Streekplan Noord-Holland Zuid Partiële herziening Wijziging datum reservering banenstelsel Schiphol Voorwoord In het Streekplan Noord-Holland Zuid uit 2003 is in hoofdstuk 5 Beleidslijnen voor de economische clusters in paragraaf 5.1 Mainport Schiphol sprake van het ruimtelijk niet onmogelijk maken van het aanpassen van het banenstelsel van Schiphol. De verwachting was dat uiterlijk eind 2006 het Rijk (gekoppeld aan de eerste herziening van het luchtvaartindelingbesluit) op basis van een initiatief van de luchtvaartsector en een door de sector uitgevoerde Milieueffectrapportage, duidelijkheid zou geven over de haalbaarheid van een eventuele aanpassing van het banenstelsel. Het ruimtelijk niet onmogelijk maken van deze ontwikkeling is daarom in het streekplan omschreven als een reservering die eind 2006 afloopt. Deze streekplanherziening heeft uitsluitend betrekking op het verlengen van de periode van deze reservering en de actualisering van de daarmee samenhangende beleidstekst over de N201. Het is louter een administratief-juridische herziening. De herziening heeft dus geen betrekking op de inhoud van ons beleid betreffende de luchthaven Schiphol. Verlenging van de periode van reservering is nodig, omdat in tegenstelling tot de verwachting er op dit moment nog geen duidelijkheid is over besluitvorming bij het Rijk over de mainport ontwikkeling en de eventuele aanpassing van het banenstelsel van Schiphol. streekplannh_zuid.doc 1
1. Waarom een streekplanherziening? In het streekplan Noord-Holland hebben wij, Provinciale Staten van Noord-Holland, het ruimtelijk beleid voor ondermeer de mainport Schiphol beschreven. Dit ruimtelijk beleid is mede gebaseerd op het Luchthavenindelingbesluit (februari 2003) ingevolge de wijziging van de Wet Luchtvaart. Wij hebben destijds in het streekplan Noord-Holland Zuid een ruimtelijke reservering opgenomen ten behoeve van een eventuele aanpassing van het huidige vijfbanenstelsel van Schiphol. De ruimtelijke reservering betreft de fysieke ruimte voor een start- en landingsbaan tussen en parallel aan de vijfde baan en de Zwanenburgbaan en voor een parallelle Kaagbaan. Omwille van een zo kort mogelijke periode van ruimtelijke en maatschappelijke onzekerheid - en in de verwachting van snelle besluitvorming door het rijk - hebben wij destijds bij de vaststelling van het streekplan Noord-Holland Zuid besloten dat deze reservering eind 2006 zal aflopen. Momenteel lopen bij het Rijk twee projecten die van belang zijn voor deze streekplanherziening. Het eerste betreft het project Evaluatie Luchtvaartwet en het tweede project betreft een onderzoek naar de ontwikkeling van de Mainport Schiphol voor de lange termijn. De planning voorziet er in dat de Kamerbehandeling van de resultaten van deze projecten in het najaar van 2006 kan plaats vinden. Of deze kamerbehandeling leidt tot definitieve besluitvorming over de toekomstige ontwikkeling van Schiphol (inclusief de eventuele aanpassing van het banenstelsel) is onzeker. Niet uitgesloten is namelijk dat in het zicht van de verkiezingen (mei 2007) de besluitvorming wordt overgelaten aan het nieuwe kabinet en de nieuwe Tweede Kamer. Het voorgaande noopt ons daarom de reserveringstermijn te verlengen. Deze herziening hangt ook samen met het project N201. Gelet op de geplande aanbesteding /gunning voor het tracégedeelte van de N201 door Schiphol Zuid-Oost (Schiphol-Rijk) bestaat er tot 1 april 2008 nog de mogelijkheid een keuze te maken voor het oorspronkelijke tracé zoals in het streekplan Noord-Holland Zuid is aangegeven, dan wel voor het geprojecteerde alternatieve tracé. Deze herziening heeft uitsluitend betrekking op de wijziging van de reserveringstermijn inzake het planologisch niet onmogelijk maken van de aanpassing van het banenstelsel van Schiphol zoals beschreven in hoofdstuk 5.1 Mainport Schiphol, paragraaf Lange termijn pag. 93 en 94 van het Streekplan Noord-Holland Zuid. De samenhang met de N201 is geactualiseerd In deze partiële herziening doen wij géén uitspraken over het al dan niet wenselijk zijn van nieuwe start- en landingsbanen en het al dan niet verlenen van planologische medewerking aan enige uitbreiding van het banenstelsel. Daarmee wordt een eventuele aanwijzing door het Rijk voorkomen. Een eventueel besluit over de aanpassing/uitbreiding van het banenstelsel wordt genomen door het Rijk. Deze streekplanherziening bevat geen concrete beleidsbeslissing als bedoeld artikel 4a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Met het starten van deze procedure bieden wij alle partijen gelegenheid kennis te nemen van de voorgenomen beleidswijziging ten aanzien van de reserveringstermijn. streekplannh_zuid.doc 2
Procedure Deze partiële herziening van het streekplan Noord-Holland Zuid heeft plaats gevonden conform de Wet op de ruimtelijke ordening na verwerking van de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb. De gevolgde procedurestappen zijn in onderstaand schema opgenomen. 2005 29-11 GS: vaststellen concept-ontwerp Schriftelijke mededeling aan Statencommissie ROV Consulteren PPC 20-12 GS: vaststellen ontwerp-partiële herziening 29-12 Publicatie: Staatscourant/dagbladen 2006 02-01 Ter visie legging gedurende 6 weken Hoorzitting 11-02 Einde ter visie legging 28-02 GS: vaststellen Nota van Beantwoording en Voordracht 07-03 Gemeenteraadsverkiezingen 16-03 Statencie ROV Voordracht (= uitloop) 27-03 Provinciale Staten 10-04 Publicatie besluit: Staatscourant/dagbladen streekplannh_zuid.doc 3
2. Beleidskaders Het ruimtelijk beleid voor en in relatie tot Schiphol is niet gewijzigd. Onderstaande teksten zijn ontleend aan de vigerende beleidskaders. Nota Ruimte Het rijk houdt vast aan het uitgangspunt dat Schiphol zich tot 2030 op de huidige locatie verder moet kunnen ontwikkelen. Het beleid is gericht op een blijvende bijdrage van de luchthaven aan de internationale concurrentiepositie van de Randstad. Voor het beleid inzake de vestiging van bedrijven en kantoren in de directe nabijheid van de luchthaven geldt het criterium van gerelateerdheid aan de luchthaven. Dit omwille van behoud van de landzijdige bereikbaarheid, veiligheidsdoelstellingen en toekomstige duurzame ruimtebehoefte van de primaire vervoersfunctie van de mainport. Bij de inrichting van de Noordvleugel van de Randstad voor andere ruimtevragende functies moet voldoende ruimte worden gelaten voor de verdere ontwikkeling van de mainport Schiphol. Dit betekent dat woningbouw in de omgeving van de luchthaven op plaatsen waar dit uit een oogpunt van geluid en veiligheid niet wenselijk is, moet worden vermeden. Dit sluit aan bij het eerder door het kabinet in de Schipholwet gehanteerde principe om zo min mogelijk over dichtbebouwde stedelijke gebieden te vliegen. In het verlengde van dit principe past het derhalve niet in het kabinetsbeleid om onder intensief gebruikte vliegroutes nieuwe stedelijke gebieden tot stand te laten komen. Concreet betekent dit dat er buiten de in de verstedelijkingsafspraken vastgelegde locaties (Vinex en Vinac 2010) geen nieuwe uitleglocaties kunnen worden ontwikkeld ten behoeve van woningbouw binnen de 20 Kecontour behorende bij het vijfbanenstelsel en de gebieden bij Hoofddorp-West, Noordwijkerhout en de Legmeerpolders gaat hierbij om locaties die liggen onder de intensief gebruikte vliegroutes. Herstructurering en intensivering in bestaand bebouwd gebied zijn binnen de 20 Ke-contour nu en in de toekomst wel mogelijk. Onder bestaand bebouwd gebied wordt verstaan het bestaand bebouwd gebied 2000. Dit bebouwde gebied komt ook voor in de streekplannen Noord-Holland-Zuid van 17 februari 2003, Zuid-Holland-West van 19 februari 2003 en Zuid-Holland-Oost van 12 november 2003. De daaraan in die streekplannen toegevoegde bouwmogelijkheden blijven overeind, met uitzondering van de genoemde gebieden bij Hoofddorp-West, Noordwijkerhout en de Legmeerpolder(s). Voor alle bouwlocaties die in de nabijheid van de luchthaven ontwikkeld kunnen worden, acht het kabinet het van groot belang dat de gemeenten de toekomstige bewoners goed informeren over de mogelijke hinder- en veiligheidsaspecten in relatie tot de luchtvaart. Zo nodig, ondersteunen het rijk, de provincies en de luchtvaartsector de gemeenten hierbij. In het geval in de toekomst vliegroutes wijzigen dan wel tot een ander banenstelsel wordt besloten, zal de 20 Kecontour respectievelijk de dan geldende Lden contour bepalend zijn voor de mogelijkheden voor nieuwe uitleglocaties. Op basis van de resultaten van de evaluatie van de Schipholwetgeving en uiterlijk op 1 december 2006, zal worden bezien of de bouwbeperking in de drie genoemde gebieden kan vervallen. Het te nemen besluit hierover zal tijdig ter beoordeling aan de Tweede Kamer worden voorgelegd. Streekplan Noord-Holland Zuid Lange termijn (de periode vanaf ca. 2010) Ook op de lange termijn willen wij ruimte bieden voor een beheerste groei van de luchtvaart binnen de huidige normen van milieu en veiligheid. Het beperkingengebied en de daarin gelegen 30 ke-zone, dat voor de middellange termijn in dit streekplan is vastgelegd, hanteren wij grotendeels ook voor de lange termijn. Optimalisatie van het gebruik van het vijfbanenstelsel is echter eindig. Daarom maken wij een eventuele aanpassing van het banenstelsel, op basis van de huidige inzichten en voor een beperkte periode, ruimtelijk niet onmogelijk. Het gaat dan om: een baan tussen (en parallel aan) de vijfde baan en de Zwanenburgbaan; een parallelle Kaagbaan. Dit ruimtelijk niet onmogelijk maken heeft zowel betrekking op de ruimte voor fysieke aanleg als op het bijbehorende beperkingengebied. Aanpassen van het beperkingengebied is ruimtelijk slechts in zeer beperkte mate mogelijk. Een dergelijke aanpassing dient in ieder geval te passen binnen de uitgangspunten van de Schipholregelgeving en het beleid van dit streekplan. Voor het overige hanteren wij binnen het beperkingengebied geen restricties die verder gaan dan gebaseerd op het vijfbanenstelsel zoals vervat in het luchthavenindelingbesluit. Gezien de gevolgen van deze reservering op de omgeving zullen wij deze uiterlijk tot en met 2006 hanteren. Uiterlijk in dat jaar zal het Rijk (gekoppeld aan de eerste herziening van het luchthavenindelingbesluit) op basis streekplannh_zuid.doc 4
van een initiatief van de luchtvaartsector en een door de sector uitgevoerd MER, duidelijkheid moeten geven over de haalbaarheid van een eventuele baanaanpassing. Het MER zal in ieder geval de milieu- en veiligheidseffecten in beeld dienen te brengen. Uit het MER moet ook blijken of het mogelijk is om na toevoeging van een of twee nieuwe banen, een of twee andere (bestaande) minder gunstig gelegen banen minder te gebruiken of te sluiten. Verder moeten ook bereikbaarheidseffecten en de ruimtelijke (on)mogelijkheden in beeld worden gebracht. Ook zal onderzoek moeten worden uitgevoerd dat inzicht geeft in de regionaal economische betekenis van deze baanaanpassing. Zo nodig zal een baanaanpassing gepaard moeten kunnen gaan met het maken van afdwingbare handhavingsafspraken tussen Rijk, provincie/gemeenten en luchtvaartsector. Daarbij zal de ruimtelijke reservering voor een eventuele parallelle Kaagbaan worden afgestemd op het besluitvormingstraject van de N201 in het gebied Schiphol Zuid-Oost. Het voorkeurstracé van de omlegging Aalsmeer (het tracédeel in de Haarlemmermeer tussen de Ringvaart en de Kruisweg), valt samen met de reservering voor de parallelle Kaagbaan. Qua tijd staan de reservering van een parallelle Kaagbaan tot en met 2006 en besluitvorming van de N201 (het gedeelte tussen de Kruisweg en de Ringvaart) in 2004 met elkaar op gespannen voet. Zowel de reservering van de parallelle Kaagbaan als de aanleg van de N201 vinden wij van groot belang. In verband echter met de voortgang van de N201, (en het van het rijksbesluitvorming afhankelijke) tijdstip van besluitvorming van de parallelle Kaagbaan, kiezen wij ervoor vast te houden aan het voorkeurstracé van de N201. Wij zetten erop in dat op dit tracé een relatief goedkope weg wordt aangelegd (zonder kunstwerken) die op het moment van aanleg van de parallelle Kaagbaan verlegd kan worden. De reservering van de parallelle Kaagbaan wordt derhalve door ons gehandhaafd maar maakt aanleg van een goedkope variant van de N201 niet onmogelijk. Daarbij spreken wij de bereidheid uit, indien wordt besloten tot de aanleg van de parallelle Kaagbaan, mee te werken aan de verlegging van de N201 naar één van de twee terugvalopties, zoals die aangegeven zijn in de streekplanherziening Aalsmeer/Haarlemmermeer (mits dekking wordt gevonden voor de financiële consequenties). Met het ruimtelijk niet onmogelijk maken van deze banen geven wij geen oordeel over het (al dan niet) verlenen van medewerking aan enige uitbreiding van het banenstelsel. Een eventueel besluit over de aanpassing van het banenstelsel wordt genomen door het Rijk, na het doorlopen van een procedure tot herziening van het luchthavenindelingbesluit. Naast die procedure zullen zowel een Milieu Effect Rapport als een economisch onderzoek dienen te worden opgesteld waaruit onder meer de eventuele economische meerwaarde van baanaanpassing voor de Noordvleugel en de bereikbaarheids- en milieueffecten moeten blijken. Het initiatief tot het starten van het MER en daarmee het inzetten van de benodigde procedures moet worden genomen door de Schiphol Group. Op basis van het eventuele rijksbesluit tot baanaanpassing zullen wij een streekplanherzieningsprocedure beginnen. Wij vinden het beleid met betrekking tot een aanpassing van het banenstelsel, zoals hiervoor verwoord, een essentiële beleidslijn. Hiervoor kan uitsluitend met een streekplanherziening worden afgeweken. 3. Beleid 3.1 Korte voorgeschiedenis: Eind 2006 verloopt de in het streekplan Noord-Holland Zuid opgenomen termijn van de planologische reservering voor het eventueel aanpassen van het banenstelsel van Schiphol. Momenteel loopt het rijksprogramma Mainport Schiphol. Dit programma moet leiden tot een lange termijn visie/beleidsstrategie voor de mainport Schiphol. Tevens loopt momenteel de Evaluatie van de huidige Wet Luchtvaart (Schipholwet). De in het kader van deze evaluatie in te brengen verbetervoorstellen en de daaruit te trekken (beleid)consequenties zullen mede een rol spelen bij de beleidsstrategie voor de toekomst van Schiphol. (koppeling aan het project Mainport Schiphol). Volgens planning zal het kabinet medio 2006 op basis van de uitkomsten van dit programma en de Evaluatie Luchtvaartwet, een standpunt bepalen over de toekomst van de mainport Schiphol (lange termijn ontwikkeling). Het kabinetstandpunt zal naar verwachting najaar 2006 in de Tweede Kamer aan de orde komen. Onzeker is of het Kabinet en/of de regering in 2006 een standpunt zullen innemen over de wenselijkheid van een aanpassing van het huidige banenstelsel. Niet uitgesloten is dat de besluitvorming hierover pas in de loop van 2007 door streekplannh_zuid.doc 5
de nieuw gekozen Kamer en het nieuwe kabinet zal plaats vinden. Dat geldt dan ook voor het (eventueel) starten van procedures voor ondermeer de aanpassing van het banenstelsel Gezien deze planning heeft de provincie medio 2005 de Staatsecretaris van Verkeer en Waterstaat, de Schiphol Group en de KLM geraadpleegd ten aanzien van de wenselijkheid van de verlenging van de termijn van de planologische reservering, teneinde te voorkomen dat door de verlenging op voorhand een uitspraak gedaan zou worden over de lange termijn ontwikkeling. De Staatssecretaris en deze organisaties hebben schriftelijk gevraagd deze reservering te continueren. Relatie met de N201 De provincie Noord-Holland gaat beginnen met het vernieuwen en omleggen van de weg tussen Hoofddorp en Amstelhoek. De uitvoering geschiedt door de provincie op basis van de Overeenkomst N201 van 24 november 2004. Op dit moment worden de werkzaamheden voorbereid. De daadwerkelijke realisatie start in 2006. In 2011 wordt het laatste vernieuwde stuk opgeleverd. Voor deze streekplanherziening is het tracé van de nieuwe N201 door Schiphol Zuidoost relevant. Het geprojecteerde tracé door Schiphol Zuid-Oost ligt ten oosten van de huidige planologische reservering c.q. naast en parallel aan de Fokkerweg. Dat betekent dat op dit moment afstand is gedaan van het tracé zoals op de streekplankaart van het streekplan Noord-Holland Zuid is aangegeven. De aanbesteding voor het gedeelte van de N201 door Schiphol Zuid-Oost is voorzien eind 2007 / begin 2008, doch uiterlijk maart 2008. Nadien is verlegging van het tracé niet meer mogelijk. Indien de reservering zou komen te vervallen is het tot het tijdstip van gunning (uiterlijk tot 1 april 2008 derhalve) in beginsel mogelijk om te kiezen voor het oorspronkelijke tracé zij het dat deze keuze leidt tot mogelijk meerkosten en vertraging van procedures. streekplannh_zuid.doc 6
3.2 Beleidswijziging Wij zijn van mening dat gegeven de huidige kennis en inzichten omtrent de ontwikkelingen in de luchtvaart en in het bijzonder met betrekking tot Schiphol, dat de luchthaven Schiphol ook voor de lange termijn ruimte moet worden geboden voor beheerste groei binnen de huidige normen van milieu en veiligheid. Dit is conform het streekplan Noord-Holland Zuid. Er zijn op dit moment verschillende onderzoeken in uitvoering naar de toekomstige mogelijkheden van Schiphol als internationale mainport en de consequenties daarvan voor de configuratie van de Luchthaven in het bijzonder het banenstelel. Deze onderzoeken zullen in het voorjaar van 2006 gereed zijn. Het kabinet zal op zijn vroegst medio 2006 een standpunt bepalen over deze onderzoeken. Of het kabinet dan ook een uitspraak zal doen over de geschiktheid van het huidige banenstelsel is op dit moment niet bekend. Naar verwachting zal het nieuwe Kabinet en de nieuwe Kamer pas in de loop van 2007 besluiten over een eventuele aanpassing van het banenstelsel van Schiphol. Het voorgaande leidt tot een wijziging van de termijn van planologische reservering ten behoeve van de eventuele aanpassing van het banenstelsel van Schiphol tot uiterlijk 1 april 2008. De beleidsteksten in paragraaf 5.1 Mainport Schiphol, subparagraaf Lange termijn (de periode vanaf 2010) van het streekplan NHZ worden als volgt gewijzigd: Pag. 94, 1 e kolom, de tekst pasage beginnend op regel 3 met Gezien de gevolgen t/m baanaanpassing wordt vervangen door: Gezien de gevolgen van deze reservering zullen wij de reservering tot uiterlijk 1 april 2008 hanteren. Uiterlijk in maart 2008 zal het Rijk duidelijkheid moeten geven over de eventuele baanaanpassing. Dit besluit is gebaseerd op een initiatief van de luchtvaartsector en een door de sector uitgevoerd MER. Het besluit omvat tevens een eerste herziening van het luchthavenindelingbesluit. Pag. 94, 1 e kolom, 2 e alinea en 2 e kolom 1 e alinea wordt vervangen door: Het huidige tracéontwerp van de N201 in het gebied Schiphol Zuid-Oost is afgestemd op de reservering voor een eventuele parallelle Kaagbaan. Het geprojecteerde tracé verloopt parallel aan de Fokkerweg en ligt derhalve buiten het gebied van de reservering. De aanbesteding/gunning is voorzien uiterlijk maart 2008. Wij willen de mogelijkheid open houden om bij het vervallen van de planologische reservering per 1 april 2008, een keuze te kunnen maken voor het tracé door Schiphol Zuid- Oost, zoals dit op de streekplankaart van het streekplan Noord-Holland Zuid is aangeduid. Bij deze keuze zullen wij ook betrekken de reeds verrichte voorinvesteringen en de procedurele consequenties. De streekplankaart: Op de streekplankaart wordt het geprojecteerde tracé door Schiphol-Zuid Oost zoals op het kaartje weergegeven toegevoegd. 3.3 Samenhang met overig (provinciaal) beleid Deze partiële herziening heeft geen consequenties voor andere strategische plannen. streekplannh_zuid.doc 7