijn, moeten de Nederlandse nationaliteit kunnen krijgen als ten minste één van beide ouders de Nederlandse nationaliteit heeft c. Legale immigranten in Nederland zouden dezelfde rechten moeten krijgen als Nederlanders, ook al hebben ze de Nederlandse nationaliteit d. Nederland zou strengere maatregelen moeten nemen om illegale immigranten te weren A16. Hoe trots bent U erop Nederlander te zijn? Erg trots 1 Een beetje trots 2 Niet erg trots 3 Helemaal trots 4 Ik ben geen Nederlander 5 8 15

A17. Welke taal spreekt U thuis het st? (Slechts één antwoord mogelijk!) Thuis spreek ik het st Nederlands 1 Anders, namelijk 2 NEDERLAND EN DE EUROPESE UNIE A20. Hoeveel heeft U gehoord of gelezen over de Europese Unie? Veel 1 Tamelijk veel 2 Niet veel 3 Helemaal s 4 A21. In het algen gesproken, zou U zeggen dat Nederland wel of geen voordeel heeft van het lidmaatschap van de Europese Unie? Zeer veel voordeel 1 Veel voordeel 2 Enig voordeel 3 Heel weinig voordeel 4 Helemaal geen voordeel 5 8 Ik heb geen idee wat de Europese Unie is 9 A22. In hoeverre bent U het of on met de volgende uitspraak? (Aub. één kruisje ) Niet on on on Nederland moet de besluiten van het Europese Unie opvolgen, ook al zijn we het er 16

A23. Vindt U (in het algen gesproken) dat de Europese Unie r of minder macht zou moeten hebben dan de nationale regeringen van de lidstaten? Veel r macht dan de nationale regeringen 1 r macht dan de nationale regeringen 2 Evenveel macht als de nationale regeringen 3 Minder macht dan de nationale regeringen 4 Veel minder macht dan de nationale regeringen 5 8 A24. Als er vandaag een referendum zou zijn om te beslissen of Nederland wel of geen lid zou moeten zijn van de Europese Unie, zou U dan voor of tegen zijn? Voor lidmaatschap 1 Tegen lidmaatschap 2 8 BURGERSCHAP Er zijn veel verschillende opvattingen over wat belangrijk is om een goed burger van je land te zijn en wat. Kunt U op een schaal van 1 tot 7 aangeven wat volgens U hiervoor belangrijk is? Helemaal belangrijk Heel erg belangrijk B01. Altijd gaan stemmen bij verkiezingen 1 2 3 4 5 6 7 8 B02. Nooit proberen belastingen te ontduiken 1 2 3 4 5 6 7 8 B03. Altijd de wetten en regels van je land opvolgen 1 2 3 4 5 6 7 8 B04. Goed in de gaten houden wat de overheid doet 1 2 3 4 5 6 7 8 B05. Actief zijn in sociale of politieke organisaties 1 2 3 4 5 6 7 8 B06. Proberen mensen met een andere meningen te begrijpen 1 2 3 4 5 6 7 8 B07. Producten kopen vanwege politieke, morele of milieuoverwegingen, ook al kost dat wat r 1 2 3 4 5 6 7 8 B08. Mensen in Nederland die het minder hebben te helpen 1 2 3 4 5 6 7 8 B09. Mensen helpen die het in de rest van de wereld minder hebben 1 2 3 4 5 6 7 8 B10. Bereid zijn in het leger te gaan wanneer dit nodig is 1 2 3 4 5 6 7 8 17

BURGERRECHTEN Er zijn verschillende groepen in de samenleving met andere opvattingen dan de rderheid. B11. Moet aan religieuze extremisten worden toegestaan openbare bijeenkomsten te houden? Moet zeker worden toegestaan 1 Moet misschien worden toegestaan 2 Moet misschien worden toegestaan 3 Moet zeker worden toegestaan 4 8 B12. Moet aan mensen die de regering met geweld willen omverwerpen, worden toegestaan om openbare bijeenkomsten te houden? Moet zeker worden toegestaan 1 Moet misschien worden toegestaan 2 Moet misschien worden toegestaan 3 Moet zeker worden toegestaan 4 8 B13. Moet aan mensen met raciale of etnische vooroordelen worden toegestaan om openbare bijeenkomsten te houden? Moet zeker worden toegestaan 1 Moet misschien worden toegestaan 2 Moet misschien worden toegestaan 3 Moet zeker worden toegestaan 4 8 18

POLITIEKE EN SOCIALE ACTIES De volgende vragen gaan over politieke en sociale acties waaraan mensen kunnen deelnemen. Heeft U afgelopen jaar of langer geleden aan dit soort acties deelgenomen, heeft U nog nooit aan dit soort acties deelgenomen en zult U dit ook nooit doen? Heb ik afgelopen jaar gedaan Heb ik langer geleden gedaan, Nooit gedaan, zou ik wel willen doen Nooit gedaan en zal ik ook nooit doen B14. gedaan aan een handtekeningenactie 1 2 3 4 8 B15. Bepaalde producten geboycot of gekocht vanwege politieke, morele of milieuoverwegingen 1 2 3 4 8 B16. Deelgenomen aan een demonstratie 1 2 3 4 8 B17. Een politieke bijeenkomst bijgewoond 1 2 3 4 8 B18. Contact opgenomen (of een poging hiertoe gedaan) met een politicus of ambtenaar om hem/haar je mening duidelijk te maken 1 2 3 4 8 B19. Geld gegeven of opgehaald voor een politiek of sociaal doel 1 2 3 4 8 B20. Contact gehad met de media 1 2 3 4 8 B21. Op internet deelgenomen aan een politieke forum of discussiegroep 1 2 3 4 8 Mensen behoren tot heel verschillende soorten groepen en verbanden. Kunt U aangeven of U: Behoort tot deze groep en actief deelneemt Behoort tot deze groep, maar actief deelneemt Vroeger behoorde tot deze groep, maar nu r Nooit tot deze groep heeft behoort... Actief lid Lid, maar actief Vroeger lid van geweest Nooit bij gehoord B22. Een politieke partij 1 2 3 4 8 B23. Een vakbond of beroepsorganisatie 1 2 3 4 8 B24. Een kerk of religieuze groepering 1 2 3 4 8 B25. Een sport-, vrijetijds- of culturele vereniging 1 2 3 4 8 B26. Een vrijwilligersorganisatie 1 2 3 4 8 19

POLITIEKE RECHTEN Er zijn veel verschillende opvattingen over politieke rechten in een democratisch land. Kunt U op een schaal van 1 tot 7 aangeven wat volgens U hiervoor belangrijk is? Helemaal belangrijk Heel erg belangrijk B27. Dat alle burgers een fatsoenlijke levensstandaard hebben 1 2 3 4 5 6 7 8 B28. Dat de overheid de rechten van minderheden respecteert en beschermt 1 2 3 4 5 6 7 8 B29. Dat de overheid iedereen gelijk behandelt ongeacht rang of stand 1 2 3 4 5 6 7 8 B30. Dat politici rekening houden met de meningen van de burgers voordat ze besluiten nemen 1 2 3 4 5 6 7 8 B31. Dat mensen gelegenheid hebben om deel uit te maken van openbare besluitvorming 1 2 3 4 5 6 7 8 B32. Dat burgers mogen overgaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid als ze het zijn met de overheid 1 2 3 4 5 6 7 8 In hoeverre bent U het of on met de volgende uitspraken? Niet, on Niet B33. Mensen zoals ik hebben niks te zeggen over wat de regering doet B34. Ik geloof dat het de regering uitmaakt wat mensen zoals ik denken B35. Ik vind dat ik behoorlijk goed begrijp wat de belangrijke politieke vragen in Nederland zijn B36. Ik denk dat de ste mensen in Nederland beter geïnforrd zijn over de politiek en regering dan ik 20

UW BELANGSTELLING VOOR POLITIEK Stel: er wordt een wetsvoorstel in de Tweede Kamer besproken dat U onrechtvaardig of schadelijk vindt. B37. Als dit gebeurt: Hoe waarschijnlijk is het dat U (alleen of samen met anderen) zou proberen actie te ondernemen? Zeer waarschijnlijk 1 Redelijk waarschijnlijk 2 Niet erg waarschijnlijk 3 Totaal onwaarschijnlijk 4 8 B38. En als u actie onderneemt: Hoe waarschijnlijk is het dat de Tweede Kamer serieuze aandacht zou hebben voor Uw eisen? Zeer waarschijnlijk 1 Redelijk waarschijnlijk 2 Niet erg waarschijnlijk 3 Totaal onwaarschijnlijk 4 8 B39. Hoeveel belangstelling heeft U persoonlijk voor de politiek? Heel veel belangstelling 1 Nogal wat belangstelling 2 Niet erg veel belangstelling 3 Helemaal geen belangstelling 4 8 In hoeverre bent U het of on met de volgende uitspraken? Niet on Niet B40. stal kun je erop vertrouwen dat de mensen in de regering doen wat goed is B41. De ste politici zitten alleen in de politiek vanwege hun persoonlijke voordeel 21

B42. Hoe vaak denkt U dat mensen erop uit zijn van U te profiteren als ze daartoe de kans krijgen, en hoe vaak denkt U dat ze U juist eerlijk proberen te behandelen? Ze proberen bijna altijd van me te profiteren 1 Ze proberen stal van me te profiteren 2 Ze proberen me stal eerlijk te behandelen 3 Ze proberen me vrijwel altijd eerlijk te behandelen 4 8 B43. Vindt U dat over het algen gesproken andere mensen vertrouwd kunnen worden of kun je juist voorzichtig genoeg zijn met anderen? Je kunt mensen bijna altijd vertrouwen 1 Je kunt mensen stal wel vertrouwen 2 Je moet stal op je hoede zijn met anderen 3 Je moet altijd op je hoede zijn met anderen 4 8 B44. Als U praat met vrienden, bekenden, familie of collega s, hoe vaak bespreekt U dan politieke zaken? Vaak 1 Soms 2 Zelden 3 Nooit 4 8 B45. Als U een sterke mening hebt over politieke zaken, hoe vaak probeert U vrienden, bekenden, familie of collega s dan te overtuigen van Uw mening? Vaak 1 Soms 2 Zelden 3 Nooit 4 8 22

INTERNATIONALE POLITIEKE ORGANISATIES B46. Welke opvatting over de Verenigde Naties [VN] komt het dichtst bij Uw eigen mening? (Aub. maar één kruisje zetten) De VN hebben te veel macht 1 De VN hebben de macht die ze moeten hebben 2 De VN hebben te weinig macht 3 Ik heb geen idee wat de VN is 4 8 B47. Welke van de volgende twee uitspraken komt het dichtst bij U eigen opvatting? In internationale organisaties moeten de besluiten worden overgelaten aan de vertegenwoordigers van de nationale regeringen 1 In internationale organisaties moeten maatschappelijke organisaties direct bij het besluitvormingsproces betrokken worden 2 8 B48. Welke van de volgende twee uitspraken komt het dichtst bij Uw eigen opvatting? Als een land op ernstige wijze de mensenrechten schendt, moeten de VN ingrijpen 1 Ook al worden in een land de mensenrechten op ernstige wijze geschonden, moet de nationale onafhankelijkheid toch gerespecteerd worden en mogen de VN ingrijpen 2 Ik weet wat de VN is 3 8 DE NEDERLANDSE POLITIEK Wat betreft de Nederlandse politiek: in hoeverre bent U het of on met de volgende uitspraken? Niet on Niet B49. De politieke partijen moedigen de mensen aan om politiek actief te worden B50. De politieke partijen bieden de kiezers geen echte politieke keuzes B51. Referenda zijn een goede manier om belangrijke politieke kwesties te beslissen 23

B52. Als U denkt aan de laatste landelijke verkiezing in Nederland (in 2002), hoe eerlijk is volgens U toen de telling en de bekendmaking van de uitslag geweest? Zeer eerlijk 1 Redelijk eerlijk 2 Niet eerlijk en oneerlijk 3 Een beetje oneerlijk 4 Heel erg oneerlijk 5 8 B53. Als U zich de laatste landelijke verkiezing in Nederland voor de geest haalt, hoe eerlijk waren volgens U de kansen voor alle kandidaten en partijen om campagne te voeren? Zeer eerlijk 1 Redelijk eerlijk 2 Niet eerlijk en oneerlijk 3 Een beetje oneerlijk 4 Heel erg oneerlijk 5 8 B54. Als U denkt aan de overheidsdiensten in Nederland, hoe toegewijd zijn die om de mensen te helpen? Zeer toegewijd 1 Redelijk toegewijd 2 Niet erg toegewijd 3 Helemaal toegewijd 4 8 B55. Wanneer overheidsdiensten in Nederland een ernstige fout begaan, hoe waarschijnlijk is het volgens U dat ze die fout zullen herstellen? Zeer waarschijnlijk 1 Redelijk waarschijnlijk 2 Niet erg waarschijnlijk 3 Totaal onwaarschijnlijk 4 8 24

B56. Denkt U dat corruptie (omkoopbaarheid) veel voorkomt bij overheidsdiensten in Nederland? Bijna niemand bij de overheid is omkoopbaar 1 Een klein aantal ambtenaren is omkoopbaar 2 Een behoorlijk aantal overheidsdienaren is omkoopbaar 3 Heel veel overheidsdienaren zijn omkoopbaar 4 Bijna alle overheidsdienaren zijn omkoopbaar 5 8 Kunt U op een schaal van 1 tot 10 aangeven hoe goed volgens U de democratie in Nederland werkt? Heel erg slecht Heel erg goed B57. Hoe goed werkt de democratie in Nederland? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 98 B58. Hoe goed werkte de democratie in Nederland 10 jaar geleden? B59. Hoe goed zal de democratie in Nederland over 10 jaar werken? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 98 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 98 B60. Welke van de volgende twee uitspraken over het politieke systeem in Nederland komt het dichtst bij Uw eigen opvatting? Onder geen enkele voorwaarde mogen democratische rechten door de regering worden ingeperkt 1 Als de regering denkt dat het beter is, mogen iemands democratische rechten worden ingeperkt 2 8 Hoe vaak doet U, over het algen genomen, het volgende? Elke dag 3-4 dagen per week 1-2 dagen per week Minder dan 1-2 dagen per week B61. Lezen over politiek in de krant 1 2 3 4 8 B62. Kijken naar politiek nieuws op televisie 1 2 3 4 8 B63. Luisteren naar politiek nieuws op de radio 1 2 3 4 8 B64. Je via Internet informeren over politiek nieuws 1 2 3 4 8 25

De volgende vragen gaan over Uw relaties met andere mensen. Kunt U op een schaal van 1 tot 7 aangeven wat U daarbij belangrijk of onbelangrijk vindt? B65. Wanneer U mensen voor het eerst ontmoet, hoe belangrijk is het dan om te laten merken dat U ze respecteert? B66. Als U mensen ontmoet met wie U het helemaal bent, hoe belangrijk vindt U het dan te laten merken dat U ze tolereert? Heel erg onbelangrijk Heel erg belangrijk 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6 7 8 ARBEIDSSITUATIE De volgende vragen gaan over Uw situatie op de arbeidsmarkt. Z09. Wat is momenteel Uw belangrijkste bezigheid? En die van Uw partner (indien van toepassing)? Uzelf: Uw partner: Full-time werk 1 1 Part-time betaald werk (12-32 uur) 2 2 Minder dan part-time betaald werk (minder dan 12 uur) 3 3 werkend gezinslid 4 4 Werkloos 5 5 Scholier/ Student 6 6 Gepensioneerd 7 7 Huisvrouw/ man 8 8 Arbeidsongeschikt 9 9 Anders, namelijk Niet van toepassing 0 26

UW HUIDIGE / LAATSTE BEROEP Als U op dit moment werkt, wilt U de volgende vragen dan beantwoorden voor Uw laatst uitgeoefende beroep? Indien U nog nooit een baan heeft gehad, kunt U doorgaan naar vraag Z19. op pagina 24. Z10. In welke organisatie werkt U momenteel / werkte U in Uw laatste baan? Overheid 1 Semi-overheid 2 Particulier bedrijf 3 Werkzaam voor eigen rekening (eigen bedrijf) 4 Z11. Wat voor soort beroep heeft / had U? Hoger intellectueel of vrij beroep (b.v. Architect, arts, wetenschappelijk medewerker, docent vwo-hbo, ingenieur) 1 Hoger leidinggevend beroep (b.v. Manager, directeur, eigenaar groot bedrijf, leidinggevende ambtenaar) 2 Middelbaar intellectueel of vrij beroep (b.v. leerkracht, kunstenaar, verpleegkundige, sociaal werker, beleidsfunctionaris) 3 Middelbaar leidinggevend of commercieel beroep (b.v. hoofdvertegenwoordiger, afdelingsmanager, winkelier) 4 Overige hoofdarbeid (b.v. administratief medewerker, boekhouder, verkoper, gezinsverzorgster) 5 Geschoolde leidinggevende handarbeid (b.v. automonteur, ploegbaas, elektricien) 6 Semi-geschoolde handarbeid (b.v. chauffeur, fabrieksarbeider, timmerman, bakker) 7 Ongeschoolde en geoefende handarbeid (b.v. schoonmaker, inpakker) 8 Agrarisch beroep (b.v. landarbeider, zelfstandig agrariër) 9 Z12a. Wat is / was precies Uw huidige / laatste functie? Z12b. In welk jaar bent U in deze functie begonnen? Z12c. Indien U momenteel werkt: In welk jaar bent U gestopt met werken? 19 20 19 20 Z13. Hoeveel uur per week werkt / werkte U? uur Z14a. Geeft / gaf U leiding aan anderen in Uw huidige of laatste beroep? Zo ja, hoeveel Nee 0 mensen werken / werkten direct onder Uw leiding? Ja, aantal ondergeschikten 27

UW EERSTE BAAN Z15. Heeft U daarvoor nog een baan gehad, of was dit Uw eerste baan? Daarvoor heb ik nog een andere baan gehad 1 Dit was mijn eerste baan VRAAG Z19. pagina 24 2 Z16. In welk type organisatie werkte U in Uw eerste baan (De eerste baan nadat U van school afkwam) Overheid 1 Semi-overheid 2 Particulier bedrijf 3 Werkzaam voor eigen rekening (eigen bedrijf) 4 Z17. Wat voor soort beroep had U toen? Hoger intellectueel of vrij beroep (b.v. architect, arts, wetenschappelijk medewerker, docent vwo-hbo, ingenieur) 1 Hoger leidinggevend beroep (b.v. manager, directeur, eigenaar groot bedrijf, leidinggevende ambtenaar) 2 Middelbaar intellectueel of vrij beroep (b.v. leerkracht, kunstenaar, verpleegkundige, sociaal werker, beleidsfunctionaris) 3 Middelbaar leidinggevend of commercieel beroep (b.v. hoofdvertegenwoordiger, afdelingsmanager, winkelier) 4 Overige hoofdarbeid (b.v. administratief medewerker, boekhouder, verkoper, gezinsverzorgster) 5 Geschoolde leidinggevende handarbeid (b.v. automonteur, ploegbaas, elektricien) 6 Semi-geschoolde handarbeid (b.v. chauffeur, fabrieksarbeider, timmerman, bakker) 7 Ongeschoolde en geoefende handarbeid (b.v. schoonmaker, inpakker) 8 Agrarisch beroep (b.v. landarbeider, zelfstandig agrariër) 9 Z18a. Wat was precies Uw eerste functie? Z18b. In welk jaar bent U met deze functie begonnen? 19 20 Z18c. Gaf U leiding aan anderen in Uw eerste Nee 0 beroep? Zo ja, hoeveel mensen werkten er toen direct onder Uw leiding? Ja, aantal ondergeschikten 28

HET HUIDIG / LAATSTE BEROEP VAN UW PARTNER We willen u ook nog wat vragen stellen over het huidige of laatste beroep van uw partner. Indien U geen partner heeft of heeft gehad (met wie U getrouwd bent (geweest) of (heeft) samengewoond) of indien Uw partner nooit een baan heeft gehad. GA DAN DOOR NAAR DE VOLGENDE PAGINA. Z19. In welk type organisatie werk(te) uw partner? Overheid 1 Semi-overheid 2 Particulier bedrijf 3 Werkzaam voor eigen rekening (eigen bedrijf) 4 Z20. Wat voor soort beroep heeft (had) uw partner? Hoger intellectueel of vrij beroep (b.v. Architect, arts, wetenschappelijk medewerker, docent vwohbo, ingenieur) 1 Hoger leidinggevend beroep (b.v. Manager, directeur, eigenaar groot bedrijf, leidinggevende ambtenaar) 2 Middelbaar intellectueel of vrij beroep (b.v. leerkracht, kunstenaar, verpleegkundige, sociaal werker, beleidsfunctionaris) 3 Middelbaar leidinggevend of commercieel beroep (b.v. hoofdvertegenwoordiger, afdelingsmanager, winkelier) 4 Overige hoofdarbeid (b.v. administratief medewerker, boekhouder, verkoper, gezinsverzorgster) 5 Geschoolde leidinggevende handarbeid (b.v. automonteur, ploegbaas, elektricien) 6 Semi-geschoolde handarbeid (b.v. chauffeur, fabrieksarbeider, timmerman, bakker) 7 Ongeschoolde en geoefende handarbeid (b.v. schoonmaker, inpakker) 8 Agrarisch beroep (b.v. landarbeider, zelfstandig agrariër) 9 Z21. Wat is (was) precies Uw partners functie? Z22. Hoeveel uur per week is (was) uw partner aangesteld? uur Z23. Geeft (Gaf) Uw partner leiding aan anderen in zijn/ haar beroep? Zo ja, hoeveel Nee 1 mensen werk(t)en er direct onder Uw partners leiding? Ja, aantal ondergeschikten 29

INKOMEN De volgende vragen hebben betrekking op inkomens. We willen nog benadrukken dat dit onderzoek strikt vertrouwelijk is. Niemand komt verder te weten wat U op dit formulier invult. Voor ons onderzoek is het echter van groot belang dat U de onderstaande vragen beantwoordt. Z24. Wat voor soort inkomen ontving Uw huishouden? Beantwoord U deze vraag a.u.b. zowel voor Uzelf als voor Uw partner en overige gezinsleden (indien van toepassing) Uzelf Uw partner Overige gezinsleden Ja Nee Ja Nee Ja Nee a. Een inkomen uit loondienst (loon, salaris)? 1 1 1 1 1 1 b. Een (bedrijfs)pensioen, lijfrente, VUT, AOW? 2 2 2 2 2 2 c. Een uitkering werkloosheid, wachtgeld, WAO, bijstand)? 3 3 3 3 3 3 d. Inkomen uit eigen bedrijf 4 4 4 4 4 4 d. Andere inkomstenbron, nl. 5 e. Andere inkomstenbron, nl 5 f. Andere inkomstenbron, nl 4 Z25. Wat is het gemiddelde netto MAANDinkomen van U en (voor zover van toepassing) van Uw partner en overige gezinsleden? (netto betekent wat uw huishouden gemiddeld maandelijks schoon in handen krijgt, dat wil zeggen na aftrek van de loon-en inkomstenbelasting, premies voor sociale verzekeringen en pensioenpremies) Overige Uzelf Uw partner gezinsleden 0-250 euro 1 1 1 250-500 euro 2 2 2 500-750 euro 3 3 3 750-1000 euro 4 4 4 1000-1500 euro 5 5 5 1500-2000 euro 6 6 6 2000-2500 euro 7 7 7 2500-3000 euro 8 8 8 3000-4000 euro 9 9 9 4000-6000 euro 10 10 10 6000-10000 euro 11 11 11 r dan 10000 euro 12 12 12 Niet van toepassing 88 88 30

UW VADER EN MOEDER Nu willen we U nog enkele vragen stellen over Uw ouders. Z26. Wat is de hoogst voltooide opleiding van Uw vader en van Uw moeder? Uw vader: Uw moeder: Basisonderwijs 1 1 Lbo / Huishoudschool / Lhno / Lts / Vbo 2 2 Mavo/ Ulo / Mulo 3 3 Havo/ Mms 4 4 Vwo/ Hbs / Atheneum / Gymnasium 5 5 Mbo 6 6 Hbo 7 7 Universiteit 8 8 Z27. Wat was de belangrijkste bezigheid van Uw vader als Uw moeder toen U 16 jaar oud was? Uw vader: Uw moeder: Full-time werk (r dan 32 uur) 1 1 (Indien rdere van toepassing, geef ALLEEN de belangrijkste) Part-time betaald werk (12-32 uur) 2 2 Minder dan part-time betaald werk (minder dan 12 uur) 3 3 werkend gezinslid 4 4 Werkloos 6 6 Gepensioneerd 7 7 Huisvrouw/ man 8 8 Arbeidsongeschikt 9 9 Anders, namelijk Z28. Als Uw moeder werkte toen U 16 jaar oud was, heeft Uw moeder daarvoor wel gewerkt? Zo ja, wanneer is zij er gestopt? Mijn moeder werkte toen ik 16 was 1 Nee, mijn moeder heeft nooit betaald werk gehad 2 Mijn moeder is gestopt met werken voordat ze trouwde 3 Mijn moeder is gestopt met werken nadat ze trouwde, maar voordat haar eerste kind geboren werd 4 Mijn moeder is gestopt met werken nadat haar eerste kind geboren werd 5 31

We vragen U naar de baan van Uw vader en Uw moeder TOEN UZELF 16 JAAR OUD was. Als zij gestopt waren met werken of overleden waren, beantwoordt U de vragen dan voor hun laatste baan voordat Uzelf 16 jaar was. Z29. In welk type organisatie werkten Uw vader en moeder toen U 16 jaar oud was (of daarvoor)? Uw vader: Uw moeder: Overheid 1 1 Semi-overheid 2 2 Particulier bedrijf 3 3 Werkzaam voor eigen rekening (eigen bedrijf) 4 4 Z30. Wat voor soort beroep hadden Uw vader en moeder toen U 16 jaar oud was (of daarvoor)? Uw vader: Uw moeder: Hoger intellectueel of vrij beroep (b.v. Architect, arts, wetenschappelijk medewerker, docent vwo-hbo, ingenieur) 1 1 Hoger leidinggevend beroep (b.v. Manager, directeur, eigenaar groot bedrijf, leidinggevende ambtenaar) 2 2 Middelbaar intellectueel of vrij beroep (b.v. leerkracht, kunstenaar, verpleegkundige, sociaal-werker, beleidsfunctionaris) 3 3 Middelbaar leidinggevend of commercieel beroep (b.v. hoofdvertegenwoordiger, afdelingsmanager, winkelier) 4 4 Overige hoofdarbeid (b.v. administratief medewerker, boekhouder, verkoper, gezinsverzorgster) 5 5 Geschoolde leidinggevende handarbeid (b.v. automonteur, ploegbaas, elektricien) 6 6 Semi-geschoolde handarbeid (b.v. chauffeur, fabrieksarbeider, timmerman, bakker) 7 7 Ongeschoolde en geoefende handarbeid (b.v. schoonmaker, inpakker) 8 8 Agrarisch beroep (b.v. landarbeider, zelfstandig agrariër) 9 9 Z32. Wat was precies Uw vaders functie? En Uw moeders functie? Uw vaders functie: Uw moeders functie: Z32. Gaven Uw ouders leiding aan anderen in hun beroep? Zo ja, hoeveel mensen werkten er Uw vader: Uw moeder: Nee 0 0 toen direct onder hun leiding? Ja, aantal ondergeschikten 32

MEDIA Z33. Welke krant of welke kranten leest U dagelijks of vrijwel dagelijks? (Indien rdere van toepassing, geef ALLEEN de belangrijkste) Ik lees geen dagbladen 1 De Volkskrant 2 Trouw 3 Het Parool 4 De Telegraaf 5 Algen Dagblad 6 NRC Handelsblad 7 Een regionaal dagblad 8 Metro / Spits 9 Anders, nl. 10 Z34. Bent U of is Uw gezin lid van een omroepvereniging? (Indien rdere van toepassing, geef ALLEEN de belangrijkste) Geen lid 1 AVRO 2 EO 3 KRO 4 NCRV 5 TROS 6 VARA 7 VERONICA 8 VPRO 9 33

GODSDIENSTIGE OVERTUIGING Z35. Tot welke godsdienst of levensovertuiging rekent U zich? Geen 1 Rooms-Katholiek 2 Protestant 3 Joods 4 Islam 5 Anders, nl 6 Z36. Hoe vaak hebt U GEMIDDELD in de afgelopen jaren een viering of dienst van een geloofsgemchap gemaakt? rdere keren per week 1 1x per week 2 2 of 3 keer per maand 3 1x per maand 4 Verschillende keren per jaar 5 1x per jaar 6 Minder vaak 7 Nooit 8 98 Z37. Wanneer hebt U VOOR HET LAATST een viering of dienst van een geloofsgemchap gemaakt? Ik heb nog nooit een viering of dienst bijgewoond 1 r dan 2 jaar geleden 2 1 a 2 jaar geleden 3 Een half tot 1 jaar geleden 4 Een maand tot een half jaar geleden 5 Minder dan een maand geleden 6 98 34

VERKIEZINGEN Z38. Op welke partij heeft U gestemd tijdens de Tweede-Kamerverkiezingen van 2002? CDA 1 PvdA 2 VVD 3 D66 4 Groen Links 5 SGP 6 Christen Unie 7 LPF 8 AOV/ Unie 55+ 9 SP 10 CD/ CP 86 11 Anders, nl. 12 Niet gestemd 13 Z39. Als er vandaag verkiezingen zouden zijn voor een nieuwe Tweede Kamer, zou U dan gaan stemmen? En zo ja, op welke partij? CDA 1 PvdA 2 VVD 3 D66 4 Groen Links 5 SGP 6 Christen Unie 7 LPF 8 AOV/ Unie 55+ 9 SP 10 CD/ CP 86 11 Anders, nl. 12 Zou gaan stemmen 13 35

Z40. Beschouwt U zichzelf als links of als rechts? Zeer links Gematigd links Geen van beiden Gematigd rechts Zeer rechts Z41. Hieronder staat een afbeelding van de maatschappelijke ladder. Op welke sport vindt U dat U op dit ogenblik staat? (Omcirkel een cijfer) 10 9 BOVENAAN 8 7 6 5 4 3 2 1 ONDERAAN Z42. Bent U lid of bent U lid geweest van een vakbond? Ik ben lid van een vakbond 1 Ik was lid van een vakbond, maar nu r 2 Ik ben nooit lid geweest van een vakbond 3

TER AFSLUITING We stellen het erg op prijs dat U de vragenlijst heeft ingevuld. We weten dat het een lange vragenlijst was en dat sommige vragen misschien lastig te beantwoorden waren. Maar voor de vergelijkbaarheid met andere landen is het erg belangrijk dat ze allemaal zijn ingevuld. Hartelijk dank daarom voor het invullen van de vragenlijst! Mocht U nog vragen of opmerkingen hebben over de vragenlijst, of aanvullende informatie die U voor ons van belang acht, dan stellen we het op prijs als U dat hieronder vermeldt. HARTELIJK DANK VOOR HET INVULLEN VAN DEZE VRAGENLIJST! WIJ VRAGEN U DE VRAGENLIJST NU ZO SPOEDIG MOGELIJK IN DE PORTVRIJE ENVELOP AAN ONS OP TE STUREN (EEN POSTZEGEL IS NIET NODIG) Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit Sociale Wetenschappen ISSP 2004, tav. Elsbeth de Groot Antwoordnummer 2941 1000 SN AMSTERDAM Tel. 020-4446715 1