PROVINCIALE SCHEIDSRECHTERSCOMMISSIE OOST-VLAANDEREN HANDLEIDING BIJ HET INVULLEN VAN HET INTERNATIONAAL WEDSTRIJDBLAD

PROVINCIALE SCHEIDSRECHTERSCOMMISSIE OOST-VLAANDEREN HANDLEIDING BIJ HET INVULLEN VAN HET INTERNATIONAAL WEDSTRIJDBLAD

2 Inhoud Het invullen van het internationaal wedstrijdblad gebeurt in 5 delen. Deel I: 1.1 1.2 1.3 1.4 Voor het uitvoeren van de toss Hoofding Ploegen Goedkeuring Opmerkingen Deel II: Na het uitvoeren van de toss en voor aanvang van de wedstrijd 2.1 Setvak 1 2.2 Hoofding 2.3 Ploegen 2.4 Resultaat 2.5 Setvakken 2 en 3 2.6 Voor aanvang iedere set en na ontvangst opstellingsbriefje Deel III: Tijdens de wedstrijd 3.1 Nazicht opslagvolgorde en optekening van de punten 3.2 Vervanging van spelers 3.3 Dode tijden 3.4 Waarschuwingen en bestraffingen 3.5 Einde van de set Deel IV: Afsluiten van het wedstrijdblad 4.1 Resultaat 4.2 Opmerkingen 4.3 Goedkeuring Deel V: Uitzonderingen en tips Deel VI : Richtlijnen voor het invullen van het vereenvoudigd wedstrijdblad

3 DEEL I: VOOR HET UITVOEREN VAN DE TOSS. Ten laatste 40 min. vóór aanvang van de wedstrijd, moet een verantwoordelijke van de thuisploeg volgende gegevens ingevuld hebben op het wedstrijdblad. 1.1 Hoofding: 1 naam van de provincie invullen 2 aard van de wedstrijd aankruisen (hoofd of reserve) 3 niveau van wedstrijd aankuisen 4 afdeling aankruisen en indien nodig aanvullen met A, B en C 5 leeftijdscategorie aankruisen 6 terreinafgevaardigde (naam, nr. vergunning + handtekening) 7 aankruisen MANNEN of VROUWEN 8 - namen van de ploegen volgens de kalender - de cirkels worden niet ingevuld 9 plaats (stad of gemeente) invullen 10 zaal (naam van stadion of sportcomplex) of identificatie volgens kalender 11 datum uur (dag, maand, jaar) aanvangsuur wedstrijd volgens kalender 12 het wedstrijdnummer wordt genoteerd in divisie en voor alle bekerwedstrijden. 13 homologatiecode 1.2 Vak ploegen: Linker deel voor de thuisploeg, rechter voor de bezoekende ploeg. - Stamnummer ploeg + code van de gebruikte spelerslijst ( cirkels worden nog niet ingevuld) Van elke speler die aanwezig is en een geldig identiteitsbewijs kan voorleggen: - het shirtnummer - het vergunningsnummer - naam (drukletters) + initialen van de voornaam Spelers, die later toekomen, kunnen alleen worden ingeschreven tussen twee sets, mits toelating van de 1ste scheidsrechter - Het vergunningsnummer van de spelers met het statuut NIET EU-SPELERS, wordt onderlijnd (enkel voor Nat. en Div.) - De niet gebruikte lijntjes openlaten - Het nummer van de twee kapiteins wordt omcirkeld. - In de voorziene vakken worden de vergunningsnummers, de namen (in hoofdletters) en de initialen van de voornamen van coaches, ass.-coaches, verzorgers en dokters ingeschreven. Noteer dat de persoon die wordt ingeschreven onder de hoofding dokter, zich ook als dusdanig moet kunnen legitimeren.

4 In het vakje PLOEGKAPITEIN en COACH tekenen de kapiteins en de coaches voor akkoord NA de toss. - OUD Wedstrijdblad NIEUW wedstrijdblad (sinds 2011-2012) Vóór de toss zal de libero (indien er een aanwezig is) ingeschreven worden in het daarvoor voorziene vakje. Het 13 en 14 vak bij nieuwe wedstrijdbladen moet doorgehaald worden.

5 1.3 Vak goedkeuring * De naam van de markeerders (thuisploeg 1 bezoekers 2) noteren. * In het vakje VERG. NR. de vergunningsnummers inschrijven. * De markeerders tekenen het wedstrijdblad na de wedstrijd. * De scheidsrechters en de lijnrechters noteren hun naam in het voorziene vakje. * Een gelegenheidsscheidrechter vult steeds zijn vergunningsnummer in * Bij Reserve- en Kadettenwedstrijden vult de scheidsrechter ALTIJD zijn naam + vergunningsnummer in! 1.4 Vak opmerkingen Hier vullen we alle vermeldingen in die geen specifieke plaats op het blad hebben, zoals: - vermelding van tekortkomingen i.v.m. zaal of toebehoren. - vermeldingen i.v.m. ontbrekende documenten, vereist door het competitiereglement. (b.v. spelerskaart) - blessures - kaarten - enz Als dit vakje volgeschreven is, schrijft de markeerder verder op de keerzijde van het wedstrijdblad. (vergeet het doorschrijfpapier niet!) Vóór de toss uitgevoerd wordt, kijkt de markeerder na of de terreinafgevaardigde het wedstrijdblad getekend heeft. Na controle van het wedstrijdblad door de SR, wacht de markeerder met het verder invullen tot de toss uitgevoerd is.

6 DEEL II: NA HET UITVOEREN VAN DE TOSS EN VOOR AANVANG VAN DE WEDSTRIJD Na het uitvoeren van de toss laat de markeerder de beide kapiteins en coaches het wedstrijdblad tekenen en vult hij de volgende blokken in: Setvak 1: - We schrijven in de linker helft de naam van de ploeg, die de 1ste set links van de markeerder zal spelen. Deze ploeg speelt de ganse wedstrijd onder het statuut A. - We vullen analoog de rechter helft in. Deze ploeg speelt de ganse wedstrijd onder het statuut B. - Bij de ploeg die de eerste opslag geeft, stippen we de O aan (in het cirkeltje) alsook het kleine cijfer 1 in het eerste rotatievakje aan. - Analoog stippen we de R aan (in het cirkeltje) bij de ploeg die de eerste receptie doet. Tevens wordt het eerste rotatievakje van deze ploeg doorkruist. 2.1 2.2 Hoofding: In de cirkels van het vakje ploegen vullen we de respectievelijke letters A en B in volgens hun in set 1 verkregen statuut. 2.3 Vak PLOEGEN : Ook hier vullen we de letters A en B in. 2.4 Vak RESULTAAT : Hier vullen we de namen der ploegen in.

7 2.5 Setvakken 2 en 3: Naar analogie van setvak 1 kunnen we nu reeds de hoofding van setvakken 2 en 3 invullen. (Uitgez. bij reservenwedstrijd, waar na de tweede set opnieuw moet getost worden. Noteer ook dat de derde set van de reservenwedstrijd wordt ingeschreven in het vak van de VIJFDE set.) 2.6 Vóór aanvang van iedere set en na ontvangst van opstellingsbriefjes. 2.6.1 Na ontvangst van de opstellingsbriefjes controleert de markeerder eerst of de vermelde nummers wel degelijk voorkomen in het vak ploegen. 2.6.2 Hij schrijft de nummers van de BASISSPELERS onder de Romeinse cijfers I t.e.m. VI en dit in de juiste opslagvolgorde en bij de juiste ploeg. Onder het Romeinse cijfer I komt het cijfer dat rechts onder het opstellingsbriefje staat, onder de II het cijfer rechts boven, onder de III het cijfer boven-midden, enz (dus in een volgorde tegen de wijzers van het uurwerk in) Met een klein streepje onder het nummer van de kapitein kun je heel snel de SR s inlichten wanneer de kapitein bij een wissel het terrein verlaat. Op het opstellingsbriefje wordt het nummer van de libero NIET meer ingevuld. 2.6.3 Vergeet niet te controleren of de libero ook vermeld staat in het vak Spelers.

8 van de 1ste set wordt ingevuld in het vakje BEGIN. Evenzo wordt in het vakje RESULTAAT het beginuur ingevuld. Komt dit uur niet overeen met het beginuur uit de hoofding, dan zal de SR (of de markeerder in opdracht van de SR) de reden vermelden in het vak opmerkingen. 2.6.4 Aanvangsuur We zijn nu klaar om te starten. De spelers staan op het terrein. Kijk mee of er geen verkeerde nummers op het terrein staan. Geef de scheidsrechter een teken (2 handen omhoog) als alles voor U klaar is!

9 DEEL III: TIJDENS DE WEDSTRIJD. 3.1 Nazicht van de opslagvolgorde en optekening van de punten. a) staat de rechter achterspeler van de opslaggevende ploeg in de opslagzone (klaar om op te slaan)? b) als de opslaggevende ploeg de spelfase wint zal de markeerder het volgende kleine cijfertje, te beginnen bij 1, uit de PUNTENKOLOM doorstrepen. c) indien de opslaggevende ploeg, de spelfase en dus de opslag verliest, gaat de markeerder als volgt te werk: - in het rotatievakje van de ploeg die de spelfase verliest (waar het kleine cijfertje doorstreept is) schrijft hij het laatst doorstreepte cijfertje uit de respectievelijke PUNTENKOLOM in. - bij de ploeg die de spelfase wint doorstreept hij in de PUNTENKOLOM het eerstvolgende kleine cijfertje alsook het kleine cijfertje uit het rotatievakje van de volgende opslaggever. - hij controleert of de juiste speler de opslag gaat uitvoeren. - indien een verkeerde speler de opslag uitvoert, zal hij, nadat de opslag werd gegeven, zo snel mogelijk de 2de (respect. de 1ste) scheidsrechter inlichten over deze rotatiefout. In dit geval gaat de opslag naar de tegenstrever en wordt de procedure bij opslagwissel toegepast. - vóór de opslag van het laatste setpunt, licht de markeerder de scheidsrechter in voor setbal of wedstrijdbal. - een ploeg wint een set (1ste, 2de, 3de en 4de set) bij het behalen van 25 punten met een verschil van 2 punten zonder limiet. Voor aanvang van de beslissende set wordt de toss opnieuw gespeeld. Het statuut A en B blijft behouden. - bij het begin van deze set wordt het linker- en middelste deel van het vak gebruikt. Naast de naam van elke ploeg worden de corresponderende letters A en B in de cirkels ingeschreven. - bij kampwisseling: * Indien één der ploegen 8 punten heeft bereikt, wordt er onder het laatst doorstreepte cijfer in elke PUNTENKOLOM een horizontaal streepje getrokken. * Nu worden het middelste- en het rechter deel van het setvak gebruikt. * De naam van de ploeg met de letter A of B, de opstelling van de spelers en eventuele wissels worden naar het rechter deel overgebracht. Bovendien worden de toegestane T.O. s uit het linker deel overgenomen. * De punten van de ploeg, die na de kampwisseling rechts van de markeerder gaat spelen, worden ingeschreven in de cirkel PUNTEN BIJ WISSELEN. De rotaties worden niet overgebracht. d)

10 * In de beslissende set wordt verder gespeeld tot één der ploegen min. 15 punten heeft behaald met een verschil van 2 punten ook zonder limiet. 3.2 Vervanging van spelers: a)het nummer van de wisselspeler wordt ingeschreven in het vakje onder het nummer van de basisspeler, die het veld verlaat. b)in dezelfde kolom wordt in het vakje stand de setstand ingevuld. (steeds de punten van de aanvrager eerst) c)indien de basisspeler terug zijn plaats inneemt, wordt het nummer van de wisselspeler omcirkeld. De setstand op dat ogenblik wordt ingevuld. (steeds de punten van de aanvrager eerst) d)het opkomen op het terrein en het verlaten van het terrein door de libero wordt niet ingeschreven op het wedstrijdblad. *Bij effectieve deelname van de libero aan het spel wordt dit in het vak opmerkingen vermeld). 3.3 Dode tijden: - Daar er gespeeld wordt met Technical Time Out (TTO) is de procedure als volgt: Set 1, 2, 3, 4 : TTO melden aan de scheidsrechter zodra een ploeg acht punten heeft behaald en een tweede TTO melden zodra een ploeg 16 punten heeft behaald. Elke TTO duurt 60 seconden. Per set heeft elke ploeg nog recht op 2 zelf aan te vragen Time-Out s van 30 seconden. Set 5 : Geen TTO. Elke ploeg heeft recht op 2 zelf aan te vragen Time-Out s van 30 seconden elk. OPMERKING: Enkel zelf aangevraagde TO s worden vermeld op het wedstrijdblad. 3.4 Waarschuwingen (Verbaal+gele kaart) en bestraffingen (Rode, Geel/Rode en Geel+Rode kaart): 3.4.1 We onderscheiden 2 soorten: a)waarschuwingen en/of bestraffingen voor wangedrag: De mondelinge waarschuwing wordt verbaal aan de kapitein medegedeeld (worden niet op het wedstrijdblad vermeld). De kaarten worden getoond met gestrekte arm in de richting van de betrokken persoon. *Aan spelers op het terrein: Deze worden ingeschreven in het vakje SANCTIES op de volgende manier: -De mondelinge waarschuwing wordt niet op het wedstrijdblad genoteerd - nr. speler in overeenstemmende vakje: W (geel), B (bestraffing-rood), Uw (uitwijzing-geel+rood teza men) en Us (uitsluiting-geel+rood afzonderlijk) -speler van ploeg A of B -de set waarin de kaart wordt gegeven -de stand (eerst de punten van de bekeurde)

11 De punten verkregen door bestraffing van de tegenstrever moeten in de kolom punten omcirkeld worden. *Aan spelers op de bank of andere leden van de ploeg: Deze worden op dezelfde manier ingeschreven: C = coach, AC = ass.-coach, V = verzorger en D = dokter. b)waarschuwingen en / of bestraffingen voor spelvertraging: zij worden steeds gegeven aan de volledige ploeg door de gestekte hand met de kaart tegen het uurwerk te houden (geel= waarschuwing / rood= bestraffing). Ze worden ingeschreven in het vakje SANCTIES op dezelfde manier maar met vermelding SV i.p.v. het nr. 3.4.2 Een bestraffing zal altijd ingeschreven worden in het vak opmerkingen (bij voorkeur overlaten aan de scheidsrechter, maar wel noteren op een apart briefje). Zowel stand, bestrafte persoon of ploeg en reden vermelden. B.v.: Set 1 (11/13) Rode kaart voor speler nr. 8 Eeckeleers P. 21345, wegens beledigende opmerkingen aan SR. 3.4.3 Uitwijzingen en uitsluitingen worden ook in het vak opmerkingen vermeld. 3.4.4 Ongegronde aanvragen worden genoteerd door het resp. vakje van de ploeg aan te kruisen 3.5 Einde van de set a)het uur wordt ingeschreven in het vakje EINDE. b)in elke PUNTENKOLOM wordt het laatst doorstreepte cijfertje onderlijnd en de overige cijfers worden doorkruist. c)de gemaakte punten van de winnende ploeg worden ingeschreven in het rotatievakje van de speler, die het laatste heeft opgeslagen of het vakje ernaast. (Zie 5.8) d)het eindresultaat van elke ploeg wordt zichtbaar gemaakt door de laatst ingevulde score in de rotatietabel te omcirkelen.

12 DEEL IV: AFSLUITEN VAN HET WEDSTRIJDBLAD (na het einde van de laatste set) 4.1 Vak RESULTAAT : a) Voor elke ploeg worden per set de volgende gegevens vermeld: -in de kolom TO : het aantal dode tijden. -in de kolom Wi : het aantal spelerswisselingen. -in de kolom G : het cijfer 1 bij de ploeg die de set won. -in de kolom P : de gemaakte punten. *De vakjes waar geen informatie in moet, worden opgevuld met het cijfer 0. b) Per set wordt in de kolom SET-DUUR de duur in minuten ingevuld. c) Op de lijn TOTALE DUUR SETS wordt per kolom het totaal vermeld. d) In het vakje EINDE WEDSTRIJD wordt het einduur ingevuld. e) In het vak WINNAAR wordt de naam geschreven van de ploeg die de wedstrijd won, alsook het eindresultaat 3:.. (voor de reservewedstrijd mogelijks 2 : 1) f) In het vak TOTALE DUUR WEDSTRIJD wordt de totale wedstrijdduur in uren en minuten ingevuld. Hier eindigt in principe de taak van de markeerder. Wel kan de scheidsrechter vragen het vak opmerkingen te vervolledigen op zijn aanwijzingen.

13 4.2 Vak OPMERKINGEN a)vermelden van tekorten in administratie of homologatie. b)vermelden van laattijdig aanvangen wedstrijd. c)vermelden van mogelijke kwetsuren. d)vermelden van bestraffingen voor wangedrag met reden + gevolg. -de naam van de sanctie (verkort) B-Uw-Us -de identiteit van de ploeg A of B -het nr. van de speler of de functie van de ploeggenoot -het nr. van de set (1, 2, enz.) -de stand van de gesanctioneerde ploeg op het ogenblik van de sanctie Voorbeeld: B-B-nr 8-1-11/13 dwz: bestraffing voor B, nr. 8, in set 1 bij stand 11/13 4.3 Vak goedkeuring De volgende personen tekenen ter goedkeuring, nadat alle vermeldingen op het blad werden aangebracht, zoals: *doorhalen vrije ruimte in vak ploegen. *doorhalen vrije ruimte in vak opmerkingen. *de setvakken, die niet werden gebruikt, worden niet doorgehaald. a)de markeerders tekenen af. b)de kapiteins tekenen af. (in het overeenstemmende vakje) c)de scheidsrechters tekenen af. d)de wedstrijdcommissaris (in het vak opmerkingen enkel in LIGA-heren en internationale wedstrijden)

14 DEEL V: UITZONDERINGEN EN TIPS. In bekerwedstrijden met voorgift plaatsen we de punten voorgift in een kadertje (rechthoekje! GEEN CIRKEL). Vermelding in het vak opmerkingen. 5.2 Als de rotatievakjes in een set allen vol zijn (8 volledige rotaties), herbegint men het best in dezelfde rotatievakjes maar in een duidelijk verschillende kleur. (Een blanco wedstrijdblad of een ander papier kan als noodoplossing dienen). 5.3 Het is steeds aan te raden een papier bij de hand te hebben om notities te nemen (b.v. waarschuwingen en bestraffingen noteren). 5.4 Bij een rotatiefout ben je verplicht eerst de fout te laten gebeuren en dan de scheidsrechter te verwittigen. Let er echter op, dat je zelf geen fout gemaakt hebt. Je kunt door een onoplettendheid een opslagwissel van één ploeg niet genoteerd hebben en bij de volgende rotatie heb je prijs! Kijk daarom vlug na of de ploeg waar het eerste rotatievakje doorkruist is wel één rotatie voor, of gelijk staat met de andere ploeg! 5.5 Na het aftekenen van het wedstrijdblad door alle betrokkenen, mag er niets meer aan het blad gewijzigd worden (behalve toevoegen van kwetsuren). 5.6 Indien een speler in een set de opslag voor zijn ploeg verliest, (b.v. door de bal in het net te slaan) en onmiddellijk hierna een bestraffing krijgt, zullen er twee punten toegekend worden aan de andere ploeg. (Eén voor de opslagwissel en een 2de voor de bestraffing. Dit tweede moet omcirkeld worden) 5.7 Wanneer de links ingeschreven ploeg het 8ste punt maakt, dan wordt bij de kampwisseling in het vakje van de speler aan de opslag niets ingeschreven. Na de kampwisseling wordt in het rechtse vak het mini-cijfertje van de opslaggever doorstreept. Bij opslagverlies worden de behaalde punten alleen bij de opslaggever in het rechtse vak ingeschreven. 5.1 5.8 Wanneer het laatste punt van een set, omwille van verlies van een spelfase, bij de tegenstrever moet bijgeschreven worden, dan schrijft men de eindstand in het volgende vakje van de rotaties en men omcirkelt dit (zonder het kleine cijfertje te doorstrepen).

15 Het NIEUWE wedstrijdblad (in gebruik sinds seizoen 2011-2012)

16 Richtlijnen voor het invullen van het vereenvoudigd wedstrijdblad Vooraf: 1. Dit wedstrijdblad mag enkel gebruikt worden bij de competitiewedstrijden van de U13 en U11/3 tegen 3. Voor bekerwedstrijden dient men gebruik te maken van een normaal wedstrijdblad, zonder de spelersvakken V en VI te gebruiken. 2. De thuisclub moet het wedstrijd (en opstellingsblaadjes) tijdig ter beschikking stellen, zodat de ploegen de nodige tijd krijgen om dit document in te vullen. 3. Om de leesbaarheid te bevorderen, worden alle gegevens in hoofdletters genoteerd 4. De thuisploeg is verantwoordelijk voor het tijdig en correct bezorgen van het wedstrijdblad aan de KOVV. In te vullen voor aanvang de wedstrijd A. Hoofding van het wedstrijdblad 1. Categorie U13 / U11-3/3 Omcirkel wat van toepassing is 2. Aard Jongens/meisjes: omcirkel wat van toepassing is 3. Niveau P/R : A B C D E F P/R: provinciaal of regionaal omcirkelen A B C : omcirkelen van de reeks waarin men speelt 4. Plaats / Datum / Zaal / Uur Gebruik hier de gegevens van de officiële kalender! Als er afwijkingen zijn, dan moet dit vermeld worden in het vak opmerkingen Plaats: stad of gemeente Datum Zaal: zie kalenderboekje of website KOVV elke gehomologeerde sporthal krijgt een afkorting Uur 5. Wedstrijd Steeds de thuisploeg links en de bezoekers rechts noteren, alsook vermelding van de respectievelijke stamnummers 6. Wedstrijdnummer Moet niet worden ingevuld

17 B. Deelnemers Belangrijk: elke ploeg is verantwoordelijk voor het correct en volledig invullen van dit deel van het wedstrijdblad 1. vak deelnemers Tabel Deelnemers - thuisploeg/bezoekers Stamnummers van de ploegen invullen + code deelnemerslijst Bij elke wijziging van de deelnemerslijst voor de jeugdploegen, wordt een nieuwe code aangemaakt die voor alle jeugdploegen van toepassing is. Gebruik altijd de code van de recentste deelnemerslijst! Nr: nummer op de trui van de speler Vergunning: nummer van de spelerskaart Naam en voornaam: volledig familienaam, voornaam eventueel enkel beginletter Cat: moet niet ingevuld worden Een libero mag niet gebruikt worden in competitie bij E- en D-jeugd Coach: naam, nummer vergunning en handtekening v/d coach Ploegkapitein: naam en handtekening van de kapitein Omcirkel het truinummer van de ploegkapitein, in de lijst van de deelnemers 2. Jeugdattesten / Speciale Regelingen Hier worden de eventuele spelers met een +1 statuut vermeld, of niet-eu spelers Een speler met een +1 statuut mag enkel deelnemen aan de wedstrijd, indien het origineelattest van de KOVV kan voorgelegd worden. Er zijn geen beperkingen betreffende het opstellen van spelers van vreemde nationaliteit 3. Toss Voor de wedstrijd wordt er getosst door de scheidsrechter en de 2 ploegkapiteins - opslag - keuze terrein De markeerder kan alvast de gegevens invullen op het wedstrijdblad, en dit voor 3 sets. Wedstrijdverloop Algemeen De wedstrijden worden betwist naar 3 gewonnen sets van 25 punten, met 2 punten verschil. Bij een eventuele setstand van 2-2 wordt er een beslissende vijfde set gespeeld naar 15 punten, met 2 punten verschil. Indien de wedstrijd eindigt op 3/0 of 0/3, dan wordt een bijkomende set gespeeld naar 25 punten, met 2 punten verschil. Deze set komt niet in aanmerking voor de einduitslag en wordt niet opgenomen in de rangschikking. Deze set wordt ingeschreven op het wedstrijdblad als 4de set, maar wordt niet opgenomen in het vak resultaat. Deze set is een verlenging van de wedstrijd. Bij weigering van het spelen van deze set, wordt forfait toegepast voor één of beide ploegen. Invullen wedstrijdverloop Per set: 1 blok in te vullen op het wedstrijdblad Ploeg In het linkervak wordt de ploeg vermeld die ten opzichte van de markeerder, aan de linkerkant begint, de andere ploeg noteren we in het rechtervak. Na elke set wisselen de ploegen van terreinhelft. O/R O = opslag R = receptie aankruisen wie wat heeft Beginopstelling:

18 Bij het begin van elke set zal de coach een opstellingsblaadje aan de markeerder bezorgen, met de truinummers van de 4 speelsters die aan de set beginnen. De bovenste 3 vakken zijn de voorspelers (aan het net) Het onderste vak is voor speler op positie 1 (opslag) na het invullen van deze gegevens op het wedstrijdblad, worden de opstellingsblaadjes aan de scheidsrechter gegeven Vervangingen per set zijn voor elke ploeg maximaal 6 wissels zijn toegestaan per wissel kunnen slechts 2 veldspelers betrokken worden notatie op het wedstrijdblad: linkervak: het truinummer v/d speler die het terrein verlaat, rechts: het truinummer van de inkomende speler Een speler uit de basisopstelling mag het spel verlaten en weer terugkomen, maar slechts op zijn oorspronkelijke plaats in de opstelling. Hij mag dit slechts éénmaal per set doen. Een wisselspeler mag slechts éénmaal per set op de plaats van een speler uit de basisopstelling worden ingezet. Hij kan dan alleen door diezelfde speler uit de basisopstelling worden vervangen. Uitzondering: ernstige blessures of ziekte Time Out Per set, mag de coach van de beide ploegen maximaal 2 time outs van elk 30 seconden, bij de scheidsrechter aanvragen. Bij de respectievelijke ploegen worden de aangevraagde time-out(s) ingevuld in de betreffende vakjes: eerst de al behaalde punten v/d aanvrager noteren, dan de al behaalde punten voor de ander ploeg (zie puntentabel het juist onder). In te vullen na het einde van de wedstrijd 1. Uitslag Vermeld de resultaten per set, de optelling van de punten, de wedstrijduitslag en de juiste winnaar. De punten van een eventuele bijkomende 4de set (na een 3-0 of 0-3 stand) mogen NIET worden meegeteld in het eindtotaal (de set wordt ook niet meegenomen in de eindstand van de wedstrijd). 2. Speelduur Aanvang: het werkelijke beginuur van de wedstrijd Einde: het werkelijke einduur van de wedstrijd Duur: het verschil tussen begin- en einduur 3. Opmerkingen Eventuele opmerkingen, zoals kwetsuren en andere noteren. Ook bv. reden waarom wedstrijd laattijdig startte,... 4. Eindcontrole thuisploeg en bezoekers Gezien er maar 1 exemplaar van het wedstrijdblad opgemaakt wordt, moeten de coaches van de beide ploegen de gegevens van het wedstrijdblad nazien, en voor akkoord bevestigen middels handtekening. Eventuele bemerkingen moeten nu alsnog vermeld worden. 5. Scheidsrechter en Terreinafgevaardigde/Markeerder naam / vergunning / handtekening

19

20

21