Afsluiten rentederivaat met klant is altijd een beleggingsdienst



Vergelijkbare documenten
ESMA Vakbekwaamheidseisen

Antwoord van minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 28 mei 2014)

Aanbevelingen Rentederivatendienstverlening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

REACTIE KENNISCENTRUM RENTEDERIVATEN OP RAPPORT AFM

Toelichting Model Fiduciair Beheerovereenkomst

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Amsterdam, 3 juli Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

BROCHURE RENTEDERIVATEN

Treasury producten in KRM dossiers. Yvonne Einig Marc Leclair

DE MINISTER VAN FINANCIËN, Gelet op de artikelen 2:104, eerste en tweede lid, en 4:7 van de wet; BESLUIT: ARTIKEL I

MiFID voor kredietinstellingen Een introductie

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

MiFID II- een overzicht

De zorgplicht van banken ten opzichte van professionele beleggers. Freddie Stoutmeijer Juli 2015

POSITION PAPER INZET RENTEDERIVATEN BIJ KREDIETVERLENING AAN HET MKB

kantoor Amsterdam Cruquiusweg HIG T AG Amsterdam F

Bijgaand treft u de antwoorden aan op de vragen van het lid Nijboer (PvdA) over de handel in contracts for difference.

Voorbereiding voor het gesprek met uw bank over de herbeoordeling van uw rentederivaat

FORTIS INVESTMENTS ALGEMENE VOORWAARDEN INZAKE BELEGGINGSDIENSTEN

PROF. DR. ROB SCHOTSMAN. Kunt u onder MiFID II nog wel uw klanten adviseren over beleggen?

BEMIDDELEN VERSUS ADVISEREN VRIJDAG 2 NOVEMBER 2018

Reactie op AFM consultatiedocument inzake Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft d.d. 7 juli 2016 ( Consultatiedocument ).

OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI FINANCIEEL ADVISEUR

MiFID II en de toezichthouder Tim Mortelmans

NOTITIE. 1. Juridische grondslag

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

Algemene Informatie inzake beleggings-en bewaardiensten door ANT-Trust

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

Regeling vakbekwaamheid medewerkers beleggingsondernemingen Wft

Oordeel OBB

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

MiFID 2 Nieuwe regels voor beleggen

Monuta Adviesinstructie uitvaartverzekering

Orderuitvoeringsbeleid

MiFID II- kennis en bekwaamheid. Veelgestelde vragen m.b.t. de ESMA- richtsnoeren kennis en bekwaamheid

Zorgplicht en kwaliteit dienstverlening. Ruud van der Mast, introductie compliance

Internetconsultatie Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten. 6 juli 2015

Triodos Bank. Dit zijn onze voorwaarden voor Triodos Advies op Maat.

(Tekst geldend op: Voorstel wetswijziging September 2011) Wet op het financieel toezicht

Compliance Professionaldag oktober 2016 MiFID II - Update Larissa Silverentand

Beleggingsadviseur Informatievoorziening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een provisieverbod. 1 Naast beleggingsdiensten

PASSENDE INFORMATIE OVER HET BELEID INZAKE HET BEHEER VAN BELANGENCONFLICTEN VOOR KLANTEN VAN BNP PARIBAS FORTIS

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

Aandachtspunten voor vermogensbeheerders met een eigen aanbieder van beleggingsfondsen. Leidraad om marktpartijen richting en duidelijkheid te geven

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Productontwikkeling en distributie door verzekeringstussenpersonen

Dienstenwijzer van : ETC verzekeringen

Willem Pel. Met dank aan: mevrouw Dr G.H.M.M. ten Horn, Sylvia Janssen en Dick van Velzen

Rentederivaten ter dekking van aan kmo s verleende kredieten met variabele rentevoet

Slim Vermogensbeheer B.V. Slimmer Vermogensbeheerovereenkomst

Overeenkomst Vreemde Valuta Derivatendienstverlening Franx B.V. Franx B.V. Hogehilweg 5L 1101 CA Amsterdam

Wft. Regeling Vakbekwaamheid Werknemers Beleggingsondernemingen. Regeling vakbekwaamheid werknemers beleggingsondernemingen Wft

Uitrol van MiFID naar de verzekeringssector VMVM-ACAM

Openbare versie Per koerier ABN AMRO Bank N.V. Raad van Bestuur Gustav Mahlerlaan PP AMSTERDAM

Passende informatie over het beleid inzake het beheer van belangenconflicten

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

MiFID II - kennis en bekwaamheid

Uitspraak Commissie van Beroep

Provisies / Inducements. Deels een nieuw kader onder MiFID 2

de besloten vennootschap Mortgage Venture B.V., gevestigd te Lelystad, hierna te noemen Aangeslotene.

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

Voorwaarden Derivaten DEGIRO

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 198 d.d. 12 augustus 2011 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter)

De MiFID en haar implementatie in de Nederlandse wetgeving

Suspicious Transaction Reports

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F.

FSMA_2017_11-1 dd. 18/07/2017

Verzekeringstussenpersoon en levensverzekering

MiFID II: a piece of cake? 19 maart 2015

MODEL ALL FINANCE BV. Checklist Administratieve Organisatie en Interne Controle AO/IC

Dienstenwijzer de Jonge Keizer

Cliëntenovereenkomst voor insiders

Voorwaarden Debet Effecten DEGIRO

2.1 Consument heeft een effectenrekening bij DeGiro. Op deze rekening belegt hij op basis van execution only.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Passende informatie over het beleid inzake het beheer van belangenconflicten

Arsenaal Assurantiën. Administratieve Organisatie en Interne Controle AO/IC WET OP HET FINANCIEEL TOEZICHT

VOOR KLANTEN VAN BNP PARIBAS FORTIS

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl

Triodos Bank. Dit zijn onze voorwaarden voor Triodos Fondsadvies.

Loyens & Loeff N.V., M. van Schuppen en J.M. van Poelgeest. memorandum regulatoire aspecten financiering apotheken

(1) Reikwijdte van de IDD (2) De beloningsregels onder de IDD

Wat was de aanleiding voor de AFM om onderzoek te doen naar vermogensscheiding?

Beoogde Wft- en BGfo-wijzigingen

Publicatie bemiddelen September 2014

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI EFFECTENSPECIALIST

Aandachtspunten voor vermogensbeheerders met een eigen aanbieder van beleggingsfondsen

mr GJ. Brugman, advocaat 035/ Behandelaar Onze ref.

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN DERDELANDEN BELEGGINGSONDERNEMINGEN IN NEDERLAND

VERWERKING PERSOONSGEGEVENS Stichting RotterdamRibRally

Transcriptie:

Rentederivaten beleggingsadvies zorgplicht Afsluiten rentederivaat met klant is altijd een beleggingsdienst Inleiding In navolging van de Engelse banken 1 is inmiddels wel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aan te nemen dat ook de Nederlandse banken (zijnde beleggingsondernemingen in de zin van de Wet op het financieel toezicht, Wft; hierna wordt steeds over banken gesproken) zich schuldig hebben gemaakt aan onzorgvuldige en agressieve/massale verkoop van rentederivaten aan klanten als gelijkwaardig alternatief voor vastrentende geldleningen in (met name) de jaren 2006, 2007 en 2008. Een van de belangrijkste vragen voor de reikwijdte van de zorgplicht van banken in deze dossiers is of de verkoop van rentederivaten door banken aan klanten beschouwd moet worden als een beleggingsdienst of als een beleggingsactiviteit (= handelen voor eigen rekening). Dit is relevant voor de zwaardere wettelijke eisen die ten aanzien van beleggingsdiensten gelden. In diverse geschillen tussen klanten en banken blijken banken nog altijd het standpunt in te nemen dat er geen sprake was van een beleggingsdienst nu de bank voor eigen rekening handelde. Naar mijn mening is dit standpunt onjuist. Rentederivaten en beleggingsdiensten Er wordt door sommige rechtsgeleerden verdedigd dat banken bij het aangaan van een bilaterale OTC overeenkomst (zoals een renteswap) met een klant voor eigen rekening hebben gehandeld, waardoor niet tevens een zogenaamde beleggingsdienst zou zijn verleend (met alle bijkomende wettelijke verplichtingen van dien). Dit onderscheid is relevant in de huidige (maatschappelijke) discussie rond de problemen die zich openbaren (hebben geopenbaard) als gevolg van de verkoop van rentederivaten. Het belangrijkste argument voor de onderbouwing van mijn mening dat de bank bij het afsluiten van een rentederivaat (of ander OTC product) een beleggingsdienst verleent, is dat deze mening ook door de Europese wetgever lijkt te worden gedeeld. In overweging 69 van de Richtlijn 2006/73/EG ( Uitvoeringsrichtlijn MiFID ) is namelijk expliciet vermeld dat wanneer een bank voor eigen rekening met cliënten (dat zijn zowel consumenten als niet-consumenten) handelt, dit moet worden aangemerkt als de uitvoering van orders van cliënten (= een beleggingsdienst) en daarom onderworpen is aan de eisen uit hoofde van Richtlijn 2004/39/EG ( MiFID ). Er is derhalve sprake van een beleggingsdienst. Dit blijkt mijns inziens overigens ook uit de inhoud, doel en strekking van de MiFID, de Uitvoeringsrichtlijn MiFID en de Verordening (EG) nr. 1287/2006 ( MiFID Verordening ). Zo blijkt bijvoorbeeld uit artikel 4 lid 1 alsmede uit Annex I, artikel A van MiFID dat ook beleggingsactiviteiten kwalificeren als beleggingsdienst wanneer zij aan derden ( third parties ) (en dus niet uitsluitend aan clients/cliënten ) worden verleend. Het is dus niet juist om te stellen dat handel voor eigen rekening niet aangemerkt kan worden als een beleggingsdienst in de zin van de MiFID/Wft. Het door AFM in haar Aanbevelingen Rentederivatendienstverlening (februari 2014, pagina 8) beschreven onderscheid tussen losse verkoop van een product of als een transactie met een klant waarmee de bank een (bestendige) relatie heeft, is naar mijn mening dan ook niet relevant. Ook de losse verkoop van een rentederivaat dient beschouwd te worden als een beleggingsdienst. 1 Zie voor uitkomsten van het onderzoek naar poor practices bij verkoop van rentederivaten door banken in Engeland de website van de Engelse toezichthouder FCA (voorheen: FSA) http://www.fca.org.uk/static/fca/documents/fsa-interest-rate-hedging-products.pdf

Uit artikel 24 MiFID volgt bovendien dat banken uitsluitend bij het handelen voor eigen rekening (en andere genoemde diensten) met in aanmerkingen komende tegenpartijen niet aan de verplichtingen van de artikelen 19, 21 and 22(1) MiFID 2 behoeven te voldoen (dat is logisch aangezien dit banken, verzekeraars etc. zijn waarvan verwacht mag worden dat deze zeer bekwaam zijn). A contrario geredeneerd volgt hieruit dat een bank die voor eigen rekening handelt met een professionele (niet in aanmerking komende tegenpartij) of niet-professionele belegger in de zin van de MiFID/Wft (in beginsel) aan de genoemde bepalingen dient te voldoen. Derivatenovereenkomsten met in aanmerking komende tegenpartijen Het onderscheid tussen in aanmerking komende tegenpartij en (niet-)professionele belegger in de zin van de Wft is van belang voor de reikwijdte van de zorgplicht die de bank in acht dient te nemen ten aanzien van bepaalde professionele beleggers en niet-professionele beleggers. Dit onderscheid is met name van belang in het geval dat rentederivaten aan (zeer) grote ondernemingen zijn verkocht die mogelijk kwalificeren als professionele belegger. Artikel 4:18b van de Wft bepaalt expliciet dat de artikelen 4:19, 4:20, 4:22, 4:23, 4:24, 4:89, 4:90, 4:90a, 4:90b, 4:90c en 4:90d, eerste lid, Wft (de MiFID-gedragsregels ) niet van toepassing zijn op het ontvangen en doorgeven van orders en het uitvoeren van orders of rechtstreeks daarmee verband houdende nevendiensten met in aanmerking komende tegenpartijen. 3 Dit zijn in beginsel alleen de partijen die in artikel 1:1 van de Wft als zodanig zijn gedefinieerd (zoals bijvoorbeeld banken, beleggingsondernemingen en verzekeraars), dan wel de hierna nog nader toe te lichten professionele beleggers die qua omvang als zodanig kwalificeren, mits zij expliciet hebben ingestemd met een kwalificatie als in aanmerking komende tegenpartij. Dit is door de Nederlandse wetgever uitgebreid toegelicht. Zie de parlementaire toelichting bij artikel 4:18b Wft (31.086, nr 3): Een beleggingsonderneming kan bepaalde cliënten aanmerken als in aanmerking komende tegenpartij. Deze kwalificatie is alleen relevant in verband met het verlenen van de in het eerste lid genoemde beleggingsdiensten of het verlenen van rechtstreeks daarmee verband houdende nevendiensten. Bij het verlenen van beleggingsdiensten gaat het om het ontvangen en doorgeven van orders van cliënten met betrekking tot financiële instrumenten en het voor rekening van cliënten uitvoeren van orders. Ook indien een beleggingsonderneming een order voor een cliënt uitvoert door zelf een overeenkomst tot aan- of verkoop van een financieel instrument met die cliënt aan te gaan (voor eigen rekening te handelen, wederpartij bij dat contract te zijn) is sprake van het uitvoeren van een order. [onderstreping BAIS Legal]. Hier wordt ook door de Nederlandse wetgever expliciet benadrukt dat het voor eigen rekening aangaan door een bank van overeenkomsten ter zake van financiële instrumenten met cliënten als het verlenen van een beleggingsdienst (namelijk het uitvoeren van een order) in de zin van MiFID/Wft dient te worden beschouwd. Toen banken nog uitsluitend met andere banken derivatenovereenkomsten voor eigen rekening plachten aan te gaan, kwalificeerden de partijen bij deze overeenkomsten als in aanmerking komende tegenpartijen waardoor de MiFIDgedragsregels niet van toepassing waren. Dit is (helaas) niet langer het geval nu banken ook met het MKB, onderwijs/zorginstellingen en andere niet-professionele beleggers OTC derivatenovereenkomsten zijn aangegaan (en de gevolgen daarvan zijn inmiddels zichtbaar). Niet-professionele beleggers alsmede professionele beleggers die qua omvang als zodanig kwalificeren (zie definitie van professionele belegger onder o van de Wft, hierna een grote professionele belegger ), dan wel die over voldoende deskundigheid, kennis en ervaring beschikken én op verzoek conform artikel 4:18c Wft als zodanig door de bank zijn gekwalificeerd (hierna beiden te noemen: niet-financiële, professionele belegger ), zijn (in beginsel) geen in aanmerking komende tegenpartij. 2 In de Wft opgenomen in de artt. 4:19, 4:20, 4:22, 4:23, 4:24, 4:89, 4:90, 4:90a, 4:90b, 4:90c en 4:90d, eerste lid. 3 Opgemerkt zij dat indien er sprake is van advies, het evident is dat dit kwalificeert als een beleggingsdienst. Ik neem aan dat de Europese wetgever heeft verondersteld dat een in aanmerking nemende tegenpartij (in beginsel) geen advies nodig heeft/zal vragen. Als dat toch zo is kan een beleggingsonderneming niet de MiFID-gedragsregels waiven en zal dus afhankelijk van de kwalificatie van de klant (professionele versus niet-professionele belegger) de relevante MiFID-gedragsregels in acht moeten nemen.

Kwalificatie van niet-financiële, professionele beleggers als in aanmerking komende tegenpartij Een niet-financiële, professionele belegger kan echter alleen gekwalificeerd worden als in aanmerking komende tegenpartij indien en voor zover hij daar expliciet mee heeft ingestemd ingevolge artikel 4:18b Wft. 4 Zie hiervoor de toelichting van artikel 49b Bgfo: Verder zal de cliënt slechts afstand van die bescherming kunnen doen door schriftelijk, in een document dat losstaat van de cliëntenovereenkomst, te bevestigen dat hij zich bewust is van de gevolgen die aan het verlies van de bescherming zijn verbonden. Deze disclaimer mag dus niet ergens worden weggemoffeld in de (cliënt)overeenkomst (als die er al is). In de in opspraak geraakte rentederivatenovereenkomsten zal naar mijn mening overigens helemaal niet gesproken worden over in aanmerking komende tegenpartij maar van professionele of nietprofessionele belegger. Los van het feit of deze laatstgenoemde kwalificaties juist zijn in het individuele geval, kunnen hiermee nimmer de toepasselijke MiFID-gedragsregels uitegsloten worden/buiten werking worden gesteld. Dit houdt in dat de bank altijd onderzoek had moeten doen of rentederivaat passend was (in het geval van execution only dienstverlening) of geschikt (in geval van beleggingsadvies). Het wettelijk onderscheid tussen niet-financiële professionele beleggers en in aanmerking komende tegenpartijen lijkt overigens logisch nu niet-financiële professionele beleggers in beginsel niet aangemerkt kunnen worden als ervaren spelers op de financiële OTC derivatenmarkten. In het geval dat zij wel ervaren en deskundig genoeg zijn, dan kunnen zij ermee instemmen dat zij worden gekwalificeerd als in aanmerking komende tegenpartij (en dus niet als professionele belegger zoals dat in praktijk is gebeurd). De bank dient dan wel adequaat te onderzoeken of een niet-financiële professionele belegger daadwerkelijk als een in aanmerking komende tegenpartij kwalificeert. Geen kwalificatie als in aanmerking komende tegenpartij bij advies en/of vermogensbeheer Bovendien richt artikel 4:18b Wft zich uitsluitend op het doorgeven en uitvoeren van orders en niet op beleggingsadvies en vermogensbeheer. Het tweede lid van dit artikel impliceert dat de bank grote professionele beleggers in geval van beleggingsadvies en vermogensbeheer niet kán kwalificeren als in aanmerking komende tegenpartij (hetgeen ook logisch lijkt aangezien een in aanmerking komende tegenpartij doorgaans niet om advies en/of vermogensbeheer zal verzoeken gelet op de eigen bekwaamheid) en in de gevallen dat een in aanmerking komende tegenpartij wel om deze diensten verzoekt dan zal een geschiktheidstoets noodzakelijk zijn). Deze opvatting wordt ook gedeeld door de Europese Commissie. 5 Beleggingsadvies Banken geven als standaardreactie bij klachten over de dienstverlening ter zake van rentederivaten dat zij niet hebben opgetreden als adviseur van de klant. Of de bank advies heeft verleend is relevant, omdat de bank informatie dient in te winnen van de klant over diens financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid en haar advies moet baseren op voornoemde informatie. De wens van veel klanten om hun financieringslasten te fixeren en de risico s verbonden aan de tussentijdse marginverplichtingen (en negatieve waarde bij tussentijdse aflossingen en/of beëindiging van de rentederivaten), zijn belangrijke elementen van het klantenprofiel voor de beantwoording van de vraag of een rentederivaat überhaupt wel een geschikt product is geweest. Adviseren is het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aanbevelen van een of meer specifieke financiële instrumenten aan een bepaalde cliënt. Dit artikel is afkomstig uit artikel 4 lid 1, punt 4, van MiFID 6 dat de definitie van beleggingsadvies bevat: het doen van gepersonaliseerde aanbevelingen aan een cliënt, hetzij op diens verzoek hetzij op initiatief van de bank, met betrekking tot één of meer transacties die met financiële instrumenten verband houden. Artikel 52 van de Uitvoeringsrichtlijn MiFID 7 bepaalt vervolgens dat voor de toepassing van de in artikel 4, lid 1, punt 4, van de MiFID richtlijn 5 Your Questions on MiFID, zie pagina 105, vraag 78. 6 Richtlijn 2004/39/EG. 7 Richtlijn 2006/73/EG.

opgenomen definitie van beleggingsadvies een gepersonaliseerde aanbeveling een aanbeveling is die gedaan wordt aan een persoon in diens hoedanigheid van belegger of potentiële belegger of in diens hoedanigheid van agent voor een belegger of potentiële belegger. Deze aanbeveling moet worden voorgesteld als een aanbeveling die geschikt is voor de betrokken persoon, of moet berusten op een afweging van diens persoonlijke omstandigheden en moet als oogmerk hebben dat een van de volgende reeks stappen wordt gezet: a) een bepaald financieel instrument wordt gekocht, verkocht, geruild, te gelde gemaakt, gehouden, overgenomen of er wordt daarop ingetekend; b) een aan een bepaald financieel instrument verbonden recht wordt uitgeoefend of juist niet uitgeoefend om een financieel instrument te kopen, te verkopen, te ruilen, te gelde te maken of daarop in te tekenen. Indien aanbevelingen betrekking hebben op een financieel instrument, omvat het begrip adviseren ook de aanbevelingen aan een (natuurlijke of rechts)persoon die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. 8 In een advies kunnen ook meerdere specifieke financiële producten worden aanbevolen. 9 Advisering in de vorm van het doen van een concrete aanbeveling van een of meer financiële producten aan een cliënt vormt een eerste schakel binnen de distributieketen. Altijd onderzoek doen bij klanten die geen in aanmerking komende tegenpartijen zijn (ken-uw-klant) Naar mijn mening kan de bank bij het handelen voor eigen rekening met een wederpartij dus alleen onder toepassing van de MiFID-gedragsregels (zoals opgenomen in de Wft) uitkomen indien en voor zover er sprake is van een in aanmerking komende tegenpartij. De bank dient derhalve altijd onderzoek te doen naar de klant te doen wanneer er sprake is van een niet-financiële, professionele belegger of een niet-professionele belegger. Zoals reeds toegelicht is dit in lijn met MiFID. 10 Aangezien de meeste banken bij de verkoop van de rentederivaten aan de klant een presentatie hebben gegeven die door een treasury specialist was opgesteld, toegespitst op de individuele situatie van de klant (gepersonaliseerd) en met het oogmerk dat de betreffende klant zou overgaan tot het aanschaffen van een van de (doorgaans) twee geadviseerde financieel instrumenten (een renteswap dan wel een rentecap), kan deze presentatie niet worden aangemerkt als een algemeen advies. Met deze presentatie hebben banken een beleggingsdienst in de zin van artikel 1:1 van de Wft verleend en wel het in de uitoefening van beroep of bedrijf adviseren over financiële instrumenten (sub d van de definitie verlenen van een beleggingsdienst ). Er is dus sprake van beleggingsadvies (ongeacht of de klant een niet-professionele of een nietfinanciële, professionele belegger is), zodat de bank een klantenprofiel moet opstellen en het beleggingsadvies op het aldus verkregen profiel van de klant dient af te stemmen. 11 In de praktijk is bij de verkoop van rentederivaten veelal geen (deugdelijk) klantenprofiel opgesteld of heeft de bank het profiel opgesteld nadat het advies al was gegeven. Dit houdt in dat veel van de door banken verstrekte beleggingsadvies nimmer kunnen zijn afgestemd op het profiel van de klant. De betreffende bank pleegt dus niet alleen wanprestatie pleegt jegens zijn klant maar handelt ook onrechtmatig. Margin aanhouden en aanvullende vereisten jegens in aanmerking komende tegenpartijen Verder worden in geschillen over rentederivaten veel rookgordijnen door de banken opgeworpen ten aanzien van de margin. De zogenaamde marginverplichting ex artikel 4:25 Wft en artikel 86 Bgfo is echter óók van toepassing op in aanmerking komende tegenpartijen en niet-financiële, professionele beleggers. Hoewel banken in hun brochures (die zijn opgesteld voor derivatenhandel in het algemeen) melding maken van een mogelijke margin verplichting, wordt aangegeven dat de bank daar nadere afspraken over maakt. In presentaties (adviezen) is er echter met geen woord over deze marginverplichtingen gerept en ook in contracten zijn geen duidelijke afspraken daarover gemaakt (soms zelfs helemaal niet). Sommige banken leggen thans zelfs de marginverplichtingen in strijd met hun eigen contracten uit, naar ik vermoed om een (aanzienlijk) deel van hun effectenkredietverlening off balance te houden. 8 Kamerstukken II, vergaderjaar 2005 2006, 29 708, nr.19, p. 358. 9 Kamerstukken II, vergaderjaar 2005 2006, 29 708, nr.19, p. 359. 10 Zie onder meer vraag 66, 28.1 en 118 van Your Questions on MiFID van de Europese Commissie, laatste versie 31 oktober 2008. 11 Zie artikel 4:23 Wft.

Ook in aanmerking komende tegenpartijen zijn bovendien tevens aan te merken als cliënt in de zin van MiFID (zie overweging 40 van MiFID). Hierdoor zijn ook voor dit soort cliënten de bepalingen ter zake van bijvoorbeeld vermogensscheiding en het tegengaan van belangenverstrengeling van toepassing. Ook (het al dan niet naleven van) deze verplichtingen zijn in het licht van de huidige OTC derivaten discussie interessant. Conclusie Een bank die voor eigen rekening een rentederivatenovereenkomst sluit met een klant verleent daarmee (tevens) een beleggingsdienst, namelijk het uitvoeren van een order. In dat geval dient de bank vóór het aangaan van de rentederivatenovereenkomst onderzoek te doen naar de kennis en ervaring van de betrokken partij. In het geval dat de bank ook adviseert, dient zij onderzoek te doen naar de financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid van de betreffende klant en het advies af te stemmen op de verkregen informatie. In veel dossiers blijkt dat een rentederivaat (nog even afgezien van kennis en ervaring) niet overeenkomt met de doelstelling en/of risicobereidheid van de klant. Het product was dus ongeschikt. Ook in het geval dat de bank als voorwaarde heeft gesteld dat een rentederivaat moest worden afgesloten terwijl dat gelet op de financiële positie van de klant niet noodzakelijk was, is het aannemelijk dat het product voor de klant ongeschikt was. Hoewel in de huidige discussie rond de verkoop van rentederivaten aan niet in aanmerking komende tegenpartijen het product (althans de afstemming van het derivaat op de financiering) in zijn algemeenheid op bepaalde punten ondeugdelijk is (bijvoorbeeld tussentijdse verhoging van de opslagen en aanwezigheid van een overhedge deze punten zouden banken naar mijn mening uit eigener beweging dienen te herstellen), is de vraag of een rentederivaat voor een bepaalde klant passend (execution only) of geschikt (beleggingsadvies) was afhankelijk van de individuele omstandigheden van het geval. In de thans lopende discussies rond de rentederivatenovereenkomsten is verder voor de wettelijke verplichtingen relevant hoe partijen bij deze overeenkomst kwalificeren (zie ook overweging 35 van MiFID). ***