Toelichting bij Raadsvoorstel Vaststellen diverse verordeningen Participatiewet 2015

Vergelijkbare documenten
GEMEENTE ONDERBANKEN

Verordening. individuele studietoeslag. gemeente Borsele 2015

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za /DV , afdeling Samenleving;

Verordening individuele studietoeslag Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015

WWB- maatregelen. In vogelvlucht Aandachtspunten Verordeningen

Beleidskader en verordeningen Participatiewet Eddy van der Spek Eva Mercks

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Nota van toelichting. Nummer: 14Tl060 Kerkrade, 31 oktober 2014

PARTICIPATIEWET 2015

Verordening individuele studietoeslag gemeente Stein

Korte inhoud : De verordeningen Participatiewet dienen door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

Algemene toelichting bij Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Heemstede 2015

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet ISD Bollenstreek 2015 BESLUIT

Raadsvergadering 15 december Nr.: 8. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Invoering Participatiewet. Portefeuillehouder: Wethouder B.

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet ISD Bollenstreek 2017 BESLUIT

Raadsvoorstel Openbare Raadsvergadering LE - Raadstukken 2014\80

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2014, vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Verordening individuele studietoeslag gemeente Doetinchem 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/4

Algemene toelichting Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Vlissingen 2015

Verordening individuele studietoeslag 2015

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal??

Verordening individuele studietoeslag gemeente Stein 2015

Toelichting Verordening individuele studietoeslag gemeente Heerenveen

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag gemeente Haarlem.

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Verordening individuele studietoeslag gemeente Peel en Maas ( )

Handreiking Modelverordening Participatiewet Deel: Wet maatregelen WWB

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet BMWE 2015

Verordening individuele studietoeslag 2016

De Wijsmaker Training en opleiding

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar J. van Bragt, (t.a.v. J.van Bragt)

Verordening individuele studietoeslag

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

Recht op individuele studietoeslag

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Venray 2017

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Lingewaard 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Het Hogeland 2019

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Lingewaard 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Verordening individuele studietoeslag Zevenaar 2018

besluit vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Beuningen 2015.

Bijlage 9: Advies cliëntenraad Roerdalen en reactie college Bijlage(n) ter inzage: N.v.t.

Verordening individuele studietoeslag Gemeente Gennep gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Gemeente.

Verordening individuele studietoeslag 2015 GR Ferm Werk

De Participatiewet: Verordeningen & beleidsregels. Raadsinformatieavond Gemeente Brunssum 21 oktober 2014

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Urk 2015

Verordening. Individuele Studietoeslag Scherpenzeel 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015

VERORDENING INDIVIDUELE STUDIETOESLAG PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN

gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, Verordening individuele studietoeslag gemeente Heerenveen 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente Hoogeveen 2015.

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van o, met overneming van de daarin vermelde motieven;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Buren

Onderwerp : Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 januari 2015.

Verordening individuele studietoeslag

Verordening individuele studietoeslag ISWI.

Raadsvoorstel. Aanleiding. Datum

"VERORDENING INDIVIDUELE STUDIETOESLAG 2015".

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 2015 gemeente Midden-Drenthe 1

gelet op artikel 8 eerste lid onderdeel c van de Participatiewet en artikel 7 lid 1 van de gemeenschappelijke regeling 2010 ISD Noordoost;

BIJLAGE TOELICHTING OP DE VERORDENING PARTICIPATIEWET

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

Bekendmaking Verordening individuele studietoeslag gemeente Druten 2015 en Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Druten 2015

Raadsvoorstel Zeewolde

Toelichting. Algemeen. Verbeteren positie arbeidsmarkt arbeidsgehandicapten

*Z F6* Verordening individuele studietoeslag gemeente Goeree-Overflakkee

Participatiewet en Maatregelen WWB per 1 januari 2015

Participatiewet. Wetgeving

Modelverordening individuele studietoeslag Participatiewet versie 2

Verordening individuele studietoeslag. Gemeente Kerkrade

Handreiking Modelverordening Participatiewet Deel: Wet maatregelen WWB

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Addendum 2015 op Meerjarenbeleidsplan ISD BOL in verband met Participatiewet 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

Een nieuwe taak voor gemeenten

Participatiewet. Beide medewerkers van Het Plein (Lochem en Zutphen)

GEMEENTEBLAD

Gemeente Kerkraãe. Ontwerpbesluit raadsvergadering d.d De raad van de gemeente Kerkrade;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders gemeente Albrandswaard ( ) d.d.

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet;

Inleiding Bijgaand treft u de een reeks verordeningen aan in het kader van de Participatiewet.

\ Raadsvoorstel Zaak 13150

agendanummer afdeling Simpelveld VII- 60 IBR 7 oktober 2014 Verordeningen i.r.t. de Participatiewet 37510

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017,

Verordening individuele studietoeslag en individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015.

besluit B en W Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ; b e s l u i t e n :

VERORDENING INDIVIDUELE STUDIETOESLAG GEMEENTE DEVENTER 2015

Transcriptie:

Toelichting bij Raadsvoorstel Vaststellen diverse verordeningen Participatiewet 2015 1. Inleiding/aanpak Vanaf 2015 krijgen gemeenten er een omvangrijk takenpakket bij in het sociaal domein. Naast de invoering van de Participatiewet, wordt de verantwoordelijkheid over de gehele keten van zorg voor jeugd aan gemeenten overgedragen en worden diverse extramurale functies uit de AWBZ overgeheveld naar de WMO. De gemeenten dienen zich optimaal voor te bereiden op de (wets)wijzigingen die per 1 januari 2015 in werking treden. Deze wetswijzigingen betreffen in het bijzonder de: Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten (verder: Wwbmaatregelen); en de Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere wetten gericht op bevordering deelname aan de arbeidsmarkt voor mensen met arbeidsvermogen en harmonisatie van deze regelingen (Invoeringswet Wet werken naar vermogen) (verder: Participatiewet); en Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Wet op het kindgebonden budget, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet studiefinanciering 2000 en enige andere wetten in verband met hervorming en versobering van de kindregelingen (verder: Wet hervorming kindregelingen). In de nota wordt steeds verwezen naar de Participatiewet, maar bedoeld worden steeds de hierboven genoemde wetswijzigingen. De eerste twee genoemde wetswijzigingen vormen vanaf 1 januari 2015 samen de Participatiewet waarbij de beleidsvelden werk en inkomen een vergaande integrale benadering kennen. Met beide wetswijzigingen wordt in hun onderlinge samenhang daarnaast een activerende werking beoogd. De hervorming kindregelingen en Wwb-maatregelen hebben ook invloed op de Ioaw en Ioaz. De nadruk ligt hier echter op de Wwb. De Wwb zal overigens in naam niet meer voortbestaan vanaf 1 januari 2015 maar volledig opgaan in de Participatiewet. Derhalve dient daar waar de naam Wwb vermeld wordt deze als Participatiewet gelezen te worden. Uiteraard maken de hierboven genoemde drie wetswijzigingen tevens onderdeel uit van de overige decentralisaties. Naast deze wetswijzigingen zullen er nog andere zaken invloed hebben op de Wwb, Ioaw en Ioaz. De gemeenten in Parkstad Limburg hebben besloten, conform de wens van de wetgever, de uitvoering van de Participatiewet (zoveel mogelijk) gezamenlijk op te pakken. Daarmee is er sprake van het voortzetten van een gezamenlijke aanpak op het terrein van werk en inkomen, die ook de afgelopen jaren al gezamenlijk is opgepakt (WWB-verordeningen zijn regionaal afgestemd). 1

Onderstaand zijn zowel voor re-integratie/participatie als voor inkomen de beleidsuitgangspunten geformuleerd die het kader scheppen waarin de implementatie van de Participatiewet in de regio Parkstad Limburg moet worden gerealiseerd. 2. Opdracht Participatiewet De gemeentelijke opdracht die in de Participatiewet is opgenomen, vraagt een integrale aanpak waarbij inkomensbeleid en participatiebeleid elkaar ondersteunen en versterken. Dat betekent randvoorwaarden scheppen in de vorm van inkomensvoorzieningen en schuldhulpverlening maar ook handhaven en motiverende en stimulerende maatregelen benutten. Met de Participatiewet worden ook de Wet maatregelen Wet Werk en Bijstand (en enkele andere wetten) van kracht. De technische aanpassingen in de wet laten de gemeente weinig beleidsruimte en hebben een grote impact op de burgers. Vooral de kostendelersnorm heeft een groot effect op de inkomenssituatie van de burger en vraagt om zorgvuldigheid. De wet Maatregelen WWB (en enkele andere wetten) geeft invulling aan het regeerakkoord van het Kabinet Rutte II. De wet voorziet in maatregelen die sociale zekerheidsregelingen overeind en toegankelijk houden én in maatregelen voor mensen die het zonder extra steuntje in de rug niet redden. De regering spreekt bijstandsgerechtigden aan op de eigen mogelijkheden, tegelijkertijd oog houdend voor de menselijke maat. Hierbij komt de regering met een meetlat om diverse arbeidsverplichtingen te uniformeren en om naleving te verbeteren. De ruimte voor maatwerk blijft in stand. De Participatiewet is ook gericht op de toekomstbestendigheid van de bijstand. Of, met andere woorden, de bijstand houdbaar en toegankelijk houden bij toenemende vergrijzing en dalende beroepsbevolking. Daarom versterkt de regering met deze wet het vangnetkarakter van de bijstand. Door sommige maatregelen (op het gebied van inkomen) moeten bestaande verordeningen aangepast, ingetrokken of nieuwe verordeningen gemaakt worden. Het gaat om de volgende maatregelen: Kostendelersnorm in bijstand De kostendelersnorm is van toepassing op personen van 21 jaar en ouder die een woning delen met een of meer meerderjarige personen. Het aantal kostendelers bepaalt de hoogte van de uitkering. De ingangsdatum is 1 januari 2015. Voor cliënten met een bestaande bijstandsuitkering geldt een overgangsperiode van een half jaar. De uitzondering MKOB van middelentoets WWB De inkomsten uit de koopkrachttegemoetkoming voor ouderen (Mogelijkheid Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen) worden niet gezien als inkomen. Deze technische aanpassing heeft met name effect op bijzondere bijstandsaanvragen door burgers in de pensioengerechtigde leeftijd. Verruiming periode van verrekening en wijziging mogelijkheid terugvordering Het college (DB) kan de in de voorafgaande maanden ontvangen middelen met de algemene bijstand verrekenen. De periode waarop we terugkijken gaat naar 6 maanden (was 3 maanden). Daarnaast wordt het mogelijk terug te vorderen van een verzwegen gezinslid. 2

Intensivering armoedebeleid Er komen extra gelden voor armoedebeleid. Geprobeerd wordt om de inzet van de extra middelen zoveel mogelijk regionaal af te stemmen en een aantal prioritaire doelgroepen aan te wijzen. Individualisering langdurigheidstoeslag De langdurigheidstoeslag wordt vervangen door een individuele inkomenstoeslag. Om die reden is de nieuwe verordening Individuele Inkomenstoeslag vormgegeven. Die is gebaseerd op de huidige langdurigheidstoeslag. Verdere uitwerking van de verordening vindt plaats in nadere beleidsregels. Afschaffen categoriale bijzonder bijstand Er komen minder mogelijkheden voor categoriale bijzondere bijstand. Het college mag alleen nog categoriale bijzondere bijstand verstrekken voor een collectieve aanvullende zorgverzekering of voor de premie van een dergelijke verzekering. Voor de regio Parkstad Limburg is dit de collectieve ziektekostenverzekering IZA CURA. De verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen wordt ingetrokken. Verplichting zich te onthouden van zeer ernstige misdragingen jegens uitvoerende instanties en de harmonisering van diverse arbeidsverplichtingen leiden tot een aangepast Maatregelenbeleid De Wet maatregelen WWB introduceert in de Participatiewet diverse uniforme arbeidsverplichtingen. Als een belanghebbende zo n arbeidsverplichting schendt, dan verlaagt het college de bijstand in ieder geval met 100% voor een periode van ten minste één maand.de Afstemmingsverordening wordt aangepast aan de wettelijk verplichte wijzigingen. 3. Beleidsuitgangspunten Participatiewet / maatregelen WWB Om de Participatiewet (incl. Maatregelen WWB) goed te implementeren, willen wij in Parkstad Limburg de nieuwe onderdelen integraal (participatie en inkomen niet los van elkaar) invoeren. Bij de invulling van de verordeningen zijn de volgende beleidsuitgangspunten van de BOLgemeenten als vertrekpunt genomen: Beleidskaders van het integraal sociaal domein; Beleidskaders 2014-2015Arbeidsmarktbeleid Parkstad Limburg. Deze beleidskaders zijn: Een optimale beantwoording van de (arbeids-) vraag van werkgevers en meer mensen aan het werk. Ons vertrekpunt is: iedereen doet mee naar vermogen. Meedoen is niet vrijblijvend. Eigen kracht en verantwoordelijkheid staan centraal. We kiezen voor een integrale, sociaal domein brede, aanpak. Voor mensen die inkomensondersteuning nodig hebben, blijft er een sociaal vangnet in de vorm van een bijstandsuitkering. Hierbij zijn de hierboven genoemde uitgangspunten onverkort van toepassing. 3

Voor alle burgers geldt, dat participatie/re-integratie voorop staan: van iedere burger wordt een vorm van participeren verwacht. De uitgangspunten kort toegelicht: Samen met onze partners: Hoewel de gemeenten op basis van de wetgeving de regie hebben op de uitvoering kan dit alleen een succes worden als we dit samen met onze partners, de werkgevers in de regio, UWV, WOZL, Onderwijs- en zorgorganisaties en de cliëntenorganisaties oppakken. Ook van de werkzoekenden wordt daarin een actieve bijdrage verwacht Iedereen doet mee naar vermogen: Ieder mens heeft talenten. Wij gaan er vanuit dat die talenten worden ingezet om zo goed mogelijk zelfstandig in het bestaan te kunnen voorzien. We stellen de mogelijkheden van mensen als uitgangspunt voor de uitvoering. Niet vrijblijvend: De inspanning om mee te doen is niet vrijblijvend en gericht op een zo kort en minimaal mogelijke ondersteuning. Burgers die zich onttrekken aan deze inspanning moeten rekening houden met een sanctie. Eigen kracht en verantwoordelijk: Iedere burger heeft en neemt naar vermogen verantwoordelijkheid voor het vinden van oplossingen voor de problemen die hij/zij in het leven tegenkomt. Integrale aanpak: Problemen rond het vinden en behouden van (betaald) werk hangen veelal samen met problemen op andere leefgebieden (gezondheid, huisvesting,schuldenetc). Bij de ondersteuning die vanuit de Participatiewet geboden kan worden, is samenwerking en optimale afstemming met de andere disciplines binnen het sociaal domein een vereiste. We sluiten daarbij aan bij de problemen van burgers op alle leefgebieden. Samenhang werk en inkomen: Voor burgers die wel kunnen werken, maar dat nog niet effectief doen, kan er sprake van zijn dat er een beroep moet worden gedaan op een uitkering. Het verstrekken van een uitkering heeft bij een sterke relatie met de re-integratie activiteiten. Naast werk loopt er tevens een inkomensvraagstuk bij een klant. Het koppelen van deze functies heeft een positieve invloed op de (financiële) resultaten: besparing op uitkeringen versus middelen voor re-integratie, en op een effectieve uitvoering van de re-integratie. Bovendien maakt het samenbrengen van alle functies optimale ontschotting van de financiën mogelijk, waardoor een efficiënte en effectieve inzet van de schaarse middelen beter kan worden geborgd en een effectieve benutting van die middelen wordt vergroot. 4

Aanvullende uitgangspunten: Fraude mag niet lonend zijn (vastgelegd in dehandhavingsverordening en de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive) versus het zich niet houden aan een afspraak mag niet leiden tot een uithuiszetting voor het hele gezin. Zich niet houden aan afspraken, heeft (in principe) altijd consequenties voor de uitkering (vastgelegd in de Afstemmingsverordening) Langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen, kan leiden tot een beroep op vormen van bijzondere bijstand (vastgelegd in de Verordening individuele inkomenstoeslag; minimaregelingen; overige bijzondere bijstand); 4. Verordeningen Wijzigingen/nieuwe verordeningen m.b.t. inkomen Onderstaand is een overzicht opgenomen van de wijzigingen m.b.t. de verordeningen t.a.v. het inkomensbeleid: 4.1. Intrekken verordeningen De volgende verordeningen komen vanwege de wetswijzigingen te vervallen: 4.1.1. Verordening maatschappelijkeparticipatie schoolgaande kinderen ISD BOL Het DB ISD BOL is onder de huidige WWB bevoegd om bijzondere bijstand categoriaal toe te kennen aande volgende groepen of voor de volgende kostensoort: aangewezen groepen personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt (artikel 35lid 3 WWB); chronisch zieken en gehandicapten (artikel 35 lid 4 WWB); huishoudens met kinderen voor kosten in verband met maatschappelijke participatie enontwikkeling (artikel 35 lid 5 WWB); een collectieve aanvullende zorgverzekering of een tegemoetkoming in de kosten van depremie van een collectieve ziektekostenverzekering (artikel 35 lid 6 WWB). Het DB ISD BOL kan in verband met wijziging van het huidige artikel 35 WWB - uitsluitend categoriale bijzonderebijstand verlenen voor een collectieve aanvullende zorgverzekering of een tegemoetkoming in dekosten van de premie van zo'n verzekering (artikel 35 Participatiewet). De verordening maatschappelijke participatie vervalt derhalve van rechtswege per 1 januari 2015. Het is vanaf 2015 niet meer toegestaan om aan deze doelgroep categoriale bijzondere bijstand te verstrekken. Artikel 8 lid 1 onderdeel g WWB wordt niet genoemd in artikel 78z Participatiewet. Dit betekent dat er geen overgangsrecht van toepassing is. De gemeenteraad wordt voorgesteld om de verordening in te trekken per 1/1/2015. Dat is duidelijker dan het van rechtswege laten vervallen van de verordening. 5

4.1.2. Toeslagenverordening ISD BOL De Wet maatregelen WWB voegt de kostendelersnorm toe aan de Participatiewet (artikel 22a Participatiewet). De kostendelersnorm is van toepassing op personen van 21 jaar en ouder indien debijstandsgerechtigde de woning deelt met een of meer meerderjarige personen. De invoering van de kostendelersnorm is per 1 januari 2015 voor nieuwe instroom. Voor het zittend bestand gaat de kostendelersnorm in de Participatiewet in op 1 juli2015. De invoeringsdatum van de kostendelersnorm in de IOAW en IOAZ is voorzien per 1 juli 2015. De verplichting van de gemeenteraad om een toeslagen-/verlagingenverordening vast te stellen, vervalt met ingangvan 1 januari 2015. Alleen artikel 27 Participatiewet (verlaging wegenslagere woonkosten) en artikel 28 Participatiewet (schoolverlatersverlaging) blijven bestaan. Metbetrekking tot deze 2 artikelen kan het college (DB ISD BOL) beleidsregels formuleren. De bedoeling is om t.a.v. deze 2 doelgroepen op regionaal niveau beleidsregels te formuleren. De toeslagenverordening blijft gelden tot 6 maanden na de dag van inwerkingtreding (1 juli 2015)op grond van artikel 8a Participatiewet (artikel 78z lid 6 Participatiewet). Verzocht wordt om de Verordening toeslagen en verlagingen in te trekken per 1 juli 2015. Dat is duidelijker dan het van rechtswege laten vervallen van de verordening. 4.1.3. Verordening Langdurigheidstoeslag De langdurigheidstoeslag wordt vervangen door een individuele inkomenstoeslag. Aan de bijstand ligthet uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeennoodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginseltoereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimuminkomen zijnaangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijnom door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden is bij de invoering van de WWB in2004 de langdurigheidstoeslag in het leven geroepen. Sinds 1 januari 2009 is delangdurigheidstoeslag gedecentraliseerd naar de gemeenten. Ook is de langdurigheidstoeslag sinds die datum eenbijzondere vorm van (categoriale) bijzondere bijstand. Per 1 januari 2015 vervangt de individueleinkomenstoeslag de langdurigheidstoeslag. Verzocht wordt om de Verordening Langdurigheidstoeslag in te trekken per 1 januari 2015. Dat is duidelijker dan het van rechtswege laten vervallen van de verordening. 4.2. Nieuwe verordeningen m.b.t. inkomen De gemeenteraad wordt verzocht om de volgende nieuwe (gewijzigde) verordeningen vast te stellen: 4.2.1. Verordening individuele inkomenstoeslag ISD BOL In het Regeerakkoord is afgesproken dat de langdurigheidstoeslag in de bijstand wordt vervangen door een individuele toeslag. Deze toeslag is bestemd voor personen die langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen en geen zicht op inkomensverbetering hebben. Voor de langdurigheidstoeslag gold dat het DB ISD BOL de langdurigheidstoeslag moest verlenen als eenbelanghebbende voldoet aan de voorwaarden daarvoor. Onder de 6

Participatiewet kan het DB ISD BOL eenindividuele inkomenstoeslag verlenen. Het toekennen van een individuele inkomenstoeslag isdaarmee een bevoegdheid geworden en geen verplichting. Dit kan ertoe leiden dat het DB ISD BOL ookkan afzien van het toekennen van een individuele inkomenstoeslag, ook al voldoet eenbelanghebbende wel aan de voorwaarden voor een dergelijke toeslag. Het is echter niet mogelijk te bepalen dat in het geheel nooit een individuele inkomenstoeslag wordtverstrekt. Dit blijkt mede uit de nadere regels die bij verordening moeten worden gesteld metbetrekking tot het verstrekken van de individuele inkomenstoeslag. Het is echter wel toegestaan nog voor dat de verdere toetsing plaatsvindt - de wettelijke doelgroep nader af te bakenen en bijvoorbeeld bepaalde groepen - zoals studenten - uit te sluiten. 4.2.2. Afstemmingsverordening ISD BOL De Wet maatregelen WWB introduceert in artikel 18 lid 4 Participatiewet diverse geüniformeerde arbeidsverplichtingen. Indien een belanghebbende een geüniformeerde arbeidsverplichting schendt dan verlaagt het Dagelijks Bestuur van ISD BOL de bijstand in ieder geval met 100% voor een bij afstemmingsverordening vastgestelde periode van ten minste 1 maand en ten hoogste 3 maanden. In de bijgevoegde afstemmingsverordening wordt voorgesteld om bij schending van een geüniformeerde arbeidsverplichting de bijstand voor 1 maand 100% af te stemmen. Deze geüniformeerde arbeidsverplichtingen uit de Participatiewet zijn: a. het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid; b. het uitvoering geven aan de door het college opgelegde verplichting om ingeschreven te staan bij een uitzendbureau; c. het naar vermogen verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid in een andere dan de gemeente van inwoning, alvorens naar die andere gemeente te verhuizen; d. bereid te zijn om te reizen over een afstand met een totale reisduur van 3 uur per dag, indien dat noodzakelijk is voor het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid; e. bereid zijn om te verhuizen, indien het college is gebleken dat er geen andere mogelijkheid is voor het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, en een belanghebbende een arbeidsovereenkomst met een duur van tenminste 1 jaar en een netto beloning die ten minste gelijk is aan de voor de belanghebbende geldende bijstandsnorm, kan aangaan; f. het verkrijgen en behouden van kennis en vaardigheden, noodzakelijk voor het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid; g. het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid niet belemmeren door kleding, gebrek aan persoonlijke verzorging of gedrag; h. het gebruik maken van door het college aangeboden voorzieningen, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling en mee te werken aan onderzoek naar zijn of haar mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. De maatregelen t.a.v. bovenstaande gedragingen zijn derhalve geschrapt uit de verordening. 7

4.2.3. Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive ISD BOL Met ingang van 1 januari 2015 zijn in artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet geüniformeerde arbeidsverplichtingen opgenomen. Voor het schenden van deze verplichtingen geldt dat de bijstand in beginsel moet worden verlaagd met 100% gedurende 1 tot 3 maanden. Bij een eerste gedraging is dit 100% gedurende 1 maand, bij recidive 2 maanden en bij herhaalde recidive 3 maanden. Bij het schenden van de inlichtingenplicht wordt bij een eerste gedraging de bestuurlijke boete verrekend tot de beslag vrije voet (10% van de bijstandsnorm). Bij recidive staat het gemeenten vrij om de hoogte van de verrekening te bepalen tot een maximaal van 100% van de bijstand gedurende 3 maanden. Om het schenden van de verplichtingen in het kader van arbeidsinschakeling niet zwaarder te laten bestraffen dan fraude wordt de hoogte van de maatregel voor zowel recidive bij het schenden van de inlichtingenplicht en het zeer ernstig misdragen jegens ambtenaren 100% van de toepasselijke bijstandsnorm. De duur is vastgelegd in de verschillende verordeningen. In de verordening is vastgelegd om van de maximale bevoegdheid tot verrekenen gebruik te maken. De verrekening bedraagt 100% van de toepasselijke bijstandsnorm gedurende drie maanden. 4.2.4. Handhavingsverordening ISD BOL Artikel 8b van de Participatiewet schrijft voor dat de gemeenteraad in het kader van het financiële beheer bij verordening regels stelt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Hierin is niets veranderd. In de nieuwe Handhavingsverordening wordt de verwijzing gemaakt naar het Handhavingsplan 2013-2017 van ISD BOL. Hierin is de aanpak met betrekking tot handhaving opgenomen. 4.2.5. Verordening Cliëntenparticipatie ISD BOL Artikel 47 van de Participatiewet draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen: - die algemene bijstand ontvangen; - als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend; - personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet; - personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet; 8

- personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; - personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; - personen zonder uitkeringen die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het DB ISD BOL aangeboden voorziening. Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen, worden de leden van de cliëntenraad worden ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen. Op grond van de huidige verordening cliëntenparticipatie (op grond van de WWB) is er in de BOL-gemeenten een cliëntenraad WWB actief. Hiermee voldoen de gemeenten aan de wettelijke verplichting. In het kader van de integrale aanpak in het sociaal domein, heeft de gemeente Brunssum besloten om de cliëntenparticipatie op grond van de Participatiewet (incl. oud -WSW ), de WMO en de Jeugdwet integraal vorm te geven. Hiertoe wordt er een integrale cliëntenraad opgericht, die het brede sociaal domein integraal vertegenwoordigt. De gemeente Onderbanken heeft aangegeven dat zij ook per 1-1-2015 kiezen voor 1 integrale adviesraad. De gemeente Landgraaf kiest er vooralsnog voor om de huidige structuur van separate cliëntenraden te handhaven. Omdat iedere gemeente kiest voor een eigen invulling/structuur t.a.v. cliëntenparticipatie, is er geen sprake meer van een gezamenlijke cliëntenraad op BOL-niveau. De Verordening cliëntenparticipatie ISD BOL 2012 wordt derhalve ingetrokken. Er wordt aan het DB ISD BOL geen nieuwe verordening cliëntenparticipatie aangeboden, maar de BOL-gemeenten zullen ieder zelf de verordening voor cliëntenparticipatie opstellen en gezamenlijk met de andere Verordeningen in het kader van de Participatiewet in procedure brengen naar college/gemeenteraad. 4.2.6. Verordening individuele studietoeslag ISD BOL De Participatiewet introduceert een studieregeling voor arbeidsbeperkte studenten. De individuele studietoeslag is een vorm van bijzondere bijstand. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor mensen van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn het minimumloon te verdienen. Mensen met een arbeidshandicap hebben volgens de regering een extra steuntje in de rug nodig als het gaat om studeren. Voor hen is de drempel om te lenen een stuk hoger, omdat de kans op een baan later lager is. Het afronden van een studie versterkt de positie op de arbeidsmarkt. Een diploma is een bewijs tegenover werkgevers dat iemand gemotiveerd is en veel in zijn mars heeft. De studietoeslag stimuleert mensen om toch de stap te zetten om naar school te gaan of een studie te gaan volgen.ook biedt het een financiële compensatie voor het feit dat het voor deze groep vaak moeilijk is om de studie te combineren met een bijbaan. De hoogte van de studietoeslag is gebaseerd op de hoogte van de individuele inkomenstoeslag voor een alleenstaande. De individuele studietoeslag is een 9

inkomensondersteunende maatregel voor personen die tot de doelgroep behoren en is niet gerelateerd aan daadwerkelijk gemaakte kosten. Omdat de aard van deze regeling gelijkenissen vertoond met de individuele inkomenstoeslag, is voor wat betreft de hoogte van het bedrag, daarbij aansluiting gezocht (zie Verordening individuele inkomenstoeslag ISD BOL 2015). De hoogte van de studiefinanciering is toereikend om te voorzien in de kosten van studie en levensonderhoud. De studietoeslag is een bijdrage om extra kosten, waarin de studiefinanciering niet voorziet, te kunnen financieren. Dit is vergelijkbaar met het verstrekken van de individuele inkomenstoeslag. Derhalve is de hoogte van de studietoeslag, zoals opgenomen in de verordening, gelijk aan de hoogte van de individuele inkomenstoeslag voor een alleenstaande. 4.3. Uitgangspunten m.b.t. re-integratie/participatie: De doelstelling van de Participatiewet is om zo veel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Daarnaast is de Participatiewet bedoeld om de kansen op arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of een arbeidsbeperking op de lange termijn te verbeteren. Zo draagt de Participatiewet bij aan de ambitie van de regering om zoveel mogelijk mensen mee te laten doen aan de maatschappij. Gemeenten krijgen met de Participatiewet de ruimte om zelf, op lokaal niveau, te bepalen of zij ondersteuning aanbieden en zo ja, welke ondersteuning. De Participatiewet biedt gemeenten de mogelijkheid om zowel bestaande als nieuwe re-integratievoorzieningen in te zetten. Doelgroep Participatiewet De doelgroep van de Participatiewet bestaat uit mensen met arbeidsvermogen die zijn aangewezen op, al dan niet tijdelijke, ondersteuning om in hun bestaan te voorzien en/of op ondersteuning om aan het werk te komen. In de huidige situatie bestaan voor mensen met arbeidsvermogen verschillende regelingen: de Wajong, de Wsw en de WWB. Deze regelingen worden vervangen door één regeling voor mensen met arbeidsvermogen: de Participatiewet. Wajongers uit het zittend bestand behouden echter hun Wajong-uitkering. De Wsw wordt met ingang van 1 januari 2015 afgesloten voor nieuwe instroom; de WSW-wachtlijst vervalt. De Wsw blijft bestaan voor de mensen die vóór 1 januari 2015 al in een Wswdienstbetrekking werkzaam zijn. Mensen die op 31 december 2014 in een Wswdienstbetrekking werken, houden hun wettelijke rechten en plichten. Nieuwe re-integratievoorzieningen De Participatiewet vestigt de aandacht op diverse nieuwe re-integratievoorzieningen die specifiek in de wet worden benoemd. Het gaat om: beschut werk, loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d Participatiewet, ondersteuning bij leer-werktrajecten en persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van aan een persoon opgedragen taken. Naast de nieuwe in de Participatiewet geregelde reintegratievoorzieningen, blijven gemeenten beschikken over alle bestaande instrumenten en voorzieningen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reintegratietrajecten en werkervaringsplaatsen. 10

Een van de instrumenten die gemeenten kunnen inzetten is de nieuwe voorziening beschut werk. Gemeenten kunnen met deze voorziening mensen in een beschermde omgeving in een dienstbetrekking laten werken. Het betreft mensen die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig hebben dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze in dienst neemt. Mensen die (nog) niet in een reguliere baan kunnen werken, kunnen op basis van de Participatiewet in een beschutte werkomgeving aan de slag. Wajong-uitkering Mensen met een Wajong-uitkering gaan niet onder de doelgroep van de Participatiewet vallen. Voor deze doelgroep blijft het aparte regime van de Wajong bestaan en blijft het UWV verantwoordelijk. Het zittend bestand van de Wajong zal wel herbeoordeeld gaan worden op arbeidsvermogen. Wajongers die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben, behouden hun uitkering van 75% wettelijk minimumloon. De groep Wajongers met arbeidsvermogen en Wajongers die tijdelijk geen arbeidsvermogen hebben, krijgen na de herbeoordeling te maken met een uitkeringsverlaging van hun Wajong-uitkering naar 70% wettelijk minimumloon per 1 januari 2018. 4.4. Nieuwe verordeningen participatie/reintegratie Onderstaand worden kort de nieuwe/gewijzigde verordeningen m.b.t. Participatie/reintegratie toegelicht: 4.4.1. Participatieverordening ISD BOL Er is gekozen voor een algemene, globale verordening. Dit heeft te maken met de aard van de opdracht die de raad heeft gekregen, te weten het bij verordening regels stellen waarin het beleid van de gemeente ten aanzien van haar re-integratietaak wordt neergelegd. Hieruit moet onder andere aandacht blijken voor de in de Participatiewet onderscheiden doelgroepen en de daarbinnen te onderscheiden subgroepen. Dit leent zich niet tot het formuleren van gedetailleerde regels die op iedere situatie van toepassing zijn. Immers, reintegratie is maatwerk. Het is helemaal afhankelijk van iemands mogelijkheden en beperkingen wat in het concrete geval een passend re-integratietraject is. Daarom wordt aan het college de bevoegdheid gegeven om op een aantal punten eigen afwegingen te maken. Artikel 10 van de Participatiewet bepaalt dat personen uit de doelgroep aanspraak hebben op ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en de door het college noodzakelijk geachte voorziening binnen de kaders van de re-integratieverordening. Daarom is ervoor gekozen in de verordening de voorzieningen vast te leggen die het college in ieder geval kan aanbieden. 4.4.2. Verordening Loonkostensubsidie ISD BOL Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet. Overeenkomstig deze bepaling dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te stellen over de doelgroep loonkostensubsidie en de loonwaarde. De regels dienen in ieder geval te bepalen: - de wijze waarop wordt vastgesteld wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, en - de wijze waarop de loonwaarde wordt vastgesteld. 11

4.4.3. Verordening Tegenprestatie ISD BOL In artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet en in artikel 37 IOAW en artikel 37 IOAZ is vastgelegd dat degenen die een uitkering ontvangen op grond van deze wetten verplicht zijn om een maatschappelijk nuttige tegenprestatie te verrichten. Deze activiteiten vinden plaats naast of in aanvulling op reguliere arbeid. Daarnaast mogen deze activiteiten niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Vanaf de datum van melding is iedere belanghebbende in de leeftijd van 18 jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd verplicht deze tegenprestatie naar vermogen te verrichten. In artikel 8a, eerste lid, onderdeel b van de Participatiewet is de verordeningsplicht neergelegd. Hierin worden regels opgenomen met betrekking tot de duur, omvang en inhoud van de tegenprestatie naar vermogen. 5. Tot slot Uitgangspunt bij de Verordeningen is dat deze beleidsarm zijn. In nadere beleidsregels wordt e.e.a. verder uitgewerkt. De volgende onderwerpen worden uitgewerkt in beleidsregels: Tegenprestatie Premiebeleid Loonkostensubsidies Participatievoorzieningen Beschut werk Inkomenstoeslag Studietoeslag Terugvordering en verhaal Verlaging Minimabeleid/Bijzondere bijstand De beleidsregels worden vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van ISD BOL. 12