Instructie bestemd. voor de erkende keuringsinstellingen (EKI) voor de herijk van meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water

Vergelijkbare documenten
Metrologische Reglementering

Bijzondere bepalingen voor de accreditatie van de keuringsinstellingen erkend voor de herijk van meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

IN WERKING STELLEN VAN DE TEMPERATUURHERLEIDING VAN EEN ELEKTRONISCHE

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering

Instructie bestemd. voor de keuringsinstellingen erkend voor de herijk van de nietautomatische

Instructie bestemd. voor de keuringsinstellingen erkend voor de herijk van de nietautomatische

Metrologische Reglementering

Bijzondere bepalingen voor de accreditatie van de keuringsinstellingen erkend voor de herijk van de nietautomatische

Metrologische Reglementering

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Richtlijnen 2004/22/EG voor meetinstrumenten (MID) Informatie voor gebruikers van elektriciteitsmeters. Energiemanagement

Race om nauwkeurigheid

Metrologische Reglementering

Service catalogus. Serviceafdeling en geaccrediteerde kalibratie dienst

BELEID EN LEIDRADEN BETREFFENDE HERLEIDBAARHEID VAN MEETRESULTATEN

Metrologische Reglementering

De nieuwe Liftenrichtlijn

Service catalogus. Service en kalibratie dienst

Nederlands Meetinstituut. Goedgekeurd. Door NMi Keuringen & Kalibraties. NMi Certin B.V.

Gelet op de artikelen 9 en 14 van het Meetinstrumentenbesluit I en artikel 8 van het Meetinstrumentenbesluit II;

Pagina 1 van 5

Voorbeeld kalibratie procedure voor drukmeters

Kalibreren van meetapparatuur

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand

Metrologische Reglementering

Kalibratiecertificaat

IJking, kalibratie en controle van meet- en beproevingsuitrusting

houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de Richtlijnen 75/106/EEG en 76/211/EEG van de Raad in de sector van de voorverpakkingen

De Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten wordt als volgt gewijzigd:

Meetvoorwaarden voor productie-installaties met registratie van nuttig aangewende warmte

COMITE DE GESTION DE LA MARQUE INCERT COMITE VOOR HET BEHEER VAN HET MERK INCERT

Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten. Activiteitenverslag Fotolia.com

Certificatie hydraulisch gebonden mengsels: Uitbreidingsprocedure TRA

ATTEST VAN PERIODIEKE CONTROLE

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Richtlijn druktoestellen 97/23/EG

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Hoe nauwkeurig zijn uw meetwaarden? Certifiëring ISO / DKD. Kalibratie. Betouwbaarheid. Zekerheid. Ervaring

Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op artikel 14;

1. Introductie. Testo SE & Co. KGaA,Webinar coldchain calibration, 1000mw-oa, , vertrouwelijkheid 1

Eisen VWA/Nmi. Q n. In formules: 1. x Q n. Van e-voorverpakking in gram of ml. In % van Q n In gram of ml

Okea - Fotolia.com. Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten Activiteitenverslag 2016

O V O C O M. Voorwaarden voor de aanwijzing van een certificatie-instelling BIJLAGE IX. Autocontrolegids Dierenvoeders

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2

OPLEVERINGSATTEST VAN EEN VERWARMINGSSYSTEEM VAN TYPE 1

OPLEVERINGSATTEST VAN EEN VERWARMINGSSYSTEEM VAN TYPE 2

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS

bpost Naamloze vennootschap van publiek recht Muntcentrum, 1000 Brussel Ondernemingsnr (RPR Brussel) ( bpost NV )

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

CE-markering en Vrijwillige Certificatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 APRIL 2017 TOT VASTSTELLING VAN DE PROEVEN

De accreditatie werd uitgereikt aan/ L'accréditation est délivrée à/ The accreditation is granted to/ Die akkreditierung wurde erteilt für:

Zelfevaluatie hoofdstuk uitrusting

Directoraat-generaal Geneesmiddelen. Omzendbrief n 440. Betreft: Levering en aflevering van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING BORDEN VOOR CONVENTIONELE LIJNEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

b) testen of inspectie van monsters genomen van de markt of van de leverancies of een combinatie hiervan;

Bijlage. Lijst met inbreuken en te innen sommen. inbreuk reglementering te innen som 1 Vervoerdocument en identiteitsbewijs

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s

Forfaitaire verbruiken. Regels voor een elektriciteitsafname zonder meting

BELAC, HET BELGISCH ACCREDITATIESYSTEEM ALGEMENE INFORMATIE EN PRAKTISCHE INLICHTINGEN

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2

AANVRAAG VAN TECHNISCHE CONTROLE VAN EEN WATERMETER EN OPVOLGING VAN HET TOESTEL

KVBG/ /2002

TECHNISCHE GEGEVENS doorstromingsgegevens bepaling van de doorstromingsfactor en de doorlaatdiameter

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23)

CAMO KNVvL, Afdeling Zweefvliegen. CAMO, KNVvL Afdeling Zweefvliegen

Statistische controle

Aanhangsel 3. Voorwaarden technische dienst laatste fase als vermeld in artikel 16ter, 1, 5, 4

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Europese Controlecampagne Prosafe. JA2014 Akoestisch speelgoed

Kalibratie van laboratoriumapparatuur van productiecontrolelaboratoria overeenkomstig NEN-EN-932-5

Tarieven van de verkeersbelasting

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

C.V.I. 5.3 Het meten van relatieve vochtigheid 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID

Federale Overheidsdienst FINANCIEN. Tarieven van de verkeersbelasting

MODERNISERING MODELVERORDENING

KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie

Aankoopprocedure compacte goederenlift

TECHNISCHE STEEKKAART

EINDBESLISSING (B) CDC-1279

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23)

AANVRAAGFORMULIER VOOR DE ACCREDITATIE VAN CERTIFICATIEDIENSTVERLENERS

RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 4 maart 1974

Aanvraag van groenestroomcertificaten voor elektriciteit uit offshore windenergie

KWALITEITSHANDBOEK. Beschrijving van de juridische structuur. Certificatiereglement KONHEF

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Transcriptie:

E63100 4-B01 N V4 p. 1/11 Instructie bestemd voor de erkende keuringsinstellingen (EKI) voor de herijk van meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water voor de technische auditoren in het kader van de accreditatie van deze instellingen voor het personeel van de Metrologische Dienst belast met het hoog toezicht in deze materie Ondernemingsnr. 0314.595.348 Opgesteld door de Dienst Reglementering Metrologie - januari 2017 FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Dienst Reglementering Metrologie Elke werkdag van 9 tot 16 uur. In geval van onmogelijkheid tijdens deze uren, donderdag, na afspraak, tot 20 uur. Koning Albert II-laan 16 1000 BRUSSEL T F +32 (0) 2 277 74 54 +32 (0) 2 277 54 03 metrology.regulation@economie.fgov.be http://economie.fgov.be

E63100 4-B01 N V4 p. 2/11 1. ALGEMEEN 1.1. Deze nota is aanvullend aan de eisen opgenomen in het koninklijk besluit van 26 september 2013 betreffende de herijk van meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water en in het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen.. 1.2. De erkende keuringsinstellingen waarop deze instructienota betrekking heeft zijn bevoegd om de herijk uit te voeren van in gebruik zijnde meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water. Het is hen niet toegelaten de eerste ijk van nieuwe meetwerktuigen uit te voeren. 1.3. Wanneer een onderdeel van een meetinstallatie wordt hersteld en/of vervangen door een identiek onderdeel, gaat het om een herstelling die moet worden gevolgd door een herijk na herstelling, door een hiervoor erkende keuringsinstelling, alvorens de meetinstallatie terug in gebruik te nemen. 1.4. Wanneer een onderdeel niet meer beschikbaar is op de markt en wordt vervangen door een ander compatibel onderdeel, maar dat niet vermeld staat in het modelgoedkeuringscertificaat of het certificaat van EU-typeonderzoek of het certificaat van EU-ontwerponderzoek, gaat het om een omvorming (transformatie) die door de Metrologische Dienst moet gevalideerd worden en vervolgens wordt onderworpen aan een eerste ijk door de Metrologische Dienst. 1.5. In alle andere gevallen, dan deze opgenoemd in punten 1.3 en 1.4, gaat het om een nieuw meetwerktuig dat een nieuwe procedure van overeenstemmingsbeoordeling moet ondergaan. 1.6. De Metrologische Dienst laat als bevoegde overheid toe zoals voorzien in de normatieve bijlage A bij de norm NBN EN ISO/IEC 17020: 2012 dat bij type C keuringsinstellingen de keuring en ontwerp, fabricatie, levering, installatie, service en onderhoud van meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water, door dezelfde persoon worden uitgevoerd. Bijgevolg is het toegelaten dat de keurder bij het vaststellen van te grote fouten, de meetinstallatie herstelt en/of justeert om vervolgens de herijkproeven opnieuw uit te voeren. Zowel de meetresultaten voor herstelling/justering als de meetresultaten na herstelling/justering worden in het proefverslag vermeld. Indien bij de proeven uitgevoerd voor de herstelling/justering de maximaal toegelaten fout werd overschreden, wordt bij het invoeren van de ijking in het e-metro-systeem bij Staat (voor inspectie) ingevuld Niet correct. 2. VERSLAGEN De metrologische aspecten van meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water worden behandeld in de Internationale Aanbevelingen OIML R117-1 en OIML R120. Een gepast model van proefverslag moet gebruikt worden. Na iedere ijking of interventie dient de keuringsinstelling, binnen de tien werkdagen, de resultaten van de ijking

E63100 4-B01 N V4 p. 3/11 te registreren in het programma e-metrosystem. De door het programma gevraagde gegevens moeten volledig en correct worden ingevuld. Het proefverslag moet opgeladen worden in het e-metrosystem en moet ten minste gedurende twee jaar, op de zetel van de EKI, ter beschikking gehouden worden van de Metrologische Dienst. De verslagen moeten niet per post naar de Metrologische Dienst gestuurd worden. De op elektronische wijze overgemaakte verslagen moeten niet ondertekend worden op voorwaarde dat een ondertekend origineel op vraag kan worden voorgelegd. 3. VOORWAARDEN BETREFFENDE DE TE GEBRUIKEN MEETSTANDAARDEN De meetstandaarden van het type inhoudsmaatstandaard moeten conform zijn aan de volgende OIML aanbevelingen: - R-120 Standard capacity measures for testing measuring systems for liquids other than water, - R-119 Pipe provers for testing measuring systems for liquids other than water, - R-43 Standard graduated glass flasks for verification officers. Andere meetstandaarden (werkstandaarden) en hun gebruikswijzen zijn aanvaardbaar indien deze op voorhand gevalideerd werden door de Metrologische Dienst. Bij de uitvoering van de proeven, worden de meetstandaarden en hun gebruik zodanig bepaald dat de totale meetonzekerheid (betrouwbaarheidsinterval k=2) niet groter is dan 1/3 van de MTF voor de gecontroleerde meetinstallatie. De onzekerheid (betrouwbaarheidsinterval k=2) van de instrumenten gebruikt voor het meten van de temperatuur is kleiner dan of gelijk aan 0,2 C, in absolute wa arde. De tijdspanne tussen twee opeenvolgende kalibraties van de meetstandaarden is vastgelegd in tabel 1. Tabel 1 Meetstandaard Periodiciteit (*) inhoudsmaten (ijkvat, standaardmeetbuis) referentiemeters niet voor LPG referentiemeters voor LPG gewichten en massa s weeginstrumenten thermometers, thermometers simulator en manometers andere (*) plus of minus 1 maand van de vervaldag. 3 jaren 1 jaar 6 maanden 1 jaar 1 jaar 3 jaren 1 jaar De kalibratie wordt uitgevoerd door de Metrologische Dienst of door een kalibratielaboratorium dat op basis van de norm NBN EN ISO/IEC 17025 geaccrediteerd is door een accreditatie-instelling die lid is van de EA (European co-operation for Accreditation).

E63100 4-B01 N V4 p. 4/11 4. PROEVEN Tabel 2 geeft de aard en het aantal voorziene proeven bij de herijk weer voor ieder type meetinstallatie. Tabel 2 Aantal proeven voorzien bij de herijk Nauwkeurigheidsklasse Type meetinstallatie Qmax Qmin + Qmax gemeten Ontgassing Qmin gemeten 2 bij Qmax 0.5 Brandstofpompen (niet voor vloeibare gassen) 1 1 0 0 Meetinstallaties op tankauto s voor 0.5 koolwaterstoffen (niet voor vloeibare 2 1 0 1 gassen) 0.5 Laadstations 2 1 1 0 0.5 Meetinstallaties op tankauto s voor vloeibare voedingsstoffen 3 0 0 0 0.5 Additief injectiepompen* 1 0 0 0 1.0 Meetinstallaties op tankauto s voor LPG 2 1 1 0 Meetinstallaties voor vloeibare gassen 1.0 onder druk gemeten bij een temperatuur gelijk aan of hoger dan - 10 C (LPGpompen) 2 1 1 0 Meetinstallaties op tankauto s voor 1.0 vloeistoffen waarvan de dynamische 2 1 0 0 viscositeit hoger is dan 1000 mpa.s 1.0 Vaste meetinstallaties voor vloeistoffen waarvan de dynamische viscositeit hoger is dan 1000 mpa.s 2 0 0 0 Qmax gemeten: het grootst mogelijke debiet zonder overschrijding van het maximum debiet (Qmax) aangeduid op de opschriftenplaat; Qmin: het minimum debiet aangeduid op de opschriftenplaat; * in geval het geïnjecteerde volume wordt aangeduid of afgedrukt. De proef bij Qmin moet uitgevoerd worden bij een debiet in het bereik van 100 % tot 150 % van Qmin. De proef bij Qmax gemeten moet uitgevoerd worden bij het voor de betroffen installatie hoogst haalbare debiet, zonder overschrijding van het maximum debiet (Qmax) aangeduid op de opschriftenplaat. Indien de meetinstallatie over meerdere uitgangs- of ingangskanalen beschikt, worden de proeven uitgevoerd in de configuratie die het hoogste debiet toelaat. De waarde van Qmin en Qmax gemeten worden in het ijkverslag genoteerd. De proeven worden uitgevoerd: 1 bij Qmin voor een volume (of een massa) groter d an de kleinst gemeten hoeveelheid; 2 voor andere debieten, voor een volume (of een ma ssa) ten minste overeenkomend met het volume (of de massa) geleverd gedurende één minuut. Echter voor brandstofpompen (niet voor vloeibare gassen), indien tijdens de proef bij Qmax gedurende meer dan 95 % van de tijdsduur van de proef het debiet op zijn maximale waarde wordt gehouden, mag het testvolume verminderd worden tot drie maal de kleinst gemeten hoeveelheid van de meetinstallatie. Bij de proeven op brandstofpompen en LPG-pompen, dient er na iedere proef een nulstelling van de aanwijzing te gebeuren vooraleer de volgende proef uit te voeren.

E63100 4-B01 N V4 p. 5/11 Bij de proeven op meetinstallaties op tankauto s voor LPG dienen de proefresultaten gecorrigeerd te worden voor het drukverschil tussen de te ijken meter en de meetstandaard, indien dit drukverschil meer dan 2 bar bedraagt. Controleren van de werking van de ontgassingsinrichting: De ontgassingsproef bestaat uit het creëren van een luchtbel tijdens de levering bij de meest ongunstige omstandigheden (maximum debiet; injectie van de luchtbel in de nabijheid van de pomp; levering vanuit het compartiment dat het verst verwijderd is van de pomp). Het volume van de luchtbel, bij atmosferische druk, is ten minste gelijk aan de kleinst gemeten hoeveelheid van de meetinstallatie. Wanneer er voorzien is een proef uit te voeren op de werking van de ontgassingsinrichting, conform tabel 3, mag de extra fout die voortvloeit uit de invloed van de lucht niet groter zijn dan 1 % van de kleinst gemeten hoeveelheid van de meetinstallatie. Bij de ingebruikname van de meetinstallatie na justering ( regeling ) of herstelling moeten de EKI, die gemachtigd zijn justeringen of herstellingen uit te voeren, de procedures volgen die hiertoe beschreven zijn in hun kwaliteitssysteem. Meetinstallaties voor AdBlue Meetinstallaties voor AdBlue behoren tot de nauwkeurigheidsklasse 0.5. De uit te voeren proeven zijn deze vermeld in tabel 2: - voor AdBlue verdeelpompen: de proeven voorgeschreven voor brandstofpompen, - voor AdBlue meetinstallaties op tankauto s: de proeven voorgeschreven voor meetinstallaties op tankauto s voor koolwaterstoffen. Opmerking: het koninklijk besluit van 2 maart 2007 tot vaststelling van bijzondere regels inzake de aanduiding van de hoeveelheid bij het op de markt brengen van sommige motorbrandstoffen en vloeibare brandstoffen in bulk is niet van toepassing op AdBlue meetinstallaties. Meetinstallaties met herleidingsinrichting voor temperatuur Nadat een herstelling of justering werd uitgevoerd van een meetinstallatie uitgerust met een herleidingsinrichting voor temperatuur, moet de EKI: a) het niet-herleide volume (Vt) en het volume bij 15 C (V15) beproeven, of b) het herleide volume bij 15 C (V15) en de temper atuur t beproeven, alsook de ingestelde soortelijke massa bij 15 C (ρ15) controleren. Indien het gaat om een reparatie of een justering van een onderdeel van de herleidingsinrichting (bijvoorbeeld de temperatuursensor of de rekeneenheid die de herleiding naar 15 C uitvoert) moet de EKI nadien alti jd minstens het volume aan 15 C (V15) en de vloeistof temperatuurmeting (t) beproeven alsook de ingestelde soortelijke massa bij 15 C controleren. Nota 1: De fout op het niet-herleide volume mag niet groter zijn dan de MTF weergegeven in lijn B van tabel 5. Nota 2: De fout op het naar 15 C herleide volume m ag niet groter zijn dan de MTF weergegeven in lijn A van tabel 5. Nota 3: Bij de beproeving van de temperatuurmeting zijn verschillende benaderingen mogelijk:

E63100 4-B01 N V4 p. 6/11 - Benadering 1: Beproef bij één reële vloeistoftemperatuur dat de fout op de temperatuur niet groter is dan 0,5 C. - Benadering 2: Beproef bij één reële vloeistoftemperatuur dat de fout van de temperatuursensor niet groter is dan 0,3 C en beproef bij twee gesimuleerde temp eraturen ( 0 C en 30 C) dat de fout op de analoog/digitaal conversie van de temperatuur niet groter is dan 0,2 C. Opmerking : al de in dit document opgegeven maximaal toelaatbare fouten voor de berekeningen, moeten begrepen worden als grenzen in plus en in min. 5. E-METROSYSTEM De hiernavolgende Tabel 3 betreft de code die door de keuringsinstelling moet ingevoerd worden in de databank van de ijkingen «e-metrosystem» volgend op een ijking, alsook de maximaal toelaatbare fouten voorzien in punt 6 die bij de proeven moeten gerespecteerd worden. Tabel 3: Code van type van ijking e-metrosystem Code Type van ijking Toleranties G Herijk na herstelling van een meetinstallatie die een afkeuringsmerk draagt Lijn A en, in voorkomend geval, B en C van tabel 5 H Herijk (met nieuw herijkvignet) Lijn A en, in voorkomend geval, B en C van tabel 5 F Interventie (justering, herstelling, ) gevolgd Lijn A en, in door de proeven van herijk zonder voorkomend geval, vervanging van het herijkvignet dat nog B en C van tabel 5 geldig is In het geval dat de MTF worden overschreden en/of in het geval van een interventie ten gevolge van een herstelling van de meetinstallatie, is het artikel 34bis7 van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet over de meetwerktuigen, van toepassing. Dit artiklen luidt als volgt: De erkende keuringsinstellingen, bevoegd om justeringen uit te voeren, justeren de meetwerktuigen zodanig dat de vastgestelde fouten zo dicht mogelijk nul benaderen.

E63100 4-B01 N V4 p. 7/11 Tabel 4: Code product in e-metrosystem Product massadichtheid bij Codificatie in Codificatie in 15 C KB 2 maart 2007 e-metro product de benzines: ongelode benzine 95 RON 745 kg/m3 UL 95 UL 95 ongelode benzine 95 RON E10 745 kg/m3 UL 95 UL 95 ongelode benzine98 RON 745 kg/m3 UL 98 UL 98 de gasolies en de lampolie: gasolie-diesel voor wegvoertuigen 833 kg/m3 Diesel D 833 kg/m3 Diesel V Power DVP 833 kg/m3 Diesel Excellium DE gasolie voor verwarming 850 kg/m3 Gasoil G gasolie extra 833 kg/m3 Gasoil extra GE lampolie 800 kg/m3 Lamp L de vloeibare petroleumgassen: commercieel butaan 577 kg/m3 Buta B commercieel propaan 510 kg/m3 Propa P LPG 537 kg/m3 LPG of GPL LPG Om de identificatie van het vulpistool van de tankstations te vergemakkelijken wordt de serienummer in het eerste deel van het scherm van het e-metrosysteem als volgt ingegeven: In het algemeen begint men met het serienummer van de pomp xxxxx gevolgd door het volgnummer van de pomp P1 of Pyz, en naar gelang het geval, gevolgd door de productcode (bijv. D, UL95, UL95E10, DVP...). Voor dubbele pompen komt "y" overeen met het volgnummer van de pomp in het station en z stemt overeen met het nummer van het vulpistool van de pomp. Hieronder vindt u enkele voorbeelden: 1. Eiland (P1)met 2 pompen van hetzelfde product: Diesel xxxxxx Pz D Diesel xxxxxx Pz D 2. Eiland (P1) met 2 pompen van hetzelfde product pomp 1 gewone pomp en pomp 2 «High Speed» Diesel xxxxxx Pz D Diesel xxxxxx Pz D HS 3. Andere: UL 95 xxxxxx Pyz UL95 UL 95 E10 xxxxxx Pyz UL95 E10 UL 98 xxxxxx Pyz UL98 Diesel xxxxxx Pyz D Gasolie xxxxxx Pyz G Gasolie extra xxxxxx Pyz GE Lampolie xxxxxx Pyz L Diesel V Power xxxxxx Pyz DVP Diesel Excellium xxxxxx Pyz DE AdBlue xxxxxx Pyz AB

E63100 4-B01 N V4 p. 8/11 6. MAXIMAAL TOELAATBARE FOUTEN Tabel 5: Maximaal toelaatbare fouten Nauwkeurigheidsklasse Lijn 0,5 1,0 A 0,5 % 1,0 % B (*) 0,3 % 0,6 % C (gelijk aan Lijn A - Lijn B)(**) 0,2 % 0,4 % De lijnen B en C betreffen enkel de meetinstallaties uitgerust met een herleidingsinrichting voor temperatuur (herleiding van het volume naar 15 C) volgens het koninklijk besluit van 2 maart 2007 tot vaststelling van bijzondere regels inzake de aanduiding van de hoeveelheid bij het op de markt brengen van sommige motorbrandstoffen en vloeibare brandstoffen in bulk. (*) Deze maximaal toelaatbare fouten zijn van toepassing bij de beproeving van het niet-herleide volume na herstelling. (**) Deze maximaal toelaatbare fouten zijn van toepassing bij de beproeving van de herleidingsfactor van het volume naar 15 C na herstelling. Voor hoeveelheden kleiner dan twee liter, is de hierna volgende tabel 6, overeenkomend met tabel 2 van bijlage I bij het koninklijk besluit van 26 september 2013 betreffende de herijk van meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water, van toepassing. Tabel 6: MTF voor volumes (massa s) kleiner dan twee liter Gemeten volume (massa) V MTF V < 0,1 L 4 x waarde van tabel 5, toegepast op 0,1 L 0,1 L < V < 0,2 L 4 x waarde van tabel 5 0,2 L < V < 0,4 L 2 x waarde van tabel 5, toegepast op 0,4 L 0,4 L < V < 1 L 2 x waarde van tabel 5 1 L < V < 2 L waarde van tabel 5, toegepast op 2 L 7. MERKEN VAN CONFORMITEIT Als de erkende keuringsinstelling in het kader van de herijk vaststelt dat de merken van conformiteit niet geldig zijn (ontbreken, verdwenen zijn, foutief zijn of onleesbaar zijn) dient ze de eigenaar en de gebruiker van het meetinstrument ervan op de hoogte te brengen dat het gebruik van het meetinstrument, in het economisch verkeer, illegaal is zolang er geen conformiteitsbeoordeling (overeenstemmingsbeoordeling) is uitgevoerd en het correcte merk niet is aangebracht. De keuringsinstelling voert in dit geval geen enkele interventie uit voor het verderzetten van de herijk. Voor de meetinstrumenten op de markt gebracht onder het koninklijk besluit van 15 april 2016 betreffende

E63100 4-B01 N V4 p. 9/11 meetinstrumenten, wordt de conformiteitsbeoordeling uitgevoerd, naar keuze, volgens de modules B+F, B+D, H1 of G, zoals beschreven in bijlage II van het koninklijk besluit van 15 april 2016. Als de merken van conformiteit geldig zijn maar de aanduidingen van de gegevens op de opschriftenplaat zijn (deels) beschadigd dan moet de keuringsinstelling de eigenaar en de gebruiker informeren dat deze met de fabrikant of een hersteller moet contact opnemen teneinde de opschriftenplaat te herstellen. In alle gevallen dient de keuringsinstelling eveneens de Metrologische Dienst te verwittigen (administratieve code in het e-metrosystem). Indien de erkende keuringsinstelling vaststelt dat een meetinstallatie voor vloeibare brandstoffen niet is uitgerust met een temperatuurherleidingsinrichting zoals vereist door het koninklijk besluit van 2 maart 2007 tot vaststelling van bijzondere regels inzake de aanduiding van de hoeveelheid bij het op de markt brengen van sommige motorbrandstoffen en vloeibare brandstoffen in bulk, of dat de temperatuurherleidinginrichting niet is geactiveerd of geen eerste ijk heeft ondergaan, mag zij in geen geval de herijk uitvoeren. Zij moet de gebruiker/eigenaar alsook de Metrologische Dienst hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen. 8. VIGNETTEN VAN HERIJK De aanvaardingsmerken (groene vignetten) worden besteld bij de Metrologische Dienst via een specifiek formulier (te verkrijgen op aanvraag) dat per e-mail moet worden gezonden naar het volgende adres: metrology.regulation@economie.fgov.be. De vignetten zijn beschikbaar in twee talen (Nederlands en Frans). De taal van het vignet moet overeenstemmen met de taal van de regio waar het meetinstrument wordt gebruikt. Op het einde van het jaar worden de niet gebruikte vignetten teruggenomen voor zover hun aantal redelijk blijft. Indien, bij een onderhoud, de gebruiker of de eigenaar van een meetinstrument de geldigheidsduur van de herijk wenst te hernieuwen, dan mag hij aan de keuringsinstelling vragen de herijkverrichtingen uit te voeren en een nieuw vignet aan te brengen. De interventie krijgt dan de code "H" in het E-Metrosystem. Indien bij een interventie wordt vastgesteld dat het meetinstrument niet in conformiteit kan worden gebracht met de voorschriften (bijvoorbeeld: niet mogelijk te justeren), dan moet het instrument worden afgekeurd. De afkeuring moet worden geregistreerd in het e-metrosystem. Het opnieuw in gebruik nemen van afgekeurde meetinstrumenten wordt uitgevoerd door een erkende keuringsinstelling onder de vorm van een herijk met het aanbrengen van een vignet van herijk. De administratieve code bij invoer in het e-metrosystem is "G". Het afkeuringsmerk (rood vignet) en het uitgesteld aanvaardingsmerk (geel vignet) worden zelf voorzien door de erkende keuringsinstelling, volgens het model voorgeschreven in de artikelen 34bis17 en 34bis18 van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet over de meetwerktuigen. Het uitgesteld aanvaardingsmerk (geel vignet) is geldig voor een termijn van maximum 3 maanden vanaf de datum van vaststelling. Dit merk mag slechts gebruikt worden in geval van geringe gebreken die geen merkbare invloed hebben op de nauwkeurigheid van het meetwerktuig. De taal van deze vignetten moet eveneens overeenstemmen met de taal van de regio waar het

E63100 4-B01 N V4 p. 10/11 meetinstrument wordt gebruikt. 9. VERZEGELING Wanneer een keuringsinstelling vaststelt dat de oorspronkelijke verzegeling van een instrument is verbroken of beschadigd, moet ze: - De Metrologische Dienst hiervan op de hoogte brengen, die de nodige maatregelen zal treffen, - De eigenaar en de gebruiker van het meetinstrument verwittigen dat het gebruik van het meetinstrument illegaal is zolang het niet terug in conformiteit met de voorschriften wordt gebracht (in orde brengen door de fabrikant of een hersteller + herijk door een erkende keuringsinstelling), - Als de keuringsinstelling er zeker van is dat de conformiteit van het meetinstrument niet in het gedrang is, mag ze de ijkverrichtingen verderzetten en zelf de gepaste zegels aanbrengen of vervangen. Ze zal de Metrologische Dienst ook hiervan op de hoogte brengen. 10. FRADULEUZE MANIPULATIE Wanneer de erkende keuringsinstelling een frauduleuze manipulatie van de meetinstallatie vaststelt, voert ze geen enkele interventie uit en verwittigt ze zo vlug mogelijk en ten laatste de eerstvolgende werkdag de Metrologische Dienst. 11. GEGEVENSKAART De aard van iedere interventie wordt gespecificeerd op de gegevenskaart van de meetinstallatie zoals bepaald in artikel 3 van het koninklijk besluit van 26 september 2013. Wanneer de gegevenskaart ontbreekt, wordt een nieuwe gegevenskaart naar behoren ingevuld door de erkende keuringsinstelling.

E63100 4-B01 N V4 p. 11/11 DEFINITIES Art. VIII.43 van het Wetboek van economisch recht «1. Metingen in het economisch verkeer die tot doel hebben de hoeveelheid van enig goed of de hoegrootheid van een dienst te bepalen, worden met geijkte meetwerktuigen verricht.» Art. 34bis7 van het koninklijk besluit van 20 december 1972. «De erkende keuringsinstellingen, bevoegd om justeringen uit te voeren, justeren de meetwerktuigen zodanig dat de vastgestelde fouten zo dicht mogelijk nul benaderen.» EKI Erkende keuringsinstelling. Justering Regeling van (een onderdeel) van de meetinstallatie om de meetfout zo dicht mogelijk bij nul te brengen. Gebruikers van het instrument Persoon die meetinstrumenten gebruikt in de zin van artikel VIII.43 van het Wetboek van economisch recht. Herstelling Vervanging door een identiek onderdeel of herstelling van een onderdeel van de meetinstallatie. MTF Maximaal toelaatbare fouten, positief of negatief. Qmax gemeten Het grootst mogelijk debiet zonder overschrijding van het maximum debiet (Qmax) vermeld op de opschriftenplaat. Qmin Het minimum debiet aangeduid op de opschriftenplaat.