Pollak vanaf de Noorse kust In Noorwegen is het nauwelijks kunst om op een goede stek pollak te vangen. Een veel grotere kunst is het een goede stek te vinden. Daarom is het goed de definitie voor een goede kuststek even te geven. Allereerst moet er voldoende diep water zijn. Dat is overigens zelden een echt probleem. Ten tweede is het fijn als er ook een ondiepte of obstakels in de buurt zijn. Want, en daar gaat het om, daar stroomt het heviger dan elders. 1 / 14
Sander met z'n allereerste pollak die zijn Rplxi diep liet buigen. 2 / 14
Getijstromen en stroompjes zijn eigenlijk ideaal. Je treft ze aan de Noorse westkust op vrijwel alle nauwe doorgangen tussen eilanden in. De vraag is vaak alleen hoe je er kunt komen. Een aantal van deze stekken is, zoals goed kaarten bestuderen beloond, ook in de buurt van de weg te vinden. Het is beslist niet zo dat je helemaal naar de Saltstraumen hoeft af te reizen. (Dat ligt helemaal boven de poolcirkel)! 3 / 14
Een mooi gulletje. Maar er zijn er ook (veel) groter! 4 / 14
Wil je meer landinwaarts pollak vissen dan zijn de fjorden je terrein. Eigenlijk gebeurt er weinig in zo n loeidiep fjord. Er is nauwelijks stroming en zo. Daarom zijn plekken waar het water door bijvoorbeeld veerboten, die af en aan gaan, beroerd wordt dikwijls top! Bovendien hebben ze daar van die comfortabele kades aangelegd vanwaar af het prima werpen is. Kijk wel even goed uit je doppen want (heel) soms mogen ze niet betreden worden. 5 / 14
Een veelbelovende stek vlakbij Kristiansund. 6 / 14
Zelf vis ik veel in de kuststreek tussen Molde en Kristiansund. Daar zijn legio topstekken met prachtige grote vissen binnen een straal van 100 km. kust. Omdat je dicht bij de oceaan bent komen er ook grote koolvissen binnen bereik. Verder soorten als kabeljouw, wijting, schelvis, steenbolk, makreel, poon en lipvis. Allemaal op de streamer te vangen. Als klap op de vuurpijl zou het zo maar kunnen dat je er een wilde zalm of zeeforel haakt. Andere plekken waar je goede pollakstekken kunt vinden is in de buurt van Haugesund, Ålesund en Stavanger. Volg je vanaf Trondheim de kustweg (kystteriksveien) noordwaarts dan zul je ook talloze fijne stekken ontwaren. Maar dan ben je al wel een dag of twee reizen van Oslo weg. 7 / 14
Grote bekken, grote streamers. 8 / 14
Pollak aast vaak in de bovenste waterlagen. Dat wil zeggen tussen de 5 en de 15 meter diep. Met een wat zwaardere streamer is die diepte te bereiken met bijv. een Teeny 200 (of equivalent). Als het stroomt gaat dat een stuk lastiger en moet er beslist een teeny 300 (of equivalent) aan te pas komen. Dat alles laat zich echt niet meer op een #6 of #7 werpen. Een pittige #8-9 is ideaal voor dit werk. Dat deze hengel minimaal 9 foot moet zijn is haast vanzelfsprekend. Een echte leader hoeft er niet aan te pas te komen. Een stuk nylon van één metertje 35/00 dekt te lading. Dikker mag ook wel maar is niet aan te bevelen. Er moet namelijk iets breken als je onverhoeds eens vast raakt in de rotsen of het kelp. Laat dat dan maar je stukje nylon zijn i.p.v. je dure lijn. 9 / 14
10 / 14
Die eerste run moet je gewoon maar even lekker laten gaan. De visserij is op zich redelijk eenvoudig. Je zoekt een geschikte plek waar je ook nog eens fatsoenlijk kunt werpen. Schiet de lijn zo ver je kunt het water op en laat de zaak daarna lekker afzinken. Dàn pas gaan strippen. Probeer eerst maar eens lekker snel binnen te strippen waarbij je zo nu en dan even pauze neemt om alles weer te laten zakken. Werkt dat niet dan kun je juist tergend langzaam gaan strippen. Het voordeel daarbij is dat de streamer fijn diep blijft. En hoewel geleerden vaak het tegendeel beweren heb ik mijn grootste vissen gevangen op een juist langzaam gestripte streamer. Over de aanbeten is geen twijfel mogelijk. Die zij vrijwel altijd sneerhard. De haak zetten hoeft vaan niet eens. De vis zal, zeker als het een mooi exemplaar is, er voor kiezen de diepte in te knallen. Dat gaat met grof geweld en is nauwelijks te pareren. Die eerste run krijgen ze van mij dan ook cadeau. Daarna wordt het rustig pompen om de vis omhoog te dirigeren. Hoe groter de vis, des te vaker die geweldige run recht naar beneden. Soms gaat dat echt metertje voor metertje. Dat is een typische pollakdril. 11 / 14
En alsof dat nog niet spannend genoeg is gebeuren er dan ook nog vreemde dingen. Zo stonden Hans en ik eens de diepte in te turen of ons pollakje al in zicht kwam. Nou dat kwam ie. Visje van pakweg 60 cm. wat er ook mee omhoog kwam was een reusachtige kabeljauw de de pollak tot tussendoortje had bestempeld. Het beest mistte op een haar ná. Nog altijd zien hans en ik in onze gedachten de emmergrote opengesperde muil van die enorme Torsk. Ook Pieter had iets dergelijks toen er tijdens de dril iets op zijn pollakje stortte. Het werd een poosje touwtrekken wat uiteindelijk resulteerde in een kop en twee borstvinnen. De rest was verzwolgen. 12 / 14
Veel meer hoeft een goed vangende pollakstreamer niet te zijn. Ten slotte nog iets over de streamers. Er zijn vreselijk veel en schitterend mooie zoutwaterpatronen die allemaal pollak zullen vangen. Inmiddels bedien ik me met wat eenvoudige patronen zoals de hieronder afgebeelde clouser. Mijn voorkeur ligt bij iets waar in elk geval wit in zit. Gecombineerd met chartreuse, geel of oranje en je bent eigenlijk al klaar. De clouser die ik afbeeld is gemaakt op een stevige zoutwaterhaak. De staart is van Poly Bear (Anglers choice). Het lijfje van fluorgele wol en de baard wederom van Poly bear. Als binddraad gebruikte ik Big S in de kleur fluor oranje en de oogjes zijn geknipt uit een grove variant van de gootsteenketting (bouwmarkt). Alles bij elkaar is deze streamer ongeveer 8 cm. lang. Een mooi gemiddelde maar langer en korter mogen ook. Ook kun je nog even bij de elders op deze webpagina afgebeelde sandeel imitatie kijken. 13 / 14
Met bovenstaand info moet het vast mogelijk zijn om ook eens wat avontuur aan de Noorse kust te beleven. Het streamervissen op pollak is een pracht van een sport met dikwijls verbluffende resultaten. erikdenoorman 14 / 14