ZIP 2014(8) 206 Art. - Taakherschikking: het creëren van appels en peren

Vergelijkbare documenten
Juridisch kader en nieuwe ontwikkelingen in regelgeving NVMDL 24 maart 2017

Bijlage 1 Wegnemen van belemmeringen voor taakherschikking in de bekostiging Registratie

Nota van toelichting. Algemeen

I.P.C. SINDRAM VERWEIJ ADVOCATEN NIJMEGEN / SINDRAM@VERWEIJADVOCATEN.NL

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Intro 1. Waarom is taakherschikking zo belangrijk? Voor VWS en naar mijn mening voor de samenleving.

Besluit van. Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kenmerk ;

NADERE REGEL NR/CU-531

NADERE REGEL NR/CU-540

Hoofdbehandelaarschap, taakherschikking en kwaliteit van zorg. Mr. F. Lijffijt en mr. P. Dalhuisen. 1. Inleiding

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 maart 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ANONIEM BINDEND ADVIES

Taakherschikking in de Nederlandse gezondheidszorg; De experimenteerfase voorbij

Juridische aspecten taken verpleegkundig specialist. 29 september 2011 Paula Boshouwers/Margriet Crijns Van Doorne

Grenzen aan verantwoordelijkheid. Symposium taakherschikking 1 oktober 2015 Mr. Diederik van Meersbergen KNMG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 juli 2013 Betreft Hoofdbehandelaarschap GGZ

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 september 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De behandelbevoegdheid van De behandelbevoegdheid van de verpleegkundig specialiste

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die dyslexiezorg 1 als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) leveren.

Nieuwe beroepen in de Nederlandse

VS en PA op eigen benen

College Specialismen Verpleegkunde

Handreiking implementatie Taakherschikking

Samenwerken en verantwoordelijkheid bij taakherschikking. Mr. Diederik van Meersbergen KNMG

Advies Taakherschikking

Werken als. Informatie voor de. verpleegkundig specialist

Standpunt NVGzP inzake hoofdbehandelaarschap in de specialistische

implementatie taakherschikking

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale curatieve GGZ

Leg hoofdbehandelaarschap bij de psychiater

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Regiebehandelaar & Kwaliteitsstatuut

Verpleegkundig Specialist binnen de arbeidsgerelateerde zorg. Marijke Roseboom- Coenen, MSc Petra Jonker-Jorna, MSc Mathilde Melis, Drs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 juni 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale GGZ Zvw

Veranderingen in de GGZ 2014

Factsheet Verpleegkundig Specialisten

Handreiking Audiologische Zorg

Physician assistants en verpleegkundig specialisten wettelijk op eigen benen 1

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Kenmerk

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale zorg GGZ Zvw

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk

Voorbehouden handelingen

Bijlage Monitor Taakherschikking

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

Consultatievraag 1: Deelt u de analyses van de genoemde rapporten en onderzoeken over schaarste bij medisch specialisten?

BELEIDSREGEL BR/CU-2018

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

JEUGDHULP HOLLAND RIJNLAND

Van experiment naar wetgeving

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/13/22C

De zelfstandige bevoegdheid van de verpleegkundig specialist

3. Definities Voor de omschrijvingen van de verschillende budgetparameters en doelgroepen wordt verwezen naar de Beleidsregel definities GGZ.

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

Uitvoeringsverzoeken bij voorbehouden handelingen

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

G 67 N E U E R L A N 0

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

Hoofdbehandelaarschap GGZ als noodgreep

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die generalistische basis geestelijke gezondheidszorg (hierna Basis GGZ) leveren.

Voorbehouden en risicovolle handelingen bij de chronisch beademde zorgvrager

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van juli 2013, Z-;

BELEIDSREGEL BR/CU Verrichtingenlijst ten behoeve van DBC s

Verpleegkundig specialisten in de eerste lijn: Wat voegen ze toe?

Het moeras van de voorbehouden handelingen

JEUGDHULP HOLLAND RIJNLAND

Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)

BELEIDSREGEL BR/REG-17150

BELEIDSREGEL BR/REG Experiment regelarme instellingen Wlz. Grondslag

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

BELEIDSREGEL BR/REG-17106

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Perceelbeschrijving Generalistische Basis Geestelijke Gezondheidszorg Jeugd [GBGGZ] 2016

Het voorschrijven van geneesmiddelen door verpleegkundigen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In deze nota naar aanleiding van het verslag beantwoord ik de gestelde vragen, waarbij ik zo veel mogelijk de volgorde van het verslag volg.

Symposium Grenzen aan de betaalbaarheid van de zorg 6 september 2013

Consultatiedocument Hoofdbehandelaarschap in de tweedelijns GGZ. Utrecht, november 2012

Beroepentabel. DBC-Onderhoud Spelregels v

Eindelijk VS en andere belangrijke zaken.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 maart 2013 Betreft Stand-van-zakenbrief Europsyche

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 februari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NADERE REGEL NR/CU-535

BELEIDSREGEL CA-BR-1517a. Experiment regelarme instellingen Wlz. Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D

Verklarende woordenlijst

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

REGISTRATIEWIJZER Federatie Medisch Specialisten

Taakherschikking binnen de Maag Darm Leverziekten

Mag je als POH recepten uitschrijven of een diagnose stellen? Dr. ST Houweling, huisarts voorzitter Langerhans

DBC zorgproducten en de Verpleegkundig Specialist in 2015

Reglement Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

Transcriptie:

ZIP 2014(8) 206 Art. - Taakherschikking: het creëren van appels en peren ZIP 2014(8) 206 Art. - Taakherschikking: het creëren van appels en peren 09-12-2014 Auteur(s): Lijffijt, mr. F.; Brummelhuis, mr. A.F.T. ten Taakherschikking: het creëren van appels en peren Taakherschikking heeft onder andere tot doel een doelmatiger organisatie van de zorgverlening. Met de invoering van de integrale prestatiebekostiging lijkt in de medisch specialistische zorg nu de weg vrij om dit realiseren. In de praktijk nemen wij voor de GGZ echter een andere tendens waar. Aanleiding om taakherschikking in deze beide zorgdomeinen naast elkaar te leggen. Experimenteerartikel Als gesproken wordt over taakherschikking in de zorg, dan is de eerste piketpaal met betrekking tot dit onderwerp zonder meer: het rapport Taakherschikking in de gezondheidszorg van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) uit 2002. In dit advies, dat op verzoek van de minister van VWS is gegeven, noemt de RVZ als grootste obstakel voor taakherschikking het domein denken. 1 RVZ, Taakherschikking in de gezondheidszorg, 2002, p. 62. Naar de mening van de RVZ was het cruciaal om te erkennen dat niet-artsen zelfstandig werkzaam kunnen zijn binnen het van oudsher aangeduide medisch domein. De RVZ adviseerde dan ook om de wet- en regelgeving in de Wet BIG aan te passen. Na dit rapport zijn er nog verschillende rapporten 2 KNMG De arts van straks, een nieuw medische opleidingscontinuüm, oktober 2002; Zorg Onderzoek Nederland Evaluatie van de Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg Wet BIG, december 2002; Commissie-LeGrand De zorg van morgen, flexibiliteit en samenhang, juli 2003; IGZ, Taakherschikking blijkt positief voor kwaliteit van zorg, december 2007; Gezondheidsraad, Taakherschikking in de gezondheidszorg, inzet van praktijkassistenten- en ondersteuners, nurse practitioners en physician assistants, december 2008; prof. mr. J.C.J. Dute e.a. Voorbehouden handelingen tegen het licht, de regeling van artikel 35-39 Wet BIG heroverwogen, september 2009. over taakherschikking verschenen die tezamen met het RVZ-rapport de basis hebben gevormd voor het uiteindelijke experimenteerartikel, artikel 36a, in de Wet BIG 3 Artikel 36a, eerste lid 1 Wet BIG luidt: Bij algemene maatregel van bestuur kan in afwijking van artikel 36 van deze wet en van artikel 1, eerste lid, onderdeel pp, van de Geneesmiddelenwet bij wijze van experiment worden bepaald, dat voor een termijn van maximaal vijf jaar een bij de maatregel omschreven categorie van beroepsbeoefenaren, die werkzaam is op het gebied van de individuele gezondheidszorg en die met goed gevolg een bij de maatregel aangewezen opleiding met betrekking tot de aan te wijzen voorbehouden handeling heeft afgerond, wordt aangewezen als zijnde bevoegd tot het verrichten van in die maatregel aangewezen handelingen (Wet van 7 november 2011 tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking, Stb 2011, 568).. Dit artikel is op 1 januari 2012 in werking getreden. Uit verschillende onderzoeken bleek immers dat taakherschikking kan leiden tot aanzienlijke kwaliteits- en doelmatigheidswinst: een betere toegankelijkheid, korte wachttijden, kosten effectiviteit en professionele begeleiding. Er ontbrak niettemin evidence based onderzoek. De minister van VWS heeft met artikel 36a Wet BIG daarom tot doel om een nieuw beroep of een nieuwe deskundigheid in een periode van vijf jaar te laten ontwikkelen tot een meer zelfstandige rol in de begeleiding van en zorg voor patiënten. 4 Kamerstukken II 2009/10, 32 262, nr. 3, p. 5. Op deze wijze kan evidence based worden getoetst of het nieuwe beroep in aanmerking komt voor een definitieve regelgeving over het zelfstandig indiceren en verrichten van bepaalde voorbehouden handelingen in de Wet BIG. Met artikel 36a Wet BIG en bijbehorende besluiten hebben de verpleegkundig specialisten (VS) en de physician assistants zelfstandige bevoegdheden gekregen. Voor deze beroepen resteert nog twee jaar van de in de wet genoemde maximale periode van vijf jaar om zich te ontwikkelen. De vraag die rijst, is of deze nieuwe beroepen inderdaad de gelegenheid krijgen om de zelfstandige bevoegdheid op

zich te nemen. Een tweede vraag die rijst, is of er een verschil is tussen twee in het oog springende zorgdomeinen waarin taakherschikking een rol speelt: medisch specialistische somatische zorg (somatiek) en geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Om deze domeinen met elkaar te kunnen vergelijken, zullen de vragen worden beantwoord vanuit de optiek van de VS. 5 De physician assistant speelt een voor dit artikel ondergeschikte rol in de Generalistische Basis GGZ en Gespecialiseerde GGZ. Voorbehouden- en risicovolle handelingen Onder taakherschikking wordt verstaan het structureel herverdelen van taken tussen verschillende beroepen, met het oog op doelmatige inzet van kunde en capaciteit. 6 Kamerstukken II 2009/10, 32 262, nr. 3, p. 2. Om taakherschikking te kunnen bewerkstelligen diende de Wet BIG te worden uitgebreid. De Wet BIG kent immers een verbod op het zelfstandig verrichten van voorbehouden handelingen 7 Artikel 35, eerste lid Wet BIG. voor hulpverleners anders dan BIG-geregistreerde artsen, tandartsen of verloskundigen. Voorbehouden handelingen zijn handelingen die indien deze door niet-deskundigen worden verricht een zodanig risico met zich meebrengen, dat ze moeten worden voorbehouden aan de in de wet genoemde beroepsbeoefenaren. Het stellen van diagnoses wordt door de Wet BIG niet aangemerkt als een voorbehouden handeling. Naast de voorbehouden handelingen is in de praktijk de groep risicovolle handelingen toegevoegd. Deze handelingen zijn in de Wet BIG niet aangemerkt als voorbehouden handeling, maar zijn dermate risicovol dat deze volgens de wetenschappelijke verenigingen van de medisch specialisten ook deskundig en alleen in opdracht van een arts behoren te worden uitgevoerd. BIG-geregistreerde verpleegkundigen kunnen enkel een voorbehouden handeling verrichten indien dit gebeurt in opdracht van een arts, de hulpverlener daartoe bekwaam is en handelt overeenkomstig de aanwijzingen van de arts (ook wel verlengde-armconstructie genoemd). Met de toevoeging van artikel 36a aan de Wet BIG is aan de minister de bevoegdheid gegeven om beroepen te kunnen aanwijzen die net als de arts, tandarts en verloskundige zelfstandig voorbehouden handelingen mogen verrichten. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling van de wetgever geweest om de nieuwe beroepen de voorbehouden handelingen te laten uitvoeren in de opdracht van een arts. De nieuwe beroepen zijn zelfstandig bevoegd. De minister is zelfs zover gegaan dat de nieuwe beroepen de voorbehouden handelingen waartoe zij bevoegd en bekwaam zijn, kunnen delegeren aan onbevoegde hulpverleners. Dit tot aanvankelijk grote onvrede van de artsen 8 http://www.nza.nl/104107/105763/470525/reacties_op_consultatie_taakherschikking.pdf. die meenden dat taakschikking slechts zou mogen plaatsvinden in het kader van de verlengde-arm-constructie. Handelingen van een verpleegkundig specialist De minister heeft de physician assistant en de VS aangewezen om per 1 januari 2012 zelfstandig voorbehouden handelingen te mogen verrichten. 9 Besluit van 21 december 2011, houdende tijdelijke regels inzake de opleiding, deskundigheid en tijdelijke zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen van de physician assistant (Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid physician assistant) Stb. 2011, 658; Besluit van 21 december 2011, houdende tijdelijke regels inzake de zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen van verpleegkundig specialisten (Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten), Stb. 2011, 659. Bij besluit van 17 oktober 2013, houdende tijdelijke regels inzake de opleiding, deskundigheid en tijdelijke zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen van de klinisch technoloog (Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid klinisch technoloog) Stb. 2013, 443, heeft de minister ook de klinisch technoloog aangewezen om zelfstandig bepaalde voorbehouden handelingen te verrichten. Er bestaan thans vijf deskundigheidsgebieden waarin de verpleegkundig specialist werkzaam is: 1. Verpleegkundig specialist acute zorg bij somatische aandoeningen; 2. Verpleegkundig specialist chronische zorg bij somatische aandoeningen; 3. Verpleegkundig specialist preventieve zorg bij somatische aandoeningen; 4. Verpleegkundig specialist intensieve zorg bij somatische aandoeningen; 5. Verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg. Per deskundigheidsgebied heeft de minister specifieke voorbehouden handelingen toegekend. Van de veertien handelingen die

Per deskundigheidsgebied heeft de minister specifieke voorbehouden handelingen toegekend. Van de veertien handelingen die uitsluitend waren voorbehouden aan een arts, mogen acht handelingen zelfstandig worden uitgevoerd door de VS en acute en preventieve zorg bij somatische aandoeningen. Alle vijf de groepen VS en mogen injecties geven en UR-geneesmiddelen voorschrijven. Deze handelingen mogen alleen zelfstandig worden geïndiceerd en uitgevoerd indien die vallen binnen het deskundigheidsgebied van de verpleegkundig specialist, hij/zij daartoe bekwaam is en het routinematige handelingen van beperkte complexiteit betreffen, waarvan de risico s te overzien zijn. Bovendien moet volgens richtlijnen, standaarden en protocollen worden gewerkt. In de praktijk zal dit regime eveneens worden toegepast op de groep risicovolle handelingen. Op grond van de Wet BIG staat het de VS evenwel vrij om iedere andere noodzakelijke en geïndiceerde handeling te verrichten die niet kan worden geschaard onder voorbehouden handeling, maar waarvoor wel de benodigde bekwaamheid bestaat. Uiteraard zal de bekwaamheid afhankelijk zijn van het deskundigheidsgebied van de desbetreffende verpleegkundig specialist. In het Besluit verpleegkundig specialisme geestelijke gezondheidszorg 10 Besluit van 9 maart 2009 houdende de specifieke eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie van de verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg en voor de erkenning van opleiders, opleidingsinstellingen en praktijkinstellingen ten behoeve van de opleiding van het verpleegkundig specialisme geestelijke gezondheidszorg, Stcrt. 5 juni 2009. is bepaald dat tot het gebied van deskundigheid van de VS GGZ wordt gerekend: het zelfstandig verrichten van verpleegkundige en medische handelingen betrekking hebbend op de preventie, behandeling, spoedeisende behandeling, begeleiding en ondersteuning van (patiënten met) psychische stoornissen binnen één of meer van de volgende aandachtsgebieden: kinderen en jeugdigen volwassenen ouderen forensische psychiatrie verslavingszorg. Voor een verpleegkundig specialist intensieve somatische zorg wordt tot het deskundigheidsgebied gerekend het zelfstandig verrichten van handelingen betrekking hebbend op de behandeling van en de begeleiding bij somatische aandoeningen. 11 Besluit van 16 december 2008 houdende de specifieke eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie van de verpleegkundig specialist intensieve zorg bij somatische aandoeningen en voor de erkenning van opleiders, opleidingsinstellingen en praktijkinstellingen ten behoeve van de opleiding van het verpleegkundig specialisme intensieve zorg bij somatische aandoeningen, Stcrt. 6 februari 2009. Beletselen in NZa-regelgeving voor taakherschikking? Niet alleen de Wet BIG, maar ook de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) dient taakherschikking mogelijk te maken. Een VS mag de door hem/haar geleverde zorg slechts in rekening brengen indien daarvoor een prestatiebeschrijving is vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). In januari 2012 heeft de NZa geconstateerd dat er voor de tweedelijns somatische zorg (somatiek) de nodige financiële belemmeringen zijn voor taakherschikking. 12 NZa, Advies Taakherschikking, in de tweedelijns somatische zorg en curatieve geestelijke gezondheidszorg, januari 2012. Het begrip eigen patiënt zoals door de NZa gedefinieerd, vormt het concrete obstakel voor taakherschikking binnen de somatiek. 13 NZa, NR/CU-257 Regeling medisch specialistische zorg 2014, artikel 6.11. Er is slechts sprake van een eigen patiënt, indien deze zich wendt tot een medisch specialist. Doorgaans zal het in dat kader gaan om een poortspecialist en zal de poortspecialist de DBC moeten openen, en is deze daarmee de eindverantwoordelijke en dus hoofdbehandelaar. Bij een polikliniek bezoek dient er zelfs een face-to-face contact te zijn tussen de patiënt en de poortspecialist. De NZa heeft geadviseerd de regelgeving aan te passen en heeft daarbij twee opties genoemd. Het uitbreiden van de zorgverleners die een DBC in rekening mag brengen danwel het loslaten van de voorwaarde dat enkel medisch specialisten een DBC in rekening mogen brengen. De minister heeft in april 2013 te kennen gegeven het advies van de NZa te zullen opvolgen door te kiezen voor de eerste optie. Omdat instellingen, medisch specialisten en VS en met de invoering van de integrale prestatiebekostiging in een budgettair kader zullen vallen is de regelgeving per 1 januari 2015 aangepast. De verwachting van de minister is dat vanaf dat moment echt doelmatigheidswinst bereikt kan worden door taakherschikking. Per 1 januari 2015 wordt de regelgeving van de NZa verruimd, daarmee krijgt onder andere de VS de mogelijkheid om een polikliniekbezoek vast te leggen en een DBCzorgproduct te openen en te sluiten, als deze geheel zelfstandig een traject uitvoert. 14 Brief van de Minister van VWS d.d. 22 april 2013, met kenmerk CZ-3152101.

Dat de regelgeving van de NZa op deze wijze dient te worden verruimd, wordt ook bevestigd in een rapport van de Radboud Universiteit Nijmegen dat ziet op onderzoek naar de zichtbaarheid van taakherschikking in kostprijzen en de belemmeringen voor taakherschikking. 15 Drs. A.J. Kouwen en drs. G.T.W.J. van de Brink, Taakherschikking & kostprijzen, onderzoek naar de belemmeringen rondom substitutie, 25 juni 2014. In de tweedelijns (specialistische) GGZ zijn door de NZa destijds geen belemmeringen in de bekostiging geconstateerd voor taakherschikking. De NZa gaat daarbij uit van de situatie dat elke BIG-geregistreerde die staat vermeld in de CONOberoepenstructuur, en bekwaam is om een patiënt te typeren, een DBC mag openen. 16 NZa, Advies Taakherschikking, in de tweedelijns somatische zorg en curatieve geestelijke gezondheidszorg, januari 2012, p. 24. Dit betekent dat het typeren van de patiënt niet verbonden is aan een beroepstitel, aldus de NZa. Degene die typeert wordt op grond van de Wmg beschouwd als hoofdbehandelaar. Onder typeren wordt onder meer verstaan het diagnosticeren. 17 Nadere Regel NR/CU-551 Gespecialiseerde GGZ. Kortom, de Wmg vormt geen beletsel voor een bekwame VS GGZ om een patiënt te diagnosticeren. De minister heeft naar aanleiding van dit rapport te kennen gegeven dat de regelgeving in die zin dan ook niet aangepast dient te worden. In 2012 laaide een discussie op over het hoofdbehandelaarschap in de GGZ naar aanleiding van de kwestie rondom Europsyche. 18 Notitie Europsyche van 19 juni 2012 aan de IGZ, bijlage bij de brief van 25 juni 2012 van de Minister van VWS, Kamerstukken II 2011/12, 29 689, nr. 397. In het bestuurlijk akkoord Toekomst GGZ 2013-2014 19 Bijlage bij de brief van 18 juni 2012 van de Minister van VWS, kenmerk: CZ-GGZ-3120026. is door partijen afgesproken dat de criteria waaronder taakherschikking en taakdelegatie plaatsvinden en wat de rol van de hoofdbehandelaar is, in 2012 zouden zijn afgestemd. De IGZ was van mening dat enkel de psychiater en de klinisch psycholoog de hoofdbehandelaar zouden mogen zijn. Deze zouden volgens de IGZ te allen tijde een face-to-face contact dienen te hebben in het kader van de diagnosestelling. 20 Bijlage bij antwoorden op de vragen van Kamerlid Leyten d.d. 28 maart 2013 met kenmerk: 2013Z07245. Het standpunt van de IGZ zou betekenen dat de zelfstandige bevoegdheid van een VS GGZ zou worden ingeperkt. De VS GGZ zou een patiënt in dat geval niet meer mogen diagnosticeren. Naar aanleiding van het standpunt van de IGZ heeft er op landelijk niveau overleg plaatsgevonden tussen veldpartijen en IGZ. De minister heeft uiteindelijk op 2 juli 2013 een standpunt ingenomen over het hoofdbehandelaarschap in de GGZ. 21 Brief van Minister van VWS d.d. 2 juli 2013 met kenmerk 129353-106301-CZa. Ook de minister is van mening dat de hoofdbehandelaar de diagnose dient vast te stellen waarbij de patiënt ook daadwerkelijk is (mede) beoordeeld door de hoofdbehandelaar via direct contact met de patiënt/cliënt. Gelet op de overgang van tweedelijns curatieve GGZ naar Generalistische GGZ en Gespecialiseerde GGZ per 1 januari 2014, vindt de minister het vooralsnog acceptabel dat de diagnose wordt gesteld door een ander dan de hoofdbehandelaar. Volgens de minister dient dit aspect wel te worden gemonitord in het kader van het onderzoek naar het hoofdbehandelaarschap. De minister gaat uit van een overgangsperiode van twee jaar. Voor de duur van deze periode heeft de minister een lijst met negen beroepsbeoefenaren aangewezen als mogelijke hoofdbehandelaar in de GGZ. Een van deze negen beroepsbeoefenaren is de VS GGZ, waarbij de kanttekening gemaakt dient te worden dat volgens veldpartijen de VS GGZ alleen hoofdbehandelaar zou kunnen zijn in de Generalistische GGZ. Naar aanleiding van deze voorlopige norm voor het hoofdbehandelaarschap heeft de NZa de declaratieregels voor de generalistische basis en Gespecialiseerde GGZ aangepast en daarin bepaald dat een hoofdbehandelaar één van de eerder genoemde negen beroepsbeoefenaren dient te zijn, waaronder de VS GGZ. In zoverre vormt deze wijziging in de beleidsregels van de NZa nog steeds geen beletsel voor de taakherschikking. 22 Nadere regel NR/CU-551 Gespecialiseerde GGZ en NR/CU-539 Generalistische basis GGZ. Bij de NZa en de minister 23 Brief van de Minister van VWS, 9 oktober 2012, TK 29 689 nr. 418. is evenwel bekend dat de zorgverzekeraars de lijst van negen beroepsbeoefenaren in de zorginkoop actief beperken. Rol zorgverzekeraars bij taakherschikking Dat zorgverzekeraars een belangrijke rol spelen bij het mogelijk maken van taakherschikking moge duidelijk zijn. Zorgverzekeraars hebben immers een regierol waar het gaat om het toezien op de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorg. Bovendien kopen zorgverzekeraars de zorg in bij de zorgaanbieders en kunnen uit dien hoofde bepalen of er taakherschikking wordt toegepast door

de zorgaanbieder. In het rapport over de mogelijke belemmeringen voor taakherschikking heeft de NZa te kennen gegeven dat er een actieve rol is weggelegd voor zowel zorgverzekeraars als zorgaanbieders bij het actief sturen op taakherschikking. De NZa ziet hierin geen primaire rol voor zichzelf weggelegd. 24 NZa, Advies Taakherschikking, in de tweedelijns somatische zorg en curatieve geestelijke gezondheidszorg, januari 2012. De belemmeringen ten aanzien van taakherschikking in de medisch specialistische zorg worden met de wijzigingen in de regelgeving van de NZa per 1 januari 2015 actief weggenomen. Een aantal zorgverzekeraars stuurt met de inkoop van de medisch specialistische zorg 2015 op taakherschikking en de inzet van de VS. Het komende jaar wordt door verzekeraars gebruikt om te inventariseren hoeveel VS en (of physician assitants) in dienst zijn bij de ziekenhuizen en op welke gebieden deze het beste ingezet kunnen worden. Bovendien hanteert een enkele verzekeraar een afslag op de tarieven gebaseerd op de inzet van de VS en physician assistant. Vooralsnog lijkt taakherschikking in de medisch specialistische zorg door de zorgverzekeraars te worden aangemoedigd en te worden beschouwd als doelmatigheidsinstrument, doordat de VS kwalitatief dezelfde zorg kan verlenen als de medisch specialist tegen een lagere prijs. 25 CZ, Inkoopdocument Medisch Specialistische Zorg 2015, p. 16. De situatie in de GGZ is beduidend anders dan de situatie in de somatiek. Waar in de overeenkomsten met ziekenhuizen ten aanzien van medisch specialistische zorg in het geheel niet wordt gesproken over hoofdbehandelaarschap, speelt dit begrip in de contractering van GGZ door zorgverzekeraars een belangrijke rol. Verschillende zorgverzekeraars hebben het hoofdbehandelaarschap in de GGZ in hun overeenkomsten met zorgaanbieders beperkt tot drie hoofdbehandelaars. De VS wordt door deze zorgverzekeraars in het geheel niet aangemerkt als een mogelijke hoofdbehandelaar behoudens het product chronisch in de Generalistische Basis GGZ. Deze beperking in het hoofdbehandelaarschap wordt door verzekeraars onderbouwd met de stelling dat zij niet overtuigd zijn dat een VS voldoende kwaliteit zou kunnen bieden. VS en kunnen volgens sommige zorgverzekeraars wel als uitvoerend hoofdbehandelaar optreden indien er sprake is van een multidisciplinair overleg onder formele leiding van de beroepsbeoefenaar die door de zorgverzekeraar als de werkelijke hoofdbehandelaar wordt beschouwd. 26 http://www.nursing.nl/verpleegkundig-experts/nieuws/2013/8/verzekeraars-weigeren-ggz-vs-als-hoofdbehandelaar- 1332311W/. Op deze wijze krijgt de VS GGZ echter niet de mogelijkheid om zich zelfstandig te ontwikkelen, zoals de minister bij de invoering van artikel 36a Wet BIG juist voor ogen had. De verpleegkundig specialist dient immers zelfstandig beslissingen te nemen om met individuele patiënten een hulpverlenercontact aan te gaan en te onderhouden, daaronder wordt ook begrepen diagnosticeren. 27 Zie artikel 3 en de toelichting daarbij in het Besluit verpleegkundig specialisme geestelijke gezondheidszorg. De NZa heeft in 2012 al aangegeven dat deze beperking in hoofdbehandelaarschap door de zorgverzekeraars kan worden beschouwd als een financiële belemmering. Omdat deze belemmering niet voortkomt uit de regelgeving van de NZa, onthoudt de NZa zich van enig oordeel hierover. Sterker nog, volgens de NZa staat het zorgverzekeraars en zorgaanbieders vrij om aanvullende en dus kennelijk beperkende afspraken te maken. 28 NZa, Advies Taakherschikking, in de tweedelijns somatische zorg en curatieve geestelijke gezondheidszorg, januari 2012. Deze handelwijze van de zorgverzekeraars in de GGZ staat echter haaks op de veldnorm die door de minister is vastgesteld voor het hoofdbehandelaarschap in de GGZ naar aanleiding van het overleg met veldpartijen. Zorgverzekeraars waren als één van de veldpartijen vertegenwoordigd in het overleg, zodat men zou denken dat zorgverzekeraars gehouden zouden zijn aan de door de minister vastgestelde veldnorm. Door nu een beperking op te leggen aan de zorgaanbieders met betrekking tot de beroepsbeoefenaren die kunnen optreden als hoofdbehandelaar, plaatsen de zorgverzekeraars deze veldnorm (gedeeltelijk) buiten spel met de kwaliteit van zorg als rechtvaardiging. Beschouwing Bij het toekennen van de zelfstandige bevoegdheid aan VS en op grond van het experimenteerartikel in de Wet BIG heeft reeds met betrekking tot de voorbehouden handelingen een differentiatie plaatsgevonden naar verschillende groepen VS en. Dit is gebaseerd op grond van de competenties en reeds bestaande bekwaamheid van die groepen. De enkele diagnosestelling is opzichzelfstaand geen voorbehouden handeling, zodat de VS daartoe zonder meer zelfstandig bevoegd is, getuige ook het feit dat het in de medisch specialistische zorg mogelijk wordt dat een VS zelfstandig een patiënt tijdens een polibezoek klinisch diagnosticeert. Vanuit het perspectief van de Wet BIG is het daarom bijzonder te noemen dat er binnen de GGZ zoveel te doen is omtrent het stellen van een diagnose door anderen dan een psychiater, klinisch psycholoog of psychotherapeut. In de GGZ worden de werkzaamheden van de VS in de praktijk door zorgverzekeraars beperkt. In de somatiek speelt echter niet de discussie met betrekking tot het stellen van diagnoses door de VS. Zelfs door zorgverzekeraars wordt het toegejuicht dat een VS, zonder dat de patiënt face-to-face contact heeft gehad met de medisch specialist, zelfstandig een DBC mag openen én in

VS, zonder dat de patiënt face-to-face contact heeft gehad met de medisch specialist, zelfstandig een DBC mag openen én in rekening mag brengen. Het meeste gehoorde geluid van zorgverzekeraars is Wij hebben nog geen comfortabel gevoel bij de kwaliteit die een verpleegkundig specialist levert. 29 http://www.nursing.nl/verpleegkundig-experts/nieuws/2013/8/verzekeraars-weigeren-ggz-vs-als-hoofdbehandelaar- 1332311W/. Onduidelijk blijft waarop de zorgverzekeraars dit gevoel over de VS GGZ baseren. Er is tot op heden geen evidence based onderzoek beschikbaar naar de kwaliteit van zorg van VS en. Dit was juist ook de reden voor de minister om het experimenteerartikel in de Wet BIG op te nemen. In vijf jaar tijd zou moeten blijken of de zelfstandige rol en werkzaamheden van de VS bijdraagt aan de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg. Wij vragen ons af of de VS GGZ wel een eerlijke kans krijgt om zich te bewijzen. Wij menen van niet nu zij slechts op een zeer beperkt terrein als hoofdbehandelaar in de GGZ mogen fungeren, namelijk product Basis GGZ chronisch, terwijl de opleiding van de VS op een ruimere doelgroep ziet. Door in de somatiek de VS wel de ruimte te geven om de taken van de medisch specialist volledig over te nemen en in de GGZ niet, creëren zorgverzekeraars appels en peren. Over de auteur mr. F. (Fiona) Lijffijt en mr. A.F.H. (Anne) ten Brummelhuis zijn beiden advocaat bij Nysingh advocaten-notarissen N.V. en redactiemedeweker van ZIP. e-mail: fiona.lijffijt@nysingh.nl en anne.tenbrummelhuis@nysingh.nl cc: zip@sdu.nl Copyright 2016 - Sdu - Alle rechten voorbehouden.