Instantie. Onderwerp. Datum

Vergelijkbare documenten
Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

ARBEIDSRECHTBANK TE HASSELT.

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Arbeidshof te Brussel

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 18 APRIL de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

TWEEDUIZEND EN TWAALF. bediendecontract. tegenspraak. definitief. In de zaak : BVBA B.,

, geboren te op ' met ondernemingsnummer ~ wonende te. eisende p a r tij: vertegenwoordigd door mr te

Arbeidshof te Brussel

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. Onderwerp

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

Rep. nr... Eindarrest op tegenspraak. Tweede kamer. Arbeidsovereenkomst voor bedienden ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN. Afdeling Antwerpen ARREST A.R.

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 2 JUNI DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief.

Instelling. Onderwerp. Datum

ANTWERPS BEROEPSKREDIET, coöperatieve vennootschap met. beperkte aansprakelijkheid, met zetel gevestigd te 2000 Antwerpen,

Instelling. Onderwerp. Datum

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

Instelling. Onderwerp. Datum

Arbeidshof te Brussel

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN ARREST. Afdeling Antwerpen A.R. 2010/AA/15 OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN NOVEMBER TWEEDUIZEND EN ELF

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement. Copyright and disclaimer

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Arbeidshof te Brussel

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in volledig akkoord. Copyright and disclaimer

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. A.R.Nr. 2011/AB/1037 OPENBARE TERECHTZITTING VAN 2 NOVEMBER DE KAMER Bediendecontract Tegensprekelijk Definitief

OPENBARE TERECHTZITTING VAN 24 JUNI DE KAMER Arbeidscontract Op tegenspraak conform art G.W. Definitief. G., wonende te xxx.

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding voor gepensioneerden. Copyright and disclaimer

Instantie. Onderwerp. Datum

Gelet op de stukken van de rechtspleging, meer bepaald op :

Instantie. Onderwerp. Datum

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. 1e blad. A.R.Nr. 2012/AB/492 OPENBARE TERECHTZITTING VAN 21 MEI 2013.

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST * * A.R.Nr. 2010/AB/187 le blad. ]'0.11 } 2..83~ OPENBARE TERECHTZITTING VAN 31 OKTOBER 2011.

Instelling. Onderwerp. Datum

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. A.R.Nr le blad. OPENBARE TERECHTZITTING VAN EENENTWINTIG NOVEMBER TWEEDUIZEND EN ZES.

sectie burgerlijke rechtbank

Auteur. Arbeidshof te Brussel. Onderwerp

Arbeidshof te Antwerpen AFDELING HASSELT

Instelling. Onderwerp. Datum

Arbeidshof te Brussel

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Bernard Waûters. Onderwerp. Dit is een uittreksel uit het boek:

Instelling. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 8 MAART de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN VAN 3 MEI 2011

Instelling. Onderwerp. Datum

ARBEIDSRECHTBANK MECHELEN

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer

Instelling. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum

Transcriptie:

Instantie Arbeidsrechtbank te Tongeren Onderwerp Collectieve arbeidsverhoudingen. Collectieve arbeidsovereenkomsten.hiërarchie van de verbindingsbronnen - eindejaarspremie - geen CAO ondernemingsgebruik Datum 16 november 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom, die toebehoren aan bepaalde betrokkenen, en dat er u geen recht wordt verleend op die desbetreffende rechten. M&D Seminars wil u met dit document de nodige informatie verstrekken, zonder dat de in dit document vervatte informatie bedoeld kan worden als een advies. Bijgevolg geeft M & D Seminars geen garanties dat de informatie die dit document bevat, foutloos is, zodat u dit document en de inhoud ervan op eigen risico gebruikt. M&D Seminars, noch enige van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook betreffende het gebruik van dit document en van haar inhoud. M&D Seminars 2005 M&D CONSULT BVBA ARTHUR VERHAEGENSTRAAT 26 9000 GENT TEL 09/224 31 46 FAX 09/225 32 17 E-mail: info@mdseminars.be www.mdseminars.be

Rep.nr. Rolnr. 1696/2004 DE ARBEIDSRECHTBANK VAN HET ARRONDISSEMENT TONGEREN, EERSTE KAMER, heeft het volgende vonnis uitgesproken: INZAKE: K E, Eisende partij, verschijnend door de heer A.L. TEGEN: S. L. N.V.,. Verwerende partij, verschijnend door Mr Gezien de inleidende dagvaarding d.d. 1.7.2004 betekend door gerechtsdeurwaarder @. met standplaats te @, Eerste blad De dagvaarding strekt ertoe verwerende partij te veroordelen tot betaling aan eisende partij van de som van 783,29 EUR, meer de wettelijke en de gerechtelijke intresten, vanaf de datum van opeisbaarheid, meer de kosten van het geding. Tevens wordt de uitvoerbaarheid bij voorraad van het tussen te komen vonnis gevorderd. Gezien de conclusies voor verwerende partij, ontvangen ter griffie van deze rechtbank op 13.8.2004. Gezien de conclusies voor eisende partij, ontvangen ter griffie van deze rechtbank op 25.11.2004. Gezien de aanvullende conclusies voor verwerende partij, ontvangen ter griffie van deze rechtbank, op 17.3.2005. Gezien de aanvullende conclusies voor eisende partij, ontvangen ter griffie van deze rechtbank op 26.5.2005. Gezien het verzoek tot vaststelling volgens artikel 750 1 van het Gerechtelijk Wetboek neergelegd door beide partijen..

Gezien de op 19.9.2005 aan partijen verstuurde oproeping voor de openbare terechtzitting van 19.10.2005 volgens artikel 750 1 van het Gerechtelijk Wetboek. Gehoord partijen in hun middelen en gezegden. Gezien de voor eisende partij neergelegde stukken. Men sprak de Nederlandse taal. De verzoeningspoging ter zitting is mislukt en partijen vorderen vonnis. ONTVANKELIJKHEID De vordering werd naar vorm en inhoud regelmatig ingesteld en is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voorhanden tot het inroepen van een ambtshalve grond van onontvankelijkheid. FEITEN Tweede blad Eisende partij trad als arbeidster in dienst van verwerende partij op 2.11.1999 met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. Op 18.7.2003 wordt eisende partij ontslagen mits betaling van de wettelijk verschuldigde opzegvergoeding. Alhoewel eisende partij vanaf het jaar 1999 jaarlijks een eindejaarspremie ontving, mocht zij bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst de pro rata eindejaarspremie niet ontvangen. Een ingebrekestelling d.d. 12.7.2004 en 20.4.2004 in dit verband, bleef zonder gevolg, zodat tot dagvaarding werd overgegaan. TEN GRONDE 1. Blijkens de door eisende partij bijgebrachte loonbriefjes ressorteert verwerende partij onder het aanvullend PC 100. Verwerende partij houdt voor dat volgens de adviezen van de Dienst voor Collectieve Arbeidsbetrekkingen haar twee zustervennootschappen NV TTI en BVBA S L P onder het PC 120 voor de Textielnijverheid en het Breiwerk ressorteren.

Beide zustervennootschappen werden door het Waarborgfonds voor de Textielnijverheid en het Breiwerk gedagvaard in betaling van de bijdragen onder meer voor de uitbetaling van de aanvullende vakantievergoedingen en momenteel is deze procedure hangend voor het Arbeidshof te Hasselt. Verwerende partij meent dan ook dat de uitspraak van het Arbeidshof dient afgewacht te worden, vermits het Waarborg- en Sociaal Fonds der Textielnijverheid, ingeval van toepasselijkheid van het PC 120, deze eindejaarspremie dient uit te betalen. De rechtbank is het met deze visie niet eens. Verwerende partij is immers zelf geen partij in de gevoerde procedure voor het Arbeidshof, zodat de uitspraak betreffende de toepasselijkheid van een ander PC geen gezag heeft ten haren opzichte. Ter zitting geeft verwerende partij overigens toe dat de diensten van de RSZ nog steeds aanvaarden dat zij ressorteert onder het PC 100. Tevens werden na het ontslag van eisende partij aan de andere werknemers nog steeds eindejaarspremies uitbetaald, ook in de jaren 2003 en 2004. Derde blad 2. Er dient dus aangenomen te worden dat verwerende partij, op het ogenblik van het ontslag van eisende partij ressorteerde onder het PC 100. Er werden geen CAO. s gesloten die een eindejaarspremie voorzien voor de werknemers die onder dit comité ressorteren. Verwerende partij betaalde echter aan alle werknemers jaarlijks in de maand december een eindejaarspremie uit. Dit gebeurde reeds in het jaar 1999 op welk ogenblik eisende partij nog geen twee maanden in dienst was. Eisende partij beroept zich aldus op een ondernemingsgebruik, zodat ook voor het jaar 2003 de eindejaarspremie verschuldigd is. Een gebruik ontstaat door een praktijk die gekenmerkt wordt door algemeenheid, vastheid en bestendigheid. Onder die omstandigheden wordt het gebruik een verworven recht. De elementen algemeenheid, vastheid en bestendigheid, vormen het objectief of materieel bestanddeel van het gebruik: een werkelijke praktijk binnen een homogene gemeenschap, zoals de arbeidswereld, de bedrijfstak in de onderneming. De laatste twee criteria, vastheid en bestendigheid, kunnen voortvloeien uit de gebruikte benaming, bv. dertiende maand. Verder vereist een gebruik een subjectief of psychologisch element, zijnde het bewustzijn bij de individuen dat de praktijk wordt in stand gehouden als een norm en niet als een toevallig iets. ( VAN EECKHOUTTE W., Informele rechtsbronnen in het Arbeidsrecht, Actuele problemen van het Arbeidsrecht 5, nr. 1216 blz. 554)

De rechtbank stelt samen met eisende partij vast, dat aan deze voorwaarden voldaan is. Over de volledige periode van tewerkstelling vanaf 1999 werd door verweerster een eindejaarspremie betaald tot en met 2002. Er kan dan ook door verweerster niet worden betwist dat dit een door haar gewilde praktijk was. De uitbetaling van de eindejaarspremie gebeurde niet alleen voor eisende partij, maar voor alle arbeiders in het bedrijf. Artikel 51 van de CAO-wet, dat de hiërarchie van de bronnen der verbintenissen in de arbeidsverhoudingen tussen werkgevers en werknemers vaststelt, bepaalt dat wanneer twee normen met hetzelfde voorwerp onverenigbaar zijn, de norm van de lagere orde moet ter zijde geschoven worden. ( Cass. 5.6.2000, J.T.T. 2000,420 en Arbh. Brussel, 22.5.1996, J.T.T. 2000,428) Er is in casu geen onverenigbaarheid tussen het gebruik in de onderneming dat een eindejaarspremie toekent aan de werknemers en de hogere rechtsbronnen waarin dit niet voorzien wordt. In de hogere rechtsbronnen wordt trouwens niet verboden dat de werkgever een dergelijk voordeel aan zijn werknemers zou toestaan. 3. Eisende partij kan aldus aanspraak maken op de betaling van het bedrag van 783,29 EUR, hetwelk cijfermatig niet betwist wordt, te vermeerderen met de moratoire intresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf datum van verschuldigdheid, en de gerechtelijke intresten. Vierde blad Verwerende partij dient veroordeeld te worden in betaling van de kosten van het geding. 4. Eisende partij vraagt de uitvoerbaarheid bij voorraad van het tussen te komen vonnis. Zij brengt desbetreffend geen argumenten bij, en de rechtbank meent dat uit de omstandigheden van de zaak, niet kan afgeleid worden dat op dit verzoek dient ingegaan te worden. De uitvoerbaarheid bij voorraad mag inderdaad slechts in uitzonderlijke gevallen worden uitgesproken en met afweging van de belangen van de partijen. - Antwerpen, 11.2.1987, R.W. 1986-1987, 2640 met noot LAENENS J. - Arbh. Bergen, 7.4.1992, J.L.M.B., 1992, 1204 - Kh. Luik, 10.11.1983, T.B.H., 1985, 118, noot. Daarenboven is een uitvoerbaarheid bij voorraad slechts aangewezen voor bedragen die als verschuldigd erkend zijn of als dusdanig moeten worden beschouwd, quod non in casu. ( LAENENS J. noot onder Arbh. Gent, 7.5.1990, R.W. 1990-1991, 301)

De rechtspraak aanvaardt verder de uitvoerbaarheid bij voorraad in zogenaamde bijzondere omstandigheden en preciseert dat er geen sprake is van dergelijke omstandigheden indien de verwerende partij ( schuldenaar) niet insolvabel is. (Arbh. Bergen, 7.4.1992, J.L.M.B., 1992, 1204) In casu is er geen enkel gevaar op insolvabiliteit, minstens wordt deze door eisende partij niet aangetoond. De uitvoerbaarheid bij voorraad is in huidige betwisting dan ook niet verantwoord. === De verdere argumenten van partijen, ontwikkeld in conclusies of ter zitting, en voor zover niet beantwoord in huidig vonnis, worden verworpen als irrelevant, minstens ongegrond. Gelet op de Wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken. OM DEZE REDENEN, DE RECHTBANK, statuerende op tegenspraak, Vijfde blad Na beraad, Verklaart de vordering ONTVANKELIJK Verklaart de vordering van eisende partij deels GEGROND, zoals hierna bepaald. Veroordeelt verwerende partij, in betaling aan eisende partij van een bedrag van 783,29 EUR, voormeld bedrag te verminderen met wettelijk verplichte inhoudingen, in zoverre verschuldigd en te vermeerderen met de moratoire intresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf datum van verschuldigdheid en de gerechtelijke intresten vanaf 1.7.2004, intresten te berekenen op het nettoopeisbaar gedeelte van de toegekende vergoeding.

Veroordeelt verwerende partij in betaling van de gerechtskosten, in hoofde van eisende partij vastgesteld op 88,83 EUR dagvaardingskosten en in haren hoofde vastgesteld op 71,39 EUR rechtsplegingsvergoeding. Wijst de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad af. Aldus uitgesproken door de Eerste Kamer van deze Rechtbank in datum van 16 november 2005. Zesde en laatste blad Aanwezig: