Besluit. - dr. Dieter Cortvriendt, stafmedewerker kwaliteitszorg bij VLUHR

Vergelijkbare documenten
Besluit - - l.lnleiding

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie. Doelstellingen. Programma

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Besluit. Voozieningen (facet 4.1 )

Besluit. Secretaris: - De heer Peter Daerden, stafmedewerker cel Kwaliteitszorg, VLUHR

Besluit. l.lnleiding. Secretaris: - Mevrouw dr. ir. Els Van Zele, stafmedewerker kwaliteitszorg bij VLUHR; van december 2012.

Besluit. - De heer Peter Daerden, stafmedewerker cel Kwaliteitszorg, VLUHR.

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie De beoordeling betreft een verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Besluit. L lnleiding. Research bij de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde, Vrije

Besluit. l.lnleiding en ontvankelijk verklaard op 21 mei 2013.

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie. Doelstellingen. Programma (facelten 2.1 en 2.9)

in de politieke wetenschappen (master) van de Vrije Universiteit Brussel

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Besluit. - Chris Peeters (Stafmedewerker kwaliteitszorg, Vlhora)

Besluit. Doelstellingen. Programma (facetten 2.1, 2.3 en 2.7) Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie

Besluit Accreditatiebesluit met een positief eindoordeel voor de ople ding Master of Science in de wiskunde (master) van de Universiteit Gent

Besluit. 1.lnleiding. ontvankelijk verklaard op 20 februari 2013.

Besluit. Secretaris: - Daphne Carolus, stafmedewerker kwaliteitszorg bij VLUHR. De visitatiecommissie kende de volgende samenstelling:

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Besluit. - Chara Baeyens, stafmedewerker kwaliteitszorg bij Vlhora

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

in de vergelijkende en internationale politiek (master) van de Katholieke Universiteit Leuven

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Besluit. - Jetje De Groof, medewerker VLHORA.

Besluit. Voozieningen

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Besluit. l.lnleiding. Leden: - Prof. dr. em. René Van den Braembussche, Honorary professor von Karman lnstitute (idem); -

Besluit. - Evelien Vandenhaute, stafmedewerker kwaliteitszorg. l.lnleiding

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

- Chara Baeyens, stafmedewerker bij Vlhora. l.lnleiding

- Dr. ir. Els Van Zele, stafmedewerker cel kwaliteitszorg VLUHR. L lnleiding

Samenvattende bevindingen en overwegingen. De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Besluit. - De heer Peter Daerden, stafmedewerker cel kwaliteitszorg VLUHR.

Besluit. l.lnleiding. op 6 en 25 juni 2013.

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

in de politieke wetenschappen (master) van de Universiteit Antwerpen

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

Besluit. - Annelies Bloem, stafmedewerker kwaliteitszorg; l.lnleiding

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Kader Toets Nieuwe Opleiding. - Vlaanderen

Besluit. Samenvattende bevindingen en overvvegi ngen

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Besluit. l.lnleiding. voor het Bouwbedrijf); Tammy Schellens (doctor assistent Ondenvijskunde, Universiteit Gent)

De visitatie heeft plaatsgevonden op 25 en 26 mei Het visitatierapport dateert van 1 maart 2012.

Besluit. - Thomas Jans, medewerker VLOHRA.

Almere augustus juli 2017

Besluit. ontvankel'rjk verklaard op 21 mei 2013.

in de sociologie (master) van de Universiteit Antwerpen

Besluit. l.lnleiding Bij brief van 11 februari 2013 heeft het instellingsbestuur van de Vrije Universiteit Brussel te

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit. l.lnleiding. ontvankelijk verklaard op 27 december 2011.

Generieke kwaliteitswaarborg 1 - Beoogd eindniveau De commissie beoordeelt het beoogd eindniveau als voldoende.

Kader Opleidingsaccreditatie. - Vlaanderen

Besluit. - Chris Peeters, stafmedewerker kwaliteitszorg VLHORA;

Besluit. - Jetje De Groof, gecertificeerd secretaris ingehuurd door Vlhora. l.lnleiding

Besluit. Fontys Hogescholen. Raad van bestuur Postbus AH EINDHOVEN

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accred tatie aan de opleiding wo-master Computer Science van de Open Universiteit

Besluit. - Chris Peeters, stafmedewerker kwaliteitszorg Vlhora; 1.lnleiding

Samenvattende bevindingen en overwegingen. Geneieke kwaliteitswaañorg 1 - Beoogd eindniveau

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Oordeel Positief oordeel over de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-master Techno MBA van de Universiteit van de Nederlandse Antillen

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832).

Besluit. - Jetje De Groof, medewerker VLHORA.

18 september voltijd Groningen 28 november februari Beoordelingskaders bijzonder kenmerk ondernemen d.d.

Science in de politieke wetenschappen (academisch gerichte bachelor) van de Universiteit Antwerpen

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Besluit. ziekenhuis Maria Middelares;

hbo-bachelor Sociaal-Juridische Dienstverlening (240 ECTS) 22 oklober 2012 voltijd, deeltijd

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

G. nuao. Besluit. Accreditatiebesluit met een positief eindoordeel voor de opleiding Bachelor of Arts in. Samenvattende bevindingen en overwegingen

G. nvao. Besluit. Leuven en het CVO ACE-Groep T, hierna 'het samenwerkingsverband', beantwoordt aan dat opleidingsprofiel.

uitgevoerd door een visitatiecommissie ingesteld door de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (Vluhr).

Generieke kwaliteitswaarborg 2 - Onderwijsproces De commissie beoordeelt het onderwijsproces als voldoende (2018).

H a n d l e i d i n g O n d e r w i j s v i s i t a t i e s v l i r v l h o r a 125

Besluit. - Annelies Bloem, stafmedewerker kwaliteitszorg. l.lnleiding

Besluit. - Annelies Bloem, stafmedewerker kwaliteitszorg VLUHR;

Transcriptie:

n ederl an ds - v I a a m se a ccr ed itati e organi sati e Besluit Accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Master of Science in de toegepaste economische wetenschappenl handelsingenieur (master) van de Universiteit Antwerpen datum 1 6 september 201 3 ondenverp Definitief accreditatierapport en -besluit (001 532) bülage 2 l.lnleiding Bij brief van 4 februari 2013 heeft het instellingsbestuur van de Universiteit Antwerpen te Antwerpen een accreditatieaanvraag ingediend bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) voor de opleiding Master of Science in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur (master). Deze aanvraag is ontvangen op 4 februari 2013 en ontvankelijk verklaard op 20 februari 2013. De accreditatieaanvraag steunt op het visitatierapport van een externe beoordeling uitgevoerd door een visitatiecommissie ingesteld door de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR). De visitatiecommissie kende de volgende samenstelling: Voorzitter: Prof. dr. Jan Karel Lenstra, hoogleraar optimalisering, Technische Universiteit Eindhoven; - Leden: - Prof. dr. Bert de Brock, hoogleraar Business lnformation Modelling, faculteit Economie & Bedrijfskunde, Rijksuniversiteit Groningen ; - Prof. dr. Joaquim Gromicho, bijzonder hoogleraar Applied Optimization in Operations Research, Faculteit Economische Wetenschappen & Bedrijfskunde, Vrije Universiteit Amsterdam; - Dhr. Jean Daniels, voormalig senior onden vijstechnoloog aan het Ondenvijs-technologies Expertisecentrum, Open Universiteit Nederland (onderwijsdeskundige) ; - Dhr. Bram Oers, Student Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur, Katholieke Universiteit Leuven (studentlid). Secretaris: - dr. Dieter Cortvriendt, stafmedewerker kwaliteitszorg bij VLUHR De visitatie heeft plaatsgevonden op 23 Um 26 oktober 201 1. Het visitatierapport dateert van december 2012. Parkstraat 2812514 JK I Postbus 85498 2508 CD Den Haag PO. Box 85498 2508 CD The Hague lthe Netherlands T + 31 (0)70 3122300 F + 31 (0)70 3122301 ìnfo@nvao net I www nvao net

Pagina 2 van g 2' Formele ovenregingen De NVAO komt tot de volgende vaststellingen: - De externe beoordeling is opgesteld en onderbouwd overeenkomstig het toepasselijke Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger ondenrvijs Vlaanderen van de NVAO en volgens de daarbij behorende beslisregels; - De visitatiecommissie heeft voor de externe beoordeling het door de Vlir vastgestelde visitatieprotocol gevolgd; - De externe beoordeling verschaft inzicht in de samenstelling van de visitatiecommissie; - De externe beoordeling bevat een onderzoek ten gronde naar de aanwezigheid van voldoende generieke kwaliteitswaarborgen. De NVAO is in het licht van het vorenstaande tot de slotsom gekomen dat de externe beoordeling over de voorliggende opleiding regelmatig en gedegen tot stand is gekomen. 3. lnhoudelijke overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming in hoofdzaak op de onderstaande elementen uit het visitatierapport. Doelstellingen De Faculteit TEW heeft een strategisch plan weergegeven in de vorm van een ruwe diamant dat vier ankerpunten bevat: competence-based learning, business and society, academic rigour en arts and creativity. Verfijning van het ankerpunt competence-based learning leidt tot een geslepen diamant die een aantal rollen weergeeft die de afgestudeerden van de Faculteit TEW moeten kunnen vervullen. Deze rollen zìln analyzer, coordinator, creator, communicator, inspirer en strategist. Op basis van deze beroepsrollen zijn vervolgens voor de bachelor- en masteropleidingen Hl en HIB de kerncompetenties geïnventariseerd. De commissie stelt vast dat de doelstellingen realistisch zijn en stroken met artikel 58 van het Structuurdecreet en de Dublin-descriptoren. De doelstellingen van de masteropleidingen Hl en HIB beogen volgens de commissie op adequate wijze de beheersing van algemene en algemeen wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau. Er is voldoende aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in het domein en voor het ontwikkelen van vaardigheden en attitudes. Ook het integratieve aspect, eigen aan de domeinen Handelsingenieur, wordt goed belichaamd. De commissie is van mening dat het beheersen van de competenties nodig voor het zelfstandig kunnen uitvoeren van wetenschappelijk ondezoek voldoende klemtoon krijgt. De commissie waardeert de aandacht voor het competentiegericht leren in de doelstellingen. De commissie stelde gedurende het bezoek vast dat de doelstellingen en kerncompetenties goed gekend zijn bij de verschillende geledingen van de opleiding. De commissie acht de domeinspecifieke doelstellingen van de opleiding conform haar eigen referentiekader. Het profiel van de opleiding is goed doordacht maar is nog niet volledig vertaald in specifiek omlijnde kerncompetenties. De formulering van de kerncompetenties is nog te algemeen, aldus de commissie. De opleiding Hl, zo stelt de commissie, leggen de nadruk op de integratie van management van technologieën in een bedrijfskundige en beleidsmatige context. De -opleiding is zowel gericht op het brede beroepenveld (profit en non-profìt) als op functies in wetenschappelijk onderzoek. De commissie is van mening dat de doelstellingen van alle opleidingen goed afgestemd zi n op de wensen en behoeften van het beroepenveld. De opleidingen dienen echter, aldus de commissie, wel een beter beeld te krijgen van de competenties die door het afnemend veld ven vacht worden. De commissie is van oordeel dat de doelstellingen adequaat zijn afgestemd op de eisen die worden

pagina 3 y 9 gesteld door vakgenoten. ln het kader van het verbeterperspectief stelt de commissie dat de domeinspecifìeke kerncompetenties preciezer geformuleerd dienen te worden. Programma De commissie is tevreden over het niveau, de oriëntatie en de inhoud van de verschillende opleidingsonderdelen in alle opleidingen. De identiflcatie van beroepsrollen leidt tot goed doortimmerde curricula, ieder met een heldere profilering. De commissie is van oordeel dat de programma's op een adequate wijze hun respectieve doelstellingen concretiseren. De opleidingen Hl zijn een gevestigde waarde met een eerder klassiek programma dat het management van technologieën in een bedrijfskundige en/of beleidsmatige context beoogt. De commissie stelt dat de opleidingen op een inzichtelijke wijze de koppeling tussen de kerncompetenties en de opleidingsonderdelen (en hun leerinhouden en werkvormen) hebben weergegeven door middel van concordantietabellen. Er is in alle opleidingen ruimschoots aandacht voor disciplineoverschrijdende elementen. ln de masteropleidingen Hl en HIB zijn een groot aantal opleidingsonderdelen (met inbegrip van de Masterproef) integrerend van aard. De commissie besluit dat de inhoud van alle programma's de studenten de mogelijkheid biedt om de geformuleerde kerncompetenties te bereiken. De commissie beschouwt de aandacht voor kennisontwikkeling in het programma als uitmuntend. Het programma sluit goed aan bij recente ontwikkelingen in het wetenschapsdomein Hl en de verschillende componenten. Studenten komen vooral in de masteropleidingen in aanraking met wetenschappelijk ondezoek. De commissie meent dat de onderzoeksgebondenheid, eigen aan academische opleidingen, vezekerd is. De commissie wil wel dat de opleiding meer aandacht besteedt aan het verwerven van kwantitatieve onderzoeksvaardigheden, eigen aan het domein. Volgens de commissie sluiten de programma's voldoende aan bij de actuele beroepspraktrlk. Het programma dekt een groot aantal professionele competenties af. Toch leeft bij de studenten een gevoel dat ze weinig 'feeling' hebben met de bedrijfs- of beleidscontext en dat een aantal soft skills en ondernemerschap onderbelicht blijven gedurende hun opleiding. De commissie vindt de verticale en horizontale opbouw van het programma goed doordacht. De commissie stelt op basis van het zelfevaluatierapport en de gesprekken gedurende het bezoek vast dat opleidingsonderdelen binnen het programma inhoudelijk goed op elkaar afgestemd zijn. De leerinhouden van het programma vertonen weinig of geen overlap. Globaal kan men stellen dat de opleidingen gekenmerkt worden door graduele verdieping en specialisatie, zonder het generalistisch karakter, eigen aan de opleiding uit het oog te verliezen. Ook de keuzevrijheid wordt gradueel opgebouwd. De commissie stelt vast dat de volgtijdelijkheid van de verschillende opleidingsonderdelen en leerlijnen goed bewaakt wordt. De trajecten, minoren en majoren geven de studenten, inclusief diegenen met een geïndividualiseerd traject, de mogelijkheid om een coherent programma op te nemen alsook op basis van hun interesses diepgang te geven. Tijdens haar bezoek is het de commissie duidelijk geworden dat de opleiding intensief zijn maar dat er nauwelijks of geen studiebelemmerende factoren zijn. De opleiding slaagt erin de studielast goed te spreiden binnen en over de fases. De commissie waardeert de inspanningen van de opleiding om de studietijd regelmatig en systematisch te peilen. De commissie concludeert dat de begrote en reële studietijd goed overeenstemmen, dat de opleiding in zijn geheel studeerbaar is en dat de werkelijke studietijd bij de norm van 60 ECTS per jaar aansluit. De commissie is van oordeel dat de werkvormen in alle opleidingen goed aansluiten bij de doelstellingen. Er is een goede mix van werkvormen die de leerinhouden van de verschillende programma's adequaat ondersteunt. De commissie stelde vast dat elke docent binnen zijn opleidingsonderdeel een grote mate van vrijheid heeft inzake de keuze

Pagina 4 van 9 van werkvormen. Dit is op zich geen probleem, wanneer docenten regelmatig overleggen, zo meent de commissie. Overleg betreffende de werkvormen is er binnen de leerlijnen, over de leerlijnen heen is deze nog gebrekkig, zo stelde de commissie vast. De commissie stelt dat de opleiding nog meer het resultaat moet zijn van teamwork, zeker wat de afstemming van de werkvormen over de leerlijnen heen betreft. De commissie meent dat het competentiegericht leren versterkt kan worden. Onderwijskundige professionalisering kan hierbij helpen. De commissie is zeer tevreden over de kwaliteit van het leermateriaal. De commissie meent dat de toetsing en beoordeling in alle opleidingen in voldoende mate gericht is op de evaluatie van de doelstellingen. Ze waardeert de variatie aan evaluatievormen. De examenopgaven die de commissie heeft ingekeken zijn van behoorlijk niveau en toetsen kennis en inzicht, en in mindere mate, vaardigheden en attitudes. De organisatie van de evaluaties verloopt goed, zo stelt de commissie vast. De studenten kunnen tevens regelmatig feedback krijgen inzake hun toetsing en beoordeling. Als verbeterpunt stipt de commissie de afwezigheid van een meer overkoepelend competentiegericht toets- en beoordelingsbeleid aan. Aan de opleiding wordt daarom aanbevolen een aantal doordachte keuzes te maken om de evaluatievormen en -criteria beter af te stemmen op de beoogde kerncompetenties. De masterproef heeft een omvang van 26 ECTS, waarmee voldaan wordt aan de decretale eisen. De studenten moeten in hun masterproef aantonen dat ze hun venruorven competenties zelfstandig kunnen inzetten in een reële bedrijfs- of beleidscontext. De masterproef, het sluitstuk van de opleiding, neemt de vorm aan van een portfolio, wat de commissie waardeert. De masterproef bestaat uit vier partims; een seminarie Technologiemanagement (4 ECTS), een consultingopdracht in een non-profitorganisatie (4 ECTS), een praktijkproject (3 ECTS) en een scriptie (15 ECTS). De studenten kiezen hun scriptieonderuerp uit een gegeven lijst van ondenruerpen. De commissie stelde vast dat de studenten niet altijd geboeid zijn door de lijst van onderwerpen. Studenten kunnen ook zelf een onderwerp voorstellen, in overleg met een promotor. De begeleiding is intensief en goed georganiseerd, zo stelde de commissie vast. De studenten lichten hun scriptie mondeling toe voor een jury. De evaluatiecriteria zijn helder omschreven. De commissie is van mening dat de masterproeven in het algemeen van voldoende analytisch en synthetisch, probleem-oplossend en kritisch-reflecterend vermogen blijk geven. De ondezoeksingesteldheid van de studenten wordt echter niet altijd even sterk belicht in de ingekeken exemplaren. De commissie besluit dat de masterproef een wezenlijk deel is van de opleidingen. De scripties zijn soms erg lang, zelfs wat langdradig, en daardoor missen ze inhoudelijke focus. De commissie vindt dat het programma qua werkvormen en leerinhouden adequaat aansluiten bij de kwalificaties van de instromende studenten. De bacheloropleiding geeft rechtstreeks toegang tot de masteropleiding. De bachelorstudenten zijn goed voorbereid om de masteropleiding aan te vatten en met succes te vervolledigen. lnzet van personeel De commissie heeft veel waardering voor de vakinhoudelijke deskundigheid van het personeel. De commissie stelde gedurende haar bezoek vast dat het academisch personeel enthousiast en gedreven is. De vakdidactische deskundigheid voldoet. Op onderwijskundig vlak is er echter nog heel wat werk aan de winkel, zo stelt de commissie. Er is een behoorlijk aanbod van ondenrvijsprofessionaliseringssessies georganiseerd door het ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs van de UA. Deelname aan deze sessies is echter nog te vrijblijvend en het is, aldus de commissie, niet aangetoond dat deze sessies op een duurzame wijze van toegevoegde waarde zijn. De commissie meent dat er dringend een coherente visie moet ontwikkeld worden betreffende de onderwijsprofessionalisering van

Pagina 5 van 9 het academisch personeel. Uit de gesprekken met alle geledingen van het academisch personeel is gebleken dat de onderzoekseisen hoog liggen, maar niet onverzoenbaar zijn met de ondenvijstaken. Het personeelsbeleid stippelt procedures uit voor aanstellingen, taakstellingen en bevorderingen. De commissie wil - in het kader van het verbeterperspectief de faculteit aansporen om een coherente visie op o n d e ruij s p rofes si o n a I ise ri n g te o ntwi kke I en. De commissie heeft de onderzoeksoutput van de docenten ingekeken en vindt de onderzoeksdeskundigheden uitstekend. Zoals eerder aangehaald wordt dit onderzoek regelmatig teruggekoppeld in het ondenvijs. De onderwijsinbreng vanuit het beroepenveld is goed. Gastdocenten met professionele ervaring zijn een plus voor de opleidingen Hl en HlB. Tal van docenten zijn actief bij gerenommeerde organisaties (profit en non-profìt) in binnenen buitenland. De commissie concludeert dat de brede waaier aan ondezoeksdeskundigheden van het academisch personeel en de nauwe banden met het beroepenveld die de opleiding onderhoudt de opleiding aantoonbaar versterken. Het zelfevaluatierapport geeft een schets van de aantallen ZAP in Full Time Equivalenten (FTE) per 1 februari 2011. De masteropleiding Hl telt 35,80 ZAP FTE voor 168 studenten (studenuzap ratio van 4,68). Er is een hoge werkdruk bij docenten en assistenten. Het is, aldus de commissie, lastig ambities waar te maken als het water tot aan de lippen staat. De commissie spoort de UA aan de te steunen in de ambities en geenszins verder te snoeien in het aantal FTE. De commissie besluit dat de omvang van het personeelsbestand het strikte minimum is, en dat - eerder dan een verdere besparing - een uitbreiding van het personeelsbestand zich opdringt. Voorzieningen De Faculteit TEW situeert zich op de Stadscampus van de UA. De campus ligt in de binnenstad van Antwerpen en is vlot bereikbaar met de fìets en met het openbaar vervoer. De commissie heeft de Stadscampus van de UA bezocht. De voorzieningen, zo stelt de commissie, zijn indrukwekkend, en ze vindt de locatie een grote troef voor de opleidingen. De commissie is tevreden over de uitrusting van de ondenrvijsruimten, de (talen- )practicalokalen en laboratoria. De bibliotheek beschikt over een ruim aanbod te raadplegen bronnen. De elektronische collectie is goed. Blackboard, de elektronische leeromgeving van de UA, biedt de studenten de nodige ondersteuning. Niettemin is de commissie van oordeel dat op dit punt een systematischer beleid wenselijk is. De studiebegeleiding wordt zowel op centraal als op facultair niveau ter harte genomen. Aan de UA en aan de Faculteit TEW wordt gestreefd naar een kwaliteitsvolle instroom-, doorstroom- en uitstroombegeleiding. Het STIP is het centrale aanspreekpunt. De commissie waardeert dat de docenten en assistenten makkelijk aanspreekbaar z n. Globaal, zo stelt de commissie, zijn de studiebegeleiding en informatievoorziening zeer goed georganiseerd en afdoende afgestemd op de studievoortgang. Uit de gesprekken kwam één enkel zorgpunt naar voren, dat is dat de trajectbegeleider niet altijd bereikbaar is wegens overbevraging. De commissie adviseert de Faculteit TEW om de personeelsomkadering van de trajectbegeleiding uit te breiden. lnteme kwaliteitszorg De visitatiecommissie beschouwt het gevoerde beleid voor kwaliteitszorg en innovatie van het ondenruijs als adequaat. De commissie stelde vast dat de opleiding de kwaliteitszorg van het onderwijs serieus neemt en het uitgestippelde beleid consequent opvolgen. De visitatiecommissie vindt dat er een degelijk bevragingssysteem in voege is, dat de programma's en opleidingsonderdelen periodiek evalueert, mede aan de hand van

Pagina 6 van I toetsbare streefdoelen. De commissie stelde echter gedurende het bezoek vast dat het huidige systeem maar in een beperkt aantal bevindingen op programmaniveau resulteert. De commissie is van oordeel dat zowel de interne als de externe evaluaties goed en snel opvolging krijgen. De commissie stelt vast dat er zeer zorgvuldig, en met succes, is ingespeeld op de adviezen van de vorige visitatiecommissie en de aanbevelingen van de AACSB en EPAS peer review teams. De commissie merkte tijdens het bezoek op dat het academisch personeel permanent de zorg voor onden'uijs wil opnemen, getuige hiervan de kwaliteitsvolle en zelfkritische, genuanceerde en complete zelfevaluatierapporten die naar aanleiding van de huidige visitatie werden opgesteld. De commissie besluit dat de uitkomsten van de verschillende evaluaties de basis vormen van aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen tot de realisatie van de streefdoelen. Alle geledingen van het personeel zijn nauw betrokken bij de zorg voor de kwaliteit van de opleiding, zo stelt de commissie. De studenten zijn vertegenwoordigd in de belangrijkste organen en hun noden en wensen krijgen gehoor. Het beroepenveld wordt nauw betrokken bij de borging en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs van de Faculteit TEW van de UA. De betrokkenheid van de alumni is voldoende. Resultaten Zich baserend op de gesprekken tijdens het bezoek, het studiemateriaal, de examenvragen en masterproeven, vindt de commissie dat de opleiding de doelstellingen goed weet te realiseren. De alumni percipieerden de masteropleiding als een zeer degelijke opleiding die adequaat voorbereiden op hun latere beroepsleven, binnen en buiten de universiteit. De commissie is sterk onder de indruk van de vaardigheden en attitudes van de afgestudeerden. De afgestudeerden hebben een brede vorming achter de rug en beschikken over de nodige competenties om als 'bruggenbouwer' te functioneren. Een aantal soft skills zouden wel meer aan bod mogen komen in de opleiding, zo lieten de alumni verstaan. Wat de internationale mobiliteit betreft stelt de commissie vast dat de opleidingen duidelijke intenties en grote ambities hebben. De realisatie ervan geeft toch een wat rommelig beeld. De commissie pleit voor een duidelijker facultair aanmoedigingsbeleid voor uitgaande studenten. Ongeveer 80% van de masterstudenten Hl die afstudeerden haalden hun diploma in de vooziene tijd van twee jaar. Het onderwijsrendement is zeker niet slecht, zo oordeelt de commissie, maar gezien dat vele studenten uit een sterkere vooropleiding (met een ruime bagage wiskunde dus) komen, kan, aldus de commissie, aldus de commissie, met een intensifiëring van de huidige instroommodaliteiten, het rendement wellicht omhoog. Conclusie De NVAO is in het licht van het vorenstaande tot de slotsom gekomen dat het eindoordeel van de commissie deugdelijk is gemotiveerd. De NVAO kan zich dan ook aansluiten bij de bevindingen en ovenruegingen voor alle facetten en onderwerpen, zoals verwoord in het visitatierapport. De eindconclusie uit het visitatierapport wordt gevolgd. Aanbevelingen De NVAO treedt de visitatiecommissie bij in haar generieke aanbeveling om de naamgeving van de opleidingen Toegepaste Economische Wetenschappen fl-ew) te herzien. Zeker nu de academisering van de opleidingen Handelswetenschappen defìnitief vorm krijgt, is er behoefte aan een heldere onderscheidende profileilng en naamgeving van opleidingen in dit domein. Aansluiting bij de internationale benchmarking is dringend gewenst.

Pagina 7 van g 4. Oordelen visitatiecommissie De tabel geeft per onderwerp en per facet het oordeel van de visitatiecommissie weer ONDERWERP OORDEEL FACET OORDEEL 1 Doelstellingen opleiding 1.1 niveau en oriëntâtie G I.2 domeinspecifieke eisen 2 Programma 2.1 eisen gerichtheid 2.2 elalie doelstellingen - programma G 2.3 samenhang programma \t 2.4 studielast 2.5 toelatingsvoorwaarden 2.6 studieomvang OK 2.7 afstemming vormgeving - inhoud (t 2.8 beoordeling en toetsing 2.9 masterproef 3 lnzet van personeel 3.1 eisen gerichtheid G 3.2 kwantiteit 3.3 kwaliteit 4 Voorzieningen 5 lnterne kwaliteitszorg 4.1 materiële voozieningen G 4.2 studiebegeleiding G 5. 1 evaluatie resultaten 5.2 maatregelen tot verbetering G 5.3 betrokkenheid 6 Resultaten 6.1 gerealiseerd niveau G 6.2 onderwijsrendement Eindoordeel: positief

Pagina 8 van g 5. Globale oordelen NVAO De onderstaande tabel geeft per onderuerp het globaal oordeel van de NVAO weer ONDERWERP OORDEEL I Doelstellingen 2 Programma 3 lnzet personeel 4 Voorzieningen 5 lnterne kwaliteitszorg 6 Resultaten Eindoordeel: positief 6. Besluitl betreffende de accreditatie van de Master of Science in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur (master) van de Universiteit Antwerpen. De NVAO, Na beraadslaging, Besluit: Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger ondenvijs in Vlaanderen, wordt het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding Master of Science in de toegepaste economische wetenschappen: handelsingenieur (master) van de Universiteit Antwerpen goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Het betreft een opleiding zonder afstudeerrichtingen die te Antwerpen wordt georganiseerd. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2013-2014 tot en met het einde van het academiejaar 2020-2021. Den Haag, 16 september 2013 Voor de P. Zevenbergen (bestuurder) 1 Conform de bepalingen vermeld in de handleiding accreditatie kan een instelling opmerkingen en bezwaren formuleren op het ontwerp van accreditatierapport. De instelling heeft geen opmerkingen en/of bezwaren geformuleerd op het ontwerp van accreditatierapport.

pasina gvan g B jlage I -Gegevens opleiding - naam instelling - adres instelling: - aard instelling - graad, kwalificatie, specificatie - niveau en oriëntatie - studieomvang - opleidingsvarianten - afstudeerrichtingen: - studietraject voor werkstudenten - vestiging opleiding - ondenvijstaal - (delen van) studiegebieden - bijkomende titel Universiteit Antwerpen Prinsstraat 13 B-2OOO ANTWERPEN BELGIE ambtshalve geregistreerd Master of Science in de toegepaste economische wetenschappen : handelsingenieur master 120 studiepunten Antwerpen Nederlands Economische en toegepaste economische wetenschappen Handelsingenieur