Inspectierapport PSZ Baselaer (PSZ) Hoefstraat 175 5014NK TILBURG Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Tilburg Datum inspectie: 11-06-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 20-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...7 Inspectie-items...8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Peuterspeelzaal Baselaer is onderdeel van de Kinderstad en is gevestigd in wijkcentrum Baselaer De basisschool is naastgelegen, te bereiken via een doorgaande gang. Bij de peuterspeelzaal worden gedurende 8 dagdelen maximaal 15 kinderen opgevangen door 2 beroepskrachten en een vrijwilligster, die werken volgens het VVE programma Puk en Ko. Tijdens de inspectie van 2012-2013 en 2014 stelt de toezichthouder vast dat nog niet alle beroepskrachten in het bezit zijn van een VVE certificaat. De locatieverantwoordelijke kan aantonen dat alle beroepskrachten momenteel een VVE training volgen. Huidige inspectie. Aan alle getoetste voorwaarden wordt voldaan met de opmerking dat de opleiding van VVE is behaald, het certificaat wordt in Juli 2015 uitgereikt. Tot die tijd is de toezichthouder genoodzaakt het nog niet hebben van de VVE opleiding negatief te beoordelen. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. De gemeente Tilburg gedoogt tot 1 januari 2016 dat 1 van de aanwezige vaste beroepskrachten per groep op een VVE locatie de VVE scholing nog niet heeft afgerond. De andere aanwezige vaste beroepskracht(en) op de groep moet(en) dan wel in het bezit zijn van een VVE certificaat. Tevens gedoogt de gemeente Tilburg tot 1 januari 2016 dat invalkrachten nog niet in het bezit zijn van een VVE certificaat. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. Binnen dit onderdeel zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk wordt het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (GGD GHOR Nederland/ NJI, 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep: ze kennen hen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden. Bijvoorbeeld: de beroepskracht noemt de kinderen voortdurend bij de voornaam. Tevens legt de beroepskracht uit aan de toezichthouder welke kinderen een taalachterstand hebben. De beroepskracht sluit op passende wijze aan op de situatie. Bijvoorbeeld: de beroepskracht gaat mee in het spel waarin de kinderen spelen. De beroepskrachten hebben vanzelfsprekend en gepast lichamelijk contact met kinderen. Bijvoorbeeld: tijdens het fruit eten wil een kind aan de haren van de beroepskracht zitten. De beroepskracht doet het terug bij haar. Doen we samen kriebelen zegt de beroepskracht. Kindje kijkt blij. De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. de beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn. Ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten. Bijvoorbeeld: de beroepskracht kijkt vanuit de kringsituatie terug naar wat er reeds gedaan is aan de opgehangen picto's en blikt vooruit naar hetgeen dat als eerstvolgend komen gaat. De kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots. Bijvoorbeeld: De kinderen moeten lachen als Puk de pop zijn tanden worden gepoetst. Ze vertellen uit eigen ervaring erover. 4 van 11
Persoonlijke competentie Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Bijvoorbeeld: De ruimte heeft verschillende speelhoeken. De beroepskrachten trachten zoveel mogelijk variatie neer te zetten in het teken van het VVE-thema. Zo is er een zandtafel met schelpen, een bad voor de pop, een treinbaan duploblokken etc. De gehele ruimte wordt door de kinderen intensief gebruikt. De beroepskrachten maken het mogelijk dat kinderen privacy zoeken of creëren, in een rustig deel van de groepsruimte. Bijvoorbeeld: Een kind voelt niet zo veilig en mag zijn speentje hebben. als de groepsactiviteiten lastig worden krijgt hij de ruimte. Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Bijvoorbeeld: verschillende kinderen zitten tijdens de observatie in hun fantasie spel. Samen in de auto samen met de strandbal "op vakantie gaan " De kinderen zijn deel van de groep. De beroepskrachten benoemen en waarderen individuele talenten, kwaliteiten en eigenaardigheden. Bijvoorbeeld: het kringgesprek gaat over namen zeggen. Uiteindelijk komt het gesprek over vallen met de fiets. De beroepskrachten haken goed in op de belevingswereld van de kinderen. een kind dat nog moet wennen aan de peuterspeelzaal en zich tot dusver afzijdig heeft gehouden van de groepsmomenten, neemt spontaan deel aan de kring. als deze de kring uitloopt haalt de vrijwilliger hem er weer bij. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast. Beroepskracht legt uit wat er van de kinderen verwacht wordt. Bijvoorbeeld: benoemen van het stukje fruit tijdens het tafelmoment voordat je het in de mond stopt. Kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag. Bijvoorbeeld: op elkaar wachten, elkaar helpen en anderen laten uitpraten. Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen. De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen: ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen. Voorschoolse educatie De peuterspeelzaal is 8 dagdelen per week geopend. Er worden per dagdeel 15 kinderen opgevangen, een aantal kinderen komen 4 dagdelen per week naar de peuterspeelzaal. Er is een opleidingsplan opgesteld. Daarin is de aanvullende scholing van de beroepskrachten De peuterspeelzaal hanteert de methode Puk en Ko. Dit programma is wettelijk erkend. De methode is geïmplementeerd. De beroepskrachten hebben de cursus behaald. De certificaten hiervan worden op 8 Juli 2015 uitgereikt. 5 van 11
De beroepskrachten geven aan dat, als een kind 2 maanden op de peuterspeelzaal zit er een huisbezoek volgt om te bespreken hoe het gaat. dit is mogelijk middels subsidie. De meerwaarde wordt wel degelijk gezien en helpt bij de verdere begeleiding van het kind op de speelzaal. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties 6 van 11
Personeel en groepen Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn zowel de beroepskrachten als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag en beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een verklaring omtrent het gedrag, die voldoen aan de wettelijke eisen. Passende beroepskwalificatie De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Peuterspeelzaal Baselaer heeft één groep, die opvang biedt aan maximaal 15 kinderen. Tijdens de inspectie waren er 13 kinderen aanwezig die begeleid werden door twee beroepskrachten, één vrijwilliger en één stagiaire. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten én een steekproef in de praktijk. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Vrijwilligersbeleid Presentielijsten Personeelsrooster 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit 8 van 11
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : PSZ Baselaer Website : http://www.sbkinderopvang.nl Aantal kindplaatsen : 15 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Peuterspeelzalen Tilburg B.V. Adres houder : Postbus 769 Postcode en plaats : 5000AT TILBURG KvK nummer : 18077079 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA TILBURG Telefoonnummer : 073-6404515 Onderzoek uitgevoerd door : S van der Velden Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Tilburg Adres : Postbus 90155 Postcode en plaats : 5000LH TILBURG Planning Datum inspectie : 11-06-2015 Opstellen concept inspectierapport : 07-07-2015 Vaststelling inspectierapport : 20-07-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 21-07-2015 Verzenden inspectierapport naar : 21-07-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 11-08-2015 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder stemt in met het ontwerprapport. Een zienswijze is hier niet van toepassing. 11 van 11