PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit paragraaf 6 niet-productieve investeringen water: Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma

Vergelijkbare documenten
PROVINCIAAL BLAD. Nr. 5858

Openstellingsbesluit NIET-PRODUCTIEVE INVESTERINGEN WATER - KRW/EVZ (subsidieplafond 2016 voor de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland)

CVDR. Nr. CVDR415302_2

PROVINCIAAL BLAD. In aanvulling op de definities in de Subsidieregeling onder 1.1, wordt in dit besluit verstaan onder:

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid-Holland april 2018

PROVINCIAAL BLAD. Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet op artikel 1.3 van de Regeling POP 3 subsidies provincie Fryslân

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland,

PZH (DOS

Gelet op artikel 1.3 van de Verordening Subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma , hierna te noemen de Verordening;

GS brief aan Provinciale Staten

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP3 subsidies Noord-Holland;

PROVINCIAAL BLAD. Vast te stellen het Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water KRW/Klimaat 2018:

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP3 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Drenthe 2019

Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP3 subsidies Noord-Holland;

Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water KRW/Nitraatrichtlijn 2018

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 1.3 en paragraaf 6 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland;

Toelichting 3.1 Regeling Niet productieve investeringen water

Openstellingsbesluit Uitvoeringsregeling DAW Reductie erfemissie beheergebied waterschap Noorderzijlvest

PROVINCIAAL BLAD. Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende openstelling niet-productieve investeringen water (internationale doelen)

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP3 investeringen in infrastructuur landbouwbedrijven 2018 Drenthe

PROVINCIAAL BLAD. Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende openstelling niet-productieve investeringen water 2019 (internationale doelen)

Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 24 januari 2016 onder nummer het volgende besluit hebben genomen:

PROVINCIAAL BLAD. POP3 Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water 2018, provincie Groningen

Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet op artikel 1.3 van de Regeling POP 3 subsidies provincie Fryslân

Gelet op artikel 1.3 van Hoofdstuk 1 en paragraaf 3 van Hoofdstuk 3 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland

Besluit van Gedeputeerde Staten van 13 maart 2018, PZH (DOS ) tot wijziging van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid- Holland

PROVINCIAAL BLAD. Artikel I De Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland wordt als volgt gewijzigd:

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 8092

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Overijssel Openstelling Regeling Fysieke watergerelateerde investeringen voor innovatie van agrarische ondernemingen

IIIIII Openstelling POP-3 nnaatregel Niet productieve investeringen water

Projectplan POP3: Openstelling niet-productieve investeringen water Zeeland 2016

Factsheet POP 3 Gelderland Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek 2017

Statenvoorstel. Subsidieplafond 2018 Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid- Holland. Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

PROVINCIAAL BLAD. Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Openstelling niet-productieve investeringen water 2018

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 1.3 en paragraaf 6 van hoofdstuk 2 van de Verordening subsidies POP Provincie Utrecht;

Besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland tot wijziging van de Verordening POP3 Subsidies Provincie Gelderland

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 3 Aanvrager Subsidie wordt verstrekt aan landbouwers en groepen van landbouwers (artikel van de Verordening).

Neem deze documenten goed door voordat u uw subsidieaanvraag indient.

Gelet op de Uitvoeringsregeling Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, hierna te noemen de Uitvoeringsregeling;

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/120

Factsheet POP 3 Gelderland Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek 2017

Factsheet POP 3 Gelderland Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek, oktober 2018

Factsheet POP 3 Gelderland Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek 2017

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 5529

november februari 2019) POP3

Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP3 subsidies Noord-Holland;

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland

De algemene bepalingen voor POP3-subsidies zijn te vinden in Hoofdstuk 1 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland.

TOELICHTING. Regeling uitvoering van LEADER-projecten Oost-Groningen. Regeling lopende kosten LEADER

Factsheet POP 3 Gelderland Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek

Openstellingsbesluit "Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven, september 2018"

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit paragraaf 4 Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Limburg

Het wenselijk is dat landbouwers fysiek kunnen investeren in innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen;

I Openstellingsbesluit Hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de Regeling subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland

Openstellingsbesluit Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven

Natuurinclusieve landbouw 2019 (POP 3 Gelderland)

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 1995

Paragraaf 3 fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische ondernemingen van jonge landbouwers

Factsheet POP 3 Gelderland Verplaatsing van glastuinbouwbedrijven gericht op de verbetering van de landbouwinfrastructuur (POP3 september 2017)

Verplaatsing glastuinbouwbedrijven Gelderland, oktober 2018

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 9 mei zaaknummer

Artikel 1 Open te stellen de maatregel Uitvoering van Leader-projecten, Hoofdstuk 3, Leader, paragraaf 3 van de Verordening

5 minuten versie voor Provinciale Staten

PROVINCIAAL BLAD. De ELFPO-middelen moeten met eenzelfde bedrag aan nationale overheidsmiddelen aangevuld worden.

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Overijssel Openstelling Regeling Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap

Provinciaal blad van Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Besluit Openstelling Uitvoering projecten LEADER-Achterhoek

FYSIEKE INVESTERINGEN VOOR INNOVATIE EN MODERNISERING VAN LANDBOUWBEDRIJVEN

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/95

Openstellingsbesluit POP3 uitvoering LEADER

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP- 3 Zuid-Holland;

PROVINCIAAL BLAD. gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013,

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/14

Factsheet POP 3 Gelderland LEADER-Achterhoek Samenwerkingsactiviteiten

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

Niet-productieve investeringen water KRW/EVZ (Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland)

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

PROVINCIAAL BLAD. POP3 maatregel 7 Samenwerking voor innovaties (rectificatie II)

Factsheet POP 3 Gelderland Natuurinclusieve Landbouw 2018

Projectplan trainingen, workshops, ondernemerscoaching en demonstraties, Provincie Zeeland (17 april 12 juli 2019) POP3

Toelichting 2.3 Regeling uitvoering van LEADER projecten

Regeling samenwerking voor innovaties op lokaal niveau 2016

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/7

Gelet op artikel 1.3 en paragraaf 7 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland

PROVINCIAAL BLAD. Artikel I De Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 1.1 komt te luiden:

Factsheet POP 3 Gelderland Samenwerking voor innovaties op lokaal niveau Korte voorzieningsketens

Vierde wijzigingsregeling Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015

Fysieke investeringen in innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP3 uitvoering LEADER 2019

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/68

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 6306

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 15 mei zaaknummer tot vaststelling van een regeling

BESLUITEN vast te stellen een POP3 subsidieregeling voor kennisoverdracht en ondernemers-coaching duurzame grondgebonden landbouw:

Transcriptie:

PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Limburg. Nr. 5552 10 oktober 2016 Openstellingsbesluit paragraaf 6 niet-productieve investeringen water: Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg Gedeputeerde Staten van Limburg stellen ter voldoening aan het bepaalde in artikel 4:27 juncto 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg, op 13 september 2016 het volgende besluit vast: Openstellingsbesluit paragraaf 6 niet-productieve investeringen water: Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg. Gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg, hierna te noemen Verordening, besluiten Gedeputeerden Staten van Limburg Paragraaf 6 niet-productieve investeringen water voor de (her)inrichting, of transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw -, water - en klimaatdoelen van hoofdstuk 2 (hierna te noemen Paragraaf 6 van deze Verordening) onder volgende nadere regels open te stellen. Artikel 1 Openstellingsperiode Paragraaf 6 wordt opengesteld voor het indienen van subsidieaanvragen voor de periode 10 oktober 2016 tot en met 30 november 2016. Een subsidieaanvraag dient uiterlijk 30 november 2016 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. Artikel 2 Subsidieplafond Het subsidieplafond wordt voor 2016 voor Paragraaf 6 vastgesteld op 6,18 mln. bestaande uit 100% Europese middelen (ELFPO). Artikel 3 Subsidiabele activiteit Subsidie kan worden verstrekt voor niet-productieve investeringen in het landelijk gebied van Limburg die betrekking hebben op de (her)inrichting, of transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw -, water - en klimaatdoelen, passend binnen het Provinciaal Waterplan Limburg 2016-2021. 1. De subsidiabele activiteiten dienen een bijdrage te leveren aan één of meer van de volgende doelen: a. De realisatie van de doelen uit de Kader Richtlijn Water (KRW), zoals opgenomen in het Provinciaal Waterplan Limburg 2016 2021, inclusief het bijbehorende Uitvoeringsprogramma Water (webite provincie Limburg, ), vastgesteld door Provinciale Staten op 11 december 2015. b. De realisatie van doelen voor het thema Zoetwatervoorziening Zuid Nederland, zoals opgenomen in het Werkprogramma Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden Wel goed water geven, 2016-2021 (website: www.deltacommissaris.nl, http://www.limburg.nl/e_loket/subsidies, www.officielebekendmakingen.nl/staatscourant Staatscourant 2015 Nr. 33643, Bestuursovereenkomst Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden 2016 2021 in Regio Zuid van de samenwerkende Partijen in het Deltaplan Hoge Zandgronden in Zuid-Nederland, bijlage document getiteld: Wel goed watergeven, Werkprogramma Hoge Zandgronden 2016 2021 bestuurlijk geaccordeerd door de Stuurgroep RBOM/DHZ op 21 mei 2015). c. De realisatie van behoud en herstel van de natte natuur en verbetering van de waterkwaliteit, zoals opgenomen in het Provinciaal Waterplan Limburg 2016 2021, inclusief het bijbehorende Uitvoeringsprogramma Water, vastgesteld door Provinciale Staten op 11 december 2015. 2. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor niet-productieve investeringen als bedoeld in het artikel 2.6.1 van de Verordening (herinrichting of transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw-, water- en klimaatdoelen met een directe link met de landbouw). 3. De minimale subsidiabele kosten per aanvraag bedragen 250.000,00. 4. Indien een adviescommissie wordt ingesteld worden alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking hieraan voorgelegd. Artikel 4 Aanvrager Subsidie kan worden aangevraagd door: a. landbouwers; b. grondeigenaren; 1

c. grondgebruikers; d. landbouworganisaties; e. natuur- en landschapsorganisaties; f. provincies; g. waterschappen; h. gemeenten; i. samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen. Artikel 5 Subsidiabele kosten In aanvulling op artikel 1.12 van de Verordening zijn de volgende kosten subsidiabel: a. de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen; b. de kosten van koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa; c. de kosten van tweedehands installaties tot maximaal de marktwaarde; d. de kosten van ingehuurde adviseurs, architecten en ingenieurs; e. de kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied; f. de kosten van haalbaarheidsstudies; g. de kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware; h. niet verrekenbare of niet compensabele BTW; i. personeelskosten. Artikel 6 Hoogte subsidie De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van 2 mln. per aanvraag. Artikel 7 Selectiecriteria, weging en selectie Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening de volgende criteria: a.de kosteneffectiviteit, hetgeen blijkt uit de verhouding tussen indirecte kosten ten opzichte van de directe kosten, aan de hand van de volgende score: Is de verhouding 25% of meer dan worden nul punten gescoord. Ligt de verhouding tussen minder dan 25% tot en met 20% wordt 1 punt gescoord. Ligt de verhouding tussen minder dan 20% tot en met 15% worden 2 punten gescoord. Ligt de verhouding tussen minder dan 15% tot en met 10% worden 3 punten gescoord. Ligt de verhouding tussen minder dan 10% tot en met 0% worden 4 punten gescoord. b. de mate waarin de activiteit bijdraagt (effectiviteit) aan één of meerdere beleidsdoelen uit artikel 3.1 sub a t/m c: Draagt het project of de genomen maatregel bij aan de doelen voor verbetering van de fysisch-chemische waterkwaliteit en/of het ecologisch functioneren van watersystemen, en de klimaatbestendige inrichting van watersystemen (het duurzaam voorkomen of beperken van wateroverlast en of watertekort via herstel van de sponswerking van het landschap) zoals opgenomen in Provinciaal Waterplan Limburg 2016 2021, inclusief het bijbehorende Uitvoeringsprogramma Water en het Werkprogramma Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden 2016-2021. Voor wat betreft kwalitatieve aspecten wordt onderscheid gemaakt in de omvang (criterium: lengte waterloop geringer of groter dan 2 km) en aard van het water waarop de activiteit zich richt. Qua aard wordt onderscheid gemaakt in KRW-oppervlaktewaterlichamen (zie Kaart 5a en 5b van het Provinciaal Waterplan Limburg) en overig water (alle waterlopen niet-zijnde KRW-oppervlaktewaterlichamen). Voor wat betreft de kwantitatieve aspecten van het watersysteem wordt onderscheid gemaakt in de mate waarin bijgedragen wordt aan een duurzame, robuuste, klimaatbestendige inrichting van het watersysteem (waarbij rekening gehouden wordt met actuele klimaatscenarios). b. 1. Waterkwaliteit en ecologish functioneren (kwalitatieve aspecten van het watersysteem): Het maximale aantal punten voor verbetering van de waterkwaliteit bedraagt 4 punten, waarbij de volgende verdeling wordt gehanteerd: - het project(doel) of de genomen maatregel draagt niet of onvoldoende bij aan bovengenoemde doelen voor verbetering van de fysisch-chemische waterkwaliteit en/of het ecologisch functioneren van het watersysteem, score: 0 punten; - de activiteit richt zich primair op een aanzienlijke verbetering van de waterkwaliteit van een overig water met een beperkte omvang (lengte waterloop minder dan 2 km), score: 1 punt; - de activiteit richt zich primair op een aanzienlijke verbetering van de waterkwaliteit van meerdere (tenminste 2) overige wateren van beperkte omvang, score: 2 punten. - de activiteit richt zich primair op een aanzienlijke verbetering van de waterkwaliteit van overig water èn van een KRW-oppervlaktewaterlichaam (lengte minimaal 2 km), score: 3 punten; - de activiteit richt zich primair op een aanzienlijke verbetering van de waterkwaliteit èn het ecologisch functioneren van een KRW-oppervlaktewaterlichaam (lengte minimaal 2 km), score:4 punten. 2

b. 2. Klimaatbestendige inrichting (kwantitatieve aspecten van het watersysteem):het maximale aantal punten voor verbetering van de klimaatbestendige inrichting van het watersysteem bedraagt 4 punten, met de volgende scoreopbouw: - de activiteit richt zich niet op de aanpak van wateroverlast en/of watertekort en draagt niet bij aan een klimaatbestendige inrichting van het watersysteem, score 0 punten; - de activiteit richt zich tevens op de aanpak van wateroverlast en/of watertekort maar draagt niet bij aan een duurzame, klimaatbestendige inrichting van het watersysteem, doordat de maatregelen betrekking hebben op een gering oppervlak (< 1 ha) en/of het ontbreken van natuurgerichte waterconserverings- en/of waterbergingsmaatregelen, score 2 punten; - de activiteit richt zich tevens op de aanpak van wateroverlast en/of watertekort en draagt substantieel bij aan een duurzame, klimaatbestendige inrichting van het watersysteem, doordat de maatregelen betrekking hebben op de aanpak van een gebied met substantele omvang ( 1 ha) en/of het uitvoeren van natuurgerichte waterconserverings- en/of waterbergingsmaatregelen, score 4 punten. b. 3. Voorkeurslocatie van de te nemen activiteit: Voorrang wordt geven aan activiteiten die betrekking hebben op bepaalde voorrangsgebieden met maximaal 4 punten aan de hand van volgende criteria: - de activiteit richt zich in of rondom waterlopen gelegen binnen de beekdalen zoals aangeduidop Kaart 3 Regionaal Watersysteem van het Provinciaal Waterplan Limburg 2016-2021, dan wel in of rondom de zogeheten Natte Natuurparels zoals aangeduid op Kaart 4 van het Provinciaal Waterplan Limburg 2016-2021, dan wel in grondwaterbeschermingsgebieden zoals aangeduid op Kaart 8 Grondwaterbeschermingsgebieden van het Provinciaal Waterplan Limburg 2016-2021, score: 4 punten; - de activiteit richt zich op locaties buiten bovengenoemde voorrangsgebieden, score: 1 punt. c. samenwerking met maximaal 2 punten, hetgeen blijkt uit een samenwerkingsovereenkomst of intentieverklaring met één of meerdere partijen voor minimaal de projectperiode, score: 2 punten aanwezigheid samenwerkingsdocument, score 0 punten bij afwezigheid samenwerkingsdocument. Artikel 8 Puntenmethodiek en weigeringsgronden Het puntentotaal per aanvraag wordt samengesteld uit de te behalen punten op basis van deze methodiek, waarbij voor de rangschikking van de subsidieaanvragen zoals bedoeld in artikel 1.15 en artikel 2.6.5 van de Verordening de volgende wegingsfactoren gelden: voor het criterium genoemd in artikel 7.a. is de wegingsfactor 2; voor het criterium genoemd in artikel 7.b.1. is de wegingsfactor 3; voor het criterium genoemd in artikel 7.b.2. is de wegingsfactor 3; voor het criterium genoemd in artikel 7.b.3. is de wegingsfactor 3; voor het criterium genoemd in artikel 7.c. is de wegingsfactor 1. a. Het aantal te behalen punten voor het criterium uit: artikel 7 sub a bedraagt maximaal 4 (score) x 2 (wegingsfactor) = 8 punten; artikel 7 sub b bedraagt maximaal 12 (score) x 3 (wegingsfactor) = 36 punten; artikel 7 sub c bedraagt maximaal 2 (score) x 1 (wegingsfactor) = 2 punten. Een aanvraag kan maximaal 46 punten behalen. b. Het criterium uit artikel 7 sub a dient een minimumscore van 1 punt te behalen. c. Weigeringsgronden - Projecten dienen een minimumscore van 26 punten te behalen om voor subsidie in aanmerking te komen. - Op het criterium genoemd in artikel 7.a. niet een minimumscore van 1 punt wordt behaald. - Op het criterium genoemd in artikel artikel 7, onderdeel b1 of b2 een 0 gescoord wordt. - Een aanvraag onvolledig is en niet getoetst kan worden aan de geldende criteria. Artikel 9 Verplichting Aanvragers dienen bij het eerste jaarverslag de voor het project benodigde vergunningen te overleggen. Aanvragers die een voorschot (tussentijdse betaling) willen ontvangen kunnen daartoe een verzoek indienen op grond van artikel 1.23 (op basis van realisatie) van de Verordening. Dit besluit treedt in werking op 10 oktober 2016. ToelichtingBij de Regeling POP3: niet-productieve investeringen water (Non productief internationale doelen). 3

Op 16 februari 2015 heeft de Europese Commissie het derde Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 goedgekeurd. Het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) is een Europees subsidieprogramma dat gericht is op de versterking van het Nederlandse platteland. POP3 is een vervolg op POP2 en loopt van 2014-2020. POP3 wordt gefinancierd vanuit ELFPO; het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Om tot subsidiëring van projecten over te kunnen gaan maakt de provincie gebruik van subsidie-regelingen. De Regeling niet-productieve investeringen water (Non productief internationale doelen) is één van de regelingen, op basis waarvan POP3-middelen kunnen worden aangevraagd. Met deze regeling wordt fors ingezet op de beleidsthema s van het Provinciaal Waterplan Limburg 2016 2021, zijnde de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de realisatie van klimaatadaptatie, gericht op verbetering van de (ecologische) waterkwaliteit, vergroting van de beschikbare regionale (grond)watervoorraad, en vermindering van schade door watertekorten en wateroverlast door de ontwikkeling van ecologisch gezond functionerende, robuuste klimaatbestendige watersystemen. Niet-productieve investeringen zijn die investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf tot gevolg hebben. Het gaat bij niet-productieve investeringen bijvoorbeeld om investeringen gericht op verbetering van de waterkwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de Limburgse watersystemen om daarmee een bijdrage te leveren aan doelstellingen van het Provinciaal Waterplan Limburg 2016 2021, inclusief het bijbehorende Uitvoeringsprogramma Water, de Kaderrichtlijn Water en het Deltaprogramma Zoetwatervoorziening, inclusief bij bijbehorende Werkprogramma Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden 2016-2021. De regeling is gericht op investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op de (her)inrichting/transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw -, water - en klimaatadaptatiedoelen, zoals vastgelegd in genoemd provinciaal waterbeleid. Deze regeling is in beginsel inzetbaar voor het gehele gebied van de provincie Limburg. Een projectaanvraag moet een relatie met het landbouwkundig grondgebruik hebben en onder andere gericht zijn op het verbeteren van de waterkwaliteit en/of het vasthouden van water om daarmee de milieuhygiënische omstandigheden voor de productie van voedsel als ook de algehele kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren, als ook om droogte en wateroverlast voor landbouw én andere grondgebruiksfuncties te voorkomen. Bij de toepassing van de selectiecriteria geldt de volgende toelichting : Criterium a. Kosteneffectiviteit van maatregelen: Hierbij gaat het om een kosteneffectieve uitvoering met een maximaal doelbereik. Bij kosteneffectiviteit gaat het vooral om de investeringen zoveel mogelijk via het effectief realiseren van fysieke maatregelen te laten landen, vandaar dat gekozen is voor de verhouding indirecte/directe kosten als criterium. De kosten uit artikel 5. a. tot en met i. worden als algemene kosten (indirecte kosten) beschouwd. Indirecte kosten zijn die kosten die zijn aan te merken als algemene kosten als bedoeld in artikel 45, tweede lid, onderdeel c van Vo. 1305/2013. Citaat: VERORDENING (EU) Nr. 1305/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad. Artikel 45 Investeringen 1. Om voor ELFPO-steun in aanmerking te komen, moeten de concrete investeringsacties worden voorafgegaan door een beoordeling van de te verwachten milieueffecten overeenkomstig het recht dat die specifiek is voor deze soort investering, in gevallen waarin de investering waarschijnlijk nadelige gevolgen zal hebben voor het milieu. 2. Uitsluitend de volgende uitgaven worden als ELFPO-subsidiabel beschouwd: a) uitgaven voor de bouw, verwerving, inclusief leasing, of verbetering van onroerende goederen; b) uitgaven voor de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa; c) algemene kosten in verband met de onder a) en b) bedoelde uitgaven, zoals voor het inschakelen van architecten, ingenieurs en adviseurs, advies over duurzaamheid op milieu- en economisch gebied, met inbegrip van het uitvoeren van haalbaarheidsstudies. Haalbaarheidsstudies blijven subsidiabele uitgaven, ook indien er op basis van de resultaten ervan geen uitgaven als bedoeld onder a) en b) zijn gedaan. Einde citaat. Criterium b. de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de beleidsdoelen : Projecten dienen een bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW), de EU-Nitraatrichtlijn en het beleidsthema klimaatadaptatie/zoetwatervoorziening. Dit zijn de relevante (inter)nationale / EU-doelen voor het beleidsthema water. Voor de realisatie van bovenstaande doelen is het van belang aansluiting te zoeken bij het water-beheerprogramma van het waterschap, natuurontwikkelings- en of beheerplannen van natuur en landschapsorganisaties waarbinnen het projectgebied valt. 4

Bij het ontwikkelen van selectiecriteria is onderscheid gemaakt in effectiviteit van maatregelen op het gebied van verbetering van de waterkwaliteit, het bevorderen van de klimaatbestendig van het watersysteem als ook de prioritaire gebieden waar de maatregelen bij voorkeur in zouden moeten landen. Aan deze drie subcriteria is de wegingsfactor 3 toegekend omdat de effectiviteit van maatregelen van hoger belang wordt geacht als de kosteneffectiviteit en de samenwerking. Bij criterium b. gelden voor water de volgende definities: - oppervlaktewaterlichaam: de oppervlaktewateren die krachtens de Kaderrichtlijn Water als zodanig zijn aangewezen in het Provinciaal Waterplan Limburg 2016-2021, kaart 5a (http://www.limburg.nl/beleid/provinciaal_omgevingsplan_limburg/provinciale_beleidsdocumenten_pol2014/pol_aanvullingen_vastgesteld/provinciaal_waterplan_limburg_2016_2021); - overig water: de oppervlaktewateren die niet zijn aangewezen als oppervlaktewaterlichaam. In praktijk houdt dit het volgende in: de hoofdstroom van de grotere beken is aangewezen als waterlichaam, kleinere beken en zijstromen vallen onder overig water. Voor overige wateren zijn minder punten te scoren dan voor waterlichamen omdat waterlichamen belangrijker zijn en er onder andere (krachtens KRW) een rapportageverplichting richting EU op rust. Daarnaast zijn er voor overige water (kleinere beekdeeltrajecten) minder punten te scoren dan voor grotere: immers hoe langer het traject hoe meer milieurendement te behalen is. Voor oppervlaktewaterlichaam en overig water gelden derhalve separate scores. Ad b1. Bij maatregelen gericht op waterkwaliteit wordt o.a. gedacht aan de aanleg- en inrichting van natuurvriendelijk oevers die tevens een buffer vormen tegen emissies naar oppervlaktewater, specifieke bovenwettelijke maatregelen gericht op het terugdringen van emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlakte- en grondwater, zoals emissiebeperkende toepassingstechnieken in de teelt en zuiveringen van restwaterstromen glastuinbouw (alleen over periode tot aan 2018), het herstel van watersystemen naar hun natuurlijke toestand waaronder beek(dal)herstel, aanleg natuurvriendelijke oevers, moeras- en broekbosontwikkeling, bronherstel, landbouwstructuurverbetering eventueel in combinatie met realisatie van peilgestuurde drainage en de hermeandering van waterlopen. Daarnaast kan worden gedacht aan het herstellen van migratiemogelijkheden (b.v. aanleg vispassages), de vernatting van gronden, de aanleg van bufferzones langs watergangen, maatregelen die het waterbergend vermogen van gronden en watersystemen vergroten, de aanleg van helofytenfilters (natuurlijke waterzuiveringsystemen) en waterhuishoudkundige aanpassingen in het watersysteem. Ad b2. Bij maatregelen gericht op klimaatbestendigheid wordt o.a. gedacht aan het herstel van de sponswerking van het landschap door het vergroten van het waterbergend vermogen van gronden, herstel van de natuurlijke veerkracht van watersystemen via brongerichte maatregelen als het vasthouden en bergen van het neerslagwater door een beekdalbrede herinrichting van natuurlijke waterlopen, het afkoppelen van neerslagafvoer van de riolering, het bevorderen van permanent grasland op hellende gebieden, het herstel van watersystemen naar hun natuurlijke toestand, waaronder beekdalherstel, aanleg natuurvriendelijke oevers, moeras- en broekbosontwikkeling, bronherstel, landbouwstructuurverbetering eventueel in combinatie met realisatie van peilgestuurde drainage en de hermeandering van waterlopen. Ad b3. Bij de voorkeurslocatie van te nemen maatregelen is aansluiting gezocht bij de prioritaire opgaven voor herstel van het regionaal watersysteem zoals aangeduid in het Provinciaal Waterplan Limburg 2016-2021. Criterium c. De mate waarin partijen samenwerken: Bij de uitvoering van maatregelen wordt zoveel mogelijk een integrale gebiedsgerichte aanpak voorgestaan, die gericht is op realisatie van verschillende samenhangende wateropgaven en zo mogelijk gecombineerd met opgaven voor landbouw, natuur, landschap, recreatie, stedelijke ontwikkeling en cultuurhistorie. Ook wordt van initiatiefnemers zoveel mogelijk samenwerking met partijen verwacht, teneinde een optimale synergie te bewerkstelligen. Inbreng en betrokkenheid van meerdere partijen kan leiden tot meer draagvlak en realisatie van gezamenlijke projecten en een groter doelbereik. De Regeling niet-productieve investeringen water is een nadere invulling van de algemene bepalingen uit de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014 2020 (POP3) Limburg. Aanvragen dienen dan ook te voldoen aan de criteria uit beide regelingen. De systematiek staat het niet toe dat na sluiting van de indieningstermijn de aanvragen alsnog worden gewijzigd. Aanvragers worden geadviseerd de aanvragen minimaal veertien dagen vóór sluiting van de indieningstermijn in te dienen. Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Limburg, gehouden op 13 september 2016. Gedeputeerde Staten voornoemd de voorzitter, dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens secretaris dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon 5