lxry kunst lxry kunst van Jasper Krabbé Tekst Bart-Jan Brouwer fotografie Kees kuil



Vergelijkbare documenten
Ik doe, zie en adem kunst

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Deze handreiking is van:

Emotie en gevoel in fotografie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

TIEN TIPS WANNEER JE EEN KUNSTWERK WILT AANSCHAFFEN

Researchverslag: rituelen Joanna Siccama GAR1-B leraar: Harald Warmelink

Hey Russel! EEN BIJZONDERE VRIENDSCHAP. marian hoefnagel

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Deze handreiking is van:

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Apostolische rondzendbrief

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

narratieve zorg Elder empowering the elderly

De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal!

Jaar Werkboek 4 weken Challenge

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++

JE CULTURELE ZELFPORTRET

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Verhaal: Jozef en Maria

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

- 21 INSPIRERENDE QUOTES VOOR LEERKRACHTEN -

Luisteren: muziek (B1 nr. 4)

Liefde is vrij van zichzelf, om te leven voor de ander.

Werkboek Het is mijn leven

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,


De vrouw van vroeger (Die Frau von früher)

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

Luisteren: muziek (B2 nr. 3)

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Enkele vragen aan Kristin Harmel

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Charles den Tex VERDWIJNING

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

De brug van Adri. Rollen: Verteller Martje Adri Wim

Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Hoe je met je ipad razendsnel je eigen stijl ontdekt. Met GRATIS test.

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

LYRICS. 1. Dat is de toon van de waarheid Door: A.L. Snijders, 26 oktober 2006

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Jeanette aan de Stegge. Schilderen met emoties

PRESENTATIE NML DESIGN, VT W ONEN&DESIGN BEURS. W aarom zou jij m oeten kiezen voor een interieurstylist?

6 In Beeld. Bieke Depoorter

2. Zegengroet Genade voor u en vrede van God onze Vader in de Heer Jezus Christus. Amen

Matteüs 25: Gezinsdienst: Wachten duurt lang!

Vogelgriep. Auteur: Chris Vegter Illustraties: Dirk van der Maat. Boekverslag van:... Klas:...

A. God, wij bidden U voor alle mensen die onzeker zijn over zichzelf: dat zij het vertrouwen in zichzelf hervinden.

125 jaar. Geïnspireerd door de beroemde werken van Nederlands schilder. Vincent van Gogh ( )

14 februari is het Valentijnsdag! Vol verwachting kloppen de harten van de vele jongens en meisjes.

Jouw avontuur met de Bijbel

Handreiking bij 40 DAGEN GEBED voor groep 4-8 van de basisschool

Reflectiegesprekken met kinderen

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

HEMELS HUWELIJK KALENDER 52 X WIJ TIJD VOOR ELKAAR. Willem en Marian de Vink

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Handleiding bij de studielessen voor groep 1-3 van de basisschool NAAM

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

De bruiloft van Simson

Saskia van den Heuvel MISSCHIEN GEBEURT ER VANDAAG IETS. Gedichten. Muitgeverij. Mmarmer. m armer

werkboek tekenaar & dichter dubbeltalent Cobra Museum voor Moderne Kunst

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Haagweg 56, 5995 AB Kessel, Nederland T +31 (0) M +31 (0) willebrorddewinter@hetnet.nl

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

De olifant die woord hield

2 spelers in de poppenkast. (het kan gespeeld woorden door 1 persoon) Speler 1: Katrijn en de koningin Speler 2: Jan Klaassen

Knabbel en Babbeltijd.

Hoe lang duurt geluk?

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Het Amsterdam Museum gaat over Amsterdam. In het museum hangen schilderijen.

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

OPDRACHT 1 : SCRIPT EN INTERACTIEVE VERSIE VAK : SCHRIJVEN --LOIS VEHOF--

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

ANNA EN ALEX NEMEN HET OP TEGEN DE VALSEMUNTERS

Levensvragen tevoorschijn luisteren

Transcriptie:

De vliedende wereld van Jasper Krabbé Tekst Bart-Jan Brouwer fotografie Kees kuil JASPER KRABBÉ, OPHELIA Hij begon zijn artistieke loopbaan op straat, gewapend met spuitbussen, waarna hij uitgroeide tot een gevierd beeldend kunstenaar. Zijn schilderijen en tekeningen zijn opgenomen in de grootste musea en privécollecties. Nieuwste ontwikkeling: fotografie. Op Masters of LXRY verkocht Kahmann Gallery het fotowerk Ophelia (zie links) voor 20.000 euro. LXRY zocht Jasper Krabbé (1970) op. Ik maak kunst, omdat ik het moment wil vasthouden. 2 3

Werd het tekenen van huis uit gestimuleerd? Nee, ik ben nooit gepusht. Het materiaal was er gewoon. Maar toen ik op mijn dertiende, veertiende met graffiti begon, had ik alle support van mijn ouders. Terwijl ik bij de vleet werd opgepakt. Wij waren de eerste lichting graffitischrijvers in Nederland, het Amsterdamse collectief USA, United Street Artists. De wetgeving was er nog niet. Als je het nu doet, weet je dat je een boete krijgt, misschien wel celstraf, en dat je de schoonmaakkosten moet betalen. Maar toen was het een nieuw fenomeen. En mijn ouders waren zó cool! Die gingen mij helpen door bij de kantonrechter uit te leggen dat het kunst was wat ik deed. En mijn moeder kwam me halen om vier uur s nachts als ik weer eens was opgepakt. Als enige. Dan nam ze die andere jongens ook mee. Waar is jouw passie voor kunst ontstaan? Die komt grotendeels voort uit mijn achtergrond als telg uit een kunstenaarsfamilie. Mijn vader schildert en mijn grootvader en overgrootvader schilderden ook. Dus ik ben de vierde generatie. Niet dat je je daarop kunt beroepen, maar het zit wel in mijn genen. Er stonden thuis ook altijd kwasten, doeken en verf. Voordat mijn vader zijn atelier buitenshuis had, schilderde hij in de huiskamer. Altijd hing er de geur van olieverf. En bij mijn opa was het niet anders. Ik heb zijn oude kwasten gekregen. Eerst had ik zoiets van: waarom geef je me geen nieuwe? Maar het is natuurlijk een mooi gebaar dat hij die heeft doorgegeven aan mij. Ik heb ze een tijdje gebruikt, maar nu staan ze in een potje. Naast mijn genen is er nog iets bepalend geweest: In de jaren zeventig was er een reclame op televisie van potlodenmerk Caran d Ache. Een vriendje uit mijn klas speelde daarin de hoofdrol. In het spotje maakt hij op straat een grote kleurrijke tekening op papier. De toenmalige directeur van het Stedelijk Museum loopt langs en die vindt het zo n coole tekening dat hij hem ophangt in zijn museum. De reclame eindigt met een shot van dat vriendje dat voor zijn werk in de Erezaal staat. Dát triggerde in mij iets van: shit, dat wil ik ook! Eigenlijk vond ik dat ze mij hadden moeten vragen, ik tekende in die tijd ook al. Ging het jou behalve om de kunst ook om de spanning? Ja, natuurlijk. Het was een soort jongensboek. Zulke heftige achtervolgingen en gevaarlijke dingen! Een vriend van mij had in een metrostel een conducteursjasje gevonden en daar een sleutel uitgevist. Wist hij veel, hij dacht gewoon: kijken wat het is. Bleek het de moedersleutel van alle focking deuren van elk mogelijk metrostel en metrostation te zijn. Daarmee zijn wij een keer s nachts station Waterlooplein binnengegaan. Het was er helemaal leeg, je kon alles doen daar. Terwijl we in de tunnel stonden te spuiten, zag ik in de richting van het perron opeens twintig man of zo. Ik dacht nog: schoonmakers? Maar het was politie. Wij rennen door die gangen! Op zoek naar een uitgang. Via een brandtrap die we hadden losgewrikt, kwamen we bij een putdeksel die we net als in de film omhoog deden, waarna we via de Wibautstraat wegvluchtten. En meer van dat soort crazy shit: surfen op de bovenkant van metrostellen, en ik heb wel eens knetterstoned op de derde rail gezeten, waar de stroom doorheen loopt. Keek ik naast me, zat er een gat in de isolatie; je zag gewoon de geleiding van het koper lopen. Was ik twintig centimeter meer naar rechts gaan zitten, dan was ik geëlektrocuteerd. Het was best link, maar ook heel leuk. Wat voor graffiti maakte jij? Heel veel characters: poppetjes, stripachtige figuren, popartachtige dingen... En die ondertekende ik met Jaz, een tag die is afgeleid van mijn naam. Ook deed ik wel letters. Die waren heel atypisch. Bijvoorbeeld gedropenkaarsletters. Dat deed niemand anders. Iedereen had zijn eigen ding op een gegeven moment. Een vriend van mij, Delta, had een letter ontwikkeld die driedimensinaal naar alle kanten toe kon buigen, een bijna kubistische letter. Alle vijf de leden van dat graffiticollectief zijn de artistieke kant uitgegaan: de één is filmer, de ander heeft een reclamebureau en Shoe, Delta en ik zijn kunstenaar geworden. Rond je achttiende was je klaar met graffiti. Als kunstvorm vond ik het een beetje beperkt. Het ging toch vooral om getting up, je naam zo veel mogelijk laten zien, de letters... Ik miste de ont- Schilderkunst kan een verbintenis tussen mij en de toeschouwer maken, die volgens mij op bijna geen enkele andere manier mogelijk is. Buiten taal om, buiten begrip om. Van mijn hart naar jouw hart 4

wikkeling daarin. Maar het is zo n jeugdcultuur geworden. Wanneer ik oude foto s uit de graffititijd op Instagram post, krijg ik daar nog steeds de meeste likes op. Dat het nog steeds actief is, vind ik heel tof. En ook de ontwikkeling van street art, dat ernaast is ontstaan de schilderingen op muren van types als Banksy. Ik heb niet het idee dat ik dat gemist heb, omdat ik ben gaan schilderen. Maar ik heb er wel altijd een lijntje mee gehouden. Ik volg het nog steeds, maar ben meer geïnteresseerd in de geschiedenis van de schilderkunst. Ik houd gewoon echt van verf, weet je. Is er graffitikunst van jou bewaard gebleven? In de vroegere auto- en voetgangerstunnel bij het Mr. Visserplein in het centrum van Amsterdam is het ondergrondse speelpark TunFun gebouwd. Voor de originele tunnelmuren zijn voorzetwanden geplaatst, dus alle graffiti daar is bewaard gebleven. In de documentaire Kroonjuwelen gaat Delta een deur door, en dan staat hij ineens in de jaren tachtig, negentig, waarin wij die muren hebben beschilderd. Dus die tekeningen zijn heel mooi bewaard gebleven. Mede door die periode wist je: van kunst wil ik mijn werk maken. Toch was je eerste baantje deejay. Vanaf mijn zeventiende heb ik een jaar of vijf à acht gedraaid. Maar dat was ook om in mijn levensonderhoud te voorzien toen ik op de Rietveld Academie zat. Ik draaide in de Richter, Sinners, Paradiso, op klassenfeesten, bruiloften, anywhere. Ik begon altijd met obscure disco classics dus niet weer Chaka Khan, maar muziek uit de New Yorkse Studio 54-tijd en bouwde dat uit naar house. Dat was net voor de tijd dat de deejay als ster werd gelanceerd. Net als met graffiti heb ik ook een lijntje met muziek gehouden: ik mix nog wel eens en heb altijd muziek opstaan als ik schilder. jobs. Ik was decorschilder bij Broadwaystukken, deejay in Nell s, fietskoerier, werkte in een bloemenzaak... Crazy periode! Ben je als kunstenaar per definitie ook levenskunstenaar? Dat hoop ik. Daar gaat het wel om. Dat je als een alchemist van niks goud maakt. Hoeveel werk je ook verkocht hebt, elke keer weer gaat het om je volgende werk. En dat moet je elke keer weer alleen maken. Daar is de strijd. En daar komt de levenskunst bij kijken. Het optimisme heb ik wel om dingen te blijven maken. Ik heb het idee dat het zin heeft en dat ik mensen ermee raak. Schilderkunst kan een verbintenis tussen mij en de toeschouwer maken, die volgens mij op bijna geen enkele andere manier mogelijk is. Buiten taal om, buiten begrip om. Van mijn hart naar jouw hart. Ik geloof heilig dat kunst je kan raken en ontroeren en je ook kan optillen. Zoek jij die communicatie op of maak je een werk vooral voor jezelf? In eerste instantie maak ik kunst voor mezelf. Maar daarna ook zeker voor de ander. De noodzaak om een werk te maken wil ik delen, of dat nu ontroering, vergankelijkheid of schoonheid is. Zoals je als deejay ook dat plaatje draait... omdat je het heel erg tof vindt en dat anderen wilt laten horen. Je wilt Naast de Rietveld Academie, waar je in 1992 cum laude afstudeerde, heb je ook een jaar aan de Cooper Union in New York gestudeerd. Wat zijn de grootste lessen op deze opleidingen geweest? Op het Rietveld heb ik vooral geleerd dat niemand je kan leren om kunstenaar te worden. Ik was al heel determined om te doen wat ik wilde en luisterde ook niet goed naar de kunstenaars die daar lesgaven. Zij wilden je beïnvloeden, maar ik was te eigengereid. Het was een beetje strijd daar. Ik was die angry young man die het anders wilde. Daar heb ik de attitude je moet het zelf doen ontwikkeld. Er is niemand die mij kan vertellen wat ik moet maken. Dat ene jaar in New York heeft mij veel meer gevormd dan die vier, vijf jaar Rietveld bij elkaar. Ik kreeg daar opdrachten als: Maak aan het eind van het semester een tentoonstelling met minimaal twaalf schilderijen compleet met titels, prijzen en motivering. Doen! Dat paste beter bij mij. Het was veel actiever. Op het Rietveld had je bijvoorbeeld acht maanden de tijd om één schilderij te maken. En ook al was het crap, zolang je er een motiverend verhaal bij had, was het goed. Het was de zware Europese traditie versus het nieuwe Amerikaans elan. Ik dacht dat het kunstenaarschap iets romantisch had: je hebt een mooi idee, je gooit eens wat verf op een doek... Maar het is dus aanpakken. Die romantische inslag hád ik al. Ik kom uit Europa en heb die geschiedenis in mijn familie zitten. Dus ik had behoefte aan dat andere, aan go go go. Dat jaar in New York heb ik enorm veel gedaan. En ik had ook nog een aantal odd 6 7

er iets mee. Daar gaat kunst over. Muziek, fotografie, verhalen... Het komt allemaal uit dezelfde bron: de werkelijkheid, of God, of hoe je het ook maar wilt noemen. Ik heb de bloemen niet gemaakt, de bomen niet... Dat is er allemaal. En als je gevoelig bent, wil je daarop reageren. In die bron doop je niet alleen je verfkwast. Je tekent, je dicht, je schrijft... Maakt het voor jou uit wát je doet? Met schilderen en tekenen heb ik mijn hand heel erg geoefend, dat doe ik bewust vanaf mijn elfde. Op een gegeven ogenblik heb je dat in je vingers zitten. Maar in principe maakt het niet uit welke muze je roept. Ook als ik de noodzaak voel om iets op te schrijven, de oorsprong blijft dezelfde. Heeft die noodzaak vaak met liefde te maken? Ja, maar het kan ook te maken hebben met melancholie, gelukzaligheid, een verhaal dat mij raakt... Zo was er een kunsthandelaar die kunstenaars ondersteunde. Die man kreeg een auto-ongeluk, waarbij hij een beeldje van Aristide Maillol, dat achter in zijn auto lag, in zijn nek kreeg. Hij was op slag dood. Hij heeft geleefd voor de kunst en hij is gedood door de kunst. Dat prikkelt mij dan om een ode te brengen aan die man. Elke impuls die mij raakt is een geldige impuls om een werk te maken. Sta je wel eens voor een wit doek dat je denkt: en wat nu? Ik heb meer in mijn systeem zitten dan ik kan maken, heb eerder te weinig tijd voor wat ik allemaal zou willen maken. Zie je gelijkenissen tussen jouw werk en dat van je voorvaderen? Wat portretten betreft, zie ik een verwantschap met mijn overgrootvader Hendrik Maarten Krabbé, die een heel begenadigd portretschilder was. Ik heb niet heel veel moeite met portretten. Ze lijken niet altijd helemaal, maar als het wezen van de geportretteerde erin zit, is het voor mij goed. En dat ding overleeft die geportretteerde misschien en dan is het mijn visie versus hoe iemand ooit was. Voor wat het poëtische betreft, zie ik een verwantschap met mijn opa, Maarten Krabbé. En met mijn vader Jeroen zijn er gelijkenissen in kleur. Hij is echt een landschapsschilder. Hij heeft zo n feilloos kleurgevoel. Het is doorgaans wat feller dan wat ik doe, maar het is wel altijd raak. Ik heb herkenning met hoe hij dat doet. Schept het schilderen een diepere band met je vader? Ja, natuurlijk. We hebben aan een half woord genoeg. En hij heeft me heel veel aangereikt. Toen ik nog volop met graffiti bezig was, nam hij me een keer mee naar Wenen, waar hij voor filmopnames moest zijn. Wenen, of all places. Als graffitigastje naar die burgerlijke stad met zijn jagershoedjes en Sachertorte. Ik wilde helemaal niet mee. Maar hij zei: Doe nou maar. Ik flippen, met tegenzin erheen. Daar nam hij me mee naar het Leopold Museum, waar de grootste collectie Egon Schiele-tekeningen hangt. Dat gréép me. Die ontroering! Ik weet niet hoe het was gelopen als hij me niet daarmee in aanraking had gebracht. Je noemt jouw stijl een combinatie van high en low, alledaagsheid, herinneringen, plekken waar ik geweest ben, mensen die ik bewonder. Een soort levensverhaal in olieverf? Kunst is een soort map of a man s life. Zo was ik ooit in een zenklooster in Californië en daar heb ik een hele reeks schilderijen van gemaakt, een ensemble van verschillende momenten: meditatie, leegte, het omarmen van het niets... Die schilderijen vertellen iets over mijn ervaring daar, van kleine alledaagse dingen tot grote gedachten. Ze vormen eigenlijk een visueel dagboek. Zoek jij de plek erop uit? Hé, een zenklooster: weer eens iets anders. Natuurlijk zoek je dingen uit die je intrigeren. Ik ging naar het zenklooster omdat de held van mijn moeder daar begraven ligt: een zenmeester die in de jaren vijftig zen naar het Westen had gebracht. Ik ben met haar op een Harley-Davidson ernaartoe gereden. Het was een bedevaart naar dat graf. Dingen komen op je pad. Maar het zijn vaak wel heel persoonlijke aanleidingen. Zo heb ik ook een schilderij van mij en mijn broer Martijn bij het overlijden van mijn oma. Maak je ter plekke een schets of neem je het idee mee en werk je dat thuis uit? Soms schets ik ter plekke, maar vaak moet iets rijpen. Het kan zijn dat iets wat ik tien jaar geleden heb gezien, nu opeens in een tekening belandt. Bij mij gaat het ook vaak over herinneren. En over de hapering in herinneringen, hiaten. In al mijn werk zit iets wat Japanners wel de vliedende wereld noemen: alle ervaringen glippen door je vingers. In Japan heb je kunstenaars die daarom houtsnedes maakten van banale situaties, zoals mensen op de markt, een windvlaag, kersenbloesem in zijn korte bloeitijd... Daarin ligt een besef van vergankelijkheid besloten, wat maakt dat je het heel intens beleeft. Daarin zit voor mij een bron voor mijn werk. Waarom maak je iets? Omdat je het wilt vasthouden. Ik heb nu een installatie van vijfhonderd tekeningen die samen één werk vormen. Dat zijn allemaal verschillende momenten. Het ene is een klein stilleven op een bierviltje, het andere de weergave van een gedachte over het universum. Al die tekeningen bij elkaar, dat is mijn beleving van hoe ik het leven ervaar. Deze Collected Drawings vormen de gecondenseerde werkelijkheid van een bepaalde periode uit mijn leven. Onder andere vintage papier, schoolkaarten, schilderijen van vlooienmarkten en gebruikt decordoek vormen de dragers voor je beelden. Heeft dat te maken met de rol die vergankelijkheid in je werk speelt? Ja, maar het heeft vooral te maken met de verstoring: een laag tussen mij en mijn werk in. Dat vind ik interessant. Bij een schilderij of tekening leg je niet alleen de herinnering vast, maar ook de tijd. Het is een optelsom van een heleboel verschillende momenten gestold in één werk. Op de een of andere manier werken die materialen daaraan mee. En ik word ook geraakt door verkleurde randen en beduimelde kaften; ik zie daar beelden uit oprijzen. Ik zie ook schoonheid in het vergetene, in dingen die mensen weggooien. Beauty in the discarded. Mijn portemonnee is een stoffen mapje, waarin ze vroeger in het leger hun naaigerei bewaarden. Ik vind dat heel veel fijner dan een leren geval van zesduizend euro. Zo ben ik. In dat stoffen mapje zit een verhaal. Het gaat over zelfvoorzienigheid. Valt er een knoop af, dan zet je hem zelf aan. En als kunstenaar is dat waar het om gaat. En dat grijpt terug op levenskunst: dat je al die verschillende aspecten in je leven omhoog probeert te houden, zoals een jongleur dat doet met balletjes. Hoeveel balletjes houd jij in de lucht? Ik heb mijn energie verdeeld over vijf disciplines: schrijven, dichten, schilderen, tekenen en fotografie. En die komen dit jaar allemaal bij elkaar. Ik ga een dichtbundel publiceren; ik heb solo s in Museum Belvédè- Ik richt me op de reis langs de vergankelijkheid, ik wil meer van dat proces genieten. Het maken, het plezier hebben in dat maken, nieuwe dingen daarin vinden 8 9

re, Museum Jan Cunen en op Looiersgracht 60; er loopt een fotografietentoonstelling; in februari is het boek Atelier Krabbé uitgekomen Vertel eens over dat boek. Het is een soort biografie vanaf mijn graffititijd tot nu, met daarin ook bespiegelingen over kleur, achtergronden bij werk, geschiedenis... En vooral verhalen waarvan ik voel dat ik die niet in mijn beeldende kunst kan vertellen. En die doen ertoe voor mij. En je fotografie? Daar ben ik al twintig jaar mee bezig. Ik heb vroeger veel met een Rolleiflex gefotografeerd, nu werk ik digitaal. Wat fotografie heeft wat schilderkunst niet heeft: het directe. Soms zie je iets wat je alleen maar kunt fotograferen. Zo heb ik een foto gemaakt van een verdampende afdruk van een voet in het zand, waarin ik een vrouw zie die een kleed uitwappert. Dat kan ik niet tekenen, dat is er maar heel even. Dat kun je alleen maar fotograferen. Dat is één moment waarop het zo zich aan je voordoet. Je fotografeert al twintig jaar. Waarom doe je er nu pas iets mee? Omdat ik nu voldoende werk heb verzameld en ik ook verbanden zie: er zit dezelfde visie in als in mijn schilderkunst, qua thematiek, qua gevoel, qua dingen die me interesseren... De tijd is er rijp voor. Vandaar mijn solo-expositie tot eind maart bij Kahmann Gallery in Amsterdam. Hoe zou je de connectie tussen je schilderkunst en fotografie omschrijven? Licht poëtisch. En er zit een zekere abstractie in. Het is een bepaalde blik op de werkelijkheid, die er heel kortstondig is. Maar je fotografeert geen dode kat langs de kant van de weg. Nee. Dat is de rode rozen rood verven. Daar schiet je niks mee op. Dat is geen kunst, dat is stating the obvious. Ik kan een tekening van een schedel maken. Dan weet je zeker: dat is een memento mori, dat gaat over vergankelijkheid... Hoe interessant is dat? Dat is sinds de zeventiende eeuw gedaan. Ik zoek het in andere dingen. In die verdampende voetafdruk of in een droom die niet meer te pakken is. Dat verrast me. En daar kan ik lang naar kijken. Laat je je niet ook leiden door ratio als je kunst maakt? Het is een samengaan. Het is nooit alleen maar ratio of alleen maar gevoel. Het is een grote Fotografie: Peter Cox misvatting dat je als kunstenaar op een zondagmiddag je alpinopet opzet, een fles rode wijn neerzet en vanuit je emotie een schilderij gaat maken. Groot gebaar! Rode verf! En dan heb je een goed ding! Nee, natuurlijk niet. Dat heeft nog nooit een goed schilderij opgeleverd. Alleen maar je spleen en je libido en je agressie uiten op het doek? Ik weet het niet hoor, volgens mij is dat heel beperkt. Voor mij is het idee, gevoel, uitvoering... Dat alles bij elkaar maakt een werk. Een schilderij komt uit jou, een foto komt naar je toe. Foto s zijn situaties uit de werkelijkheid. Maar toch is het ook weer niet heel anders. Zo heb ik een foto genomen van een zijpaneel van een kerk in Venetië, waarin ik in de watervlekken twee verliefde zwanen zie. Om maar aan te geven: ik ben altijd op zoek. Ook heb ik een foto van een dichtgeplakte etalage. Dat is op zo n mooie manier gedaan. En dat is nooit bedoeld als kunst. Dat doet denken aan je recente tentoonstelling in het Tropenmuseum: SoulMade. Jij kreeg toegang tot de depots en kon met spullen die je daar vond ook niet bedoeld als kunst een zaal in het museum inrichten. Er lagen 300.000 objecten, waarvan ik er 1.200 heb uitgekozen. Van een Japans lakdoosje tot een Surinaamse cassaverasp en van een Boliviaans carnavalskostuum tot een wichelboek uit Sumatra, je kunt het zo gek niet bedenken. Ik heb een hele zaal ingericht met zeven imaginaire kamers. Tien maanden heb ik lopen schuiven. En daarbij ging het mij om de connectie tussen de objecten en ook mijn kunst. Zo hangt een uit aan elkaar genaaide patronen samengesteld raffiakleed uit de Afrikaanse Kubacultuur naast mijn Collected Drawings. De overeenkomst is gewoon crazy. Er ontstaat iets tussen die dingen, een gesprek bijna. Vandaar ook de titel SoulMade: zoals mensen bij elkaar kunnen passen, kunnen objecten dat ook. Het gaat dus niet over styling, maar over de intensiteit van de maker. Het was een absoluut focking feest om te doen. Jij komt uit 1970. Zie je dat terug in je kunst? Met kleurgebruik misschien. Ik was geabonneerd op Kuifje, dat in België werd gedrukt. Als je die stripverhalen nu ziet: ze zijn net niet helemaal goed gedrukt, de kleuren liggen een beetje naast elkaar. Dat levert een bepaalde spanning op, waardoor ik mede gevormd ben. Heel subtiele dingen. En ik heb een hele serie schilderijen gemaakt van figuren in ruimtes, The Ghost Series. Die heb ik gebaseerd op advertenties uit de jaren zeventig. En ja, de toon van zoiets heeft toch te maken met mijn jeugd. En ook McCloud en Moonraker zullen vast ergens onbewust hun invloed hebben gehad. Iedereen wordt gevormd door zijn tijd. Voor het programma ArtMen ging je samen met kunstenaar David Bade op zoek naar de ideale plek voor een kunstenaar. Hoe zou jij die plek omschrijven? De ideale plek is waar je genoeg mensen om je heen hebt die interesse hebben in wat je maakt. Ik heb een vrij geïsoleerd atelier in Amsterdam- Noord, en daar loopt echt niemand naar binnen ja, een dief af en toe. Die seclusion is heel fijn, maar ik heb ook dat sociale nodig. Inspirationeel kan je voor een heel groot deel uit je zelf putten, maar de spiegeling moet je echt met anderen doen. In 2012 exposeerde je met 240 portretten van je toenmalige muze en geliefde Floor onder de naam Closer to You in de Kunsthal in Rotterdam. In hoeverre kwam je closer to her met al die portretten? Op dat moment denk ik dat ik zeker dichter bij haar ben gekomen. Het 10 11

niet te zeggen. Ik denk wel dat het moeilijk is om geclaimd te worden op die manier. Heeft ze nooit gezegd: laat me eens een eitje bakken zonder dat je me tekent? Jawel, ze heeft wel aangegeven dat ze er gek van werd. Maar het is niet alleen dat, het is ook een ode uit liefde. Maar dat had ook met één portret gekund. Kennelijk niet. Want één deed het niet. En 240 deden het misschien te veel. Daarvoor had je als project in een periode van een jaar bijna elke dag een zelfportret gemaakt. Hoe was dat? Heel confronterend, want je hebt er niet elke dag zin in. En ook niet in je eigen kop. Het was een soort peilen van emoties. Maar op een gegeven moment zag ik mijn eigen gezicht helemaal niet meer. was ook echt een ode aan de moeder van mijn kinderen en een heel belangrijk iemand in mijn leven. Het is tegelijk een landkaart. Want al die tekeningen zijn op verschillende plekken in de wereld ontstaan, van San Sebastian tot Cuba. Het is dus ook een herinnering aan al die momenten samen, aan onze relatie, en de moeilijkheden en schoonheden daarin. Het ultieme portret is nog niet gemaakt. Of het moeten al die portretten samen zijn. Want zij is al die facetten: dat ze op Schiphol een lipstick uitzoekt, dat ze zit te lezen op de bank, dat ze in een taxi is weggedommeld... Al die portretten bij elkaar, dat is mijn ode aan haar. Aan wie zij is voor mij. En als iemand wil weten wat ik voor haar voel, of heb gevoeld we zijn nu uit elkaar, dat zit allemaal daarin. Is het fascinatie of obsessie om je vrouw 240 keer te portretteren? Het begint en eindigt met fascinatie. En natuurlijk zit daar ook obsessie bij. Totale obsessie. Ik kan het ook niet anders uitleggen dan dat het ehh... Ik ben eigenlijk geen stap dichterbij gekomen. Sterker: ik ben meer van haar verwijderd. Of het heeft bijgedragen aan onze scheiding? Dat denk ik niet. Nou, misschien. Dat durf ik Vergroot je de emotie van de dag dan juist niet? Daar moet je eerlijk in zijn, anders moet je er niet aan beginnen. Maar ik heb ook wel eens het spel gespeeld, dat ik me bijvoorbeeld heel heroïsch of kwetsbaar voordoe. Sommige portretten zijn heel erg van ik ga die kop neerzetten en zo voel ik me vandaag en andere zijn wat abstracter. Het was voor mij ook een onderzoek naar: Wat kan het portret nog zijn in deze tijd? Wat zijn mijn middelen? Er zitten collages tussen, tekeningen, aquarellen Het was een stijlonderzoek. Sommige zijn heel realistisch, andere alleen maar een soort gevoel. Die confrontatie, dat manische van elke dag, dat doe je één keer. Dat is nu wel klaar. Een Philip Akkerman die al twintig jaar alleen maar zelfportretten maakt, dat is niet mijn weg. Ik denk ook dat als ik nu een portret van iemand maak, het er niet meer 240 hoeven te zijn. Is dat een ontwikkeling in jou, dat je met minder toekan? Ik denk dat ik al mijn invloeden in een trechter heb gegooid en dat daar uiteindelijk meer gerichte werken uitkomen. Dat is een heel logische ontwikkeling. Je begint, je komt verschillende dingen tegen, die neem je mee en daar leer je van. Dat is ook je stijl ontwikkelen. Op een gegeven moment weet je wat je wel en niet kan, en vooral wat je leuk en belangrijk vindt om te doen. Je bent opgenomen in het Stedelijk, in Museum de Fundatie Zwolle, in privécollecties, je hebt tien boeken gemaakt... Waar gaat dat heen? Dat weet ik niet. Ik richt me op de reis langs de vergankelijkheid, ik wil meer van dat proces genieten. Het maken, het plezier hebben in dat maken, nieuwe dingen daarin vinden. Zo ben ik nu bezig met het afdrukken van tekeningen op doek, een soort monotypie. Daar heb ik heel veel lol in. Het is heel erg hands on ik strijk die tekeningen op oude lappen die huisschilders hebben gebruikt, en naai die aan elkaar. Niets moet, alles mag? Ja. En die vrijheid heb ik nu omarmd. Ik zag dat altijd als een enorme berg, maar die vrijheid is juist de grote zegen van het kunstenaarsschap, dat mij in staat stelt om de ene dag een realistisch portret te maken en de andere dag een abstracte flard uit mijn herinnering te tekenen. En toch is het allemaal mijn werk, het past onlosmakelijk bij mij en hoe ik de dingen beleef. Het is één wereld. Mijn wereld. w Jasperkrabbe.com Kahmangallery.com 12