INGENIEURSMEDEDELINGEN



Vergelijkbare documenten
MEMORANDUM. voor het beleid op politiek en academisch vlak

Call for ideas: sollicitatiefeedback

Het Innovatiekompas Inspiratie sessies Dr. Guy Bauwen

Goed, beter, best. Eenvoudig en betrouwbaar beoordelen met D-PAC

Mijnheer de Schepen, Mijnheer Christiaens, Mijnheer Hellings, Dames en heren,

Advies 71bis :37 Pagina 1. ADVIES 71bis STEUNPUNTEN BELEIDSRELEVANT ONDERZOEK. Voorontwerp van WIJZIGEND besluit

E-Newsletter Een Econocom newsletter met focus op leasing

Associatie KU Leuven: Sterke partners voor beter hoger onderwijs

Kenniscentrum energie. 19 april 2007

Provinciale gespreksavond over Zelfzorg en lokaal sociaal beleid een haalbare kaart?

Picanol Group + Tessenderlo Group

vergadering C90 LAN5 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid

Ondersteuning bij deelname aan KP7

Financiering van Innovatie:

Vlaamse paardenfokkers zetten in op Chinese stallen

thuishaven voor topwetenschappers

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

moedigen. We streven immers naar een beleid dat de grenzen van de verschillende organisaties binnen de Vlaamse overheid overstijgt.

Het hoger onderwijs verandert

Get out of the building! Studie en stage in het buitenland

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Indeling hoger onderwijs

The Netherlands of

Uw netwerk voor succesvol ondernemen in de Brusselse metropool. Metropolitan

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme

Over promo-code.be. Snelst groeiende Belgische kortingssite. Selinde Winter Account Manager Belgium

MAAK WERK VAN EEN INNOVATIEVE ORGANISATIECULTUUR IN UW KMO

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Departement industriële wetenschappen en technologie

De FOD Economie informeert u! De innovatiepremie. Een creatieve werknemer belonen? Ja! Dankzij de fiscale vrijstelling van de innovatiepremies

Welkom in het Horizon College

Wetenschap & Technologie Hertekening van het onderwijslandschap

StepStone in cijfers Januari 2016

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Het Belgische luchttoezicht boven de Noordzee

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Emigrerende Nederlander heeft nooit heel erge haast

De FOD Economie informeert u! De innovatiepremie. Een creatieve werknemer belonen? Ja! Dankzij de fiscale vrijstelling van de innovatiepremies

Studie naar Innovatiegerichtheid en arbeidsmarktpositie van IWT doctorandi

BITO-eindwerkprijs Reglement

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013

StepStone in cijfers April 2016

Bureau BERGS. Re-integratie Outplacement Loopbaanadvies. Noloc Erkend & Gecertificeerd

Informatica aan de Universiteit Antwerpen

Stageplaatsen Philips Consumer Luminaires

Training Within Industry - Job Instruction

babbel 2012 zal herinnerd worden als het jaar dat mobiliteit een belangrijk onderdeel van onze langetermijnstrategie werd.

StepStone in cijfers Juni 2015

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Carrièrebegeleiding

online! Telenet Foundation ondersteunt momenteel zo n 105 projecten in België. We bereikten al meer dan mensen. Iedereen

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

The Netherlands of

Mijnheer de Voorzitter van het Vlaams ACV, Mevrouw de Nationaal Secretaris, Dames en heren,

OpenTable voorziet in on-the-go en last-minute reserveringen met nieuw en dynamisch design van de app.

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.

-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten

mobi4u OUD vs. NIEUW Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

VACATURE. Innoviris is op zoek naar. een wetenschappelijke Adviseur gespecialiseerd in Living Lab. Referentie: AFN201604

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 september 2011

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

De faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur.... in een notendop. Rik Van de Walle decaan

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid bvba. Regionaal (de Nederlandstalige gemeenschap, voornamelijk in Gent), Nederland

België : een strategisch belangrijke biofarmaceutische hub in Europa

OPEN CALL residentie onderzoek & creatie kunst/wetenschap/technologie

Klanten vinden, binden, boeien en behouden Realiseer, optimaliseer en registreer uw Social Media succes!

Van. naar I Do. Kempense InnovatieRaad

Workshops. Wetenschappen: labo (EDUGO campus De Toren) Technologie: workshops (EDUGO campus Glorieux)

Snel en stressvrij op uw bestemming geraken? Na de trein verder op de fiets! Blue-bike maakt de verplaatsing met de trein af door comfortabele

R E C R U I T M E N T R E S O U R C E S R E S U L T S DE DRIJVENDE KRACHT ACHTER DYNAMISCHE ICT RECRUITMENT OPLOSSINGEN

Jongeren ten opzichte van hun eerste job

Vlaams minister-president Peeters tekent krijtlijnen uit voor Vlaams wijnbouwbeleid

VACATURE. Innoviris is op zoek naar. een Adviseur Innovatief Ecosysteem (Strategisch) Referentie: AFN201603

VUB en Universiteit Gent ondertekenen alliantie

Korte beschrijving van het project Inhoud van dit document Contactinformatie Team: Telefoon: Persinformatie

StepStone in cijfers Augustus 2014

nr. 269 van AXEL RONSE datum: 23 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Arbeidsmarkt - Knelpuntberoepen en competenties

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Einddatumgericht Beleggen

MULTICHANNEL, TREND OF EVOLUTIE?

STEPSTONE IN CIJFERS. April

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen

Sterk door overleg. Adviesfunctie

Waarom deelnemen aan een ICT project voor KMO s? Business aliniëren met ICT. Chris Block 5/3/12

Verhaal van verandering

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Wat beweegt kennismigranten?

Dampkapsystemen EN inox realisaties

Uw keuken en interieur Alles naar wens, een ultieme beleving

StepStone in cijfers September 2015

Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen

HERMAN VAN ROMPUY SCHOLARSHIP

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

LinkedIn Live Nieuwe Medewerkers Vinden

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Sint-Jan Berchmanscollege

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Transcriptie:

INGENIEURSMEDEDELINGEN MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 40 nummer 6-7, juni-juli 2002 verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor Overpelt 1

Kom alles te weten over GO, het -jaarboek voor jong talent. We nemen je meteen mee naar het hart van de meest dynamische werkgevers. Ze praten ongeremd over wie ze zijn en vooral: wie ze zoeken. Ontdek de bedrijven achter de vacatures, maar ook de tips en trucs van de best bewaarde sollicitatiegeheimen, alle details over de huidige arbeidsmarkt en zoveel meer in één complete jobgids: GO, haal m nu in huis. U kunt deze gids bestellen door 12 EUR (inclusief BTW en verzendingskosten) over te schrijven op rekeningnummer 385-0516770-17 van de NV AR-Media. Vermeld als referentie het codenummer NL391002. Na ontvangst van uw betaling, wordt uw bestelling u spoedig toegezonden. DE NIEUWE GO IS UIT! Verkoopvoorwaarden: na levering heeft de koper 7 dagen bedenktijd. Indien niet tevreden kan hij de zending in originele verpakking en voldoende gefrankeerd terugsturen.

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Etienne Beernaerts E. Claeslaan 29, 9051 Sint-Denijs-Westrem HOOFDREDACTEUR Ing. Ivan Born REDACTIERAAD Ing. E. Aelbrecht Ing. E. Beernaerts Ing. I. Born Ing. B. Demol Ing. H. Derycke Ing. N. Lagast Ing. G. Roymans Ing. L. Van Bouwel REDACTIESECRETARIAAT Francine Demaret Eddy De Winter SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 Fax +32 3 259 11 01 URL: http://www.vik.be E-mail: ing@vik.be Doorlopend open van 08u30 tot 17u00 U kan lid worden door betaling op rekening 406-0098501-56 van de VIK te Wommelgem 50,00 voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden 25,00 voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid (1 e lidmaatschap tegen 50,00 ) of voor gepensioneerden 12,50 voor studenten-industrieel ingenieur 65,00 voor leden woonachtig in het buitenland 350,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met meer dan 250 werknemers 200,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met minder dan 250 werknemers DRUKKERIJ & LAY-OUT Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel +32 11 80 90 90 Fax +32 11 80 90 95 Maandblad van de VIK, Vlaamse Ingenieurskamer Jaargang 40 Nummer 6-7 juni - juli 2002 EDITORIAAL Een veranderingsmoment In deze Ingenieursmededelingen willen we u een algemeen inzicht geven in het belang van onderzoek en ontwikkeling in het kennisgedreven industrieel leven van Vlaanderen. In het bijzonder zal onze aandacht gaan naar dat onderzoek en ontwikkeling in de Vlaamse KMO s. Meer dan tien jaar geleden begreep de VIK reeds het uitzonderlijk belang van O&O voor het bedrijfsleven. Dit was dan ook de aanleiding tot het oprichten van de VIK-werkgroep "O&O aan de hogescholen". Van bij het begin konden we hierbij rekenen op de medewerking en de inzet van alle verantwoordelijken voor O&O aan de industriële hogescholen, later de Departementen IW&T. Hierover leest u meer in de historiek van deze werkgroep. Het was onze overtuiging dat de jarenlange eis van de VIK voor integratie van de opleidingen van industrieel ingenieur in de universiteiten slechts kon gerealiseerd worden door het academiseren van deze opleidingen. Academiseren betekent echter zich inschakelen in het onderzoek van deze universiteiten. Deze inschakeling zal een win-win situatie creëren voor opleidingen en industrie daar, nog meer dan in het verleden, de volledige innovatiecyclus in dit onderzoek zal kunnen aan bod komen door het uitbreiden van het grensverleggend en fundamenteel onderzoek van de universiteiten naar het meer toegepast technologisch en projectmatig onderzoek van de hogescholen. Meer dan ooit tevoren kan nu de stap van onderzoek naar innovatie gezet worden. Een veranderingsmoment We willen van deze gelegenheid gebruik maken om hulde te brengen aan de pioniers van het onderzoek aan de hogescholen. Zonder veel middelen noch structuren zijn ze er in geslaagd door inzet en voluntarisme uitzonderlijk verdienstelijk werk te realiseren. De artikelenreeks die we in volgende nummers van de Ingenieursmededelingen publiceren, is hiervan een beperkte getuigenis. Het is een uitzonderlijke prestatie dat bijvoorbeeld via de beperkte middelen van het HOBU-Fonds, ca. 2.355.000 EUR (950 miljoen BEF) in de 5 jaren van zijn bestaan, meer dan 1.000 Vlaamse bedrijven inzonderlijk KMO s werden in contact gebracht met O&O. Het multiplicatoreffect hiervan is zeer groot. We willen dan ook de wens uitdrukken dat bij de toekomstige academisering van de opleidingen van industrieel ingenieurs het universitair onderzoek deze opportuniteiten ten volle zal gebruiken. Zo zal het veranderingsmoment van de associaties een belangrijke impuls zijn voor de levensnoodzakelijke vernieuwing van ons bedrijfsleven. In dit nummer: Ing. Gustaaf Van Wichelen, Voorzitter Raad van Beheer, Voorzitter werkgroep O&O Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.U.P.P.) Wereldcongres Lyon 4 BaMa Nederland 13 Two laps to go 14 Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk.

JONGERENWERKING Jonge Ingenieurs uit heel Europa te gast bij VIK 15de EYE-Conference Een kleine honderd jonge ingenieurs uit heel Europa, van Portugal tot Denemarken werden van 17 tot 19 mei door de VIK-jongeren uitgenodigd te Brugge. België was deze keer immers het gastland voor EYE (European Young Engineers). Het thema was Engineering and culture. Geen betere achtergrond voor zo n thema dan Brugge, culturele hoofdstad 2002. Er werd hard aan cultuur gedaan, lekker gegeten, ernstig geworkshopt, er was de fuif en het galabal. Kortom, er werd weer stevig verbroederd. Tussendoor pakten de jonge ingenieurs ook het Tech-Art evenement mee (zie elders in deze IM). ed 4 I.M.- JUNI 2002

INGENIEUR EN MAATSCHAPPIJ Tech-Art prijzen 2002 TECH-ART op 17 mei verwelkomden VIK-ondervoorzitter Ing. Eddy Aelbrecht en Tech-Art voorzitter Ing. Joseph Neyens de talrijke ingenieurs in het gloednieuwe concertgebouw te Brugge voor de uitreiking van de Tech-Art prijzen 2002. De VIK bekroont hiermee de beste technische en artistieke creaties die in de loop van het voorbije jaar werden verwezenlijkt. De juryleden zijn experts op technisch en artistiek vlak. Criteria: originaliteit, maatschappelijke relevantie en mogelijk economisch nut. Van de vijfenveertig inzendingen werden acht kandidaten weerhouden voor de eindselectie. De technische en artistieke winnaars ontvingen elk een geldprijs van 2.500 Euro en een beeldhouwwerk. Het technische luik heet "prijs Omer François". Ingenieur François was stichter en bezieler van de VVTI. Het artistieke deel heet "prijs Hugo Van der Heyden". Ingenieur Van der Heyden richtte STI op en was lange tijd voorzitter. VVTI en STI waren de voorouders van de VIK. Ensemble Currende speelde de avond aan elkaar en werkte op het ingenieursgemoed met lustige chansons en droeve madrigalen. Een samenwerking van de VIK, de Vlaamse Regering, BC Bank, Vacature, Drukkerij Sleurs, BASF en Carpe Diem I.M.- JUNI 2002 5

INGENIEUR EN MAATSCHAPPIJ Tech-Art prijzen 2002 LAUREATEN ARTISTIEKE PRIJS "Hugo Van der Heyden" Flanders Recorder Quartet "Vier op n Rij" voor de cd MAGIC. Het vooroordeel over blokfluit luidt: oeroud en banaal. Het nieuwe oordeel luidt: vernieuwend inventief, origineel en trendsettend. In Vlaanderen won het ensemble het concours Musica Antiqua Brugge. Vier op n Rij gaf concerten in Japan, de VS, Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Mexico, Singapore en Israël. 13 cd s heeft Vier op n Rij op zijn naam. De groep onderhoudt nauwe contacten met blokfluitbouwers en jonge Vlaamse componisten. De cd Magic werd door het ensemble uitgedacht met musicologische ondersteuning van David Lasocki (Indiana University). Uitgangspunt waren melodieën uit oude manuscripten die hooguit 20 tot 60 seconden duren, maar die via improvisaties, nieuwe kleuren en creatieve ideeën uitgroeien tot composities van 6 tot 12 minuten. Op de cd horen we klassieke, Arabische, Oosterse en jazzinvloeden. De samenwerking van klassiek-geschoolde blokfluitisten met muzikanten die putten uit andere culturen is verrijkend. Geef toe, vier blokfluiten, een Chinese pipa-speler en een Marokkaanse udspeler is geen doordeweekse combinatie. De mix van musici die op partituur spelen en muzikanten die rechtstreeks vanuit het hart muziek maken, werkt aanstekelijk en overtuigend. Er worden muzikale bruggen geslagen tussen Oost en West, Noord en Zuid, tussen oud en nieuw, tussen polyfonie en harmonie. Engelse melancholie, improvisaties, middeleeuwse voordrachtstukken, Spaanse dansen, allerstrengst en tegelijkertijd erg gewaagd contrapunt komen aan bod. TECH-ART PRIJS "Omer François" Patrick Van Rymenant (De Nayer Instituut) met "Breukmechanisme voor mechanische karakterisering van weerstandslasmachines". In de plaatverwerkende nijverheid is het weerstandslassen een belangrijke verbindingstechniek, die meestal op empirische knowhow berust. Vaak geeft deze onnauwkeurige kennis aanleiding tot het kiezen van andere verbindingstechnieken, die minder aangepast zijn en dikwijls duurder uitvallen. Er bestaan evenwel voldoende software-programma s om het proces te karakteriseren voor de keuze van de machine, het ontwerpen van het werkstuk, de optimalisatie van de machineparameters en de voorspelling van de elektrodensleet. Om een realistisch resultaat met deze programma s te bekomen is het noodzakelijk gegevens van verschillende oorsprong in de geven. Belangrijk is dat de eigenschappen van de gebruikte lasmachines zo correct mogelijk ingevoerd worden. Deze eigenschappen kunnen in geen geval geëxtrapoleerd worden vanuit de metingen op stationaire machines in labo omgeving. Er werd een mechanische karakteriseringtest ontworpen, die ter plaatse op de machines in de bedrijven uitgevoerd kan worden. De testapparatuur moet derhalve draagbaar zijn en eenvoudig te installeren. De identificatietest zelf moet snel genoeg zijn om zo weinig mogelijk productietijd te verliezen. De kern van de apparatuur zijn twee inzetstukken. Op de beweegbare kop van de machine wordt een brugje gemonteerd, dat een stalen breekpen bevat. Het gewicht ervan wordt zo laag mogelijk gehouden om het gewicht van de bewegende kop niet te belasten, wat de meeting zou vervalsen. Op de statische tafel wordt een mes gemonteerd om de breekpen te belasten en uiteindelijk te breken. Eerst werd een theoretisch model uitgewerkt voor de bewegende elektrode. Daarna werden dynamische breuktesten uitgevoerd met de hoger beschreven apparatuur en werden de resultaten vergeleken met de theoretisch berekende. De snelheids-verplaatsingscurven van theorie en praktijk bleken in overeenstemming. De versnellings-verplaatsingscurven verschilden echter duidelijk van elkaar. Bij de praktische proef werd een sinusoïdaal verloop gemeten, terwijl de theorie een constanter verloop voorspelde. Het aanpassen van de dempingfactor in de theoretische berekening zorgde ervoor dat ook een sinusoïdaal verloop verkregen werd. Een samenwerking van de VIK, de Vlaamse Regering, 6 I.M.- JUNI 2002

TECH-ART De testmethode maakt een snelle, efficiënte en dynamische karakterisering van weerstandlasmachines mogelijk. Weerstandlassen wordt op deze manier spitstechnologie. Het invoeren van de gemeten realistische parameters in de bestaande softwareprogramma s maakt het mogelijk het onderhoud van deze machines van curatief over preventief naar predictief onderhoud te laten evolueren. Eervolle vermelding Architect Guido Stegen van Arsis bvba met de studie De tuinwijk Le Floris Floreal, Kunst of Keurslijf. Deze tuinwijk te Watermael-Bosvoorde is een uniek historisch architecturaal geheel. Arsis is een bureau van ontwerpers onder leiding van architect Guido Stegen. De studie is het gevolg van inzichten die groeiden bij de klassering van grote architecturale gehelen, bestaande uit verschillende vrij identieke huizen en bewoond door eigenaars en huurders. De taak van de architect beperkt zich niet alleen tot het uitvinden van nieuwe architectuur maar meer en meer in het beheren van wat lang geleden gebouwd is. Genomineerden voor de Tech-Art prijzen 2002 Koen Fossey met het project Noach. Een prentenboek voor jonge kinderen, waarvan de illustraties gecreëerd werden met digitale media. Schilderen met pixels, picturale poëzie met de nieuwe media. Pieter Van Den Braembussche van de firma Verhaert Design & Development PROBA, de eerste Belgische satelliet. De satelliet werd in opdracht van de ESA gebouwd door de firma Verhaert in opdracht van de ESA. Hij werd op 22 oktober 2001 gelanceerd vanuit India. PROBA is de eerste autonome satelliet van Europa. Hij heeft 3 camera s aan boord waarmee foto s van de aarde genomen worden die gebruikt kunnen worden in land- en bosbouw en industriële vervuiling kunnen meten. Johan Gielis van Geniaal bvba met het boek De uitvinding van de Cirkel. Voor een breed publiek beschrijft Johan Gielis een superformule waarmee niet alleen cirkels en vierkanten maar ook bomen en wolken kunnen beschreven worden. De schrijver voorziet fantastische mogelijkheden voor wetenschap en technologie, computer graphics, beeldherkenning en artificiële intelligentie. France Fannes van Bio Art met Ontwikkeling en optimalisatie van een snelle membraantechniek als meetplatform voor IVD testen. Bio Art heeft in samenwerking met het De Nayer Instituut een snelle membraantechniek ontworpen die het resultaat binnen 5 minuten weergeeft; er is geen bijkomend laboratoriummateriaal vereist. De eerste IVD test, met name voor de bepaling van CRP is klaar voor productie en lancering in Scandinavië. Rudi Aerts met Milieuvriendelijke bestrijding van Pythium spp. bij substraat-teelt van tomaat, een onderzoek naar biologische en geïntegreerde bestrijding van een economisch belangrijk wortelpathogeen. Ethische vragen bij technologie. Gastspreker prof. emeritus Etienne Vermeersch (RUGent) gaf een ongemeen boeiende uiteenzetting over het ethisch handelen van de ingenieur. Boodschap: beperk je intelligentie niet tot kennisrationaliteit en voordehandliggend technisch handelen. Denk breder! Prof. Vermeersch verwoordde dit uiteraard anders en vooral uitgebreider. De volledige tekst kan je raadplegen op de VIK-website: www.vik.be Coördinaten van de winnaars: zie www.vik.be BC Bank, Vacature, Drukkerij Sleurs, BASF en Carpe Diem I.M.- JUNI 2002 7

INGENIEUR EN MAATSCHAPPIJ Berichten uit de samenleving BraiN als O&O-lobby Onlangs adviseerde de Belgische Hoge Raad voor Financiën (HRF) om de fiscale aftrek van researchkosten te schrappen. BraiN, een koepel van een tiental researchondernemingen argumenteerde dat zo n operatie de research-investeringen zou verminderen en de braindrain zou doen toenemen. Tijdens het jongste begrotingsconclaaf werd het HRF-plan in de kast gestopt. BraiN wil dat België researchvriendelijker wordt en dat de Europese Unie binnen tien jaar technologisch even ver staat als de VS, zoals afgesproken op de Europese toppen van Lissabon en Barcelona. BraiN stelt vast dat de VS 2,7% van zijn BBP aan onderzoek besteedt terwijl België geen 2% haalt. BraiN geeft wel toe dat de nationale belangen binnen Europa een rationele besteding van Europees O&O-geld bemoeilijken. Publieke opinie over O&O Eurobarometer doet onderzoeken over wat de Europese burger denkt over van alles en nog wat. Aan Europese managers werd gevraagd welk belang ze hechten aan innovatie. Acht op tien managers doen O&O-inspanningen vooral om rentabiliteit en marktaandeel te vergroten. Twee op drie bedrijfsleiders hebben nieuwe producten en diensten ingevoerd tijdens de voorbije twee jaar. 20% van die producten is echt innoverend. Die nieuwe producten leveren meer dan de helft van de omzet. De meeste bedrijfsleiders zoeken toegang tot geavanceerde technologie door aankoop van nieuwe uitrusting. Banen scheppen of aan milieunormen te voldoen zien bedrijfsleiders niet als motivatie voor O&O-inspanningen. Zie ook www.cordis.lu/innovation-smes/src/innobarometer.htm Ongewenst seksueel gedrag in één op drie bedrijven Verbaal en lichamelijk gedrag dat afbreuk doet aan de waardigheid van werknemers, dat is volgens de wet ongewenst seksueel gedrag. De Vlaamse administratie deed hierover bij 500 bedrijven een onderzoek. Blijkt dat er bij één op drie van die bedrijven formele klachten waren. Dit is het topje van een ijsberg, want veel slachtoffers dienen geen klacht in uit vrees om ontslagen te worden (het zogenaamde dark number ). Negen op tien slachtoffers zijn vrouwen. Bedienden maken er zich evenveel schuldig aan als arbeiders. Fysiek geweld komt zelden voor maar verbaal geweld en insinuerende opmerkingen des te meer. O&O delen Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VB0) is ervan overtuigd dat een grotere samenwerking tussen bedrijven de innovatie ten goede zou komen. In België heeft slechts een kleine 9% van de KMO s een samenwerkingsakkoord gesloten met een ander bedrijf met als doel te innoveren. Blijkbaar zijn veel bedrijfsleiders niet bereid om informatie uit te wisselen en kennis te delen. Hoe noordelijker men gaat, hoe opener het bedrijfsbeleid wat dit betreft: in Denemarken en Zweden hebben 37% en 27% van de bedrijven samenwerkingsakkoorden voor O&O. Swift Prijs van 50.000 euro Brengt technologie mensen dichter bij elkaar of laat ze ons eenzaam achter, gebogen over een laptop? Wie een idee heeft dat via communicatie- en informatietechnologie de banden tussen groepen mensen verbetert of versterkt kan z n project opsturen naar het Swift Fonds. Swift is een fonds bij de Koning Boudewijnstichting. Meer inlichtingen: www.kbs-frb.be ; e-mail: proj@kbs-frb.be Slimme auto s Het aantal intelligente sensoren in de veiligheidstoepassingen van nieuwe wagens wordt steeds groter. Melexis, de Belgische producent van micro-elektronische sensoren organiseert voor het eerst haar Safety Trophy. De wedstrijd richt zich naar ingenieurs die een autonoom voertuig (zonder afstandsbediening) kunnen ontwikkelen dat zich met behulp van intelligente sensoren een weg baant doorheen een hindernissenparcours. De finale wordt in april 2003 gereden. Wie het snelste en het veiligste voertuig aflevert wint de prijs. Het Leuvense IMEC organiseerde vroeger reeds een soortgelijke wedstrijd. Info: www.melexis.com/trophy Verleden maand heeft de Vlaamse regering principieel het voorontwerp van decreet over de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen - het zogenaamde Bolognadecreet - goedgekeurd. Voor de volledige tekst: zie www.vik.be 8 I.M.- JUNI 2002

Puzzelaar nr. 64 INGENIEUR EN MAATSCHAPPIJ Construeer aan het eindpunt A van een lijnsegment AB een loodlijn op dat segment met behulp van slechts een richtliniaal en een passer met een vaste stand. Het lijnsegment mag hierbij niet verder dan A worden doorgetrokken. De roestige passer Bijvraag: hoeveel juiste antwoorden zullen we ontvangen? U kan een boekenbon van 25 EUR winnen. Antwoord vóór 31 augustus bij Ing. Roland Mebis, Tabaartstraat 23, 3740 Bilzen. Oplossing Puzzelaar nr. 62: het kamerscherm Spiegel de oorspronkelijke figuur in beide muren en spiegel ze dan voor de derde keer, zodat men de volgende figuur krijgt. De oppervlakte die door het scherm omsloten wordt zal een maximum zijn als de oppervlakte van de gehele achthoek een maximum is, en dit is het geval wanneer het een regelmatige achthoek is. Het scherm dient dus zo geplaatst te worden dat het de muren onder twee hoeken van elk 67 raakt. De oplossing lag voor onze puzzelaars niet voor de hand. Slechts met lange reductionistische berekeningen hebben de meesten het antwoord gevonden. 26 juiste antwoorden dit keer: W. Van Lokeren, Mechelen; R. Van Meirhaeghe, De Pinte; R. Huveneers, Laakdal; P. Thierens, Tielrode; M. Sanson, Wemmel; T. Clauwaert, Kruishoutem; Th. Demets, Evergem; D. Hendrix, Genk; J. Doornaert, Wondelgem; L. Hautekeete, Ooigem; W. Bonte, Ichtegem; W. Hendrix, Balen; M. Fleerakkers, Hofstade; Th. Renckens, Hamont; J. Lambrechts, Geel; G. Peeters, Sint-Truiden; W. Renckens, Tessenderlo; W. Verweire, Evergem; J. Ooms, Haasdonk; R. Demaerschalk, Huldenberg; F. Vanherf, Sint-Truiden; B. Laeremans, Rumst; W. Meynkens, Zwitserland en de winnaars Th. Demets, Kluisstraat 16, 9940 Evergem (25); B. Wittevrongel, Puursesteenweg 289 A, 21880 Bornem (23); J. De Ridder, Ropstraat 9, 9120 Haasdonk (23). De heer Demets ontvangt binnenkort een boekenbon ter waarde van 25, 00 EUR en de gedeelde winnaars een boekenbon van 12,50 EUR ieder. Ing. Roland Mebis I.M.- JUNI 2002 9

DOSSIER OO& AAN DE HOGESCHOLEN Werkgroep "O&O Werkgroep "O&O Een stukje geschiedenis Ter voorbereiding van het driejaarlijkse VIK-congres in 1993 werd aan het VIK-Centrum Industrie een aantal vragen voorgelegd: waar precies ligt de grens tussen fundamenteel en toegepast onderzoek? In hoeverre stappen de universiteiten van fundamenteel naar toegepast onderzoek (in opdracht van en gefinancierd door het bedrijfsleven) over? Waar liggen de grenzen voor de hogescholen? Uit de analyse bleek dat de Departementen Industriële Wetenschappen (en Technologie) voorheen Industriële Hogescholen veel beter dan welk onderwijs van academisch niveau ook goed gestructureerd zijn om technologische kennisoverdracht, vooral naar KMO s, te verzekeren. De meeste leden van het Centrum Industrie hadden zeer nauwe banden met een of meerdere hogescholen als gastdocent, eindwerkbegeleider, lid van de examenjury of lid van de werkgroepen die binnen de hogescholen de leerstof evalueren. De Departementen IW&T bleken te beschikken over een - door de overheid te weinig gekend - potentieel aan kennis en infrastructuur. Als technologieverstrekker waren ze perfect uitgerust om KMO-projecten te behartigen. De expertise die de Departementen IW&T in specifieke vakdomeinen hebben wordt vertaald in de hoge kwaliteit van de eindwerken van de kandidaten industrieel ingenieur. De meest waardevolle scripties worden trouwens voorgedragen voor de VIK-prijs, de Egemin-prijs, de Barcoprijs, de Tech-Art prijs, de Paul Donnersprijs, waarbij de Vlaamse Ingenieurskamer en de industriële wereld samen jureren. "VIK-Werkgroep O&O" Onder impuls van Ing. Gustaaf Van Wichelen, Voorzitter van de Raad van Beheer van de VIK, staken de departementshoofden IW&T en/of de O&O verantwoordelijken de koppen samen om na te gaan hoe een werkgroep "O&O aan de Hogescholen" kon bijdragen tot een betere kennis van elkaars potentieel als technologievertaler. Volgende stap was om over de onderwijsnetten heen de krachten te bundelen en voorstellen te doen aan de Vlaamse Regering om drempelverlagend en projectmatig technologisch onderzoek voor KMO s te stimuleren. Dat was trouwens ook de doelstelling van de beleidsnota van de toenmalige Vlaamse Minister-President. Hogescholen als kenniscentra Mede door de oprichting in 1996 van het door de Vlaamse Regering via IWT-Vlaanderen gefinancierd Hogeschoolfonds (het HOBU-Fonds) is de werkgroep O&O zich gaan concentreren op de evaluatie van de technologische expertise waarover de Departementen IW&T beschikken. De kanalen waarmee zij die expertise op de eenvoudigste en de accuraatste manier naar het Vlaams bedrijfsleven overbrachten werden verkend. De Vlaamse overheid voorzag diverse subsidiëringsmogelijkheden maar de hogescholen en de Departementen IW&T waren niet erkend als onderzoeks- of kenniscentra. Individueel kon elke hogeschool wel een aanvraag indienen. Als onafhankelijke en a-politieke beroepsorganisatie van industrieel ingenieurs was de VIK het best geplaatst om in naam van de 12 Departementen IW&T een aanvraag tot erkenning als kenniscentrum in te dienen. 10 I.M.- JUNI 2002

OO& aan de Hogescholen" Onder impuls van de VIK, en in samenwerking met de Vlaamse vleugel van de Kamers voor Handel en Nijverheid, zijn de hogescholen uiteindelijk als kenniscentra erkend voor het KMO-Innovatie-Vlaanderen (KIV) programma op 5.3.1998 en voor het MKB-programma op 9.11.1998. De VIK heeft, in opdracht van IWT- Vlaanderen aanvaard om een sensibiliseringsmandaat in het kader van het KIV-programma waar te nemen van oktober 1998 tot april 1999. Samen met de hogescholen is daarbij ruim aan de gestelde verwachtingen van IWT-Vlaanderen voldaan. Diverse KIV-projecten werden opgestart. Visitatiecommissies nu en in de toekomst Ondertussen heeft de VIK via zijn werkgroep "O&O aan de Hogescholen" een duidelijker en globaler zicht gekregen van de door de Departementen IW&T opgebouwde technologische expertise. Om elk van de twaalf leden van de werkgroep toe te laten het potentieel van hun departement te toetsen aan dat van de andere, vergaderde de werkgroep O&O beurtelings in een ander Departement IW&T, waarbij telkens een bezoek was voorzien aan de laboratoria en een gastspreker van een ministerieel kabinet van de Vlaamse Regering (onderwijs en/of economie) of van IWT- Vlaanderen werd uitgenodigd om zijn standpunt in verband met het hogeschoolbeleid of O&O-vraagstukken te verduidelijken. Deze werkwijze werd zo n vijf jaar geleden gestart. Ondertussen heeft de werkgroep O&O alle Departementen IW&T bezocht en geëvalueerd. Wordt dit de voorloper van toekomstige visitatiecommissies? Zachte lobbying De rol van de werkgroep O&O beperkt zich niet enkel tot het beoordelen van technologische expertise maar de VIK wil, samen met de Departementen IW&T, ook de spreekbuis zijn naar de Vlaamse overheid toe. Regelmatig wordt er contact genomen met ministeriële kabinetten om standpunten te verduidelijken of advies te geven voor (ontwerp-) decreten die hoger onderwijsmateries regelen. Deze aanpak is gewild zacht maar nadrukkelijk en ontdaan van elke politieke bijbedoeling. Het enige doel is om de zeer hoge kwaliteit van de door de Departementen IW&T geboden opleiding te promoten en waarom niet financieel te ondersteunen. Een voorbeeld: het optrekken van de jaarlijkse financieringsenveloppe van het HOBU-Fonds van 4,21 miljoen EUR (170.600.000 BEF) naar 5,95 miljoen EUR (240.000.000 BEF) heeft het mogelijk gemaakt een nog groter aantal aanvraagdossiers te weerhouden. O&O waarborgt kwaliteitsbewaking Dat de VIK de kwaliteit van de ingenieursopleiding bewaakt leidt tot een betere opleiding van de afgestudeerden. Daarbij is samenwerking met het bedrijfsleven via bedrijfsstages of (gesubsidieerde) samenwerkingsverbanden met KMO s een probaat middel om de knowhow van de Departementen IW&T te versterken. Zulks komt de expertise van de docenten en de vakkennis van de studenten rechtstreeks ten goede. Blijft het HOBU-Fonds bestaan? In de toekomst wil de VIK haar relaties met de Departementen IW&T nog versterken en de gemeenschappelijke wensen en doelstellingen naar de Vlaamse Regering toe vertolken en zo nog betere technische academici af te leveren. De geplande hervorming van het hogeschoollandschap, waarbij associaties met de universiteiten centraal staan, is een onmiddellijke bezorgdheid. Naar aanleiding daarvan gaan er momenteel stemmen op om het HOBU- Fonds af te bouwen. De VIK doet er alles aan om dit steun- en financieringskanaal, dat zo succesvol is gebleken, te laten voortwerken. Meer tekst en uitleg hierover in een volgend nummer van de Ingenieursmededelingen. Ing. Roland Mortier De voorgestelde projecten van de hogescholen in deze IM zijn meestal HOBU-projecten. Het HOBU-fonds loopt sinds 1997. Enerzijds wil het fonds technologisch onderzoek aan de hogescholen opwaarderen, anderzijds wil het aan kleinere bedrijven zonder sterk uitgebouwde eigen onderzoekscapaciteit de kans geven om de technologische ontwikkelingen in hun sector te volgen. Deze opdrachten kaderen in het hogeschooldecreet van 13/4/94 waarin de opdrachten van de hogescholen worden beschreven als: onderwijs, maatschappelijke dienstverlening en projectmatig wetenschappelijk onderzoek in samenwerking met binnenlandse of buitenlandse universiteiten of derden. Voor 1994 werd er ook onderzoek en dienstverlening geleverd, maar dat gebeurde verspreid, in de vorm van eindwerken, onderzoeken door docenten en occasionele dienstverlening aan bedrijven. Meestal gebeurde dat in aan de hogeschool verbonden vzw s. Via het IWT ontvangen de HOBU-projecten steun voor hun onderzoeksprojecten. Projecten moeten relevant zijn voor een groep van minstens drie bedrijven. Deze bedrijven worden actief bij de uitvoering van de projecten betrokken. Technologieverkenning, technologievertaling en technologieverspreiding moeten in de projecten aanwezig zijn. HOBU-projecten focussen dus niet op risicovol basis- of fundamenteel onderzoek maar op concrete, praktische cases. Een project duurt maximaal twee jaar en heeft een maximumbudget van 309.067 EURO. De eerste drie jaren stelde de Vlaamse regering jaarlijks 4,2 EURO ter beschikking. Voor 2000, 2001 en 2002 werd dit verhoogd tot 5,95 miljoen EURO. Het IWT selecteerde ook steeds meer projecten. edw Het HOBU-Fonds I.M.- JUNI 2002 11

DOSSIER OO& AAN DE HOGESCHOLEN Een onderzoek naar Het zijn niet enkel berooide Ghanezen of moegetergde Hindoes die hun thuisland ontvluchten. Dat is het Europese plaatje. Er is een ander plaatje: dat van de exodus van hoogopgeleide researchers uit de derde wereld naar vooral Engelstalige landen. Een paar naakte feiten: een vierde van alle ingenieurs- en wetenschapsstudenten in de VS is buitenlander. Bijna de helft van de Amerikaanse doctoraten in engineering en exacte wetenschappen wordt door buitenlanders behaald. Dit zijn cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. De OESO publiceerde dit jaar een rapport over mobiliteit en hersenvlucht. Op het eerste gezicht zijn de ontwikkelingslanden de verliezers bij dit soort migratie en de industrielanden de winnaars. Maar is zo n besluit niet een beetje simpel? En blijven ontwikkelde landen voor eeuwig en een dag ontwikkelde landen? Een oude koloniale taalkwestie Economische onzekerheid, politieke instabiliteit en onvoldoende perspectieven zijn de belangrijkste redenen waarom hoogopgeleide mensen (en bij uitbreiding àlle mensen) ontwikkelingslanden willen verlaten. De VS verlenen elk jaar duizenden visa aan hooggeschoolde buitenlanders. Met die visa kunnen ze drie jaar in Amerika werken. Indiërs en Chinezen nemen het leeuwendeel van die visa voor hun rekening. In Engeland zijn het eveneens Indiërs en onderdanen van andere vroegere Britse kolonies die de oversteek wagen. Veel hooggeschoolde Indiërs verhuizen naar de VS, Groot-Brittannië of Canada vanwege de taal. De emigranten naar de Angelsaksische landen zijn hooggeschoold: 40% van de emigrant in het Verenigd Koninkrijk heeft een diploma hoger onderwijs, terwijl slechts 27% van de autochtone Engelsen een hoger onderwijsdiploma heeft. Op het oude continent is de situatie omgekeerd: daar zijn het vooral laaggeschoolden die emigreren naar Europa, niet om aan onderzoek te doen, maar meestal uit pure ellende. Ook bij studenten zijn de Engelstalige landen de eerste keuze. 38% van alle buitenlandse studenten studeert in de VS en 10% in het Verenigd Koninkrijk. Europa scoort hier beter: 14% van de buitenlandse studenten studeert in Frankrijk en 12% in Duitsland. Azië is met 45% de belangrijkste leverancier van studenten, die na hun studies massaal blijven werken in het gastland. Niet te verwonderen dat researchers en docenten massaal actief zijn in VS-onderzoek. Een derde van alle bedrijven in Silicon Valley werd opgericht door Indiërs en Chinezen. Winnaars en verliezers De economische en concurrentievoordelen op korte termijn zijn voor de industrielanden evident. De geldstroom naar het thuisland is meegenomen, maar regeringsleiders in ontwikkelingslanden maken zich natuurlijk wél grote zorgen over de emigratie van het talent dat ze zelf broodnodig hebben. Ontwikkelingslanden zien hun grootste hersenknobbels met lede ogen vertrekken en hebben slechts voordeel in de mate ze een beleid hebben voor toponderzoek dat gebed is in een democratische setting. Slechts dan gaan hun researchers en ondernemers in op de geboden kansen. Voert België hetzelfde wetenschapsbeleid als de ontwikkelingslanden? Voor 2002 heeft regeringscommissaris voor wetenschapsbeleid Ylieff een potje van 1,25 miljoen EUR over om 20 Belgische topwetenschappers uit het buitenland terug te halen. Universiteiten moeten de verloren zonen aantrekkelijke wetenschappelijke projecten aanbieden. Viervijfde van de Japanse VS-studenten keert terug naar Japan terwijl slechts één vijfde van de Indische studenten terugkeert. Wat illustreert dat immigranten uit andere industrielanden slechts weerkeren naar het eigen land als ze daar nog betere onderzoeks- en carrièrekansen zien, terwijl jongeren uit ontwikkelingslanden ingaan op de goedkopere opleidings- en vestigingskansen in het gastland omdat er meestal geen alternatief is in het thuisland. Teruggekeerde emigranten liggen aan de basis van de hightech industrieën in Zuid-Korea en Taiwan. In Taiwan werd de helft van s lands grootste industriepark opgestart door verloren zonen uit de VS. Hetzelfde gebeurt momenteel in China. Maar ook Ierland, als Westers ontwikkelingsland profiteert van de terugkeer van de emigranten van vroeger. De terugkerende Ieren zorgden in Ierland ook voor een bijkomend economisch voordeel omdat ze de salarisverhogingen voor alle Ierse hooggeschoolden in toom hielden. In de industrielanden zorgt de terugkeer voor verlies in termen van technologietransfer. Op langere termijn zorgt de toestroom van hooggeschoolde buitenlanders in industrielanden ook voor een verminderde motivatie bij de eigen bevolking om kennis of diploma s te verwerven omdat vacatures toch worden opgevuld door immigranten. 12 I.M.- JUNI 2002

u c h t h e r s e n v l u c h t Rise and fall of empires In een ver verleden hielden imperiums eeuwenlang stand. Imperialisme en kolonialisme en in het slechtste geval slavernij - waren systemen bij uitstek om machtsverhoudingen tussen volkeren en naties zo lang mogelijk te betonneren. De Romeinen hebben het zo eeuwen uitgezongen. In de wereldeconomie van de 21e eeuw vindt dit soort van tribalisme nergens nog enig draagvlak. Door de democratisering van kennis en door de dynamiek van de technologie wordt de periode waarin een grootmacht grootmacht kan blijven steeds korter. De wereldeconomie (de wereldmacht?) steunt van langsom minder op naties dan wel op regio s en geglobaliseerde netwerken. Die nieuwe netwerken zijn mobiel en kunnen zonder zware infrastructuur onafhankelijk opereren van naties. Netwerken hoeven niet gedomineerd te worden door naties, laat staan door blanke naties. Op die manier beschouwd is hersenvlucht een loos begrip en kunnen we beter spreken over de (steeds snellere) circulatie van talent. Fysiek verhuist dit talent inderdaad van een minder aangename naar een aangenamere plaats op de globe en onmiskenbaar heeft dat zijn gevolgen. Maar meestal is de migratie van kennis van het ene naar het andere netwerk veel verstrekkender dan de impact van die migratie voor de nationale staat. De verschuiving van de economische machtscentra naar regio s als China, India en de rest van de cluster Oosterse tijgers zet zich volgens alle specialisten tijdens de volgende jaren onverminderd door en doet daar ook weer nieuwe kenniscentra ontstaan. Al gedacht aan een stoomcursus Chinees? Ed De Winter Bron: International Mobility of the Highly-skilled - Oesorapport 2002 OO& I.M.- JUNI 2002 13

DOSSIER OO& AAN DE HOGESCHOLEN Milieuonderzoek aan de Hogeschool West-Vlaanderen DDe Hogeschool West-Vlaanderen is erg vooruitstrevend op milieugebied. Alle kandidaten industrieel ingenieur krijgen reeds in het eerste jaar het onderdeel milieukunde. In 1998 startte men een onderzoeksgroep voor milieuprojecten. Momenteel zijn in het kader van HOBU-IWTmilieuprojecten vijf onderzoekers werkzaam aan de Hogeschool. Prof. dr. Guy Maes is projectleider van twee van deze projecten. Ing. s milieukunde Stijn Dedeurwaerder en Apr. & postgrad. milieusanering Stefan Acke verrichten sinds oktober 2000 samen met de onderzoeksgroep van de PIH de studie over de bodemonderzoeken en saneringstechnieken voor VOCI s op verontreinigde KMO-sites. VOCI s zijn vluchtige organochloorverbindingen zoals PER (perchloorethyleen), TRI (trichloorethyleen) en afgeleiden). De onderzoeksmedewerkers beschouwt bodemonderzoek als weggegooid geld en men ziet het belang niet voor de eventuele sanering die erop kan volgen. SD: Wanneer moet overgegaan worden tot sanering is het nochtans belangrijk dat een bodemonderzoek degelijk is uitgevoerd. Dit is de eerste voorwaarde voor een efficiënte sanering. SA: De kosten voor de saneringswerken zijn namelijk een orde groter dan die van een bodemonderzoek. Een goed bodemonderzoek kan dure fouten tijdens de sanering voorkómen. Het onderzoeksteam heeft via bodemluchtmetingen een techniek op punt gesteld om kernen van verontreinigingen sneller op te sporen. Dit geeft winst in het plaatsen van peilbuizen om de verontreiniging te meten en helpt om de sanering efficiënter uitvoeren. Waarmee zijn jullie bezig? Stijn Dedeurwaerder (SD): naar methoden om een beschrijvend bodemonderzoek (BBO) efficiënt toe te passen. Wettelijk moet een BBO uitgevoerd moeten worden via een protocol van OVAM. Als er snel een inschatting van de verontreiniging kan gedaan worden kan dit protocol efficiënter toegepast worden. Welke methoden hebben jullie toegepast? SD: In het project worden bodemluchtmetingen d.m.v. PID (foto-ionisatie detectie) geëvalueerd ten opzichte van de conventionele methoden. Bodemluchtmetingen zijn zeer goed in staat om kernen van verontreiniging op te sporen zodat de peilbuizen efficiënter geplaatst kunnen worden. Met welke bedrijven wordt er samengewerkt? Stefan Acke (SA): Vooral met studiebureaus en KMO s die bodemverontreiniging aantreffen op hun terrein. OVAM, VITO en de Universiteit Gent zijn de wetenschappelijke partners. Met welke vraag komen de bedrijven eerst? SA: De eerste vraag die we krijgen is hoeveel dit allemaal gaat kosten, en of het allemaal niet goedkoper kan. Men Zonering van de bodemverontreiniging d.m.v. boemluchtmeting Het HOBU-IWT-project "Platform van implementatie van anaërobe vergisting in Vlaanderen" startte in november 2000 met onderzoeksmedewerkers Jan Bruneel (Ing. Chemie), Dirk Steenhoudt en Wouter Platteau (Ing. s Milieukunde). Wat willen jullie bereiken met het project? Wouter Platteau (WP): We willen bedrijven onafhankelijke informatie geven over vergisting. We stellen expertise, projectbegeleiding en eerstelijnsadvies ter beschik- 14 I.M.- JUNI 2002

king. Bedrijven die vragen hebben over anaërobe vergisting in al zijn aspecten kunnen bij ons terecht. Was er wel nood aan een dergelijk project? Jan Bruneel (JB): Jazeker. Anaërobe vergisting van zuiveringsslib en afvalwater werden volop toegepast maar de kennis over vergisting van vast organisch-biologisch afval was veel minder gekend. Er was een leemte voor de technologische invulling van AD (anaërobe vergisting) voor dit soort afval. Ook was er nood aan het verkennen van de ervaringen in het buitenland en de doorstroming van deze informatie naar beleidsmakers Bodemluchtextractie Biogas en industrie. Vergisting kan toegepast worden in het kader van de verplichte quota voor groene energie die moeten gehaald worden. Daardoor zal deze technologie in de toekomst wellicht meer krijgen. belang WP: Er was in Vlaanderen vooral nood aan een onafhankelijk platform dat kracht en kennis bundelde inzake de technologie. Met de toepassing van de Kyotoakkoorden over de CO2-reductie zal het belang van dit platform echt duidelijk worden. Wie zijn jullie partners? JB: Dat zijn bedrijven die organisch-biologisch afval of mest hebben (de probleembezitters), de overheid (de beleidsmakers), belangenverdedigers (b.v. Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking), een elektriciteitsproducent, een afvalverwerker en een studiebureau. OO& Met zo n samenstelling brengen we een directe communicatie tot stand tussen industrie en overheid. Het technologische concept voor de vergisting van 95.000 ton organisch-biologisch afval per jaar was vlug uitgewerkt? WP: De buitenlandse bezoeken, stages en opleidingen waren erg belangrijk. Toch moesten we flexibel genoeg blijven gezien de specifieke Vlaamse situatie. We willen hier immers zoveel mogelijk afvalstromen bewerken. Zo hebben we in het concept mechanische en hygiënische voorbehandelingen per type afvalstroom gebouwd. JB: Omdat in het opzet gesteld werd dat de afzet van het vergiste materiaal (digestaat) in de landbouw zou gebeuren, zijn er wel beperkingen voor de verwerking van bepaald risicomateriaal (gedefinieerd volgens de Europese veterinaire richtlijn) en restafval. Die kunnen in het concept niet mee verwerkt worden. Er wordt veel over vergisting gepraat maar er zijn weinig installaties in Vlaanderen. WP: Onze platformfunctie dient om deze technologie vlotter ingang te doen vinden. Niet alleen de techniek is hierbij belangrijk, maar ook de houding van de politieke instantie en de beleidsmakers zijn cruciaal om van deze technologie een succes te maken. In b.v. Denemarken zijn alle randcondities aanwezig om met maximaal "ecologisch" rendement te vergisten. In Vlaanderen is dit spijtig genoeg nog niet zo. Wat zijn dan de knelpunten? WP: De afzet van digestaat, dat als bodemverbeterende meststof kan beschouwd worden, wordt wegens de nutriëntenproblematiek in Vlaanderen bemoeilijkt. In Denemarken kan dat digestaat zo het land op. Er moet dus ook gekeken worden naar nabehandeling van het digestaat. Door de nabehandeling zullen zowel verwerkingsprijs en technische moeilijkheidsgraad de hoogte ingaan. Een tweede knelpunt is dat het onderzoek geen vat heeft op politieke beslissingen, zoals de afzet in Wallonië. Recent nog werd een federaal goedgekeurd product uit kippenmest geweigerd. Hoe wordt de platformfunctie nog waargemaakt? WP: Er is ook een Biogas Labo gebouwd. Dit labo doet onderzoek naar nieuwe inputstromen, kan full-scale installaties opvolgen en gaat na hoe stabiel de eindproducten van de vergisting zijn. Over de toekomstige werking van het platform zijn er onderhandelingen bezig met de voedingssector. Meer info: www.platformvergisting.be; opleidingsprogramma: http://go.to/pihmk Guy Maes, opleidingscoördinator en projectleider Milieukunde I.M.- JUNI 2002 15

DOSSIER OO& AAN DE HOGESCHOLEN Hogere Akoestiek Geert Braeckman twijfelde niet toen hem gevraagd werd om mee te werken aan een onderzoeksproject aan het Departement IW&T van de Erasmushogeschool van Brussel. Het project situeerde zich immers in het akoestisch domein. Als geluidstechnicus bij de vrije radio "Mango Regio Herzele" was geluidstechnologie al lang zijn hobby. Ook het vooruitzicht op een flinke hoeveelheid programmeerwerk trok hem wel aan. Geert studeerde af als industrieel ingenieur Elektronica aan de Hogeschool Gent in 1997, maar vond van zichzelf dat hij nog niet genoeg informatica kende. Een bijkomende opleiding tot Licentiaat Informatica aan de VUB maakte van hem een "echte" informaticus. Geert was dan ook de ideale ingenieur om mee te werken aan het IWT-HOBU-Fondsproject "Ontwerp en realisatie van een akoestische sonde met programmeerbare intelligentie". Hij ontwierp het softwarepakket dat de ruggengraat vormt van de akoestische sonde. De software kreeg de naam EUTERPE. Dat was de muze van de lyrische dichtkunst. Waarom een ander toestel om geluid te meten? Er bestaat een ruim gamma aan geluidsmeters, gaande van redelijk eenvoudige toestellen tot zeer gesofistikeerde en dure meetapparatuur. Geluidsdeskundigen gebruiken deze apparatuur om geluidsmetingen te registreren op een plaats waar geluidshinder optreedt. Bij privé personen, die last hebben van omgevingslawaai, worden gedurende lange tijd metingen gedaan. Voor de berekening van de akoestische isolatie van een nieuw gebouw zal eerst een studie van het omgevingslawaai moeten gebeuren. In al deze gevallen wordt de geluidsmeter gedurende enkele weken onbemand ter plaatse gezet. Dit heeft als gevolg dat er weinig controle is op wat er in die periode gebeurt. Blijft de geluidsmeter goed functioneren? Als er een overschrijding is van het geluidsniveau, wat is dan de oorzaak? Waar moeten alle gegevens gestockeerd worden? Een verliefd vogeltje De nieuwe akoestische sonde geeft een antwoord op deze vragen. Door gebruik te maken van een personal computer als verwerkingselement en stockeringsplaats, is er zowel een grote rekencapaciteit als een grote opslagcapaciteit. Bovendien kan een zekere vorm van intelligentie ingebouwd worden. De gegevens van het weerstation (tijdens hevige wind zijn de metingen wettelijk niet geldig) worden in de software ingevoerd. Bij overschrijding van een vooraf ingesteld geluidsniveau, wordt het geluidsfragment opgenomen, zodat achteraf kan beluisterd worden wat de geluidsbron was. Was het verliefde pimpelmees die een liedje floot terwijl het op de microfoon zat? Bij problemen zendt de sonde via een SMS-bericht een noodsignaal uit: "Help, mijn harddisk is bijna vol." Ook kunnen van op afstand gegevens opgevraagd worden en parameters aangepast worden. Voor al deze snufjes heeft men enkel een PC nodig met een goede geluidskaart, een degelijke microfoon en uiteraard het softwarepakket EUTERPE. Bovendien kunnen alle parameters volgens de VLAREMwetgeving worden gemeten. De akoestische sonde meet het geluidsniveau en het geluidsspectrum om de 1/8 s in een octaafband naar keuze en kan alle vereiste statistische parameters gedurende weken stockeren. De start- en stoptijden van de metingen, het dynamisch bereik en het meetregime worden vooraf geprogrammeerd. s Nachts zijn de normen voor geluidshinder bijvoorbeeld anders dan overdag en moet er met een ander bereik worden gemeten. Kalibratie van de sonde is ook mogelijk. Na twee jaar werk is het prototype klaar. Nu nog iemand vinden, die er een draagbaar meettoestel van kan maken, en de intelligente sonde gaat in productie. Naar de markt Ondertussen is een tweede IWT-HOBU-Fondsproject van start gegaan. Het doel is een virtuele instrumentatiekoffer te ontwikkelen voor akoestische metingen. Dit toestel is ook gebaseerd op gebruik van een PC, maar zal een meer gedetailleerde analyse maken van het geluidsspectrum en de richting van de geluidshinder detecteren. Het onderzoek bevindt zich in een eerste verkenningsfase. Bedrijven zoals Picanol, Rucon en Fima Air Technic, gespecialiseerd in ventilatoren, Atlas Copco, AIB-Vinçotte, het WTCB en de Provinciale Technische School van Boom met hun afdeling Muziekinstrumentenbouw maken deel uit van de groep bedrijven, die interesse betonen voor het project. Meer weten? http://akoestiek.ehb.be Martine Raadschelders 16 I.M.- JUNI 2002

OO& AAN DE HOGESCHOLEN DOSSIER Of het nu gaat om introductielessen voor het management, standaard praktijkgerichte trainingen voor medewerkers of opleidingen op maat, alle ondernemingen willen helder, kort en goed ingewijd worden in informatie- en communicatietechnologie. KHK- Geel biedt een originele oplossing: een Netmobiel rijdt tot voor de deur. Lager kan echt niet Er wordt altijd gezegd dat je de informatiesnelweg moet binnenrijden. Kempense KMO s nemen dat heel letterlijk. In 1998 begon de KHKempen een rijdend leslokaal voor informatietechnologie te bouwen. EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en het kabinet van de Vlaamse minister-president steunden de idee. Niet te koop in een showroom De wagen heeft een flexibel leslokaal van 4,5 op 9 meter, is uitgerust met hoogtechnologische infrastructuur die elke opleiding in informatica (LAN, WAN, teleconferentie, telefooncentrale en grootbeeldprojectie) aankan. ISDN, ADSL en Telenet zijn ingebouwd. Dergelijk multifunctioneel hightech-voertuig met ruimte voor workshops, meetings en internetsessies vind je niet in een showroom of in een catalogus van bedrijfswagens. Ingenieur Jan Dekelver leverde enthousiasme, technisch inzicht en creativiteit. Achter de schermen In de NetMobiel zit hoogtechnologische hard- en software voor informatie-, telecommunicatie- en multimediatoepassingen. De opleidingsruimte heeft 12 werkposten met een werkblad van 60x120 cm en een werkstation (450 Mhz, 128 MB Ram, 4GB harde schijf) met cd-rom, 10/100 Mbps ethernetkaart en een 15 TFT Flat Panel. De docent heeft een draagbare werkpost met bijna dezelfde specificaties en kan hij gebruik maken van het zogenaamde smartboard met LCD projector. Op deze combinatie van white board en computerscherm kan je over het geprojecteerde schrijven. Nota s kunnen onmiddellijk afgeprint worden. Het elektronische hart is een serverrack met onder andere een intranetserver, een legacyserver, telecomserver, dataserver en een remote access server. Voor contacten met de buitenwereld is er een telefooncentrale met fax. Een videoconferencingsysteem met een vaste, een OO& beweegbare en een documentcamera staat continu standby. De KHKempen heeft een identiek uitgerust lokaal ter beschikking in het gebouw van BEMT (campus Geel). Alle accommodatie wordt continu geüpdate. Katholieke Hogeschool Kempen De berg naar Mozes Selfsupporting De NetMobiel moet op alle locaties inzetbaar zijn. In de technische ruimte zoemt een dieselgroep die zorgt voor de eigen elektriciteitsproductie. Airconditioning en ringverwarming zorgen voor een aangenaam klimaat. Het aparte sanitair en de keuken met ijskast, werkblad met spoelbak, boiler, waterreservoir garanderen onafhankelijkheid. Confectie of maatwerk KMO s uit de 2T-regio, Balen, Geel, Herentals, Herenthout, Kasterlee, Laakdal, Meerhout, Mol, Olen, Turnhout, Westerlo gebruiken het voertuig. Ook vrije beroepen als accountants, dokters, tandartsen, notarissen, advocaten schrijven in. En omdat de KHKempen haar pioniersrol in nieuwe media wil handhaven en uitbreiden worden openbare besturen, bibliotheken en scholen gecontacteerd. Aanvankelijk werden enkele modules als office, internet, intranet, networking en teleconferencing aangeboden. Al snel kwamen er vragen voor opleidingen op maat. De docenten van de KHKempen en medewerkers van het Centrum voor Informatie Technologie (CIT) verzorgen de trainingen. Bedrijven kunnen ook enkel de infrastructuur huren en zelf voor de lesgevers zorgen. De NetMobiel kan overal staan: op de markt als er bedrijfsoverschrijdend wordt gewerkt, op een centrale plaats op een industrieterrein bij clusteropleidingen en voor bedrijfsopleidingen op de parking van het bedrijf, op beurzen en opendeurdagen. Van alle markten thuis Een congres, een evenement op locatie, brainstormen in een bosrijke, inspirerende omgeving, een voorstelling van nieuwe producten, dealer-meetings, recrutering, sporthappenings, persconferenties haast elk event kan gebruik maken van deze uitbouw van het bedrijf. Als Mozes niet naar de berg komt, komt de berg wel naar Mozes. ir. Jef Vanroye, departementshoofd KHK I.M.- JUNI 2002 17

DOSSIER OO& AAN DE HOGESCHOLEN Onderzoek en dienstverlening IW&T-KHBO Het Technologisch Centrum (TC) van het departement IW&T van de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende (KHBO) levert hulp bij onderzoek voor industriële toepassingen. De KHBO-assistentie leunt nauw aan bij de afstudeerrichtingen: bouwkunde en landmeten, chemie en biochemie, elektronica, ontwerptechnieken, informatie- en communicatietechnieken, elektromechanica, elektrotechniek en automatisering. De lab-uitrusting analyseert de ingewikkeldste technologische problemen. Eerder dan in te zoomen op één specifiek project wil de KHBO een overzicht geven van O&O in Oostende. Tijdens het academiejaar 2001-2002 maken 240 studenten een eindwerk, soms gesuggereerd door grote maar meestal door kleine en middelgrote ondernemingen. En natuurlijk lopen er een aantal HOBU-Fonds projecten. Door de internationale relaties die KHBO heeft via de Europese programma's (Comett-Leonardo, Erasmus- Socrates, Tempus, Esprit, Copernicus, Jessi, MEDEA, IST, ) volgt men in Oostende de evolutie in sommige speerpunttechnieken op de voet. KHBO in het heelal In de zomer van 2001 werd de telecommunicatiesatelliet "ARTEMIS" gelanceerd. De afdeling elektronica ontwikkelde samen met Alcatel-Thomson (Antwerpen) het prototype van de schakelende voeding voor het ontvangst- en oscillatorgedeelte. Deze schakelende voeding zet de 42 Volt boordspanning om naar +21 Volt, +12 Volt en -12Volt en dit met galvanische scheiding. Het rendement is hoog (> 85 %), de boordspanning is ongevoelig voor storingen (regelkring met meer dan 90 db onderdrukking naar de geleverde uitgangsspanning, "conducted susceptibility"), de eenheid kan gecontroleerd ingeschakeld worden (inschakelstroom) en de elektrische en magnetische emissie is laag. Op dit ogenblik wordt er een elektronisch systeem ontwikkeld dat zal worden ingebouwd in het internationaal ruimtestation ISS. Het systeem kan beelden van de kristalgroei van proteïnen in gewichtloze toestand opnemen en doorsturen naar de aarde. 18 I.M.- JUNI 2002

OO& Sinds 1996 werken IMEC en de Afdeling Micro-elektronica van het departement IW&T van de KHBO samen in een micro-elektronicalab. Deze samenwerking wil de IMEC-strategie naar de Vlaamse bedrijfswereld promoten en ondersteunen. Als sinds 1984 werken IMEC en KHBO samen in INVO- MEC in het kader van de opleiding voor docenten aan industriële hogescholen. Tegenwoordig wordt ook over de grenzen heen gewerkt en is IMEC/KHBO betrokken bij de opleiding van elektronische systeemontwerpers aan technische universiteiten in Centraal-Europa. Een mooi voorbeeld hiervan is het trainingscentrum dat samen met de plaatselijke technische universiteit in Brno (Tsjechië) uit de grond werd gestampt. Dit centrum wil goede ontwerpers vormen voor de elektronicabedrijven die zich de laatste jaren in de regio hebben gevestigd. IMEC/KHBO zoekt het niet alleen in verre buitenlanden - vlakbij huis steunt het de lokale industrie in de evolutie van de micro-elektronica. Zo worden ASIC's (chips voor specifieke toepassingen) ontworpen voor o.a. Siemens in Oostkamp, Barco in Kortrijk, Alcatel Bell, Alcatel Microelectronics en Sipex. Hiervoor werd een beroep gedaan op Europractice IC Services, een dienst die gecoördineerd wordt door IMEC en een eenvoudige en goedkope toegang levert tot ASIC-ontwerp, prototype en klein-volume fabricatie. Via de multi-project wafer service (MPW) worden ontwerpen van verschillende klanten samengebracht op één siliciumschijf en gezamenlijk gefabriceerd. Een ander onderzoeksproject betreft de ontwikkeling van een meetsysteem om mechanische stress in geïntegreerde schakelingen te meten en te evalueren. Voorbereidingen zijn reeds aan de gang voor de commercialisering van het meettoestel, bestaande uit hardware, software en bijhorende testchip. In het kader van IWT ondersteunde projecten zijn recent, in een MEDEAproject, enkele snelle ADC's (analoog naar digitaal omzetter) voor xdsl-toepassingen ontwikkeld. Samen met Sipex is een geslaagde studie en ontwikkeling van enkele laser-drivers in CMOS gefinaliseerd in een IWT- HOBU-project. Met het bedrijf Marelec, gespecialiseerd in elektronica voor de visserij, werd een demonstrator gemaakt voor Systeem-op-een-Bord ontwerp met tools die ontwikkeld werden door CoWare (spin-off van IMEC). Het onderzoek richt zich momenteel vooral op het ontwerpen van analoge CMOS-schakelingen en Systeem-op- Chip. Er is de IWT KMO-haalbaarheidsstudie "Nieuw concept schottenpomp". De klassieke schottenpomp gebruikt centrifugale kracht. In het nieuw concept zijn de schoepen concentrisch gelagerd t.o.v. de stator, terwijl de rotor, die excentrisch opgesteld is in de stator, de schoepen doet meeroteren. De schoepen hebben dus een gedwongen beweging en slepen niet tegen de statorwand. In het kader van IWT onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten werd een prototype ontwikkeld van een hoogspanningsgenerator voor een poederlakpistool. Bij het poederlakken wordt een droog poeder (b.v. epoxy) elektrostatisch aangebracht en daarna in een moffeloven op ca. 200 C uitgehard. Om ecologische redenen (poederlakken gebeurt in een gesloten cyclus en zonder solventen) verdringt het poederlakken steeds meer het gebruik van "natte" lakken. In samenwerking met NIPPON STATIC (Ardooie) werd door de afdeling elektronica een elektronische hoogspanningsgenerator ontwikkeld voor inbouw in het poederlakpistool. Een regelbare hoogspanning tot 100 kvolt en een regeling van de aan het poeder toegevoegde elektrische lading zorgen ervoor dat het pistool bruikbaar is voor alle mogelijke toepassingen van het poederlakken. Het Europees Sociaal Fonds (ESF) co-financiert twee Adapt-Bis projecten waaraan KHBO meewerkt: Telemaint leidt onderhoudstechnici op in het afstandsonderhoud (telemaintenance). Supervisie, bewaking en diagnose bij automatiseringsprocessen kan op de procesvloer maar is ook mogelijk van op afstand. De nieuwe manier van procesbewaking wijzigt de arbeidssituatie van de onderhoudstechnicus. Hij moet een zeer grondige visie hebben van het proces maar hij moet ook op de hoogte zijn van de laatste tele-, radio- en datacommunicatiesystemen, netwerken, systeemcontrole en dataacquisitiesoftware en het beheer van databases. AeroGates ontwikkelt multimedia cursusmateriaal (CD- ROM) voor de opleiding in situ en op afstand (internet) van luchtvaarttechnici, aangepast aan de EU-JAR (Joint Aviation Requirements). De Vlaamse partners ontwikkelden hiervoor een reeks avionica JAR 66 - B2 cursussen. ir. Egide Degroote, Departementshoofd IW&T - KHBO Uit het IMEC-KHBO-onderzoek is de spin-off "Q-STAR TEST" geboren. "Q-STAR TEST" doet onderzoek, ontwerp, ontwikkeling, exploitatie, productie, commercialisering en tests van hoogtechnologische producten, procédés of systemen in software, elektronica en geïntegreerde schakelingen. In het kader van een IWT KMO-Innovatiestudie wordt momenteel gewerkt aan het project "Analyse en experimentele beproeving van deksels en roosters uit polyurethaan met ingegoten bewapeningspakket". I.M.- JUNI 2002 19

DOSSIER OO& AAN DE HOGESCHOLEN De afdeling Bouwkunde van de Hogeschool Antwerpen In 2002 viert de onderzoekscel bouwkunde aan de Hogeschool Antwerpen haar eerste lustrum. De cel werd opgestart en wordt geleid door ir. T. De Jonghe, hoogleraar wegbouwkunde. Van bij de oprichting werd voor specialisatie gekozen: wegbouwkunde, in het bijzonder asfaltverhardingen en bitumineuze bindmiddelen. Voor veel hogescholen was het HOBU-Fonds de aanzet voor de oprichting van een onderzoekscel. Zo ook voor de Hogeschool Antwerpen. Docenten dienden onderzoeksprojecten in met het oog op technologieverspreiding naar de industrie dat is immers het doel van het HOBU-Fonds. "Onderzoek naar nuttig gebruik van bitumineuze reststoffen uit de dakdichtingssector in de asfaltwegenbouw" - zo heette het eerste HOBU-Fonds-onderzoekproject van de onderzoekscel in Antwerpen. Het project nam één jaar in beslag. Samen met de industrie en beroepsorganisaties zochten twee ingenieurs in het kader van het Bouw- en Sloopafvalplan naar een toepassing voor de jaarlijks meer dan 50.000 ton vrijkomende bitumineuze dakdichting. Tot dan bleven de toepassingen louter theoretisch. deze secundaire grondstof werd beter bekeken. Een tweede HOBU-Fondsproject, een vervolg op het eerste, werd uitgevoerd en afgerond. De resultaten mogen er zijn: het is technisch, milieuhygiënisch en economisch haalbaar om een mengsel van asfaltpuingranulaat en bitumineuze dakbanen te gebruiken als alternatief voor gebonden funderingen bij secundaire wegen. Bij dit project werkte de Hogeschool Antwerpen nauw samen met de Afdeling Wegbouwkunde van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Momenteel ligt er een proefvak naast de Antwerpse Ring. De twee projecten illustreren dat het mogelijk is van twee secundaire grondstoffen op een wettelijke en milieuverantwoorde manier nieuwe toepassingen te onderzoeken en uit te werken. Eén facet bleef in de schaduw: het wegontwerp en de berekening ervan. En omdat we ingenieurs zijn, mocht ook dat niet ontbreken. "Studie in verband met een wegopbouw bestaande uitsluitend uit bitumineus gebonden materialen", het derde HOBU-Fondsproject startte in 2001. We begonnen met een vooronderzoek naar relevante rekenprogramma s voor wegstructuren, laten die los op ons nieuw Een concrete en onmiddellijk toepasbare oplossing werd niet gevonden, onder andere door de beperkingen in de wetgeving en het Standaardbestek voor de Wegenbouw. Dat laatste legt immers erg strikte eisen op aan de grondstoffen. Maar de discussie werd mede door dit project geopend en de overheid werd geïnformeerd over alternatieven. Na afsluiting van dit project werd één onderzoeker permanent ingeschakeld in de onderzoekscel bouwkunde. De projectleider bouwde het bitumen- en asfaltlabo verder uit zodat ook opdrachten voor derden konden uitgevoerd worden. Het onderzoek werd uitgebreid naar de asfaltpuingranulaatproblematiek (meer dan een miljoen ton afval per jaar!). Het milieuhygiënisch facet bij de toepassing van product en bouwen een nieuw concept van wegstructuur. Om de materiaalkarakteristieken van bitumineus gebon- 20 I.M.- JUNI 2002