Rapportage Transitiepilots BGT

Vergelijkbare documenten
SamenwerkingsVerband Bronhouders BGT. Voortgang transitiepilots BGT

Stand van zaken BNW-gemeenten en Afstemming landelijke bronhouders

BGT-info. Impressie van de stuurgroep van 15 december. jaargang 3 januari 2011 nummer 8. In dit nummer:

Offerte Transitie en bijhouding BGT. Bronhouder

Inhoud. Wat is assemblage Zelfassemblerende Bronhouder Opdrachtverlening Instructie Opbouw en Assemblage BGT

De BGT: de kaart van Nederland

Startbijeenkomst Transitieregio N-Limburg 1 e ervaringen. Rudolf van Summeren

Raadsvoorstel agendapunt

Ervaringen samenwerking opbouw BGT-Zeeland

Workshop datakwaliteit BGT

LSV-workshop 19 oktober 2006 afstemmen bronhouderdata grootschalige topografie

: : 22 september. : dhr. C.L. Jonkers :

SamenwerkingsVerband Bronhouders BGT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijeenkomst transitieteam Regio Haaglanden

Programma bijeenkomst Transitieteam Limburg Zuid

Waar staan we met de kwaliteit van de BGT? Geobuzz 22 November Adrie Noorlander Regisseur SVB-BGT

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenmerk Bijlage(n)

Opdrachtgever: Klaas de Veen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BGT migratie Maastricht BGT contactdagen 30 oktober 2014, Tilburg

PRESENTATIE BGT OPBOUW FICTIEVE GEMEENTE. 3 juli 2012

GBKN-sMG. (Van lijngericht naar vlakgericht ) Jeroen van Logtenstein Projectleider topografie 28 maart 2013

Stichting GBKN-Zuid. Contactmiddag GBKN Zuid Frans Olthof

Ervaringen samenwerking opbouw BGT-Zeeland

De stand van de BGT. Monitorrapportage november 2013

Raadsvoorstel 2013 Rockanje, 1 oktober 2013 Nr /74225

Doorontwikkeling in samenhang van de geo-basisregistraties. Eerste stappen naar een nationale geo-informatie-infrastructuur.

Gebruikersdag Stichtingen GBKN Zuid-Holland en Utrecht

Transitieproces GBKN BGT 30 oktober 2014

Nieuwe Sturing op de Basisregistraties. Doorontwikkeling in Samenhang. De I-agenda van IenM. Presentatie DGRW. Ruud van Rossem

Gebruikersmiddag GBKN Regio Utrecht en Zuid Holland. Jeroen Brakel Flip van der Valk

Gelderland Flevoland en Overijssel

De BGT: Steen in de vijver

verwachten? Symposium BGT Ernst Koperdraat, wnd directeur SVB BGT Doel van de wet BGT

Zwaluwstaarten LSV GBKN en SVB BGT

Workshop IMGeo 2.2 Impactanalyse

Beheer Grootschalige Topografie voor nietbronhouders

Transitie BGT / IMGEO. gemeente s Hertogenbosch & Sint-Michielsgestel

Kwaliteitsmanagement BGT de stand van zaken

KARTERING OPPERVLAKTEWATER

Verantwoordingsrapportage

BGT-info. Jaargang 2, juli 2010 nummer 5

Samenhang en doorontwikkeling BAG en BGT

BAG BGT Bert ten Brinke Nieuwland Geo-Informatie 16 oktober 2014

Inleiding Organisatie en kosten Bestek 2010 GBKN bijhouding Procedure Werkwijze Overeenkomst tussen gemeente en GBKN stichting

Basisregistratie Grootschalige Topografie

De stand van de BGT. Monitorrapportage maart 2016

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie

BABVI/U Lbr. 11/056

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

En : waar sta je dan?

ons kenmerk BABVI/U Lbr. 12/035

Informatiemodel geografie een basis voor informatieuitwisseling. Linda van den Brink, Geonovum 30 april 2015

Aanvullende BGT karteerinstructie EZ Versie 1.0

Voorstel en werkafspraken tot aanpassing van het informatiemodel IMGEO/IMBGT in het kader van een uniforme BGT met betrekking tot waterstaatswerken

Pauze. Frans Olthof en Ingrid Hugen 21 November 2013

3 Bestanden Ministerie van EZ (AAN)

Ervaringen met QGIS en de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Hans van der Meij 28 juni 2017

Directie GVA. Controleprotocol BRT: TOP10NL. Product- en Procesbeheer 1.1. Versie

Uniformiteit Uitwerking aanpak Silvy Horbach

BGT/IMGEO gisib voorbeeld weg. BGT/IMGEO gisib?

Verantwoordingsrapportage

De Voorzitter van de Eerste Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie

Transitieteambijeenkomst Limburg Verbeter de kaart! Toekomst facility community SVB-BGT Bijhouding Kennisdeling

Het Digitaal Topografisch Bestand

BGT Kwaliteitsdashboard

De stand van de BGT. Monitorrapportage oktober Ministerie van Infrastructuur en Milieu in samenwerking met het SVB-BGT

Samen naar de finish!

Transitieplan. BGT Limburg Noord

Op weg naar een uniforme BGT Ingrid Hugen (SVB-BGT) en Arnoud de Boer (Geonovum) Workshop BGT contactmiddag 6 oktober 2016

Een Geo-Dynamisch Omgevingsplan. De BGT, Een onmisbare informatieregisseur In een dynamische omgeving

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie

Rapport Aggregatie en de BGT

Gezamenlijke expertmeeting -> Knooppuntencontrole en segmentencontrole toepassen, na reparatie mispunten.

Bronhouders overzicht met de twee kernen van de gemeente

Verantwoordingsrapportage

klaar met de BGT zijn er nog vragen? ben jij al klaar? - onze bevinding - Presentatie GGB BGT contactdag 6 november 2014 Team gegevens Leiden

BGT migratie Spijkenisse

Modellering geplande (geometrie)wijzingen binnen het informatiemodel RSGB.

Met de BGT eenvoudig je beheerkaarten op orde.

Beleidsregel tariefdifferentie wegen Hunze & Aa s

Gemeente Amsterdam Dienst Persoons- en Geo-informatie Het nut van basisregistraties bij de gemeente

De BGT: van denken naar doen

Rapportage: asbestinventarisatie

Vragen commissie Bestuur en Middelen over raadsvoorstel kredietaanvraag BGT.

Handboek BGT. Regels voor objectafbakening en bronhoudersgrens

3D in het informatie model van BGT (IMGeo)

Basisregistratie Grootschalige Topografie

Verantwoordingsrapportage

Basisregistratie Grootschalige Topografie: Visualisatie 1.2. April 2014

Gebruikershandleiding

Toelichting BGT Kwaliteitsdashboard

SVB-BGT Zeeland 30 oktober Praktijk Ervaringen BGT Transitie & BGT Etappe 4: Beheren

Hans van Eekelen, Geonovum Marcel Reuvers, Geonovum. helpdesk: Informatie:

Inspectierapportage Wet basisregistraties adressen en gebouwen. Gemeente Valkenswaard. 25 februari 2014

BGT Kwaliteitsdashboard voor bronhouders Toelichting

Factsheet 3D-Voxelmodellering

Paul Janssen (RAVI), Wilko Quak (TU Delft), Paul van Asperen (RWS-AGI)

Transcriptie:

Programma BGT Rapportage Transitiepilots BGT ersie 1.0 17 juni 2011

Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Managementsamenvatting...5 Transitiepilots...5 Pilots beheer en bijhouding...9 Pilot levering aan Landelijke oorziening...11 3 Analyse pilotresultaten...12 Realisatie...12 Aanpak fase 4 Bepalen landelijk beeld kosten BGT...13 Bronhouderbestanden...13 Data E,L&I...14 Onderlinge verschillen tussen de pilots...15 4 Ervaringen toepassing Informatiemodel BGT...16 5 Inrichting Productieproces BGT...18 6 Werkprocessen...20 Procesbeschrijving Objectafbakening en toewijzing bronhouderschap...20 Procesbeschrijving Integratie Datasets Bronhouders...21 Procesbeschrijving Opwaardering Bestanden...21 7 Conclusies en advies...24 Conclusies...24 Advies...25 Bijlage 1: Overzicht opmerkingen IMBGT 0.9_7... Bijlage 2: Financiëel overzicht pilotkosten... Bijlage 3: Samenvatting resultaten per transitiepilot... Bijlage 4: Overzicht pilotdeelnemers... Rapportage Transitiepilots BGT - 2 -

1 Inleiding In 2005 is door ROM in de tweede kamer het voorstel ingediend om het GBKN bestand onder te brengen in het stelsel van basisregistraties als Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De tweede kamer heeft het voorstel goedgekeurd onder de voorwaarde dat de rijksoverheidsfinanciering geregeld kon worden. In 2008 heeft ROM na interdepartementaal afstemming en met goedkeuring van de ministerraad de financiële middelen verkregen op de rijksbegroting om de BGT te kunnen realiseren. De BGT maakt sindsdien onderdeel uit van het Nationaal Uitvoeringsprogramma e- overheid (NUP) en gelden dezelfde eisen als voor alle ander basisregistraties die worden gerealiseerd onder dit programma. Om de huidige GBKN en bestanden van de bronhouders geschikt te maken als BGT moeten er zowel technisch inhoudelijke als bestuurlijk organisatorische veranderingen worden doorgevoerd. De technische inhoudelijke verandering bestaat met name uit het opwaarderen van de huidige GBKNen bronhouderbestanden (veelal punten en lijnen) naar een objectgericht BGT-bestand en vervolgens beheer en bijhouding van de BGT. Het Ministerie van I&M als verantwoordelijk departement voor de Geo-Basisregistraties en de gezamenlijke bronhouders van de BGT (gemeenten, waterschappen, provincies, Rijkswaterstaat, Prorail, E,L&I en Defensie) en de houder van de Landelijke oorziening BGT (Kadaster) hebben de noodzaak onderkend om alvorens de productie van de BGT landelijk op te starten een aantal pilots te doen. In de Programmastuurgroep BGT van 8 juli 2010 is afgesproken pilots te gaan uitvoeren. In de Programmastuurgroep BGT van 22 september 2010 zijn nadere afspraken gemaakt. Deze afspraken vormden de basis voor de uitvoering van de pilots. De Programmastuurgroep BGT is opdrachtgever voor uitvoering van de pilots BGT en worden uit het programmabudget BGT gefinancierd. Er is een Stuurgroep Pilots BGT gevormd bestaande uit leden van het Bronhoudersoverleg BGT en de Algemeen Programmanager BGT. oor de Pilot Landelijke oorziening BGT wordt deelgenomen door een vertegenwoordiger van het Kadaster. De Stuurgroep Pilots BGT heeft een Projectmanager Pilots BGT aangewezen. oor elke pilot is een deelprojectteam samengesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de bij de pilots betrokken bronhouders. Een overzicht van deelnemende organisaties en personen is opgenomen in bijage 4. In een PID (Project Initiatie Document) zijn de condities beschreven waaronder de pilots zijn uitgevoerd. Het PID is het overall plan voor de uitvoering van de pilots. an elk van de genoemde pilots is in samenwerking met de betrokken bronhouders in de betreffende gebieden een Plan van Aanpak opgesteld. Conform PID moeten een drietal soorten pilots moeten worden uitgevoerd: 1. Pilots t.b.v. de transitie 2. Pilots t.b.v. het beheer 3. Een pilot levering Bronhouders aan de Landelijke oorziening Rapportage Transitiepilots BGT - 3 -

De transitie- en de beheerpilots doorlopen totaal vier fasen: 1. oorbereiding, opstelling Plan van Aanpak per pilot, inventarisatie materiaal en afstemming tussen bronhouders. (Q4-2010) 2. Uitvoering van de transitie naar de BGT. (Q1-2011) 3. Uitvoering Beheer en bijhouding van de BGT. (Q1-2011) 4. Bepalen landelijk beeld kosten BGT t.b.v. begrotingen van de bronhouders. Deze rapportage omvat hoofdzakelijk de piltofasen 1 en 2. De fasen 3 en 4 zullen later worden gerapporteerd. De pilot Levering aan de Landelijke oorziening BGT zal worden uitgevoerd in samenhang met het ontwerp van de L BGT. Hoofdstuk 2 van dit rapport bevat de managementsamenvattting. Hierin zijn de pilotdoelstellingen opgenomen, waarbij steeds per doelstelling is aangegeven in welke mate deze is gerealiseerd en wat de belangrijkste bevindingen met betrekking tot deze doelstelling zijn. Hoofdstuk 3 bevat een nadere analyse van de pilotresultaten. In Hoofdstuk 4 zijn de belangrijkste praktijkervaringen met de toepassing van IMBGT opgenomen. Een volledig overzicht hiervan is opgenomen als bijlage 1. Hoofdstuk 5 beschrijft de uitkomsten van gedachtenwisselingen met de pilotteams t.a.v. de wijze waarop het proces van assemblage van de diverse bronhouderbestanden kan worden ingericht. Hoofdstuk 6 beschrijft het werkproces voor de transitiefase. Hoofdstuk 7 bevat de conclusies en advies. Bijlage 2 bevat een financieel overzicht van de pilots. Rapportage Transitiepilots BGT - 4 -

2 Managementsamenvatting In deze managementsamenvatting zijn per pilotdoelstelling de belantrijkste bevindingen en de mate van realisatie vermeld. Er zijn 7 representatieve pilots voor de transitie uitgevoerd. De pilotgebieden zijn geselecteerd op basis van: - verschillende uitgangssituaties huidige GBKN op basis van diversiteit in bestandsstructuur en volledigheid. - wensen van de bronhouders t.a.v. de aard van het gebied. De volgende transitiepilots zijn uitgevoerd: Pilot 1: Noord-Holland, in de gemeente Zaanstad Pilot 2: Gelderland, in de gemeente Tiel Pilot 3: Drenthe, in de gemeente Midden Drenthe Pilot 4: Noord-Brabant, in gemeenten s-hertogenbosch, St. Michielsgestel, Maasdonk en Bernheze. Pilot 5: Limburg, in de gemeenten Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen Pilot 6: Noord-Holland, in de gemeente Amsterdam. Pilot 7: Friesland, in de gemeente Franerekadeel an elke pilot is een gedetailleerde rapportage gemaakt. Deze deelrapportages zijn geleverd aan het Programmabureau BGT en ter beschikking gesteld aan de in de pilots participerende organisaties. In bijlage 3 zijn de samenvattingen per pilot opgenomen. Transitiepilots Doelstelling 1: Inzicht verkrijgen in aard en omvang van de activiteiten voor opwaardering van de huidige bestanden naar de BGT. Realisatie: In pilotfase 1 (4 e kwartaal 2010) is per pilot een Plan van Aanpak opgesteld. Tevens zijn de beschikbare bronbestanden geïnventariseerd en zijn waar mogelijk de bronhoudergrenzen aangeleverd of vastgesteld. ervolgens heeft in fase 2 (1 e kwartaal 2011) de uitvoering van de transitiepilots plaatgevonden. Alle bronhouders hebben voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd. De feitelijke opbouw van de BGT is uitgevoerd door private organisaties. oor de pilot Amsterdam zijn de werkzaamheden uitgevoerd door de gemeente Amsterdam. In alle pilots zijn de bestaande bronhouderbestanden geconverteerd naar de BGT. Daarnaast heeft in een aantal pilots met gebruikmaking van luchtfoto s aanvulling en actualisatie plaatsgevonden. Zie bijlage 3. Rapportage Transitiepilots BGT - 5 -

De organisaties die de pilots hebben uitgevoerd hebben voor oplevering een kwaliteitscontrole uitgevoerd. Na oplevering van de pilotbestanden zijn deze verder niet gecontroleerd. Tijdens de uitvoeringsfase is gebleken dat in de meeste pilots niet het volledige gebied zoals opgenomen in de plannen van aanpak kon worden gerealiseerd binnen de beschikbare budgetten en doorlooptijd. De gebieden zijn daarom zodanig verkleind dat deze op de planningsdatum geheel afgerond konden zijn, zodat van alle stappen in het transitieproces de benodigde kentallen t.b.v. pilotfase 4 beschikbaar zijn gekomen. De uitvoering van de transitiepilots is conform planning afgerond per 15 maart 2011. Bevindingen De transitie van de huidige bronhoudersbestanden naar de BGT is een zeer omvangrijk project. Met name het verzamelen en afstemmen van bronhouderdata en het toekennen van objectattributen is arbeidsintensief. Transitie naar de BGT is niet alleen een conversie van huidige data naar BGT. Teneinde aan IMBGT te voldoen zullen ook nog veel objecten moeten worden ingewonnen. Hoge resolutie stereoluchtfoto s, panoramabeelden en het Actueel Hoogtebestand Nederland zijn hiervoor goede bronnen. Het intiatief vanuit het GI-beraad tot landelijke inkoop van beeldmateriaal voor de gehele overheid is ook een in BGT-verband toe te juichen ontwikkeling. Doelstelling 2: Inzicht verkrijgen in de volgende kostenaspecten: - kosten van het opwaarderen van bestanden - toerekening van het investeringsbudget aan de bronhouders - kostenverdeling tussen de bronhouders - kosten van het inhalen van actualiteitsachterstanden door de huidige GBKN-organisatie. Realisatie: Deze doelstelling wordt gerealiseerd in pilotfase 4 Bepalen landelijk beeld kosten BGT Deze fase is gepland voor het 2 e kwartaal 2011. Streven is om de rapportage van fase 4 te kunnen aanbieden aan de Progammastuurgroep BGT voor de stuurgroepvergadering van eind juni. De ingrediënten voor de uitvoering van fase 4 zijn verzameld in de fasen 1 en 2. Er is een nauwkeurige vastlegging van bestede tijd, aantallen gevormde BGT-objecten en gerealiseerde oppervlakte per bronhouder beschikbaar. Bevindingen: n.v.t. Rapportage Transitiepilots BGT - 6 -

Doelstelling 3: Praktijkervaring opdoen met het (concept) Informatiemodel BGT teneinde o.b.v. deze ervaringen het Informatiemodel BGT eventueel nog te kunnen bijstellen. Realisatie: oor de pilots is gebruik gemaakt van het Informatiemodel BGT versie 0.9_7. De ervaringen zijn vastgelegd in de deelrapportages per pilot. Deze zijn verzameld in één document (bijlage 1) Dit document is beschikbaar gesteld aan en besproken met de leden van de Werkgroep Informatiemodel en Specificaties. De bevindingen worden meegenomen met alle andere reacties die de werkgroep heeft verzameld en vormen hierdoor mede de input voor een volgende versie van IMBGT. Bevindingen: Toetsing van het Informatiemodel BGT versie 0.9_7 heeft tot veel opmerkingen geleid. De belangrijkste punten zijn: - De in IMBGT 0.9_7 gemaakte keuze voor welke vlakobjecten opdelend zijn en welke inrichtend geeft in de praktijk problemen. Niet alleen tijdens de transitiefase waarin de BGT wordt opgebouwd, maar juist ook bij het gebruik van de BGT t.b.v. beheerapplicaties. Advies is om dit nader te onderzoeken en na te gaan of het wenselijker/beter is om alle vlakobjecten op maaiveldniveau opdelend te maken. - Het vullen van alle objectattributen is complex en arbeidsintensief. Een deel hiervan zou i.p.v. verplicht te vullen optioneel (onder IMGEO 2.0) te vullen kunen worden gemaakt.dit zal de transitiekosten fors beperken. - In alle pilots is gewerkt met dezelfde versie van IMBGT. In de praktijk is gebleken dat een aantal zaken verschillend worden geinterpreteerd, wat tot verschillen in de uitwerking leidt. Scheidingen zijn hiervan een voorbeeld. Geadviseerd wordt om IMBGT explicieter te maken. Een uitgebreider overzicht van de bevindingen is opgenomen in Hoofdstuk 4. Alle opmerkingen zijn verzameld in bijlage 1. Doelstelling 4: Inzicht verkrijgen in de werkwijze voor afbakening van objecten en de toekenning van objecten aan bronhouders. Realisatie: In elke pilot zijn de bronhouderbestanden verzameld en bij elkaar ingelezen. Hierin bleek een grote mate van overlap van data. Waar beschikbaar zijn ook de beheergrenzen die door de verschillende bronhouders worden gehanteerd aangeleverd. Uitgangspunt is dat alle objecten gelegen binnen de beheergrenzen van een bronhouder aan de betreffende bronhouder worden toegewezen. IMBGT schrijft voor dat bronhoudergrenzen zoveel mogelijk moeten samenvallen met topgrafische elementen. Dit is zoveel mogelijk aangehouden. eel beheergrenzen vallen niet samen met een topografisch element. Een bronhoudergrens is daarom veelal geen beheergrens. Rapportage Transitiepilots BGT - 7 -

Bevindingen: Samenwerking tussen bronhouders tijdens de transitie is een absolute vereiste. Onvoldoende samenwerking vertaalt zich zonder meer in slechtere kwaliteit van het eindproduct en een groot gebrek aan efficiency. Dit geldt voor zowel assemblage, afbakening van bronhoudergebieden als het aanbesteden van werkzaamheden of het onderling afstemmen van activiteiten. De samenwerking tussen de bronhouders gedurende de pilots is zeer goed geweest. Er kunnen vuistregels (Hoofdstuk 5) worden vastgesteld voor toewijzing van het bronhouderschap per BGT-object. In de transitiefase zullen er op basis van deze vuistregels veel objecten kunnen worden toegekend. Er zullen zich echter altijd situaties voordoen waarvoor onderling overleg tussen bronhouders noordzakelijk is. In 3 pilots zijn waterschappen aangemerkt als strokenbronhouder, in 4 pilots als nietstrokenbronhouder. Geadviseerd wordt om de waterschappen aan te merken als strokenbronhouder voor de primaire waterkeringen en de wegen die het waterschap beheert en als nietstrokenbronhouder voor de overige objecten die aan het waterschap worden toegekend. De gehanteerde vuistregels dienen ten aanzien van het toewijzen aan de bronhouders nog verder te worden verfijnd. Er is nog sprake van weesobjecten waarvan op basis van de gehanteerde vuistregels niet duidelijk is welke organisatie hiervoor de beoogde bronhouder is. (Zie bijlage 3 onder samenvatting pilot Echt-Susteren voor een tabel met een overzicht van welke objecten dit betreft) Doelstelling 5: Inzicht verkrijgen in het werkproces om tijdens de transitie de bestanden van de verschillende bronhouders te integreren in één dataset (assemblage) waaruit de BGT 1.0 wordt geproduceerd. Realisatie: Er is onderscheid gemaakt tussen zogenaamde strokenbronhouders en niet-strokenbronhouders (Hoofdstuk 6). De data van de strokenbronhouders wordt overgenomen, waarna de bestanden worden aangevuld met de data van de niet-strokenbronhouders. Er is een volgorde aangehouden waarin de bronhoudersbestanden worden gebruikt bij de opbouw. Uitgangspunt is dat binnen de bronhoudergebieden zoveel mogelijk data van de betreffende bronhouder over te nemen. Dit om de aansluiting met de interne processen bij de bronhouders zoveel mogelijk te handhaven. oorwaarde hierbij is dat de bronhouderdata voldoet een de kwaliteitseisen van de BGT. Bevindingen: Er kunnen vuistregels (Hoofdstuk 5) worden vastgesteld op basis waarvan de verschillende datasets van bronhouders worden samengevoegd en afgestemd (Hoofdstuk 3 en bijlage 2). Deze assemblage is arbeidsintensief en moet gecoördineerd (Hoofstuk 6) worden uitgevoerd. Assemblage is essentieel in het proces om te komen tot een BGT die door de gezamenlijke bronhouders als basistopografie kan worden gebruikt. Rapportage Transitiepilots BGT - 8 -

Doelstelling 6: De pilots moeten bijdragen aan de totstandkoming van een procesbeschrijving voor de opwaardering naar de BGT welke kan worden opgenomen in een standaardbestek voor de opwaardering. Realisatie: Na het verzamelen en afstemmen van de bronhouderdata en het toepassen van de vuistregels voor assemblage moet het aldus opgebouwde bestand nog verder worden opgewerkt. Ontbrekende objecten kunnen veelal worden ingewonnen m.b.v. stereo-luchtfoto s. oor het bepalen van de juiste objectattributen zijn panoramabeelden een handig hulpmiddel. De aanpak is niet in alle pilots gelijk. In de pilot Midden-Drenthe bijvoorbeeld is het slotenpatroon in het landelijk gebied volledig opnieuw gekarteerd uit luchtfoto s, er is voor deze objecten derhalve geen gebruik gemaakt van reeds beschikbare bronhouderdata. In de pilots s-hertogenbosch en Echt- Susteren is een IMGEO-bestand opgebouwd waaruit vervolgens de BGT-objecten zijn geaggregeerd. Bevindingen: Op basis van de gemiddelde aanpak in de pilots kan een procesbeschijving worden opgesteld voor de opwaardering van de bronhouderbestanden naar de BGT. Zie Hoofdstuk 6. Deze kan als uitgangspunt dienen voor het opwaarderingsproces. Op basis van de feitelijke situatie zullen er per transitieproject aanvullende beschrijvingen moeten worden opgesteld. De procesbeschrijving kan als input worden gebruikt voor het standaardbestek BGT. Pilots beheer en bijhouding Doelstelling 1: Inzicht in het werkproces voor bijhouding van de BGT, rekening houdend met de huidige werkwijze, assemblage van bestanden van bronhouders, technologische ontwikkelingen en ruimere beschikbaarheid bronmateriaal. Realisatie: De direct achter de transitiepilots geplande pilots beheer- en bijhouding hebben nog niet plaatsgevonden. Het is in de korte doorlooptijd waarbinnen de pilots moesten worden uitgevoerd niet mogelijk gebleken deze uit te voeren. Aangetekend kan worden dat bij meerdere bronhouders al ervaringen en kentallen beschikbaar zijn van (objectgericht) bijhouden van grootschalige topografie. Door de Stuurgroep Pilots BGT zal nog in het 2 e kwartaal van 2011 worden besloten hoe de pilots beheer en bijhouding zullen worden uitgevoerd. Bevindingen: n.v.t. Rapportage Transitiepilots BGT - 9 -

Doelstelling 2: Inzicht verkrijgen in de wijze waarop de taken en rollen kunnen worden verdeeld tussen: - De bronhouders onderling - De bronhouders en de Landelijke oorziening Realisatie: De Programmastuurgroep BGT heeft op 15 december 2010 besloten in de pilots ervaring te laten op doen met verschillende varianten voor het inrichten van het assemblageproces voor de BGT. In 5 pilots is de assemblage uitgevoerd door een marktpartij. In de pilot Amsterdam heeft de gemeente deze taak uitgevoerd. De pilot s-hertogenbosch is uitgevoerd bij de Provincie Noord- Brabant. Hierbij is gebruik gemaakt van een ingehuurde fotogrammetrische medewerker. In alle pilotteams is van gedachten gewisseld over de wijze waarop het assemblageproces kan worden ingericht. Bevindingen: Gesteld kan worden dat de samenwerking tussen de bronhouders onderling de uitvoering van de pilots heel goed en constructief is geweest. De BGT wordt echt als iets gemeenschappelijks gezien, waarbij bronhouders er voor open staan om over de muren van de eigen organisatie heen te kijken. Deze bereidheid tot samenwerking is essentieel om van de BGT een succes te maken!! De assemblagerol wordt door de een grote meerderheid van de bronhouders onderkend. De assemblage zou aan de bronhouders moeten worden opgedragen, waarna deze taak gedelegeerd wordt aan het Samenwerkingserband Bronhouders BGT. Binnen het samenwerkingsverband worden dan vervolgens afspraken gemaakt over of en zo ja, welke bronhouder deze rol oppakt of dat werkzaamheden zullen worden uitbesteed. De verwachting is dat de vaststelling van bronhoudergrenzen in de transitiefase plaatsvindt en het overleg over de wijziging in de grenzen tijdens de beheerfase vooral zal plaatsvinden in het kader van het primaire proces van de bronhouders. De mutaties in de BGT ten gevolge van deze wijziging kunnen derhalve ook het best in dat primaire proces worden opgelost. Bij de bespreking van de assemblagerol kwam ook naar voren dat: - een gezamenlijke (regionale) aanpak van de bronhouders bij de opbouw van de BGT als essentieel wordt beschouwd. - samenwerking tussen bronhouders niet alleen voor de BGT, maar ook voor inwinning en beheer van BGT+ (IMGEO) van grote toegevoegde waarde kan zijn. Rapportage Transitiepilots BGT - 10 -

Doelstelling 3: Inzicht verkrijgen in de volgende kostenaspecten: - kosten van beheer en bijhouding van de BGT - toerekening het exploitatiebudget aan de bronhouders - kostenverdeling tussen de bronhouders Realisatie: De kentallen die hiervoor nodig zijn zullen worden verzameld tijdens de uitvoering van de pilots beheer en bijhouding. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de reeds beschikbare ervaringscijfers en het Geldstromenrapport BGT zoals dat in het voorjaar van 2010 in opdracht van I&M is opgesteld. Bevindingen: n.v.t. Doelstelling 4: Inzicht verkrijgen in de ICT-functionaliteit waarover een bronhouder moet beschikken om de BGT-taken te kunnen uitvoeren, inclusief een globale kostenindicatie. Realisatie: Tijdens de transitiepilots is geen aandacht besteed aan de in het PID beschreven doelstelling om inzicht te verkrijgen in voor bronhouders benodigde ICT-functionaliteit. Dit aspect is vooral belangrijk voor de beheerfase en in relatie tot de L BGT. Bevindingen: n.v.t. Pilot levering aan Landelijke oorziening Doelstelling 1: Inzicht verkrijgen in de wijze waarop de BGT bestanden van de bronhouders kunnen worden geleverd aan de Landelijke oorziening BGT - Initiële levering na transitie BGT. - Levering mutaties beheer BGT. Doelstelling 2: Inzicht in hoe om te gaan met terugmeldingen Realisatie: De pilot levering aan de Landelijke oorziening heeft niet plaatsgevonden. De L BGT zit in de ontwerpfase, aanlevering is nog niet mogelijk. Bevindingen: n.v.t. Rapportage Transitiepilots BGT - 11 -

3 Analyse pilotresultaten In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op een aantal resultaten uit de pilots. Realisatie Onderstaand overzicht geeft het totaal van de in de pilots gerealiseerde oppervlakte en aantallen objecten, gespecificeerd per bronhouder. De gegevens per pilot zijn opgenomen in bijlage 3. Bij deze cijfers moet worden aangetekend dat de piltgebieden zodanig zijn gekozen dat daarbinnen zoveel mogelijk verschillende bronhouders een belang hebben. Dit is daarom niet geheel representatief voor heel Nederland. Duidelijk is dat de gemeenten bronhouder zijn van een grote meerderheid van de objecten. Beschouwd naar oppervlakte is E,L&I de grootste bronhouder. In de telling zit een categorie weesobjecten Dit komt omdat in de pilot Echt-Susteren geen bronhouder is toegekend aan objecten waarvan de bronhouder niet op basis van de gehanteerde vuistregels kon worden vastgesteld. Het betreft ongeveer 7% van het totale aantal objecten in deze pilot. In de oveirge piltos is altijd een bronhouder aan de objecten toegekend. Gerealiseerde aantallen Totaal Gemeente Provincie Waterschap RWS E,L&I Defensie Prorail Weesobject Totaal Oppervlakte in ha beheergebied Bebouwd 1841,7 48,7 189 649,8 2528,4 18 100,9 0,0 5376,5 Landelijk 1615,3 72,3 121,7 307,7 2604,9 0 21,8 275,0 5018,7 totaal oppervlakte 3457,0 121,0 310,7 957,5 5133,3 18,0 122,7 275,0 10395,2 Aantallen objecten Transitie Weg 15344 643 24 329 0 217 29 2 16586 Water 1085 148 2180 199 2 4 7 119 3625 Terrein 13806 650 361 1553 2166 133 279 720 18948 Bebouwing 16413 3 3 0 0 50 6 0 16475 Overige objecten 10286 70 267 377 0 67 1524 0 12591 Meetkundige punten bebouwing 30603 0 0 0 0 0 0 0 30603 Meetkundige punten overig 284824 1850 17506 16843 19672 0 2347 0 343042 totaal transitie 56934 1514 2835 2458 2168 471 1845 841 68225 2% Geproduceerde Objecten: Aantallen 3% 1%3% 1% 4% 4% Gemeente Provincie Geproduceerde Objecten: Oppervlakte 0% 1% 3% 33% Gemeente Provincie Waterschap Waterschap RWS RWS E,L&I Defensie 50% E,L&I Defensie Prorail Weesobject 3% 1% Prorail Weesobject 82% 9% Rapportage Transitiepilots BGT - 12 -

Aanpak fase 4 Bepalen landelijk beeld kosten BGT Ten behoeve van de uitvoering van de transitiepilots zijn een aantal processtappen beschreven. Per processtap is de bestede tijd geregistreerd, gespecificeerd per bronhoudergebied. In april 2011 is onder alle bronhouders de Nulmeting Uitganssituatie Bronhouderbestanden uitgevoerd. In de vraagstelling zijn dezelfde processtappen onderscheiden als in de pilots. Per bronhouder is bekend welke stappen nog moeten worden uitgevoerd t.b.v. de transitie naar de BGT. Samen met de gerelealiseerde aantallen en geregistreerde uren vormen deze gegevens de kentallen voor het bepalen van het landelijk beeld van de kosten van de transitie naar de BGT. Met gebruikmaking van GIS-technologie wordt een landsdekkend bestand opgebouwd waarin een (benadering) van de bronhoudergebieden wordt geconfronteerd met een uniforme ondergrond van gebiedsklassen. Hierin worden de kentallen ingevoerd en kan een berekenig plaatsvinden. Eindresultaat is een beeld van de kosten per processtap per bronhouder. Dit beeld zal geen hard bedrag zijn, maar een bandbreedte waarbinnen de kosten zich naar verwachting zullen bevinden. Streven is dit beeld onder te verdelen in een aantal onderdelen, zodat het o.b.v. de resultaten ook mogelijk wordt om bestuurlijke keuzes te maken ten aanzien van de gewenste mate van realisatie versus het beschikbare budget. De resultaten van fase 4 zullen separaat worden gerapporteerd. De planning is zodanig dat de resultaten in de Programmastuurgroep BGT van eind juni 2011 besproken kunnen worden. Bronhouderbestanden De beschikbaarheid van bronhouderbestanden is per pilotgebied verschillend. In de pilot Midden- Drenthe was er vrijwel geen overlap van bronhouderdata. In de pilot Tiel bleek de overlap het grootst. In het volgende plaatje uit de pilot Tiel is de mate van overlap van basistopografie weergegeven. (dus geen overlap van plus- en beheertopografie, wat nog meer dubbelingen zou geven) Rapportage Transitiepilots BGT - 13 -

Realisatie van de BGT betekent dat alle bronhouders gebruik kunnen en op grond van wettelijke verplichting gebruik moeten maken van één dataset. Overlap bestaat dan in principe niet meer. De totale productiekosten van grootschalige basistopografie kunnen hierdoor aanzienlijk worden gereduceerd. Zowel bronhouders als gebruikers hebben behoefte een goede borging van de kwaliteit van de BGT. De kwaliteit van de in te brengen bronhouderbestanden moet gegarandeerd zijn. Dit zou onder meer kunnen worden gerealiseerd door de bronhouderbestanden een vorm van certificering mee te geven door voor de transitie onafhankelijk te toetsen of de kwaliteit van de bronhouderbestanden voldoet aan de eisen van de BGT. oor met name netbeheerders geldt dat zij vaak vraagtekens hebben bij de kwaliteit van BAG-geometrie. Deze zou ook in de toetsing kunnen worden meegenomen. Data E,L&I Bij de opbouw van de bestande is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de data van de voor het betreffende object aan te wijzen bronhouder. ooral bij de strokenbronhouders werkt dit goed. De geometrie van het AAN-bestand van E,L&I bleek veelal niet bruikbaar, omdat deze in bestanden van andere bronhouders veelal van een hogere kwaliteit beschikbaar is. De attribuutgegevens van het AAN-bestand zijn heel goed te gebruiken voor de opbouw van de BGT. In onderstaande tabel is aangegeven in welke mate gebruik is gemaakt van gegevens uit het AANbestand. Pilot Franekeradeel Geometrie O Opnieuw fotogrammetrisch ingewonnen Attributen P Midden Drenthe O Opnieuw fotogrammetrisch ingewonnen P Tiel P/O Alleen waar geen ander data beschikbaar is P Zaanstad O GBKN overgenomen P Amsterdam O Kant water GBK aangehouden P Echt/Susteren P/O Alleen waar geen ander data beschikbaar is P Den Bosch P/O GBKN overgenomen P Rapportage Transitiepilots BGT - 14 -

Onderlinge verschillen tussen de pilots Onderstaand overzicht geeft aan in hoeverre de opgeleverde pilotbestanden voldoen aan IMBGT 0.9_7. BGT-pilot wijze van uitvoering transitie Zaanstad Tiel Midden-Drenthe 's-hertogenbosch Echt-Susteren Amsterdam Franekeradeel Data bronhouders geintegreerd J J J J J J J Bestanden aangevuld met fotogrammetrie N N J J Landelijk gebied N J Slotenpatroon opnieuw opgebouwd uit fotogrammetrie N N J N N N N Objectattributen toegekend gedeeltelijk gedeeltelijk J J J J J BGT geaggregeerd uit IMGEO N N N J J N N Opbouw IMBGT 0.9_7 alle BGT-objecten ID niet conf. BGT N N N N niet conf. BGT N object Begin Tijd J N J N N N J object Eind Tijd J N J N N N J tijdstip Registratie J N J N N J J eind Registratie J N J N N N J bronhouder J J J J J J J in Onderzoek N N J J N N J relatieve Hoogteligging J J J J N J J waterdeel J J J J J J J type water J J J J J J J geometrie J J J J J J J wegdeel J J J J J J J type Weg J J J J J J J functie Weg J J J N J J J verharding J J J J J J J waterkerend N N J J N N J waterbergend N N J N N N J geometrie J J J J J J J terreindeel J J J J J J J functie terrein J J J J J J J fysiek voorkomen J J J J J J J waterkerend N J J J J N J waterbergend N J J N J N J kruinlijngeometrie N N J N N J J geometrie J J J J J J J kunstwerkdeel Kunstwerk J J J J J J J type kunstwerk J J, niet volledig J J J J J geometrie J J J J J J J pand J N J J J J J identificatie BAGPND J N N N N J N geometrie grondvlak J N J J J J J nummeraanduidingsreeks N N J N N J J scheiding N J, gedeeltelijk J J, gedeeltelijk N J, gedeeltelijk J type Scheiding N J J J N J J geometrie N J J J N J J spoor J J J J N J N functie Spoor onbepaald' J J J N J N geometrie J J J J N J N overig bouwwerk N J J J N J J type Overig Bouwwerk N J J J N J J geometrie N J J J N J J mast J J J J N J N type Mast J J J N N J N geometrie J J J J N J N openbare ruimte label N N J N N J J identificatie BAGOPR N N N N N N N openbare Ruimte Naam N N J N N J J meetkundig punt J N J N N N J identificatie J N J N N N J nauwkeurigheid J N J N N N J datum Inwinning J N J N N N J inwinnende Instantie J N J N N N J Inwinningsmethode J N J N N N J Rapportage Transitiepilots BGT - 15 -

4 Ervaringen toepassing Informatiemodel BGT Uit alle pilots zijn naar aanleiding van de praktijkervaringen veel opmerkingen gekomen ten aanzien van IMBGT 0.9_7. Deze zijn verzameld en opgenomen in bijlage 1 van deze eindrapportage. Deze bijlage is beschikbaar gesteld aan en besproken met de leden van de Werkgroep Informatiemodel en Specificaties. De bevindingen worden meegenomen met alle andere reacties die de werkgroep heeft verzameld en vormen hierdoor mede de input voor een volgende versie van IMBGT. Een aantal belangrijke issues worden in dit hoofdstuk nader belicht. Algemeen In alle pilots is gewerkt met dezelfde versie van IMBGT. In de praktijk is gebleken dat een aantal zaken verschillend worden geinterpreteerd, wat tot verschillen in de uitwerking leidt. Scheidingen zijn hiervan een voorbeeld. Geadviseerd wordt om IMBGT explicieter te maken. Opdelende/inrichtende vlakobjecten De in IMBGT 0.9_7 gemaakte keuze voor welke vlakobjecten opdelend zijn en welke inrichtend geeft in de praktijk problemen. Niet alleen tijdens de transitiefase waarin de BGT wordt opgebouwd, maar juist ook bij het gebruik van de BGT t.b.v. beheerapplicaties. Advies is om dit nader te onderzoeken en na te gaan of het wenselijker/beter is om alle vlakobjecten op maaiveldniveau opdelend te maken. In bovenstaand voorbeeld zijn een tweetal kademuren en een trap inrichtende elementen. Daaronder loopt een opdelend vlak terrein door als 1 object. Rapportage Transitiepilots BGT - 16 -

Aan de problematiek ligt een tegengesteld belang van beheerder en BGT - Bronhouder: Kleinste eenheid voor beheer (weg, groen, ), punten en grenzen inwinnen en enkelvoudig muteren. - BGT: onderscheid tussen opdelende en inrichtende objecten, minder detailnivo Attribuutwaarden Het vullen van alle objectattributen is complex en arbeidsintensief. Een deel hiervan zou i.p.v. verplicht te vullen optioneel (onder IMGEO 2.0) te vullen kunnen worden gemaakt.dit zal de transitiekosten fors beperken. In bovenstaand voorbeeld staan de wegdelen A t/m D. Onderstaand de bijbehorende attributen en de ervaringen t.a.v. de vulling hiervan Type weg: Soms te ontlenen aan wegbeheertopografie. BRT die dit attruibuut ook kent van niet of onjuist gevuld. Zeer vaak visiuele interpretie nodig. Functie weg: Soms te ontlenen aan wegbeheertopografie. Zeer vaak visiuele interpretie nodig. erharding: bijv. open of gesloten verharding. Gebruik symbolen uit GBKN of visueel Waterkerend: Attribuut waarvoor de gegevens alleen bij het waterschap bekend zijn. Waterschap is in veel gevallen geen bronhouder van het object. Impliceerd dit bronhouderschap op attribuutniveau? De waterschappen geven aan bronhouder te wullen zijn van dit attribuut. Waterbergend: als waterkerend. Geometrie: kan worden gevuld Relatieve hoogteligging: vaststellen of een object op, onder of boven maaiveldniveau ligt. Rapportage Transitiepilots BGT - 17 -

5 Inrichting Productieproces BGT Eén van de in het Project Initiatie Document geformuleerde doelstellingen voor de pilotfase beheer en bijhouding BGT is: Inzicht verkrijgen in de wijze waarop de taken en rollen kunnen worden verdeeld tussen: - De bronhouders onderling - De bronhouders en de Landelijke oorziening In de vergadering van de Programmastuurgroep BGT van 15 december 2010 is naar aanleiding van een door de gemeente Amsterdam ingebracht stuk gesproken over de vraag of er een partij verantwoordelijk moet zijn voor de afstemming tussen de bestanden van de bronhouders (assemblage). De Programmastuurgroep heeft ten behoeve van de nadere besluitvorming ten aanzien van de afstemming tussen bronhouders als volgt besloten: - In de pilots kan ervaring worden opgedaan met de rol van een partij die verantwoordelijk is voor de afstemming. - Het overleg van de bronhouders benoemt enkele varianten voor de wijze waarop de afstemming plaatsvindt die in de pilots worden uitgeprobeerd. - Na de pilots vindt definitieve besluitvorming plaats ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor de afstemming: a) of deze rol nodig is, b) welke bronhouder deze verantwoordelijkheid krijgt c) hoe deze verantwoordelijkheid concreet kan worden ingevuld. Het Landelijk Projectteam Pilots BGT heeft dit opgepakt door hierover in alle 7 pilots tijdens één van de projectoverleggen met de pilotdeelnemers van gedachten te wisselen. oornoemde besluit van de Programmastuurgroep was hiervoor de kapstok. anuit het bronhoudersoverleg is een schema aangeleverd van hoe de toekomstige productieorganisatie van bronhouders er uit zou kunnen komen te zien. an dit schema is gebruik gemaakt in het overleg met de pilotdeelnemers. Het betreffende schema is afgebeeld op de volgende pagina. Ter verduidelijking onderstaand een toelichting op een tweetal begrippen in het schema: - Centraal bestand: de productiedatabase van het Samenwerkingsverband Bronhouders BGT - Regionale samenwerking: operationele samenwerking tussen enkele bronhouders, bijv. een aantal buurgemeenten. Rapportage Transitiepilots BGT - 18 -

Samengevat is het beeld dat de assemblagerol door een grote meerderheid van de pilotdeelnemers wordt onderkend. Over het algemeen is de opvatting dat deze taak belegd zou moeten worden bij het Samenwerkingsverband Bronhouders BGT. De gemeenten Zaanstad en Amsterdam geven aan deze rol zelf te willen vervullen. Geen van de andere bronhouders heeft aangegeven deze rol te ambiëren. De voorzitter van de Programmastuurgroep BGT heeft aangegeven de assemblagerol wettelijk te willen verankeren. Het Samenwerkingsverband Bronhouders BGT is geen bestuursorgaan en kan geen wettelijke taken opgedragen krijgen. Op basis van de reacties uit de pilots lijkt de meest voor de handliggende oplossing dat bronhouders wettelijk verantwoordelijk worden voor deze rol, maar de uitvoering van deze taak delegeren naar het Samenwerkingsverband Bronhouders BGT. Binnen het cafeteriamodel van het Samenwerkingsverband Bronhouders BGT is het vervolgens mogelijk dat een bronhouder of een regionale samenwerking van bronhouders deze taak uitvoert. Bij de bespreking van de assemblagerol kwam ook naar voren dat: - een gezamenlijke (regionale) aanpak van de bronhouders bij de opbouw van de BGT als essentieel wordt beschouwd. - samenwerking tussen bronhouders niet alleen voor de BGT, maar ook voor inwinning en beheer van BGT+ (IMGEO) van grote toegevoegde waarde kan zijn. Rapportage Transitiepilots BGT - 19 -

6 Werkprocessen In dit hoofdstuk is het proces op hoofdlijnen beschreven zoals dat uit de in de verschillende pilots gehanteerde aanpak kan worden afgeleid. Procesbeschrijving Objectafbakening en toewijzing bronhouderschap Op basis van de nieuwste versie (momenteel 0.9_7) van het Informatiemodel BGT wordt een tabel opgesteld. Hierin wordt generiek op het niveau van objecttype en functie van het object aangegeven welke soort bronhouder als bronhouder voor het object kan worden aangewezen. Hierbij worden onderstaande vuistregels gehanteerd. A. Stroken bronhouders: Rijkswaterstaat: Wegen, vaarwegen, kust en bijbehorende terreinen en kunstwerken in beheer bij Rijkswaterstaat. ProRail: Spoorwegen en bijbehorende terreinen en kunstwerken, voor zover in beheer bij Prorail. Provincie: Wegen, water en bijbehorende terreinen en kunstwerken, voor zover in beheer bij de provincie. Deze bronhouders leveren de beheergrenzen aan. De beheergrenzen vallen in principe samen met een topografisch element. Alle objecten binnen deze beheergrenzen (m.u.v. bebouwing) worden toegewezen aan de betreffende bronhouder. B. Niet Stroken bronhouders: Waterschap: (In de pilots Zaanstad, s-hertogenbosch en Echt-Susteren is het waterschap als strokenbronhouder aangemerkt, zie advies in managementsamenvatting) Wegen, water, keringen en bijbehorende terreinen en kunstwerken, voor zover in beheer bij het waterschap. Gemeente: Bebouwde kom, bebouwing, bebouwde terreinen en gemeentelijke wegen buiten bebouwde kom en bijbehorende terreinen en kunstwerken. Daarnaast ook de plaatsnamen op de kaart, straatnamen en huisnummers. Ministerie van E,L&I: Agrarisch gebied met de functies akkerbouw, weiland en tuinbouw (exclusief glastuinbouw) Defensie: Niet-toegankelijke afgesloten terreinen met bijbehorende panden en kunstwerken Rapportage Transitiepilots BGT - 20 -

oor weesobjecten, objecten die o.b.v. de voornoemde criteria geen bronhouder hebben wordt in onderling overleg vastgesteld wie daarvan de bronhouder wordt. Doel is de vuistregels zoveel mogelijk generiek op te stellen, waardoor tijdens de transitiefase zo weinig mogelijk bespreekgevallen voor de bronhouders resteren. Het is zaak het aantal weesobjecten zoveel mogelijk te beperken. De vuistregels dienen daarvoor nog verder te worden verfijnd. Een aantal voorbeelden hiervan kunnen zijn: - Bospercelen kennen op basis van de vuistregels geen bronhouder. Omdat bospercelen een substantieel deel van de totale oppervlakte van Nederland uitmaken is het noodzakelijk deze aan een bronhouder toe te wijzen. - Indien een weesobject wordt omsloten door objecten van één bronhouder wordt ook het weesobject toebedeeld aan de betreffende bronhouder. - De bronhouder die de inrichtende objecten binnen een opdelend weesobject beheert wordt ook bronhouder van dit opdelende object - De bronhouder van een opdelend object wordt ook bronhouder van de inrichtende weesobjecten binnen dit opdelende object Procesbeschrijving Integratie Datasets Bronhouders Data die in meerdere bestanden voorkomt wordt in onderstaande volgorde verwerkt in de BGT: 1. De bestanden van de strokenbronhouders worden overgenomen. 2. De bestanden van het waterschap worden overgenomen. 3. De bestanden van de gemeente/gbkn worden overgenomen 4. De bestanden van E,L&I worden overgenomen. - Bij het overnemen van bestanden wordt in de overige bestanden o.b.v. datumfilter gezocht naar evt. beschikbare actuelere gegevens, zodat in ieder geval de meest recente data in de BGT komt) - De prioritering wordt bepaald door de kwaliteit van de bestanden (actualiteit, volledigheid, geometrie). Indien bijvoorbeeld een bestand van de beoogde bronhouder van een lagere geometrische nauwkeurigheid is dan een overlappend bestand van één van de andere bronhouders moet het geometrisch nauwkeuriger bestand worden overgenomen in de BGT. De beoogde bronhouder neemt dit vervolgens in beheer. Procesbeschrijving Opwaardering Bestanden Eerst wordt de bronhouderdata verzameld en op kwalitiet gecontroleerd. ervolgens wordt het bestand verder opgebouwd conform Informatiemodel BGT. Hierbij worden de volgende spelregels gehanteerd. - Er wordt gestreefd naar afbakening op feitelijke BGT-objecten. Alleen waar het echt niet anders kan worden virtuele grenzen gebruikt. - De huidige GBKN is één van de bestanden die wordt gebruikt bij de productie van de BGT (en dus niet de basis waarop de BGT wordt geproduceerd) Rapportage Transitiepilots BGT - 21 -

- (stereo) luchtfoto s zijn onmisbaar bij opbouw van de BGT: A. Ter referentie bij de beoordeling van de bronhouderdata B. oor kartering van ontbrekende elementen. C. oor het bepalen van ontbrekende objectattributen. - Panoramabeelden zijn een goed hulpmiddel voor het bepalen van objectattributen. Ook is het bijvoorbeeld mogelijk om geometrie van (punt)objecten in te winnen. - De behoefte aan topografische objecten van alle bronhouders gaat verder dan IMBGT. IMGEO 2.0 bevat ook plus- en beheertopografie. Ideale situatie voor bronhouders is dat de BGT vanuit een integraal bestand wordt geaggregeerd. In de pilots s-hertogenbosch en Echt-Susteren is een IMGEO-bestand opgebouwd waaruit het BGT-bestand op deze wijze is afgeleid. Bij een grote meerderheid van de bronhouders is dit thans (nog) niet het primaire proces, omdat men niet de beschikking heeft over een integraal bestand of separate beheertopografie van voldoende kwaliteit om een integraal bestand te kunnen opbouwen. Ter voorbereiding op de transitie naar de BGT zouden bronhouders dit al kunnen oppakken. De in dit hoofdstuk beschreven processen zijn feitelijk één geïntegreerd proces dat zoals op de volgende pagina s schematisch kan worden weergegeven. Rapportage Transitiepilots BGT - 22 -

Rapportage Transitiepilots BGT - 23 -

7 Conclusies en advies Conclusies Conclusie ten aanzien van de inrichting van het productieproces van de BGT Er is bij de bronhouders een grote bereidheid tot samenwerking aanwezig. eel pilotdeelnemers geven aan dat de assemblagerol voor de afstemming van bronhouderbestanden het best kan worden toebedeeld aan het Samenwerkingsverband Bronhouders BGT. Het werkproces om doelmatig en tegen zo laag mogelijke kosten te transitie naar de BGT uit te voeren vereist deze samenwerking ook. In alle pilots is de opbouw van de BGT door één organisatie (bronhouder of bedrijf) uitgevoerd. Separate opbouw van de BGT door individuele bronhouders heeft in geen enkele pilot plaatsgevonden. Door de complexiteit van het afstemmingsproces en de mate van arbeidsintensiviteit daarvan is dit laatste ook vrijwel onmogelijk, in ieder geval inefficiënt en veel kostbaarder dan een gemeenschappelijke grootschalige aanpak van de transtie. Het SB BGT moet daarom aangewezen worden als organisatie die verantwoordelijk is voor de transitie naar de BGT. ia SB BGT kunnen de transitieprojecten worden uitgevoerd door één van de bronhouders binnen een geografisch aaneengesloten gebied of grootschalig worden aanbesteed. Conclusie ten aanzien van het bronhouderschap De vuistregels die in de pilots zijn gehanteerd voor het afbakenen van bronhoudergebieden, het gebruik van bronhouderdata en het toekennen van objecten aan bronhouders vormen een goede basis voor de uitvoering van de transitie. Indien de vuistregels nog wat verder worden verfijnd en vervolgens worden vastgesteld kunnen deze in samenhang met de procesbeschijving het transitieproces uniform worden toegepast zonder dat hiervoor veel en tijdrovend overleg tussen bronhouders noodzakelijk is. Conclusie ten aanzien van het Informatiemodel BGT versie 0.9_7 Toepassing van IMBGT 0.9_7 in de praktijk heeft tot veel reacties geleid. Deze zijn allen teruggekoppeld naar de Werkgroep Informatiemodel en Specificaties. eel van de opmerkingen zullen bij overname in IMBGT over het algemeen niet tot grote aanpassingen van het model leiden. In IMBGT 0.9_7 is de keuze gemaakt om alleen de vlakobjecten wegdeel, waterdeel en terreindeel opdelend te laten zijn op maaiveldniveau. De overige vlakobjecten zijn inrichtend gedefinieerd. Bevinding uit de pilots is dat dit voor beheertoepassingen problemen geeft. anuit de pilots wordt geadviseerd om dit nader te onderzoeken. Aanpassing van IMBGT op dit punt is wel een grote aanpassing. Rapportage Transitiepilots BGT - 24 -

Advies Adviezen ten aanzien van transitieproces aar de BGT - Wijs het Samenwerkingsverband Bronhouders BGT aan als uitvoeringsorganisatie voor de transitie (zie conclusies) - Stel vuistregels vast voor afstemming en toewijzing van objecten aan bronhouders en een procesbeschrijving op basis waarvan de transitie middels een gezamenlijke aanpak doelmatig en kostenefficiënt kan worden uitgevoerd. Laat daarbij echter wel ruimte om hier op basis van praktijksituaties van af te wijken. (bijvoorbeeld slotenpatroon landelijk gebied opnieuw inwinnen i.p.v. hergebruik bronhouderdata, zoals toegepast in de pilot Midden-Drenthe) - oer voorafgaand aan een transitieproject een kwaliteitscontrole uit op de ingebrachte bronhouderbestanden. - Monitor of de reacties uit de pilots op IMBGT 0.9_7 worden overgenomen in een volgende versie van IMBGT. - De BGT moet ook voor de bronhouder een lust zijn en geen last. Het werkproces voor de BGT moet daarvoor aansluiten bij de bedrijfsprocessen van de bronhouder. Stimuleer integraal beheer van grootschalige topografie en opbouw van de BGT vanuit IMGEO, of anders geformuleerd: bevorder dat de BGT kan worden geaggregeerd vanuit de meer gedetaileerde beheerobjecten van de bronhouder. - Stimuleer dat bronhouders gegevens ter beschikking stellen voor het gezamenlijke transitieproces. Denk hierbij onder meer aan luchtfoto s, panoramabeelden, AHN2 en weg- en groenbeheer gegevens. Rapportage Transitiepilots BGT - 25 -

Bijlage 1: Overzicht opmerkingen IMBGT 09_7 Nr. Opmerking 1 Er is niet voor één definitie gekozen voor gebouwen in de basisregistratie. De definitie in de BGT is afwijkend van die in de BAG. Fraaier zou zijn één gebouwdefinitie te hanteren voor alle basisregistraties. Tiel Zaanstad Midden- Drenthe Pilot 's- Hertogenbosch Echt- Susteren Amsterdam Franekeradeel Toelichting Het gebouw heeft bovenbouw en onderbouw (parkeergarage). Links ziet u het vlak uit de BAG, rechts ziet u het vlak gegenereerd uit de door GeoCensus gestructureerde GBKZ. 2 In de BRT is het vlak bebouwd gebied opgenomen. oor de pilot bleek dat er voor het gebied dit slechts twee maal (!) voorkwam. Het bleken bovendien alleen de contour van de twee gebouwen te zijn en niet van het terrein. De gegevens hebben we helaas niet uit de BRT kunnen overnemen. Uit welke bestanden zou je deze dan kunnen halen? Anders blijft het handmatig werk. 3 Bij objecttype scheiding staat bij gegevenscatalogus 10.10.2 vermeld : Scheidingen van het type hek die een minimale lengte van 10 meter en/of een minimale hoogte van 1 meter hebben, worden vastgelegd. Scheidingen van het type heg die een minimale lengte van 10 meter en/of een minimale hoogte van 2 meter hebben, worden vastgelegd. Waar ga je deze hoogtegegevens vandaan halen? In de aangeleverde bestanden zijn hoogtes niet vermeld en de terreinafscheidingen zijn niet altijd goed zichtbaar op de 360 graden panoramafoto s. an de achterzijde van de bebouwing zijn deze er ook niet. Het is dus niet altijd bekend of ze aan de voorwaarden voldoen. Een optie is om deze door een medewerker buiten te laten naverkennen. Deze optie is wel kostbaar en tijdrovend. Advies: Scheidingen (zoals heggen) verplaatsen naar het plusniveau. Kost veel tijd dit op te nemen en de toegevoegde waarde is nog niet altijd gebleken. Op plusniveau kan dan elke bronhouder zelf bepalen of de scheidingen worden opgenomen of niet. 4 Bij het benoemen van o.m. terreindelen en waterdelen moeten de attribuutwaarden waterkerend en waterbergend worden ingevuld. In welke bestanden zouden deze items reeds benoemd zijn? Wat is de definitie van waterkerend en waterbergend? Wanneer aan terreindelen geen kenmerk waterkerend/waterbergend wordt gehangen kan het voorkomen dat, door bronhouders aangeleverde vlakken, worden aangeleverd doordat alle attributen hetzelfde zijn. Dat kan betekenen dat relevante informatie, zoals het talud, verloren gaat. Amsterdam: Er is onduidelijkheid over de definitie van de attributen waterkerend en waterbergend. Advies: neem attribuut niet op, of stel waterschap verantwoordelijk voor object (en attribuut) Er is ten tijde van de pilot geen beschikking over gegevens van deze attributen en onvoldoende kennis om deze handmatig toe te kennen. De kruinlijngeometrie kan als uitgangspunt dienen om objecten op deze attributen te controleren. Het waterschap zou op basis van de legger en deze informatie de gegevens moeten kunnen verstrekken WaterWaterkerend?? Water Waterbergrend?? WaterWaterbergrend?? Pilots BGT en. IMBGT 9.7 1

Nr. Opmerking 5 eel attribuutgegevens (maar lang niet alle) zouden in principe uit de BRT worden gekopieerd. Hierbij zijn we wel afhankelijk van de kwaliteit van deze data. Kijkend naar bv. erharding, hebben we geconstateerd dat onverhard 1 keer voor kwam in de aangeleverde data en het overige vermeld staat als verhard en niet verder is onderverdeeld in open-, gesloten verhardingen half verhard. Is dus niet te gebruiken in het attribuut erharding. In de BRT komt voetgangers als hoofdverkeergebruik voor. Deze komt in het pilot gebied 1 keer voor. Is derhalve niet toe te passen voor de BGT in het attribuut FunctieWeg. Bijkomend nadeel van de BRT is dat de topografie niet altijd gelijkwaardig aan de GBK van de diverse bronhouders. Geautomatiseerd items overnemen is niet eenvoudig. Tiel Zaanstad Midden- Drenthe Pilot 's- Hertogenbosch Echt- Susteren Amsterdam Franekeradeel Toelichting In het blauw is de contour van het parkeervak uit de BRT weergegeven. Dit klopt niet met geometrie van de GBK. Uit de foto s blijkt dat het parkeervak niet goed in de BRT is weergegeven. 6 Zaanstad: Niet alle attributen zijn aangeleverd door de bronhouders. Sommige zijn in de pilot ook niet te bepalen Wat zijn de acties als de attributen niet bepaald kunnen worden uit de aangeleverde bestanden? Wie is verantwoordelijk hiervoor? Echt- Susteren: De realisatie van correcte vulling van de attribuutwaarden heeft niet de hoogste prioriteit gekregen binnen de pilot. Daar waar data aanwezig, werd deze zonder beoordeling overgenomen; nader onderzoek naar % gevuld per attribuutwaarde noodzakelijk. De volgende redenen zijn hiervoor aan te geven: - onbekend aangeleverd; - lastig interpreteerbaar; - zelfde velden bij diverse bronhouders willen nog wel eens inhoudelijk anders gevuld zijn. 7 De definitie luidt: Terrein dat niet is bebouwd waarop bezigheden plaatsvinden ten behoeve van industrie en/of handel. Het gaat met name om het woord niet in deze zin. Op de meeste bedrijventerreinen staat nl. wel een gebouw. Wat is dan de functie van deze definitie? 8 Duikers zijn geen onderdeel van de BGT, maar toch heeft zo goed als elke bronhouder duikers in zijn bestand staan. De vraag kwam dan ook vanuit de bronhouders om de duikers toch op te nemen in de BGT. 9 Het verschil tussen beide definities is niet altijd duidelijk. In het objectenhandboek staan een paar voorbeelden. Deze scheppen soms verwarring. Stedelijk groen is gedefinieerd als; Terrein in stedelijk gebied met begroeiing, meestal heesters, rozen of struiken. Zonder begroeiing (alleen gras) is het dan..??? Zie ook het voorbeeld in 2.5.1 van het objectenhandboek. Berm, oever is gedefinieerd als; een berm gelegen langs de weg, spoorbaan of water. In het voorbeeld van 2.8.3 van het objectenhandboek komt dit niet overeen. Hier is het gedefinieerd als Stedelijk Groen 10 an elk object is niet aangegeven wat de minimale oppervlakte moet zijn om opgenomen te worden in de BGT. Her en der staat wel een minimale oppervlakte vermeld, maar het overzicht ontbreekt. Pilots BGT en. IMBGT 9.7 2