Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel is een leermiddel voor de loopbaanoriëntatie van mensen in de leeftijd van twaalf jaar en ouder. Het spel heeft als doel de speler bewust te maken van zijn eigen Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het geeft de speler de mogelijkheid te reflecteren op zijn kwaliteiten en leerpunten. De ervaringen kan de speler verzamelen in zijn loopbaandossier. Het Beroepskwaliteitenspel bestaat uit: de Beroepskwaliteitencirkel een set kaarten met 56 Beroepskwaliteiten en een set kaarten met 60 Leerpunten. U kunt de spelregels en de beroepskwaliteitencirkel hier downloaden. http://www.consortiumbo.nl/training-en-advies/opleidings--enexamenproducten/beroepskwaliteitenspel/ Competenties In de Beroepskwaliteitencirkel staan acht competenties. Een voorbeeld van een competentie is, communiceren, besturen, inleven, vernieuwen. Iedere competentie bestaat uit zeven beroepskwaliteiten. Zo n beroepskwaliteit kan een houding zijn die je hebt, zoals opgewekt zijn of veerkracht hebben. Het kan ook een vaardigheid zijn zoals digivaardig, controleren, organiseren, besturen. Deze houding en vaardigheden zijn belangrijk om een beroep uit te voeren. Vandaar dat dit Beroepskwaliteiten zijn. 1
Een voorbeeld: als verkoopmedewerker voer je gesprekken met de klant in de winkel. Hiervoor gebruik je de competenties communiceren en inleven. Speciale beroepskwaliteiten die je voor het klantgesprek nodig hebt, zijn onder andere luisterend en dienstverlenend zijn. Daarnaast kun je je duidelijk uitdrukken in taal en maak je een positieve indruk op de klant. Nog een voorbeeld van een competentie: een begeleider maatschappelijke zorg begeleidt mensen met een verstandelijke beperking. Begeleiden is in dit beroep een belangrijke competentie. Hiervoor beschik je over de beroepskwaliteiten adviseren, coachen en geduld. De acht competenties van de Beroepskwaliteitencirkel herken je aan de verschillende pictogrammen: Vernieuwen Communiceren Produceren Besturen Organiseren Ordenen Begeleiden Inleven 2
Spelvorm 1 Starter Naam van het spel: Ezelen Bedoeling: de speler verzamelt 5 Beroepskwaliteiten van dezelfde competentie Aantal spelers: 6-8 Benodigdheden: Kaarten Beroepskwaliteiten 1. Schud de kaarten met Beroepskwaliteiten. 2. Verdeel de kaarten over de spelers. 3. Houd de kaarten gesloten in de hand. 4. Schuif steeds één kaart gesloten door aan de rechter buurman. Je ontvangt van de linker buurman een gesloten kaart. 5. Verzamel de Beroepskwaliteiten van dezelfde competentie (zie picto). 6. De speler met vijf kaarten van dezelfde competentie in de hand legt de vijf kaarten gesloten op tafel. De speler doet dit stil en ongezien. 7. De overige spelers leggen zo snel mogelijk ook hun kaarten gesloten op tafel. 8. De speler die als laatste zijn kaarten neerlegt, noteert een E van EZEL. 9. Hervat het spel. De speler die klaar is wacht even. 10. Het spel is afgelopen wanneer alle spelers een set van vijf Beroepskwaliteiten in de hand hebben. 11. Wie vormen met elkaar een EZEL? 3
Spelvorm 2 Starter Naam van het spel: Aansluiten Bedoeling: het koppelen van Leerpunten aan Beroepskwaliteiten. Aantal spelers: 6-8 Benodigdheden: Kaarten Beroepskwaliteiten en de Leerpunten 1. Schud de kaarten Beroepskwaliteiten en de kaarten Leerpunten. 2. Verdeel de kaarten over de spelers. Iedere speler krijgt 4 kaarten Beroepskwaliteiten en 4 kaarten Leerpunten. 3. Maak van de kaarten die over zijn een stapeltje Beroepskwaliteiten en een stapeltje Leerpunten. Leg de twee stapeltjes gesloten op tafel. 4. De spelers houden de kaarten gesloten in de hand. 5. Per spelbeurt mag de speler één Beroepskwaliteit gekoppeld aan een Leerpunt op tafel leggen. De speler legt aan de andere spelers uit waarom deze Beroepskwaliteit bij dit Leerpunt hoort. 6. De spelers bepalen met elkaar of de gekozen Beroepskwaliteit en het Leerpunt bij elkaar horen. De spelers vertellen elkaar waarom de Beroepskwaliteit en het Leerpunt wel / niet bij elkaar horen. 7. Keurt de groep de combinatie van Beroepskwaliteit en Leerpunt af? Dan neemt de speler de kaarten terug in de hand. 8. De speler die aan de beurt is, mag een Leerpunt ook koppelen aan een Beroepskwaliteit die al open op tafel ligt. Meerdere Leerpunten kun je aan dezelfde Beroepskwaliteit koppelen. 9. Kun je geen kaart(en) op tafel leggen? Pak dan één kaart van de stapel Beroepskwaliteiten en één kaart van de stapel Leerpunten. Je hebt steeds vier Beroepskwaliteiten en vier Leerpunten in de hand tot dat de stapels op tafel zijn weg gespeeld. 10. Wie het eerste uit is, heeft gewonnen! 4
Spelvorm 3 Starter Naam van het spel: Kennismaken met de beroepskwaliteiten Bedoeling: de spelers weten wat een beroepskwaliteit is Aantal spelers: 2-5 Benodigdheden: Kaarten Beroepskwaliteiten 1. Leg de stapel kaarten Beroepskwaliteiten gesloten op tafel. 2. Iedere speler pakt één kaart van de tafel. 3. Om de beurt vertelt iedere speler of hij zich wel / niet herkent in deze beroepskwaliteit. De speler vertelt met een voorbeeld waarom de beroepskwaliteit wel/niet bij hem past. Dit voorbeeld kan een ervaring zijn vanuit een situatie thuis, bijbaan, sport, school etc. 4. Herkent de speler zich niet in de Beroepskwaliteit? Dan geeft hij de kaart weg aan een andere speler. Hij vertelt de medespeler waarom hij de kaart aan hem weggeeft. 5. Herhaal het doorgeven van de kaart net zo lang totdat deze bij de juiste speler terecht komt. 1. Wat is een beroepskwaliteit? 2. Heb je een idee bij welk beroep deze belangrijk is? 3. Heb je een kaart van een medespeler ontvangen? Wat deed dit met je? 4. Was het juist om deze kaart aan jou te geven? 5
Spelvorm 4 Starter Naam van het spel: Kennismaken met de leerpunten Bedoeling: de spelers weten wat een leerpunt is Aantal spelers: 2-5 Benodigdheden: Kaarten Leerpunten 1. Leg de kaarten Leerpunten open op tafel. 2. Iedere speler pakt een kaart van de tafel. 3. Om de beurt vertellen de spelers over het Leerpunt. Vertel: a. wat dit leerpunt betekent b. wat het Leerpunt voor gevolg heeft voor de eigenaar c. welk gevolg dit Leerpunt heeft voor anderen in de omgeving van de eigenaar d. één tip hoe iemand dit Leerpunt kan veranderen. 4. Bespreek met elkaar wat jullie hebben geleerd van dit spel. 1. Wat is een Leerpunt? 2. Hoe vond je de tips die werden gegeven? 3. Kun je uit ervaring een voorbeeld geven van een situatie waarbij één van de leerpunten aan de orde was? 6
Spelvorm 5 Starter Naam van het spel: kennismaken met de Beroepskwaliteitencirkel Bedoeling: de spelers weten wat een Beroepskwaliteitencirkel is Aantal spelers: 2-3 Benodigdheden: Beroepskwaliteitencirkel, geeltjes (papiertjes met plakrand), pen 1. Leg de Beroepskwaliteitencirkel op tafel. 2. Alle spelers hebben 8 geeltjes en een pen. 3. Iedere speler bedenkt in stilte bij iedere competentie een beroep dat daarbij past. De speler schrijft op ieder geeltje een beroep. 4. Om de beurt plakt een speler een geeltje met het beroep bij een competentie (kleur). De speler legt uit waarom hij dit beroep bij deze competentie vindt passen. 5. Laat een ieder zo mogelijk een ervaring vertellen van iemand uit zijn omgeving die dit beroep uitoefent. 1. Wat kun je aflezen van de Beroepskwaliteitencirkel? 2. Hoe vond je de voorbeelden die werden genoemd? 3. Welk beroep oefenen jouw ouders uit? 4. Heb je een idee welke beroepskwaliteiten daarbij belangrijk zijn? 5. Vind je het beroep bij jouw ouders passen? 7
Spelvorm 6 Naam van het spel: Mijn vijf Beroepskwaliteiten Bedoeling: de speler kiest vijf persoonlijke Beroepskwaliteiten Aantal spelers: 1-4 Benodigdheden: Kaarten Beroepskwaliteiten en de Beroepskwaliteitencirkel 1. Neem de stapel kaarten. Maak hiervan drie stapeltjes. Stapel A: hier liggen 5 kaarten waar jij jezelf helemaal in herkent Stapel B: hier liggen 5 kaarten waar jij jezelf een beetje in herkent Stapel C: hier liggen 5 kaarten waar jij jezelf helemaal niet in herkent 2. Neem de kaarten van stapel A en leg deze open voor je op tafel. 3. Leg de kaarten in volgorde van belangrijkheid. Bovenaan ligt de kaart die het meest betrekking heeft op jou. 4. Bekijk de Beroepskwaliteitencirkel. 5. Kijk naar de binnencirkel. Aan welke kleuren en competenties zijn de door jou gekozen Beroepskwaliteiten verbonden? 6. Kijk naar de buitencirkel. Op welke twee richtingen stuurt deze competentie? 1. Geef bij iedere kaart die jij hebt gekozen een voorbeeld. Uit het voorbeeld blijkt dat dit een Beroepskwaliteit van jou is. 2. Bespreek de vijf gekozen Beroepskwaliteiten thuis met je familie. Schrijf op welke reacties zij geven. 3. Bespreek de vijf gekozen Beroepskwaliteiten op school met je vrienden. Schrijf op welke reacties zij geven. 8
Spelvorm 7 Naam van het spel: Mijn vijf Leerpunten Bedoeling: de speler kiest vijf persoonlijke Leerpunten Aantal spelers: 1-4 Benodigdheden: Kaarten Leerpunten en de Beroepskwaliteitencirkel 1. Neem de stapel kaarten. Maak hiervan drie stapeltjes van 5 kaarten a. Stapel A: hier liggen 5 kaarten waar jij jezelf helemaal in herkent b. Stapel B: hier liggen 5 kaarten waar jij jezelf een beetje in herkent c. Stapel C: hier liggen 5 kaarten waar jij jezelf helemaal niet in herkent 2. Neem de kaarten van stapel A. en leg deze open voor je op tafel. 3. Leg de kaarten in volgorde van belangrijkheid. Bovenaan ligt de kaart die het meest betrekking heeft op jou. 4. Bekijk de cirkel Beroepskwaliteitencirkel. 5. Kijk naar de binnencirkel. Aan welke kleuren en competenties zijn de door jou gekozen Leerpunten verbonden? 6. Kijk naar de buitencirkel. Op welke twee richtingen stuurt deze competentie? 1. Geef bij iedere kaart die jij hebt gekozen een voorbeeld. Uit het voorbeeld blijkt dat dit een Leerpunt van jou is. 2. Bespreek de vijf gekozen Leerpunten thuis met je familie. Schrijf op welke reacties zij geven. 3. Bespreek de vijf gekozen Leerpunten op school met je vrienden. Schrijf op welke reacties zij geven. 9
Spelvorm 8 Naam van het spel: Beroepskwaliteiten met feedback Bedoeling: de speler ontvangt drie Beroepskwaliteiten met feedback Aantal spelers: 3-5 Benodigdheden: Kaarten Beroepskwaliteiten 1. Stel een groep samen met spelers waarbij jij je op je gemak voelt. 2. Schud de kaarten Beroepskwaliteiten. Deel gesloten de kaarten. Iedere speler krijgt vijf kaarten. De rest van de kaarten liggen op een stapel gesloten op tafel. 3. Kies voor een speler een Beroepskwaliteit waarvan jij vindt dat deze van toepassing is op de speler. 4. Om de beurt geeft een speler een Beroepskwaliteit aan een andere speler. Je geeft de kaart met feedback. Je koppelt de Beroepskwaliteit aan een positieve gebeurtenis die jullie je beide goed herinneren. Bijvoorbeeld: Ik geef jou de Beroepskwaliteit Coachen, omdat jij mij gisteren tijdens de les Drama steunde toen ik voor de groep een presentatie moest geven. 5. Als je geen passende kaart in je hand hebt, pak je een kaart van de stapel. 6. Het spel is afgelopen als alle spelers drie Beroepskwaliteiten met feedback hebben ontvangen. 1. Wat herken je in de feedback van de andere spelers? 2. Welke Beroepskwaliteit is nieuw voor jou? Hoe kan dat? 3. Bespreek thuis wat je in dit spel te weten bent gekomen over jezelf. 10
Spelvorm 9 Naam van het spel: Leerpunten met feedback Bedoeling: de speler ontvangt één Leerpunt met feedback Aantal spelers: 3-5 Benodigdheden: Kaarten Leerpunten 1. Stel een groep samen met spelers waarbij jij je op je gemak voelt. 2. Schud de kaarten Leerpunten. Deel gesloten de kaarten. Iedere speler krijgt vijf kaarten. De rest van de kaarten liggen op een stapel gesloten op tafel. 3. Kies een Leerpunt uit de vijf kaarten in je hand waarvan jij vindt dat deze van toepassing is op één van de spelers aan tafel. 4. Om de beurt geeft een speler een Leerpunt aan een andere speler. Je geeft de kaart met feedback. Je koppelt het Leerpunt aan een gebeurtenis die jullie je beide goed herinneren. Bijvoorbeeld: Ik geef jou de Leerpunt Afwezig, omdat jij de laatste drie dagen het eerste uur te laat bent gekomen op school. 5. Als je geen passende kaart in je hand hebt, pak je een kaart van de stapel. 6. Het spel is afgelopen als alle spelers drie Leerpunten met feedback hebben ontvangen. 7. Willen alle spelers meer feedback? Speel het spel nog een keer. 1. Wat herken je in de feedback van de andere spelers? 2. Welk Leerpunt is nieuw voor jou? Hoe kan dat? 3. Bespreek thuis wat je in dit spel te weten bent gekomen over jezelf. 11
Spelvorm 10 Naam van het spel: Een beroep met beroepskwaliteiten Bedoeling: de spelers krijgen een indruk van de beroepskwaliteiten die bij een beroep horen Aantal spelers: 5-7 Benodigdheden: Kaarten Beroepskwaliteiten en Beroepskwaliteitencirkel, 3 geeltjes 1. Kies met elkaar drie beroepen. Schrijf op elk geeltje een beroep en plak deze op de tafel. 2. Geef iedere speler vijf kaarten. Leg de overige kaarten in een stapel gesloten op tafel. 3. Eén speler houdt de puntentelling bij. 4. De speler die aan de beurt is, legt een Beroepskwaliteit bij het beroep. De speler legt uit waarom hij deze Beroepskwaliteit bij het beroep vindt passen. 5. De andere spelers beoordelen of zij het hiermee eens zijn. Als de speler het ermee eens is, steekt hij zijn hand op. Bij een meerderheid blijft de kaart op tafel liggen en krijgt de speler van de kaart 1 punt. 6. Kun je geen passende Beroepskwaliteit bij het beroep leggen? Pak dan een kaart van de stapel. Als deze past, mag je de kaart bij het beroep leggen. Past de kaart niet, dan houd je deze in de hand. 7. Alle kaarten worden gespeeld. 8. Leg de Beroepskwaliteitencirkel op tafel. 9. Kies één beroep. Plaats de Beroepskwaliteiten van het beroep naast de cirkel. 10. Bij welke kleur(en) liggen de meeste kaartjes? Wat zijn de belangrijkste Competenties van dit beroep? 11. Kijk naar de buitenste cirkel van de Beroepskwaliteitencirkel. Waarop is dit beroep op gericht? 12. Na afloop maakt de speler met de puntentelling bekend wie de winnaar(s) is / zijn. 12
1. Wat heb je van dit spel geleerd? 2. Welk beroep komt het meest overeen met de Beroepskwaliteiten waarover jij beschikt? 3. Bespreek in de klas de vragen die je hebt gekregen na het spelen van dit spel. 13