ECLI:NL:GHAMS:2013:3998. Onderzoek van de zaak. Tenlastelegging. Gerechtshof Amsterdam. Uitspraak

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:GHARL:2014:3064

ECLI:NL:RBHAA:2011:BR2862

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884

ECLI:NL:GHARL:2013:4611

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

Uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608

ECLI:NL:GHARL:2013:4611

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHAMS:2016:709

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575

ECLI:NL:GHSGR:2010:BN3621

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:GHARL:2016:1008

ECLI:NL:GHARL:2014:9415

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ4976

Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04458 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838

ECLI:NL:RBOBR:2014:1214

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

ECLI:NL:RBNNE:2014:2799

ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBGEL:2013:1486

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2015.

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHAMS:2016:5236

ECLI:NL:RBHAA:2011:BR2756

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:4450

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:RBOVE:2016:5140

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:HR:2016:2521. Uitspraak

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHARL:2014:9416

ECLI:NL:GHARL:2014:10095

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:GHDHA:2014:3959

ECLI:NL:GHARL:2014:5910

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBUTR:2011:BP7250

ECLI:NL:RBROT:2014:2715

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356

ECLI:NL:RBGEL:2013:3276

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

Inhoudsindicatie Gegevens. Uitspraak. ECLI:NL:GHAMS:2011:BT6850, Gerechtshof Amsterdam, , Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2014:7911

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:GHARN:2010:BO2994

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215

ECLI:NL:RBOVE:2015:1985

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2011:BR3148

ECLI:NL:GHDHA:2015:1394 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer:

vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 november 2013

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBHAA:2011:BR2945

ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2157

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHSGR:2012:BY7153

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak Datum uitspraak: 29 maart 2016 Strafkamer

ECLI:NL:HR:2013: Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2014:2223

Transcriptie:

ECLI:NL:GHAMS:2013:3998 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak: 13-11-2013 Datum publicatie: 02-06-2014 Zaaknummer: 23-003257-11 Eerste aanleg: ECLI:NL:RBHAA:2011:BR2862, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Uitspraak TEGENSPRAAK Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 21 juli 2011 in de strafzaak onder parketnummer 15-700025-11 tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1974, thans gedetineerd in [adres 1]. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 maart 2012, 27 november 2012, 15 februari 2013, 8 mei 2013 en 30 oktober 2013, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. Tenlastelegging Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank en in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijzigingen is aan de verdachte ten laste gelegd dat: Feit 1 hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 februari 2009 tot en met 31 oktober 2009 te Purmerend en/of te Alkmaar en/of Den Haag en/of (andere plaatsen) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, 1. een ander, te weten [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven en/of ontvangen van betalingen en/of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft, hebben/heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] (artikel 273f lid 1 sub 1), en/of 2. een ander, te weten [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden

voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven en/of ontvangen van betalingen en/of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft hebben/heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen (waaronder begrepen beschikbaar te houden) tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard) dan wel (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven en/of ontvangen van betalingen en/of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft, enige handeling heeft ondernomen, waarvan zij/hij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen (waaronder begrepen beschikbaar zou houden) tot het verrichten van arbeid en/of diensten (van seksuele aard) (artikel 273f lid 1 sub 4), en/of 3. een ander, te weten [slachtoffer 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie en/of door het geven en/of ontvangen van betalingen en/of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft hebben/heeft gedwongen en/of bewogen hem en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde (tegen betaling) (273f lid 1 sub 9); immers heeft/is verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, - met deze [slachtoffer 1] een liefdes- en/of seksuele relatie aangegaan - deze [slachtoffer 1] voorgehouden dat hij, verdachte, een leven met haar wilde opbouwen - deze [slachtoffer 1] onderdak of een verblijfplaats geboden in de door hem bewoonde woning - deze [slachtoffer 1] geslagen (zowel met zijn handen/vuisten als met voorwerpen, waaronder een pan) tegen haar hoofd en/of haar lichaam en/of deze [slachtoffer 1] in een wurggreep genomen - deze [slachtoffer 1] (aanvankelijk) verboden naar buiten te gaan - ( vrijwel) constante controle gehouden op die [slachtoffer 1] (als zij zich in de woning gelegen aan [adres 2] bevond) - deze [slachtoffer 1] bedreigd door haar een (kap)mes voor te houden en/of tegen haar keel te houden - deze [slachtoffer 1] voorgehouden dat zij als prostituee kon werken - deze [slachtoffer 1] bedreigd, door te zeggen dat ze wel zou zien wat er ging gebeuren als ze het niet zou doen - deze [slachtoffer 1] voorgehouden dat hij eerder meisjes voor zich had werken - deze [slachtoffer 1] uitleg en instructies gegeven met betrekking tot haar werkzaamheden (zoals haar werktijden) - deze [slachtoffer 1] naar en van haar werkplek gebracht - controle gehouden op deze [slachtoffer 1] tijdens haar werkzaamheden - deze [slachtoffer 1] gedwongen of bewogen (een groot deel van) het door haar verdiende geld af te geven terwijl - deze [slachtoffer 1] verkeerde in een situatie van familieproblemen - sprake was van een (groot) leeftijdsverschil tussen hem en deze [slachtoffer 1]

- deze [slachtoffer 1] aanvankelijk in de veronderstelling verkeerde dat hij, verdachte, acht, in ieder geval een aantal, jaren jonger was (omdat hij, verdachte, dat haar had voorgehouden) - deze [slachtoffer 1] gevoelens van verliefdheid voor hem had - deze [slachtoffer 1] het gevoel had nergens naar toe te kunnen - deze [slachtoffer 1] (aldus) in een zwakke emotionele positie verkeerde van welke omstandigheden verdachte en/of zijn mededader(s) op de hoogte waren/was, althans redelijkerwijs op de hoogte had(den) kunnen zijn en/of hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader(s) aldus en/of op enigerlei andere wijze in de communicatieve en feitelijke omgang met deze [slachtoffer 1] een situatie gecreëerd en/of in stand gehouden, waarin hij, verdachte en/of zijn mededader(s), door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkre(e)g(en) over die [slachtoffer 1]. Feit 2 hij in of omstreeks de periode van juli 2009 tot en met oktober 2010 te Purmerend en/of elder in Nederland (meermalen) opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]), geslagen (met handen/vuisten en/of voorwerpen), geschopt en/of getrapt tegen haar hoofd en/of lichaam en/of gesneden (met een mes) in haar hand en/of gebeten (in haar arm), waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden. Feit 3 hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 april 2000 tot en met 31 december 2004 te Purmerend en/of te Amsterdam en/of (andere plaatsen) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, 1. een ander, te weten [slachtoffer 2] (telkens) door geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding hebben/heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen (waaronder begrepen beschikbaar te houden) tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel onder één of meer van de voornoemde (en hieronder nader omschreven) omstandighe(i)d(en), enige handeling heeft ondernomen waarvan zij/hij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen (waaronder begrepen beschikbaar zou houden) tot het verrichten van die handelingen (artikel 250a lid 1 sub 1 Sr) en/of 2. een ander, te weten [slachtoffer 2] (telkens) door geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding hebben/heeft gedwongen of bewogen hem en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde (tegen betaling) (artikel 250a lid 1 sub 6 Sr) en/of hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 30 juni 2006 te Purmerend en/of te Amsterdam en/of (andere plaatsen) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, 1. een ander, te weten [slachtoffer 2]

(telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie hebben/heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2] (artikel 273a lid 1 sub 1 Sr), en/of 2. een ander, te weten [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie hebben/heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen (waaronder begrepen beschikbaar te houden) tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard), dan wel (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie enige handeling heeft ondernomen waarvan zij/hij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen (waaronder begrepen beschikbaar zou houden) tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273a lid 1 sub 4 sr), en/of 3. een ander, te weten [slachtoffer 2] (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie hebben/heeft gedwongen of bewogen hem en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde (tegen betaling) (273a lid 1 sub 9 Sr) immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, meermalen, althans eenmaal - een liefdes- en/of een seksuele relatie met die [slachtoffer 2] aangegaan - deze [slachtoffer 2] onderdak of een verblijfplaats geboden in de door hem bewoonde woning - die [slachtoffer 2] (constant, in ieder geval zeer regelmatig) geslagen/gestompt (zowel met zijn handen/vuisten als met voorwerpen, waaronder een bord en een frisdrankblik) en/of getrapt/geschopt tegen haar hoofd en/of haar lichaam - ( een voortdurende en/of steeds verdergaande) controle uitgeoefend op het doen en laten van deze [slachtoffer 2] (als zij zich in de woning gelegen aan [adres 2] en/of een andere woning in Purmerend bevond) en/of - zich zeer geregeld in de directe nabijheid van deze [slachtoffer 2] bevonden - deze [slachtoffer 2] opgedragen niet met andere mannen/jongens om te gaan - deze [slachtoffer 2] samen met een vriendin meegenomen naar een klant voor betaalde seks (waarna die klant een keuze mocht maken tussen deze [slachtoffer 2] en die vriendin) - deze [slachtoffer 2] opgedragen/gezegd dat zij als prostituee moest werken (terwijl [slachtoffer 2] had aangegeven dat niet te willen) - deze [slachtoffer 2] mishandeld (toen zij had aangegeven niet als prostituee te willen werken) - deze [slachtoffer 2] bedreigd met geweld - in huis verbleven bij deze [slachtoffer 2], toen zij op zichzelf woonde

- deze [slachtoffer 2] er toe gebracht een tatoeage te plaatsen - deze [slachtoffer 2] vervoerd naar en van haar werkplek - deze [slachtoffer 2] opdrachten en/of inlichtingen gegeven aangaande het huren van een werkkamer - deze [slachtoffer 2] instructies gegeven over de uitoefening van haar prostitutiewerkzaamheden - deze [slachtoffer 2] op haar werkplek in de gaten gehouden - deze [slachtoffer 2] gedwongen of bewogen het door haar verdiende geld af te geven en/of ter beschikking te stellen van hem en/of het door haar verdiende geld opgehaald terwijl - deze [slachtoffer 2] (grote) problemen had in haar thuissituatie en de relatie met haar ouders - deze [slachtoffer 2] (als gevolg van het om het leven gebracht zijn van een vriendin) in een zwakke emotionele positie verkeerde - deze [slachtoffer 2] (aanvankelijk) nog minderjarig was - deze [slachtoffer 2] gevoelens van verliefdheid voor hem, verdachte, had van welke omstandigheden verdachte en/of zijn mededader(s) op de hoogte waren/was, althans redelijkerwijs had(den) kunnen zijn en/of - terwijl sprake was van een (groot) leeftijdsverschil tussen hem en deze [slachtoffer 2] en/of hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader(s) aldus en/of op enigerlei andere wijze in de communicatieve en feitelijke omgang met deze [slachtoffer 2] een situatie gecreëerd en/of in stand gehouden, waarin hij, verdachte en/of zijn mededader(s), door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkre(e)gen over die [slachtoffer 2]; Feit 4 hij in of omstreeks de periode van 23 april 2000 tot 23 april 2001 te Purmerend en/of elders in Nederland, met [slachtoffer 2], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], immers heeft hij, verdachte (meermalen) - zijn penis in haar vagina en/of mond en/of anus gebracht. Feit 5 hij in of omstreeks de periode van april 2000 tot en met april 2006 te Purmerend, Amsterdam en/of elders in Nederland (meermalen) opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 2]), heeft geslagen met zijn hand(en)/vuist(en) en/of met voorwerpen (waaronder een bord en/of een frisdrank blik) geschopt/getrapt tegen hoofd en lichaam, waardoor deze [slachtoffer 2] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden. Feit 6 hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 april 2000 tot en met 31 december 2004 te Purmerend en/of te Amsterdam en/of (andere plaatsen) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, 1. een ander, te weten [slachtoffer 3] (telkens) door geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding hebben/heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen (waaronder begrepen beschikbaar te houden) tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel, onder één of meer van de voornoemde (en hieronder nader omschreven)

omstandighe(i)d(en), enige handeling heeft ondernomen waarvan zij/hij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen (waaronder begrepen beschikbaar zou houden) tot het verrichten van die handelingen (artikel 250a lid 1 sub 1 Sr) en/of 2. een ander, te weten [slachtoffer 3] (telkens) door geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding hebben/heeft gedwongen of bewogen hem en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde (tegen betaling) (artikel 250a lid 1 sub 6 Sr) en/of Hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 30 april 2006 te Purmerend en/of te Amsterdam en/of (andere plaatsen) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, 1. een ander, te weten [slachtoffer 3] (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie hebben/heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 3] (artikel 273a lid 1 sub 1 Sr), en/of 2. een ander, te weten [slachtoffer 3] (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie hebben/heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen (waaronder begrepen beschikbaar te houden) tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard), dan wel (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie enige handeling heeft ondernomen waarvan zij/hij wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen (waaronder begrepen beschikbaar zou houden) tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273a lid 1 sub 4 Sr), en/of 3. een ander, te weten [slachtoffer 3] (telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door fraude en/of door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie hebben/heeft gedwongen of bewogen hem en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde (tegen betaling) (273a lid 1 sub 9 Sr)

immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, - ( een voortdurende en/of steeds verdergaande) dreigende en/of dominante houding aangenomen ten opzichte van deze [slachtoffer 3] - deze [slachtoffer 3] onderdak of een verblijfplaats geboden in de door hem bewoonde woning - die [slachtoffer 3] geslagen (zowel met zijn vuisten/handen als met voorwerpen, waaronder een mes) tegen haar hoofd en/of haar lichaam - deze [slachtoffer 3] samen met een vriendin meegenomen naar een klant voor betaalde seks (waarna die klant een keuze mocht maken tussen deze [slachtoffer 3] en die vriendin) - deze [slachtoffer 3] opgedragen/gezegd dat zij als prostituee moest werken (terwijl [slachtoffer 3] had aangegeven dat niet te willen) - deze [slachtoffer 3] bang gemaakt (ondermeer door geweld op haar vriendin [slachtoffer 2] te plegen) - deze [slachtoffer 3] bedreigd met geweld - in huis verbeleven bij deze [slachtoffer 3], toen zij op zichzelf woonde - deze [slachtoffer 3] vervoerd naar en van haar werkplek - deze [slachtoffer 3] opdrachten en/of inlichtingen gegeven aangaande het huren van een werkkamer - deze [slachtoffer 3] instructies gegeven over de uitoefening van haar prostitutiewerkzaamheden - deze [slachtoffer 3] op haar werkplek in de gaten gehouden - deze [slachtoffer 3] gedwongen of bewogen het door haar verdiende geld af te geven en/of ter beschikking te stellen van hem en/of het door haar verdiende geld opgehaald terwijl - deze [slachtoffer 3] (grote) problemen had in haar thuissituatie en de relatie met haar ouders - deze [slachtoffer 3] (aanvankelijk) nog minderjarig was van welke omstandigheden verdachte en/of zijn mededader(s) op de hoogte waren/was, althans redelijkerwijs op de hoogte had(den) kunnen zijn, en/of - terwijl sprake was van een (groot) leeftijdsverschil tussen hem en deze [slachtoffer 3] en/of hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader(s) aldus en/of op enigerlei andere wijze in de communicatieve en feitelijke omgang met deze [slachtoffer 3] een situatie gecreëerd en/of in stand gehouden, waarin hij, verdachte en/of zijn mededader(s), door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkre(e)g(en) over die [slachtoffer 3]; Feit 7 hij in of omstreeks de periode van 14 april 2002 tot 14 april 2003 te Purmerend en/of Amsterdam en/of elders in Nederland (meermalen) [slachtoffer 3], ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 3] enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich daardoor tot het verrichten van die handelingen beschikbaar stelde terwijl die [slachtoffer 3] minderjarig was, immers heeft hij verdachte - afspraken gemaakt met een klant (voor sekswerk) - tegen deze [slachtoffer 3] gezegd dat er geld verdiend kon worden door prostitutiewerk - ( toen deze [slachtoffer 3] aangaf niet te willen) haar (dwingend) toe te voegen dat ze moest gaan - deze [slachtoffer 3] naar en van deze klant vervoerd en/of gebracht - de betalingen van deze klant in ontvangst genomen.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad. Vonnis waarvan beroep Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, reeds omdat het hof op onderdelen tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank. Inleiding Het wettelijk kader met betrekking tot mensenhandel Aan de verdachte is onder meer ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan, kort gezegd, mensenhandel. Gedurende de in de tenlastelegging vermelde pleegperioden is de wettelijke delictsomschrijving in het Wetboek van Strafrecht (Sr) enkele malen gewijzigd. De strafbepalingen, voor zover van belang in de onderhavige zaak, houden kort en zakelijk weergegeven, het volgende in. In de periode 1 oktober 2000 tot en met 31 december 2004 was seksuele uitbuiting strafbaar gesteld in artikel 250a Sr. Per 1 oktober 2002 is een kleine wijziging van de delictsomschrijving van kracht geworden die in dit verband buiten beschouwing kan blijven. Met ingang van 1 januari 2005 zijn de bepalingen inzake seksuele uitbuiting, die tot dan toe waren opgenomen in de titel betreffende misdrijven tegen de zeden, in een aanmerkelijk gewijzigde redactie als artikel 273a Sr opgenomen in de titel betreffende misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid. Daarbij is het begrip mensenhandel, dat tot 1 oktober 2000 in de voorloper van artikel 250a Sr (250ter Sr) in de delictsomschrijving was opgenomen, geherintroduceerd. Een vernummering tot artikel 273f Sr, in werking getreden op 1 september 2006, heeft geen inhoudelijke wijziging gebracht in de bepaling zelf. In bovengenoemde bepalingen is onder meer strafbaar gesteld, voor zover thans van belang en met abstrahering van de verschillen in redactie van de bepalingen, het, met toepassing van dwangmiddelen, verrichten van handelingen, ertoe leidend dat een persoon zich prostitueert. Daarnaast is strafbaar gesteld het trekken van voordeel uit gedwongen vormen van prostitutie en het met gebruik van een van de in artikel 273f, eerste lid, sub 1, Sr genoemde middelen dwingen dan wel bewegen van een prostituee (een deel van) de opbrengst van (niet gedwongen) prostitutie af te staan. Onder dwangmiddelen worden alle in artikel 273f, eerste lid, sub 1, Sr genoemde middelen verstaan: dwang, geweld of een andere feitelijkheid, bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, afpersing, fraude, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, misbruik van een kwetsbare positie, misleiding en het geven of ontvangen van betalingen of voordelen. In de tekst van het eveneens van toepassing zijnde artikel 250a, eerste lid, sub 1, Sr is sprake van de middelen: geweld, een andere feitelijkheid, bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en misleiding. Het aanwenden van een dwangmiddel dient ertoe te leiden dat (hierna telkens:) de prostituee in een uitbuitingssituatie belandt dan wel dat haar wordt belet zich daaraan te onttrekken. Uit de wetsgeschiedenis 1 blijkt dat instemming met seksuele uitbuiting niet in de weg hoeft te staan aan de bewezenverklaring van die uitbuiting, (onder meer) indien een van deze middelen is gebruikt. Evenmin is de omstandigheid dat het slachtoffer voorafgaand aan de uitbuitingssituatie reeds werkzaam was als prostituee dan wel na afloop daarvan als prostituee werkzaam is gebleven een beletsel voor een bewezenverklaring. Een beperking van de keuzevrijheid van de prostituee is voldoende om het gedwongen karakter van de prostitutie aan te nemen. Er hoeft geen sprake te zijn geweest van zodanige dwang of druk dat voor de prostituee geen andere keuze meer mogelijk was.

Tot slot mag de rechter (mede) uit de omstandigheden afleiden dat sprake is van misleiding of van misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht. De referentie voor de beoordeling van de vraag of sprake is van vrijwilligheid is de gemiddelde mondige prostituee in Nederland, die zelf bepaalt waar, wanneer, met wie en onder welke omstandigheden zij werkt. Daar tegenover staat de prostituee die feitelijk niet de mogelijkheid heeft zich te onttrekken aan exploitatie ten gevolge van het gebruik van geweld- of andere dwang- en drukmiddelen, of die wordt misleid. De bewijsminimumregel De bewijsminimumregel van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) houdt in dat het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend kan worden aangenomen op de verklaring van één getuige. De Hoge Raad heeft het belang van deze bepaling bij herhaling onderstreept door te overwegen dat deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. Een nadere invulling wordt door de Hoge Raad echter niet gegeven met de motivering dat de vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan, zich niet in algemene zin laat beantwoorden, maar een beoordeling van het concrete geval vergt. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan naar het oordeel van het hof worden afgeleid allereerst, dat voldoende is dat de bewezenverklaring als geheel door meer dan één bewijsmiddel wordt geschraagd, waaronder dient te worden verstaan dat er, buiten de getuigenverklaring, een tweede onafhankelijke bewijsgrond bestaat. Deze tweede bewijsgrond kan direct inhoudelijk betrekking hebben op één of meer onderdelen van de tenlastelegging, maar dit is niet noodzakelijk. In geval van een meer indirect verband tussen de eerste en de tweede bewijsgrond wordt de deugdelijkheid van de bewijsconstructie bepaald door de motivering die de rechter ervoor heeft gegeven. De aard van de ten laste gelegde feiten en de besloten context waarin dit type misdrijven doorgaans wordt gepleegd brengen met zich dat aanvullend bewijs regelmatig bestaat in ondersteunende verklaringen die zijn gebaseerd op mededelingen die de betrokken aangeefsters of slachtoffers over de feiten of over de verdachte ten overstaan van derden hebben gedaan. Het hof zal dit aanvullend bewijs zorgvuldig dienen te wegen. Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: Feit 1 hij in de periode van 1 februari 2009 tot en met 31 oktober 2009 in Nederland 1. [slachtoffer 1] door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en vervoerd, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], en 2. [slachtoffer 1] door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen en te houden tot het verrichten van diensten van seksuele aard, en 3.

[slachtoffer 1] door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, immers heeft/is verdachte, - met deze [slachtoffer 1] een liefdes- en seksuele relatie aangegaan - deze [slachtoffer 1] voorgehouden dat hij, verdachte, een leven met haar wilde opbouwen - deze [slachtoffer 1] een verblijfplaats geboden in de door hem bewoonde woning - deze [slachtoffer 1] voorgehouden dat zij als prostituee kon werken - deze [slachtoffer 1] bedreigd, door te zeggen dat ze wel zou zien wat er ging gebeuren als ze het niet zou doen - deze [slachtoffer 1] voorgehouden dat hij eerder meisjes voor zich had werken - deze [slachtoffer 1] uitleg en instructies gegeven met betrekking tot haar werkzaamheden, zoals haar werktijden - deze [slachtoffer 1] naar en van haar werkplek gebracht - controle gehouden op deze [slachtoffer 1] tijdens haar werkzaamheden - deze [slachtoffer 1] bewogen het door haar verdiende geld af te geven, terwijl - deze [slachtoffer 1] verkeerde in een situatie van familieproblemen - sprake was van een groot leeftijdsverschil tussen hem en deze [slachtoffer 1] - deze [slachtoffer 1] gevoelens van verliefdheid voor hem had van welke omstandigheden verdachte op de hoogte was. Feit 2 hij in of omstreeks de periode van juli 2009 tot en met oktober 2010 in Nederland meermalen opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 1], heeft geslagen met handen en voorwerpen tegen haar hoofd en/of lichaam en gebeten, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden. Feit 3 hij in de periode van 1 april 2000 tot en met 31 december 2004 in Nederland 1. [slachtoffer 2] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen en te houden tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en 2. [slachtoffer 2] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft gedwongen of bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en hij in de periode van 1 januari 2005 tot en met 30 juni 2006 in Nederland 1. [slachtoffer 2] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft vervoerd met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2]

en 2. [slachtoffer 2] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen en te houden tot het verrichten van diensten van seksuele aard en 3. [slachtoffer 2] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen of bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, immers heeft verdachte - een liefdes- en een seksuele relatie met die [slachtoffer 2] aangegaan - die [slachtoffer 2] geslagen, zowel met zijn handen/vuisten als met voorwerpen, waaronder een bord en een frisdrankblik, en geschopt tegen haar lichaam - controle uitgeoefend op het doen en laten van deze [slachtoffer 2] - zich zeer geregeld in de directe nabijheid van deze [slachtoffer 2] bevonden - deze [slachtoffer 2] opgedragen niet met andere mannen om te gaan - deze [slachtoffer 2] samen met een vriendin meegenomen naar een klant voor betaalde seks, waarna die klant een keuze mocht maken tussen deze [slachtoffer 2] en die vriendin - deze [slachtoffer 2] opgedragen dat zij als prostituee moest werken, terwijl [slachtoffer 2] had aangegeven dat niet te willen - deze [slachtoffer 2] mishandeld, toen zij had aangegeven niet als prostituee te willen werken - deze [slachtoffer 2] bedreigd met geweld - in huis verbleven bij deze [slachtoffer 2] - deze [slachtoffer 2] er toe gebracht een tatoeage te plaatsen - deze [slachtoffer 2] vervoerd naar en van haar werkplek - deze [slachtoffer 2] opdrachten en inlichtingen gegeven aangaande het huren van een werkkamer - deze [slachtoffer 2] instructies gegeven over de uitoefening van haar prostitutiewerkzaamheden - deze [slachtoffer 2] op haar werkplek in de gaten gehouden - deze [slachtoffer 2] gedwongen het door haar verdiende geld af te geven of ter beschikking te stellen van hem, terwijl - deze [slachtoffer 2] problemen had in haar thuissituatie en de relatie met haar ouders - deze [slachtoffer 2] (als gevolg van het om het leven gebracht zijn van een vriendin) in een zwakke emotionele positie verkeerde - deze [slachtoffer 2] aanvankelijk nog minderjarig was - deze [slachtoffer 2] gevoelens van verliefdheid voor hem, verdachte, had van welke omstandigheden verdachte op de hoogte was, en - terwijl sprake was van een groot leeftijdsverschil tussen hem en deze [slachtoffer 2]. Feit 4 hij in de periode van 23 april 2000 tot 23 april 2001 in Nederland met [slachtoffer 2], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], immers heeft hij, verdachte meermalen

- zijn penis in haar vagina gebracht. Feit 5 hij in of omstreeks de periode van april 2000 tot en met april 2006 in Nederland meermalen opzettelijk mishandelend [slachtoffer 2] heeft geslagen met zijn handen tegen haar hoofd en lichaam en met voorwerpen (waaronder een bord en een frisdrankblik) tegen haar hoofd en geschopt tegen lichaam, waardoor deze [slachtoffer 2] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden. Feit 6 hij in de periode van 1 april 2000 tot en met 31 december 2004 in Nederland 1. [slachtoffer 3] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen en te houden tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en 2. [slachtoffer 3] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht heeft gedwongen of bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en hij in de periode van 1 januari 2005 tot en met 21 oktober 2005 in Nederland 1. [slachtoffer 3] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft vervoerd met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 3], en 2. [slachtoffer 3] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen en te houden tot het verrichten van diensten van seksuele aard, en 3. [slachtoffer 3] door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen of bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, immers heeft verdachte, - een dreigende en dominante houding aangenomen ten opzichte van deze [slachtoffer 3] - die [slachtoffer 3] geslagen, zowel met zijn handen tegen haar hoofd en met een mes tegen haar lichaam - deze [slachtoffer 3] samen met een vriendin meegenomen naar een klant voor betaalde seks, waarna die klant een keuze mocht maken tussen deze [slachtoffer 3] en die vriendin

- deze [slachtoffer 3] opgedragen dat zij als prostituee moest werken, terwijl [slachtoffer 3] had aangegeven dat niet te willen - deze [slachtoffer 3] bang gemaakt, onder meer door geweld op haar vriendin [slachtoffer 2] te plegen - deze [slachtoffer 3] bedreigd met geweld - in huis verbleven bij deze [slachtoffer 3] - deze [slachtoffer 3] vervoerd naar en van haar werkplek - deze [slachtoffer 3] opdrachten en inlichtingen gegeven aangaande het huren van een werkkamer - deze [slachtoffer 3] instructies gegeven over de uitoefening van haar prostitutiewerkzaamheden - deze [slachtoffer 3] op haar werkplek in de gaten gehouden - deze [slachtoffer 3] gedwongen het door haar verdiende geld af te geven of ter beschikking te stellen van hem, terwijl - deze [slachtoffer 3] aanvankelijk nog minderjarig was van welke omstandigheid verdachte op de hoogte was, en - terwijl sprake was van een groot leeftijdsverschil tussen hem en deze [slachtoffer 3]. Feit 7 hij in de periode van 14 april 2002 tot 14 april 2003 in Nederland [slachtoffer 3], ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 3] minderjarig was, immers heeft hij, verdachte, - afspraken gemaakt met een klant - tegen deze [slachtoffer 3] gezegd dat er geld verdiend kon worden door prostitutiewerk - toen deze [slachtoffer 3] aangaf niet te willen, haar dwingend toegevoegd dat ze moest gaan - deze [slachtoffer 3] naar en van deze klant vervoerd en - de betalingen van deze klant in ontvangst genomen. Hetgeen onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Bewijsmiddelen De hierna als processen-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde personen en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen. De bewijsmiddelen zijn - ook in hun onderdelen - telkens gebezigd tot het bewijs van het feit, waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben. Feit 1 en 2 ([slachtoffer 1]) 1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 1 juli 2011, voor zover van belang en zakelijk weergegeven: [slachtoffer 1] (het hof begrijpt: [slachtoffer 1]) is mijn ex-vriendin. Ik heb haar in 2007 leren kennen via de website partypeeps.nl. Onze relatie was in eerste instantie alleen seksueel van aard. [slachtoffer 1] had op dat moment nog een vriend genaamd [toenmalige vriend slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] woonde op dat moment in bij [toenmalige vriend slachtoffer 1] en zijn moeder. [slachtoffer 1] wilde daar niet blijven wonen. Op een gegeven moment ging het uit met [toenmalige vriend slachtoffer 1] en kregen [slachtoffer 1] en ik een relatie. Er was sprake van wederzijdse verliefdheid. Ik hoorde later van [slachtoffer 1] over haar problemen met haar

moeder. Toen [slachtoffer 1] bij mij in [woonplaats] kwam wonen hadden we alleen seks, we kregen na een paar weken een relatie. Ik zei tegen [slachtoffer 1] dat ze een luie donder was en dat ze moest gaan werken. Ik heb [slachtoffer 1] gezegd dat ze in de prostitutie kon gaan werken. Ik heb haar verteld over mijn ex en een vriendin van mijn ex, die in de prostitutie werkzaam waren. Ik heb haar na mijn werk naar Alkmaar gebracht, waar zij achter het raam zou gaan staan. De eerste keer ging [getuige 1] met haar mee. [slachtoffer 1] en [getuige 1] hebben samen een kamer in Alkmaar gehuurd. Na afloop haalde ik [slachtoffer 1] weer op. Ik wachtte op haar in een bar of in de auto. [slachtoffer 1] heeft drie dagen in de prostitutie gewerkt. Ik heb [slachtoffer 1] drie keer geslagen. De eerste keer dat ik haar sloeg was in de woning aan de Anne Franklaan te Purmerend. Ik heb haar toen met de vlakke hand een klap in haar gezicht gegeven. De tweede keer dat ik haar heb geslagen was in de auto. Ik heb haar met de vlakke hand geslagen. De derde keer dat ik haar sloeg zaten we ook in de auto. Ik heb [slachtoffer 1] een keer gebeten in de auto. 2. Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 15 december 2010. 2 Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven: Ik ben geboren op [geboortedatum 2]. Ik leerde [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte]) rond 2007 kennen via internet, via Partypeeps. Daarna hebben wij contact gehad via MSN. Ik had veel problemen en die besprak ik met hem. Ik vertrouwde hem. Ik ontmoette hem toen ik met mijn toenmalige vriendje [toenmalige vriend slachtoffer 1] was. Vanaf februari 2009 verbleef ik af en toe bij [toenmalige vriend slachtoffer 1] en soms bij [verdachte]. Vanaf juli 2009 zag ik [toenmalige vriend slachtoffer 1] niet meer en ben ik bij [verdachte] ingetrokken op de Anne Franklaan te Purmerend. Ik heb daar verbleven tot 19 oktober 2009. Toen was ik 18 jaar oud en [verdachte] 34 jaar. Via de computer zei hij dat hij 26 jaar oud was. Ik was toen 18 jaar dus ik dacht dat het verschil wel meeviel. Op de Anne Franklaan kwam ik er achter dat hij ouder was toen ik zijn paspoort zag. Ik heb hem daarmee geconfronteerd. Ik heb in de prostitutie gewerkt. Ik heb drie dagen in Alkmaar achter het raam gestaan en een dag in Den Haag. Ik werd door [verdachte] gebracht. Ik had meer dan tien klanten per dag. [verdachte] had het geld. [verdachte] wilde dat ik het geld aan hem gaf en ik moest dat geld geven. Alles wat ik verdiend had, heeft hij. [verdachte] kwam met het idee voor mij om in de prostitutie te gaan werken. Wij woonden op de Anne Franklaan. [verdachte] vertelde over iemand anders dat die dat deed. Toen zei hij: Dat kun jij toch ook gaan doen?. Ik was verliefd op [verdachte] en hij zei: Ik zie je niet minder als je dat gaat doen. Hij was op dat moment de enige die ik had en ik had geen contact meer met mijn moeder. Hij was mijn houvast. [verdachte] vertelde mij hoe het moest en hoe ik het moest doen. Hij vertelde dat hij meisjes had staan achter het glas, voordat hij vastzat. Hij legde mij uit hoe het moest. Ik moest hem bellen als ik een klant had, hij hield de tijd bij en ik moest hem bellen als de klant weg was. Hij wilde altijd weten waar ik was. Hij bepaalde toen wanneer ik werkte en hij bepaalde tot hoe lang. Als ik zei dat ik geen zin had bepaalde hij dat ik door moest. De reden dat ik achter het raam ging staan was omdat ik van hem hield. Hij zei dat hij een leven met mij wilde opbouwen. [verdachte] beet mij. Ik heb de tanden nu nog in mijn rechterschouder staan. Noot verbalisanten: zien afdrukken van drie tanden in de bovenarm. Ik heb letsel opgelopen toen hij mij sloeg met een stok. [verdachte] slaat met twee handen. Hij sloeg mij met een bezem, een slipper, een handvat van een mes, een stucspatel en een koekenpan. Hij sloeg op mijn hoofd daarmee. [verdachte] heeft mij geslagen met een bezem. Hij sloeg mij met die bezem op mijn lijf, op mijn arm toen ik weerde en hij sloeg op mijn ribben toen ik mijn arm omhoog deed tijdens het afweren. 3.

Een proces-verbaal van getuigenverhoor bij de rechter-commissaris van [slachtoffer 1] van 23 juni 2011. 3 Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven: Ik heb in het begin van mijn relatie met [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte]) in de prostitutie gewerkt [verdachte] vond dat ik iets moest doen. Hij vertelde dat andere vriendinnen van hem het ook hadden gedaan (het hof begrijpt: werken in de prostitutie). [verdachte] drong erg aan. [verdachte] overlegde het eerst normaal met mij, maar later werd hij bedreigender. Hij zei dingen als: Als je het niet gaat doen, ga je wel zien wat er gaat gebeuren. Hij zei dat op een bepaalde manier waardoor het bedreigend overkwam. 4. Een proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] van 8 december 2010. 4 Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven: Ik heb met [slachtoffer 1] (het hof begrijpt: [slachtoffer 1]) een dag samengewerkt in Alkmaar. We werden daar heen gebracht door [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte]). [verdachte] was haar pimp (het hof begrijpt: pooier). [slachtoffer 1] heeft geen cent gezien van wat zij verdiende. Er is over haar rug veel geld verdiend waar ze zelf niets van terugzag. [verdachte] pakte het geld, zij kreeg geen stuiver. Ik heb vaak gezien dat [verdachte] agressief deed tegen haar. Ik heb ook letsel bij haar gezien, vaak en veel. Ik moest van [verdachte] altijd [slachtoffer 1] in de gaten houden. 5. Een proces-verbaal van bevindingen van 21 februari 2011. 5 Dit proces-verbaal houdt in, als verklaring van de verbalisant, voor zover van belang en zakelijk weergegeven: Een medewerker van de Belastingdienst deelde mij mede dat [slachtoffer 1] (het hof begrijpt: [slachtoffer 1]) op 23 juni 2009 en op 24 juni 2009 heeft gewerkt in de raamprostitutie in Alkmaar. Feit 3, 4 en 5 ([slachtoffer 2]) 1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 1 juli 2011, voor zover van belang en zakelijk weergegeven: [slachtoffer 2] (het hof begrijpt: [slachtoffer 2]) was ongeveer 15 jaar toen ik haar voor het eerst ontmoette. Ik was toen 26 jaar oud. We hebben elkaar leren kennen bij een wederzijdse vriendin, die later vermoord is. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] (het hof begrijpt: [slachtoffer 3]) waren even oud. Ik wist dat [slachtoffer 2] verliefd was op mij. [slachtoffer 2] was 15 of 16 jaar toen ik seks met haar had. We hadden vaginale seks. Ik heb bij [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] gewoond. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] werkten zes dagen per week. Ik ging bijna dagelijks met ze mee. Ik bracht ze weg naar Amsterdam. Soms ging ik in de tussentijd naar huis, andere keren bleef ik in de buurt. Ik zat dan in een bar te wachten. Het geld van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] werd in een tafel gelegd. Ik leefde van het geld dat zij verdienden. Ik pakte gewoon geld als ik het nodig had. Ik heb een keer een bord op haar (het hof begrijpt: van [slachtoffer 2]) hoofd stukgeslagen. Het bord ging kapot. Ze heeft daardoor een snee in haar oor opgelopen. Ik heb wel eens geslagen. 2. Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 7 januari 2011. 6 Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven: Ik ben geboren op [geboortedatum 3]. Ik heb een relatie gehad met [verdachte]. Ik ken hem vanaf mijn 15e jaar, dus in het jaar 2000 tot en met mijn 2lste, dus in 2006. Ik had het thuis niet makkelijk. Mijn ouders hadden heel veel ruzie. Ik heb in een internaat gezeten, ik was 15 jaar toen ik in het internaat ging. Ik had gekozen om weg te gaan. Ik had toen al contact met [verdachte]. In het jaar 2000 kwam ik over de vloer bij een vriendin van mij genaamd [vriendin verdachte]. Ik heb daar [verdachte] leren kennen, omdat hij bij haar over de vloer kwam. Mijn

vriendin is in die flat vermoord door haar vriend. Dit voorval heeft mij getekend. Ik was 15 en hij (het hof begrijpt: [verdachte]) was 26 jaar oud. Ik was verliefd op [verdachte] en de seks was vrijwillig. De relatie ontwikkelde zich door veel seks. Ik kreeg een geslachtsziekte toen ik nog 15 jaar was. Omdat hij (het hof begrijpt: de verdachte) de enige was met wie ik seks had kon ik er uit opmaken dat hij seks met anderen had. Vrij snel in het begin kreeg ik een klap van hem. Ik was toen 15 jaar. Ik was uit geweest met [slachtoffer 3] (het hof begrijpt: [slachtoffer 3]). [verdachte] had gehoord dat ik bij iemand wat had gedronken. Toen kreeg ik voor het eerst klappen. Hij sloeg met de buitenkant van zijn hand op mijn mond. Hij had altijd van die blikgouden ringen om zijn vingers heen. Dat kwam hard aan. Ik was helemaal emotioneel. Ik was bang. Ik was verliefd op hem en ik wist dat hij een vriendin had. Daarna kwamen de mishandelingen veel vaker voor. Hij werd heel paranoïde als ik met andere mannen sprak. Ik kreeg klappen als ik met mannen sprak. Ik mocht niet met andere mannen seks hebben of op wat voor manier dan ook contact hebben. Hij controleerde mij ook of ik thuis was. Tot de tijd dat ik achter het raam stond ben ik vaak geslagen. Zeker meer dan 20 keer. Hij sloeg altijd op mijn achterhoofd. Hij heeft mij ook een keer met messen geslagen op mijn benen, met de platte kant van het mes. Ik heb van verschillende keren littekens overgehouden op mijn gezicht en hoofd. Ik heb een litteken onder mijn lip van ongeveer een centimeter. [verdachte] had het toen al over mij en [slachtoffer 3] tegen anderen. Hij noemde ons zijn chickies. Ik kreeg een klap en nu is een stukje van mijn tand af, linksonder, tussen mijn hoektand en mijn voortand in. Hij heeft ook een bord op mijn hoofd geslagen tijdens een ruzie. Ik heb daarvan een litteken overgehouden naast mijn rechter oor. Mijn oor bloedde hevig en het deed pijn. [verdachte] heeft mij ook een keer een blauw oog geslagen. [slachtoffer 3] en ik waren 17 jaar en ik woonde nog thuis. [verdachte] belde mij op en we spraken af via de telefoon. [verdachte] vroeg: Wil je wat geld verdienen? of woorden van gelijkende strekking. Hij vertelde dat hij iemand kende, die seks wilde en dat wij daar naartoe zouden gaan. Ik wilde niet en ik zei dat tegen hem. Hij gaf mij toen een lowkick tegen mijn onderbeen. Ik ben onderuit gevallen. [slachtoffer 3] bleef stil. Ik huilde. Hij greep mij bij mijn nek en we zijn gaan lopen richting de Mercuriusweg te Purmerend. [slachtoffer 3] en ik liepen mee. We zijn naar de flat gelopen van de Anne Franklaan. [slachtoffer 3], [verdachte] en ik kwamen binnen in die woning. In de woning was een man in de slaapkamer. Dat was [derde]. We moesten allebei naar de slaapkamer van [verdachte]. [verdachte] zei: Ga naar de slaapkamer. In de slaapkamer was [derde] en hij kon kiezen tussen mij en [slachtoffer 3]. Hij koos [slachtoffer 3], omdat zij heel slank is en een heel jong gezicht had. Ik ben achter het raam begonnen. Dat gebeurde toen ik 18 was. Ik werd voorbereid door [verdachte]. [verdachte] kwam met het idee om een bar te starten en daarvoor te sparen. Hij zei tegen mij: Jij gaat voor mij werken. Ik vroeg: Hoe bedoel je?. Hij bedoelde daarmee de prostitutie. Ik ben achter het raam gaan staan. [verdachte] had telefoonnummers van de kamerverhuurder. Ik heb zelf gebeld. Ik moest 100,- betalen voor een kamer van 19.00 uur tot 04.00 uur en in het weekend tot 05.00 uur. Ik werd gebracht door [verdachte] en een broertje van zijn vriendin Cindy. [verdachte] en ik zouden alles delen, helft voor mij en een helft voor hem. Er werden geen afspraken gemaakt, behalve dat ik geen negers mocht nemen. De eerste keer betaalde [verdachte] de kamer, maar daarna ik want toen verdiende ik geld. Ik wilde die avond niet. [slachtoffer 3] stond in het raam ernaast, we waren samen en het was voor haar ook de eerste keer. [verdachte] was de hele avond in de buurt. [verdachte] kwam binnen om te vragen hoe het ging en ik had nog geen klant gehad. Ik begon te huilen. Ik zei: ik wil het niet, ik kan het niet. Ik kreeg klappen van [verdachte], hij begon te slaan en te schoppen. Hij trok aan mijn haren en sleepte mij over de grond. Hij riep: Je gaat! Ik beschermde altijd mijn gezicht en deels mijn hoofd. Ik had al veel klappen van hem gehad. [verdachte] zei altijd: Je moet nu oppassen want ik zie zwart voor mijn ogen, ik weet niet of dat die keer ook was. Hij kan doorslaan. Ik was bang. Hij heeft mij wel vaker geslagen maar het was een nieuwe fase. Je staat dan achter een raam. Ik ben daarna achter het raam gaan staan. Ik had die avond 5 klanten. Ik had