Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0068 (NLE) 6712/16 ADD 1 PECHE 61 VOORSTEL van: ingekomen: 8 maart 2016 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Nr. Comdoc.: COM(2016) 123 final - ANNEX 1 Betreft: BIJLAGE bij het Voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/72 van de Raad wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 123 final - ANNEX 1. Bijlage: COM(2016) 123 final - ANNEX 1 6712/16 ADD 1 as DG B 2A NL
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2016 COM(2016) 123 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/72 van de Raad wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft NL NL
BIJLAGE bij Voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/72 van de Raad wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft 1. Bijlage IA bij Verordening (EU) 2016/72 wordt als volgt gewijzigd: a) De vangstmogelijkhedentabel voor zandspiering in de wateren van de Unie van IIa, IIIa en IV wordt vervangen door de volgende tabel: Soort: Zandspiering Gebied: wateren van de Unie van IIa, IIIa en IV( 1 ) Ammodytes spp. Denemarken 74 727 Verenigd Koninkrijk 1 634 Duitsland 114 Zweden 2 744 Unie 79 219 Analytische Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van 79 219 (1) Exclusief wateren binnen 6 mijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula. Onverminderd de aanlandingsverplichting, mogen vangsten van schar, wijting en makreel voor ten hoogste 2 % in mindering worden gebracht op de quota (OT1/*2A3A4), op voorwaarde dat deze vangsten en bijvangsten van die soorten, zoals geregeld uit hoofde van artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, niet meer dan 9 % van dit quotum voor zandspieringen uitmaken. Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen als bepaald in bijlage IID, niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden: Gebied: wateren van de Unie van de beheersgebieden voor zandspieringen 1 2 3 4 5 6 7 (SAN/234_1) (SAN/234_2) (SAN/234_3) (SAN/234_4) (SAN/234_5) (SAN/234_6) (SAN/234_7) Denemarken 4 717 4 717 59 428 5 659 0 206 0 Verenigd Koninkrijk 103 103 1 299 124 0 5 0 Duitsland 7 7 91 9 0 0 0 Zweden 173 173 2 182 208 0 8 0 Unie 5 000 5 000 63 000 6 000 0 219 0 Totaal 5 000 5 000 63 000 6 000 0 219 0 NL 2 NL
b) De vangstmogelijkhedentabel voor blauwe wijting in de wateren van de Unie en de internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV wordt vervangen door de volgende tabel: Soort: Blauwe wijting Gebied: wateren van de Unie en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV Micromesistius poutassou Denemarken 31 704 Duitsland 12 327 Spanje 26 878 Frankrijk 22 063 Ierland 24 550 Nederland 38 659 Portugal 2 497 Zweden 7 842 Verenigd Koninkrijk 41 137 Unie 207 657 Noorwegen 75 000 Faeröer 9 000 (1) Analytische (WHB/1X14) (1) Bijzondere voorwaarde: van de EU-quota in de Uniewateren en de internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV (WHB/*NZJM1) en in VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1 (WHB/*NZJM2), mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen: 149 506 Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar VIIIc, IX en X; Uniewateren van CECAF 34.1.1. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld. Bijzondere voorwaarde: met inachtneming van een totale toegangshoeveelheid van 21 500 ton voor de Unie, mogen lidstaten ten hoogste het volgende percentage van hun quota in de wateren van de Faeröer vangen (WHB/*05-F.): 9,2 %. c) De vangstmogelijkhedentabel voor leng in de Noorse wateren van IV wordt vervangen door de volgende tabel: Soort: Leng Gebied: Noorse wateren van IV Molva molva (LIN/04-N.) België 9 Analytische Denemarken 1 164 Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van Duitsland 33 Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van Frankrijk 13 Nederland 2 Verenigd Koninkrijk 104 Unie 1 325 NL 3 NL
d) De vangstmogelijkhedentabel voor "andere soorten" in de Noorse wateren van IV wordt vervangen door de volgende tabel: Soort: Andere soorten Gebied: Noorse wateren van IV België 46 Voorzorgs- Denemarken 4 250 Duitsland 479 Frankrijk 197 Nederland 340 Zweden Verenigd Koninkrijk 3 188 Unie 8 500 (1) (OTH/04-N.) (1) Door Noorwegen aan Zweden toegekend quotum op traditioneel niveau voor "andere soorten". Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijen. Uitzonderingen kunnen in voorkomend geval worden opgenomen na overleg. e) De vangstmogelijkhedentabel voor roggen in de wateren van de Unie van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k wordt vervangen door de volgende tabel: NL 4 NL
Soort: Roggen Gebied: wateren van de Unie van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k Rajiformes België 725 Estland 4 Frankrijk 3 255 Duitsland 10 Ierland 1 048 Litouwen 17 Nederland 3 Portugal 18 Spanje 876 Verenigd Koninkrijk 2 076 Unie 8 032 Voorzorgs- (SRX/67AKXD) Artikel 12, lid 1, van deze verordening is van 8 032 (4) (1) Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/67AKXD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/67AKXD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/67AKXD), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/67AKXD), zandrog (Raja circularis) (RJI/67AKXD) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/67AKXD) worden afzonderlijk gemeld. Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de wateren van de Unie van VIId (SRX/*07D.), onverminderd de verbodsbepalingen in de artikelen 13 en 46 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D.), zandrog (Raja circularis) (RJI/*07D.) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/*07D.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor golfrog (Raja undulata). van toepassing op kleinoogrog (Raja microocellata). Als vissen van deze soort incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren. (4) van toepassing op golfrog (Raja undulata). In het gebied waarvoor deze geldt, mag niet gericht op deze soort worden gevist. In gevallen waarvoor de aanlandingsplicht niet geldt, mag bijvangst van golfrog in sector VIIe alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan en mits deze niet meer bedraagt dan 20 kg levend gewicht per visreis. De vangsten overschrijden de quota in de onderstaande tabel niet. De vorige bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen in de artikelen 13 en 46 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Bijvangsten van golfrog worden apart gemeld onder de volgende code: (RJU/67AKXD). Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de volgende gebieden niet meer golfrog worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden: f) De vangstmogelijkhedentabel voor roggen in de wateren van de Unie van VIId wordt vervangen door de volgende tabel: NL 5 NL
Soort: Roggen Gebied: wateren van de Unie van VIId Rajiformes (SRX/07D.) België 87 Frankrijk 729 Nederland 5 Verenigd Koninkrijk 145 Unie 966 Voorzorgs- 966 (4) (1) Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/07D en golfrog (Raia undulata) (RJU/07D.) worden afzonderlijk gemeld. Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de Uniewateren van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k (SRX/*67AKD). Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus (RJN/*67AKD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*67AKD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*67AKD) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*67AKD) worden afzonderlij gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor golfrog (Raja undulata). van toepassing op kleinoogrog (Raja microocellata). Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellij teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren. (4) van toepassing op golfrog (Raja undulata). In het gebied waarvoor deze geldt, mag niet gericht op deze soort worden gevist. In gevallen waarvoor de aanlandingsplicht ni geldt, mag bijvangst van golfrog in het gebied waarvoor deze geldt alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan en mits deze niet meer bedraagt da 40 kg levend gewicht per visreis. De vangsten overschrijden de quota in de onderstaande tabel niet. De vorige bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen in de artikelen 1 en 46 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Bijvangsten van golfrog worden apart gemeld onder de volgende code: (RJU/07D.). Binnen de limieten van d bovenstaande quota mag in de volgende gebieden niet meer golfrog worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden: Soort: Golfrog Gebied: wateren van de Unie van VIId Raja undulata België 1 Voorzorgs- Frankrijk 9 Nederland 0 Verenigd Koninkrijk 2 Unie 12 12 (RJU/07D.) Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in wateren van de Unie van VIIe; deze hoeveelheid wordt apart gemeld onde de volgende code: (RJU/*67AKD). Deze bijzondere voorwaarde geldt onverminderd de in de artikelen 13 en 46 van deze verordenin vastgestelde verbodsbepalingen voor de daarin vermelde gebieden. 2. Bijlage IB bij Verordening (EU) 2016/72 wordt als volgt gewijzigd: a) De vangstmogelijkhedentabel voor kabeljauw in de Noorse wateren van I en II wordt vervangen door de volgende tabel: Soort: Kabeljauw Gebied: Noorse wateren van I en II Gadus morhua Duitsland 2 405 Analytische (COD/1N2AB.) Griekenland 298 Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van Spanje 2 682 Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van Ierland 298 Frankrijk 2 207 Portugal 2 682 Verenigd Koninkrijk 9 328 NL 6 NL
Unie 19 900 b) De vangstmogelijkhedentabel voor kabeljauw in I en IIb wordt vervangen door de volgende tabel: Soort: Kabeljauw Gebied: I en IIb Gadus morhua (COD/1/2B.) Duitsland 6 593 Analytische Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van 13 192 Spanje Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van 3 122 Frankrijk Polen 2 728 Portugal 2 643 Verenigd Koninkrijk 4 403 Andere lidstaten 495 Unie 33 176 (1) (1) Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk. De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de bijvangsten van schelvis laten de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen geheel onverlet. Bijvangsten van schelvis mogen per trek tot 14 % uitmaken. De totale hoeveelheid schelvis in bijvangst komt bovenop het quotum voor kabeljauw. c) De vangstmogelijkhedentabel voor schelvis in de Noorse wateren van I en II wordt vervangen door de volgende tabel: Soort: Schelvis Gebied: Noorse wateren van I en II Melanogrammus aeglefinus Duitsland 267 Analytische Frankrijk Verenigd Koninkrijk 160 820 Unie 1 247 (HAD/1N2AB.) Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van d) De vangstmogelijkhedentabel voor andere soorten (bijvangst) in Groenlandse wateren wordt vervangen door de volgende tabel: NL 7 NL
Soort: Bijvangst (1) Gebied: Groenlandse wateren Unie 1 126 Voorzorgs- (B-C/GRL) Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van (1) Bijvangsten van grenadiervissen (Macrourus spp.) worden gerapporteerd overeenkomstig de volgende vangstmogelijkhedentabellen: grenadiervissen in de Groenlandse wateren van V en XIV (GRV/514GRN) en grenadiervissen in de Groenlandse wateren van NAFO 1 (GRV/N1GRN.). 3. In bijlage IF bij Verordening (EU) 2016/72 wordt de vangstmogelijkhedentabel voor Atlantische slijmkop in SEAFO-deelsector B1 vervangen door de volgende tabel: Soort: Atlantische slijmkop Hoplostethus atlanticus 0 Gebie d: Voorzorgs- SEAFO-deelsector B1 (1) (ORY/F47NAM) (1) In het kader van deze bijlage mag de visserij worden bedreven in het gebied dat wordt begrensd: ten westen door de lengtegraad 0 OL, ten noorden door de breedtegraad 20 ZB, ten zuiden door de breedtegraad 28 ZB, en ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië. Met uitzondering van een toegestane bijvangst van 4 ton (ORY/*F47NA). 4. In bijlage IJ bij Verordening (EU) 2016/72 wordt de vangstmogelijkhedentabel voor Chileense horsmakreel in het SPRFMO-verdragsgebied vervangen door de volgende tabel: Soort: Chileense horsmakreel Gebied: SPRFMO-verdragsgebied Trachurus murphyi Duitsland 7 067,15 Analytische (CJM/SPRFMO) Nederland 7 660,06 Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van Litouwen 4 917,5 Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van Polen 8 455,29 Unie 28 100 5. Bijlage VIII bij Verordening (EU) 2016/72 wordt vervangen door: "BIJLAGE VIII NL 8 NL
KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VISMACHTIGINGEN VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE UNIEWATEREN VISSEN Vlaggenstaat Visserij Noorwegen Haring, ten noorden van 62 00' NB Faeröer Makreel, VIa (ten noorden van 56 30' NB), IIa, IVa (ten noorden van 59º NB) Horsmakreel, IV, VIa (ten noorden van 56 30 NB), VIIe, VIIf, VIIh Haring, ten noorden van 62 00' NB Aantal vismachtigingen Nog vast te stellen 14 14 Maximumaantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn Nog vast te stellen 20 Nog vast te stellen Haring, IIIa 4 4 Industriële visserij op kever, IV, VIa (ten noorden van 56 30 NB) (inclusief onvermijdbare bijvangsten van blauwe wijting) 14 14 Leng en lom 20 10 Blauwe wijting, II, IVa, V, VIa (ten noorden van 56 30 N), VIb, VII (ten westen van 12 00 W) 20 20 Blauwe leng 16 16 Venezuela (1) Snappers (wateren van Frans- Guyana) (1) 45 45 Voordat deze vismachtigingen worden afgegeven, moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de scheepseigenaar die de machtiging aanvraagt, en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat ten minste 75 % van de door het betrokken vaartuig gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking in dat bedrijf. Dit contract moet worden geviseerd door de Franse autoriteiten, die zich ervan moeten vergewissen dat het in overeenstemming is met zowel de capaciteit van het verwerkende bedrijf waarmee het is gesloten als met de doelstellingen voor de ontwikkeling van de economie in Frans-Guyana. Een afschrift van het naar behoren geviseerde contract moet bij de vismachtigingsaanvraag worden gevoegd. Wanneer bovenbedoelde bekrachtiging wordt geweigerd, maken de Franse autoriteiten deze weigering bekend en vermelden zij de redenen ervoor aan de betrokken partij en aan de Commissie. ". NL 9 NL