DEUTSCH. Turbo

Vergelijkbare documenten
DEUTSCH. Tornado

STIGA TORNADO 51 S 51 SE PRO 51 S

DEUTSCH DINO

DEUTSCH COMBI 45SE 45S

DEUTSCH. Multiclip SE 46 S

STIGA SILENT 45 COMBI 45 S COMBI

DEUTSCH. Multiclip

STIGA MULTICLIP 46 EURO PRO

DEUTSCH PRO 51S PRO 48 MULTICLIP 51SE 51S

DEUTSCH SILENT 45 S

DEUTSCH. Multiclip

DEUTSCH. Multiclip 46 El

STIGA MULTICLIP 46 S 46 SE 46 S EURO

STIGA MULTICLIP PRO S PRO 51 S

STIGA PARK 110 S

STIGA TURBO 55 S ROLLER 48 S ROLLER

DEUTSCH SILENT COMBI

DEUTSCH. Multiclip 46 SE 46 S

STIGA TURBO 55 COMBI 48 COMBI 43 COMBI

DEUTSCH. Silent 40 Batt

DEUTSCH. Silent

STIGA PARK 100 B

45S - 45S Combi 45SE Combi Combi COLLECTOR /0

STIGA VILLA 92M

DEUTSCH 85 M

STIGA PARK 107 M HD

STIGA VILLA 85 M

STIGA PARK 107M

STIGA VILLA 85 M

STIGA PARK 107M

STIGA PARK 121M

STIGA VILLA 92 M 107 M

STIGA PARK 121 M

STIGA PARK 92 M 107 M

Hoofdstuk 9 Onderhoud en opslag

STIGA PARK 2WD. 110 Combi Pro. 125 Combi Pro

DOE OLIE IN DE MOTOR VOORDAT U DE MACHINE START

STIGA ST

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Winteropslag. Robotmaaier

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport.

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Accu

STIGA PARK PRO 20 PRO 16 ROYAL PRESIDENT COMFORT EXCELLENT

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Accu

Powerpack. gebruikshandleiding

BRUKSANVISNING KÄYTTÖOHJEET BRUGSANVISNING BRUKSANVISNING GEBRAUCHSANWEISUNG INSTRUCTIONS FOR USE MODE D EMPLOI

Probleemoplossingsgids

c BELANGRIJK c Denk erom de automatische berichtgever voor het vervangen van de messen weer terug te stellen na elke vervanging van de messen.

STIGA GARDEN COMBI MULTICLIP

INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Billy Goat Force Blower

LWA STIGA MULTICLIP. Model:... Type:... (Year)... S/N S EURO

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0

ST20B Gebruiksaanwijzing

MOTORSNELHEID: De snelheid van de motor wordt geregeld met de gashendel op de duwstang.

LWA STIGA DINO. Model:... Type:... (Year)... S/N...

JB 55 ,16758.&-½2%6 8*, GEBRUIKSAANWIJZING PL CS

STIGA VILLA SENATOR CLASSIC

Agrifab_A4_Lawn_sweeper.book Seite 1 Freitag, 4. März : Printed in U.S.A. Form 48882

INHOUDSOPGAVE. Voetenplaat. Monteren van de adapterplaat 1:1 6:1. Spatborden Taxifixatieset

Aanpassingset met onderdelen voor aandrijving Model 44905, of GreensPro 1200 greensrol

VOORWOORD. Gefeliciteerd met de aankoop van uw Dibo Rambo machine!

STIGA PARK 4WD 92 M 107 M 107 M HD 121 M. 110 Combi Pro. 125 Combi Pro

Een brommer laten rijden die een tijd stil heeft gestaan

Lankhaar Techniek B.V. De Korten Bruggert ER Eethen Telefoon Fax

Handleiding voor zonnescherm 3x2 M

WINTERSERVICE HANDLEIDING. R40Li & R70Li

Elektrische motorverwarming (auto's zonder extra verwarming op brandstof)

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Sulky Line Painter 1200

HANDLEIDING ZODENSNIJDER CLASSEN SC-12 SC-18 SC-20 SC-24

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.


GEBRUIKSAANWIJZING LGM-3500

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Installation instructions, accessories. Stuurwiel, leer. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , ,

Hout Hakselaar/Versnipperaar. Gebruikershandleiding

Gebruikersinstructies LED display, accu en lader voor handbikes uitgevoerd met elektrische ondersteuning

AET48 Gebruikershandleiding. SLEEPBELUCHTER Gebruikershandleiding. AET48 Beginnend met serienummer: Vervangingsonderdelen

Bedienungsanleitung Manuel d utilisation Istruzioni per l uso Návod k pouzivani Használati utasítás Instrukcje obsługi Navodila za uporabo

LED-lampset Greensmaster Flex 1800/2100 serie en eflex 1800/2100 serie maaiers

Reparatie. Reparatie. 1.1 Vervangen van schakelkabels bij eendelige asring

Nederlandse handleiding Bellon Mario cyclomaaier in verstek

RACE Voornaaf / cassettenaaf met 11 versnellingen

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

Veelzijdige Rider met optionele 94, 103 of 112 cm Combi maaidekken, het aanbieden van eersteklas BioClip en achteruitworp snijden.

8 Onderhoud ONDERHOUD. 8.1 Winteropslag. De robotmaaier

Remschijfnaaf voor wegfiets

Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320

Probleemoplossingsgids

WAARSCHUWING. CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing

Econom II Rund/paard scheermachine GT474

COLLECTOR 41EL /0

Montage-instructies voor modellen:


Stylingpakket, onderspoiler en uitlaatsysteem

Bedieningshandleiding

Handleiding: Rupsdumper zelfladende bak.

Motor. Motortype 4155

Transcriptie:

DEUTSCH D Turbo 8211-0208-08

SVENSKA S B 1. 2. F D E 3. 4. 5. 6. 7.

S SVENSKA ADD FULL FULL ADD ADD FULL 0,15 l. 8. Briggs & Stratton LS 45 9. Briggs & Stratton ES 45, XTE 50 10. Honda GCV FULL/MAX ADD/MIN 11. Briggs & Stratton LS 45 3x 3x 12. Briggs & Stratton ES 45 13. Briggs & Stratton XTE 50 G STOP I* B 14. Honda GCV 15.

SVENSKA S 16. Y X 17. 18. 19. Vänster / Left 20. Höger / Right 21. Briggs & Stratton LS 45 22. Briggs & Stratton ES 45, XTE 50 Briggs & Stratton : 0,76 mm 0,75 mm Honda: 0,7-0,8 mm 23. Honda GCV 24.

S SVENSKA 25. 26. S S 27. 28. T 29. U 30. 40 Nm 31.

NEDERLANDS NL SYMBOLEN 3 De volgende symbolen staan op de machine om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettendheid bij gebruik vereist zijn. STOP 1 2 De symbolen betekenen het volgende: Waarschuwing! Lees vóór gebruik van de machine eerst het instructieboek en de veiligheidsvoorschriften. 5 Waarschuwing! Houd omstanders op afstand. Pas op voor het uitwerpen van voorwerpen. Waarschuwing! Steek uw hand of voet niet onder de kap als de machine loopt. Type II 3 4 STOP 2 Waarschuwing! Vóór het verrichten van reparaties eerst de bougiekabel losmaken van de bougie. 4 1 BELANGRIJK Uitrusting die gemerkt is met (*) is uitsluitend standaard op bepaalde modellen of in bepaalde landen. Sommige modellen hebben geen gashendel. Het toerental van de motor is zodanig ingesteld dat de motor optimaal draait en de uitstoot van uitlaatgassen minimaal is. INTRODUCTIE Type I 3 4 STOP 1 2 Type III 1. Gashendel (*) 2. Koppelingsbeugel (*) 3. Start/Stop-beugel 4. Elektrisch starten (*) 5. Variatorhendel (*) MONTAGE LOSSE ONDERDELEN IN DE DOOS 2 houders voor de grasvangbak 4 schroeven voor de houders 1 startsleutel (*) 1 acculader (*) 1 inbussleutel 1 dopsleutel + instructieboeken STUUR 1. Klap het onderste gedeelte van het stuur uit. 2. Monteer het bovenste gedeelte van het stuur met schroeven, plaatjes en vergrendelknoppen. Monteer aan de rechter zijde een oog voor het starthandvat (fig. 1).

NL NEDERLANDS 3. Haal de vergrendelknoppen voor het onderste gedeelte van het stuur aan. Als deze zijn aangehaald, kan de hoogte van het stuur worden ingesteld door de moeren B met de bijgevoegde sleutel aan te halen (fig. 2). MOTORBROWSKABEL Bevestig de motorbrowskabel in de motorrem (fig. 3). Denk erom dat de kabel in de richting van het stuur gemonteerd moet worden. KABELHOUDERS Bevestig de kabels in de kabelhouders (fig. 4): D: Start/Stop-kabel + Koppelingskabel (*) E: Gaskabel (*) + Koppelingskabel (*) F: Elektrische kabel (*) + Variatorkabel (*) OOG VOOR STARTHANDVAT Bevestig het starthandvat in het oog op het stuur (fig. 1). VARIATORHENDEL (*) Wanneer de maaier wordt geleverd, is de variatorkabel zodanig ingesteld, dat de transmissie niet kan worden beschadigd. Soms is het echter noodzakelijk de kabel te spannen. Zie het kopje AF- STELLEN VAN DE VARIATORKABEL in het hoofdstuk ONDERHOUD. GRASOPVANGZAK Til het grasvangluik op en monteer de twee houders voor de grasvangbak met behulp van de meegeleverde schroeven. De houders zijn gemerkt met L en R en moeten gemonteerd worden bij de overeenkomstige aanduiding op het achterstuk van de maaier (fig. 5). Grasvangzak van textiel (*): Druk de stoffen zak op het stalen frame en klik de zak vervolgens vast op het kunststof deksel (fig. 6). Grasvangzak van plastic (*): Klik de beide helften in elkaar en daarna het bovengedeelte (fig. 7). Open het luik van de machine en haak de grasvangbak vast op de houders. N.B.! De machine kan gebruikt worden zonder grasvangbak. In dat geval belandt het gras in een rechte lijn achter de machine. ACCU (*) De elektrolyt in de accu is giftig en bijtend, en kan ernstige brandwonden veroorzaken. Zorg dat de elektrolyt niet in contact komt met uw huid, ogen en kleren. Voor de eerste keer starten moet de accu gedurende 24 uur opgeladen worden. Zie verder ook onder ONDERHOUD, ACCU. Doe de startsleutel (*) in het startslot. GEBRUIK VAN DE MACHINE VOOR HET STARTEN VUL HET CARTER MET OLIE De grasmaaier wordt geleverd zonder olie in het motorcarter. Het carter moet met olie worden gevuld voordat de motor de eerste keer wordt gestart. Verwijder de oliepeilstok (fig. 8, 9, 10). Vul het carter van de motor met 0,6 liter olie van goede kwaliteit (serviceklas SE, SF of SG). Gebruik SAE 30 of SAE 10W-30 olie. Vul langzaam tot aan het teken FULL/MAX. Doe er niet te veel olie in. CONTROLEER HET OLIEPEIL Controleer voor gebruik op de oliepeilstok of het oliepeil tussen FULL/MAX en ADD/MIN staat. Maak de oliepeilstok (fig. 8, 9, 10) los en droog deze af. Stop de stok er weer helemaal in, schroef deze vast en trek de stok er weer uit. Lees het oliepeil af. Als het peil te laag is, vul dan olie bij tot de FULL/MAX -aanduiding. VUL DE BENZINETANK Vul brandstof bij voordat u de motor start. Verwijder nooit de vuldop of vul nooit benzine bij wanneer de motor draait. De benzinetank nooit geheel vullen. Laat altijd wat ruimte voor de benzine om te expanderen. Gebruik altijd zuivere loodvrije benzine. Gebruik geen met olie gemengde tweetaktbenzine.

NEDERLANDS NL N.B.! Vergeet niet dat benzine oud kan worden. Koop slechts benzine voor maximum 30 dagen. MOTOR STARTEN (Briggs & Stratton) 1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste ondergrond. Start niet in hoog gras. 2. Zorg ervoor dat de bougiekabel aangesloten is op de bougie. 3. Als de maaier is uitgerust met een gashendel, zet gashendel B dan in de volgaspositie (fig. 15). 4. Koude motor starten: druk de pompballon (de Primer) 3 keer goed in (fig. 11, 12, 13). Als u een warme motor start, hoeft u de pompballon (de Primer) niet in te drukken. Als de motor gestopt is door gebrek aan brandstof, vul dan nieuwe brandstof bij en druk de pompballon 3 keer in. 5. Druk de Start/Stop-beugel G tegen het stuur. N.B.! De Start/Stop-beugel G moet ingedrukt gehouden worden, zodat de motor niet stopt (fig. 15). 6a.Manueel starten: Pak het starthandvat beet en start de motor door een snelle ruk aan het startsnoer. 6b.Elektrisch starten (*): Start de motor door de startsleutel met de wijzers van de klok mee te draaien. Laat de sleutel los wanneer de motor start. Doe altijd korte startpogingen, zodat de accu niet leegloopt. Om het starten van de motor te vereenvoudigen duwt u het stuur naar beneden, zodat de voorwielen een beetje van de grond los zijn. Start niet in dik gras. 7. Voor een zo goed mogelijk maairesultaat moet de motor altijd op volle toeren draaien. Houd handen en voeten uit de buurt van het/de roterende mes(sen). Steek uw handen of voeten nooit onder de machine of in de uitwerpopening wanneer de motor draait. MOTOR STARTEN (Honda) 1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste ondergrond. Start niet in hoog gras. 2. Zorg ervoor dat de bougiekabel aangesloten is op de bougie. 3. Open de brandstofkraan (fig. 14). 4. Zet gashendel B in de chokestand. N.B.! Bij een warme motor hoeft u niet te choken (fig. 15). 5. Druk de Start/Stop-beugel G tegen het stuur. N. B.! De Start/Stop-beugel G moet ingedrukt gehouden worden, zodat de motor niet stopt (fig. 15). 6 Grijp het starthandvat beet en start de motor door een snelle ruk aan het startsnoer. 7. Als de motor is gestart, duwt u de gashendel achterwaarts totdat het max. toerental is bereikt. N.B.! De motor moet altijd op het max. toerental draaien om abnormale trillingen van de machine te voorkomen. Houd handen en voeten uit de buurt van het/de roterende mes(sen). Steek uw handen of voeten nooit onder de machine of in de uitwerpopening wanneer de motor draait. MOTOR STOPPEN Na het maaien is de motor erg warm. Raak de geluiddemper, de cylinders of de koelribben niet aan. Anders kunt u brandwonden oplopen. 1. Laat Start/Stop-beugel G (fig. 15) los om de motor te stoppen. Deze beugel mag niet buiten werking gesteld worden (bijv. door de beugel in ingedrukte stand tegen het stuur te vergrendelen), omdat de motor dan niet kan stoppen. Honda: Sluit de brandstofkraan. 2. Als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat, moet u de bougiekabel losmaken van de bougie. Neem ook de sleutel (*) uit het startslot. Indien de start-/stopbeugel niet langer functioneert, moet u de motor afzetten door de bougiekabel los te maken van de bougie. Breng de maaier direct voor reparatie naar een erkende werkplaats. ACHTERWIELAANDRIJVING (*) Schakel de aandrijving in door de koppelingsbeugel I tegen het stuur te drukken. Schakel de aandrijving uit door de koppelingsbeugel I los te laten (fig. 15).

NL NEDERLANDS SNELHEID (*) Kom niet aan de variatorbediening als de motor niet loopt. Dat kan de werking van de variator nadelig beïnvloeden. Kies een geschikte snelheid door de variatorhendel in één van de 4 standen te zetten (fig. 16). De verschillende standen hebben de volgende snelheden: Stand : ca. 2,8 km/u Stand 2: ca. 3,1 km/u Stand 3: ca. 3,6 km/u Stand : ca. 4,5 km/u SNIJHOOGTE Schakel de motor uit voor u de maaihoogte instelt. Stel de maaihoogte niet zo laag in dat het mes/de messen in contact komen met oneffenheden op de grond. De maaier is uitgerust met een hendel met één spaak om de maaihoogte in te stellen. Trek de spaak naar buiten toe en stel de maaihoogte in. Er zijn negen posities. Kies de maaihoogte die het best bij uw gazon past (fig. 17). ONDERHOUD U mag geen service uitvoeren op de motor of de grasmaaier voor u de bougiekabel losgemaakt heeft van de bougies! Schakel de motor uit en demonteer de bougiekabel voor u de grasmaaier optilt om deze te transporteren. Verwijder de oliepeilstok, laat de grasmaaier vooroverhellen en laat de olie uit de maaier in een emmer lopen. SCHOONMAKEN Na gebruik moet de maaimachine iedere keer schoongemaakt worden. Vooral de onderkant van de kap is belangrijk. Met de tuinslang schoonspoelen. De maaimachine blijft dan langer goed en werkt beter. U mag geen hogedrukreiniger gebruiken. Als het gras vastgedroogd is, kunt u de maaikap schoonschrapen. Werk indien nodig de onderkant bij met lak om roestbeschadigingen te voorkomen. Maak de geluiddemper en de directe omgeving regelmatig schoon door gras, vuil en brandbaar materiaal te verwijderen. Verwijder het transmissiedeksel door de schroeven S te demonteren (fig. 28) en maak de omgeving van de transmissie (*) en de aandrijfriem (*) 1-2 keer per jaar met een borstel of met luchtdruk schoon. Eén keer per seizoen moeten de aandrijfwielen (*) inwendig schoongemaakt worden. Demonteer de beide wielen. Borstel of blaas het tandwiel of de tandkrans van het wiel schoon zodat gras en vuil verwijderd worden (fig. 18). Plaats het wiel terug. KOELSYSTEEM Voor elk gebruik moet het koelsysteem van de motor worden schoongemaakt. Maak de koelribben van de cilinder en de luchtinlaat schoon, zodat grasresten, vuil e.d. worden verwijderd. AANDRIJFAS SMEREN (*) Eén keer per seizoen moet de wig van de aandrijfas ingevet worden. Demonteer het wiel (naafdop, schroef en ring). Demonteer daarna de borgring en de ring zodat het tandwiel gedemonteerd kan worden van de as. Vet de wig in met universeel vet. Plaats de wig terug (de wig wordt aan de rechter en de linker zijde niet op dezelfde manier gemonteerd, fig. 19-20). Monteer het tandwiel zodanig dat de aanduiding L aan de linkerkant naar buiten wijst en dat hetzelfde het geval is met de aanduiding R aan de rechterkant. (Machine van achteren gezien). OLIE VERVERSEN Vervangdeoliewanneerdemotorwarm is en de benzinetank leeg is. Wees voorzichtig wanneer u de olie aftapt, want de olie is warm en kan brandwonden veroorzaken. Vervang de olie de eerste keer na 5 uur rijden, vervolgens na 50 werkuren of één keer per seizoen. Verwijder de oliepeilstok en laat de olie weglopen in een emmer of iets dergelijks. Zorg ervoor dat de olie niet in het gras loopt. Vul nieuwe olie bij: Gebruik SAE 30 of SAE 10W- 30 olie. Het carter heeft een inhoud van 0,6 liter. Vul bij tot de olie tot aan de markering FULL/ MAX op de oliepeilstok komt.

NEDERLANDS NL LUCHTFILTER Een vervuild luchtfilter vermindert de kracht van de motor en veroorzaakt slijtage van de motor. Briggs & Stratton LS 45 (fig. 21): Demonteer de luchtreiniger voorzichtig, zodat er geen vuil in de carburateur valt. Verwijder het schuimplastic filter en was dit in vloeibaar detergent en water. Droog het filter af. Giet een beetje olie op het filter en knijp de olie erin. Monteer de luchtreiniger weer. Reinig het filter eens in de drie maanden of na 25 werkuren, al naar gelang wat zich het eerste voordoet. Doe dit vaker als de maaier op stoffige grond wordt gebruikt. Briggs & Stratton ES 45, XTE 50 (fig. 22): Draai de schroef los en klap het deksel voor de luchtreiniger naar beneden. Verwijder het filterinzetstuk voorzichtig. Klop dit uit tegen een plat oppervlak. Vervang het filterinzetstuk als het nog steeds vuil is. Reinig het filter eens in de drie maanden of na 25 werkuren, al naar gelang wat zich het eerste voordoet. Doe dit vaker als de maaier op stoffige grond wordt gebruikt. Honda GCV (fig. 23): Demonteer het deksel en verwijder het filter. Controleer het filter zorgvuldig op gaten of beschadigingen. Een defect of beschadigd filter dient te worden vervangen. Om vuil te verwijderen, klop het filter verscheidene malen tegen een hard oppervlak of blaas met luchtdruk vanaf de achterzijde van het filter. Probeer het filter niet schoon te borstelen, aangezien hierdoor vuil in de vezels komt. Een zeer vuil filter dient te worden vervangen. Reinig het lichtfilter na 25 werkuren of één keer per seizoen. Doe dit vaker als de maaier op stoffige grond wordt gebruikt. BOUGIE Probeer nooit te ontdekken of er vonken zijn door de bougie of de bougiekabel te verwijderen. Gebruik een goedgekeurd testapparaat. Maak met regelmatige tussenpozen de bougie schoon (na 100 bedrijfsuren). Gebruik een staalborstel voor het schoonmaken. Verwissel de bougie als de elektroden al te veel verbrand zijn of als de bougie beschadigd is. De motorenfabrikanten geven de volgende aanbevelingen (fig. 24): Briggs & Stratton: Champion J19LM (RJ19LM). Elektrodeafstand 0,76 mm. Honda GCV: NGK BPR6ES. Elektrodeafstand 0,7-0,8 mm. ACCU (*) De elektrolyt in de accu is giftig en bijtend, en kan ernstige brandwonden veroorzaken. Zorg dat het niet in contact komt met uw huid, ogen en kleren. Bij normaal gebruik, in vol seizoen, wordt de accu opgeladen door de motor. Als de motor niet gestart kan worden met de startsleutel, kan dit te wijten zijn aan het feit dat de accu leeg is. Demonteer de accu door de accu-eenheid met behulp van een schroevedraaier los te maken van de maaier (fig. 25). Sluit de meegeleverde acculader aan op de accu, sluit daarna de lader aan op een stopcontact en laad de accu gedurende 24 uur op (fig. 26). Na het laden moet u de aansluitcontacten van de accu aansluiten op de aansluitcontacten van de motor en de accu-eenheid terug monteren (fig. 27). De acculader mag niet direct op het aansluitcontact van de motor worden aangesloten. De motor kan niet gestart worden met de lader als stroombron, en de lader kan beschadigd raken. OPBERGEN TIJDENS HET WINTERSEIZOEN Demonteer de accu en bewaar deze goed opgeladen (zie hierboven) op een droge en koele plaats (tussen 0 C en +15 C). Om de conditie van de accu niet te verslechteren, moet deze minstens één keer tijdens de opbergperiode worden opgeladen. Voor het begin van het nieuwe maaiseizoen moet de accu gedurende 24 uur opnieuw worden opgeladen. AFSTELLEN VAN DE KOPPELINGSKABEL (*) Als de aandrijving niet wordt ingeschakeld wanneer de koppelingsbeugel tegen het stuur wordt gedrukt, of als u denkt dat de maaier moeilijk of

NL NEDERLANDS langzaam maait, kan dit te wijten zijn aan het feit dat de koppeling in de transmissie slipt. Om dit te verhelpen stelt u de koppelingskabel als volgt af: 1. Verwijder de tandwielkast door de schroeven S los te draaien (fig. 28). 2. Met de koppelingsbeugel los moet de machine zonder weerstand naar achteren getrokken kunnen worden. Als dat niet het geval is, kunt u borgmoer U losmaken en nippel T vastschroeven totdat de machine naar achteren kan worden gerold (fig. 29). 3. Als de koppelingsbeugel ca. 2 cm is ingedrukt (stand 1), moet het moeilijk zijn de machine naar achteren te trekken. Met de koppelingsbeugel geheel ingedrukt (stand 2) moet het niet moge-lijk zijn de machine naar achteren te trekken. Maak borgmoer U los en schroef nippel T los totdat deze stand bereikt is. 4. Haal ten slotte borgmoer U aan. AFSTELLEN VAN DE VARIATORKABEL (*) Indien de verschillen in snelheid tussen de instellingen in de variatorhendel die de snelste stand (stand 3 en ) geven als klein worden ervaren of helemaal niet aanwezig zijn, moet de variatorkabel waarschijnlijk gespannen worden (fig. 16). 1. Laat de maaier een paar minuten draaien in de stand. 2. Als de variatorkabel in nippel Y slipt, moet deze worden gespannen. Draai borgmoer X los en span de kabel door nippel Y los te schroeven totdat de kabel geen speling meer heeft. 3. Haal borgmoer X aan. N.B.! Span de kabel zo strak, dat hij net zonder spelinginnippelyzit. Als de kabel te strak wordt gespannen, kan de aandrijfriem worden losgetrokken en/of andere onderdelen in de transmissie kunnen beschadigd worden. Bij het instellen na bijv. het vervangen van de riem altijd beginnen met nippel Y geheel aangedraaid. VERVANGEN VAN MESSENSCHIJF Draag veiligheidshandschoenen wanneer u het mes/de messen vervangt, zodat u geen snijwonden oploopt. Controleer het messensysteem regelmatig. Inspecteer met name het gebogen gedeelte achter het snijvlak van het mes op slijtagesporen (fig. 31). Als het mes sporen van beschadiging vertoont, moet het mes worden vervangen. Een versleten mes verstoort de balans en kan de maaier beschadigen. Na een aanrijding moet(en) het mes/de messen altijd gecontroleerd worden. Verwijder eerst de bougiekabel. Als het messensysteem beschadigd is, moeten de defecte delen verwisseld worden. Gebruik altijd originele onderdelen. Maak de schroef los om het mes te vervangen (fig. 30). Monteer het nieuwe mes zodanig dat het gestanste logo naar boven naar de mesbevestiging gericht is (niet naar het gras). Monteer de onderlegring en de schroef terug op hun plaats. Haal de schroef goed aan. Aanhaalmoment 40 Nm. Bij het vervangen van een mes moet ook de mesbout worden vervangen. Valt niet onder de garantie: schades veroorzaakt door het maaien tegen harde voorwerpen. Bij het vervangen van messen, meshouders en mesbouten altijd originele reserveonderdelen gebruiken. Andere dan originele reserveonderdelen kunnen risico's met zich meebrengen, ook al passen ze op de machine. HET SLIJPEN VAN MESSEN Eventuele slijpwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd op een wet- of slijpsteen (nat slijpen). Uit veiligheidsoverwegingen mag het mes niet worden geslepen op een amarilschijf. Een te hoge temperatuur kan het mes broos maken. Als het mes wordt geslepen, moet het naderhand uitgebalanceerd worden om schade door trillingen te voorkomen.

NEDERLANDS NL OPSLAG OPBERGEN TIJDENS HET WINTERSEIZOEN Maak de brandstoftank leeg. Start de motor en laat deze draaien totdat de motor stilvalt. Benzine mag niet langer dan één maand in de tank blijven. Kantel de motor en draai de bougie eruit. Giet een lepel motorolie in het bougiegat. Trek langzaam de starthandle uit, zodat de olie zich kan verspreiden in de motor. Bougie opnieuw plaatsen. De maaier grondig reinigen en op een droge plaats opbergen.