> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren F.C. Dales Scheveningseweg 58 2508 CR DEN HAAG Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl Datum 4 maart 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet Bijlagen 2 Geachte heer Dales, Op 16 januari 2015 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor uw project: TNR- zwerfkatten. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing. Beslissing Ik heb besloten uw aanvraag gedeeltelijk goed te keuren. Ik verleen u ontheffing van de verbodsbepaling genoemd in artikel 14, lid 1, van de Flora- en faunawet, het verbod om dieren, in casu verwilderde katten (Felis catus) in de vrije natuur uit te zetten. De ontheffing geldt, voor heel Nederland: - binnen de bebouwde kom 1 in de zin van de Flora- en faunawet, dan wel; - buiten de bebouwde kom, binnen een locatie waarbij minimaal tien woningen dicht bij elkaar staan, of; - op campings, bungalowparken en vakantieaccommodaties; en voor zover dit betreft buiten het veld in de zin van de Flora- en faunawet. Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 3 maart 2015 tot en met 4 maart 2016. Een ontheffing voor een langere periode dan één jaar wijs ik af. Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit. In de bijlage kunt u de relevante wet- en regelgeving lezen. Aanvraag Uw aanvraag betreft het terugplaatsen van verwilderde huiskatten binnen de bebouwde kom of op campings, bungalowparken en vakantieaccommodaties, nadat ze op die plaatsen zijn gevangen en nadat ze zijn gecastreerd. U vraagt een nieuwe ontheffing voor de periode van 3 maart 2015 tot en met 4 maart 2020. 1 Zie hierover jurisprudentie dat is ontwikkeld onder de Jachtwet: Kantongerecht Emmen, 8 maart 1962, NJ 1963, nr. 208 Pagina 1 van 44
Deze periode volgt op de periode van 2 maart 2010 tot en met 2 maart 2015 waarvoor ontheffing is verleend onder nummer FF75/2009/073. Toelichting Overwegingen Voor de overwegingen om de ontheffing toe te kennen verwijs ik gedeeltelijk naar mijn besluit onder nummer: FF/75/2009/073 van 26 januari 2010. Datum 4 maart 2015 Ontheffing voor één jaar Een ontheffing wordt verleend als deze past binnen het gevoerde beleid. Dit beleid gaat uit van de TNR-methode. De afgelopen jaren zijn echter verschillende onderzoeken verschenen over de TNR-methode. Gekeken is onder welke voorwaarden de methode effectief is. Omdat hierover verschillend wordt gedacht door wetenschappers, oriënteert de Staatssecretaris van Economische Zaken zich op de ontwikkeling van nieuw beleid voor de toepassing van de TNR-methode bij verwilderde katten en daarmee op het verlenen van een ontheffing. De staatssecretaris heeft advies gevraagd aan de Raad voor Dierenaangelegenheden. Ik verleen u deze ontheffing daarom uitsluitend als overbrugging, in afwachting van ontwikkeling van nieuw beleid voor de toepassing van de TNR-methode bij verwilderde katten. Ik ben van mening dat een periode van één jaar hierbij passend is. Conclusie Gelet op het bovenstaande verleen ik u ontheffing voor het project: TNRzwerfkatten. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval onze referentie, het briefkenmerk en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt onze referentie en het briefkenmerk in de rechter kantlijn van deze brief. Meer informatie? Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief). Pagina 2 van 4
Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Datum 4 maart 2015 Marco Klaassen De teammanager Vergunningen Pagina 3 van 4
Relevante wet- en regelgeving Flora- en faunawet Flora- en faunawet Artikel 14 1. Het is verboden dieren of eieren van dieren in de vrije natuur uit te zetten. Datum 4 maart 2015 Artikel 15 ( ) 2. Het is verboden zich buiten gebouwen te bevinden met bij algemene maatregel van bestuur aangewezen middelen die geschikt zijn voor het doden of vangen van dieren, of met materialen ter onmiddellijke vervaardiging van die middelen of van de krachtens het eerste lid aangewezen middelen, indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat die middelen of materialen voor het doden of vangen van dieren zullen worden gebruikt. Artikel 16 1. ( ); 2. Het is degene die zich in het veld ophoudt, verboden zich zonder gegronde reden met een fret, een buidel of een kastval te bevinden op gronde, waarop hij niet bevoegd is van die middelen gebruik e maken voor de uitoefening van de jacht of in verband met beheer en bestrijding van schade als bedoeld in artikelen 65, 67 en 68; 3. Een ieder is verplicht te verhinderen dat een dier dat hem toebehoort of onder zijn toezicht staat, in het veld dieren opspoort, doodt, verwondt, vangt of bemachtigd. Besluit vrijstelling Beschermde dier- en plantensoorten Art. 16f Het verbod bedoeld in artikel 15, tweede lid van de Flora- en faunawet geldt niet ten aanzien van het binnen de bebouwde kom vangen van verwilderde katten (felis catus) en verwilderde duiven (Columba livia forma domestica) met vangkooien. Pagina 4 van 4
ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van heer F.C. Dales op 16 januari 2015, namens de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren gelet op artikel 75, lid 3 en 5 van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris van Economische Zaken hierbij aan: Naam: Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren Adres: Scheveningseweg 58 Postcode en woonplaats: 2508 CR DEN HAAG Ontheffing voor het tijdvak van: 4 maart 2015 tot en met 3 maart 2016 Van de verbodsbepaling genoemd in artikel 14, lid 1, van de Flora- en faunawet voor het uitzetten van de verwilderde kat (Felis catus) in de vrije natuur. De ontheffing geldt voor heel Nederland: - binnen de bebouwde kom in de zin van de Flora- en faunawet, dan wel; - buiten de bebouwde kom, binnen een locatie waarbij minimaal tien woningen dicht bij elkaar staan; of, - op campings, bungalowparken en vakantieaccommodaties; en voor zover dit betreft buiten het veld in de zin van de Flora- en faunawet. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1. Het bestuur van de ontheffinghouder dient toe te zien op de strikte naleving van deze ontheffing met de daarin vermelde voorwaarden. 2. De ontheffinghouder dient alle door of namens de Staatssecretaris van Economische Zaken verstrekte of nog te verstrekken aanwijzingen in verband met de uitvoering van deze ontheffing nauwkeurig op te volgen. 3. Voor het verrichten van de in deze ontheffing genoemde handelingen, voor wat betreft artikel 14, lid 1, van de Flora- en faunawet, mogen middels een machtiging gebruik maken van deze ontheffing: - medewerkers van de afdelingen van de ontheffinghouder; - medewerkers van aan deze afdelingen van de NVBD gelieerde dierenasielen en/of gelieerde dierenambulances; - medewerkers van aan de ontheffinghouder gelieerde rechtspersonen; - medewerkers van door de ontheffinghouder erkende asielen. De machtiging vermeldt in ieder geval de volgende gegevens: a) volledige naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de medewerker of vrijwilliger aan wie de machtiging is verleend; b) de handelingen die mogen worden verricht; c) plaats(en) waar de handelingen mogen worden verricht; d) de periode waarvoor de machtiging geldt. 1 van 22
Gemachtigden dragen bij het verrichten van de handelingen waarvoor de ontheffing verleend is de machtiging bij zich. Deze machtiging dient te zijn gehecht aan een kopie van deze ontheffing. De ontheffinghouder en/of gemachtigden dienen tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden de machtiging op eerste vordering te tonen aan een bevoegd controleur of opsporingsambtenaar. 4. Indien de ontheffinghouder de onder voorwaarde 3 genoemde personen machtigt, dan dient de ontheffinghouder op het secretariaat van de ontheffinghouder een registratie van de verleende machtigingen bij te houden die op eerste vordering kan worden getoond aan een bevoegd controleur of opsporingsambtenaar of de registratie ter beschikking te stellen aan de. 5. Aanspreekpunt in het kader van deze ontheffing en de daaruit voortvloeiende voorwaarden is de, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag. 6. Deze ontheffing kan bij het niet of niet voldoende naleven van de voorwaarden worden ingetrokken. 7. De ontheffinghouder of gemachtigden van de ontheffinghouder dienen bij de uitvoering van de werkzaamheden te handelen volgens de beide Gedragscodes van de Dierenbescherming van april 2004: Gedragscode verwilderde katten in bebouwde kom en Gedragscode verwilderde katten in bungalowparken, campings- en vakantieaccommodaties, zoals deze door de ontheffinghouder zijn opgesteld in april 2004 en zijn ingediend bij de aanvraag. 8. Gebruikers van deze ontheffing dienen voor het vangen en uitzetten van de verwilderde katten toestemming te hebben van de grondgebruiker. 9. Op verzoek van de dient de ontheffinghouder alle geregistreerde gegevens met betrekking tot gebruik van deze ontheffing te overleggen. Den Haag, 4 maart 2015 De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen 2 van 22