Beleidsregel vrijwillige voortzetting Inleiding Deze beleidsregel geldt als de eerste werkloosheidsdag ligt in 2016 en hoort bij de bepalingen voortzetting deelnemerschap in het pensioenreglement. In onderstaand schema is de wettelijke basis van vrijwillige voortzetting gekoppeld aan het desbetreffende artikel in het pensioenreglement. Voor alle vormen van vrijwillige voortzetting is de status van de deelnemer op het ontslagmoment bepalend. Vrijwillige voortzetting bij einde dienstbetrekking per 1 januari 2016 Pensioenreglement PME / PMT Pensioenwet Fiscaal Reglementaire vastlegging Pensioengrondslag 54 lid 1: 3 jaar na einde dienstverband 54 lid 2: 10 jaar voor zzp-er 10 a lid 1 letter c UBLB gedurende loongerelateerde uitkering 10 a lid 1 letter c UBLB vanaf het vierde kalenderjaar na het jaar van ontslag wordt pensioengevend loon gemaximeerd III.2.2 a gedurende WW (ZW op basis van hardheid) III.2.2 b III.2.2 b III.2.3, 1e alinea: 70% III.2.3, 2e alinea: laatstgeldende PG = 100% III.2.3, 2e alinea: laatstgeldende PG = 100% Subsidie vanuit fonds III.2.4, 1e alinea: ja III.2.4, 2e alinea: nee III.2.4, 2e alinea: nee PME318-1 Juli 2016 1/5
Definities in aanvulling op het Pensioenreglement 2015, geldend per 1 januari 2016 1. Definities Gesubsidieerd deel: De premie in de bijdrageregeling die voor rekening komt van het Fonds Werkloos: Werkloos in de zin van de Werkloosheidswet. Recht op een werkloosheidsuitkering van het woonland van betrokkene valt hier ook onder. Dit geldt alleen als er recht is op een werkloosheidsuitkering uit een EU-land. Bijdrageregeling De door cao-partijen in de bedrijfstak overeengekomen bijdrageregeling tijdens werkloosheid die in de plaats is gekomen van de FVP-voortzetting. De regeling is in deze beleidsregel verder uitgewerkt. 2. Pensioenopbouw tijdens voortzetting deelnemerschap 2.1 Vrijwillig voortzetten over aanvullende regelingen (regeling boven salarisgrens of Variabel salaris) Als de werkgever aanvullende overeenkomsten heeft gesloten kan de Deelnemer naast pensioenopbouw in de Verplichte pensioenregeling ook pensioen opbouwen over het Variabele salaris of boven de Salarisgrens. Dan gelden de bepalingen t.a.v. de voortzetting van de Verplichte pensioenregeling ook voor de deelneming in deze aanvullende regelingen. De premie die het Fonds tijdens werkloosheid voor zijn rekening neemt, heeft alleen betrekking op de Verplichte pensioenregeling (inclusief de mee in aanmerking genomen Variabele salarisbestanddelen) en behorend bij 70% van de pensioengrondslag. Tijdens werkloosheid neemt het Fonds geen premie voor zijn rekening voor de overige aanvullende regelingen zoals de aanvullende regeling Pensioenopbouw boven de Salarisgrens. Het recht op voortzetting mag niet aanvangen als de voortzetter zich binnen een periode van 3 jaar vóór de pensioenrichtdatum bevindt. Dit geldt uitsluitend als er géén sprake is van een loongerelateerde uitkering, zoals een WW-uitkering. Als er wel sprake is van een loongerelateerde (WW)-uitkering, zoals beschreven in deze beleidsregel, dan mag volgens het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) van de Belastingdienst de periode waarin sprake is van deze loongerelateerde uitkering als pensioengevende diensttijd worden aangemerkt. Dit betekent dat een voortzetter tijdens de WW-periode altijd recht op voortzetting heeft, ook al is de startdatum van de vrijwillige voortzetting gelegen binnen drie jaar voorafgaand aan de pensioenrichtdatum. 2.2 Vaststelling Pensioengrondslag tijdens vrijwillige voortzetting De Pensioengrondslag die geldt vanaf de aanvang van de voortzetting is gelijk aan de Pensioengrondslag die gold bij het einde van de verplichte deelneming. Vrijwillige voortzetting is bedoeld als aansluiting op een beëindigde deelname en niet om aan te vullen. Er zijn twee keuzes: pensioenopbouw tijdens werkloosheid (met in principe een bijdrage van het fonds, dus korting op de premie) met 70% opbouw en de reguliere vrijwillige voortzetting (zonder korting op de premie) met 100% opbouw. Een variatie hierbinnen is niet mogelijk. Als na afloop van de WW de toegestane periode voor vrijwillige voortzetting nog niet is verstreken, is vrijwillige voortzetting gedurende de resterende periode mogelijk waarbij de volledige premie voor rekening van de Deelnemer komt. Juli 2016 2/5
Deelnemer met WW en dus bijdrage van het fonds wil toch 100% PG voortzetten en de premie over de 30% PG zelf financieren. Mag dat? Nee. Er kan maar één systeem worden toegepast. Deelnemer is arbeidsongeschikt maar wil toch 100% pensioengrondslag voortzetten en de resterende premie pensioengrondslag zelf financieren. Mag dat? Nee. Er kan maar één systeem worden toegepast. Deelnemer met WW wil naast verplichte regeling ook de Pensioenopbouw boven de Salarisgrens vrijwillig voortzetten. Kan dat? ja, de deelname aan beide regelingen kan worden voortgezet. Deze voortzetting ziet er als volgt uit: - Verplichte regeling: 70% van de oorspronkelijke pensioengrondslag kan worden voortgezet waarbij 50% van de premie voor rekening van de Deelnemer en 50% voor rekening van het fonds komt - Pensioenopbouw boven de Salarisgrens: 100% van de oorspronkelijke pensioengrondslag kan worden voortgezet waarbij100% van de premie voor rekening van de Deelnemer komt. Deelnemer zonder WW wil naast verplichte regeling ook de Pensioenopbouw boven de Salarisgrens vrijwillig voortzetten. Kan dat? ja, de deelname aan beide regelingen kan worden voortgezet. Deze voortzetting ziet er als volgt uit: - Verplichte regeling: 100% van de oorspronkelijke pensioengrondslag kan worden voortgezet waarbij 100% van de premie voor rekening van de Deelnemer komt - Pensioenopbouw boven de Salarisgrens: 100% van de oorspronkelijke pensioengrondslag kan worden voortgezet waarbij 100% van de premie voor rekening van de Deelnemer komt. 2.3 Aanpassing van de Pensioengrondslag tijdens de voortzetting De Pensioengrondslag wordt tijdens de voortzetting per de eerste januari van een kalenderjaar aangepast. Dat gebeurt door het salaris op basis waarvan de Pensioengrondslag is vastgesteld, te verhogen met de Loonindex in de sector. Onder Loonindex Metalektro wordt in dit verband verstaan de loonindex, zoals deze van toepassing was op 31 december 2014 en luidt als volgt: Het peil van de lonen op 1 januari van enig jaar ten opzichte van 1 januari van het jaar daarvoor. Deze index wordt gebaseerd op de in de CAO vastgelegde algemene loonontwikkelingen. Afronding vindt plaats op twee decimalen nauwkeurig. Op het aldus berekende bedrag wordt de nieuwe Franchise van het desbetreffende jaar in mindering gebracht. Onder Loonindex Metaal en Techniek wordt in dit verband verstaan de loonindex, zoals deze van toepassing was op 31 december 2014 en luidt als volgt: Het peil van de lonen op 1 januari van enig jaar ten opzichte van 1 januari van het daaraan voorafgaande jaar. Deze index is gebaseerd op de algemene voor de Metaal en Techniek geldende loonontwikkelingen volgens de betreffende CAO s, zoals opgegeven door de Vakraad Metaal en Techniek. Op het aldus berekende bedrag wordt de nieuwe Franchise van het desbetreffende jaar in mindering gebracht. Ligt het einde van de verplichte deelneming op 31 december en vangt de voortzetting op 1 januari aan, dan wordt de eerste Pensioengrondslag tijdens de voortzetting berekend volgens de hiervoor aangegeven methodiek (dus verhoging met de Loonindex). Juli 2016 3/5
3. Premie De bijdrage bestaat uit de pensioenpremie en de VPL-premie. De verschuldigde bijdrage wordt maandelijks geïncasseerd door middel van een automatische incasso. Bij voortzetting tijdens WW neemt het Fonds 50% van de premie voor zijn rekening. Deze premieverdeling geldt ook voor de VPL-premie. Dit betekent dat het Fonds 50% van de volledige VPL-premie voor zijn rekening neemt. De VPL-premie komt bij voortzetten zonder WW-uitkering geheel voor rekening van de voortzetter. Bij voortzetten met een WW-uitkering is in 2016 de (gereduceerde) bijdrage verschuldigd over 70% van de oorspronkelijke pensioengrondslag. Bij voortzetten zonder WW-uitkering is in 2016 de (volledige) bijdrage verschuldigd over 100% van de oorspronkelijke pensioengrondslag. 4. Duur voortzetting Het deelnemerschap kan met behulp van de bijdrageregeling gedurende de tijd dat een WW-uitkering wordt ontvangen worden voortgezet met een maximum van 3 jaar. Dit geldt ook als sprake is van een werkloosheidsuitkering uit een EU-land. 5. De bijdrageregeling Voorwaarden 1. Om van de bijdrageregeling gebruik te kunnen maken, moet de laatste werkloosheidsperiode volgen op een dienstbetrekking met een uit de bedrijfstak aangesloten werkgever; 2. De bijdrageregeling geldt in de Metalektro voor werknemers die op of na 1 januari 2016 werkloos worden. De bijdrageregeling geldt in de Metaal en Techniek voor werknemers die op of na 1 juli 2015 werkloos worden. 3. De voortzetting met behulp van de bijdrageregeling duurt maximaal 3 jaar te rekenen vanaf de datum waarop de WW- periode aanvangt; 4. Indien de deelnemer tijdens de periode waarin de bijdrageregeling van toepassing is een uitkering uit hoofde van de Ziektewet ontvangt wordt deze ZW-periode behandeld alsof sprake is van een WW-uitkering. 5. Het Fonds doet alleen een bijdrage in de premie als de Deelnemer zelf zijn deel van de premie voor zijn rekening neemt; 6. Per 2016 neemt het Fonds 50% van de premie voor zijn rekening en neemt de Deelnemer 50% van de premie voor zijn rekening. 6. Voortzetting van de Aanvullende regelingen tijdens werkloosheid 6.1 Aanvullende regeling Pensioenopbouw boven Salarisgrens De regeling kan in geval van werkloosheid door de werkloze werknemer worden voortgezet. De volledige premie (behorend bij een mate van voortzetting van 100%) komt ten laste van de voortzetter. Voortzetting is alleen mogelijk indien ook de Verplichte pensioenregeling wordt voortgezet. 6.1.1 Premie tijdens voortzetting De hoogte van de door de voortzetter verschuldigde premie is afhankelijk van de leeftijd van de voortzetter en het premiepercentage dat geldt voor het leeftijdscohort waartoe de voortzetter behoort. Peildatum is 1 januari. Juli 2016 4/5
6.1.2 Pensioenopbouw tijdens voortzetting De pensioenopbouw tijdens de voortzetting is op jaarbasis afhankelijk van het vóór ontslag geldende opbouwpercentage van de Aanvullende grondslag en de reglementaire wijzigingen van de percentages tijdens de voortzetting. De Aanvullende grondslag wordt jaarlijks per 1 januari aangepast overeenkomstig de bepalingen onder Aanpassing van de Pensioengrondslag tijdens de voortzetting van deze beleidsregel. 6.2 Aanvullende regeling Tijdelijke risicodekking partner- en wezenpensioen over variabel salaris (PME) Deze regeling wordt vanaf 1 januari 2015 niet meer aangeboden aan werkgevers. Voor 2015 reeds bestaande contracten met werkgevers blijven behouden, inclusief de regeling voor nieuwe werknemers bij werkgevers met een bestaand contract. 6.3 Aanvullende regeling ANW-hiaatpensioen Deze regeling kan na ontslag bij het Fonds worden voortgezet. De aanvraag hiervoor dient binnen een jaar na ontslag te worden gedaan. Om de ANW-hiaatpensioenregeling voort te kunnen zetten moet ook de Verplichte pensioenregeling worden voortgezet. Zonder voortzetting geldt in ieder geval de wettelijke dekking van het overlijdensrisico gedurende de periode dat een WW-uitkering wordt ontvangen. Hierbij wordt onder WW-uitkering ook begrepen de werkloosheidsuitkering van zijn EU-woonland waarop betrokkene recht heeft. Wel is de (maximale) duur van de Nederlandse WW-uitkering bepalend voor het in stand houden van de dekking. 6.4 Aanvullende regeling WIA-excedentpensioen (PME) Deze regeling kan na ontslag niet bij het Fonds worden voortgezet. Als betrokkene na ontslag een risico-dekking wenst, kan hij dit zelf bij een verzekeraar verzekeren. 7. Inwerkingtreding beleidsregel Deze beleidsregel is op 1 januari 2016 in werking getreden. Juli 2016 5/5