INGEKOMEN VOORSTELLEN TOT WIJZIGING VAN DE KEURINGSVOORSCHRIFTEN VOOR ZAAIZADEN. No. Onderwerp pag.

Vergelijkbare documenten
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

AANWIJZING AL-01 INTERNATIONAAL VERVOER ZAAIZAAD

OMZENDBRIEF ALV/KWA/11

1.3 De betrokken vaste commissie kan voor de keuring nadere aanwijzingen vaststellen.

AANWIJZING ZG-03 KEURING EN CERTIFICERING VAN GRANEN, PEULVRUCHTEN EN FIJNE ZADEN OOGST 2018

AANWIJZING AL-01 INTERNATIONAAL VERVOER ZAAIZAAD 2015

Invoer en binnenbrengen van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw

Publicatieblad van de Europese Unie L 362/21

AANWIJZING ZZ-13 ERKENNING VAN CERTIFICERING DOOR BEDRIJVEN

AANWIJZING GV-03 CERTIFICERING VAN GROENVOEDERGEWASSEN

AANWIJZING ZG-03 KEURING EN CERTIFICERING VAN GRANEN, PEULVRUCHTEN EN FIJNE ZADEN OOGST 2014

Eisen aan het plantenpaspoort

(PB 125 van , blz. 2309)

AANWIJZING ZZ-02 VERVOER, OPSLAG EN BEMONSTERING VAN ZAAIZADEN OOGST 2014

AANWIJZING ZG-01 VELDKEURING VAN GRANEN, PEULVRUCHTEN EN FIJNE ZADEN, OOGST 2018

AANWIJZING GV-04 CERTIFICERING BIETENZAAD OOGST 2017

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Veldkeuring granen, peulvruchten en fijne zaden 2017

AANWIJZING ZG-01 VELDKEURING VAN GRANEN, PEULVRUCHTEN EN FIJNE ZADEN, OOGST 2016

granen, peulvruchten en fijne zaden

Metrologische Reglementering

AANWIJZING PA-07 NACONTROLE POOTAARDAPPELEN 2017

Regeling verhandeling teeltmateriaal

Veldkeuring granen, peulvruchten en fijne zaden 2014

OMZENDBRIEF ALV/KWA/29

INDUSTRIELE CICHOREI

Afhankelijk van het gebruiksdoel zal Naktuinbouw na uw melding een controle uitvoeren op de inzameling.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Informatiegids keuring van zaaizaden en pootgoed

Vanggewas na maïs. Verplichting Aandachtspunten. VAB Maarsbergen, 4 april Bert Knegtering

Themadag granen CGO: rassenonderzoek in nieuw perspectief. Wintertarwe-areaal 2016 in hectare. Gemiddelde tarweopbrengst ton/hectare

(Tekst geldend op: ) De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

BESCHIKKING VAN DE RAAD

Overzicht van de verschillende graansoorten en oude rassen

Uitvoeringsrichtlijn Soort-Crocus

Publicatieblad van de Europese Unie L 162/13

Reken af met duist in stappen

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

CertifiCering van pootaardappelen. Het keuringsverloop in een notendop

Protocol voor het Cultuur- en Gebruikswaarde Onderzoek van Japanse haver, Avena strigosa

Veldkeuring groenvoedergewassen 2016

Vo (EG) Nr. 1677/88, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 888/97 en Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 KOMKOMMERS

Veldkeuring. groenvoedergewassen. NAK, Postbus 1115, 8300 BC Emmeloord; tel NAK pagina 1 van 20 Veldkeuring groenvoedergewassen 2018

DE KEURING VAN POOTAARDAPPELEN

Wintergranen Resultaten, ras- en zaaiadviezen

AANWIJZING GV-01 VELDKEURING GROENVOEDERGEWASSEN OOGST 2018

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

(66/40 1/EEG) betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

A. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

LABORATORIUM VOOR ZAADONTLEDING.

Vlaanderen is landbouw & visserij CERTIFICERING VAN POOTAARDAPPELEN DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

Rassenadvies Wintertarwe Zuid-Nederland

Nieuwe regelgeving fruitgewassen per John van Ruiten, Directeur Naktuinbouw

Bloeigedrag in courgette. Wat kunnen we doen om zoveel mogelijk vruchten te oogsten?

Themadag granen CGO: rassenonderzoek in nieuw perspectief. Ton Wouda commercieel manager akkerbouw Limagrain Nederland

Informatiegids. Keuring van zaaizaden en pootgoed 2017

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

AANWIJZING ZZ-12 ERKENNING VAN MONSTERANALYSES DOOR BEDRIJVEN

Teelt van hybride wintertarwerassen. Ing. R.D. Timmer, ing. J.G.M. Paauw

SPECIMEN TRIMAXX. Groeiregulator. Voorkomt legering door snelle opname

02002L0054 NL

2009R0041 NL

Slide 1. Hybride rassen. Voor- en nadelen. Clemens van de Wiel, Jan Schaart & Bert Lotz

PROTOCOL CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE- ONDERZOEK VAN ZOMERTARWERASSEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Raad van het Fonds voor Landbouw en Visserij, gegeven op 14 februari 2018;

Wintergranen Resultaten, ras- en zaaiadviezen

AANWIJZING GV-03 CERTIFICERING VAN GROENVOEDERGEWASSEN

nederlandse algemene keuringsdienst Personeel, kwaliteit en organisatie voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen kwaliteitsbewaking

Uitvoeringsrichtlijn Hyacint

Landbouwkwaliteitswet : Landbouwkwaliteitswet; Landbouwkwaliteitsregeling : Landbouwkwaliteitsregeling 2007;

EU, WOR WORTELEN I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT

Stomp 400 SC. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer N W.22 Productgroep: herbicide Formulering:

Informatiegids keuring van zaaizaad en pootgoed. NAK, Postbus 1115, 8300 BC EMMELOORD, tel NAK pagina 1 van 34 Informatiegids 2013

Grassen. Achtergrondinformatie

Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is.

Belang maar ook bedreiging van de diversiteit aan rassen en gewassen. De noodzaak van Agrobiodiversiteit. Michel Haring Hoogleraar Plantenfysiologie

Vo (EG) Nr. 1455/99, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 2706/00; Vo (EG) Nr. 2147/02; Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 PAPRIKA'S

Versie januari 2015 DEEL 8: HANDELSNORM VOOR PAPRIKA'S

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van :

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/20/EU VAN DE COMMISSIE

Superieur in graanziektebestrijding. De juiste chemie voor de hoogste opbrengst

6.1 Nieuwe teelt Overjaarse teelt Overjaarse teelt overgenomen van een andere landbouwer (of andere inschrijver) 3

Vermeerderingen zaaizaden + Rasselectie Deventer Zwartblad (biet)

Rassenadvies. Wintertarwe Zuid-Nederland

Rassenadvies Wintertarwe Noordwest-Nederland

SUIKERBIETENZAAD : Lastenboek (Document opgesteld door de Raad van Bestuur van het KBIVB)

Infosessies nieuw GLB: Vergroening

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Bestrijding van slakken in graszaad, 2004

'l \ Regering. Ministerieel besluit tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van zaaizaden van landbouw- en groentegewassen

Slide 1. Co existentie. Naast elkaar bestaan van GG en niet-gg teelten. Clemens van de Wiel, Jan Schaart & Bert Lotz

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad

De keuring van pootaardappelen

MEDEDELING ALV/KWA/62

Voorbereiding op de implementatie van de Verordening van 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedingsinformatie aan de consumenten.

Transcriptie:

INGEKOMEN VOORSTELLEN TOT WIJZIGING VAN DE KEURINGSVOORSCHRIFTEN VOOR ZAAIZADEN 2016 No. Onderwerp pag. 1 Vermelding samenstelling mengsels op of bij de verpakking 2 2 Normen certificering spelt tarwe 4 3 Aanpassen norm belending gecertificeerd zaad grassen 5 4 Normen raszuiverheid zelf bestuivende granen 6 5 Norm zeefmaat voor fijnzadige gerst 8

Vermelding samenstelling mengsels op of bij verpakking Indiener: Plantum 1 In het voorjaar van 2016 is er contact geweest tussen Plantum en de NAK met betrekking tot mengsels van maïs die op de markt gebracht worden als gedeponeerd mengsel zonder dat de samenstelling wordt vermeld. Plantum is van mening, dat ten aanzien van het labelen van mengsels in anders dan kleine verpakkingen de richtlijn in Nederland op dit moment minder strikt wordt geïnterpreteerd dan de richtlijn voorschrijft. In de bijlage IV bij de richtlijn 66/401/EEG staat: vermelding van de benaming van het mengsel volstaat indien de koper schriftelijk in kennis wordt gesteld van de gewichtsverhouding en indien deze officieel is gedeponeerd. Er is een belangrijk verschil met de etikettering van kleinverpakkingen. Hiervoor staat in de richtlijn: de vermelding van de benaming van het mengsel zijn voldoende indien de gewichtsverhouding aan de koper op diens verzoek kan worden medegedeeld en deze officieel is gedeponeerd. In de AANWIJZING GV-03 van de NAK paragraaf 3.2 is opgenomen: Het vermelden van de samenstelling van het mengsel kan achterwege blijven als deze samenstelling bij de NAK is gedeponeerd en de door de NAK aan dit mengsel toegekende code of aanduiding op het certificaat is vermeld. Plantum stelt voor om het onderscheid voor officieel etiket enerzijds en kleine verpakkingen anderzijds te hanteren en te handhaven voor de Nederlandse markt. Dat wil zeggen dat op of bij verpakkingen van mengsels voor niet-kleinverpakking een lijst gevoegd dient te worden door de verkoper met daarop de samenstelling van het mengsel in soort en ras vermeld wordt. Bovenstaande regel zou dan uit het reglement verwijderd moeten worden. De tekst die wordt voorgesteld voor 3.2 in de AANWIJZING GV-03 is. 3.2 Vermelding en deponering mengselsamenstelling Bij mengsels moet op grond van bijlage IV van EU Richtlijn 66/401 de procentuele samenstelling per soort en ras op het certificaat, de inlegger, leverancierslabel of de verpakking worden vermeld. Het vermelden van de mengselsamenstelling kan achterwege blijven indien deze officieel is gedeponeerd. Daarnaast is het mogelijk een gedeponeerde naam van een mengsel op de verpakking weer te geven. Bij Rassenlijst- en Grasgidsmengsels is de samenstelling van de mengsels officieel gedeponeerd. Daarnaast kan een bedrijf een mengselsamenstelling bij de NAK deponeren. De NAK stelt hiervoor formulieren beschikbaar. De aanvraagprocedure is als volgt: etc. Ook bijlage II van AANWIJZING GV-03 verandert: Voetnoot 7 vervalt. Advies In het verleden is de voorwaarde van deponering van mengsels bij de NAK opgenomen in de regelgeving, omdat dit gezien kan worden als een NAK verantwoordelijkheid. Het schriftelijk informeren werd gezien als een verantwoordelijkheid van de leverancier. De koper heeft altijd de mogelijkheid om bij de NAK de samenstelling van mengsels op te vragen. In de rassenlijst Veehouderij en Grasgids zijn de mengselsamenstellingen gepubliceerd en gedeponeerd. De NAK is van mening dat de huidige interpretatie van de richtlijn verdedigbaar is, omdat de koper altijd de mengselsamenstelling kan achterhalen en de informatievoorziening hierover in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van de leverancier. Wijzigingsvoorstellen zaaizaden 2016 pagina 2 van 8

De NAK vindt een vermelding van de samenstelling op of bij de verpakking positief, hoewel de richtlijn vrijlaat op welke wijze de koper moet worden geïnformeerd. Een andere mogelijkheid is om de richtlijn strikt te volgen en op te nemen in de aanwijzing: In geval van deponering moet de koper schriftelijk worden geïnformeerd. De NAK adviseert dit op te nemen. Bij kleinverpakking van mengsels hoeft dat alleen op verzoek van de koper. Hoe dit gebeurt, hoeft niet te worden geregeld. Dit kan bijvoorbeeld op de verpakking, inleggers of op de factuur. Wijzigingsvoorstellen zaaizaden 2016 pagina 3 van 8

Normen spelt Indiener: NAK 2 Spelt (Triticum spelta L.) wordt in Europa zowel gepeld (zonder spelt kafblaadjes) als ongepeld gecertificeerd en verkocht. In tegenstelling tot gewone tarwe heeft spelt kafblaadjes, die niet loskomen van de graankorrels. Bij het dorsen breekt de halm in losse aarpakketjes waarin 2 of 3 door kaf bedekte graankorrels zitten. Voor consumptie moet spelt eerst gepeld worden, d.w.z. mechanisch ontdaan worden van de kafjes. Het zaaien van de aar pakketjes kan wel eens problemen geven (verstoppingen in zaaibuizen), maar in de praktijk kan men daarmee uit de voeten. Nadeel van het pellen is namelijk, dat dit de kiemen kan beschadigen en de gevoeligheid voor kiemschimmels toeneemt. Het analyse-onderzoek van ongepeld zaaizaad wordt uitgevoerd per samengestelde eenheid. Voor de bepaling van de zuiverheid en kiemkracht wordt een eenheid gerekend als 1 zuiver zaad (dit volgens de ISTA-definitie voor zuiver zaad). Certificering van ongepelde spelt is dus mogelijk. Een aantal onderdelen van de keuring kan echter niet of moeilijk worden uitgevoerd. Het gaat om: - Zeefmaat - Korrelkleur - Kafjes - Duizendkorrelgewicht (DKG). Voorstel: voor deze onderdelen geen normen stellen. Wijzigingsvoorstellen zaaizaden 2016 pagina 4 van 8

Aanpassen norm belending percelen gecertificeerd zaad grassen Indiener: DLF BV, Barenbrug Holland BV en DSV Zaden Nederland 3 Weiden voor graslandwinning, die binnen de voorgeschreven isolatieafstanden van percelen gecertificeerd zaad liggen, brengen in de praktijk van de graszaadkeuring extra controlewerk met zich mee. Dit extra werk draagt echter, als het weilanden 2 e snede betreft, weinig bij aan de kwaliteit van het eindproduct. Aren/aartjes van de 2 e snede hebben veel minder bestuivingsdruk versus aren van de 1e snede. De hoeveelheid stuifmeel welke vrijkomt bij aren van de 2 e snede is significant lager in vergelijk tot stuifmeelproductie van de 1e snede (aren zijn ook kleiner). Dit betekent dat het risico van kruisbestuiving van de 2 e snede zeer laag is. De normen voor belending voor percelen gecertificeerd zaad kunnen worden verruimd in situaties met weilanden 2 e snede breder dan 6 meter. Het voorstel is om voor belending met 2 e snede percelen de norm te verruimen van 400 naar maximaal 800 stengels per m 2. Advies De NAK onderschrijft dat 2 e snede weilanden veelal een lagere bestuivingdruk geven in vergelijking met andere type belendingen. Een verruiming van de norm, zoals die geldt voor belendingen die niet breder zijn dan 6 meter - maximaal 800 stengels per m 2 - zal geen groter risico geven op ongewenste kruisbestuiving in vergelijking met ander type belendingen die breder zijn dan 6 meter met maximaal 400 stengels per m 2. De NAK heeft geen ervaring met de herkenning van 2 e snede weilanden en stelt voor in het komende seizoen ervaring hiermee op te doen en in de praktijk te toetsen door percelen te beoordelen, die door de graszaadbedrijven worden gezien als 2 e snede weilanden( percelen). Als de ervaringen positief zijn dan kan de norm voor 2018 worden aangepast in de aanwijzing Veldkeuring groenvoedergewassen GV-01. Wijzigingsvoorstellen zaaizaden 2016 pagina 5 van 8

Normen raszuiverheid zelf bestuivende granen Indiener: Plantum 4 Hierbij stuur ik u op verzoek van het Plantum Bestuur Sectie Handel en Licentieteelt, ondersteund door het Plantum Bestuur Gewasgroep Granen, Peulvruchten en Fijne Zaden, een verzoek tot wijziging van het keuringsreglement ZG-01 Veldkeuring granen, peulvruchten en fijne zaden. Aanleiding is dat in tarwe steeds meer springers worden gezien in de moderne tarwerassen, waardoor het risico van afkeur of declassificatie hoger wordt. Dit terwijl deze springers niet ten koste gaan van de uiteindelijke opbrengst of kwaliteit. We verzoeken daarom het maximaal aantal toegestane afwijkende planten per are te verhogen. In de huidige situatie is het maximum aantal gezet op 15 in 1 e en 30 in 2 de vermeerdering. We verzoeken dit te wijzigen naar respectievelijk 25 in 1 e vermeerdering en 40 in 2 de vermeerdering. In tabelvorm weergegeven in aanwijzing ZG-01 paragraaf 3.7.2: 3.7.2 Normen raszuiverheid zelf bestuivende granen en peulvruchten De normen voor raszuiverheid van zelf bestuivende granen en peulvruchten zijn als volgt: Categorie Maximaal aantal duidelijk ras-afwijkende planten per are tarwe, spelt, gerst, haver en triticale erwten, bonen, blauwmaanzaad Japanse haver Prebasiszaad 2 4 2 Basiszaad 7 10 5 Gecert. zaad 1 e verm. 15 25 30 15 Gecert. zaad 2 e verm. 30 40 60 30 Advies: In de EU-granenrichtlijn 66/402 staat in bijlage I Voorwaarden voor goedkeuring van het gewas aangegeven, dat het gewas voldoende rasecht en raszuiver moet zijn. Dit moet in de veldkeuring worden vastgesteld. Voor het gewas tarwe, gerst en triticale zijn er geen specifieke normen voor de veldkeuring opgenomen. Wel zijn er normen voor het zaaizaad. Deze staan in bijlage II van de granenrichtlijn. Zaad van de soorten haver, Japanse haver, gerst, rijst, tarwe en spelt moeten voldoen aan de volgende normen voor raszuiverheid: Basiszaad 99,9% Gecertificeerd zaad, 1 e vermeerdering 99,7% Gecertificeerd zaad, 2 e vermeerdering 99,0% Hierbij is aangegeven, dat of hieraan wordt voldaan hoofdzakelijk moet worden nagegaan door de uitvoering van veldkeuringen. In Nederland zijn deze normen vertaald naar toleranties onzuivere planten per are. Dat is een nationale invulling. De norm voor gecertificeerd zaad 1 e vermeerdering (C1) is 99,7% dus 0,3% onzuivere planten en C2 99% dus 1% onzuivere planten. Nederland heeft de normen voor de veldkeuring in samenhang met de wijze van keuring zo gekozen, dat de kans op overschrijding van de minimum EU-normen laag is. Uitgaande van de EU-norm mag bijvoorbeeld voor tarwe maximaal 0,3% van het zaaizaad C1 onzuiver zijn. Dat betekent uitgaande van 20.000 planten per 100 m 2 dat er ongeveer 60 planten af mogen wijken. De huidige NAK-norm voor C1 is nu 15. De huidige NAK-normen voor raszuiverheid zijn dus strenger dan de EU-normen, echter de inspectiewijze is robuust. Zo hoeft de plantdichtheid (bezetting) niet te worden bepaald, wordt er maar Wijzigingsvoorstellen zaaizaden 2016 pagina 6 van 8

1x een veldkeuring uitgevoerd (moment opname) en wordt op drie plaatsen (100 m 2 ) in het perceel het aantal onzuivere (afwijkers) planten geteld. Andere landen gaan uit van de procentuele norm en hanteren hogere toleranties, echter met meer tellingen en bepaling van het aantal planten per ha. In tarwe zijn het aantal verlagingen en afkeuringen door ras onzuivere planten het grootst. In de andere graansoorten speelt dit vrijwel niet. De resultaten van de veldkeuring in winter- en zomertarwe laten zien dat in de laatste vijf jaar het percentage totaal verlaagd en afgekeurd in C1 ligt tussen 10 en 17%. De variatie heeft voor een deel te maken met het rassenpakket, maar zeker ook voor een deel met de variatie in weersomstandigheden die de expressie van afwijkingen kan beïnvloeden en specifieke problemen met een enkel ras of partij. Plantum geeft aan, dat de aanleiding voor het voorstel is dat er meer springers voorkomen in de moderne rassen. In de keuring worden deze planten als afwijkend beoordeeld. In de jarenlange praktijk van de controlevelden blijken dergelijke planten inderdaad afwijkend in de nateelt. De resultaten van de controlevelden laten zien dat vooral in 2016 sprake is van verhoudingsgewijs veel afwijkende planten op lengte. Voor een deel heeft dit maken met de rassen, maar zeker ook met de groeiomstandigheden (duidelijk jaareffect). Verlaging en afkeuring in veldkeuring winter- en zomertarwe generatie C1 Jaar Areaal ha Verlaagd ha % Afgekeurd ha % Totaal verlaagd en afgekeurd ha 2012 3.243 424 13,1 55 1,7 479 14,8 2013 3.247 264 8,1 103 3,2 367 11,3 2014 3.150 501 15,9 24 0,8 525 16,7 2015 3.145 344 11,0 146 4,7 490 15,6 2016 2.954 265 9,0 44 1,5 309 10,5 2016: Totaal verlaagd en afgekeurd C1 van 663 ha ingezaaid met buitenlandse herkomst: 19,2%. Afwijkend op lengte in nacontrole NAK in winter- en zomertarwe Jaar Aantal veldjes Afwijkers Afwijkend op lengte % Afwijkend op lengte 2013 194 489 97 19,8 2014 171 493 106 21,5 2015 142 348 41 11,8 2016 155 551 248 45 Verruiming van de norm voor raszuiverheid voor C1 en C2 is op grond van de EU-normen is mogelijk en de gevolgen voor de opbrengst en kwaliteit zijn beperkt. Het gevaar voor overschrijding van de EUminimumnorm met de door Plantum voorgestelde normen is klein en de wijze van beoordelen hoeft niet te worden aangepast. % Wijzigingsvoorstellen zaaizaden 2016 pagina 7 van 8

Norm zeefmaat voor fijnzadige gerst Indiener: NAK 5 De gewassen rogge en gerst kennen een regeling voor fijnzadig zaad dat uitsluitend bestemd is voor groenbemesting of groenvoedergewas. Van deze regeling is de laatste decennia geen gebruik gemaakt, echter dit jaar was er enige behoefte. De regeling geeft de mogelijkheid om het fijne zaad dat uit een partij is gezeefd en dat voldoet aan de normen voor kiemkracht te kunnen certificeren met een afwijkende zeefmaat. In een redactionele opschoningsoperatie in 2007 zijn de teksten van de aanwijzing ZG-03 gewijzigd (verhuizing van normen van Keuringsreglement naar aanwijzing ZG-03). Bij rogge is er toen de mogelijkheid van een lagere zeefmaat voor fijnzadige partijen (1,70 mm met doorval norm 5%) overgebleven en bij gerst de mogelijkheid van fijnzadig zaad met een aparte norm van minimaal 60% doorval door een spleetzeef van 2,4 mm. Dit ging gepaard met een aanpassing van de zeefmaatregels voor niet fijnzadige partijen, waarbij die van gerst op 2,2 mm werd gezet. Dit is niet logisch en voorgesteld wordt om de norm op voor fijnzadige gerst ook op 2,2 mm te zetten of de normen voor fijnzadige partijen van rogge en gerst, die bestemd zijn voor groenbemesting, af te schaffen. Voor Japanse haver gelden ook geen normen. Fijnzadig zaad wordt op de normale wijze gecertificeerd en op het certificaat wordt het gebruiksdoel groenbemesting vermeld. De NAK heeft voorkeur de normen af te schaffen en fijnzadige gerst en rogge toe te staan met de voorwaarde van vermelding gebruiksdoel op het certificaat. Wijzigingsvoorstellen zaaizaden 2016 pagina 8 van 8