Marktanalyse Sector Geestelijke Gezondheidszorg en Maatschappelijke Opvang. Versie: Definitief

Vergelijkbare documenten
Regionale marktanalyse Wlz

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Marktanalyse 2016 Zuid-Hollandse Eilanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Marktanalyse 2016 Zeeland

Marktanalyse 2016 Zuid-Limburg

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Marktanalyse 2016 West-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Marktanalyse 2016 Haaglanden

Samenwerking informatievoorziening gemeenten en landelijke uitvoering in de zorg

Rapportage Impactmonitor begeleiding

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Marktanalyse Zuid Hollandse Eilanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Begeleiding AWBZ Ontwikkelingen aanspraak AWBZ-functie BG Gemeente 's-gravenhage

Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg

Marktanalyse 2017 Haaglanden

Begeleiding in beeld. Nederland. 1 januari Feiten en cijfers over cliënten met een indicatie van het CIZ. 1 juli 2012

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Samen maken we de zorg persoonlijk

Marktanalyse 2018 Zuid-Limburg

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Samen maken we de zorg persoonlijk

CIZ Basisrapportage AWBZ

DECENTRALISATIE BEGELEIDING BIJEENKOMST VOOR FRIESE GEMEENTEN OVER DE DATA SET DE KLANT ALS KOMPAS. Zorgkantoor Friesland 15 december 2011

OVERBRUGGINGSZORG. versie augustus Achmea Zorgkantoren

CIZ Basisrapportage AWBZ

Ontwikkeling in aanspraak BGI, BGG, KVB en GZZ-C in vierde kwartaal 2014

Aanspraak op AWBZ-zorg

Presentatie decentralisatie AWBZ > Wmo Gemeente Eindhoven

Samen maken we de zorg persoonlijk

Samen maken we de zorg persoonlijk

Marktanalyse 2017 Zuidoost Brabant

Langer thuis. Kwartaalmonitor extramuralisering lage ZZP s

Samen maken we de zorg persoonlijk

Marktanalyse 2018 West-Brabant

CIZ Basisrapportage AWBZ

Samen maken we de zorg persoonlijk

Marktanalyse 2017 Zeeland

Samen maken we de zorg persoonlijk

Marktanalyse 2018 Zuidoost-Brabant

Marktanalyse 2017 Zuid-Limburg

Gebruik en omvang pgb Jeugd Holland Rijnland

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update december 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Samen maken we de zorg persoonlijk

Samen maken we de zorg persoonlijk

CIZ Basisrapportage AWBZ

Marktanalyse 2017 West Brabant

Marktanalyse zorginkoop Wlz 2017

Begeleiding AWBZ 2009

Kwartaalmonitor Indicatiemelding

Marktanalyse 2018 Zeeland

Figuur 1. Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel. Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig

Aanspraak op AWBZ-zorg

CIZ Basisrapportage AWBZ

Van AWBZ naar Wmo. Nieuwe Wmo

Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 23 oktober 2014

Marktanalyse zorginkoop Wlz 2018

Samen maken we de zorg persoonlijk

Samen maken we de zorg persoonlijk

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 en 2019 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

CIZ Basisrapportage AWBZ

Samen maken we de zorg persoonlijk

Marktanalyse 2019 West-Brabant

SECTORVREEMDE EN INSTELLINGSVREEMDE ZZP S. Geldig in jaar: 2011 Versie: 1.0

Marktanalyse 2019 Zuidoost-Brabant

Notitie. 1. Aanleiding. 2. Gebruikte data

Regionale Bijeenkomsten Zorgkantoorregio s Zorgkantoorregio Friesland. Leeuwarden, 4 juli 2011 Jacqueline Vissers, beleidsmedewerker AWBZ

Samen maken we de zorg persoonlijk

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Samen maken we de zorg persoonlijk

Samen maken we de zorg persoonlijk

Stand van zaken experiment persoonsvolgende bekostiging in Zuid-Limburg Effect op inkoop en wachtlijsten

Stand van zaken experiment persoonsvolgende bekostiging in Zuid-Limburg Effect op inkoop en wachtlijsten

CIZ Basisrapportage AWBZ

Op weg naar andere zorg

Aanspraak op AWBZ-zorg

Kwartaalmonitor Indicatiemelding

AWBZ en Wlz: een vergelijking

Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig. Figuur 1 - Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel

Op weg naar andere zorg

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 5 december 2014

Transcriptie:

Marktanalyse 213 Sector Geestelijke Gezondheidszorg en Maatschappelijke Opvang Versie: Definitief Versiedatum: 14 maart 213 1

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1. Doel marktanalyse... 3 1.2. Algemene informatie zorgkantoorregio s... 3 1.3. Psychiatrische klachten in Nederland... 4 1.4. Algemene informatie GGZ... 6 1.5. Externe omgevingsfactoren... 8 1.6. Methode... 8 1.7. Leeswijzer... 12 2. Zorgkantoorregio Haaglanden zorgvraag en aanbod periode 21-213... 13 2.1. Intramurale zorg... 13 2.2. Extramurale zorg... 17 2.3. Wachtlijstgegevens... 2 2.4. Conclusie zorgkantoorregio Haaglanden... 23 3. Zorgkantoorregio Zuid-Hollandse Eilanden zorgvraag en aanbod periode 21-213... 24 3.1. Intramurale zorg... 24 3.2. Extramurale zorg... 28 3.3. Wachtlijstgegevens... 32 3.4. Conclusie zorgkantoorregio Zuid-Hollandse Eilanden... 35 4. Zorgkantoorregio Zeeland zorgvraag en aanbod periode 21-213... 36 4.1. Intramurale zorg... 36 4.2. Extramurale zorg... 4 4.3. Wachtlijstgegevens... 43 4.4. Conclusie zorgkantoorregio Zeeland... 46 5. Zorgkantoorregio West-Brabant zorgvraag en aanbod periode 21-213... 47 5.1. Intramurale zorg... 47 5.2. Extramurale zorg... 51 5.3. Wachtlijstgegevens... 54 5.4. Conclusie zorgkantoorregio West-Brabant... 57 6. Zorgkantoorregio Zuidoost-Brabant zorgvraag en aanbod periode 21-213... 58 6.1. Intramurale zorg... 58 6.2. Extramurale zorg... 62 6.3. Wachtlijstgegevens... 65 6.4. Conclusie zorgkantoorregio Zuidoost-Brabant... 68 7. Zorgkantoorregio Zuid-Limburg zorgvraag en aanbod periode 21-213... 69 7.1. Intramurale zorg... 69 7.2. Extramurale zorg... 73 7.3. Wachtlijstgegevens... 76 7.4. Conclusie zorgkantoorregio Zuid-Limburg... 79 8. Algemene conclusie... 8 Afkortingenlijst... 83 Bronverwijzingen... 84 2

1. Inleiding 1.1. Doel marktanalyse De marktanalyse heeft als doel de vraag en het aanbod naar Geestelijke Gezondheidzorg (GGZ) en Maatschappelijke Opvang (MO) in de zes CZ zorgkantoorregio s in kaart te brengen. Om de aansluiting van het zorgaanbod op de zorgvraag in de regio te waarborgen maar tegelijkertijd efficiënte en kosteneffectieve zorg in de regio te effectueren is het van belang passende zorg in te kopen. De marktanalyse vormt het uitgangspunt voor de zorginkoop om zogenaamde witte vlekken in het zorgaanbod te bepalen. Door middel van deze analyse krijgen we inzicht in hoeverre het aanbod dat ingekocht wordt door CZ zorgkantoren aansluit bij zowel de aard als de omvang van de vraag in de CZ zorgkantoorregio s. 1.2. Algemene informatie zorgkantoorregio s CZ zorgkantoren is verantwoordelijk voor de zorginkoop van langdurende zorg (AWBZ) in zes regio s. Te weten: Haaglanden, Zuid-Hollandse Eilanden, Zeeland, West-Brabant, Zuidoost-Brabant en Zuid- Limburg (figuur 1.1). Figuur 1.1 CZ zorgkantoorregio s Verschillende aspecten kunnen van invloed zijn op de zorgvraag in een regio: het aantal inwoners en de bevolkingsdichtheid van een regio, de leeftijdsopbouw van de bevolking, de sociaaleconomische status, de ligging van een regio en de aanwezigheid van grote specialistische zorgaanbieders met brede regiofunctie. De zes zorgkantoorregio s verschillen in totaal aantal inwoners, waarbij de meeste inwoners zich in regio Haaglanden bevinden en het minste aantal in de regio Zeeland (1). 3

Aantal inwoners per regio op peildatum 1 januari 212 Zorgkantoor regio Totaal aantal inwoners Haaglanden 769.543 Zuid-Hollandse Eilanden 44.394 Zeeland 384.137 West-Brabant 688.398 Zuidoost-Brabant 742.377 Zuid-Limburg 67.214 Bron: CBS De bevolkingsopbouw in de zes regio s is qua verhouding vergelijkbaar (1), waarvan regio Haaglanden een relatief kleiner aandeel ouderen en hoger percentage 2-39 jarigen kent. Zeeland daarentegen heeft samen met Zuid-Limburg het hoogste percentage ouderen en een kleiner aandeel -39 jarigen (figuur 1.2). Figuur 1.2 Relatieve bevolkingsopbouw in leeftijd per zorgkantoorregio, peildatum 1 januari 212 Zuid-Limburg 19% 22% 39% 2% Zuidoost-Brabant 23% 24% 36% 17% West-Brabant Zeeland 23% 22% 23% 21% 37% 36% 17% 2% -19jr 2-39jr 4-64jr Zuid-Hollandse Eilanden 23% 22% 38% 17% 65+ Haaglanden 23% 28% 34% 15% % 5% 1% Bron: CBS 1.3. Psychiatrische klachten in Nederland In onderstaande informatie is geen onderscheid mogelijk tussen kortdurende en langdurige klachten en er is geen onderscheid gemaakt tussen soorten zorg (cure/care, eerstelijnszorg/ tweedelijnszorg etc.) die personen al dan niet inschakelen. Gemeten in de periode 21-29 heeft 13,7% van de volwassenen in Nederland een minder goede geestelijke gezondheid (2). Per jaar ontwikkelt gemiddeld 3% van de Nederlanders een psychische stoornis voor het eerst in hun leven (3). Er is een aantal groepen binnen de bevolking waaronder een relatief hogere prevalentie van psychische klachten voorkomt. Enkele voorbeelden van deze groepen zijn: vrouwen, ouderen in de leeftijd 75+, personen met een laag inkomen en/of een lagere opleiding, personen van niet-westerse afkomst, inwoners van verstedelijkte gebieden, arbeidsongeschikten en werklozen, personen met lichamelijke klachten. (2). Verdeeld naar leeftijden en geslacht is te zien dat er onder vrouwen en onder ouderen een relatief hoger percentage personen met geestelijke klachten is (figuur 1.3). 4

Figuur 1.3 Geestelijke ongezondheid naar leeftijd en geslacht 21-29 In de trendontwikkeling tussen 21 en 29 is een verschil zichtbaar tussen mannen en vrouwen (2). Het percentage mannen met psychische klachten is ongeveer gelijk gebleven terwijl het percentage vrouwen met psychische klachten terug is gelopen (figuur 1.4). Opvallend is echter dat in het laatste meetjaar de prevalentie opnieuw steeg. Figuur 1.4 Percentage personen (totaal en naar geslacht) met psychische klachten 21-29 Per regio zijn er verschillen waarneembaar in het percentage personen met psychische klachten. Onderstaande data zijn ingedeeld op GGD-regio (4). Deze regio-indeling komt niet exact overeen met de zorgkantoorregio s, bijvoorbeeld sommige gemeenten onder GGD Zuid-Holland West vallen onder CZ zorgkantoorregio Haaglanden terwijl andere gemeenten binnen dezelfde GGD-regio in het gebied van zorgkantoor Delft, Westland, Oostland van zorgverzekeraar DSW vallen. Het geeft wel een representatief beeld van de regionale verschillen. De GGD-regio Haaglanden kent het grootste percentage personen met psychische klachten vergeleken met de overige GGD-regio s. 5

Personen met psychische klachten onder de bevolking 12 jaar en ouder op GGD-regio periode 25-28 (gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht) GGD-Regio Percentage GGD Gemeente Den Haag, Haaglanden 13,% GGD Zuid-Holland West 9,6% GGD Rotterdam-Rijnmond 1,6% GGD Zeeland 8,3% GGD West-Brabant 1,6% GGD Brabant-Zuidoost 1,9% GGD Zuid-Limburg 11,6% Bron: RIVM De regionale verschillen zijn ook terug te zien in de prevalentie geestelijke ongezondheid per provincie (figuur 1.5). Figuur 1.5 Geestelijke ongezondheid naar provincie 21-29 In de provincie Limburg is de prevalentie van geestelijke ongezondheid opvallend hoger dan in overige provincies waaronder de CZ zorgkantoorregio s vallen. Daarnaast valt op dat de regio Zeeland behoort tot de provincies met de relatief lagere prevalenties psychische klachten (2). 1.4. Algemene informatie GGZ De markt van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) is als volgt opgebouwd (figuur 1.6) (5). 6

1993 1996 1999 22 25 27 29 Figuur 1.6 Markt geestelijke gezondheidzorg Langdurende GGZ Bron: NZa De AWBZ omvat de langdurige, niet op genezing gerichte, GGZ. Hieronder vallen extramurale functies Persoonlijke Verzorging en Begeleiding met de grondslag psychiatrische aandoening. Daarnaast valt verblijf onder de langdurige zorg; uitgesplitst in niet-curatieve GGZ en verblijf voor klinische curatieve GGZ langer dan 365 dagen. Men komt voor langdurige zorg in aanmerking als men een indicatie bezit die bepaalt welk type zorg benodigd is, hoeveel zorg nodig is en gedurende welke periode. De indicatiestelling wordt uitgevoerd door het Centrum Indicatiestelling zorg (CIZ) voor iedereen vanaf 18 jaar. Bureau Jeugdzorg (BJZ) geeft een indicatie voor GGZ AWBZ-zorg voor jeugdigen tot 18 jaar. Extramurale zorg wordt geïndiceerd in functies en klassen. Intramurale zorg wordt geïndiceerd in zorgzwaartepakketten (5). De intramurale GGZ-capaciteit, zowel binnen de cure en de care, heeft in de periode 1993 tot 29 een opvallende ontwikkeling gekend (6). In de jaren 9 tot begin 2 was er in totaal weinig groei tot een lichte afname in capaciteit. Vanaf 22 is de totale capaciteit echter fors toegenomen, waarbij met name een groei in het aantal plekken voor beschermd wonen zichtbaar is (figuur 1.7). Figuur 1.7 Ontwikkeling intramurale GGZ capaciteit in Nederland 4. 3. 2. 1. Klinische bedden Beschermd wonen Totaal Bron: Trimbos instituut 7

1.5. Externe omgevingsfactoren Een aantal externe factoren is van invloed op de trends en ontwikkelingen in vraag- en aanbodzijde in de GGZ en MO: Scheiden wonen en zorg/extramuralisering: Nieuwe cliënten met een zorgindicatie komen vanaf 1 januari 213 niet meer in aanmerking voor een indicatie GGZ ZZP-1 en ZZP-2. Nieuwe cliënten hebben nog steeds recht op zorg maar ontvangen een indicatie voor extramurale zorg om zorg in de eigen omgeving te ontvangen. Met de maatregel tracht de regering aan te sluiten bij een trend die reeds zichtbaar was in de afgelopen jaren: cliënten met lichtere zorgvraag blijven langer thuis wonen en cliënten met gemiddeld hogere zorgvraagzwaarte worden in een instelling opgenomen. Het doel van de extramuralisering van de lage zorgzwaartepakketten is dat cliënten langer in staat worden gesteld de regie over hun leven te voeren en dat er extramuraal een gevarieerd woon- en zorgaanbod ontstaat (7). PGB-maatregelen: Nieuwe cliënten met een zorgindicatie komen vanaf 1 januari 213 pas na één jaar zorg in Zorg in Natura in aanmerking voor een PGB. Uitzonderingen vormen indicaties waarbij vooraf duidelijk is dat de zorgvraag langdurig van aard is. Voor cliënten met een indicatie voor Begeleiding (en Tijdelijk verblijf) wordt er een 1-uurscriterium gehanteerd. (8) Dat wil zeggen dat een indicatie minstens 1 uur Begeleiding per week dient te bevatten om in aanmerking te komen voor een PGB. (9) Beide maatregelen zijn niet van toepassing op bestaande cliënten met een indicatie, noch voor cliënten met een herindicatie in 213. Onder invloed van de extramuralisering en de PGB-maatregelen zal er in de toekomst een grotere druk op de extramurale ZiN-zorg ontstaan. Bovendien vindt er in de intramurale zorg een intensivering van de zorgzwaarte plaats door het op lange termijn uitfaseren van de lage ZZP s. 1.6. Methode De vraagzijde is in kaart gebracht door de indicaties te analyseren die zijn opgenomen in de rapportages van het CIZ: de Basisrapportages AWBZ, Aanspraak op zorg en Begeleiding in beeld (1,11,12). Per zorgregio publiceert het CIZ informatie over het aantal CIZ indicaties, zowel Zorg in Natura (ZIN) als Persoonsgebonden budget (PGB). Met deze data kan een beeld gevormd worden over de vraag naar zorg in een regio. De CIZ gegevens bieden inzicht in het aantal cliënten met een indicatie voor extramurale zorgprestaties en voor prestaties binnen de verblijfszorg. Jeugdigen onder de 18 jaar met een GGZ-indicatie ontvangen deze niet van het CIZ maar via Bureau Jeugdzorg (BJZ). Deze indicaties zijn nog niet geautomatiseerd. Als gevolg daarvan bestaan er per regio verschillen met betrekking tot de actualiteit van de data die bij het zorgkantoor bekend zijn. Vanwege de gebrekkige betrouwbaarheid van de beschikbare gegevens is besloten geen informatie te presenteren over de vraagzijde binnen de kind & jeugdzorg. Voor het in kaart brengen van het zorgaanbod is er voor de jaren 21 en 211 gebruikt gemaakt van de definitieve realisatie zoals in de nacalculatie opgenomen. Voor 212 zijn op het moment van samenstellen van de analyse nog niet alle definitieve declaraties ingediend waardoor de uiteindelijke realisatie nog niet bekend is. Om die reden is er gebruik gemaakt van de definitieve productieafspraak per 1 november 212 die grotendeels gebaseerd is op de realisatie van een groot gedeelte van het jaar aangevuld met de verwachte realisatie over de resterende maanden van 212. Voor 213 is er gebruik gemaakt van de productieafspraak die op vergelijkbare wijze tot stand is gekomen. 8

Binnen de intramurale zorg is gekeken naar zowel de ontwikkeling in het volume van de plaatsen/zzp s als naar de ontwikkeling in de zorgzwaarte. CZ zorgkantoren koopt om de aanspraak op intramurale zorg te gelde te maken twee typen zorgzwaartepakketten in: GGZ ZZP-B, niveau 1-7 GGZ ZZP-C, niveau 1-6 De B-pakketten onderscheiden zich van de C-pakketten doordat dit ZZP s inclusief behandeling betreft die ingaan vanaf de 366 e dag klinische opname. De eerste 365 dagen in een klinische behandelsetting vallen onder de aanspraak van de Zorgverzekeringswet. Zorgzwaartepakketten GGZ-C betreft vormen van beschermd wonen. Naast ZZP-B en ZZP-C zijn er nog enkele cliënten die een geldige indicatie voor Verblijf GGZ hebben. In 27 werden de zorgzwaartepakketten ingevoerd. Voor die tijd werden AWBZ indicaties afgegeven in extramurale functies, waaronder de functie Verblijf ingedeeld in drie sectoren (GGZ, GZ, V&V). Sommige cliënten hebben nog een geldige indicatie stammend uit de tijd voor invoering van ZZP s. Met betrekking tot de extramurale zorg heeft CZ zorgkantoren gekeken naar de ontwikkeling van het volume van de voor de sector GGZ/MO relevante prestaties zijnde Begeleiding, Dagactiviteit LZA, Persoonlijke Verzorging en Verpleging. De productieafspraken voor extramurale zorg voor 213 zijn een extrapolatie van de gemaakte 8%-productieafspraak die qua inkoopsystematiek rekening houdt met de keuzevrijheid van de cliënt. Het aanbod van jeugdzorg is lastig in kaart te brengen. Vanwege het niet geautomatiseerd zijn van de BJZ-indicaties kon deze zorg in 212 nog niet via de elektronische declaratie gedeclareerd worden. Ondanks dat alleen declaraties met betrekking tot jeugdigen formeel via de Excel-monitor waren toegestaan is onvoldoende te achterhalen of er in 212 ook zorg voor volwassenen via de monitor gedeclareerd is. Intramuraal bestaan er aparte prestaties voor kinderen en jeugdigen waardoor de intramurale jeugdzorg wel in beeld te brengen is. Wachtlijstgegevens zijn afkomstig uit AZR waardoor er alleen data beschikbaar zijn voor cliënten met een CIZ-indicatie. Wachtlijstgegevens met daarin onderscheid tussen cliënten die nog geen zorg ontvangen en degene die al een deel van de zorg ontvangen zijn verzameld voor een bepaalde peildatum. Indien cliënten een gedeelte van de zorg ontvangen kan dit zowel in ZiN en PGB zijn. Voor intramurale cliënten kan gelden dat zij een gedeelte overbruggingszorg ambulant ontvangen. Daarnaast zijn gegevens verzameld met het aantal wachtende cliënten op functieniveau waarbij een gemiddelde is berekend over de periode van een maand. Tot slot zijn gegevens over tijdigheid van zorgverlening verzameld. Dat wil zeggen dat wordt nagegaan of zorgaanbieders voldoen aan de landelijke Treeknormen die de maximale periode voorschrijven waarin het geoorloofd is dat een cliënt op zorg moet wachten. Om na te kunnen gaan of de maximaal aanvaardbare wachttijd overschreden wordt zijn data verzameld uit een periode van 2 weken (1 oktober 212 t/m 21 februari 213). Een deel van de data zal een vertekend beeld geven doordat cliënten die bijvoorbeeld in februari met een zorgtoewijzing instromen maar nog geen zorg ontvangen als binnen de norm worden gerekend omdat nog niet bekend is hoe lang zij op zorg zullen wachten. De tijdspanne van 2 weken zou echter een gemiddeld beeld moeten opleveren. De relevante Treeknormen voor de GGZ/MO zijn: Functie BG individueel BG groep ZZP GGZ-B1 t/m GGZ-B7 ZZP GGZ-C1 t/m GGZ-C6 Maximaal aanvaardbare wachttijd 6 weken 6 weken 6 weken 13 weken 9

De definities die van toepassing zijn op de verschillende kolommen bij de gegevens over tijdigheid van zorgverlening zijn als volgt: - Binnen de norm, volledig/deels in zorg: cliënt ontvangt op moment einde meetperiode zorg en dit is binnen de Treeknorm (van zorgtoewijzing tot aanvang zorg) gestart. - Binnen de norm, niet in zorg: cliënt ontvangt op moment einde meetperiode geen zorg maar de wachttijd (vanaf zorgtoewijzing tot einde meetperiode) valt nog binnen de Treeknorm. - Buiten de norm, volledig/deels in zorg: cliënt ontvangt op moment einde meetperiode zorg maar cliënt heeft langer dan de Treeknorm op zorg gewacht (tijd tussen zorgtoewijzing en aanvang zorg heeft maximaal aanvaardbare tijd overschreden). - Buiten de norm, niet in zorg: cliënt ontvangt op moment einde meetperiode geen zorg en zijn wachttijd heeft reeds de Treeknorm overschreden (de tijd na zorgtoewijzing heeft maximaal aanvaarbare wachttijd overschreden). De gepresenteerde cijfers kennen een aantal tekortkomingen waardoor interpretatie en het trekken van conclusies bemoeilijkt wordt. De volgende tekortkomingen en beperkingen zijn van invloed op de resultaten: De indicaties in de CIZ Basisrapportages AWBZ betreffen alle afgegeven indicaties waaronder indicaties voor PGB-zorg. Uit de betreffende rapportages kan niet afgeleid worden welk deel Zorg In Natura en welk deel PGB-zorg is. De aantallen indicaties zijn daarom niet representatief voor ZiN. De data met betrekking tot aanbod en inkoop betreffen enkel ZiN waardoor een vergelijking van vraag en aanbod op basis van aantallen niet mogelijk is. Alleen de trends qua ontwikkeling kunnen vergeleken worden. Het CIZ rondt cijfers af op vijftallen waardoor er door nuanceringen soms verschillen zichtbaar zijn in volumes die op dezelfde indicatoren gestaafd zijn. Analyse van het aanbod vindt plaats op gegevens van de door CZ zorgkantoren gecontracteerde ZiN-aanbieders. Zorg die in de CZ-regio s wordt gecontracteerd door zorgkantoren uit niet-cz zorgkantoorregio s en zorg die wordt aangeboden via Persoonsgebonden Budget-zorg (PGBzorg) is niet meegenomen in deze analyse, omdat de gegevens hiervoor incompleet zijn of ontbreken. De analyse beperkt zich tot de zorgaanbieders die gecontracteerd zijn binnen de sector GGZ/MO. Zorgaanbieders binnen de sectoren Verpleging & Verzorging en Gehandicaptenzorg die (incidenteel) GGZ-prestaties leveren zijn hierin niet meegenomen. Door de wijziging van regionale naar sectorale indeling zijn in de data van 21 en 211 enkele zorginstellingen terechtgekomen die vanaf 212 onder een andere sector vallen waardoor er mogelijk een verschil ontstaat in het beeld van het aanbod tussen 211 en 212. Deze aantallen zijn echter relatief klein. Analyse vindt plaats op regioniveau en niet op gemeentelijk niveau waardoor witte vlekken en knelpunten slechts op regionale schaal benoemd kunnen worden. De indicaties in de CIZ Basisrapportages voor extramurale zorg komen niet overeen met de afgesproken prestaties (volgens prestatiebeschrijvingen van de NZa) waardoor een vergelijking tussen vraag en aanbod vrijwel onmogelijk is. Bijvoorbeeld; er bestaat in de GGZ/MO in de prestatiebeschrijvingen van de NZa geen prestatie Begeleiding Groep. Indicaties voor BG groep worden om die reden verzilverd via BG Individueel of via Dagbesteding. De indicaties voor extramurale zorg zijn in de CIZ data uitgedrukt in aantal cliënten terwijl aan de aanbodzijde de prestaties uitgedrukt zijn in aantal uren/dagdelen waarbij geen vertaalslag kan worden gemaakt naar aantal cliënten. Een directe vergelijking is om die reden niet te maken. 1

Vraag en aanbod met betrekking tot Persoonlijke Verzorging en Verpleging zijn lastig te matchen omdat de indicaties cliënten met grondslag PSY omvatten maar het aan de aanbodzijde goed mogelijk is dat deze cliënten ondanks hun indicatie PSY de zorg ontvangen van reguliere V&Vzorgaanbieders. De aanbodanalyse laat enkel de productie Persoonlijke Verzorging en Verpleging zien door zorgaanbieders gecontracteerd in de sector GGZ/MO. Het aantal ZZP s is niet gelijk aan het aantal cliënten/indicaties omdat één ZZP op jaarbasis door meerdere cliënten ingevuld kan worden afhankelijk van de doorstroom binnen een organisatie en afhankelijk van de indicatieduur per cliënt. Het is niet te achterhalen hoeveel cliënten met een CIZ-indicatie uiteindelijk hun zorg in PGB verzilveren, dit geldt voor zowel extramurale als intramurale zorg. Het is mogelijk dat een intramurale indicatie in PGB wordt verzilverd maar ook dat een intramurale indicatie via extramurale zorgprestaties worden verzilverd. De inschatting van het aanbod jeugdzorg gebaseerd op de realisatie uit de Excel-monitor is geen goede indicator. Door het ontbreken van declaraties op cliëntniveau in de monitor is niet na te gaan of ook voor andere cliënten dan jeugdigen in de monitor gedeclareerd wordt. Hoewel zorgaanbieders de plicht hebben alle zorg die gedeclareerd kan worden in AZR op die manier te declareren is niet uit te sluiten dat er zorg voor niet-jeugdigen in de GGZ in 212 gedeclareerd is via de monitor. Dit geldt met name voor de extramurale zorg. De wachtlijstdata en data over tijdigheid van zorglevering zijn afkomstig uit AZR. Dit betekent dat alleen cliënten met een CIZ-indicatie hierin zichtbaar zijn. Cliënten die wachten op zorg met een BJZ-indicatie zijn niet in de wachtlijst- en tijdigheidgegevens terug te vinden. De wachtlijstdata kunnen een vertekend beeld geven door verschillende oorzaken. Ten eerste komt het voor dat wachtlijsten vervuild zijn doordat niet alle gegevens up-to-date zijn. Het is niet te achterhalen op instellingsniveau of de wachtlijstgegevens op het peilmoment bijgewerkt zijn. Het komt voor dat cliënten inmiddels (deels) in zorg zijn maar nog wachtend in AZR staan; dit is aan de kant van het zorgkantoor niet te onderscheiden. Daarnaast is het bekend dat er zich onder de wachtenden zowel onder degene die overbruggingszorg ontvangen als onder degene die nog geen enkele zorg ontvangen cliënten bevinden die wens-wachtend zijn. Dat wil zeggen dat ze wachten op zorg die volledig aan hun wens voldoet (bijvoorbeeld op bepaalde locatie/kamer, op zorg van een specifieke zorgaanbieder of op een bepaald type zorg) en bewust ervoor kiezen te wachten. Ook dit is aan de kant van het zorgkantoor niet te onderscheiden, waardoor het aantal urgent wachtenden niet af te leiden is. Tot slot betreffen de gegevens over wachtenden alle cliënten die op zorg wachten bij een zorgaanbieder in de betreffende CZ zorgkantoorregio. Ook cliënten woonachtig in andere zorgkantoorregio s worden hiertoe gerekend en in sommige data ook cliënten die op sectorvreemde prestaties (weliswaar bij een GGZ/MO-zorgaanbieder) wachtend zijn. 11

1.7. Leeswijzer Per zorgkantoorregio Haaglanden, Zuid-Hollandse eilanden, Zeeland, West-Brabant, Zuidoost- Brabant en Zuid-Limburg wordt informatie met betrekking tot de intramurale zorg en extramurale zorg gepresenteerd. Per type zorg wordt de trend in de vraag (indicaties) en vervolgens de trend in het aanbod (inkoopgegevens) geanalyseerd. Daarnaast worden wachtlijstgegevens en gegevens met betrekking tot tijdigheid van zorglevering gepresenteerd. Wij wensen u veel leesplezier Inkoopteam GGZ/MO CZ zorgkantoren 12

2. Zorgkantoorregio Haaglanden zorgvraag en aanbod periode 21-213 Kerncijfers regio Haaglanden jul-1 jul-11 jul-12 aantal inwoners (1 januari 212) 769.543 totaal aantal cliënten met een CIZ-indicatie 31.555 32.89 33.715 percentage t.o.v. aantal inwoners 4,4% aantal cliënten met CIZ-indicatie grondslag PSY 5.755 6.35 6.84 percentage t.o.v. aantal inwoners,9% percentage t.o.v. totaal aantal CIZ-indicaties 18,2% 19,2% 2,3% aantal cliënten met CIZ-indicatie PSY intramuraal 2.275 2.415 2.65 percentage t.o.v. totaal aantal PSY-indicaties 39,5% 38,3% 38,1% aantal cliënten met CIZ-indicatie PSY extramuraal 3.48 3.895 4.24 percentage t.o.v. totaal aantal PSY-indicaties 6,5% 61,8% 62,% Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ In vergelijking met de overige CZ zorgkantoorregio s heeft een relatief groot aantal cliënten met een CIZ indicatie een indicatie eerste grondslag PSY in de regio Haaglanden. Dit is in overeenstemming met de eerder gepresenteerde landelijk bekende prevalentiecijfers (paragraaf 1.3). Figuur 2.1 Aantal intramurale en extramurale indicaties eerste grondslag PSY per peildatum 1 juli per jaar regio Haaglanden 8. 7. 6. 5. 4. 3. 2. 1. 21 211 212 aantal cliënten met CIZindicatie PSY extramuraal aantal cliënten met CIZindicatie PSY intramuraal Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ In de regio Haaglanden is het aantal PSY indicaties toegenomen van 21 tot 212 waarbij het aantal extramurale indicaties relatief sneller toeneemt. 2.1. Intramurale zorg In deze paragraaf worden de vraag en het aanbod van de intramurale zorg (ZZP s) in de regio Haaglanden gepresenteerd. Vraag Onderstaande figuur toont dat het aantal cliënten met een intramurale GGZ indicatie stijgt tussen 21 en 212. 13

Figuur 2.2 Totaal aantal cliënten met indicatie intramurale GGZ op peildatum regio Haaglanden 2.7 2.6 2.5 2.4 2.3 2.2 2.1 aant. cliënten indicatie intramuraal GGZ 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 Bron: CIZ Aanspraak op AWBZ-Zorg Van juli 21 tot juli 212 is het aantal cliënten met een intramurale indicatie met 12% toegenomen in de regio Haaglanden. Onderstaand worden de CIZ-indicaties uitgesplitst naar ZZP s met behandeling (GGZ-B), zonder behandeling (GGZ-C) en Verblijf GGZ. Er is in de CIZ-data geen onderscheid gemaakt tussen ZZP s inclusief en exclusief dagbesteding. Aantal cliënten met indicatie ZZP op peildatum regio Haaglanden 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 Totaal ZZP GGZ-B 49 535 595 585 Totaal ZZP GGZ-C 1.34 1.67 1.955 2. Totaal ZZP GGZ 1.83 2.25 2.55 2.585 Indicatie Verblijf GGZ 435 175 Van juli 21 tot juli 212 is het aantal indicaties ZZP-B met 21% toegenomen en het aantal ZZP-C indicaties met 46%. Figuur 2.3 Aantal cliënten met geldige indicatie per ZZP GGZ-B op peildatum regio Haaglanden 35 3 25 2 15 1 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 5 GGZ-B1 GGZ-B2 GGZ-B3 GGZ-B4 GGZ-B5 GGZ-B6 GGZ-B7 Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ en CIZ Aanspraak op AWBZ-zorg 14

Er zijn geen cliënten met een indicatie GGZ-B ZZP-1 in de regio Haaglanden. Het aantal ZZP-B2 indicaties is zeer gering en daalt. Het aantal ZZP-B3 en B4 neemt ook af. De GGZ ZZP-B5 en B7 nemen toe in aantal. Dit is in het licht van het overheidsbeleid 213 verklaarbaar. Figuur 2.4 Aantal cliënten met geldige indicatie per ZZP GGZ-C op peildatum regio Haaglanden 1.2 1. 8 6 4 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 2 GGZ-C1 GGZ-C2 GGZ-C3 GGZ-C4 GGZ-C5 GGZ-C6 Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ en CIZ Aanspraak op AWBZ-zorg Het aantal ZZP-C1 indicaties is klein en neemt steeds verder af. Het aantal GGZ ZZP-C2 neemt tevens af. Er is een verschuiving te zien naar de zwaardere ZZP s C3 t/m C6. Aanbod Het aantal ZZP s aan de aanbodzijde is uitgedrukt in aantal plaatsen en niet in aantal cliënten. Onderstaande figuren laten de ontwikkeling van de inkoop van ZZP GGZ-B en GGZ-C zien in de regio tussen 21 en 213. Figuur 2.5 Aantal plaatsen voor intramurale zorg ZZP GGZ-B per jaar regio Haaglanden 25 2 15 1 Rea 21 Rea 211 PA 212 PA 213 5 GGZ-B1 GGZ-B2 GGZ-B3 GGZ-B4 GGZ-B5 GGZ-B6 GGZ-B7 Bron: SAS database 15

Voor de meeste ZZP s GGZ-B in de regio Haaglanden geldt dat er aan de aanbodzijde een stabiel beeld te zien is. Figuur 2.6 Aantal plaatsen voor intramurale zorg ZZP GGZ-C per jaar regio Haaglanden 6 5 4 3 2 Rea 21 Rea 211 PA 212 PA 213 1 GGZ-C1 GGZ-C2 GGZ-C3 GGZ-C4 GGZ-C5 GGZ-C6 Bron: SAS database In het aantal ingekochte plaatsen ZZP GGZ-C is er een trend van zorgverzwaring zichtbaar. Het aantal plaatsen GGZ-C1 en C2 neemt in toenemende mate af terwijl het aantal plaatsen GGZ-C3, C4, en C5 jaarlijks toeneemt. De trend laat eenzelfde beeld zien in het aanbod als in de indicaties. Figuur 2.7 Aantal plaatsen VPT per jaar regio Haaglanden 3 25 2 15 1 5 VPT GGZ-C1 VPT GGZ-C2 VPT GGZ-C3 VPT GGZ-C4 VPT GGZ-C5 VPT GGZ-C6 Rea 21 Rea 211 PA 212 PA 213 Bron: SAS database In de regio Haaglanden zijn verschillende zorgaanbieders, de gemeente en het zorgkantoor betrokken bij een project rondom Housing First. Hiervan zijn de resultaten duidelijk zichtbaar in bovenstaande figuur. Aanbod Kind & Jeugdzorg Onderstaand het ingekocht aanbod intramurale jeugdzorg in de regio. 16

Figuur 2.8 Aantal plaatsen kind- en jeugd per prestatie regio Haaglanden 16 14 12 1 8 6 4 2 K1.1 K1.2 K1.3 K1.4 K1.5 K1.6 VZ2.5 Rea 21 Rea 211 PA 212 PA 213 Bron: SAS database Het aantal ingekochte plaatsen kind- en jeugd is in de regio Haaglanden licht gedaald. 2.2. Extramurale zorg In deze paragraaf worden de vraag en het aanbod van de extramurale zorgprestaties in de regio Haaglanden gepresenteerd. Vraag Figuur 2.9 Aantal cliënten met geldige indicatie grondslag PSY Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep op peildatum regio Haaglanden 4 35 3 25 2 15 1 5 BGI BGG 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ en CIZ Aanspraak op AWBZ-zorg Het aantal cliënten met een indicatie Begeleiding Individueel met grondslag PSY neemt tussen 21 en 212 elk jaar toe. Van juli 21 tot juli 212 is er sprake van 22% stijging. Het aantal cliënten met een indicatie Begeleiding Groep met grondslag PSY neemt ook toe tussen 21 en 212 (stijging van 19%). Gedurende 212 stagneert het aantal indicaties. 17

Gemiddeld aantal uren/dagdelen Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep per week voor cliënten met indicatie PSY 18+ 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 BGI uren 3,1 3, 3, BGGR dagdelen 4,4 4,4 4,4 Het gemiddeld aantal uren en dagdelen Begeleiding dat in de regio Haaglanden per cliënt per week geïndiceerd werd laat geen veranderingen zien. Figuur 2.1 Aantal cliënten met geldige indicatie grondslag PSY Kortdurend Verblijf op peildatum regio Haaglanden 35 3 25 2 15 1 5 aant. cliënten met grondslag PSY indicatie KVB 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ en CIZ Aanspraak op AWBZ-zorg Het aantal cliënten met een indicatie voor Kortdurend verblijf neemt elk jaar af. Van juli 21 tot juli 212 is er sprake van een afname van maar liefst 5%. Ook gedurende 212 zet deze daling voort. Figuur 2.11 Aantal cliënten met geldige indicatie grondslag PSY Persoonlijke Verzorging en Verpleging op peildatum regio Haaglanden 7 6 5 4 3 2 1 PV VP 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ en CIZ Aanspraak op AWBZ-zorg Het aantal cliënten met grondslag PSY die een indicatie voor de extramurale prestaties Persoonlijke Verzorging en Verpleging krijgen is stabiel in de regio Haaglanden. Waar het aantal indicaties Persoonlijke Verzorging jaarlijks leek toe te nemen voor PSY-cliënten is er gedurende 212 sprake van een afname. Het tegenovergestelde geldt voor Verpleging; na een sterke afname in 211 en op peildatum juli 212 ten opzichte van 21 stijgt het aantal indicaties weer aan het einde van 212. Het wisselend beeld hangt vermoedelijk samen met het feit dat VP en PV sectorvreemde prestaties zijn voor cliënten met indicatie PSY. De meest gebruikelijke extramurale zorg voor PSY-cliënten is 18

Begeleiding. Wanneer er sprake is van PV of VP zijn er bij een PSY-cliënt naast zijn psychische klachten ook nog andere somatische klachten aanwezig. Bovenstaande data in de figuren 1.8-1.1 betreffen geen unieke cliënten. Per indicatie worden de unieke cliënten met een indicatie voor de betreffende prestatie weergegeven. Het is echter mogelijk dat één cliënt meerdere prestaties in zijn indicatiebesluit heeft. Onderstaande tabel geeft een beeld van het voorkomen van extramurale indicaties met meerdere prestaties. Het gaat om cliënten met een indicatie voor Begeleiding met dominante grondslag PSY. Aantal cliënten met geldige indicatie Begeleiding 1e grondslag PSY regio Haaglanden per functiecategorie peildatum 1 juli 212 alleen BGI 2.6 BGI + PV/VP/BH 4 alleen BGG 59 BGG + PV/VP/BH 65 BGI + BGG 395 BGI + BGG + PV/VP/BH 12 KVB + BG (+PV/VP/BH) 15 Totaal 4.185 Bron: CIZ Begeleiding in beeld Ongeveer een kwart van het aantal cliënten met een grondslag PSY indicatie voor Begeleiding heeft een gecombineerde indicatie bestaande uit meerdere functiecategorieën. Naast combinaties van functiecategorieën komt het ook voor dat cliënten meerdere grondslagen in hun indicatiebesluit hebben staan. Eén grondslag wordt aangewezen als dominante grondslag en daarnaast kan er sprake zijn van een secundaire grondslag. Op peildatum 1 juli 212 was er in de regio Haaglanden sprake van de volgende combinaties grondslagen bij de cliënten met een geldige indicatie Begeleiding waarbij PSY één van de grondslagen was. Data betreffende combinaties van grondslagen waarvan PSY geen deel uitmaakt zijn onderstaand niet weergeven. Dominante en secundaire grondslag PSY van cliënten met indicatie Begeleiding regio Haaglanden op peildatum 1 juli 212 Alleen grondslag PSY 3.395 1e PSY - 2e SOM 695 1e PSY - 2e VG 55 1e PSY - 2e LG 25 1e PSY - 2e PG 1e PSY - 2e ZG 1 totaal 1e PSY extramuraal 4.185 1e SOM - 2e PSY 135 1e VG - 2e PSY 395 1e LG - 2e PSY 25 1e PG - 2e PSY 15 1e ZG - 2e PSY 15 totaal 2e PSY extramuraal 585 Bron: CIZ Begeleiding in beeld 19

In de regio Haaglanden heeft 75% van de cliënten met een indicatie Begeleiding met dominante grondslag PSY een indicatie voor Zorg in Natura, dit betreft zowel volledige verzilvering in ZiN als verzilvering in een combinatie van ZiN en PGB. Figuur 2.12 Aantal indicaties Begeleiding dominante grondslag PSY naar voorkeursvorm regio Haaglanden op peildatum 1 juli 212 4.5 4. 3.5 3. onbekend 2.5 PGB 2. 1.5 ZIN + PGB 1. 5 ZIN Voorkeursvorm Haaglanden Bron: CIZ Begeleiding in beeld Aanbod Onderstaande figuren tonen het aantal uren ingekocht per prestatie per jaar. Conform intramurale zorg zijn de gegevens 21 en 211 gebaseerd op de definitieve realisatie en de gegevens 212 en 213 op de productieafspraak. De 8%-afspraak voor 213 is geëxtrapoleerd naar 1%. Figuur 2.13 Aantal uren extramurale zorg Begeleiding, Dagbesteding, Persoonlijke Verzorging en Verpleging per jaar regio Haaglanden 4. 35. 3. 25. 2. 15. 1. Rea 21 Rea 211 PA 212 PA 213 5. BG DB PV VP Bron: SAS database Het aantal ingekochte uren Begeleiding is elk jaar gestegen in de regio Haaglanden. Met betrekking tot Dagbesteding was er een uitschieter in 211, voor de overige jaren was het aantal uren dagactiviteit relatief stabiel. 2.3. Wachtlijstgegevens Onderstaande data betreffen de wachtlijstdata op peildatum 31 januari 213 voor de regio Haaglanden voor de sector GG/ZMO. Er is onderscheid gemaakt tussen wachtenden op zorg met en 2

zonder verblijf, waarbinnen aangegeven is welk deel nog geen enkele zorg ontvangt en welk deel reeds een gedeelte van zijn indicatie ontvangt. Figuur 2.14 Aantal uniek wachtenden op zorg bij GGZ/MO zorgaanbieders op peildatum 31 januari 213 regio Haaglanden 18 16 14 12 1 8 6 4 2 25% 54% wachtend op wachtend op zorg zonder verblijf verblijf gedeelte zorg geen zorg Bron: AZR In de regio Haaglanden wachten er (op peildatum 31 januari 213) gemiddeld 4% van de cliënten met een indicatie PSY (peildatum 1 juli 212) op de zorg zoals geïndiceerd. Een kanttekening is dat in de data wachtenden ook cliënten zitten die wachten op een sectorvreemde prestatie. Het betreft alle wachtenden bij GGZ/MO-zorgaanbieders in de regio inclusief wachtenden uit andere zorgkantoorregio s. Van de cliënten die op extramurale zorg wachten krijgt driekwart reeds een gedeelte van de zorg; het grootste aandeel vergeleken met de andere CZ zorgkantoorregio s. Ongeveer de helft van de cliënten wachtend op verblijfszorg ontvangt reeds een gedeelte van de zorg. Van de cliënten die nog geen zorg ontvangen is niet na te gaan of zij ervoor kiezen te wachten op de meest wenselijke zorg. Alleen kijkend naar de sectoreigen GGZ-prestaties kan een beeld geschetst worden van de opbouw van de wachtlijst naar afkomst van de cliënt. Het is mogelijk dat een cliënt uit een andere zorgkantoorregio op zorg wacht in de CZ zorgkantoorregio, vaak is dit afhankelijk van de geografische ligging van de regio én van de zorgaanbieders. Figuur 2.15 Aantal uniek wachtenden op GGZ-prestaties bij GGZ/MO zorgaanbieders in de regio Haaglanden naar woonadres cliënt, gemiddeld per maand juli 212, oktober 212 en januari 213 3 25 2 15 1 5 jul-12 okt-12 jan-13 jul-12 okt-12 jan-13 aant. uit andere ZK-regio (incl. overige CZregio's) aant. wachtenden regio HGL intramuraal extramuraal Bron: AZR 21

In bovenstaande data is géén onderscheid te maken tussen cliënten die nog geen enkele vorm van zorg ontvangen en cliënten die ervoor kiezen om nog geen zorg te ontvangen in afwachting van de meest gewenste vorm van zorg. In Haaglanden is het grootste deel van de wachtenden afkomstig uit de eigen regio. Met name het aantal wachtenden op extramurale zorg is relatief hoog maar neemt af. Voor verblijfszorg neemt het aantal wachtenden toe. Het aantal wachtenden varieert tussen prestaties. Onderstaand een weergave van het aantal uniek wachtenden per intramurale en extramurale prestatie over verschillende periodes. Dit betreft alle wachtenden, inclusief wachtenden uit andere zorgkantoorregio s, wachtenden die al een deel zorg ontvangen en wens-wachtenden. Aantal uniek wachtenden per prestatie gemiddelde per periode prestaties jul-12 okt-12 jan-13 GGZ-B1 GGZ-B2 GGZ-B3 1 1 GGZ-B4 2 2 GGZ-B5 5 3 4 GGZ-B6 GGZ-B7 1 1 GGZ-C1 2 GGZ-C2 16 13 11 GGZ-C3 66 79 91 GGZ-C4 18 22 15 GGZ-C5 13 12 15 GGZ-C6 1 BG-IND 11 112 72 BG-GRP 134 131 133 Bron: AZR Het grootste aantal cliënten wachten op een ZZP GGZ-C3. Daarnaast zijn er ook voor het meeste van de resterende ZZP GGZ-C een relatief hoog aantal wachtenden. Daarnaast is het aantal cliënten op de wachtlijst voor extramurale Begeleiding relatief hoog. Tijdigheid van zorglevering Gegevens over tijdigheid van zorglevering vormen een andere indicator voor mogelijke knelpunten in een regio. Onderstaand een weergave van de tijdigheid van zorgverlening over 2 weken. 22

Aantal unieke cliënten met zorgtoewijzing in de periode 1 oktober 212 t/m 21 februari 213 binnen norm buiten norm Functiecategorie totaal aant. volledig in zorg deels in zorg niet in zorg volledig in zorg deels in zorg niet in zorg % buiten de norm ZZP GGZ-B1 ZZP GGZ-B2 ZZP GGZ-B3 3 3,% ZZP GGZ-B4 8 8,% ZZP GGZ-B5 4 35 3 2 5,% ZZP GGZ-B6 56 56,% ZZP GGZ-B7 16 15 1,% ZZP GGZ-C1 3 1 2,% ZZP GGZ-C2 2 16 2 2 1,% ZZP GGZ-C3 125 78 38 1 8 7,2% ZZP GGZ-C4 49 42 5 1 1 4,1% ZZP GGZ-C5 55 48 5 2 3,6% ZZP GGZ-C6 15 15,% BG individueel 616 499 45 62 1 11,7% BG groep 464 411 2 33 64 2 24 19,4% Bron: AZR Het aantal cliënten dat zorg ontvangt na de maximaal aanvaardbare wachttijd is met name voor intramurale zorg relatief beperkt in de regio Haaglanden. In absolute aantallen is er voornamelijk te lange wachttijd bij ZZP GGZ-C3; hier vindt echter intramuraal ook de grootste instroom op plaats. Aan de tijdigheid van zorglevering is af te leiden dat van de wachtenden op extramurale Begeleiding uit bovenstaande wachtlijstgegevens een groot aantal binnen de norm zorg ontvangt. Echter in absolute en relatieve aantallen is het aantal cliënten dat buiten de norm zorg ontvangt hoog. 2.4. Conclusie zorgkantoorregio Haaglanden In de regio Haaglanden stijgt het aantal cliënten met een intramurale GGZ-indicatie. Daarnaast is er zorgzwaarteverzwaring zichtbaar in de indicaties voor zowel ZZP GGZ-B als GGZ-C. Deze trend van toename in zorgzwaarte is ook terug te zien in het intramurale aanbod, met name in de capaciteit ZZP GGZ-C. De regio Haaglanden is actief in het leveren van VPT. Het aantal wachtenden dat langer wacht dan de Treeknormen is relatief klein voor cliënten met een intramurale indicatie. Het grootste absolute aantal wachtenden heeft een zorgvraag voor ZZP GGZ-C3 zowel in totaal als het aantal dat buiten de wachttijdennorm valt. Echter is het aantal zorgtoewijzingen ook het grootst voor ZZP GGZ- C3. Het aantal cliënten met een indicatie voor Begeleiding (zowel Individueel als Groep) stijgt tussen 21 en 212. Het gemiddeld aantal geïndiceerde uren en dagdelen blijft gelijk. Op basis van de indicaties bestaat het beeld dat het aantal cliënten met zorgvraag Begeleiding toeneemt maar dat de gemiddelde zorgzwaarte stabiel is. De tijdigheid van zorg laat zien dat er een zeer groot aantal cliënten een nieuwe zorgtoewijzing voor Begeleiding hebben waarvan, met name voor Begeleiding Groep, een behoorlijk aandeel zorg ontvangt buiten de normwachttijd. 23

3. Zorgkantoorregio Zuid-Hollandse Eilanden zorgvraag en aanbod periode 21-213 Kerncijfers regio ZH-Eilanden jul-1 jul-11 jul-12 aantal inwoners (1 januari 212) 44.394 totaal aantal cliënten met een CIZ-indicatie 14.36 14.835 15.395 percentage t.o.v. aantal inwoners 3,8% aantal cliënten met CIZ-indicatie grondslag PSY 1.81 1.975 2.9 percentage t.o.v. aantal inwoners,5% percentage t.o.v. totaal aantal CIZ-indicaties 12,6% 13,3% 13,6% aantal cliënten met CIZ-indicatie PSY intramuraal 82 9 97 percentage t.o.v. totaal aantal PSY-indicaties 45,3% 45,6% 46,4% aantal cliënten met CIZ-indicatie PSY extramuraal 99 1.7 1.12 percentage t.o.v. totaal aantal PSY-indicaties 54,7% 54,2% 53,6% Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ Ten opzichte van de overige zorgkantoorregio s heeft een relatief kleiner percentage van de inwoners in de regio Zuid-Hollandse Eilanden een CIZ-indicatie. Echter het percentage indicaties eerste grondslag PSY ten opzichte van het totaal aantal CIZ indicaties is ongeveer vergelijkbaar met de andere regio s. In de regio maken de intramurale PSY indicaties een relatief groot aandeel uit van het totaal aantal PSY indicaties in vergelijking met de andere zorgkantoorregio s. Figuur 3.1 Aantal intramurale en extramurale indicaties eerste grondslag PSY per peildatum 1 juli per jaar regio ZH-Eilanden 2.5 2. 1.5 1. 5 aantal cliënten met CIZindicatie PSY extramuraal aantal cliënten met CIZindicatie PSY intramuraal 21 211 212 Bron: CIZ Aanspraak op AWBZ-Zorg In de regio Zuid-Hollandse Eilanden is het aantal PSY indicaties toegenomen van 21 tot 212 waarbij het aantal intramurale en extramurale indicaties min of meer evenredig steeg. 3.1. Intramurale zorg In deze paragraaf worden de vraag en het aanbod van de intramurale zorg (ZZP s) in de regio Zuid- Hollandse Eilanden gepresenteerd. 24

Vraag Onderstaande figuur toont dat het aantal cliënten met een intramurale GGZ indicatie stijgt tussen 21 en 212. Figuur 3.2 Totaal aantal cliënten met indicatie intramurale GGZ op peildatum regio ZH-Eilanden 1. 95 9 85 8 75 aant. cliënten indicatie intramuraal GGZ 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 Bron: CIZ Aanspraak op AWBZ-Zorg Van juli 21 tot juli 212 is het aantal cliënten met een intramurale indicatie met 16% toegenomen in de regio Zuid-Hollandse Eilanden. Onderstaand worden de CIZ-indicaties uitgesplitst naar ZZP s met behandeling (GGZ-B), zonder behandeling (GGZ-C) en Verblijf GGZ. Er is in de CIZ-data geen onderscheid gemaakt tussen ZZP s inclusief en exclusief dagbesteding. Aantal cliënten met indicatie ZZP op peildatum regio ZH-Eilanden 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 Totaal ZZP GGZ-B 445 45 445 435 Totaal ZZP GGZ-C 295 41 55 51 Totaal ZZP GGZ 74 86 95 945 Indicatie Verblijf GGZ 85 35 Tussen juli 21 tot juli 212 is het aantal ZZP-B indicaties niet toegenomen. Het aantal ZZP-C indicaties stijgt echter 71%. 25

Figuur 3.3 Aantal cliënten met geldige indicatie per ZZP GGZ-B op peildatum regio ZH-Eilanden 25 2 15 1 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 5 GGZ-B1 GGZ-B2 GGZ-B3 GGZ-B4 GGZ-B5 GGZ-B6 GGZ-B7 Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ en CIZ Aanspraak op AWBZ-zorg Er zijn na 21 geen cliënten meer met een indicatie GGZ-B ZZP-1 in de regio Zuid-Hollandse eilanden. Het aantal ZZP GGZ-B2 is gedaald in 212. Ook de tot de lage klasse ZZP s behorende GGZ-B3 neemt sterk af tussen 21 en 212. De grootste stijging is terug te vinden op de ZZP GGZ- B5. In de ZZP s GGZ-B4, -B6 en B7 is geen duidelijke trend zichtbaar tussen 21 en 212. Figuur 3.4 Aantal cliënten met geldige indicatie per ZZP GGZ-C op peildatum regio ZH-Eilanden 25 2 15 1 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 5 GGZ-C1 GGZ-C2 GGZ-C3 GGZ-C4 GGZ-C5 GGZ-C6 Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ en CIZ Aanspraak op AWBZ-zorg In de regio Zuid-Hollandse Eilanden is het aantal ZZP-C1 zeer gering en neemt verder af. Het aantal ZZP-C2 laat eerst een toename zien en daarna een lichte daling. In de overige GGZ-C ZZP s is een toename terug te zien. Dit duidt op zorgzwaarteverzwaring. 26

Aanbod Het aantal ZZP s aan de aanbodzijde is uitgedrukt in aantal plaatsen en niet in aantal cliënten. Onderstaande figuren laten de ontwikkeling van de inkoop van ZZP GGZ-B en GGZ-C zien in de regio tussen 21 en 213. Figuur 3.5 Aantal plaatsen voor intramurale zorg ZZP GGZ-B per jaar regio ZH-Eilanden 25 2 15 1 Rea 21 Rea 211 PA 212 PA 213 5 GGZ-B1 GGZ-B2 GGZ-B3 GGZ-B4 GGZ-B5 GGZ-B6 GGZ-B7 Bron: SAS database Er is een lichte zorgverzwaring zichtbaar met betrekking tot de ZZP s GGZ-B in de regio Zuid- Hollandse Eilanden. Met name GGZ-B2 en B3 nemen in aantal af terwijl voor een stijging te zien is in het aantal GGZ-B5. Figuur 3.6 Aantal plaatsen voor intramurale zorg ZZP GGZ-C per jaar regio ZH-Eilanden 18 16 14 12 1 8 6 4 Rea 21 Rea 211 PA 212 PA 213 2 GGZ-C1 GGZ-C2 GGZ-C3 GGZ-C4 GGZ-C5 GGZ-C6 Bron: SAS database Er is een zorgverzwaringstrend zichtbaar met betrekking tot de ZZP GGZ-C. Het aantal GGZ-C3 t/m C5 neemt jaarlijks toe terwijl C1 en C2 afnemen. De trends in het aanbod GGZ-B en GGZ-C zijn vergelijkbaar met de trends in de indicaties. 27

Figuur 3.7 Aantal plaatsen VPT per jaar regio ZH-Eilanden 3,5 3, 2,5 2, 1,5 1,,5, VPT GGZ-C1 VPT GGZ-C2 VPT GGZ-C3 VPT GGZ-C4 VPT GGZ-C5 VPT GGZ-C6 Rea 21 Rea 211 PA 212 PA 213 Bron: SAS database In de regio Zuid-Hollandse Eilanden worden er nog relatief weinig VPT s geleverd. Aanbod Kind & Jeugdzorg Onderstaand het ingekocht aanbod intramurale jeugdzorg in de regio. Figuur 3.8Aantal plaatsen kind- en jeugd per prestatie regio ZH-Eilanden 3 25 2 15 1 5 Rea 21 Rea 211 PA 212 PA 213 K1.1 K1.2 K1.3 K1.4 K1.5 K1.6 VZ2.5 Bron: SAS database Het totaal aantal ingekochte plaatsen kind- en jeugd is in de regio Zuid-Hollandse Eilanden licht gedaald. 3.2. Extramurale zorg In deze paragraaf worden de vraag en het aanbod van de extramurale zorgprestaties in de regio Haaglanden gepresenteerd. 28

Vraag Figuur 3.9 Aantal cliënten met geldige indicatie grondslag PSY Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep op peildatum regio ZH-Eilanden 1.2 1. 8 6 4 2 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 BGI BGG Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ en CIZ Aanspraak op AWBZ-zorg Het aantal cliënten met een indicatie Begeleiding Individueel met grondslag PSY neemt tussen 21 en 212 elk jaar toe. Van juli 21 tot juli 212 is er sprake van 14% stijging. Tussen 21 en 211 stijgt het aantal cliënten met een PSY-indicatie Begeleiding Groep (met 8,2%) maar daarna is er een dalende trend zichtbaar, van 1 juli 211 naar 1 juli 212 daalt het aantal indicaties met 2,5%. Gemiddeld aantal uren/dagdelen Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep per week voor cliënten met indicatie PSY 18+ 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 BGI uren 3, 3, 3, BGGR dagdelen 4,5 4,7 4,9 In de Zuid-Hollandse Eilanden is een zeer lichte stijging waarneembaar in het gemiddeld aantal geïndiceerde dagdelen Begeleiding groep per cliënt. Figuur 3.1 Aantal cliënten met geldige indicatie grondslag PSY Kortdurend Verblijf op peildatum regio ZH-Eilanden 25 2 15 1 5 aant. cliënten met grondslag PSY indicatie KVB 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ en CIZ Aanspraak op AWBZ-zorg 29

Het aantal cliënten met een indicatie met grondslag PSY voor Kortdurend verblijf neemt elk jaar af. In de regio Zuid-Hollandse Eilanden samen met de regio Zuidoost-Brabant is de grootste daling te zien (75%). Gedurende 212 lijkt de daling te stagneren. Figuur 3.11 Aantal cliënten met geldige indicatie grondslag PSY Persoonlijke Verzorging en Verpleging op peildatum regio ZH-Eilanden 14 12 1 8 6 4 2 PV VP 1-jul-1 1-jul-11 1-jul-12 1-okt-12 Bron: CIZ Basisrapportage AWBZ en CIZ Aanspraak op AWBZ-zorg In de regio Zuid-Hollandse Eilanden steeg het aantal cliënten met grondslag PSY met een geldige indicatie voor Persoonlijke Verzorging van 21 tot 211 met 21%. Tussen peildatum 1 juli 211 en 1 juli 212 vond er echter geen groei of daling in het aantal indicaties plaats. Het beeld met betrekking tot indicaties voor Verpleging is wisselend. Tussen 21 en halverwege 212 is er een stijging zichtbaar van maar liefst 67%; de grootste stijging van alle zes de CZ zorgkantoorregio s. Eind 212 is echter een daling zichtbaar. De totale aantallen, met name met betrekking tot VP, zijn echter relatief klein. Wanneer er sprake is van PV of VP zijn er bij een PSYcliënt naast zijn psychische klachten ook nog andere somatische klachten aanwezig. Bovenstaande data in de figuren 2.8-2.1 betreffen geen unieke cliënten. Per indicatie worden de unieke cliënten met een indicatie voor de betreffende prestatie weergegeven. Het is echter mogelijk dat één cliënt meerdere prestaties in zijn indicatiebesluit heeft. Onderstaande tabel geeft een beeld van het voorkomen van extramurale indicaties met meerdere prestaties. Het gaat om cliënten met een indicatie voor Begeleiding met dominante grondslag PSY. Aantal cliënten met geldige indicatie Begeleiding 1e grondslag PSY regio ZH-Eilanden per functiecategorie peildatum 1 juli 212 alleen BGI 66 BGI + PV/VP/BH 55 alleen BGG 145 BGG + PV/VP/BH 1 BGI + BGG 185 BGI + BGG + PV/VP/BH 4 KVB + BG (+PV/VP/BH) 5 Totaal 1.15 Bron: CIZ Begeleiding in beeld Ongeveer driekwart van het aantal cliënten met een grondslag PSY indicatie voor Begeleiding heeft enkel BG individueel of BG groep in zijn indicatiebesluit zonder enige andere functiecategorie. 3

Naast combinaties van functiecategorieën komt het ook voor dat cliënten meerdere grondslagen in hun indicatiebesluit hebben staan. Eén grondslag wordt aangewezen als dominante grondslag en daarnaast kan er sprake zijn van een secundaire grondslag. Op peildatum 1 juli 212 was er in de regio Zuid-Hollandse Eilanden sprake van de volgende combinaties grondslagen bij de cliënten met een geldige indicatie Begeleiding waarbij PSY één van de grondslagen was. Data betreffende combinaties van grondslagen waarvan PSY geen deel uitmaakt zijn onderstaand niet weergeven. Dominante en secundaire grondslag PSY van cliënten met indicatie Begeleiding regio ZH-Eilanden op peildatum 1 juli 212 Alleen grondslag PSY 96 1e PSY - 2e SOM 13 1e PSY - 2e VG 15 1e PSY - 2e LG 1e PSY - 2e PG 1e PSY - 2e ZG totaal 1e PSY extramuraal 1.15 1e SOM - 2e PSY 25 1e VG - 2e PSY 2 1e LG - 2e PSY 5 1e PG - 2e PSY 1e ZG - 2e PSY totaal 2e PSY extramuraal 24 Bron: CIZ Begeleiding in beeld In de regio Zuid-Hollandse Eilanden heeft 8% van de cliënten met een indicatie Begeleiding met dominante grondslag PSY een indicatie voor Zorg in Natura, dit betreft zowel volledige verzilvering in ZiN als verzilvering in een combinatie van ZiN en PGB. Figuur 3.12 Aantal indicaties Begeleiding dominante grondslag PSY naar voorkeursvorm regio Zuid-Hollandse Eilanden op peildatum 1 juli 212 1.25 1. onbekend 75 PGB 5 ZIN + PGB 25 ZIN Voorkeursvorm ZH-Eilanden Bron: CIZ Begeleiding in beeld Aanbod Onderstaande figuren tonen het aantal uren ingekocht per prestatie per jaar. Conform intramurale zorg zijn de gegevens 21 en 211 gebaseerd op de definitieve realisatie en de gegevens 212 en 213 op de productieafspraak. De 8%-afspraak voor 213 is geëxtrapoleerd naar 1%. 31