Marktanalyse Wlz

Vergelijkbare documenten
Regionale marktanalyse Wlz

Marktanalyse Wlz. Zorgkantoren Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

AWBZ en Wlz: een vergelijking

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Marktanalyse zorginkoop Wlz 2018

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Marktanalyse 2016 Zuid-Hollandse Eilanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Marktanalyse zorginkoop Wlz 2017

Marktanalyse 2016 Zeeland

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Marktanalyse 2016 Zuid-Limburg

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Marktanalyse 2016 West-Brabant

Marktanalyse 2015 Afdeling: Verpleging en Verzorging Regio: Haaglanden

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 5 december 2014

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Ad 1: voor de VTV is gekozen omdat dit de meest toonaangevende en recente voorspelling op dit moment is. Daar waar demografische ontwikkelingen in de

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Marktanalyse 2016 Haaglanden

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 23 oktober 2014

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Marktanalyse 2019 Zuidoost-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Regionale VTV Ziekten in de toekomst. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst

Kwartaalmonitor Indicatiemelding

Telefoonnummer

Marktanalyse 2017 Haaglanden

INVESTEREN IN WONEN, WELZIJN EN ZORG. PAUL REIJN & AUKE VLONK

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Marktanalyse 2019 West-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Marktanalyse 2019 Zeeland

Marktanalyse 2018 Zuidoost-Brabant

Overheveling begeleiding Zuid-Holland Noord (ZHN) 14 juni 2011 A. Augustinus Manager Care

Samen maken we de zorg persoonlijk

Marktanalyse 2019 Haaglanden

Samen maken we de zorg persoonlijk

Samen maken we de zorg persoonlijk

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

Cijfers over dementie

SECTORVREEMDE EN INSTELLINGSVREEMDE ZZP S. Geldig in jaar: 2011 Versie: 1.0

FAQ presentatie zorgaanbieders januari / februari 2015

Marktanalyse 2019 Zuid-Hollandse Eilanden

Marktanalyse 2019 Zuid-Limburg

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Facts & Figures Dementie

Kwartaalmonitor Indicatiemelding

Figuur 1. Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel. Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig

Marktanalyse 2017 Zuid-Limburg

Noord Holland Noord sector GHZ

Samen maken we de zorg persoonlijk

Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten. Dung Ngo MSc 15 december 2010

Marktanalyse 2017 Zuidoost Brabant

Samen maken we de zorg persoonlijk

Samen maken we de zorg persoonlijk

Regioanalyse Verpleging & Verzorging Flevoland

Marktanalyse 2018 West-Brabant

Marktanalyse 2017 West Brabant

Samen maken we de zorg persoonlijk

Samen maken we de zorg persoonlijk

Samen maken we de zorg persoonlijk

Regionale VTV Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Gebruik en omvang pgb Jeugd Holland Rijnland

Marktanalyse 2018 Zeeland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitkomsten enquête toetsingskader doelmatige en verantwoorde zorg thuis

Marktanalyse 2018 Zuid-Limburg

Samen maken we de zorg persoonlijk

Gevolgen scheiden van wonen en zorg Goeree-Overflakkee

Samen maken we de zorg persoonlijk

Stand van zaken experiment persoonsvolgende bekostiging in Zuid-Limburg Effect op inkoop en wachtlijsten

Samen maken we de zorg persoonlijk

Samen maken we de zorg persoonlijk

Uitkomsten enquête Toetsingskader Doelmatig en Verantwoorde Zorg Thuis

INWONERS KWETSBARE BURGERS IN EEN GEMEENTE MET...

Samen maken we de zorg persoonlijk

Decentralisatie begeleiding Amstelland en de Meerlanden (A&M) 20 juni 2011 S. van de Loosdrecht Sr. Zorginkoper Care

Marktanalyse Zuid Hollandse Eilanden

Marktanalyse 2017 Zeeland

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Samen maken we de zorg persoonlijk

Trends verwachte zorgvraag. Regio KAM, samen Voor Betere Zorg

Samen maken we de zorg persoonlijk

Stand van zaken experiment persoonsvolgende bekostiging in Zuid-Limburg Effect op inkoop en wachtlijsten

Transcriptie:

Marktanalyse 2016-2017 Wlz Zorgkantoren Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord

Inhoud Inleiding... 4 1 Bevolking... 5 1.1 Demografie... 5 1.2 Epidemiologie... 9 1.2.1 Coronaire hartziekten... 9 1.2.2 Diabetes mellitus... 10 1.2.3 Beroerte... 11 1.2.4 Dementie... 12 1.2.5 Mantelzorg... 13 1.3 Samenvatting demografie en epidemiologie... 14 2. Vraagontwikkeling... 14 2.1 Verpleging en verzorging... 15 2.2 Gehandicaptenzorg... 16 2.2.1 LG... 16 2.2.2 LVG... 18 2.2.3 ZG aud en ZG vis... 18 2.3 Samenvatting ten aanzien van de vraagontwikkeling... 18 3 Aanbod... 19 3.1 Sector Verpleging en Verzorging... 19 3.1.1 Intramuraal in zorg... 19 3.1.2. Afname op de lage ZZP s... 21 3.1.3 Toename op de hoge ZZP s... 23 3.1.4 Gemiddelde leeftijd cliënten intramuraal in zorg... 23 3.1.5 Actief wachtend voor intramurale zorg... 25 3.1.6 Wens wachtend voor intramurale zorg... 26 3.1.7 Zorg ter overbrugging van de wachttijd... 28 3.1.8 Bovenregionaal... 29 3.1.9 Crisiszorg sector VV... 30 3.1.10 Samenvatting sector verpleging en verzorging... 32 3.2 Sector gehandicaptenzorg... 33 3.2.1 Intramuraal in zorg GZ... 33 3.2.2 Afname van lage ZZP s... 33 3.2.3 Taakstelling VWS... 35 2

3.2.4 Actief wachtend voor intramurale zorg... 35 3.2.5 Wens wachtend voor intramurale zorg... 37 3.2.6 Zorg ter overbrugging van de wachttijd... 40 3.2.7 Bovenregionaal... 41 3.2.8 Crisiszorg in de GZ... 42 3.2.9 Samenvatting sector gehandicaptenzorg... 42 3.3 Sector Geestelijke gezondheidszorg... 43 3.3.2 Samenvatting sector geestelijke gezondheidszorg... 44 3.4 Zorg in de thuissituatie... 45 3.4.1 Extramurale zorg; Modulair Pakket Thuis... 45 3.4.2 Volledig Pakket Thuis... 46 3.5 Persoons Gebonden Budget (PGB)... 47 3.5.1 Samenvatting betreffende PGB... 48 4.Signalen uit het veld... 49 Conclusie... 50 Bijlage 1 Samenvattende cijfers per peildatum... 52 3

Inleiding Voor u ligt de marktanalyse van het zorgkantoor Zorg en Zekerheid ten behoeve van de zorginkoop voor het jaar 2017. Het zorgkantoor heeft als kerntaak het inkopen van voldoende, kwalitatief goede en doelmatige zorg die aansluit bij de vraag van de cliënt. Het doel van deze marktanalyse is het optimaliseren van het zorgresultaat voor de cliënten in de zorgkantoorregio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord. Hiertoe is gekeken naar demografische ontwikkelingen, demografie, declaratiegegevens, ontwikkelingen in CIZ-indicaties, iwlz-gegevens (o.a. wachtlijstontwikkeling) en signalen afgegeven door het veld (zorgaanbieders, cliënten, cliëntvertegenwoordiging). Centraal staat de door de cliënt ervaren kwaliteit van leven. 4

1 Bevolking 1.1 Demografie De bevolkingssamenstelling in de zorgkantoorregio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord vertoont grote overeenstemming met de bevolkingssamenstelling van geheel Nederland in 2015. Het grootste percentage van de bevolking bevindt zich in de leeftijd van 40-65 jaar, in de leeftijd van 20-35 jaar is de bevolking het minst vertegenwoordigd. In de regio AM is de verhouding tussen deze leeftijdscategorieën het grootst (figuur 1, 2 en 3). De verdeling van de Wlz-populatie in figuren 4 en 5 laat zien dat er meer vrouwen dan mannen in zorg zijn in beide regio s en in de leeftijdscategorieën vanaf 65 jaar. Tot de 65 jaar zijn er meer mannen die Wlz-zorg ontvangen dan vrouwen. Figuur 1 Bevolkingssamenstelling Nederland 2015, peildatum 1-1-2015(CBS StatLine) Figuur 2 Bevolkingssamenstelling Amstelland en de Meerlanden 2015, peildatum 1-1-2015(CBS StatLine) Figuur 3 Bevolkingssamenstelling Zuid-Holland Noord 2015, peildatum 1-1-2015 (CBS StatLine) 5

Figuur 4 Verdeling Wlz-cliëntpopulatie naar leeftijd per 31-12-2015 in de regio Amstelland en de Meerlanden (iwlz) Figuur 5 Verdeling Wlz-cliëntpopulatie naar leeftijd per 31-12-2015 regio Zuid-Holland Noord (iwlz) 6

Figuur 6 Landelijke bevolkingsprognose per leeftijdscategorie 2015-2040 (CBS StatLine) De meeste Wlz-cliënten in de regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord hebben een leeftijd van 80 jaar of ouder (Figuur 4 en 5). In figuur 6 is zichtbaar dat landelijk het aantal inwoners met deze hoge leeftijd zal toenemen. Inwoners van Nederland worden steeds ouder. Figuur 7 en 8 geven de gemiddelde leeftijdsverwachting per prognosejaar weer. Hierbij wordt gekeken naar de werkelijke leeftijd van de inwoner en naar het aantal jaren dat iemand van een bepaalde leeftijd naar verwachting nog te leven heeft. Het is de verwachting dat de inwoners van Nederland in de toekomst ouder worden: een 85- jarige man in 2015, zal gemiddeld naar verwachting 90.7 worden, een 85-jarige man in 2035 wordt gemiddeld genomen naar verwachting 91.8 jaar. Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen. Zo geldt in 2015 de gemiddelde levensverwachting voor een 85-jarige vrouw van 91.8, waar in 2035 gemiddeld genomen een 85-jarige vrouw naar verwachting 92.2 wordt. Figuur 7 Gemiddelde leeftijdsverwachting in jaren voor mannen in Nederland (CBS StatLine) 7

Figuur 8 Gemiddelde leeftijdsverwachting in jaren voor vrouwen in Nederland (CBS StatLine) De levensverwachting van Nederlandse inwoners neemt toe. Het grootste deel van de cliëntpopulatie in de Wlz is 80 jaar of ouder (figuur 4+5). Dit zijn cliënten die voornamelijk gebruik maken van zorg in de sector VV. Voor beide zorgkantoorregio s is bekeken hoeveel 80+ ers woonachting zijn in deze regio s. Deze aantallen zijn afgezet tegenover het aantal geldige indicaties van de zorgzwaartepakketten (ZZP). Er wordt hierbij alleen gekeken naar de hoge VV-ZZP s VV (VV4-VV10) (tabel 1),omdat indicaties voor de lage ZZP s (VV1-VV3) per 2015 niet meer worden afgegeven door het CIZ. Tabel 1 Ontwikkeling aantal 80+ ers in de zorgkantoorregio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord tussen 2012-2015 vs aantal geldige CIZ indicaties Amstelland en de Meerlanden 2012 2013 2014 2015 Aantal inwoners 80+ 12359 12639 12823 13105 Aantal geldige indicaties hoog ZZP (VV4-VV10) 2160 2100 2255 2375 Procentuele verhouding geldige indicaties/80+ers 17% 17% 18% 18% Zuid-Holland Noord 2012 2013 2014 2015 Aantal inwoners 80+ 19883 20388 22215 22759 Aantal geldige indicaties hoog ZZP (VV4-VV10) 3505 3615 3775 3985 Procentuele verhouding geldige indicaties/80+ers 18% 18% 17% 18% Ondanks het toenemende aantal 80+ ers is het percentage cliënten met een hoge Wlz-indicatie in de afgelopen 4 jaar gelijk gebleven in de zorgkantoorregio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid- Holland Noord. De verhouding tussen het aantal geldige aantal indicaties voor hoge ZZP s en het aantal 80+ ers is in de periode 2012-2015 redelijk stabiel tussen 17%-18%. Dit geldt voor beide zorgkantoorregio s. Ondanks dat dit percentage gelijk blijft neemt de absolute populatie 80+ ers toe. Dit aantal 80+ ers zal volgens de prognose van het CBS toenemen. Wanneer deze trend zich in de toekomst voortzet verwacht het zorgkantoor in de toekomst meer ouderen die een beroep zullen doen op de Wlz. 8

1.2 Epidemiologie De ontwikkeling in zorgvraag wordt naast de demografische ontwikkelingen ook bepaald door de aanwezigheid en ontwikkeling van bepaalde ziektebeelden. De eigen regie en kwaliteit van leven kunnen hier sterk door beïnvloed worden. Het RIVM heeft onderzocht dat de volgende aandoeningen het grootste verlies aan gezonde levensjaren (ziektejaarequivalenten) en hiermee het grootste verlies in kwaliteit van leven als gevolg hebben (tabel 2). Tabel 2 Top tien van aandoeningen bij ouderen (65+) op basis van ziektejaarequivalenten in 2011 (Volksgezondheidenzorg) Rangnummer Ziekte / Aandoening 1 Coronaire hartziekten 2 Diabetes mellitus 3 Beroerte 4 Artrose 5 COPD 6 Gehoorstoornissen 7 Dementie 8 Nek- en rugklachten 9 Gezichtsstoornissen 10 Hartritmestoornissen Door stijging van de levensverwachting, de bevolking en de vergrijzing zal de vraag naar gezondheidszorg toenemen en zal er meer aanspraak gemaakt worden op gespecialiseerd aanbod voor deze genoemde aandoeningen. Het zorgkantoor Zorg en Zekerheid heeft met een aantal gespecialiseerde zorginstellingen afspraken gemaakt voor het leveren van zorg aan specifieke doelgroepen (o.a. CVA, Invasieve en non-invasieve beademing en Huntington). 1.2.1 Coronaire hartziekten Het grootste verlies in kwaliteit van leven bij 65+ ers in 2011 ging gepaard met coronaire hartziekten. Sinds 1980 is het aantal sterfgevallen door coronaire hartziekten sterk gedaald. Deze daling wordt veroorzaakt door de toegenomen medische mogelijkheden en verbeterde toepassing van de beschikbare behandelingsmethoden. Toch wordt tussen 2011-2030 een stijging van het aantal mensen met een coronaire hartziekte verwacht (figuur 9). De groei en vergrijzing van de bevolking is hier debet aan. Door een verwachte daling in het aantal mensen die roken zal deze stijging wat afgezwakt worden. 9

Figuur 9 Trendscenario prevalentie hart- en vaatziekten, 2011-2030 (volksgezondheidenzorg) 1.2.2 Diabetes mellitus Ook Diabetes mellitus geeft een sterke ervaring van het verlies in mentale en fysieke kwaliteit van leven. Daarnaast is er vaak sprake van comorbiditeit (hart- en vaatziekten, overgewicht en depressie). Het aantal en de ernst van deze aandoeningen bepaalt sterk de kwaliteit van leven. Het aantal personen met Diabetes mellitus is tussen 1992-2014 toegenomen; bij de mannen is dit aantal zelfs verdubbeld (Figuur 10). Uitgaande van de demografische ontwikkelingen zullen er in 2030 ruim 30% meer personen met diabetes mellitus in Nederland zijn. Maar door epidemiologische ontwikkelingen en veranderingen in risicofactoren zal deze trend met 2-7% gereduceerd kunnen worden. Figuur 10 Jaarprevalentie Diabetes mellitus, 1991-2014 (volksgezondheidenzorg) 10

1.2.3 Beroerte Beroerte bezit de derde plaats in de top tien van aandoeningen met het grootste verlies aan gezonde levensjaren. Door de vergrijzing zal het aantal personen met een beroerte toenemen en ook de ziektelast, gevormd door de jaren geleefd met beroerte, zal stijgen (zie figuur 11). Figuur 11 Trendscenario ziektelast van beroerte, 2011-2030 (volksgezondheidenzorg) Ziektelast is uitgedrukt in DALY s (Disability Adjusted Life Years): een maat voor gezondheidsverlies, opgebouwd uit de jaren verloren door vroegtijdige sterfte en de jaren geleefd met de ziekte, rekening houdend met de ernst van de ziekte. Uit onderzoek van RIVM is gebleken dat de prevalentie sterk toeneemt met de leeftijd, dit geldt zowel voor mannen als vrouwen (figuur 12). Figuur 12 Prevalentie van beroerte, 2011(volksgezondheidenzorg) 11

Circa 25% van de cliënten met een beroerte gaan na ziekenhuisopname ter revalidatie naar een reactiveringsafdeling van een verpleeghuis. Eén op de vijf CVA-patiënten heeft langdurig reactivering en verpleging nodig. Zij verblijven langdurig of zelfs blijvend in een verpleeghuis. Cliënten die na hun revalidatie wel naar huis gaan kunnen alsnog een beroep op Wlz-zorg blijven doen middels dagopvang. (Nederlandse Hartstichting, 2016) 1.2.4 Dementie Ook dementie geeft een groot verlies in kwaliteit van leven. Dementie komt voornamelijk voor bij ouderen en neemt sterk toe met de leeftijd: 10% van 65+, 20% bij mensen boven 80 jaar 40% bij mensen boven de 90 jaar. (volksgezondheidenzorg, 2016, Alzheimer Nederland & Vilans, 2013). Tussen 1991 en 2011 is er een stijging zichtbaar in het aantal personen met dementie in Nederland (figuur 13). Figuur 13 Puntprevalentie van dementie, 1991-2011 (volksgezondheidenzorg) Deze stijging wordt deels veroorzaakt doordat (huis)artsen alerter zijn op dementie, de beschikbaarheid van korte screeningsinstrumenten, standaardiseren van de diagnostische criteria ontwikkelingen van diagnostische protocollen Een hoge leeftijd is de belangrijkste risicofactor voor dementie. Door de toegenomen levensverwachting en omvang van 40-65-jarigen is de verwachting dat tussen 2011-2030 het absolute aantal personen met dementie sterk zal stijgen. Puur op basis van demografische gegevens is de verwachting dat dit aantal met 73% zal stijgen. Alzheimer Nederland verwacht een lagere stijging. Een gezondere leefstijl verlaagt het risico op hart- en vaatziekten, en daarmee het risico op 12

dementie, waardoor de groei van het aantal personen met dementie 3-20% lager zou kunnen uitvallen. Mensen leven gemiddeld 8 jaar met de aandoening dementie. (Alzheimer Nederland) Ruim 30% van de populatie dementerenden ontvangt zorg in een verpleeg-of een verzorgingshuis, 53% ontvangt zorg thuis. Er wordt veel gebruik gemaakt van dagbesteding: 18% gemiddeld 1x per week een dagactiviteit/ontmoetingscentrum 14% dagopvang van het verzorgingshuis 7% dagopvang van het verpleeghuis 1.2.5 Mantelzorg Landelijk verleend 12,1% van de Nederlandse bevolking mantelzorg. Hierbij geldt dat de mantelzorg al minimaal 3 maanden moet duren, of het moet gaan om minimaal 8 uur zorg per week. De grootste groep mantelzorgers is tussen de 45 en 65 jaar (Mezzo 2016). Binnen de zorgkantoorregio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord is te zien dat het percentage mantelzorgers in de gemeente Katwijk, Noordwijk, Alphen aan den Rijn, Haarlemmermeer en Zoeterwoude hoger ligt met 12,2% tot 14,9% (Figuur 14). In gemeente Leiderdorp en Nieuwkoop ligt het percentage zelfs boven de 14,9%. Een groot deel van de mantelzorgers geeft aan zwaar belast te zijn (figuur 15). In Noordwijk en Alphen aan den Rijn loopt deze perceptie van zwaar belast zijn zelfs op tot meer dan 18,2% van de mantelzorgers. Gezien in de participatiemaatschappij een steeds groter beroep wordt gedaan op mantelzorgers is het belangrijk om ontwikkelingen op het gebied van overbelaste mantelzorgers in ogenschouw te nemen. Indien mantelzorgers wegvallen doordat zij te zwaar belast zijn is de kans groot dat cliënten beroep moeten doen op professionele zorg, waaronder Wlz-zorg. Uit onderzoek van het CSP is gebleken dat één op de tien Nederlanders niet beschikt over een sociaal netwerk dat hulp en ondersteuning kan bieden als om gezondheidsredenen langdurig (extra) hulp nodig is. Bij ouderen en mensen met een beperking is de mogelijkheid om terug te vallen op iemand uit de sociale omgeving één op de vijf. (SCP) Figuur 14. Procentueel aantal inwoners dat mantelzorg verleend binnen de zorgkantoorregio's Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord in 2012. (Gezondheidsmonitor GGD'en, CBS en RIVM, 2012) 13

Figuur 15. Percentage van de mantelzorgers dat aangeeft zich door die zorg 'tamelijk zwaar belast', 'zeer zwaar belast' of 'overbelast' te voelen. Betreft de zorgkantoorregio's Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord (Gezondheidsmonitor GGD'en, CBS en RIVM, 2012) 1.3 Samenvatting demografie en epidemiologie De zorgkantoorregio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord vertonen een vergelijkbaar beeld qua bevolkingssamenstelling als landelijk. De verdeling van Wlz-cliënten naar leeftijd laat zien dat het grootste deel van de Wlz-populatie uit vrouwelijke cliënten bestaat in de leeftijd van 80-90 jaar. De bevolkingsprognoses van het CBS voorspellen landelijk een toename van het aantal 80+ers. De gemiddelde leeftijdsverwachting neemt toe, voor zowel mannen als vrouwen. Dit betekent dat mensen steeds ouder worden. Het aantal cliënten met chronische ziekten die grote negatieve invloed op de kwaliteit van leven opleveren neemt toe, met name vanaf de leeftijd van 70 jaar. Hoe deze aantallen zich verhouden binnen de Wlz-populatie is onbekend. Gezien de demografische ontwikkelingen en de huidige Wlzpopulatie in de regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord kan het zorgkantoor wel aannemen dat het aantal zorgbehoevenden dat in de toekomst een beroep gaat doen op Wlz zal toenemen. Binnen enkele gemeenten binnen de zorgkantoorregio s wordt procentueel meer mantelzorg verleend dan landelijk. Gezien de bevolkingssamenstelling en de het feit dat minder zorgbehoevenden over een geschikt sociaal netwerk bezitten is de verwachting dat het aantal mantelzorgers t.o.v. het aantal zorgbehoevenden in de toekomst afneemt. Dit geldt met name voor de regio Amstelland en de Meerlanden. 2. Vraagontwikkeling De vraag ontwikkeling in een zorgkantoorregio kan benaderd worden door te kijken naar het aantal geldige indicaties afgegeven door het CIZ. Dit geeft echter geen sluitend beeld. Cliënten kunnen er voor kiezen de indicatie niet te verzilveren, deze indicaties worden dan wel weergegeven maar betreffen cliënten die niet in zorg zijn. Ook kunnen cliënten er voor kiezen de indicatie in een andere regio dan de afgifteregio van de indicatie te verzilveren, waardoor afgegeven indicaties in een regio leiden tot een overschatting van de cliëntaantallen. Daarnaast is het mogelijk dat cliënten uit een andere zorgkantoorregio in zorg willen in de regio s hieronder besproken. In dat geval is sprake van een onderschatting van de cliëntaantallen. Onderstaand wordt gekeken naar de aantallen geldige indicaties in de regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord volgens de gegevens 14

van het CIZ. Deze aantallen geven een inschatting van het verloop van de vraagontwikkelingen, is er bijvoorbeeld een toename op specifieke ZZP s over de jaren heen of blijven aantallen gelijk? 2.1 Verpleging en verzorging De onderstaande figuren 16, 17 en 18 geven het aantal geldige indicaties voor intramurale zorg weer, zoals afgegeven door het CIZ (CIZ basisrapportage AWBZ). Landelijk is een afname zichtbaar van de ZZP s 1VV, 2VV, 3VV en 4VV. Er is een toename van geldige indicaties voor 5VV, 6VV en 7VV. De hoogste ZZP s 8VV, 9VVb en 10VV nemen licht af. In totaliteit nemen de aantallen geldige indicaties landelijk af. In Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord is de totale afname van geldige indicaties ook zichtbaar. Ook de afname van de lage ZZP s 1VV, 2VV en 3VV is duidelijk zichtbaar. Toename van aantallen indicaties zijn vooral zichtbaar bij 5VV en 6VV. In Amstelland en de Meerlanden is een afname van het aantal geldige 4VV indicaties waarneembaar, waar de indicaties op dit ZZP in Zuid Holland Noord in 2015 juist zijn toegenomen. De regio Zuid-Holland Noord wijkt daarmee af van het landelijk beeld. De regio Zuid-Holland Noord wijkt ook af van landelijk op de aantallen 7VV indicaties; er is een lichte afname zichtbaar, waar landelijk de aantallen 7VV juist toenemen. De totale afname in het aantal geldige indicaties in beide regio s is, net als landelijk, te verklaren door het niet meer afgeven van lage ZZP s. De toename van de hoge ZZPen is niet zo groot als de afname van de lage ZZPen. Netto blijven dus in beide regio s minder geldige indicaties over, wel is er sprake van zorgverzwaring. Figuur 16 Cliënten met een geldig indicatie voor intramurale VV-zorg, Landelijk (CIZ) Figuur 17 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale VVzorg, Amstelland en de Meerlanden (CIZ) Figuur 18 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale VV-zorg Zuid-Holland Noord (CIZ) 15

2.2 Gehandicaptenzorg De onderstaande figuren 19,20 en 21 geven het aantal geldige indicaties voor intramurale zorg weer, zoals afgegeven door het CIZ (CIZ basisrapportage AWBZ). 2.2.1 VG Landelijk is een afname zichtbaar van de lage ZZPen 1VG en 2VG. Ook neemt landelijk het aantal geldige indicaties voor 5VG af. De overige VG indicaties (3VG, 4VG, 6VG, 7VG en 8VG) nemen landelijk toe (figuur 19). Waar het beeld in Zuid-Holland Noord vergelijkbaar is met landelijk (figuur 21), is in Amstelland en de Meerlanden in tegenstelling tot het landelijk beeld een afname zichtbaar van het aantal geldige 3VG indicaties en een lichte afname van 7VG indicaties (figuur 20). In totaliteit neemt in beide regio s het aantal geldige indicaties toe, zoals ook het landelijk beeld is. Dit betekent dat de GZ sector wat betreft VG-indicaties groter wordt. F Figuur 19 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale zorg, landelijk (GZ-VG) (CIZ) Figuur 20 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale zorg (GZ-VG), Amstelland en de Meerlanden (CIZ) Figuur 21 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale zorg (GZ-VG) Zuid-Holland Noord (CIZ) 16

2.2.1 LG Landelijk is een afname in het aantal geldige indicaties voor de ZZP s LG waarneembaar (figuur 22). Deze afname geldt met name voor de 1LG tot en met 5LG. Indicaties voor 6LG nemen landelijk licht toe, 7LG neemt in 2015 ten opzichte van 2013 licht af. Voor de geldige indicaties LG in de regio Amstelland en de Meerlanden geldt dat het aantal indicaties redelijk stabiel is, het gaat echter om zeer kleine aantallen (figuur 23). In Zuid-Holland Noord is een lichte afname zichtbaar bij de 1LG tot en met 5LG en een lichte toename van 6LG en 7LG (figuur 24). Netto neemt in de regio Zuid-Holland Noord het aantal cliënten af, hetgeen overeenkomt met het landelijke beeld. Figuur 22 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale zorg (GZ-LG), Landelijk (CIZ) Figuur 23 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale zorg (GZ-LG), Amstelland en de Meerlanden (CIZ) Figuur 24 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale zorg (GZ-LG) (CIZ) 17

2.2.2 LVG Landelijke gegevens over het aantal geldige LVG indicaties laten een afname zien van het totaal aantal LVG indicaties tussen 2013 en 2015 (figuur 25). Deze afname is vooral zichtbaar bij 1LVG tot en met 3LVG. Een toename van 4LVG is waarneembaar, waar het aantal geldige indicaties voor 5LVG en SGLVG licht afneemt. In de regio Amstelland en de Meerlanden zijn alleen geldige indicaties 2LVG tot en met 4LVG afgegeven (figuur 26). Netto neemt het aantal geldige indicaties in deze regio licht af in de periode 2013 tot en met 2015. Deze afname is ook zichtbaar in Zuid-Holland Noord en komt overeen met het landelijke beeld (figuur 27). Figuur 25 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale zorg (GZ-LVG), Landelijk (CIZ) Figuur 26 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale zorg (GZ-LVG), Amstelland en de Meerlanden (CIZ) Figuur 27 Cliënten met een geldige indicatie voor intramurale zorg (GZ-LVG), Zuid-Holland Noord (CIZ) 2.2.3 ZG aud en ZG vis In zowel de regio Amstelland en de Meerlanden als Zuid-Holland Noord is het aantal geldige indicaties voor de ZZP s ZG aud en ZG vis minimaal (minder dan 10 geldige indicaties). Derhalve worden deze cijfers niet vermeld. 2.3 Samenvatting ten aanzien van de vraagontwikkeling Verpleging en verzorging Over het algemeen ontwikkelt de vraag zich in de regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid- Holland Noord volgens het landelijke beeld. Dit betekent dat er een duidelijke afname is in de vraag naar lage zorgzwaarte, waar een toename is op de hoge zorgzwaarte. De afname op de lage zorgzwaarte is groter dan de toename op de hoge zorgzwaarte, waardoor het totaal aantal cliënten afneemt. 18

Gehandicaptenzorg In beide regio s neemt het aantal VG-cliënten toe, zoals ook het landelijk beeld is. Het aantal LG cliënten neemt af, evenals het aantal LVG-cliënten. De toename op VG-cliënten is groter dan de afname op de andere GZ-indicaties. Dit betekent dat de vraag binnen de sector GZ in totaal stijgt. 3 Aanbod Door per zorgkantoorregio te kijken naar het aantal cliënten in zorg, de actief wachtenden en de wenswachtenden kan een inschatting gemaakt worden of het zorgaanbod in de regio toereikend is. In onderstaande paragrafen wordt ingegaan op cliëntaantallen per regio per sector. Hierbij is gebruik gemaakt van de gegevens zoals aangeleverd door zorgaanbieders in iwlz. In iwlz is het mogelijk dat er wijzigingen in bijvoorbeeld leveringsstatus worden doorgevoerd met terugwerkende kracht. De kans bestaat daarom dat de gebruikte gegevens licht afwijken van de werkelijkheid. De gehanteerde cijfers staan per peildatum samengevoegd in bijlage 1. 3.1 Sector Verpleging en Verzorging 3.1.1 Intramuraal in zorg Het aantal cliënten dat intramuraal in zorg is in de sector verpleging en verzorging neemt af (figuur 28). Op 1 januari 2013 zijn in de regio Amstelland en de Meerlanden 2.261 cliënten intramuraal in zorg, waar dat aantal in Zuid-Holland Noord op 4.241 ligt. Deze cliëntaantallen nemen af tot 1.887 in Amstelland en de Meerlanden en 3.801 in Zuid-Holland Noord op peildatum 1 april 2016. Procentueel is sprake van een afname van 16.5% in Amstelland en de Meerlanden en 10.3% in de regio Zuid-Holland Noord. De afname in het aantal intramuraal verblijvende cliënten is te verklaren door overheidsbeleid; cliënten blijven langer thuis wonen. Voor de lage ZZP s worden geen nieuwe indicaties meer afgegeven. De afname van totaal aantal cliënten is in lijn met de afname in het aantal geldige indicaties afgegeven door het CIZ. Tot 1 januari 2016 hadden cliënten met een laag ZZP nog recht op verzilvering van hun indicatie middels een Modulair Pakket Thuis, ingaande 2016 is dit recht komen te vervallen. Cliënten met een indicatie voor een laag ZZP moesten voor 1 januari 2016 de keuze maken voor intramurale opname of extramurale zorg vanuit een ander domein dan de Wlz. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2016 geen nieuwe intramurale instroom kan plaatsvinden op de lage ZZP s. Wel kan het zo zijn dat cliënten met een laag ZZP inmiddels op een locatie verblijven, maar liever verhuizen naar een andere locatie van voorkeur. Hierdoor kunnen cliënten met een indicatie voor een laag ZZP nog wel voorkomen op wachtlijsten. 19

Figuur 28 Cliënten intramuraal in zorg (VV), regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord (iwlz) In beide regio s is een forse afname van het aantal intramurale cliënten op een laag ZZP zichtbaar (figuur 29 en 30). Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) ging in eerste instantie uit van een lineaire afbouw van de lage ZZP s (1VV tot en met 3VV) in drie jaar vanaf 1-1-2015. Figuur 29 Cliënten intramuraal in zorg (VV), Amstelland en de Meerlanden (iwlz) 20

Figuur 30 Cliënten intramuraal in zorg (VV), Zuid-Holland Noord (iwlz) In de regio Amstelland en de Meerlanden is het aantal cliënten intramuraal in zorg in de periode van januari 2013 tot april 2016 afgenomen van 657 naar 173 (-74%) (figuur 29), waar een reductie in de regio Zuid-Holland Noord geldt van 67% (van 1.112 naar 363 cliënten intramuraal in zorg)(figuur 30). De afname op de lage ZZP s is fors, maar komt niet overeen met de in eerste instantie voorspelde lineaire afbouw door VWS. Dit geldt overigens niet alleen voor de regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord, maar speelt landelijk. 3.1.2. Afname op de lage ZZP s Kijkend naar de relatieve uitstroom van cliënten met een laag ZZP per maand zien we dat deze uitstroom niet constant is. De uitstroom is berekend door per maand te bepalen hoeveel unieke cliënten intramuraal in zorg waren op een laag ZZP. Vervolgens is bepaald hoeveel van deze cliënten nog steeds in zorg waren op de laatste dag van de maand. Het verschil tussen deze twee waarden bepaalt het aantal uitstromende cliënten in die maand. Dit aantal is vervolgens afgezet tegen het totaal aantal cliënten in zorg met een laag ZZP in die maand. Op deze manier wordt de relatieve procentuele uitstroom berekend. Figuur 31 laat zien dat deze procentuele relatieve uitstroom fluctueert per maand. In de periode januari 2013 tot april 2016 neemt het aantal cliënten in zorg met een laag ZZP wel af, maar is geen constante trend te ontdekken. In Amstelland en de Meerlanden lijkt in de eerste maanden van 2016 de uitstroom toe te nemen, waar deze uitstroom in Zuid-Holland Noord juist afneemt. 21

Figuur 31 Relatieve uitstroom lage ZZP s (VV), Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord (iwlz) VWS heeft haar ramingen omtrent afbouw van de lage ZZPs aangepast, omdat de reductie van de lage ZZP s niet lineair bleek te zijn. In deze nieuwe ramingen geldt voor de sector VV vanaf aanvang 2016 een reductie van 50% ten opzichte van het voorgaande jaar op de lage ZZP s. In de periode van 1 januari 2013 tot 1 januari 2016 is binnen de regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord geen enkel jaar een reductie van 50% in de cliëntaantallen in zorg op een laag ZZP ten opzichte van het voorgaande jaar gehaald (tabel 2). Een reductie van 50% in 2016 zou voor de regio Amstelland en de Meerlanden een reductie betekenen van ongeveer 107 plaatsen en voor de regio Zuid-Holland Noord een reductie van ongeveer 195 plaatsen (tabel 3). Gezien de cijfers omtrent reductie in de afgelopen jaren is het niet realistisch te verwachten dat een reductie van 50% in 2016 en volgende jaren haalbaar is zonder wijziging in het landelijk en/of regionaal beleid. Echter gezien het cliënten betreft die het recht hebben op een intramurale plaats, is het lastig om middels beleidswijziging een reductie van 50% wel realistisch te maken. Tabel 3 Reductie in cliëntaantallen in zorg met laag ZZP(iWlz) Amstelland en de Meerlanden 1-1-2013 1-1-2014 1-1-2015 1-1-2016 1-4-2016 1-1-2017 Aantal cliënten in zorg (laag ZZP) 657 472 274 214 173 Reductie cf bijgestelde taakstelling VWS (n) -329-236 -137-107 Reductie cf bijgestelde taakstelling VWS(%) -50% -50% -50% Werkelijke reductie t.o.v voorgaand jaar (n) -185-198 -60 Werkelijke reductie t.o.v voorgaand jaar (%) -28% -42% -22% Zuid-Holland Noord 1-1-2013 1-1-2014 1-1-2015 1-1-2016 1-4-2016 1-1-2017 Aantal cliënten in zorg (laag ZZP) 1112 833 555 390 363 Reductie cf bijgestelde taakstelling VWS (n) -556-417 -278-195 Reductie cf bijgestelde taakstelling VWS(%) -50% -50% -50% Werkelijke reductie t.o.v voorgaand jaar (n) -267-273 -170 Werkelijke reductie t.o.v voorgaand jaar (%) -24% -32% -29% 22

3.1.3 Toename op de hoge ZZP s Tegenover de afname op de lage ZZP s staat een toename op de hoge ZZP s voor beide regio s (figuur 32). In de periode januari 2013 tot april 2016 is in de regio Amstelland en de Meerlanden het aantal intramuraal verblijvende cliënten met een hoog ZZP toegenomen van 1.604 naar 1.714 (+6.9%), voor de regio Zuid-Holland Noord geldt een toename van 9.9% (van 3.129 naar 3.438 cliënten). De toename van de hoge ZZP s staat echter niet in verhouding met de afname van de lage ZZP s, hetgeen betekent dat het netto aantal cliënten dat aanspraak maakt op intramurale zorg in de Wlz afneemt. De kosten voor cliënten met een indicatie voor een hoog ZZP zijn echter hoger dan een laag ZZP, wat betekent dat de totale kosten naar verwachting niet zullen afnemen. Evenals de uitstroom per maand van de lage ZZP s is de instroom per maand van de hoge ZZP s berekend. De instroom is berekend door per maand te bepalen hoeveel unieke cliënten intramuraal in zorg waren met een hoog ZZP. Vervolgens is bepaald hoeveel van deze cliënten reeds in zorg waren op de eerste dag van de maand. Het verschil tussen deze twee waarden bepaalt het aantal instromende cliënten in die maand. Dit aantal is vervolgens afgezet tegen het totaal aantal cliënten in zorg met een hoog ZZP in die maand. Op deze manier wordt de relatieve procentuele instroom berekend. Figuur 32 laat zien dat deze instroom in beide regio s fluctueert per maand tussen de 3-6%. De verwachting is dan ook dat het aantal hoge ZZP s in de toekomst verder zal toenemen, echter hoe groot deze toename zal zijn is op dit moment niet in te schatten. Figuur 32 Relatieve instroom hoge ZZP s (VV), Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord (iwlz) 3.1.4 Gemiddelde leeftijd cliënten intramuraal in zorg Door het landelijk beleid van de stimulatie langer thuis te blijven wonen, zou verwacht kunnen worden dat de gemiddelde leeftijd van intramuraal verblijvende cliënten toeneemt. Immers, cliënten krijgen pas een Wlz indicatie wanneer er sprake is van een hoge zorgzwaarte. Het CIZ publiceerde onlangs het rapport 1 jaar Wlz: een overzicht waarin wordt beschreven dat de grootste piek in het aantal aanvragen voor Wlz-indicaties in de leeftijdsjaren 84 tot en met 88 jaar ligt. Op basis van deze gegevens valt te verwachten dat de gemiddelde leeftijd van intramuraal verblijvende cliënten zal stijgen. Echter, in de periode januari 2013 tot april 2016 is de gemiddelde leeftijd van de intramuraal verblijvende cliënten binnen de regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord niet toegenomen (figuur 33 en 34). De gemiddelde leeftijd van de intramuraal verblijvende cliënten is in 23

de periode januari 2013 tot april 2016 redelijk stabiel met in de regio Amstelland en de Meerlanden een gemiddelde leeftijd van 86 jaar, voor de regio Zuid-Holland Noord was dit circa 84 jaar. Wanneer de totale cliëntpopulatie wordt uitgesplitst naar cliënten met een indicatie voor een laag ZZP en cliënten met een hoog ZZP wordt zichtbaar dat de gemiddelde leeftijd van de cliënten met een laag ZZP wel fors toeneemt. Nieuwe instroom van deze cliënten is niet meer mogelijk en de zorgzwaarte van deze cliënten is relatief licht, waardoor zij gemiddeld genomen ouder worden dan de cliënten met een hoge ZZP. De verwachting is dat in de toekomst de gemiddelde leeftijd van de intramuraal verblijvende cliënten licht afneemt, gezien de populatie met een laag ZZP uitstroomt (dit zijn de cliënten die de gemiddelde leeftijd omhoog halen). Het zorgkantoor keek in het verleden naar het aantal 80+ ers in een regio om een schatting te maken van benodigde capaciteit. De gemiddelde leeftijd van onze cliëntpopulatie ligt echter wat hoger. Daarnaast ligt ook de landelijke piek voor Wlz-aanvragen hoger dan 80 jaar. Het is derhalve verstandig niet blind te staren op populatiegegevens van 80+ ers, maar een iets oudere referentiepopulatie te hanteren. Figuur 33 Gemiddelde leeftijd cliënten intramuraal in zorg (VV), Amstelland en de Meerlanden (iwlz) Figuur 34 Gemiddelde leeftijd cliënten intramuraal in zorg (VV), Zuid-Holland Noord (iwlz) 24

3.1.5 Actief wachtend voor intramurale zorg Het aantal actief wachtende cliënten in de sector verpleging en verzorging is in de afgelopen jaren fors afgenomen. Treeknormoverschrijdingen komen in 2016 beperkt voor. In figuur 35 en 36 is het verloop van het aantal actief wachtende cliënten in de zorgkantoorregio s van Zorg en Zekerheid in de periode januari 2013 tot april 2016 te zien. In beide regio s is het aantal actief wachtenden in 2016 laag te noemen. Door deze lage aantallen hebben enkele extra/minder actief wachtende cliënten direct invloed op het verloop van onderstaande grafieken. Gezien er nauwelijks treeknormoverschrijdingen zijn en het aantal actief wachtende cliënten laag is, is er geen reden aan te nemen dat er onvoldoende capaciteit beschikbaar zou zijn in een van beide regio s. Wel is het aantal actief wachtenden begin 2016 hoger dan begin 2015. Deze cliëntaantallen dienen daarom intensief gemonitord te worden. Met name dient gemonitord te worden of het aantal treeknormoverschrijdingen niet toeneemt. Figuur 35 Cliënten actief wachtend voor intramurale zorg (VV), Amstelland en de Meerlanden (iwlz) Figuur 36 Cliënten actief wachtend voor intramurale zorg (VV), Zuid-Holland Noord (iwlz) 25

3.1.6 Wens wachtend voor intramurale zorg Evenals een afname in het aantal actief wachtende cliënten, is een absolute afname van het aantal wenswachtende cliënten waarneembaar. In januari 2013 waren er in de regio Amstelland en de Meerlanden nog 693 cliënten wens wachtend voor een intramurale plaatsing (figuur 37). Dit aantal lag in april 2016 op 268 (-61%). Voor de regio Zuid-Holland Noord geldt een afname van 33% (van 717 naar 477 cliënten) (figuur 38). Tot 1 januari 2016 hadden cliënten met een laag ZZP de keus voor een intramurale opname, of uitstroom naar een ander domein dan de Wlz. Vanaf 1 januari 2016 ligt het aantal wenswachtende cliënten voor een intramurale opname op een laag ZZP dan ook nagenoeg 0. Wel is het mogelijk dat cliënten wens wachtend zijn voor een andere (voorkeurs)locatie dan dat zij nu wonen. Hierdoor is het aantal wens wachtende cliënten op een laag ZZP niet gelijk aan 0. Figuur 37 Cliënten wenswachtend voor intramurale zorg (VV), Amstelland en de Meerlanden (iwlz) 26

Figuur 38 Cliënten wens wachtend voor intramurale zorg (VV), Zuid-Holland Noord (iwlz) Opvallend is de stijging van de wenswachtenden voor zorg met een hoog ZZP in de regio Zuid-Holland Noord. Waar in januari 2013 347 cliënten wens wachtend waren is dit aantal in april 2016 toegenomen tot 473 (+36%). De toename van wachtlijsten is daarom op gemeente niveau bekeken. In figuur 39 is zichtbaar dat het aantal wenswachtenden per gemeente sterk fluctueert. In april 2016 zijn in de gemeente Alphen aan den Rijn, de gemeente Kaag en Braassem en de gemeente Teylingen de grootste aantallen cliënten wens wachtend. Echter deze gemeenten zijn qua grote niet te vergelijken, gemeente Alphen aan den Rijn heeft een veel hoger inwoneraantal dan bijvoorbeeld gemeente Kaag en Braassem. Het is logisch dat hoe groter de gemeente hoe meer cliënten er wens wachtend zijn. Daarom is het aantal wens wachtenden in april 2016 afgezet tegen het aantal cliënten in zorg binnen de betreffende gemeente. Op deze manier wordt het relatieve aantal wens wachtenden ten opzichte van cliënten in zorg berekend en kunnen gemeenten beter met elkaar worden vergeleken. Figuur 39 Cliënten wenswachtend voor intramurale zorg, Zuid-Holland Noord (iwlz) 27

Figuur 40 Aantal cliënten wens wachtend voor intramuraal ten opzichte van het aantal cliënten intramuraal in zorg, Zuid-Holland Noord (iwlz) Figuur 40 laat zien dat in de gemeenten Nieuwkoop, Lisse en Noordwijk procentueel gezien het hoogste aantal cliënten wens wachtend is ten opzichte van het aantal cliënten in zorg. Voor de zorginkoop is het relevant te bepalen wat hiervan de reden/oorzaak is. Het kan zo zijn dat de wens wachtenden binnen een gemeente wens wachtend zijn voor een specifieke aanbieder of locatie. Het zorgkantoor heeft op locatieniveau wachtlijstgegevens inzichtelijk en gebruikt deze gegevens in de inkoopdialoog. Om meer inzicht te krijgen in de wens van de cliënt en de reden waarom iemand wens wachtend staat voor een bepaalde instelling, loopt momenteel een onderzoek naar wens-wachtenden in opdracht van VWS. Hiervoor ontvangen alle cliënten die per 1 mei 2016 als wens wachtend geregistreerd staan een vragenlijst. Het zorgkantoor is zeer benieuwd naar de uitkomsten. 3.1.7 Zorg ter overbrugging van de wachttijd Wanneer een cliënt op de wachtlijst staat voor een intramurale plaats is het mogelijk dat deze cliënt tijdelijk zorg ontvangt ter overbrugging van de wachttijd. De cliënt kan deze zorg ontvangen via het modulair pakket thuis, in de vorm van overbruggingszorg. Ook kan de cliënt tijdelijk verblijven op een andere intramurale plaats dan de plaats van voorkeur, in de vorm van transferzorg. Daarnaast ontvangen sommige cliënten geen zorg terwijl ze wens wachtend zijn. In figuur 41 worden de cliëntaantallen met zorg ter overbrugging in januari 2013 vergeleken met januari 2016. Hierbij zijn alleen de cliënten meegenomen die wens wachtend zijn voor een intramurale plaats met een hoog ZZP. In de regio Amstelland en de Meerlanden wordt relatief minder zorg ter overbrugging van de wachttijd gebruikt dan in Zuid-Holland Noord. Dit geldt in zowel 2013 als 2016. In Amstelland en de Meerlanden wordt in 2016 relatief minder zorg ter overbrugging gebruikt dan in 2013. In Zuid-Holland Noord neemt het procentuele aantal cliënten dat zorg terug overbrugging ontvangt in 2016 juist toe ten opzichte van 2013. Onbekend is waarom in Amstelland en de Meerlanden minder cliënten gebruik maken van zorg ter overbrugging. Mogelijk is hier sprake van klantwens en kan de zorgbehoefte van de cliënt tijdelijk worden voldaan door de inzet van mantelzorg. Mogelijk speelt een andere reden. 28

Figuur 41 Verdeling van het aantal wenswachtende cliënten (GZ) naar secundaire zorgtoewijzing (overbruggingszorg, transfer zorg of geen zorg) in de sector VV peildatum januari 2013 en januari 2016, regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord (iwlz) 3.1.8 Bovenregionaal Het zorgkantoor heeft een zorgplicht voor de cliënten met een CIZ-indicatie die woonachtig zijn in haar werkgebied. Het komt voor dat een cliënt in een bepaalde regio woont, maar intramuraal wordt opgenomen in een andere regio. Deze cliënt heeft dan een bovenregionale indicatie in de regio waarin hij wordt opgenomen. Met name bij instellingen die gevestigd zijn aan de randen van een zorgkantoorregio komen meer bovenregionale cliënten voor. Wanneer bij een specifieke instelling een hoger aantal cliënten met een bovenregionale indicatie dan verwacht in zorg is, is het relevant voor het zorgkantoor de reden hiervan te bespreken met de zorgaanbieder. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van wens van de klant, grensverkeer of een specifiek specialisme van de locatie. Voor het zorgkantoor is het relevant te weten waarom zorg bovenregionaal geleverd wordt. Door de geldige CIZ indicaties op een peildatum te vergelijken met het aantal cliënten dat in zorg is (Zorg in Natura: intramuraal of extramuraal) kan een link gelegd worden tussen de vraag en het aanbod. Figuur 42 en 43Figuur laten het aantal geldige indicaties (Basisrapportage AWBZ) en het aantal intramurale en extramurale cliënten zien per 1 januari 2015. Voor beide regio s geldt dat het aantal cliënten in zorg nagenoeg gelijk is aan het aantal geldige indicaties. Hierbij dient te worden opgemerkt dat niet elke cliënt met een geldige indicatie deze ook daadwerkelijk verzilverd. Een cliënt kan ervoor kiezen de zorg (tijdelijk) niet te verzilveren. Deze cliënt wordt dan geregistreerd als slapend wachtend. Het zorgkantoor weet dat een deel van de cliënten de indicatie niet verzilverd. Gezien het aantal cliënten met een geldige indicatie nagenoeg gelijk is aan het aantal cliënten dat in zorg is, kan dit een signaal zijn dat er relatief veel bovenregionale cliënten in zorg zijn in de regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord. Het zorgkantoor vermoedt dat het aantal 29

bovenregionale cliënten in de regio Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord in de loop van de jaren is toegenomen. Figuur 42 Geldige CIZ-indicaties versus cliënten in zorg peildatum 1-1-2015 (VV), Amstelland en de Meerlanden (CIZ + iwlz) Figuur 43 Geldige CIZ-indicaties versus cliënten in zorg peildatum 1-1-2015 (VV), Amstelland en de Meerlanden (CIZ + iwlz) 3.1.9 Crisiszorg sector VV Indien door onvoorziene omstandigheden de gezondheidssituatie van een thuiswonende Wlz-cliënt drastisch veranderd waardoor binnen 24-uur opname noodzakelijk is, spreekt men van crisiszorg. Om voldoende crisisplaatsen beschikbaar te hebben om aan deze vraag te voldoen heeft het zorgkantoor Zorg en Zekerheid samen met de zorgaanbieders crisisregelingen afgesproken: Sector VV: 30

- Regio Zuid-Holland Noord - Regio Amstelland en de Meerlanden In de regio Amstelland en de Meerlanden zijn 3 zorgaanbieders met gecontracteerde crisisplaatsen. In deze regio zijn in 2015 en 2016 in totaal 6 crisisplaatsen beschikbaar. Tabel 4 Aantal crisismeldingen Amstelland en de Meerlanden 2015+ Q1 2016 Amstelland en de Aantal crisis-aanmeldingen Meerlanden Totaal 2015 PG 2016 Somatiek 2016 Totaal 2016 Januari 13 1 1 2 Februari 8 9 4 13 Maart 5 10 2 12 April 8 Mei 4 Juni 7 Juli 13 Augustus 12 September 4 Oktober 10 November 7 December 6 Totaal 97 Gemiddeld per maand 8 In de regio Zuid-Holland Noord zijn 5 zorgaanbieders met gecontracteerde crisisplaatsen. In deze regio zijn in 2015 en 2016 in totaal 10,5 crisisplaatsen beschikbaar. Tabel 5 Aantal crisismeldingen Zuid-Holland Noord 2015+ Q1 2016 Zuid-Holland Noord Aantal crisis-aanmeldingen PG 2015 Somatiek 2015 Totaal 2015 PG 2016 Somatiek 2016 Januari 3 3 6 3 2 5 Februari 13 4 17 9 2 11 Maart 9 1 10 16 1 17 April 4 1 5 Mei 6 2 8 Juni 3 1 4 Juli 3 2 5 Augustus 6 3 9 September 8 3 11 Oktober 5 2 7 November 5 2 7 December 3 3 6 Totaal 68 27 95 Gemiddeld per maand 6 2 8 Totaal 2016 31

Zoals in tabel 4 en 5 zichtbaar is hebben In beide regio s in 2015 gemiddeld 8 crisisopnamen per maand plaatsgevonden. 75% hiervan was op PG-basis, de resterende 25% zijn crisisopnamen op basis van somatiek. Een crisisopname duurt maximaal 14 dagen, in uitzonderlijke situaties éénmalig te verlengen met nogmaals maximaal 14 dagen. Beide regio s beschikken over voldoende crisisplaatsen om aan deze vraag te voldoen. Voor de regio Zuid-Holland Noord geldt dat er meer crisisplaatsen zijn gecontracteerd dan dat gezien dit gemiddelde benodigd is. 75% van de huidige crisisopnamen betreft dementerenden. Tot 2030 is een groei van minimaal 53% in het aantal ouderen met dementie te verwachten (zie 1.2.4). Deze trend volgende zouden er in 2030 gemiddeld 12 crisisopnamen per maand plaatsvinden. Op basis van demografische en epidemiologische gegevens is te verwachten dat de vraag naar crisisopnamen toeneemt. Ook gezien deze verre toekomstige verwachting is het aantal beschikbare crisisplaatsen in de regio Zuid-Holland Noord groter dan benodigd. 3.1.10 Samenvatting sector verpleging en verzorging De uitstroom van de lage ZZP s in de sector verpleging en verzorging verloopt niet conform de taakstelling van VWS. De gestelde taakstelling lijkt hierdoor niet realistisch voor de zorgkantoorregio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord. Hierop is qua beleid lastig te sturen; cliënten hebben recht op de intramurale zorg. De zorgkantoren kaarten dit probleem aan bij het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Doordat de instroom van hoge ZZP s momenteel lager is dan de uitstroom van de lage ZZP s bestaat de kans op leegstand/overcapaciteit. Op basis van demografische ontwikkelingen is een absolute toename van het aantal hoge ZZP s te verwachten. Een gevolg kan zijn dat in de toekomst de wachtlijsten (voor hoge ZZP s )toenemen, met name in Zuid-Holland Noord, dit is echter wel afhankelijk van de verblijfsduur van ZZP s. Het is voor het zorgkantoor relevant na te gaan waarom het aantal geldige indicaties vrijwel overeen komt met het aantal cliënten in zorg, terwijl bekend is dat niet elke cliënt zijn indicatie verzilverd. Mogelijk is hier sprake van bovenregionale cliënten, dit wenst nadere analyse. 32

3.2 Sector gehandicaptenzorg 3.2.1 Intramuraal in zorg GZ Het aantal cliënten dat intramuraal in zorg is neemt licht af (figuur 44). Op 1 januari 2013 zijn in de regio Amstelland en de Meerlanden 1.054 cliënten intramuraal in zorg, waar dat aantal in Zuid- Holland Noord op 3.799 ligt. Deze cliëntaantallen nemen af tot 991 in Amstelland en de Meerlanden en 3.632 in Zuid-Holland Noord op peildatum 10 april 2016. Procentueel is sprake van een afname van 6% in Amstelland en de Meerlanden en 4% in de regio Zuid-Holland Noord. De lichte afname in het aantal intramuraal verblijvende cliënten is te verklaren door overheidsbeleid. Ook in de GZ sector geldt een afbouwscenario voor lage ZZP s. Er worden geen indicaties voor lage ZZP s meer afgegeven. Ondanks de kleine afname in cliëntaantallen, blijft de GZ in beide zorgkantoorregio s een redelijk stabiele sector. Figuur 44 Cliënten intramuraal in zorg (GZ), Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord (iwlz) 3.2.2 Afname van lage ZZP s In beide zorgkantoorregio s is een lichte afname van het aantal intramurale cliënten met een laag ZZP zichtbaar (figuur 45 en 46). Het ministerie van VWS ging in eerste instantie uit van een lineaire afbouw voor de lage ZZP s in 10 jaar, ingaande 2015. Voor de regio Amstelland en de Meerlanden is het aantal cliënten intramuraal in zorg met een laag ZZP in de periode van januari 2013 tot april 2016 afgenomen van 101 naar 82 (-19%), waar een reductie in de regio Zuid-Holland Noord geldt van 58% (van 296 naar 124 cliënten intramuraal in zorg). Naast de lichte reductie van de lage ZZP s is een lichte reductie van de hoge ZZPs zichtbaar in de regio Amstelland en de Meerlanden. In de periode januari 2013 tot april 2016 is het aantal intramuraal verblijvende cliënten met een hoog ZZP gedaald van 953 naar 909 (-5.0%). Voor de regio Zuid- Holland Noord geldt dat de cliëntaantallen stabiel zijn (met 3.503 cliënten in 2013 versus 3.508 cliënten in 2016). In de regio Amstelland en de Meerlanden wordt de lichte afname van cliënten in zorg verklaard door een reductie van zowel de lage als de hoge ZZP s. Voor Zuid-Holland Noord is deze reductie vrijwel volledig toe te wijzen aan de reductie van lage ZZP s. 33

Figuur 45 Cliënten intramuraal in zorg (GZ), Amstelland en de Meerlanden (iwlz) Figuur 46 Cliënten intramuraal in zorg (GZ), Zuid-Holland Noord (iwlz) Kijkend naar de relatieve uitstroom van cliënten met een laag ZZP per maand zien we dat deze reductie niet constant is. De uitstroom is berekend door per maand te bepalen hoeveel unieke cliënten met een laag ZZP intramuraal in zorg waren. Vervolgens is bepaald hoeveel van deze cliënten nog steeds in zorg waren op de laatste dag van de maand. Het verschil tussen deze twee waarden bepaalt het aantal uitstromende cliënten in die maand. Dit aantal is vervolgens afgezet tegen het totaal aantal cliënten in zorg met een laag ZZP in die maand. Op deze manier wordt de relatieve procentuele uitstroom berekend. Figuur 47 laat zien dat deze procentuele relatieve uitstroom fluctueert per maand. In de periode januari 2013 tot april 2016 is geen constante trend te ontdekken. In Amstelland en de Meerlanden geldt dat in de periode september 2014 tot en met juli 2015 geen enkele uitstroom zichtbaar was. Gezien de taakstelling van VWS is dit zorgelijk te noemen. In Zuid-Holland Noord is wel uitstroom zichtbaar, echter deze uitstroom gaat gestaag. 34

Figuur 47 Relatieve uitstroom lage ZZP s (GZ), Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord (iwlz) 3.2.3 Taakstelling VWS Voor de berekening van het landelijk budgettair kader heeft VWS de ramingen op uitstroom in de GZ bijgesteld naar een afbouwpercentage van 10% per jaar tot en met 2022. Gezien de huidige reductie in de GZ sector in de regio Zuid-Holland Noord lijkt dit een acceptabele taakstelling. Het is de vraag of deze afbouw ook gerealiseerd kan worden in de regio Amstelland en de Meerlanden. Uitgaand van een afbouwpercentage van 10%, zou dit voor de regio Amstelland en de Meerlanden betekenen dat in de periode januari 2016 tot januari 2017 circa 8 plaatsen dienen te worden gereduceerd, voor Zuid-Holland Noord geldt een reductie van 13 plaatsen (tabel 6). Tabel 6 Reductie van cliëntaantallen intramuraal in zorg met een indicatie voor een laag ZZP per peildatum in de sector GZ versus taakstelling VWS. Amstelland en de Meerlanden 1-1-2013 1-1-2014 1-1-2015 1-1-2016 1-4-2016 1-1-2017 Aantal cliënten in zorg (laag ZZP) 101 86 84 82 82 Reductie cf bijgestelde taakstelling VWS (n) -10.1-8.6-8.4-8.2 Reductie cf bijgestelde taakstelling VWS(%) -10% -10% -10% Werkelijke reductie t.o.v voorgaand jaar (n) -15-2 -2 Werkelijke reductie t.o.v voorgaand jaar (%) -15% -2% -2% Zuid-Holland Noord 1-1-2013 1-1-2014 1-1-2015 1-1-2016 1-4-2016 1-1-2017 Aantal cliënten in zorg (laag ZZP) 296 196 148 132 124 Reductie cf bijgestelde taakstelling VWS (n) -29.6-19.6-14.8-13.2 Reductie cf bijgestelde taakstelling VWS(%) -10% -10% -10% Werkelijke reductie t.o.v voorgaand jaar (n) -100-48 -16 Werkelijke reductie t.o.v voorgaand jaar (%) -34% -24% -11% 3.2.4 Actief wachtend voor intramurale zorg Het aantal actief wachtende cliënten in de sector GZ is in de afgelopen jaren in de regio Zuid-Holland Noord fors afgenomen. Treeknormoverschrijdingen komen in 2016 nauwelijks voor. In figuur 48 en 49 is het verloop van het aantal actief wachtende cliënten in de periode januari 2013 tot april 2016 te zien. In beide zorgkantoorregio s is het aantal actief wachtenden in 2016 laag. Door deze lage 35