Medeli Elektronisch Keyboard. Nederlandse handleiding MD500

Medeli Elektronisch Keyboard Nederlandse handleiding MD500

GEFELICITEERD! Gefeliciteerd met de aanschaf van de Medeli MD500. De MD500 is een gebruiksvriendelijk keyboard met moderne functies, met name voor zelfstudie. Het keyboard heeft daar verschillende mogelijkheden voor, waarbij het keyboard zelfs bijhoudt hoe goed je het doet! Verder heeft dit keyboard nog vele andere mogelijkheden waarvan je de toepassing en hoe ze te gebruiken allemaal terugvindt in deze handleiding. ZORG VOOR JE KEYBOARD Als je goed voor de MD500 zorgt kan hij gemakkelijk voor jarenlang speelplezier zorgen. Let dus op het volgende: Plaatsing Wanneer je de MD500 een plaatsje geeft moet je erop letten dat hij niet te heet kan worden. Dus bijvoorbeeld bij het raam waar de zon direct op het keyboard schijnt is niet goed. Net zoals bij een radiator van de CV of een andere hittebron. Als je hem eens meeneemt, moet je hem ook niet in de auto laten liggen op een mooie zomerdag, maar ook niet op het strand. Want tegen vochtigheid en water kan hij ook niet goed. Let ook op met je blikje Cola, als dat omvalt en in het keyboard terechtkomt dan is het gedaan met je muzikale carrière. Een heel stoffige omgeving is ook nadelig, wanneer stof tussen de knoppen komt werken ze niet meer goed. Verder moet je het keyboard natuurlijk een vaste plaats geven waar je jezelf ook prettig voelt en je ongestoord kunt studeren. Als je hem telkens uit een kast of vanonder je bed moet halen dan is de drempel om 'even te gaan spelen' vaak al snel te hoog. Stroom Als je het keyboard niet gebruikt, zet je hem UIT. Wanneer je een adapter gebruikt en je weet dat je lange tijd niet gaat spelen (je gaat bijvoorbeeld op vakantie) dan trek je de stekker van de adapter uit het stopkontakt. Dat doe je ook wanneer het heftig gaat onweren. Wanneer je het keyboard op andere apparatuur gaat aansluiten, dan zet je het keyboard eerst UIT. Onderweg Het handige van een modern keyboard is natuurlijk dat het gemakkelijk is mee te nemen, zeker ook omdat het niet echt zwaar is. Toch moet je er voorzichtig mee omgaan. Trek alle kabels eruit (aan de plug trekken, niet aan de kabel!) voordat je het keyboard oppakt. Stop het in een speciale keyboardhoes als je er echt mee over straat gaat. Vermijdt stoten en vallen van het keyboard. Ga er ook niet op zitten, of iets zwaars op zetten. Als je al een aantal dingen op elkaar moet plaatsten, het keyboard gaat bovenop. Schoonmaken In principe gebruik je een droge zachte doek om het keyboard schoon te maken. Met een vochtig doekje maak je de iets moeilijkere plekken schoon (veel gebruikte knoppen waar wat vetaanslag en zo makkelijk ophoopt). Eventueel kun je gitaarpolisch of cockpitreiniger gebruiken. Gebruik in ieder geval géén alcohol of thinner, want dat lost de kunststof op. Let ook op met voorwerpen die van vinyl zijn, als je die een tijdlang op het keyboard legt krijg je ook verkleuringen. Interferentie Wanneer je het keyboard dicht bij een radio of TV zet, dan kan er storing optreden. Oplossing: de apparaten verder uit elkaar zetten. 2

Dit keyboard heeft Toetsenbord: 91 aanslaggevoelige toetsen Bediening: Met de 'DAIL' (die grote draaischijf) kun je gemakkelijk instrumenten, begeleidingen en songs kiezen. Instrumenten: In totaal heeft dit keyboard 146 instrumenten, waarvan 128 GM instrumenten, 12 traditionele Chinese instrumenten en 6 percussie sets (één daarvan is een Chinese set). Begeleidingen: Er zijn 100 begeleidingen. Songs: 50 songs, allemaal te gebruiken met de ingebouwde muziekleraar. Akkoorden en de automatische begeleiding: Wanneer je de automatische begeleiding aan hebt staan kun je het één vinger systeem gebruiken (single finger), of gewone akkoorden spelen (fingered). Ingebouwde muziekleraar: In drie stappen kun je de songs die in het keyboard zitten leren spelen. Je kunt hierbij met beide handen samen óf met handen apart oefenen. Op het beeldscherm zie je de noten die je speelt. Ook kun je alle akkoorden die je nodig hebt van dit keyboard leren met het digitale akkoordenboek. Opnemen: Je kunt opnemen wat je speelt en daarna afspelen, of je kunt noot voor noot inprogrammeren (bijvoorbeeld op basis van bladmuziek) wat je wilt dat het keyboard speelt. Er zijn zes sporen beschikbaar, waarvan één voor de automatische begeleiding. Geheugen: 8 banken met ieder zes geheugens. Bediening van de automatische begeleiding: sync, start/stop, fill in A/normaal, fill in B/Variation, Intro/Ending. Functies: Transponeren, stemmen, octaveren, tel, split punt, pedaal kiezen, helderheid, aanslaggevoeligheid, galm, chorus, Midi. Mixer: Met de mixer functie kun je de onderlinge volumes van de verschillende instrumenten en de begeleiding instellen zodat je een mooie balans krijgt. Andere functies: Twee instrumenten tegelijk, linker instrument, transponeren, aanslaggevoeligheid, sustain, metronoom, OTS (met één druk op de knop wordt alles ingesteld voor de begeleiding die gekozen is), Demo, digitaal Akkoordenboek. Reset functie: Wanneer je tijdens het aanzetten van het keyboard de [+/yes] en [-/no] knoppen tegelijk ingedrukt houdt dan worden alle geheugens gewist en de instellingen zijn weer zoals ze waren op de dag dat het keyboard uit de fabriek kwam. 3

Inhoud Gefeliciteerd 2 Zorg voor je keyboard 2 Dit keyboard heeft. 3 De Buitenkant 6 Bedieningspaneel 6 Beeldscherm 7 Stroom 8 Adapter 8 Batterijen 8 Aansluitingen 9 Hoofdtelefoon 9 Sustain pedaal 9 Aux uitgang 9 Volume pedaal 10 Midi 10 Instrumenten 11 Hoofdinstrument 11 Tweede instrument 12 Linker instrument 12 Sustain 13 Pitchbend en modulatie 13 Automatische begeleiding 14 Bediening 14 Beeldscherm 16 Volume 16 Tempo 17 Akkoorden 17 Functies 19 Programmeren 20 Toelichting 21 Mixer 23 Metronoom 24 Geheugen 25 Banken 25 Bewaren/oproepen 25 OTS 26 Opnemen 26 Opnemen wat je speelt 27 Stap voor stap 27 Afspelen 29 Afspelen 29 Wissen 29 Hulp bij studie-usersong 30 De lessen 30 Hulp bij studie-songs 31 4

Inhoud Demo 31 Hulp bij studie-akkoorden 32 Akkoorden leren 32 Akkoorden overhoren 32 Midi 33 Specificaties 34 Midi implementatie tabel 35 Appendix 1 Lijst van de instrumenten 36 Appendix 2 Lijst van de begeleidingen 37 Appendix 3 Song lijst 38 Appendix 4 Demo's 38 Appendix 5 Akkoorden 39 Garantie 40 5

De buitenkant Bedieningspaneel 1. Aan/uit knop 2. Totaal volume 3. Tempo +/- 4. Volume begeleiding +/- 5. Mixer 6. Functie +/volgende 7. Functie -/vorige 8. Start/stop 9. Sync start 10. Sync stop 11. Intro/Ending (voorspel/einde) 12. Fill A (tussenspel A) 13. Fill B (tussenspel B) 14. A.B.C. (automatische begeleiding) 15. Geheugen (M1~M6) OTS (M1~M4) 16. Bank 17. Opslaan 18. Afspelen/stoppen 19. Wissen 20. Stap voor stap opnemen 21. Opnemen 22. Sequencer Begeleiding Melodie 1~5 23. Instrument 24. Begeleiding 25. Song 26. Muziekleraar 27. Digitaal akkoordenboek 28. Linkerhand lessen 29. Rechterhand lessen 30. Draaischijf 31. [+/yes], [-/no] knoppen 32. Aanslaggevoeligheid 33. Octaaf + 34. Octaaf - 35. Metronoom 36. Demo 37. Sustain 38. Linker instrument 39. Tweede instrument 40. Transponeren 41. Modulatie 42. Pitchbend 43. O.T.S. 6

De buitenkant 1. A.B.C. 2. Sustain 3. Dual 4. Lower 5. Sync stop 6. Edit Accomp.7 Melody 1.8 Melody 2.9 Melody 3.10 Melody 4.11 Melody 5.12 Beeldscherm 1. Automatische begeleiding (A.B.C.) 17. Geheugen/click 2. Sustain 18. Noot 3. Tweede instrument (dual) 19. Linkerhand/rechterhand mode 4. Linker instrument (lower) 20. G sleutel 5. Sync stop 21. F sleutel 6. Edit 22. Toetsenbord 7. Begeleiding 23. Fill A/B 8. Melodie 1 24. Opnemen/stap voor stap opnemen 9. Melodie 2 25. Akkoord 10. Melodie 3 11. Melodie 4 12. Melodie 5 13. Instrument LR, Begeleiding, Demo, Song, Les 123. 14. Maat 15. Tel 16. Tempo/aanslaggevoeligheid 7

Stroom De MD500 werkt zowel op een adapter als met batterijen. Adapter Zorg ervoor dat je de juiste adapter gebruikt. Hij moet 12 volt zijn, minimaal 1000 milli ampère en de tip moet op + staan. Voordat je de adapter aansluit kijk je even of het keyboard wel uit staat. Je steekt de adapter eerst in het stopkontakt, dan in je keyboard. Let op: Gebruik alleen de geadviseerde adapter. Andere adapters werken niet, of kunnen zelfs je keyboard kapot maken of brand veroorzaken. Wanneer je lange tijd niet speelt op je keyboard dan moet je de adapter uit het stopkontakt halen. Batterijen Zet het keyboard eerst uit voordat je batterijen gaat vervangen. Batterijen plaatsen: 1. Maak het batterijenklepje open 2. Stop 8 'D' batterijen in de nu zichtbare batterijenruimte, kijk naar de polariteit aanduiding in het keyboard. 3. Maak het klepje weer dicht, let er even goed op dat het met een klikje weer stevig op zijn plaats zit. Batterijen bijna leeg. Let op: Als je onzorgvuldig met je batterijen omgaat kunnen ze gaan lekken. Het zuur van de batterijen kan je keyboard kapot maken. Gebruik altijd nieuwe batterijen, meng geen verschillende types en haal de batterijen eruit wanneer ze op zijn, óf wanneer je lange tijd niet zal spelen. Als een van de onderstaande symptomen zich voordoen, dan zijn waarschijnlijk je batterijen bijna op. - Het beeldscherm is moeilijk leesbaar, of flikkert bij hogere geluidsvolumes. - Het volume is érg zacht. - Het geluid is vervormd. - Ineens floept het keyboard uit als je hard aan het spelen bent. - De Demo songs en/of de ritmes doen vreemd 8

Aansluitingen Hoofdtelefoon Als je 's avonds laat wilt oefenen, of wanneer je huisgenoten TV aan het kijken zijn kun je een hoofdtelefoon gebruiken. Wanneer je een hoofdtelefoon in de PHONES uitgang steekt worden de speakers automatisch uitgeschakeld. Sustain Op iedere piano zit een zogeheten sustain pedaal. Wanneer je dat intrapt blijven de tonen doorklinken. Voor de MD500 kun je er een bijkopen en die sluit je dan aan op de sustain ingang die je hiernaast op het plaatje ziet. Aux uitgang Met de hoofdtelefoonuitgang kun je spelen zonder dat iemand je hoort. Op de aux uitgang kun je een versterker op PA aansluiten zodat iedereen je hoort. Er zijn speciale kabels te verkrijgen waarmee je het keyboard op een gewone HiFi installatie kunt aansluiten. Met aan de ene kant een stereo jack en aan de andere kant twee tulp stekkers. 9

Aansluitingen Volume Behalve een sustain pedaal kun je op de MD500 ook een volume pedaal aansluiten. Dan kun je met je voet het volume regelen, net zoals bij een orgel. Midi in/uit Met Midi kun je andere instrumenten die een Midi aansluiting hebben bespelen via de MD500 (Midi out), of je kunt de MD500 laten spelen vanaf een computer of sequencer (Midi in). 10

Instrumenten Hoofd instrument De MD500 heeft 146 verschillende instrumenten aan boord. Piano's, orgels, gitaren, synthesizer klanken en effecten. Daarnaast zijn er nog 6 percussie kits. Bij een percussie kit heeft iedere klank een eigen toets op het klavier. Zo kun je drummen op je toetsenbord. Ieder instrument heeft een eigen nummer. De namen en de bijbehorende nummers staan op de behuizing afgedrukt. INSTRUMENTEN KIEZEN Wanneer je het keyboard aan zet wordt instrument één geselecteerd. Dat is de piano. Instrumenten worden 'VOICE'genoemd. Met de [+/YES] en [-/NO] knoppen, of met de draaischijf ([DIAL]) kun je het instrument kiezen dat je wilt gebruiken. 11

Instrumenten Tweede instrument Soms is het mooi om twee instrumenten samen te laten klinken. Bijvoorbeeld piano en strings. Dat heet 'DUAL VOICE'. Met de MD 500 doe je dat als volgt: DUAL VOICE 1. Eerst kies je het hoofd instrument, zoals hiervoor besproken. 2. Je drukt op [DUAL]. 3. Standaard staat het tweede instrument op 50, dat zijn strings. Nu kun je op dezelfde manier als je normaal je hoofdinstrument kiest, je tweede instrument kiezen. 4. Druk nogmaals op [DUAL] en het tweede instrument is weer weg. Linker instrument Je kunt het toetsenbord ook in twee stukken verdelen, waarbij ieder stuk een eigen instrument heeft. Dat heet 'Split". Zo kun je dan bijvoorbeeld links basgitaar spelen en rechts een orgel. LOWER VOICE 1. Eerst kies je het hoofd instrument, zoals hiervoor besproken. 2. Je drukt op [LOWER]. 3. Standaard staat het linker instrument op 50, dat zijn strings. Nu kun je op dezelfde manier als je normaal je hoofdinstrument kiest, je linker instrument kiezen. 4. Druk nogmaals op [LOWER] en het hele toetsenbord is weer hetzelfde instrument. 12

Instrumenten Sustain Het sustain pedaal hebben we al besproken. Soms is het echter ook mooi om het sustain effect de hele tijd aan te hebben. Bijvoorbeeld bij dromerige synthesizer geluiden. Daarvoor is de [SUSTAIN] knop. SUSTAIN - Om het effect aan te zetten druk je op de [SUSTAIN] knop. Druk nogmaals om het weer uit te zetten. - Op het beeldscherm kun je ook zien of het sustain effect aan of uit staat. - Wanneer je het pedaal gebruikt als sustain pedaal, dan is het effect veel sterker dan met de hier besproken sustain knop. Pitchbend wie en modulatie Met het Pitchbend wiel kun je de tonen die je speelt naar boven of naar beneden laten glijden. Op die manier kun je de speelstijl van een saxofoon of elektrische gitaar goed nadoen. Jan Hammer is beroemd geworden om zijn gebruik van pitchbend op de synthesizer. Wanneer je op de knop [MODULATION] drukt die boven het pitchbendwiel zit, dan hoor je vibrato. 13

Automatische begeleiding Als je op een keyboard speelt klinkt het net alsof er een hele band aan het spelen is. Dat doe je met behulp van de automatische begeleiding. In de MD500 zitten 100 verschillende stijlen. Bijvoorbeeld 8-beat, Rock & Roll, Wals, Disco. Als je een bepaald liedje gaat spelen kies je een stijl die daarbij past. Maar hoe werkt het nou precies? Hoe werkt de Automatische Begeleiding? - De automatische begeleiding bestaat uit een aantal verschillende partijen die door een aantal instrumenten worden gespeeld. Zo hoor je drums een bas en vaak nog een gitaar of piano. Afhankelijk van de stijl worden de instrumenten door het keyboard gekozen. - Wanneer je de automatische begeleiding van het Keyboard aanzet door op [A.B.C.] te drukken, wordt het toetsenbord in twee stukken verdeeld. Het rechter gedeelte is om de melodie te spelen, het linker gedeelte gebruik je om de begeleiding me te sturen. - Het keyboard weet wat er gespeeld moet worden aan de hand van de akkoorden die jij aan de linkerkant van het toetsenbord speelt. Speel je een C akkoord, dan hoor je een begeleiding in C, speel je een A mineur akkoord, dan speelt ook de begeleiding in A mineur. Je kiest een begeleidingsstijl eigenlijk op dezelfde manier als dat je een instrument kiest. Je drukt eerst op [Style], en vervolgens kun je met de draaischijf [DIAL] of de [+/YES] en [-/NO] knoppen het nummer kiezen van de stijl die je wilt gebruiken. Op de behuizing staan de stijlen met hun bijbehorende nummers afgedrukt. Bediening van de automatische begeleiding. Wanneer je een liedje op de radio hoort, dan is dat nooit van het begin tot het einde steeds hetzelfde, of steeds hetzelfde ritme. Het begint, dan is er een couplet, dan komt het refrein, nog eens een couplet, refrein en dan komt het einde. Dit kun je met de MD500 ook zo doen. Daarvoor heeft het keyboard een aantal speciale knoppen waarmee je de automatische begeleiding bedient. - Basisbegeleiding en variaties: Het keyboard heeft een aantal variaties voor de automatische begeleiding. Van de basis begeleiding zijn er twee versies, versie A en versie B. Ook wel 'normal' en 'variation' genoemd. A is wat rustiger, bijvoorbeeld geschikt voor het couplet, B is wat steviger en enthousiaster, prima dus voor een refrein. - Fill in: Voor de overgang van A naar B, of om een kort tussenspel in te voegen zijn er de 'Fill in A' en 'Fill in B' knoppen. - Begin en einde: Verder heb je de intro, waarbij het keyboard een voorspel speelt voordat hij naar de basisbegeleiding gaat, en een ending. Wanneer je tijdens het spelen op ending drukt, dan maakt het keyboard een einde aan het liedje op een manier die past bij de gekozen stijl. 14

Automatische begeleiding Hieronder zie je hoe je de bedieningsknoppen van de automatische begeleiding gebruikt:: Sync betekent 'tegelijk'. Wanneer je 'sync start' aanzet begint de begeleiding zodra je een toets op het keyboard speelt. Met 'sync stop' aan, stopt de begeleiding wanneer je de toetsen loslaat. Deze knop gebruik je wanneer je het liedje met een voorspel wilt laten beginnen. Je drukt eerst op 'syncstart', dan op 'intro' en dan speel je het eerste akkoord. Het keyboard speelt nu eerst de intro en komt daarna op de basisbegeleiding. Druk op de knop [A.B.C.] (dat staat voor 'auto bass chord') om de automatische begeleiding aan te zetten. Het keyboard is nu in twee delen gesplitst. Rechts voor de melodie, links voor de akkoorden van de begeleiding. Met deze knop kun je de begeleiding starten en stoppen. De begeleiding begint dan meteen, zonder voorspel. De fill in A en de Fill in B zijn bedoeld om van de basis begeleiding (A) naar de variatie (B) te gaan en weer terug. Wanneer het keyboard de basisbegeleiding speelt en je drukt op Fill in A, dan speelt het keyboard een tussenspel van één maat, en blijft bij A. Druk je op Fill in B, dan volgt er een tussenspel van één maat en gaat het keyboard naar begeleiding B. Dit werkt ook andersom. 15

Automatische begeleiding Beeldscherm en de automatische begeleiding: Op het beeldscherm wordt steeds weergegeven wat de status van de begeleiding is. Je ziet of je de A of B versie speelt, en wanneer het keyboard stand by is, bijvoorbeeld bij de sync functie. Ook geeft het beeldscherm aan wat hij de volgende maat gaat spelen wanneer je op de fill in A of de fill in B hebt gedrukt. Dat voorbeeld zie je hieronder. Het beeldscherm en de begeleiding Naam van de stijl Nummer van de stijl Knippert om aan te geven dat B na de Fill in gespeeld gaat worden Hier zie je het keyboard de maat tellen Volume van de automatische begeleiding Nu is het handig om het volume van de melodie en de begeleiding op elkaar te kunnen afstemmen. Dat kan met de functie 'ACC VOLUME'. Wanneer je op ACC volume [+] of ACC volume [-] drukt wordt de begeleiding harder of zachter. In het beeldscherm zie je aangegeven hoe hard de begeleiding staat. Druk op beide knoppen tegelijk en het volume staat weer op de basis waarde ingesteld. zachter harder Hier zie je de waarde van het volume van de begeleiding. 16

Automatische begeleiding Het tempo van de automatische begeleiding Het ene liedje is veel sneller dan het andere. Daarom moet je het tempo zo instellen dat het past bij wat je speelt. Dat doe je met de [TEMPO+] en [TEMPO-] knoppen. Hieronder zie je die afgebeeld. Wil je het standaard tempo weer terug hebben, dan druk je op allebei de [TEMPO] knoppen tegelijk. In het beeldscherm zie je aangegeven wat het tempo is. Het getal geeft het aantal tellen per minuut aan (Beats Per Minute, oftewel BPM). langzamer sneller Automatische begeleidingen en akkoorden Om de begeleiding te laten weten wat die moet spelen geef je aan de linkerzijde van het toetsenbord akkoorden in. Dat kan op twee verschillende manieren. Single finger en Fingered. Het eerste betekend dat je met één vinger al een akkoord kunt spelen, de meeste speel je met een of twee vingers. Het tweede betekend dat je de akkoorden pakt zoals je dat ook op een piano zou doen. Je gebruikt daarbij alle toetsen waaruit het akkoord bestaat. EEN VINGER SYSTEEM: Bij het een vinger systeem hoef je niet te weten hoe een akkoord is opgebouwd. Je hoeft alleen te weten hoe het heet, en hoe de toetsen heten. Wil een een C akkoord spelen, dan druk je de C op het toetsenbord in. Wil je een G akkoord spelen, dan druk je de G in. Dit zijn de majeur akkoorden Als je wat moeilijkere akkoorden wilt spelen kan dat ook. Voor een mineur akkoord speel je de grondtoon én de eerste zwarte toets links daarvan. Voor een septiem akkoord speel je de grondtoon én de eerste witte toets links daarvan. Voor een mineurseptiem speel je dan de grondtoon én tegelijk de eerste witte en de eerste zwarte toets links. LET OP: Je gebruikt voor het spelen van de akkoorden van de automatische begeleiding alleen het linkergedeelte naast de split! 17

Automatische begeleiding HET 'HELE AKKOORDEN' SYSTEEM: Wanneer je al wat keyboard kunt spelen, of gewoon alle gangbare akkoorden wilt kunnen gebruiken, dan is het 'fingered' systeem beter geschikt. Je moet even weten uit welke tonen ieder akkoord is opgebouwd, maar eigenlijk is dat best goed te doen. De Medeli MD500 begrijpt niet alle akkoorden die er mogelijk zijn, maar wel een hoop. Hieronder in de tabel zie je welke. Er worden alleen de voorbeelden in C gegeven. Voor alle andere toonsoorten zijn dezelfde akkoorden mogelijk.in je leerboek wordt verteld hoe dat allemaal werkt. LET OP: Je gebruikt voor het spelen van de akkoorden van de automatische begeleiding alleen het linkergedeelte naast de split! Akkoorden in 'fingered' mode: 18

Het functie menu Op een modern keyboard als de MD500 zitten heel veel mogelijkheden. De instrumenten en de begeleiding hebben we al besproken. Daarnaast kun je nog allerlei instellingen maken, bijvoorbeeld waar de split tussen het linker instrument en het hoofd instrument moet komen. Dat soort instellingen kun je maken in het 'functie menu'. 1. Daar kom je in door op [FUNCTION+/NEXT] te drukken. Als eerste zie je dan 'transpose' op het beeldscherm staan. Dit is de eerste functie die je kunt aanpassen. 2. Door weer op [FUNCTION+/NEXT] te drukken kom je bij alle programmeerbare functies van dit keyboard. 3. Ben je er voorbij geschoten, je wilt een stapje terug dan gebruik je de [FUNCTION-/BACK] knop. 4. Wanneer je bij de functie bent aangekomen die je wilt veranderen dan doe je dat door op de [+/YES] en de [-/NO] knoppen te drukken. Of je gebruikt de draaischijf [DIAL]. Hieronder zie je een overzicht van alle functies en hun instellingen. Ook zie je hoe de functie op het beeldscherm wordt aangegeven. LET OP: Wanneer je meer dan vijf seconden wacht nadat je op de [FUNCTION] knop hebt gedrukt, floept het keyboard weer terug naar het hoofdscherm. 19

Het functie menu programmeren Omdat alle functies op dezelfde manier geprogrammeerd worden, is er hier een voorbeeld van hoe dat gaat voor de functie 'oktaveren''. Voor de overige functies werkt het dus precies hetzelfde. Verderop wordt nog toegelicht waar de verschillende functies voor dienen. Als voorbeeld nemen we dus de oktaveringsfunctie. We willen het keyboard een oktaaf (=12 halve tonen) omhoog of omlaag stemmen. 1. Eerst druk je op [FUNCTION+/NEXT]. Als eerste zie je dan 'transpose' op het beeldscherm staan. Je bent nu in het functie menu. 2. Je drukt net zo vaak op [FUNCTION+/NEXT] totdat je de functie die je wilt aanpassen in het beeldscherm ziet staan. In ons geval is dat 'OCTAVE' Hier zie je steeds de instelling van de functie waar je mee bezig bent. 3. We willen in dit voorbeeld twéé oktaven omlaag. Met de [+/YES] en de [-/NO] kunnen we de oktavering wijzigen. We drukken dus twee keer op [-/NO]. We kunnen ook de draaischijf [DIAL] gebruiken. Dit is zeker handig bij functies zoals stemmen. 4. Speel op het keyboard om te kijken of de functie verandering is wat we bedoelen en of het bevalt. Zo ja, dan doe je verder niets en het keyboard zal vanzelf uit het functie menu springen, terug naar het hoofdscherm. Data Dial 5. Als het nou niet goed is, of je wilt weer terug naar de basis instelling, dan druk je tegelijk op de [+/YES]/[-/NO] knoppen 6. Wanneer je nog meer functies wilt veranderen dan druk je weer op [FUNCTION+/NEXT], of op [FUNCTION-/BACK]. 20

Het functie menu Toelichting bij de functies Wanneer je met andere instrumenten samenspeelt, kan het handig zijn het keyboard een paar tonen hoger of lager te laten spelen. Ook bijvoorbeeld wanneer je er bij wilt zingen, maar de melodie te hoog gaat. Zonder dat je zelf andere noten hoeft te spelen, speelt het keyboard dan toch in de juiste (gemakkelijkere) toonsoort. Behalve via de menu functie kun je het keyboard ook transponeren met de speciale transpose knoppen. Dit werkt dan het zelfde als met het volume van de begeleiding en het tempo. Je kunt 12 halve tonen omhoog of omlaag transponeren. Een keyboard hoef je eigenlijk niet te stemmen. Het is altijd goed op toon. Maar ook hier is het handig voor als je met anderen samenspeelt, die wat moeilijker even iets hoger of lager kunnen. Of wanneer je wilt meespelen met een CD of zo, waarvan de stemming nét iets anders is dan de standaard 440 Hz. Je kunt in totaal 50ct omhoog of omlaag stemmen, wat neerkomt op ongeveer één halve toon. Oktaveren wil je wanneer je een instrument in een ander bereik wilt bespelen. Bijvoorbeeld wanneer je een basgitaar hebt gekozen, dan zet je die met deze functie een oktaaf lager. Wil je piccolo spelen, dan oktaveer je omhoog. Je kunt deze functie ook gebruiken om interessante combinaties met het tweede instrument te maken. Kies bijvoorbeeld voor zowel het hoofd instrument als het tweede instrument een piano, waarvan je er één twee oktaven hoger instelt. Of kies twee verschillende strings, waarvan je er een een oktaaf lager zet. Met BEAT wordt hier 'maatsoort' bedoelt. Hier stel je de maatsoort in voordat je gaat opnemen in de recorder van de MD500. De metronoom geeft op de eerste tel een accent. Keuze uit 9 verschillende maatsoorten. 21

Het functie menu Hier zie je het nummer van de toets waar de split nu zit. Met deze functie kun je instellen waar het splitpunt tussen de melodie (rechts) en het begeleidings gedeelte (links) van het toetsenbord zit. Dit splitpunt kun je ook instellen door op de toets te drukken waar je het splitpunt wilt hebben. Dit splitpunt geldt meteen ook voor het linker instrument ('lower voice'.) Met deze functie kun je instellen wat het aangesloten voetpedaal doet. Meestal zul je dat voor sustain (klank blijft doorklinken met ingetrapt pedaal) gebruiken, maar je kunt hier instellen dat je het liever als soft pedaal (de klank wordt zachter en wat ronder), start/stop pedaal (voor de automatische begeleiding) of geheugenkeuze pedaal wilt gebruiken. Het toetsenbord van de MD500 is aanslaggevoelig. Dat betekend wanneer je hard speelt het geluid ook harder is dan wanneer je zacht speelt. Net als bij een piano. Hoe gevoelig precies, dat stel je hier in. Er zijn vier instellingen van gevoelig tot nauwelijks gevoelig. Er is ook een stand 'OFF', dan speelt het toetsenbord precies zoals dat van een orgel. Zoals je op je keyboard kunt zien heeft de aanslaggevoeligheid functie ook een eigen knop. Die kun je ook gebruiken. Met deze functie kun je de klank van het gekozen instrument een beetje aanpassen. Wat frisser of juist wat ronder van klank. Standaard staat deze waarde op 96. Wanneer je hier iets veranderd kan dat ook invloed hebben op het volume. Galm (revers) is wat je hoort wanneer je in een grote hall of een kerk hard in je handen klapt. Het geluid komt via de muren bij je terug. In de MD500 zit een digitale galm, waarmee de geluiden veel echter lijken, doordat het net is alsof ze echt in een ruimte spelen. Er zijn een aantal soorten galm (keuze van 0 ~ 7), die allemaal een ander soort ruimte nabootsen. Standaard staat het galmtype op vier, zoals je hiernaast kunt zien... Hoeveel galm je hoort in verhouding tot het instrument zelf hangt af van hoe ver je van het instrument afstaat. Ook dat kun je met de functie REV LEV goed nabootsen. Standaard waarde is 60. 22

Het functie menu Chorus is wat lastiger uit te leggen. Het klinkt een beetje alsof een aantal dezelfde instrumenten samenspelen. Dat klinkt altijd wat voller en omdat er altijd wel wat verschillen zijn wat zweveriger. Zo ook als je de Chorus functie aanzet. Er zijn ook hier acht verschillende types en ook hier kun je het niveau instellen met de functie Cho Lev. Standaard staan deze beide functie op nul, dus dan hoor je géén chorus. Wil je wel chorus horen dan zul je er een moeten kiezen EN het chorus level open moeten zetten. MIDI functies Wanneer je MIDI wilt gebruiken, zul je soms wat instellingen moeten maken wat betreft de zend en de ontvangst kanalen. Dat doe je hier in het functie menu bij 'Receive' en 'Transmit'. Receive gaat over op welk kanaal het keyboard Midi informatie kan ontvangen, transmit gaat over op welk midi kanaal de MD500 kan uitzenden. Standaard staat ontvangen op 'all' (is dus kanaal 01 t/m 16) en uitzenden op kanaal 01. Mixer Behalve het functie menu hebben we ook het mixer menu. Hierin kunnen we de volumes van alle verschillende partijen in de begeleiding én de volumes van het hoofdinstrument, tweede instrument en linker instrument mooi op elkaar afstemmen. Dat gaat als volgt: 1. Druk op de knop [MIXER] en je zit in het mixer menu. Het beeldscherm laat dat ook zien. 2. Druk meermalen op [MIXER], alle verschillende kanalen komen nu een voor een langs. Wanneer je het volume van een instrument wilt wijzigen, doe je dat zoals gebruikelijk met de [+/YES] en [-/NO] knoppen, of de [DIAL]. 23

Mixer 3. Om te merken wat dit doet, moet je wel een begeleiding hebben gekozen en die ook laten lopen. Alle mixerkanalen op een rijtje 4. Wanneer je langer dan vijf seconden niet op een knop drukt, springt het keyboard vanzelf uit de mixer functie terug naar het hoofdmenu. De metronoom De metronoom kun je gebruiken om goed te leren tellen, en ook om ritmes beter te leren lezen en begrijpen. De metronoom speelt in hetzelfde tempo als je hebt ingesteld voor de begeleiding. 1. Druk op [METRONOOM] om de metronoom aan te zetten. Druk nogmaals en hij is weer uit. Je kunt hem gebruiken zonder dat de automatische begeleiding aan staat. Het tempo waarin de metronoom tikt Hier zie je de metronoom de maat tellen. 24

Het geheugen Als je dan een liedje hebt leren spelen, dan heb je daar op een gegeven moment ook een mooie combinatie van begeleiding en melodie instrument voor gevonden. Misschien zet je de begeleiding ook wal wat langzamer dan dat ie standaard staat ingesteld en gebruik je de dual voice. Om al die instellingen te onthouden en steeds weer te maken is omslachtig. Bovendien als je eens optreedt met je keyboard is het wel vreemd als het steeds een halve minuut stil is tussen de nummers door terwijl jij alle instellingen zit te veranderen. Daar is iets op gevonden: een geheugenbank. Er zijn in totaal acht geheugenbanken en iedere geheugenbank heeft zes geheugenlokaties. Die zie je zo zitten op je keyboard (tweede rij onder het beeldscherm) dat zijn de knoppen [M1] tot en met [M6]. Banken kiezen 1. Druk op [BANK]. je ziet heb 'banknummer' op het beeldscherm staan. 2. Met de [+/YES] en [-/NO] knoppen, of met de [DIAL] kies je de bank die je wilt. Data die wordt opgeslagen is: hoofdinstrument, tweede instrument, linkerinstrument, sustain instellingen, begeleiding, tempo, functie instellingen, mixer instellingen, volume van de begeleiding en de oktaverings instelling. Bewaren en oproepen 1. Druk op de knop [STORE] en terwijl je die ingedrukt houdt druk je ook op een van de geheugenlokatieknoppen. Bijvoorbeeld [M1], maar dat kan net zo goed [M3] of een andere zijn. 2. Om een geheugen weer op te roepen, druk je gewoon op de geheugenknop waaronder je de instellingen die je wilt gebruiken zijn opgeslagen. LET OP: Wanneer je [STORE] en [M1] tegelijk ingedrukt houdt terwijl je het keyboard aanzet, dan worden alle geheugens gewist en zijn de geheugens weer zoals ze waren toen het keyboard net uit de fabriek kwam. 25

O.T.S. Een handige functie op de MD500 is de O.T.S.. Deze neemt je een hoop werk uit handen, want als je deze functie gebruikt dan kiest het keyboard welk instrument er mooi past bij de begeleidingsstijl die je gekozen hebt. O.T.S. is de afkorting van 'One Touch Setting' oftewel: 'met één knop alle instellingen maken'. Per begeleiding zijn er vier O.T.S. instellingen, die je eenvoudig kiest door op [M1] ~[M4] te drukken. o.t.s. staat aan 1. Druk op de knop [O.T.S.]. De geheugenlokatieknoppen zijn nu de O.T.S. knoppen. De knoppen [M1] en [M2] zijn voor de normale begeleiding, en de knoppen [M3] en [M4] zijn voor de variatie. Dit kun je goed gebruiken om de spanningsboog van je liedje op te bouwen. 2. Deze O.T.S. knoppen bedienen ook de 'fill ins'. Om een fill in naar normal A te maken druk je op [M1] of [M2], door een fill in naar variatie B te maken gebruik je [M3] en [M4]. O.T.S. werkt op de volgende instellingen: Instrumenten, octavering, volume, reverb type en level, chorus type en level. 3. Je zet O.T.S weer uit door op de knop [O.T.S] te drukken. Nu zijn de knoppen [M1] ~[M6] weer beschikbaar als geheugenknoppen. Opnemen De MD500 biedt de mogelijkheid om de muziek die je op het keyboard speelt op te nemen in het geheugen. Wanneer je het keyboard uitzet gaan de opnamen niet verloren. Er zijn twee manieren van opnemen: RECORD en STEPRECORD. Bij RECORD neem je precies op wat je speelt, bij STEPRECORD programmeer je de noten 'stap voor stap' in, zonder dat echt hoeft te spelen. Dat is handig voor als je een liedje nog niet kent, maar het wel wilt leren. Dan voer je het aan de hand van bladmuziek met STEPTIME in, dan kun je luisteren hoe het klinkt. Zo is het makkelijker om het te leren spelen. 26

Opnemen Opnemen wat je speelt Klaar om op te nemen.. 1. Druk op de knop [RECORD] om het keyboard klaar te maken om te gaan opnemen. Op het beeldscherm gaat het woordje 'rec' aan het de beat staat te knipperen. 2. Druk op [ACCOMP] of op een van de [MELODY] knoppen om het spoor te kiezen waarop je gaat opnemen. 3. Start de opname door op [START/STOP] te drukken, of gewoon door te beginnen met spelen. Let op: Wanneer je een spoor kiest waar al iets op stond, dan wordt dat gewist. 4. Als je klaar bent met opnemen, dan druk je weer op [RECORD]. Het keyboard stopt vanzelf wanneer het geheugen vol Stap voor stap opnemen. In STEPRECORD mode werkt het allemaal een beetje anders. Ten eerste worden eerder gemaakte opnames in STEPRECORD niet gewist wanneer je weer op dezelfde track gaat opnemen met STEPRECORD. Je kunt net zolang doorgaan met noten invoeren totdat het geheugen vol is.. In steprecord heb je twee manieren van opnemen: Met een notenbalk of via DoReMi.. Noten kunnen na elkaar worden opgenomen. Je 'speelt' de noot op het toetsenbord, en geeft dan de waarde (lengte) van de noot aan. Hierna wordt puntsgewijs aangegeven hoe je met de STEPRECORD kunt werken.. De [FUNCTION+/NEXT] en de [FUNCTION-/BACK] knoppen worden veel gebruikt bij STEPRECORD. Het gaat dan eigenlijk om het woord 'next'. Dat betekend 'volgende'. Dus: 'volgende stap'. 'Back' betekend 'terug' of 'vorige'. Dus 'vorige stap'. Zo ga je heen en weer in de muziek die je programmeert. 27

Opnemen Klaar om STEPTIME op te nemen.. Stap voor stap opnemen 1. Druk op [STEP RECORD]. Op het beeldscherm zie je het 'step record' tekentje aanstaan. Ook zie je 'select track' in het beeldscherm. Kies een spoor. 2. Wanneer je een melodie spoor opneemt kun je dus kiezen uit 'staff' en uit 'DOREMI'. Kies met de [+/YES] en/of [- /NO] knop wat je wilt. Druk op [FUNCTION+/NEXT] voor de 3. Druk op [FUNCTION+/NEXT] om verder te gaan in het proces. STAFF: Dit is bedoeld voor jullie die al gewend zijn om noten te lezen. DOREMI: Dit is bedoeld voor iedereen die met eenvoudig notenschrift wilt werken. Je hoeft hierbij niet aan mollen en kruisen te denken. Je geeft aan in welke toonsoort je liedje staat door de toets in te drukken van de grondtoon van de toonsoort. Staat je liedje in E, dan druk je op de E. Het keyboard zorgt er nu voor dat de E ook de eerste noot van de (majeur)toonladder is. 4. Wanneer je ook de begeleiding in STEPRECORD wilt opnemen, kies je nu de 'accomp track'. Dan druk je op [STYLE] om een begeleiding te kiezen. Daarna druk je weer op [FUNCTION+/NEXT]. 5. Nu we dit allemaal hebben gedaan zien we op het beeldscherm informatie over maatnummer, tel en ticks staan. De knoppen die we anders voor geheugen of O.T.S. gebruiken zijn nu om de lengte van de noten aan te geven. Wat knoppen links en rechts daarvan doen ook nog mee, je ziet dat aan de symbolen onder de knoppen. 6. Het werkt als volgt: voor het accomp spoor: je drukt een akkoord in, daarna geef je aan hoe lang dat akkoord moet blijven spelen. Voor een melodie spoor: je drukt een toets in, daarna geef je aan hoelang die noot moet klinken. Met de [+/YES] en [-/NO] en/of de [DIAL] kun je per noot de velocity programmeren. De maat, tel en tick weergave laten je zien hoe ver je bent gevorderd. Hieronder staat (in het Engels) een schema waarop je de mogelijke nootlengtes ( en rustlengtes!) ziet weergegeven. 28

Afspelen De opgenomen song afspelen 1. Druk op [PLAY/STOP] om de opgenomen song af te spelen, en weer te stoppen. 2. Je kunt de opgenomen sporen aan en uit zetten met de desbetreffende knop. Wil je bijvoorbeeld 'Melody 3' of 'Accomp' uit zetten, dan druk je op die knop. 3. Druk je op[play/stop] en er is geen usersong opgenomen, dan zie je 'Null' op het beeldscherm De opgenomen sporen wissen 1. Druk je op [DELETE] en kies dan het spoor dat je wilt wissen. 'Sure?' staat er in het beeldscherm. Druk op [YES] als je wilt wissen, op [NO] wanneer je dat niet wilt. 2. Wanneer een user song of spoor eenmaal is gewist, dan is hij ook echt weg en kan niet meer worden teruggehaald. 29

Hulp bij studie - Usersong Je kunt de user song ook gebruiken voor 'zelf' studie. Je kunt bijvoorbeeld met de 'steprecord' functie bladmuziek inprogrammeren, of je hebt een muziekleraar die een song voor je inspeelt. Vervolgens biedt het keyboard een aantal lesstappen waarmee je dat liedje dan kunt gaan inoefenen. Je kunt de linkerhand (akkoorden van de begeleiding) en de rechterhand (de melodie) apart gaan oefenen. Wanneer je zowel L als R selecteert dan oefen je ze samen. De lessen LES 1. Druk je op [LESSON] en het keyboard staat nu in de 'studie mode les 1'. Kies ook welke hand je gaat oefenen. In les 1 kijkt het keyboard alleen maar of je het ritme van de noten goed speelt. Dus een halve noot moet ook twee tellen duren, en een achtste noot een halve tel. Het keyboard kijkt (nog) niet of het de juiste toonhoogte is. LES 2. Druk je weer [LESSON] dan kom je in 'studie mode les 2'. In les 2 kijkt het keyboard alleen maar de juiste noten (toonhoogte). Dus een C moet een C zijn en een F# een F# Het keyboard kijkt niet of het ritme goed is. LES 3. Druk je weer [LESSON] dan kom je in 'studie mode les 3'. In les 3 kijkt het keyboard zowel naar het juiste ritme als naar de juiste noten. Kortom, je moet het in les 3 echt spelen zoals het liedje gaat. Het keyboard kijkt iedere keer aan het einde van het liedje hoe je het gedaan hebt en geeft dan een beoordeling. De boordelingen zijn: uitmuntend, heel goed, goed, OK en 'nog maar eens proberen ' 30

Hulp bij studie - Songs De 50 ingebouwde songs kun je ook gebruiken voor 'zelf' studie. Dat werkt verder hetzelfde als hiervoor beschreven. De bediening van de songs, dus het voor en achteruit spoelen, stukjes herhalen en dergelijke gaat eigenlijk hetzelfde als bij een CD/DVD speler of videorecorder. 1. Hieronder zie je de knoppen waarmee je dat doet. Dat zijn dezelfde knoppen als waarmee je de automatische begeleiding bedient, maar in 'song' mode dienen ze voor het starten, stoppen en doorspoelen van de songs. 2. Je zet het keyboard in song mode door op [SONG] te drukken. 3. Het kiezen van een song gaat op de gebruikelijke manier met de [+YES] en [-NO] knoppen of met de [DIAL]. 4. Je komt weer uit de song mode door als de song niet afspeelt op [STYLE], [CHORD DICTIONARY], [VOICE], [DULA], of [LOWER] te drukken. Dit is de 'pauze' knop in song mode Deze knop kun je gebruiken om een bepaald stukje steeds te laten herhalen. Druk terwijl de song speelt op [REPEAT A/B] waar je wilt dat de loop begint, en twee keer daar waar de loop moet eindigen. Op het beeldscherm staat nu 'Rpt A-B' en het stukje wordt alsmaar herhaald. Wil je weer gewoon verder spelen dan druk je op [REPEAT A/B] Hiermee start en stop je het afspelen. Wanneer het keyboard in song mode staat worden alle songs achter elkaar door gespeeld en steeds herhaald. Stop je in een bepaalde song en druk je dan weer op start, dan wordt alleen die song steeds herhaald. Voordat de song start met afspelen speelt het keyboard eerst vier tellen vooraf Dit zijn de vooruit en achteruit spoel knoppen. Demo De twee DEMO songs laten horen wat het keyboard allemaal kan. Druk op [DEMO] om de demosongs te starten. Druk weer op [DEMO] om ze weer uit te zetten. 31

Hulp bij studie - Akkoorden Bij het keyboard spelen zijn akkoorden heel belangrijk. Hoe meer je er kent en kunt spelen, hoe meer liedjes je gemakkelijk kunt leren. De MD500 biedt de mogelijkheid akkoorden te leren en het keyboard kan ze ook 'overhoren'. Akkoorden leren DICT 1. Druk op [CHORD DICTIONARY] (akkoorden' boek'). Je zit nu in DICT1 mode. In deze mode geef je aan het keyboard op van welk akkoord je de noten en de vingerzetting wilt weten. Dat doe je door de toetsen vanaf C4 te gebruiken om het soort akkoord aan te geven, en de toetsen vanaf C6 om de grondtoon te bepalen. Als je deze twee gegevens hebt bevestigd dan zie je op het beeldscherm de noten op de notenbalk en de vingerzetting op het klavier aangegeven staan. Akkoorden overhoren DICT 2. Druk weer op [CHORD DICTIONARY] Je zit nu in DICT2 mode. In deze mode geef het keyboard jou een opdracht in de vorm van een willekeurig akkoord. Jij moet dat dan binnen drie seconden op het klavier spelen. Het keyboard gaat dan door naar het volgende akkoord. Speel je niets, dan laat het keyboard zien wat het had moeten zijn. Druk voor een derde maal op [CHORD DICTIONARY] en deze functie staat weer uit. 32

MIDI De afkorting MIDI komt van Musical Instrument Digital Interface. Wat vrij vertaalt zoiets betekend als: afspraak betreffende digitale gegevensoverdracht voor muziekinstrumenten. Dit maakt het mogelijk om verschillende elektronische muziekinstrumenten, maar ook computers en andere apparatuur met elkaar te laten communiceren Midi kent drie soorten aansluitingen: - MIDI IN Informatie van andere MIDI apparatuur kan hier ontvangen worden. - MIDI OUT De informatie die een keyboard, computer of sequencer maakt, komt er hier uit. - MIDI THRU De informatie die binnenkomt bij de MIDI IN wordt ongewijzigd doorgegeven. MIDI THRU is dus bedoelt voor het. doorschakelen van verschillende apparaten. MIDI is oorspronkelijk ontwikkeld om met het ene instrument te kunnen spelen op het andere Je verbind altijd de midi-in met de midi out. De Midi thru is een doorgeefluik. Wat er binnen komt bij de Midi-in wordt ongewijzigd door de Midithru uitgezonden. Zo kun je dus een hele rij van Midi spullen aan elkaar hangen. Al snel bleek dat MIDI ook heel interessant was in combinatie met computers en sequencers. Omdat Midi met 16 verschillende kanalen werkt, kunnen ook zestien verschillende instrumenten tegelijk spelen. Tegenwoordig zelfs vanuit één keyboard. Zoals de MD500. MIDI en de MD500 De MD500 heeft een MIDI OUT aansluiting. Hier komen verschillende MIDI boordschappen uit zoals Program Change, Note, Pitchbend en zo meer. Deze MIDI aansluiting kun je gebruiken om andere keyboards via MIDI te bespelen, of bijvoorbeeld -in combinatie met een computer en sequencer software- een virtuele softsynth. De MIDI IN van de MD500 gebruik je om een computer de instrumenten in de MD500 te laten bespelen. 33

Specificaties Klavier 61 aanslaggevoelige toetsen Instrumenten Polyfonie Begeleidingen Songs DEMO song Programmeerbare Functies Overige functies Opnemen 146 verschillende instrumenten Maximaal 64 stemmig 100 verschillende begeleidingen, met Intro, Ending, Normaal, Variatie en Fill in A en Fill in B. 50 verschillende songs 2 demo songs Transponeren, Stemmen, Oktaveren, Tel, Split punt, Pedaal functie, Klankkleur, Aanslaggevoeligheid, Galm soort, Galm diepte, Chorus type, Chorus diepte. Pitch bend, Tweede instrument, Linker instrument, Sustain, Metronoom, O.T.S. Akkoorden boek, Modulatie. Opnemen van wat je speelt, en stap voor stap opnemen. Geheugen 8 banken met ieder 6 geheugenplaatsten. Aansluitingen DC 12V, Hoofdtelefoon, Aux uit, Sustain, Volume, Midi in/out/thru Gewicht 8.25 kg (zonder batterijen) Afmetingen 955mm (l) x 390mm (b) x 160mm (h) 34

MIDI implementatie tabel 35

Appendix 1 - Lijst van instrumenten 36

Appendix 2 - Lijst van begeleidingen 37

Appendix 3 - Songs Appendix 4 - DEMO's 38

Appendix 5 - Songs 39

Garantie Service centrum: Calimex B.V. Windmolen 32 3642 DB Mijdrecht www.calimex.nl Garantietermijn: 1 jaar vertaling: Allard Krijger> www.fraknoise.nl 40