Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4 par 11

Vergelijkbare documenten
Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

De Dordtse Leerregels

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De gelijkenis van de verloren zoon.

Zondag 33 gaat over de waarachtige bekering.

Inleiding over het kernwoord zonde

gehoorzaamheid volbreng tot de dood, de dood aan het kruis. Ik, Die Mij als Lam zal geven in plaats van zondaren. Ik ben het Brood des Levens. Brood.

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 9 t/m 11

De Dordtse Leerregels. Artikel 1 t/m 5

Vraag: Wat kun jij leren voor jouw gebed uit de structuur van het volmaakte gebed?

Jakob, een voorbeeld van bekering Lezen: Hosea 12:1-15

Zondag 25, vraag en antwoord 65, 66, 67 en 68.

Bijbelrooster 31 juli t/m 6 augustus Thema: Rechtvaardig door het geloof

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

WAT IS HET DOEL VAN MIJN LEVEN?

Doopvragen, na alle formulieren zijn deze hetzelfde:

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Eén ding is nodig. Deze geschiedenis kun je lezen in Lukas 10 :

De Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 1. Artikel 12 t/m 14. Werkboek 3

Liturgische teksten en gebeden


Een nieuw begin. De schepping van hemel en aarde Genesis 1:1-10

de doop zoals wij die kennen is afkomstig van niemand minder dan de Here Jezus zelf

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Een nieuwe schepping Stellingen

Eerst zien, dan geloven

BIJBELLEESROOSTER VOOR GEZINNEN met kinderen in de basisschoolleeftijd

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2)

zijn wel niet thuis als je uit school komt maar koop maar een mooi spel dan heb je daar plezier van. En dat los je ook niet altijd op door te zeggen:

De Dordtse Leerregels

Is dan het uiterlijk waterbad de afwassing van de zonde zelf?

Jeugddienst 1 oktober 9.30 uur Vrouw met de kruik

De Bijbel Open (09-03)

De Bijbel open (05-01)

Om je al warm te maken voor de inhoud geven we nu al een korte samenvatting:

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

De Bijbel open (22-06)

Jona 2: God is barmhartig a. De koppige Jona wordt een biddend Jona > de Heere redt hem

De Bijbel open (30-11)

Orde voor de voortzetting van het heilig Avondmaal

GEBEDSWORKSHOPS Werkgroep Gebed CGK / NGK

Goede vrijdag Zie Het Lam!

De gelijkenis van de onbeschaamde vriend. ( of over gebedsverhoring )

De Dordtse Leerregels

ZONDAG -voorbereiding op het Heilig Avondmaal- Heilig Avondmaal houden

Samen Bijbellezen Lukas 10:25-37

Over leiding gesproken

Lucas 22,39-46 Jezus bidt

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 5. Artikel 1 t/m 5. Werkboek 12

Geestelijk Klimaat onze identiteit. Pagina 1

Samen één in de liefde van Christus

Opwekking 763 Ik heb U nodig

Zondag 23 gaat over : rechtvaardig voor God.

Avondmaal vieren. Avondmaalsformulier 2. Viering op 4 e zondag voor Pasen :

Vraag 53 : Wat gelooft gij van de Heilige Geest?

Liturgie Kom-in-de-kerk/aangepaste dienst Emmen, 14 april 2019 thema: wie is Jezus voor jou? m.m.v. De Notenkrakers

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

HC zondag 32 en 33. Gemeente van onze HEER Jezus Christus, gasten en luisteraars,


Zondag 28 september 2014 gaan we in ballingschap wel of niet aan het werk in de wijngaard

Zondag 47. Zondag 47 gaat over de eerste bede : Uw Naam worde geheiligd. Lees de tekst van Zondag 47. Vraag 122 : Welke is de eerste bede?

Looft de Heer, looft de Heer, looft de Heer, elk moet Hem eren. Looft de Heer, looft de Heer, looft de Heer, elk moet Hem eren.

Mag ik jou een vraag stellen?

In deze dienst wordt gedoopt: Tijn Bouter. Van harte welkom!

Dordtse Leerregels Hoofdstuk 1 par 5,6. 1 vijandschap van ons 2 volheid van het Evangelie. 3 vertroosting van het hart Gemeente,

Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

Cadeautjes. Aangepaste dienst Zondag 27 november 2016 Ds. Henk Bondt

Begrijp je wel waarom je bidt? (Mc.8,16-17)

3 Ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. De boekenlegger in het Boek

Marcus 14,1-11 Maak Jezus blij met jouw liefde

Samen op reis NAAR EEN ANDER LAND

De Bijbel open op 3 augustus 2013; herhaling van 18 oktober 2008

50 TINTEN HEMELSBLAUW Verhalen over de liefde van God, Bijbelteksten en teksten en tekeningen van Luus Verheijen. Deel 1 EEN WONDER!

Zondag 46 gaat over : Onze Vader, Die in de hemelen zijt.

Voor de dienst zingen we:

Preek over de opdracht: Laat de Geest u vervullen (Efeziërs 5:18b) Van drs Ton de Ruiter. Lees vooraf eerst: Efeziërs 5:1,2 en 5:15-33 en 6:1-10

Baalderdienst Zondag 25 juni 2017

Liturgie 23 juni bevestiging ambtsdragers

Over welke strijd gaat het in deze psalm? Wat betekent de waarschuwing in vers 12 voor jou?

17 mei uur AA Kramer

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Wijkgemeente Ichthus Noordwijk. Wat zonde. LEER HEM KENNEN 3, bewaarexemplaar. Ds. F.van Roest, zondag 1 december

Ontmoeting met de opgestane Heer. zondag 6 april 2014

Liederen voor zondag 3 december 2017

Liturgie. zondag 30 oktober :30 uur Ds H D Bondt

Les 1: het kruis, bekering en geloof

Deze handreiking is van:

Ik ben gewoon gaan zitten en luisterde naar zijn stem. En in de liefdevolle woorden herkende ik Hem.

14 april 2019 Palmpasen 10:30

September 2017 / Ik hef mijn ogen op naar de bergen / OTH 2015 nr 56 / Opwekking 640

MINISERIE BRIEF AAN DE ROMEINEN

Hé, man Goedemorgen. Ja, goedemorgen. Ik hoorde jullie praten, met al dat broeder en zuster gedoe. Hou op,

De Rivier - Opwekking 459

Filippenzen 1. Begin van de brief

Welke dieren worden genoemd in de volgende verzen en wat valt daarbij op?

Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4 par 3 Wedergeboorte. 1 het noodzakelijk 2 het wezenlijke 3 het geestelijke. Gemeente,

Transcriptie:

Wedergeboorte Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4 par 11 1 met het verstand 2 van het hart 3 tot geloof 4 uit God Gemeente, Hoofdstuk 3 en 4 gaat over wedergeboorte. Dwz.: de Heilige Geest doet het. De Heilige Geest geeft bekering. Par 1 tot 3. Maar hoe doet de Heilige Geest dat? Door de prediking van wet en Evangelie. Par 4-6. En wat is prediking dan precies? Prediken is roepen. Uitroepen van Jezus overwinning en oproepen tot bekering. Par 7-10. Daardoor brengt de Heilige Geest tot wedergeboorte, bekering. Maar, en daar is ahw een beetje nog omheen gedraaid, wat is dat dan precies? Wat is wedergeboorte. Wanneer ben je het? En bekeerd, wat is dat en wanneer ben je dat? Dat is natuurlijk een ontzaglijk belangrijke vraag. Want of je het bent of niet, wedergeboren, bekeerd, daar hangt je zaligheid van af. Je eeuwige bestemming, hemel of hel. Dus dan mag je je toch wel afvragen: wat is het dan: wedergeboorte, bekering? Daarop geeft par 11 antwoord. En de hoofdzin heeft een bepaalde constructie die we in het oog moeten hebben. Namelijk: niet alleen., maar ook. Dat is wel duidelijk hoe dat bedoeld is. Als je zegt: om met het openbaar vervoer in Utrecht te komen moet ik niet alleen naar Woerden fietsen, maar ook de trein nemen Woerden-Utrecht. Dat ik naar Woerden moet fietsen is noodzakelijk. Anders kan ik nooit in de trein stappen. Maar als het daarbij blijft: ik fiets naar Woerden, dan ben ik nog niet in Utrecht. Als ik dan de stad Woerden inga of op het station blijf zitten kom ik niet in Utrecht. Niet alleen, maar ook. In de wedergeboorte, de bekering, doet God niet alleen iets met mijn verstand, maar ook met mijn hart. 1 met het verstand Dus het eerste: God doet iets met mijn verstand. God de Heilige Geest verlicht mijn verstand. Door de prediking van het Evangelie verlicht de Geest mijn verstand. En als het licht wordt, dan zie ik dingen. Als het in mijn verstand licht word, zie ik bepaalde dingen. Ik zie voor me: ik moet sterven. En daar staat Gods rechterstoel. En dan is het hemel of hel. Ik zie dat, ik besef dat. Ik zie achter me: ik heb niet onberispelijk geleefd. Ik had dingen anders moeten doen. Ik draag een last met me mee van zonden. Ik zie omhoog: daar is de hemel, waar het goed is. De heerlijkheid bij God. Eeuwig, oneindig, rijker dan wat dan ook op aarde. En daar is het Lam, staande als geslacht.

Er was misschien een tijd in je leven dat je verstand verduisterd was: je zag al die dingen niet. Je wilde het ook niet zien en dacht er niet over na. Er stonden allemaal dingen voor die je aandacht af deden leiden. Maar nu, met een verlicht verstand zie je voor je het sterven, achter je je leven liggen, boven je de heerlijkheid van de hemel. En dat doet je wat. Ja, dat houdt je bezig. Dat kan je aan het denken zetten. Het is wat om straks te sterven en God te ontmoeten, stel dat het verkeerd is, dat ik eeuwig veroordeeld word. Het is wat om geleefd te hebben zoals je hebt geleefd: dat had beter gemoeten, je hebt je kinderen tekort gedaan, je man of vrouw tekort gedaan, daar kun je het kwaad mee krijgen. En het is wat om in de hemel te komen. Wat zal dat heerlijk zijn, met God, eeuwig leven, dat moet toch wel prachtig zijn. Je gaat Bijbel lezen, anders dan voorheen en meer. Je zit anders in de kerk, je hebt er belang bij. Je vouwt je handen vaker dan voorheen en vraagt, vraagt aan God om hulp, om kracht, om in de hemel te mogen komen. Je bent er soms diep van onder de indruk. Je bent soms geroerd door wat andere mensen vertellen die wel wedergeboren zijn, je bent soms geroerd door een Psalm van het hemelleven. Je verstand is verlicht. Nu is er een groot gevaar! Namelijk dit: dat je denkt: ik ben er! Ik ben wedergeboren, bekeerd. Ik ben er zo mee bezig, ik heb best wel eens iets ervaren van angst voor de hel, of zelfs wel eens iets van het geluk van de hemel, ik ben wedergeboren. En anderen zeggen het misschien tegen je en stellen je gerust: je bent er zo mee bezig, we herkennen je niet meer terug, als jij er niet komt dan weet ik het ook niet meer, dan komt er niemand. En je neemt rust. Ziezo, ik heb het, ik ben er. Maar, we denken even aan de structuur van de zin van par 11. Hoe was die ook al weer? Niet alleen, maar ook. De Geest doet niet alleen iets aan je verstand, maar ook iets in je hart. Want als alleen je verstand verlicht is, dan kun je nog alle kanten op. Als je op het station in Woerden staat, kun je nog de stad Woerden inlopen, kun je op het station blijven zitten, je kunt ook weer op de fiets stappen en terug naar Waarder rijden. En je komt nooit in de trein naar Utrecht. Dus als je verstand verlicht is, kun je nog alle kanten op. Je kunt een keurig net godsdienstig mens worden, aan de buitenkant, je kunt heerlijk zitten rusten en denken dat je er al bent, je kunt weer teruggaan, dat het over gaat. Het ebt weer weg, je was een tijdje van je leven enorm ermee bezig, stak er veel tijd in, maar het wordt van lieverlee minder, je gaat weer terug en het wordt weer donker in je verstand. En je wordt nooit wedergeboren, je blijft onbekeerd! 2 van het hart

Dus: dat ik ermee bezig ben, wel eens angst heb gehad voor de hel, wel eens last van mijn zonden, wel eens blij in de kerk zat, geroerd door een vers of een preek daar moet je nooit op bouwen. Dat is geen bewijs van wedergeboorte of bekering. Daarmee zou je jezelf bedriegen. Want we herinneren ons nog: wedergeboorte, bekeerd worden is niet alleen verlichting van je verstand, maar ook nog iets anders: namelijk je hart. Je hart wordt geopend, vermurwt, zacht gemaakt, en besneden. Dus God doet niet alleen iets aan je verstand, maar ook in je hart. En nu moeten we heel goed zuiver de Bijbel verstaan. Want waar heeft je hart, Bijbels gezien, mee te maken? Dat is niet met je gevoel. Het gevoel zetelt in de nieren of in je verstand. Terwijl het hart in de Bijbel wordt verbonden met de wil. Het hart is de stuurhut van het leven, daar wordt de richting bepaald. Dat blijkt ook uit par 11, want daar wordt na het hart ook gesproken over de wil. Die wordt levend, goed, gewillig, gehoorzaam. Dus we noteren eerst dat het echte, het wezenlijke van bekering en wedergeboorte niet zit in het gevoel. In het heftige gevoel. Er kan veel gevoel zijn, zonder bekering. En er kan weinig of geen, of tegenovergesteld gevoel zijn terwijl er wel bekering is. Maar het wezenlijke van bekering zit hem in het hart, dat is in de wil. De richting. De Heilige Geest keert de richting om. Ten aanzien van God. Hem liefhebben ipv haten. Naar Hem toevluchten ipv Hem ontlopen. Naar Hem verlangen ipv van Hem weg willen. Ten aanzien van de zonde: haten en berouw ipv liefhebben. Van wegvluchten ipv naartoe lopen. Bestrijden ipv aanhalen. Ervan weg willen ipv ernaar toe willen. Ten aanzien van de wet. Die liefhebben ipv haten. Die willen handhaven ipv ombuigen. Daarvoor buigen ipv omheen willen draaien. Ten aanzien van Jezus Christus: Hem aanroepen ipv Hem niet nodig hebben. Tot Hem komen ipv zonder Hem kunnen. Hem moeten hebben ipv buiten Hem rust kunnen vinden. Je kunt het kort zeggen: er is berouw over de zonde en verlangen naar de gerechtigheid. Ezechiel 36: 20-32. Psalm 119 zingt in je hart. Als je opensnijden zingt het in je hart: hoe lief heb ik Uw wet, het is mijn doel de ganse dag die ijverig te betrachten. Wedergeboren, bekeerd. Dat is de trein naar Utrecht zogezegd. Dat is het wezenlijke van bekering, wedergeboorte. Het hart is bekeerd. Je zou het met een beeld kunnen zeggen: dat is van een hoefijzer een pijl geworden. Een hoefijzer dat begint hier en eindigt ook weer hier. Begint bij jezelf en komt terug bij jezelf. Wijst naar jezelf, is gericht op jezelf. Maar als dat hoefijzer wordt omgebogen recht gebogen wordt het pijl: van mij af gericht. Gericht op God, op Zijn eer, op Zijn wet, op de naaste en diens heil en welzijn. Want het gaat om je hart. Dat is dus en duidelijk punt bij bekering, wedergeboorte: je hart wordt anders gericht. Je wil, je verlangen. Dat zit allereerst en dat begint van binnen en van binnenuit. Kijk, je kunt dat hoefijzer een andere kleur geven. Ipv dat

akelig grijs, mooi groen of rood, of zelfs helemaal helder wit. Maar het blijft een hoefijzer: gericht op mezelf. Je kunt je leven veranderen: van wild wordt het kalm, van uitgaan wordt het kerkgaan, van vloeken wordt het zingen. Maar het blijft een hoefijzer: gericht op mezelf. Op mijn eer, mijn gemak, mijn zaligheid, mijn naam. Onbekeerd. Het hart, de wil moet veranderd: van een hoefijzer een pijl. Misschien niet zo mooi van buiten, niet zo helder wit, al zou ik dat wel graag willen, maar gericht op God, van binnen zit berouw, van binnen zit verlangen. Zonder dat is niemand wedergeboren, moet niemand denken dat hij bekering kent. Ook u niet, ook jij niet, ook wij niet. 3 tot geloof Ja, zegt iemand, ik vind het er niet makkelijker op worden. Want ik begrijp het niet. Hoe gaat dat precies? Wanneer kun je nou precies zeggen: nu ben ik wedergeboren? Of: toen en toen ben ik bekeerd? En bovendien: ik weet het soms niet hoe ik het heb bij mezelf: heb ik nou berouw over mijn zonden of niet? Verlang ik naar God en Zijn wetten of niet? Ik weet het soms niet, of eigenlijk nooit, hoe ik het heb mezelf. Dan nodig ik u graag uit mee te lezen in par 13. De manier van deze werking kunnen de gelovigen in dit leven nooit helemaal begrijpen. Gelukkig, dus dat hoeft ook niet. Maar zij stellen zich daarin gerust dat zij weten en gevoelen dat zij met he hart geloven en hun Zaligmaker liefhebben. Kijk, als ik in een donkere kamer sta en ik heb een lucifer in mijn hand met een doosje dan kan ik die lucifer aansteken. Dan komt er een chemische reactie op gang: de buitenkant van dat luciferdoosje bevat bepaald materiaal en de kop van de lucifer ook. Dat mengt zich met elkaar en er komt een scheikundige reactie op gang. Ik snap daar niks van. Je moet scheikunde gestudeerd hebben en in formule te kunnen brengen. Maar ik zie wel: er is licht. Het is gebeurd. Die reactie heeft plaatsgevonden, want ik zie licht, vuur. Nu, wedergeboorte, bekering, ik begrijp niet precies hoe dat gaat en wanneer dat precies begint. Maar ik merk het wel. Ik weet en ik gevoel dat ik van harte geloof en Jezus liefheb. Misschien eerst een heel, heel klein vlammetje, misschien gelijk een steekvlam van vurige liefde tot Hem. Maar: het is er. Geloven met het hart: geloven: je overgeven, je toevertrouwen. Aan de Zaligmaker. Aan de Heere Jezus. Die schuld vergeeft en harten vernieuwt. Hij reinigt van alle zonde. Van de schuld van de zonde door vergeving en verzoening. Van de macht van de zonde door reiniging en vernieuwing. Geloven is: je toevertrouwen. Met andere woorden: het laten doen. Door Hem. Want het moet: het moet, anders ben en blijf ik verloren. Zelf kan ik het niet en lukt het me niet, nooit, al word ik 150 jaar. Maar Hij wil het en kan het en mag het doen. Hij biedt

Zich aan. In Zijn Evangelie. Verzegeld door de Heilige Doop. Hem het laten doen. Volkomen uitzichtloos maar in Hem volkomen zeker. Met het hart geloven en de Zaligmaker liefhebben. Liefhebben. Niet missen kunnen, gelukkig zijn in Zijn nabijheid ongelukkig als Hij ver is. Hem nodig hebben. Alles aan Hem is gans begeerlijk. En soms, soms komt het van heel diep en onder de as, als bij Petrus: na zoveel afdwalingen, zo diepe val, maar maar Gij weet alle dingen Gij weet dat ik U liefheb, U niet missen kan, in U het leven zoek en heb. Wees gerust! U bent bekeerd! U bent wedergeboren! Eén druppel geloof zou er al bewijs van zijn, één druppel liefde tot Jezus zou er al bewijs van zijn. Hoe klein het vlammetje ook is: de reactie heeft plaatsgevonden. En hier geldt dan: het gaat nooit meer uit, het dooft nooit meer uit. Dan ben ik wedergeboren, bekeerd. Wanneer precies? Dat weet ik misschien niet: ergens in die periode van mijn leven zal het geweest zijn, maar: het is gebeurd, want anders zou ik niet met het hart geloven en Jezus niet liefhebben. Dus dáár zit het hem in. Of het gekomen is tot die overgave aan Jezus Christus. Toen mijn verstand verlicht werd en ik ermee bezig raakte. Veel over dacht en zocht en vroeg. Dan gaat het erom: heeft het geleid tot overgave aan Christus? Tot die sprong vanaf de muur in de armen van het Evangelie? De muur van kasteel dat op instorten staat. Me laten vallen in het net van het Evangelie. Als dat niet zou houden, dan val ik pletter. Maar ik kon het niet laten, want Jezus nodigt me en dringt me. En het Evangelienet houd het. Daar gaat het om. Je kunt bekering, wedergeboorte vergelijken met een regenbui. Dar is nogal verschil tussen: soms gaat het gepaard met onweer, bliksem, stormvlagen. Soms regent het echter terwijl het blad stil is, zachte meiregen. Maar: het regent. Soms gaat bekering gepaard met enorme angsten, klappen, flitsen, visioenen, heftige gevoelens en emoties. Soms gaat het stil, bedaard, en geleidelijk. Dat kan, als het maar regent. Als de wil maar wordt vernieuw, als de overgave aan Christus er maar is gekomen. Als die er niet kwam heb je aan alle emoties, alle flitsen helemaal niks. 4 uit God Maar als dat is gekomen: geloven met hart en de Zaligmaker liefhebben dan ben je het. Par 12. Dat is de wedergeboorte, de vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden, levendmaking die God zonder ons in ons werkt. Daar gaan we eens goed naar kijken. Want hoe zit dat nu? Uit deze woorden uit de Bijbel blijkt: dit is puur Gods werk. Voor 100%. Een geestelijk dode vraagt niet om levend gemaakt te worden. Kan dat niet, wil dat niet. Kijk, dat is het tweede accent. Vorige keer, paragraaf 7-10 ging het erom dat het voor 100% onze verantwoordelijkheid is. wij worden geroepen. En dan doen we altijd wat.

We worden geroepen en staan of schuldig omdat we weigeren, of we komen. Elke keer dat we niet komen, niet direct komen is verzet. Maar er is ook een andere kant die het volle pond moet krijgen: het is 100% Gods werk. We worden wedergeboren omdat God het wil en Hij het doet. Ongevraagd en zonder dat wij het kunnen tegenhouden. God doet dat door Zijn Geest. Die doden levend maakt, onwilligen gewillig, tegenstrevers gehoorzaam maakt, die niet willen maakt dat zij wel willen. Hij verschaft Zich toegang tot het hart dat het niet wil. En dat is omdat Christus die zondaren heeft gekocht tot Zijn Eigendom. Omdat Christus voor hen de schuld betaald heeft. En Jezus geeft de Heilige Geest bevel om dat hart open te leggen en binnen te komen en levend te maken. En daar vraagt de Geest geen toestemming voor aan mij of ik dat goed vind en wil. Hij doet wat Jezus Christus Hem opdraagt. En dat deed Jezus omdat de Vader mij gegeven had aan Hem van eeuwigheid. Omdat de Vader zei: deze heb Ik uitverkoren. Ik geef hem of haar aan U. En daarom stelt Jezus Zijn leven voor deze schapen. En daarom laat Hij de Heilige Geest die schapen toebrengen. Dat moet en zal omdat de drieenige God het wil. Soli Deo Gloria. U zij geloofd en gedankt U alleen en U volkomen. Wedergeboorte is: God de Heilige Geest verlicht het verstand én opent hart, dwz. bekeert de wil, de verlangens. En dat is om te beginnen een geweldig Evangelie! Geweldig. Dat God dat doet, en allebei doet. Dat is Evangelie voor iemand wiens verstand verduisterd is en wiens wil verdorven is. Iemand die merkt: ik ben er helemaal niet mee bezig, het houd me niet bezig: hemel of hel, zonde of genade het houd me niet bezig. Ik ga helemaal op in het hier en nu, dat gaat vanzelf. En ik zie en voel niks bij de eeuwigheid. Zo ben ik. En mijn wil is helemaal verkeerd: ik vindt zonde alleen maar fijn. Ik kan en wil het niet laten, voorlopig niet in elk geval. Ik krijg daar en heb daar geen hekel aan. Ik heb geen zin, geen verlangen om te bidden, Bijbel te lezen en op te houden met zondigen. Ik heb geen zin en verlangen om als bekeerd mens te leven. Hier is Christus met Zijn Geest. Ik verlicht het verstand. Ik doe dat. Ik verander de wil, Ik geef een nieuw hart, Ik geef verlangen naar God en hekel aan de zonde. Ik wacht niet Ik hoef niet te wachten totdat jij ermee bezig raakt, Ik hoef niet te wachten tot jij zin krijgt en verlangen. Ik maak doden levend. Nou, kan het voor u of niet? Kan het voor jou of niet? O dat zogenaamde evangelie dat zegt: jij moet ermee bezig willen zijn, jij moet de stap willen zetten, dan neemt God het over, dan gaat de Geest ermee door, maar jij moet eerst willen. Dat kweekt of wanhoop of schijngeloof. Daarom is geestelijk leven ook zo n wonder en groot iets: gewerkt door de Geest, bekostigd door Jezus, gewild door de Vader. Als er iets is om zuinig op te zijn, dan is het wel je geestelijk leven. Om dat te

koesteren, niet in gevaar te brengen, niet slordig mee om te gaan. Want het is uit God. Zijn werk en geschenk. Daarom moet je het zo vasthouden: bekering is 100% onze verantwoordelijkheid en 100% Gods werk. Je moet dat niet gaan verdelen: het is voor 50% Gods werk en 50% onze verantwoordelijkheid. Of, beter lijkt het: 90% Gods werk, 10 % onze verantwoordelijkheid. Of: 99% Gods werk en 1 % onze verantwoordelijkheid, want je moet het toch zelf willen en toestaan. Nee, Godonterend en mensverdervend. Want als ik die éne procent verantwoordelijkheid zelf had: dat God 99% zou doen en dan zou zeggen: nou is het aan jou, wil je of niet, ga je ermee verder of niet, dan zou ik ermee stoppen, het afweren, het afwijzen. Als God ergens een moment zou overlaten waarop het van mij afhing of het door zou gaan dan ging het niet door! Maar God zij dank liet God het niet van mij afhangen, maar Hij voerde Zijn wil uit, onweerstaanbaar. 100% Gods werk en 100% mijn werkzaamheid. Maar in die volgorde en orde. God zorgt en maakt dat ik ga geloven en me bekeren. God zorgt ervoor dat ik ga zoeken en strijden, bidden en verlangen, geloven en liefhebben. Maar in deze orde: omdat God het wil ging ik het ook willen. God trekt me. Hij sleept me niet naar de Heere Jezus, maar Hij trekt me zo dat ik zelf ga en verlang te gaan. God wil en werkt dat ik ook ga willen. En God zij dank niet andersom: dat ik moet willen en dan wil God ook. Dat zou mijn ondergang zijn. Omdat God wilde en werkte, daarom wilde ik ook, kon ik niet anders dan het ook verlangen en gaan zoeken, strijden, geloven en bekeren. Dus: je wilt het zelf en je gelooft omdat God je deed willen. God zij geloofd en geprezen. Of: je wilt niet en je verzet je en je vecht je dood tegen God. Ja! Zo is het. Daar zit niets tussen. Er is geen derde categorie: die het ook wil en zoekt en het goede bedoelt, maar die het van de Heere niet krijgt. Dat kun je wel eens denken. Ik vraag erom, ik wil bekeerd worden, ik zoek het. Maar wil God het wel? Zou God het ook willen voor mij? Dan moeten we in alle liefde zeggen: dat kan niet. Ja, wij willen wel in de hemel komen, maar onze hemel, zoals wij die ons voorstellen. Ja, wij willen wel in de hemel komen, maar op onze manier. Maar God heeft Zijn hemel zoals Hij hem inricht. En God maakt zalig op Zijn manier. En dat wil ik niet, daar vecht ik tegen. Ik wil mezelf niet opgeven, ik wil mijn gerechtigheid niet verwerpelijk achten, ik wil niet erkennen dat het enkel genade is en toevertrouwen. Zalig als je dat leert: Heere Jezus, ik wil niet, maar U wel. Ik verzet me, maar doet U het. U vertrouw ik me toe. U laat ik het doen. Dat is: geloven met hart! Dat is wedergeboorten, dat is bekering. Hij wilde het wel, maar ik wilde niet, totdat Hij me inwon. Amen