Meer Met Minder. Convenant energiebesparing bestaande woningen en gebouwen



Vergelijkbare documenten
Convenant Energiebesparing bestaande gebouwen ( Meer met Minder )

CONVENANT ENERGIEBESPARING HUURSECTOR. 28 juni 2012

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend

B-088 Green Deal Haalbaarheidsstudie Nationaal Fonds Energiebesparing

Lente-akkoord Energiezuinige Nieuwbouw

Convenant betreffende een financiële impuls ten behoeve van de Kwaliteitssprong Rotterdam Zuid ( ).

KOEPELCONVENANT ENERGIEBESPARING GEBOUWDE OMGEVING

Wat u moet weten. over het energiebesparingsfonds ACHTERGROND FINANCIERING. Gemeente kan zich richten op utiliteitsbouw

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

Deelconvenant consument en vrije tijd

MJA Workshop Wet & Regelgeving. Duurzaamheid, gebouwen en energiebesparing

Convenant. Energiebesparing corporatiesector

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

de hiervoor genoemde gemeenten worden verder genoemd: de gemeenten;

Koepelconvenant Horizontaal Toezicht

OCW, provincie Drenthe, provincie Fryslân, provincie Groningen, gemeente Groningen, gemeente Leeuwarden

C-151 Green Deal De Groene Grachten

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister;

Uit-en toetreding huurders bij huurovereenkomst d.d...

RNI Convenant Dienstverlening Gemeenten

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister;

C-153 Green Deal Groen Bouwen

CONVENANT GEZOND GEWICHT Deelconvenant Werk

Koepelconvenant tussen de Belastingdienst en NEXIA Nederland

1. Wethouder Tiemens te machtigen voor het ondertekenen van het Gelders Energie Akkoord.

Selectie van Meer met Minder -proefprojecten

Ministerie van Binnenlandse Zaken en. Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Mededeling. Datum. Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer. Registratienummer

Convenant inzake de samenwerking bij het tegengaan van ontoelaatbaar gedrag van (i) externe

Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI

B-96 Green Deal de winst van paardenmest

Convenant. Veilig varen doen we samen! Provincie Zuid-Holland. Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer

Convenant. va n. Fraudehel pdes k. n 1. aan

B-89 Green Deal Warmte Deventer Keizerslanden

C-179 Energiebesparing door de Energie Prestatie Keuring (EPK): Green Deal EPK Pilot

Intentie-overeenkomst voor duurzame energie en energiebesparing

CONVENANT INZAKE DE TOTSTANDKOMING VAN HET NATIONAAL MONUMENT SLAVERNIJVERLEDEN TUSSEN DE STAAT DER NEDERLANDEN EN DE GEMEENTE AMSTERDAM

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

Hierna tezamen ook genoemd: Partijen; 1 Green Deal

OVEREENKOMST. tot KOOP EN VERKOOP VAN AANDELEN. in het kapitaal van GRONINGEN AIRPORT EELDE N.V.

Convenant over kwaliteit van fiscale aangiften van SRA-kantoren tussen de Belastingdienst en SRA. Belastingdienst DV 362 1Z*2ED

De Stichting Centrum Management Grave, hierna te noemen de Stichting, vertegenwoordigd door haar voorzitter, de heer G.J.

Samenwerkingsovereenkomst tandarts MKA-chirurg binnen de implantologie

B-130 Green Deal Nijmegen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

INTENTIEVERKLARING INZAKE STIMULERING VERVOERMANAGEMENT. Zoetermeer, donderdag 29 mei 1997

Convenant tussen de Belastingdienst en Alfa Accountants en Adviseurs

Bijlage uitvoeringsprogramma Vlieland Duurzaam 2 juni 2017 Pagina 1

Burgemeester en B&W-aanbiedingsformulier

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Samen energie besparen! Convenant Energiebesparing Gemeente Kerkrade

DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST

SML Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht

Convenant Horizontaal Toezicht tussen de Graaf + Plaisier accountants en belastingadviseurs en de Belastingdienst

OCW provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort

Toelichting doorrekening Energieakkoord - Gebouwde omgeving

Convenant. Ter bevordering van de productie van de Nederlandse film en Nederlandse publieksfilms in het bijzonder en het bioscoopbezoek in Nederland

Convenant inzake samenwerking op het gebied van toezicht op accountantsorganisaties. tussen

Nationaal Energiebesparingsplan

Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten Een werkgever die eigenrisicodrager voor de WGA is Wet financiering sociale verzekeringen

Convenant G32-Stedennetwerk en Platform31: Samenwerken aan Aantrekkelijke en Krachtige Steden, 2015 t/m 2018

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. de Belastingdienst en JAN Accountants en Belastingadviseurs B.V.

BESTUURSOVEREENKOMST Culturele Hoofdstad 2018

Deel 1: de ORGANISATIE-MONITOR

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot diverse toezeggingen op het gebied van energiebesparing.

BESTUURSOVEREENKOMST Culturele Hoofdstad 2018

Samenwerkingsovereenkomst projectgebied Henschotermeer

Uitvoeringsovereenkomst. BI zone CapelleXL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam

Partijen, De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer H.G.J. Kamp, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister,

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. en de Belastingdienst

3. Coöperatie Windgroep Goeree-Overflakkee, namens deze Arjan van der Tol, handelend als voorzitter, hierna te noemen: Windgroep.

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam

Convenant inzake de proeftuin bezorgen van reisdocumenten

CONVENANT REGIONALE AANPAK VOORKOMEN EN BESTRIJDEN JEUGDWERKLOOSHEID

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Financieringsvoorwaarden ondersteuning regionale allianties

Partijen, hierna samen te noemen: Partijen;

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris,

het College bescherming persoonsgegevens, gevestigd in Den Haag, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter, hierna te noemen: het CBP

Convenant Aardgasvrije Nieuwbouw

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

CONVENANT MET BETREKKING TOT DE SCHEIDING VAN RISICO S VERBONDEN AAN DE UITVOERING VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE BLOEDVOORZIENINGSORGANISATIE

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage Energieakkoord 2016 en uitvoering Urgendavonnis

1. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Langedijk, door het college conform het bepaalde in artikel 168, eerste lid, van de

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: minister van OCW,

Convenant Horizontaal Toezicht tussen Maatschap Steens & Partners Accountants en Adviseurs en de Belastingdienst

Infra Deal Zuid-Holland

Gevraagd besluit. Besluit. Partijen:

CONVENANT met betrekking tot de implementatie van de Wet ambulancezorg (Waz)

Model Intentieverklaring Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken 2007 Titel project

C-152 Green Deal expertisecentrum financiering duurzame energieprojecten

Olie en (petro-)chemische industrie vitaal security

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

ENERGIE BESPARING IN DE AMERSFOORTSE HUURSECTOR

Transcriptie:

Meer Met Minder Convenant energiebesparing bestaande woningen en gebouwen

Partijen: 1. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, te dezen vertegenwoordigd door minister J.W.E. Spies, hierna te noemen het ministerie van BZK ; 2. De vereniging Bouwend Nederland, statutair gevestigd te Zoetermeer, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer mr. drs. L.C. Brinkman, hierna te noemen Bouwend Nederland ; 3. Vereniging Energie-Nederland, statutair gevestigd te s-gravenhage, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer J.G.M. Alders, hierna te noemen Energie-Nederland ; 4. De vereniging UNETO-VNI, statutair gevestigd te Zoetermeer, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer ir. M. Engels, hierna te noemen UNETO-VNI ; Partijen 1, 2, 3 en 4 gezamenlijk te noemen: de partijen. In overweging nemende dat: a. de partijen het algemeen belang van energiebesparing in de gebouwde omgeving, woningen en utiliteitgebouwen zien, met als specifieke voordelen verlaging (woon- )lasten, het beheersbaar houden van de energierekening, verhoging comfort, verbetering van de kwaliteit van gebouwen en meer werkgelegenheid voor de bouwen installatiesector; b. investeerders in casu de gebouweigenaren en -gebruikers - een cruciale rol spelen in de keuze om tot energiebesparing over te gaan; c. veel energiebesparende maatregelen door eigenaren en gebruikers niet vanzelfsprekend worden genomen; d. het van belang is ook het nemen van meer duurzame en innovatieve maatregelen te stimuleren; e. vooral voor energiebesparing in de gebouwde omgeving een integrale gezamenlijke aanpak nodig is vanwege het karakter van deze sector (veel gebouweigenaren die moeilijk door slechts één partij benaderd kunnen worden); f. voor een duurzame economische groei van belang is, dat er een structurele markt voor energiebesparing in de gebouwde omgeving ontstaat, waarbij bouw- en installatiebedrijven zich inzetten voor het leveren van daarop afgestemde diensten en producten; g. consistentie van overheidsbeleid, regelgeving en beschikbare middelen randvoorwaardelijk is voor het tot stand komen van een structurele markt voor energiebesparing; h. partijen in 2008 het convenant Meer Met Minder hebben afgesloten met als doel om op grote schaal investeringen in energiebesparende maatregelen in bestaande woningen en andere gebouwen te stimuleren en faciliteren door een gemeenschappelijke aanpak gericht op ontwikkeling van een structurele markt voor energiereductie in gebouwen (te noemen: het Meer Met Minder-programma ); i. aan het Meer Met Minder-programma in de periode 2008 tot en met 2010 als resultaat kan worden toegerekend dat 314.000 woningen zijn verbeterd met twee of meer energiebesparende maatregelen (bron: convenantmonitor april 2011 van AgentschapNL); j. in maart 2011 het Kabinetsprogramma Plan van aanpak Energiebesparing Gebouwde Omgeving is verschenen; k. op initiatief van de minister van BZK in het voorjaar van 2011 met alle betrokken partijen de afspraak is gemaakt om het convenant Meer Met Minder, tezamen met het Lenteakkoord en het convenant Sociale Huursector, te herijken op basis van het Plan van aanpak Energiebesparing Gebouwde Omgeving ; 1

l. alle bij de genoemde drie convenanten betrokken partijen met elkaar een koepelconvenant hebben afgesloten waarin alle gemeenschappelijke, de afzonderlijk convenanten overstijgende zaken zijn vastgelegd; m. onlosmakelijk verbonden aan en aansluitend op het koepelconvenant, de partijen een herijkt convenant Meer Met Minder hebben opgesteld met als doel om op grote schaal investeringen in energiebesparende maatregelen in de gebouwde omgeving te stimuleren en faciliteren door een gemeenschappelijke aanpak gericht op de doorontwikkeling van een structurele markt voor energiereductie in gebouwen (te noemen: het Meer Met Minder-actieplan ); Komen overeen als volgt: Artikel 1 Doel 1. De partijen beogen met dit convenant dat jaarlijks de energieprestatie van minimaal 300.000 bestaande woningen en andere gebouwen met minimaal twee klassen in het energielabel wordt verbeterd. Indien dit resultaat niet bereikt wordt, zullen de partijen bezien welke aanvullende maatregelen nodig zijn om daar alsnog op uit te komen. 2. De partijen spannen zich in om bij het nastreven van vorenvermeld doel investeerders te stimuleren tot keuzes voor duurzame energiemaatregelen. Artikel 2 Inspanningen van de partijen 1. De partijen werken samen volgens een gezamenlijk Meer Met Minder-actieplan, waarin het doorontwikkelen van een structurele markt voor gebouwgebonden energiebesparingsdiensten en producten in de gebouwde omgeving centraal staat. Dit Meer Met Minder-actieplan is toegesneden op: a. het door de partijen mede ondertekende koepelconvenant Energiebesparing Gebouwde Omgeving; b. het verbeteren van de energieprestatie van de aantallen woningen en gebouwen zoals genoemd in artikel 1, eerste lid. 2. De partijen werken het Meer Met Minder-actieplan conform de opzet in de bijlage uit in een samenhangend werkprogramma en dragen zorg voor de ontwikkeling en uitvoering van dat plan. De bijdrage en verantwoordelijkheid voor de uitvoering van genoemd plan zal voor Energie-Nederland op 31 december 2013 eindigen. 3. Overkoepelende afspraken tussen de partijen in het kader van het Meer Met Minderactieplan zijn vastgelegd in het koepelconvenant. 4. De partijen dragen er gezamenlijk zorg voor dat de uitvoering van het actieplan als bedoeld in lid 2 zo spoedig mogelijk doch uiterlijk in het najaar van 2012 van start kan gaan. Artikel 3 Periodiek overleg, monitoring, evaluatie en bijsturing Afspraken over monitoring, evaluatie en bijsturing zijn vastgelegd in het koepelconvenant. Artikel 4 Versterken van het Meer Met Minder-actieplan 1. De partijen beschouwen het Meer Met Minder-actieplan als de uitvalsbasis voor de doorontwikkeling van een structurele markt voor gebouwgebonden energiebesparingdiensten en producten. 2

2. De Rijksoverheid en partijen uit het bedrijfsleven en natuurorganisaties hebben in de Groene Groei Deal toegezegd om in het voorjaar van 2012 te komen met gezamenlijke voorstellen voor een grootschalige aanpak van energiebesparing in de gebouwde omgeving. Hierin is afgesproken om een verband te leggen met de bestaande convenanten voor energiebesparing in de gebouwde omgeving en de herijking daarvan. De initiatiefnemers van de Groene Groei Deal menen dat een goede marktwaardering van de energie-efficiëntie van gebouwen en woningen cruciaal is, mede door labelling van de energieprestatie. Mede daarop zouden nieuwe financieringsmethoden overwogen kunnen worden, zodat rendabele investeringen in energiebesparing in de gebouwde omgeving een extra impuls krijgen. De partijen beschouwen de afspraken in de Groene Groei Deal over energiebesparing in de gebouwde omgeving als een mogelijkheid om het Meer Met Minder-actieplan verder te versterken. Dat moet een extra impuls voor energiebesparing in de gebouwde omgeving opleveren en zodoende toegevoegde waarde hebben voor het Meer Met Minder-actieplan. 3. Andere initiatieven, die ook tot doel hebben om energiebesparing in de bestaande woning- en gebouwenvoorraad te stimuleren en faciliteren, zullen door de partijen en de rijksoverheid eveneens worden bezien op hun toegevoegde waarde ten opzichte van het Meer Met Minder-actieplan. Waar daar sprake van is zullen zij zich inspannen voor afstemming en krachtenbundeling met die initiatieven. Met als uitgangspunt dat alle voorstellen om het Meer Met Minder-actieplan verder te versterken welkom zijn. In dit verband wordt onder meer gedoeld op: a. De Green Building Deal. De partijen hebben met de banken- en energiesector een voorstel ontwikkeld voor het beschikbaar krijgen van goedkope leningen voor investeringen in energiebesparing in de gebouwde omgeving. b. De Blok voor Blok-projecten. Acht pilotprojecten gaan van start met de Blok voor Blok-regeling, waarvoor bijna 12 miljoen euro overheidssubsidie beschikbaar is. Bij deze regeling gaat het erom dat onder meer marktpartijen, gemeenten, corporaties en provincies een gezamenlijk plan uitvoeren om minimaal tweeduizend woningen in één gemeente flink energiezuiniger te maken. Artikel 5 Uitvoeringsorganisatie 1. Energie-Nederland draagt tot en met eind 2013 450.000 per jaar bij aan financiering van de kosten van de MMM-uitvoeringorganisatie; na 2013 wordt door Energie-Nederland geen financiële bijdrage meer aan de MMM-uitvoeringorganisatie verstrekt. 2. Energie-Nederland staat met ingang van 2012 niet meer garant voor eventuele financiële tekorten van de MMM-uitvoeringorganisatie. 3. Bouwend Nederland en UNETO-VNI spannen zich in om de eigen inkomsten van de MMM-uitvoeringsorganisatie in de loop van 2012 en 2013 zodanig te laten groeien, dat daarmee met ingang van 1-1-2014 de volledige financiering van de MMMuitvoeringsorganisatie afgedekt kan worden. 4. Het lopende activiteitenprogramma van de MMM-uitvoeringsorganisatie zal waar nodig in lijn worden gebracht met de inspanningen zoals vastgelegd in dit herijkt MMM-convenant. 5. De MMM-uitvoeringsorganisatie zal, op basis van nader met hen te maken afspraken, in haar organisatorische opzet en werkzaamheden zoveel mogelijk gebruik maken van activiteiten die reeds bij andere relevante organisaties, zoals AgentschapNL, worden uitgevoerd. 3

Artikel 6 Kosten Iedere partij draagt de kosten van zijn eigen inspanningen. Artikel 7 Naleving en geschiloplossing 1. Dit convenant is een overeenkomst naar burgerlijk recht en is bindend voor partijen voor de looptijd, doch is niet in rechte afdwingbaar. 2. Problemen in de uitvoering van het Meer Met Minder-actieplan worden door de partijen eerst in onderling overleg besproken alvorens eventueel afzonderlijk naar buiten te treden. 3. Indien het beoogde doel niet worden gehaald en/of partijen afspraken niet nakomen, treden partijen in overleg. 4. Een partij is gerechtigd om zijn deelname aan het convenant te beëindigen. Daarbij dient een opzegtermijn van 3 maanden in acht te worden genomen. De opzegging geschiedt schriftelijk. Rechten en verplichtingen over en weer, worden op de eerste dag na de beëindiging vastgesteld en verrekend. Artikel 8 Looptijd en wijzigingen 1. Dit convenant treedt in werking op de dag volgend op die waarop het door de partijen is ondertekend en loopt tot en met 31 december 2020. 2. De participatie van Energie-Nederland in het convenant Meer Met Minder eindigt op 31 december 2013. 3. Partijen kunnen in onderling overleg de afspraken van dit convenant wijzigen, mits alle partijen daarmee schriftelijk instemmen. 4. Bij omstandigheden die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van dit convenant, zullen partijen in overleg treden over wijziging of beëindiging van dit convenant. Artikel 9 Toetreding tot het convenant 1. Organisaties die de doelstelling van dit convenant onderschrijven en een identificeerbare bijdrage aan de realisatie willen leveren, kunnen na goedkeuring door de partijen toetreden via het tekenen van de toetredingsverklaring. 2. De partijen leggen de voorwaarden voor toetreding en de daarmee samenhangende rechten en verplichtingen vast. 4

Aldus opgemaakt en ondertekend op 28 juni 2012 te Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister J.W.E. Spies Bouwend Nederland... mr.drs. L.C. Brinkman Energie-Nederland Drs. A. Jurjus UNETO-VNI.. ir. M. Engels 5

BIJLAGE Opzet van het Meer Met Minder-actieplan Doel Beter verleiden, ontzorgen en bedienen van de diverse klantgroepen: eigenaarbewoners, VvE s, corporaties, particuliere verhuurders, collectieve projecten. Middelen Beschikbaarheid van marktconcepten per klantgroep. Ingrediënten van marktconcept: marketing en acquisitie, advies, basisconcept met extra opties, financiering, kwaliteitsborging, nazorg, samenwerking in de bouwketen. Realisatie via het Meer Met Minder-actieplan Verbeteren marketing en acquisitie door onder meer: o marktbrede invoering van het energielabel o opleiding o workshops e.d. Verbeteren advies door onder meer: o opleiding adviesvaardigheden o ontwikkelen van hulpmiddelen Ontwikkelen basisconcepten + extra opties door onder meer: o onderzoek o workshops e.d. Ontwikkeling financieringopties door onder meer: o beschikbaarheid financiële faciliteiten o ontwikkelen van financieringopties per marktconcept Ontwikkelen kwaliteitsborging door onder meer: o opleiding o borgen van uitvoeringskwaliteit o meten van klanttevredenheid o kwaliteitsborging zichtbaar maken in de markt Uitwerken van nazorg door onder meer: o onderzoek Samenwerking in de bouwketen door onder meer: o workshops e.d. 6