Preek over Jac. 3:13-18 (29-6-2003) Orde van dienst morgen Mededelingen Voorzang Ps. 89:1, 3 Votum en groet Zingen Ps. 89:4, 6 Wetslezing Lev. 19:1-4, 11-18, 26-28, 31-37 Zingen E.L. 72:1, 5 Gebed Schriftlezing Jac. 3:13-18 Zingen Ps. 50:11 Verkondiging Zingen Gz. 481 Dankgebed Collecte Zingen Gz. 444 Zegen Amenlied Gz. 21:7 Orde van dienst middag Mededelingen Voorzang Ps. 89:1, 3 Votum en groet Zingen Ps. 89:4, 6 Gebed Schriftlezing Jac. 3:13-18 Zingen Ps. 50:11 Verkondiging Zingen Gz. 481 Dankgebed Zingen G.B. Collecte Zingen Gz. 444 Zegen Amenlied Gz. 21:7
Gemeente van Jezus Christus, Laat niet zovelen onder u leraar zijn, had Jacobus geschreven (3:1). Nog w at vrijer vertaald: Niet iedereen moet leraar w illen zijn. Leraar en w ijsheid - die tw ee stonden nauw met elkaar in verband. Een leraar gold als een w ijze - en andersom: als je w ijsheid bezat, kon en mocht je leraar, rabbi zijn. Wel, als Jacobus zo nadrukkelijk schrijft: Niet iedereen moet leraar w illen zijn, dan zegt dat iets over de mentaliteit van de mensen. Mensen w ilden graag de belangrijkste zijn, w ilden graag anderen de w eg w ijzen. Dat leefde ook bij de discipelen van de Here Jezus: Wie is de belangrijkste? En Jezus leerde hen: Wie de belangrijkste w il zijn, die moet slaaf w illen zijn - een opdracht, maar soms ook een gevolg: dan zul je ieders slaaf zijn. Mensen w ilden graag leraar zijn, w ijze zijn. Ook in de christelijke gemeente. Wie is w ijs en verstandig onder u?, vraagt Jacobus. Wijs en verstandig. Verstandig, daar zit de lading van kennis, kundigheid in. Wijsheid, dat is inzicht, intuï tie; inzicht om de juist e dingen te zeggen, de juiste beslissingen te nemen. Anders gezegd: w ijsheid, dat is het vermogen om kennis in de praktijk toe te passen. Toegespitst op de gemeente: het inzicht om de gemeente de w eg te w ijzen - en niet alleen de gemeente, maar ook de w ereld die aan christenen de w eg vraagt. Wie is w ijs en verstandig onder jullie?, vraagt Jacobus. Wie onder jullie beschikt over het inzicht en het vermogen om gemeente en w ereld de w eg te w ijzen? Geheid dat er een aantal van de gemeenteleden Ik! geroepen hebben. Mensen w ilden graag een w ijze zijn; leider, voortrekker in de gemeente. En dat mag best, maar dat mag dan ook w el te zien zijn! Als je van jezelf zegt dat je een w ijze, een leraar bent, laat dat dan maar zien in je manier van leven. Dat is w at Jacobus hier aan de orde stelt. Hij geeft geen college Wijsheid, maar hij laat zien w elk gedrag er hoort bij de w are w ijsheid - de w ijsheid van boven en valse w ijsheid - de w ijsheid van beneden. Ook hier legt Jacobus de vinger bij de w erken, zoals hij dat al eerder deed. Geloof is prima, maar hoe zit het met de w erken? Dat is trouw ens niet hetzelfde als geen w oorden maar daden, in de zin van: w at je zegt, is niet zo belangrijk, het gaat om w at je doet. Nee: Jacobus zegt De daad bij het w oord graag!. Vind je jezelf w ijs en verstandig? Dat mag best, maar laat het dan ook maar zien in je levensw andel en je w erken. Zoals Paulus schrijft aan de Efeziërs: Let er dus goed op, hoe jullie je gedragen: niet als dw azen, maar als w ijzen (Ef. 5:15). Kenmerk van de w are w ijsheid is: zacht moedigheid. Dat w oord heeft Jacobus goed van zijn broer, de Here Jezus, onthouden. Zalig de zachtmoedigen. Zachtmoedig, dat is in de Bijbel niet w at w ij geneigd zijn eronder te verstaan. Wij denken aan zachtaardig, goedig, dat soort w oorden. Maar van iemand als Mozes zegt Gods Woord: Hij w as zachtmoedig, meer dan alle andere mensen op de aarde (Num. 12:3). Nou, als Mozes iets niet w as, dan w as het zachtaardig en goedig. Hij w as juist opvliegend: ziet een Egyptenaar een landgenoot aftuigen, en hup - slaat de man dood. Later is hij het gemopper van het volk zo zat, dat hij vergeet dat hij tegen de rots moest spreken - nee, hij slaat op de rots.
En t och w erd dat van Mozes gezegd, dat hij zachtmoedig w as, meer dan alle andere mensen. Namelijk toen zijn zus Mirjam hem op een verschrikkelijke manier beledigd had door zijn leiderschap ter discussie te stellen. Toen kw am hij niet voor zichzelf op. De Here Jezus w ordt zachtmoedig genoemd; Hij zegt het ook van Zichzelf (Matth. 11:9). Nee, goedig w as Hij bepaald niet. Hij ranselde de geldw isselaars en verkopers van het tempelplein af. Hij kon de Farizeeërs ongezouten de w aarheid zeggen. Maar toen Hij gearresteerd w erd en aan het kruis w erd gehangen, kw am Hij niet voor zichzelf op: Hij bad om vergeving voor zijn beulen. Zachtmoedigheid, dat is: pal staan voor het recht van God, maar afzien van je eigen recht, je eigen belang. De zachtmoedigen, dat zijn diegenen die, als hen onrecht aangedaan w ordt, helemaal op God vertrouw en, en niet op hun eigen kracht. Het tegengestelde van w ijze zachtmoedigheid lezen w e in de volgende zin: bittere ijver, zelfzucht. In de dienst van de HERE God is ijver een goede eigenschap. Maar zodra die ijver bitter w ordt, gaat het mis. Bittere ijver w ordt naijver, jalouzie: je gunt een ander niet w at jij graag w ilt hebben. Tussen tw ee haakjes: dat is ook precies w aarom de HERE God in het tw eede gebod - geen beelden maken om die te vereren - zegt: Ik ben een naijverig God. Hij gunt zijn eer niet aan een ander. Als w ij mensen naijver in ons hart hebben, dan draait het - óók in de ijver voor God! - uiteindelijk toch om onszelf. En dan zijn w e allesbehalve zachtmoedig. Dan moeten w e die grootspraak ook maar achterw ege laten, dat w ij een w ijze zijn. Want dat is de w aarheid gew eld aandoen, liegen t egen de w aarheid. Dan zijn w e niet w ijs en verstandig. Tenminste: niet w ijs in de w are zin van het w oord. Met zijn vraag Wie is w ijs en verst andig onder jullie?, geeft Jacobus dus een w aarschuw ing af: Zeg niet te snel Ik!. Ware w ijsheid, zegt Jacobus, is w ijsheid die van boven komt. Van boven, dat w il zeggen: van God afkomstig. Dat is een manier van zeggen die w ij ook nog w el kennen. Als w ij het over Boven of Hogerhand hebben, dan bedoelen w e de HERE God. Maar w ijsheid van iemand die bittere naijver in het hart heeft, dat is niet w ijsheid van boven, w ijsheid van God. Die w ijsheid is: aards, ongeestelijk, duivels. In de eerste plaats aards ; dat w il zeggen: het is w ijsheid van de w ereld om ons heen; de door de zonde getekende w ereld: aards staat in tegenstelling tot hemels. In de tw eede plaats ongeestelijk. In het Grieks staat er psychikos. Het is dus psychische w ijsheid. Alleen moet u bij psychisch niet denken aan geestelijk, mentaal - dan zou er trouw ens in het Grieks a-psychikos of iets dergelijks moeten staan, om met on-geestelijk te kunnen vertalen. Bij psychisch moet u aan iets anders denken. Leest u maar eens mee in 1 Cor. 2 [lezen 1 Cor. 2:14, 15]. Het w oord psychisch betekent natuurlijk, van nature : d.w.z. zonder God. Dat is inderdaad ongeest elijk te noemen - met een grote G, w ant: niet van de Geest, de Geest van God. Zo is het hier in Jac. 3:15 ook met die w ijsheid die niet van boven is; die is ongeestelijk, niet van de Geest, de Geest van God. Het is psychische w ijsheid, zielige w ijsheid: w ijsheid van onze eigen ziel, ons eigen hart. In de derde plaats is die w ijsheid duivels ; w ijsheid van beneden, van de vijand. En dat spreekt eigenlijk vanzelf. Als w e ons onttrekken aan de Geest van boven, dan staan w e open voor de geest van beneden. En andersom! Verzet tegen de een is open staan
voor de ander. Kijk maar eens naar Jac. 4:7, 8. Onderw erp je aan God en verzet je tegen de duivel, dan zal hij voor je vluchten. Wijsheid van beneden : aards, ongeestelijk, duivels. En dat kan ook niet anders. Want, zegt Jacobus (vs. 16). Want w aar die bittere ijver en zelfzucht zijn - kenmerken van die w ijsheid van beneden - daar gaat de gemeente kapot aan w anorde en kw ade praktijken. Het zou heel goed kunnen dat Jacobus in het vervolg van de brief daar iets van laat zien, van w at die kw ade praktijken zijn: hartstocht en w ereldliefde en lasterpraat - om met de kopjes te volstaan en maar te zw ijgen over w at er onder die kopjes staat, w ant dat liegt er niet om! Maar ook zonder het vervolg van de brief kunnen w e al genoeg voelen van w at de gevolgen zijn. Als w e nog even terugdenken aan w at die bittere ijver is: je eigen belang zoeken, ten koste van de ander. Dat kan nooit goed gaan. Paulus had daar ook al voor gew aarschuw d: Als je elkaar bijt en verscheurt, pas dan maar op dat je niet door elkaar verslonden w ordt (Gal. 5:15). Net zoals Paulus in Gal. 5 de w erken van het vlees en de vrucht van de Geest tegenover elkaar zet, zet Jacobus hier de w ijsheid van beneden en de w ijsheid van boven tegenover elkaar. De w ijsheid van boven is de vrucht van de Geest van boven. Waaraan kun je de w ijsheid van boven herkennen? Die w ijsheid is in de eerste plaats rein, zegt Jacobus. En dan moeten w e rein in figuurlijke zin nemen: zuiver, puur. What you see is w hat you get - en dan in de positieve zin van het w oord: je hoeft er niet iets achter te zoeken, w ant bijbedoelingen zijn er niet bij. Verder is de w are w ijsheid vredelievend ; passief, maar ook actief: niet uit op ruzie. Ze is ook vriendelijk ; mild en geduldig ten opzichte van de ander. De w ijsheid van boven is gezeggelijk ; je laat je gezeggen, je bent voor rede vatbaar, je laat je overtuigen door redelijke argumenten. Daar zit ook iets in van w at Paulus noemt de ander hoger achten dan jezelf (Fil. 2:3). Jij bent niet automatisch degene die het beter w eet - óók niet als je een ervaren christen bent en die ander loopt nog niet zo lang mee. De w ijsheid van boven is ook vol ontferming en goede vruchten. Ontferming: dat is medelijden met de ander, gericht op de ander, met de bedoeling om die ander te helpen. Goede vruchten: dat w il zeggen een levensw andel die goed is in Gods ogen. Die goede vruchten kan de w ijsheid van beneden, de natuurlijke mens niet opbrengen. Paulus schreef: Er is niemand die goed doet, zelfs niet één (Rom. 3:12). Maar w ie door de Geest leeft, de Geest van God, die brengt goede vruchten voort. Ten slotte noemt Jacobus nog tw ee negatief geformuleerde kenmerken van de w ijsheid van boven : ze is onpartijdig en oprecht. Onpartijdig: maakt geen verschil tussen mensen, t rekt niemand voor. Oprecht hangt samen met rein : zonder bijbedoeling of verborgen agenda. En al deze w oorden die Jacobus noemt, hangen samen met, of zijn synoniemen voor het w oord w aarmee w e begonnen: zachtmoedigheid. Want w elk kenmerk je ook noemt van die w ijsheid van boven, het komt allemaal en altijd w eer neer op: niet jezelf in het centrum zetten, niet jezelf zoeken; de ander, daar gaat het om. En dan in de eerste plaats: de Ander, de HERE God.
En w aar de w ijsheid van beneden zorgt voor chaos en onrust in de gemeente, daar brengt de w ijsheid van boven het tegendeel: vrede, harmonie. De vrucht van gerechtigheid - dat is die w ijsheid van boven - w ordt gezaaid in vrede. Gezaaid in vrede, en gezaaid door en voor hen die vrede stichten. Het zaaien - beeld voor Gods Woord verkondigen - moet gebeuren in vrede, en door een vredestichter, en het is ook bestemd voor vredestichters. Wie is w ijs en verstandig onder ons? Dat is te zien aan onze levensw andel. Daaruit blijkt of w e beheerst w orden door de w ijsheid van boven of de w ijsheid van beneden. Het leven van de gemeente w ordt bepaald door w at er in ons hart zit: w ijze zachtmoedigheid of bittere naijver en zelfzucht. Als het ons ten diepste om onszelf gaat - óók in onze ijver voor God! -, dan moeten w e niet raar opkijken als er onvrede in de gemeente is. Maar als w ij ons eigen belang en onze eigen persoon opzij schuiven voor de Ander en voor de ander - als dus de w ijsheid van boven in ons hart is -, dan heerst er vrede, dan is er eensgezindheid en saamhorigheid. Want w ie vrede sticht, zal vrede oogsten. Hij die ook hierin het voorbeeld voor ons is, onze Here Jezus Christus, roept zijn volgelingen op Hem daarin te volgen - met groot perspectief: Zalig de vredestichters, w ant zij zullen kinderen van God genoemd w orden. Amen.