VOORAANMELDING NIEUWE OPLEIDING

Vergelijkbare documenten
Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Neerlandistiek CROHO 60849

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen,

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Programma van toetsing

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur,

PROTOCOL TU DELFT voor NIEUWE OPLEIDINGEN

Programma van toetsing

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur,

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

- MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

Certificaten Daltononderwijs KPZ Wenke Daltonconsultants

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Onderwijs- en examenregeling

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 9, tweede lid AANVRAAG SUBSIDIE OP GROND VAN DE CONCEPT- SUBSIDIEREGELING EXPERIMENTEN OPEN BESTEL

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar Inhoud:

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013

Protocol TNO Educatieve Master

Motivatie voor FT en voor het volgen van een masteropleiding (MRCA)

Accreditatie nieuwe opleiding

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Toetsplan Bachelor CIW

hbo masteropleidingen en macrodoelmatigheid

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en examenregeling

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Minor in het buitenland Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde

I0 f8 //( S. O N TV A N Ü lim Ü 3 JAN Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Taalwetenschap. voor het studiejaar

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Associate degrees en de nieuwe Regeling macrodoelmatigheid hoger onderwijs

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september april 2015

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Op 22 april 2005 heeft het panel advies uitgebracht aan de NVAO. 2.1 Samenvatting van bevindingen van het panel

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters

ONTVANGEN 2 7 JULI 2016

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

Onderwijs- en examenregeling wo masteropleiding Management Instroom vanaf 1 september Begeleide masteropleiding

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

9/ o'm. D a tu m 1 4 MAART o n t v a n g e n MAART Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

(Nieuwe) opleiding hbo master. Bas Bauland (HAN Kwaliteitszorg) HAN Kwaliteitszorg, t.a.v. Bas Bauland Postbus EJ Arnhem

Datum 0 8 JUNI 2016 Verlenging Macrodoelmatigheidsbesluit hbo master Innovative Textile Development Saxion

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Onderwijs- en examenregeling

3 1 MEI Ministerie van Ondenvijs, Cultuuren Wetenschap

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015

/ \ Ministerie van Onderwijs,

Regeling nevenwerkzaamheden Tilburg University

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar Inhoud:

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Onderwijs- en examenregeling

HANDLEIDING MELDFORMULIER KEUZEDEEL

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

Transcriptie:

Protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding, Pagina 1 van 6 VOORAANMELDING NIEUWE OPLEIDING Dit protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding hoort bij stap 1 van het protocol Aanvraag nieuwe opleiding, verkrijgbaar bij de afdeling Academische Zaken van het Bestuursbureau. Een nieuwe opleiding is een opleiding die voor de universiteit moet leiden tot een nieuwe registratie in het CROHO. Ook postinitiële opleidingen die geaccrediteerd zijn kunnen en zullen in het CROHO worden geregistreerd. De NVAO ziet het als haar taak bij te dragen aan de transparantie van het opleidingenaanbod. Dit betekent dat de NVAO bij elk voorstel voor een nieuwe opleiding nagaat of de voorgestelde vlag de lading dekt. Van een voorgenomen nieuwe opleiding waarvan de naam al voorkomt in het CROHO, wordt nagegaan of de doelstellingen en het programma voldoende overeenkomen met bestaande opleidingen die onder dezelfde naam in het CROHO geregistreerd zijn, om de desbetreffende naam voor deze opleiding te rechtvaardigen. Bij nieuwe opleidingen, die nog niet elders in Nederland voorkomen en die dus inhoudelijk echt nieuw geacht worden te zijn, zal de instelling duidelijk moeten maken dat de voorgestelde opleiding niet kan worden gezien als een variant van een bestaande opleiding, omdat zij daar te sterk van verschilt. Als vuistregel hiervoor hanteert de NVAO dat ten minste 40 % van het curriculum afwijkt van enigerlei bestaande opleiding. Over een nieuwe afstudeerrichting binnen een bestaande opleiding beslist het faculteitsbestuur. Een nieuwe afstudeerrichting wordt niet via de Procedure nieuwe opleiding bij het college of de NVAO gemeld. Wel dient een nieuwe afstudeerrichting te worden aangemeld voor opname in het Leids Register en vermeld te worden in de OER. Ook dient iedere afstudeerrichting te worden meegenomen bij de onderwijsvisitatie. Daarvoor is het van belang dat ook uit de eindtermen blijkt dat de nieuwe afstudeerrichting onder de bestaande opleiding valt. Het starten van een nieuwe opleiding is een omvangrijke, veelomvattende operatie. Aangezien voor een nieuwe opleiding een intern en een extern traject van toetsing en besluitvorming doorlopen moet worden (Appendix 2) is het raadzaam met grote inspanningen te wachten tot na een eerste, globale toets van haalbaarheid en wenselijkheid van de opleiding. Voordat een opleiding aan de gang gaat met het opstellen van uitgebreide bedrijfsplannen en een NVAO-aanvraag voor accreditatie, zal deze via het faculteitsbestuur het vooraanmeldingsdossier met aantal kerngegevens over de opleiding aan het College van Bestuur voorleggen. Op basis van dit dossier besluit het college over het al dan niet verder uitwerken van de plannen. De set gegevens die nodig is voor een dergelijke vooraanmelding is beperkter dan voor een volledig in- en extern besluitvormingsproces, maar moet toch een goed beeld geven. Daartoe dient een groot aantal parameters benoemd te worden, maar met minder diepgang en meer in de vorm van een schatting dan nodig is in een vervolguitwerking. Het onderzoek dat gedaan is voor de vooraanmelding bespoedigt een eventuele uitwerking tot een volledig opleidingsplan. Hierna vindt u een format voor de vooraanmelding van een nieuwe opleiding. De vooraanmelding dient beperkt te worden tot maximaal 10 pagina s, exclusief bijlagen. Een Excelformulier voor kwantitatieve gegevens maakt onderdeel uit van het dossier (bijlage). Het is van belang de gegevens in de vooraanmelding te laten berusten op een realistische inschatting. Het is niet zinvol om in een eventueel later stadium aan te lopen tegen een veel minder gunstig beeld. Voorbeelden van uitgewerkte vooraanmeldingen en van volledige accreditatieaanvragen zijn te verkrijgen bij de afdeling Academische Zaken van het Bestuursbureau (Leonie Krab, le.krab@bb.leidenuniv.nl, tel. 3206). Uitgaande van de duur van een volledig traject voor een nieuwe opleiding, dient een dossier voor vooraanmelding ongeveer twee jaar voor de beoogde startdatum te worden opgesteld. Bestuursbureau Academische Zaken

Protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding, Pagina 2 van 6 Achter de vraag staat telkens tussen rechte haken het nummer van de vraag in het protocol Aanvraag nieuwe opleiding, waarmee deze vraag correspondeert. Dit vergemakkelijkt het uitwerken van een eventuele accreditatieaanvraag (Appendix 2, stap 2). 1. Basiskenmerken [B] 1.1. Wat is de naam van de opleiding? [B.1] 1.2. Wat wordt het niveau resp. de oriëntatie van de opleiding? (Bachelor, Master, Onderzoeksmaster, Regulier of Niet-Regulier). [B.2] 1.3. Wie is de contactpersoon bij de faculteit? 2. Strategische verkenning [C.0.1] Hoe staat de nieuwe opleiding in de markt voor hoger onderwijs? Geef een indicatie van de marktpositie van de nieuwe opleiding en verbind dit aan het profiel en de positie van de universiteit. Een marktverkenning en analyse (SWOT/kwantitatief/concurrentieanalyse) kunnen dienen als basis voor de argumentatie. Beantwoord daarbij de volgende vragen: 2.1. In welke (inter-)nationale onderwijsmarkt opereert de opleiding; hoe ziet die eruit en hoe wil de faculteit de opleiding daarin kwalitatief en kwantitatief profileren, gegeven het instellingsprofiel en onze specifieke kwaliteiten? 2.2. Wat is de specifieke doelgroep voor de beoogde nieuwe opleiding: VWOabituriënten, HBO-WO, bachelors, masters, professionals, regionaal/landelijk, binnen- of buitenland, bedrijfsopleidingen, postinitieel? 2.3. Voor welke arbeidsmarkten leidt de beoogde nieuwe opleiding op en in welke mate kunnen we voorzien in aldaar levende en te voorziene behoeften en leemten? Arbeidsmarktverkenning en analyse. 3. Overzicht van het veld; rol en positie van de nieuwe opleiding [C.0.2] Komt de beoogde nieuwe opleiding in de plaats voor één of meer bestaande opleidingen? 3.1. Hoe verhoudt de beoogde nieuwe opleiding zich tot het bestaande Leidse opleidingenaanbod in de betreffende marktsector? Leidt het instellen van de nieuwe opleiding tot verschuivingen in marktposities van andere Leidse opleidingen of andere universitaire activiteiten, of in de marktpositie van de universiteit als geheel (kannibalisme)? 3.2. Zijn er vergelijkbare opleidingen in Nederland en buitenland, zo ja welke, en wat zou de marktpositie van de nieuwe opleiding zijn? 4. Macrodoelmatigheid [C.0.3] 4.1. Kan de beoogde nieuwe opleiding landelijk en lokaal bezien macrodoelmatig worden opgezet? Hierbij wordt als Leidse eerste indicatie gehanteerd dat bij een macrodoelmatige opleiding een redelijk onderbouwde verwachting bestaat binnen de bestaande markt, dat er na de inloopfase structureel 20 alpha- of gammastudenten, dan wel 40 bètastudenten instromen, dat er (financieel) geen intern kannibalisme wordt voorzien en dat het financiële draagvlak van andere Nederlandse opleidingen door de in te stellen nieuwe opleiding niet wordt geschaad. Hierbij zij opgemerkt dat een lager studentenaantal in sommige gevallen ook doelmatig kan zijn (bijvoorbeeld wanneer gebruik wordt gemaakt van bestaande infrastructuur), en dat voor een nieuwe opleiding die misschien niet veel studenten trekt, maar die wel uniek is, de macrodoelmatigheid in een iets ander licht komt te staan en de vooraanmelding niet bij voorbaat hoeft te ondergraven. 4.2. Sluit de opleiding aan bij de behoefte op de arbeidsmarkt? 5. Onderzoeksdoelstellingen [C.0.4] 5.1. Wat is de inhoudelijke aansluiting met bestaand of met op te zetten onderzoek? 5.2. In welke mate leidt de nieuwe opleiding in relatie tot het daarbij aansluitende onderzoek tot vergroting van de potentie tot het aantrekken van onderzoek in de tweede en de derde geldstroom? 5.3. In welke mate leidt het instellen van de nieuwe opleiding tot vergroting van het jaarlijkse potentieel aantal promoties? Een raming van het aantal is optioneel.

Protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding, Pagina 3 van 6 6. Doelstellingen opleiding [C.1.1] Domeinspecifieke eisen: 6.1. Beargumenteer hoe de beoogde eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? 6.2. Zijn de doelstellingen van de opleiding gekoppeld aan de missie van de instelling c.q. faculteit/instituut? Verwezen kan worden naar bestaande documenten, zoals een strategisch meerjarenplan. De beoogde en te verwachten eindkwalificaties c.q. competenties dienen helder te worden geformuleerd. Hieronder wordt verstaan het specifieke samenstel van kennis, vaardigheden, inzicht en houding. De eisen vanuit de beroepspraktijk dienen te worden belicht, waarbij duidelijk moet zijn hoe in samenspraak met het werkveld het beroepsprofiel is opgesteld. Bijlagen kunnen dit verhelderen. Belicht ook nationaal en internationaal vergelijkbare opleidingen als deze er zijn, en beschrijf de aansluiting op internationaal aanvaarde standaarden, indien van toepassing. 7. Bachelor en Master [C.1.2] Sluiten de beoogde eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor of een Master? Het is van belang duidelijk te maken dat de opleiding voldoet aan het niveau van een bachelor-, dan wel een masteropleiding. De kwalificaties hiervoor (de zogenaamde Dublin descriptoren ) zijn omschreven in Appendix 1. In de eindkwalificaties moeten bovendien recente ontwikkelingen in het vakgebied en wensen uit de beroepspraktijk tot uitdrukking komen. 8. Oriëntatie HBO/WO [C.1.3] Sluiten de beoogde eindkwalificaties van de opleiding aan bij de volgende NVAObeschrijvingen van een Bachelor en een Master in het WO: 8.1. de beoogde eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld; 8.2. een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één verdere studie op WO-masterniveau en eventueel voor het betreden van de arbeidsmarkt; 8.3. een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is. 8.4. Voor Leiden geldt daarnaast dat het academische karakter van de opleiding onmiskenbaar uit het opleidingsplan moet blijken. Beargumenteer dit. 9. Instroom [C.2.5] 9.1. Geef aan of er in een schakelprogramma is voorzien. 9.2. Hoe wordt het profiel van de opleiding internationaal aantrekkelijk gemaakt? 10. Organisatie [C.4.3] Hoe is de opleiding organisatorisch ingebed? Welke faculteit(en) zijn verantwoordelijk? Als er sprake is van samenwerking met andere instellingen, hoe zijn daarbij dan de verantwoordelijkheden verdeeld? 11. Planning Geef het tijdpad aan: welke stappen zouden wanneer moeten worden doorlopen om op enig moment de opleiding te kunnen starten? Maak daarbij gebruik van het stappenplan in Appendix 2. Geef aan wanneer volgens de planning een stap is afgerond. 12. Investeringen [C.6.2] Zijn de voorziene investeringen toereikend om de opleiding tot stand te brengen? Met investeringen worden in deze context alle kosten bedoeld voor de totstandbrenging van de opleiding: ontwikkelingskosten en echte investeringen.

Protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding, Pagina 4 van 6 Een bijlage met een financieel overzicht is hier gewenst; zie hiervoor de bijlage (Excelformulier). Geef aan van welk aantal studenten wordt uitgegaan. Ook kosten van het gebruik van de gebouwen dienen te worden meegenomen. Aanvullend op het formulier van de bijlage dient nader ingegaan te worden op de volgende punten [C.6.4]: 12.1. Is voor de nieuwe opleiding alle benodigde expertise in huis? Specificeer dat voor de verschillende lagen in de instelling: opleiding, faculteit, universiteit. 12.2. Welke expertise dient te worden aangetrokken en in welke vorm zal dat moeten gebeuren? Kan benodigde aanvullende expertise extern worden ingehuurd of kan deze worden verkregen op basis van samenwerking met andere partijen binnen of buiten de universiteit, of dient daarvoor additioneel wetenschappelijk personeel te worden aangesteld? Appendices Appendix 1: Appendix 2: Dublin descriptoren Stappenplan rond aanmelding en start nieuwe opleiding Bijlage Excelformulier voor kwantitatieve gegevens van de nieuwe opleiding

Protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding, Pagina 5 van 6 Appendix 1: Dublin descriptoren kennis en inzicht toepassen kennis en inzicht oordeelsvorming communicatie leervaardigheden Kwalificaties bachelor Heeft aantoonbare kennis van en inzicht in een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs, dat vervolgens wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan die een hoog niveau van autonomie veronderstelt. Kwalificaties master Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter.

Protocol Vooraanmelding nieuwe opleiding, Pagina 6 van 6 Appendix 2: Stappenplan rond aanmelding en start nieuwe opleiding Wanneer u een nieuwe bachelor- of masteropleiding wilt starten, zult u een lang traject van interne en externe besluitvorming moeten doorlopen. Het schema hierna geeft de verschillende stappen weer. Het gaat ervan uit dat de plannen voor een nieuwe opleiding daadwerkelijk leiden tot een geaccrediteerde en als doelmatig beoordeelde opleiding. Als één van de plussen in het schema echter een min wordt (negatief besluit), kan de opleiding niet volgens de ingediende voorstellen van start gaan. Voorbereiding en besluitvorming binnen de faculteit 1. CvB: vooraanmelding 2. CvB: accreditatieaanvraag 3. Instemming UR; toestemming RvT; besluit CvB 4. CvB dient accreditatieaanvraag in bij NVAO; Beoordeling door NVAO. Opleiding werkt aan voorbereidingen stap 5 5. CvB dient aanvraag macrodoelmatigheidstoets in bij ministerie van OCW 6. Aanmelding opleiding in CROHO, start werving, inschrijving etc. x # mnd. per stap 3 à 6 3 à 6 2 3 à 6 4 x Indicatie totale tijd (mnd.) x 3 à 6 x 6 à 12 x 8 à 14 x 11 à 20 x 15 à 24 ca. 24, dus 2 jaar START OPLEIDING