BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Nanogam 50 mg/ml oplossing voor infusie Humaan normaal immunoglobuline

Vergelijkbare documenten
BIJLAGE IIIB BIJSLUITER

Bijsluiter. NANOGAM 50 mg/ml oplossing voor intraveneuze infusie. 1. Wat is Nanogam en waarvoor wordt het gebruikt?

GAMMAGARD S/D Bijsluiter 1/6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

Megalotect, infusievloeistof 50E/ml Humaan cytomegalovirus immunoglobuline voor intraveneuze toediening

ANTITROMBINE III CONCENTRAAT BAXALTA 500 IE en 1000 IE Bijsluiter 1/4

HEPATECT CP 50 IE/ml oplossing voor infusie Humaan hepatitis B-immunoglobuline voor intraveneuze toediening

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. HEPATECT CP 50 IE/ml oplossing voor infusie Humaan hepatitis B-immunoglobuline

INTRATECT 100 g /l, oplossing voor infusie

BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Intratect 50 g/l oplossing voor infusie Humane normale immunoglobuline (IVIg)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Hepatect CP 50 IE/ml oplossing voor infusie Humaan hepatitis B-immunoglobuline voor intraveneuze toediening

Hepatect CP 50 IE/ml oplossing voor intraveneuze infusie

BIJSLUITER. SdV/PIL/ Pagina 1 van 8

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

BIJSLUITER. Prolastin schoon.doc 1

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

GAMMANORM 165 mg/ml oplossing voor injectie. Humaan normaal immunoglobuline

BIJSLUITER Atosiban Devrimed 6,75 mg/0,9 ml

Package Leaflet / 1 van 5

SUBCUVIA Bijsluiter 1/8 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Calcitonine-Sandoz 100 IE/ml, oplossing voor injectie en infusie Calcitonine (zalm, synthetisch)

Flexbumin 200 g/l Bijsluiter 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Flexbumin 200 g/l, oplossing voor infusie Humane albumine

Gamunex 10% Oplossing voor intraveneuze infusie Werkzaam bestanddeel: humaan normaal immunoglobuline G

Nanogam. Immunoglobulinen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Loratadine 10 PCH, tabletten Loratadine

Kruidvat Hoestdrank Noscapine HCl 1 mg/ml, stroop Noscapine

1. WAT IS GAMMAQUIN EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT

Package leaflet / 1 van 5

ROTER NOSCAPECT 1 MG/ML stroop

NOSCAPINE HCl APOTEX 1 mg/ml, stroop Noscapine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Humaan hepatitis B-immunoglobuline voor intraveneuze toediening

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, stroop noscapine

MULTIGAM 5% oplossing voor infusie Humane normale immunoglobuline (IVIg)

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Indocollyre Unidose 1 mg/ml, oogdruppels, oplossing Indometacine

SUBCUVIA Bijsluiter 1/9 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS

NOSCAPINE HCL 1=1 PCH, stroop 1 mg/ml Noscapine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. fexofenadinehydrochloride

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, drank noscapinehydrochloride

BIJSLUITER. Pagina 1 van 5

RVG / Version 2017_06 Page 1 of 5. ETHYMAL 125 mg, capsules, zacht ETHYMAL 250 mg, capsules, zacht Ethosuximide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Omniplasma mg/ml oplossing voor infusie Humane plasmaproteïnen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

ETHYMAL 250 mg / 4 ml, siroop Ethosuximide

Package leaflet / 1 van 5

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Paracetamol Sandoz 500 mg, tabletten. Paracetamol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

GAMMANORM 165 mg/ml, oplossing voor injectie. Humaan normaal immunoglobuline

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2014_04 Page 1 of 5. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

FH/PL/ BIJSLUITER

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

Pulmolast 1000 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie

Boots Pharmaceuticals Hoestdrank Noscapine HCl 1 mg/ml, stroop noscapine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. paracetamol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Paracetamol Genmed 500 mg tabletten (paracetamol)

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Cyklokapron, oplossing voor injectie 100 mg/ml. Tranexaminezuur

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Glucose 5% g/v, oplossing voor infusie Glucosemonohydraat

BIJSLUITER. Tradename: Prolastin Feb 2016 Page 14 of 21

Package Leaflet

BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER S

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Paracetamol Sandoz 500 mg, tabletten. Paracetamol

Trasylol bijsluiter Pagina 1 van 6 BIJSLUITER

1. Wat is Urfadyn PL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. ditekibooster,suspensie voor injectie in voorgevulde spuit

Vicks Hoestdrank noscapinehydrochloride 1 mg/ml, drank noscapinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Gentamicine-POS 3mg/ml, oogdruppels, oplossing. Gentamicinesulfaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Chlooramfenicol-POS 1 %, oogzalf 10 mg/g. Werkzame stof: Chlooramfenicol

2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN?

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Loperamide EG 2 mg capsules, hard. Loperamidehydrochloride

BIJSLUITER. pagina 1 Bisolnex 1705

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Betaserc, tabletten 8 of 16 mg. Betahistine dihydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Octagam 10%, oplossing voor infusie Humane normale immunoglobuline (IVIg)

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. RXT amylmetacresol dichloorbenzylalcohol 0,6/1,2 mg keelpijntabletten honing & citroen zuigtabletten

Package leaflet

BECLOMETASON NEVEL APOTEX 50, NEUSSPRAY SUSPENSIE 50 MICROGRAM/DOSIS RVG 28086= Version 2016_06 Page 1 of 6

Broomhexine HCl Teva 8 mg, tabletten broomhexine

Ketoconazol shampoo 20 mg/g PCH ketoconazol

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Neurobion 100 mg 100 mg 1 mg / 3 ml oplossing voor injectie Vitaminen B 1 + B 6 + B 12

Broomhexine HCl 8 PCH, tabletten 8 mg broomhexine

Package leaflet

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Neoclarityn 5 mg filmomhulde tabletten desloratadine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. TOBREX oogzalf 3 mg/g. Tobramycine

Macrogol en electrolyten 13,7 g Teva, poeder voor drank

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Pneumovax 23 flacon, oplossing voor injectie Pneumokokkenpolysacharidevaccin

BIJSLUITER. BIbv pagina 1 van 7 Mucoangin Citroen zuigtabletten sva 1503

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Clindamycine lotion 10 mg/ml FNA, oplossing voor cutaan gebruik Clindamycine hydrochloride hydraat

Foliumzuur PCH 0,5 mg, tabletten foliumzuur

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Ofloxacine Stulln 3 mg/ml oogdruppels, oplossing Ofloxacine

BIJSLUITER. BIbv pagina 1 van 5 Persantin Retard 150, PIL 1506

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

CHOLECALCIFEROL MYLAN 800 IE, TABLETTEN

BIJSLUITER. VITAMINE A IE/ml drank (waterig)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Haemocomplettan P 20 mg/ml Poeder voor oplossing voor injectie/infusie Humaan fibrinogeen

Transcriptie:

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Nanogam 50 mg/ml oplossing voor infusie Humaan normaal immunoglobuline Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Inhoud van deze bijsluiter: 1. Wat is Nanogam en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. Wat is Nanogam en waarvoor wordt dit middel gebruikt? Nanogam is een infuusoplossing die het menselijk eiwit immunoglobuline bevat. Immunoglobulinen zijn antilichamen; dit zijn normale bestanddelen van het menselijk bloed die u beschermen tegen infecties. Nanogam wordt gebruikt om de hoeveelheid antilichamen in uw bloed te verhogen als u te weinig antilichamen hebt is of als u extra antilichamen nodig hebt voor de behandeling van bepaalde ziekten. Antilichamen kunnen ook toegediend worden als het immuunsysteem niet goed functioneert. Nanogam wordt gebruikt voor: Substitutietherapie (behandeling van patiënten die niet voldoende antilichamen hebben) bij volwassenen, en kinderen en adolescenten (0-18 jaar) in geval van: - Primaire immunodeficiëntiesyndromen (ziekten die worden veroorzaakt door een erfelijke afwijking van het afweersysteem) met beperkte productie van antilichamen. - Hypogammaglobulinemie (totaal of gedeeltelijk ontbreken van de afweerreacties tegen infecties, veroorzaakt door een totaal of gedeeltelijk gebrek aan antilichamen) en steeds terugkerende bacteriële infecties bij patiënten met chronische lymfatische leukemie (kwaadaardige bloedziekte) bij wie profylactische antibiotica niet zijn aangeslagen. - Hypogammaglobulinemie en steeds terugkerende bacteriële infecties bij patiënten met multipel myeloom (kwaadaardige beenmergtumor) die in de plateaufase verkeren en die niet reageren op vaccinatie tegen pneumokokken. - Hypogammaglobulinemie bij patiënten na allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT). - Aangeboren AIDS met steeds terugkerende bacteriële infecties. 1/9

Immunomodulatie (beïnvloeding van een gewijzigd afweersysteem) bij volwassenen, en kinderen en adolescenten (0-18 jaar) bij: - Primaire immune trombocytopenie (ITP, een bloedingsziekte die veroorzaakt wordt door een tekort aan bloedplaatjes) bij patiënten met een verhoogde kans op bloedingen of voor het corrigeren van het aantal bloedplaatjes voorafgaand aan een operatie. - Syndroom van Guillain Barré (een ziekte met onbekende oorzaak waarbij ernstige spierverlamming in de ledematen optreedt) - Ziekte van Kawasaki (een zeer zeldzame ziekte bij kinderen met afwijkingen aan de huid, de slijmvliezen, bloedvaten in de hersenen en kransslagaders). 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? Wanneer mag u dit middel niet gebruiken? - als u allergisch (overgevoelig) bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. - als u lijdt aan immunoglobuline A (IgA)-deficiëntie met antilichamen tegen IgA. Nanogam bevat kleine hoeveelheden IgA die een allergische reactie kunnen veroorzaken. Bij een allergische reactie moet de toediening van Nanogam direct worden stopgezet. Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel? Tijdens het infuus wordt u zorgvuldig geobserveerd om te zien of er bijwerkingen (ongewenste reacties) optreden. Bepaalde bijwerkingen kunnen optreden door een te hoge infusiesnelheid; de arts moet controleren of de infusiesnelheid geschikt voor u is. Als u tijdens het infuus een reactie krijgt, waarschuw dan direct de arts. De arts zal dan beslissen of het infuus moet worden stopgezet. Bepaalde bijwerkingen kunnen vaker voorkomen: - bij hoge infusiesnelheid - als u lijdt aan hypo- of agammaglobulinemie (een totaal of gedeeltelijk gebrek aan antilichamen) met of zonder IgA-deficiëntie - als u voor het eerst behandeld wordt met Nanogam - in zeldzame gevallen, als het humane normale immunoglobulineproduct wordt vervangen door een ander product of als de vorige behandeling lange tijd geleden heeft plaatsgevonden. Risicofactoren tijdens behandeling met Nanogam Informeer uw arts als een van de volgende factoren op u van toepassing is, want dit kunnen risicofactoren zijn tijdens de behandeling met Nanogam. Informeer uw arts met name bij: - nierinsufficiëntie (als uw nieren niet goed werken) - gebruik van nefrotoxische geneesmiddelen (geneesmiddelen die schadelijk zijn voor de nieren) - suikerziekte (abnormaal hoge glucosewaarden in het bloed) - een voorgeschiedenis van vaatziekten of trombose (vorming van een bloedstolsel in een bloedvat) - hoge bloeddruk - overgewicht - ziekten die de viscositeit (dikte) van het bloed verhogen - hypovolemie (afname van de circulerende hoeveelheid bloed) - hogere leeftijd (boven 65 jaar). 2/9

Tijdens het gebruik van Nanogam moet gezorgd worden voor - voldoende vochtinname vóór het infuus met Nanogam - controle van de urineproductie - controle van het serumcreatininegehalte in het bloed (hiermee kan men zien of de nieren goed werken) - vermijding van het gelijktijdig gebruik van lisdiuretica (een bepaald soort plaspillen ). Effecten op de uitslagen van bloedonderzoek Als er bij u bloedonderzoek wordt gedaan, vertel dan uw arts dat u Nanogam gebruikt, want Nanogam bevat antilichamen waardoor de uitslagen van tests op antilichamen misleidend positief kunnen zijn. Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? Nanogam mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen. Gebruikt u naast Nanogam nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Vaccinatie Vertel het uw arts als u van plan bent om een inenting te laten doen. Nanogam kan de werkzaamheid verzwakken van vaccins zoals mazelen, rode hond, bof en waterpokken. Na gebruik van Nanogam moet u minstens drie maanden wachten voordat u met een van deze vaccins kunt worden ingeënt. Bij mazelen kan de verzwakte werkzaamheid tot één jaar aanhouden. Waarop moet u letten met eten en drinken? Voorafgaand aan het infuus met Nanogam moet u voldoende drinken. Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid Uit klinische ervaring met immunoglobulinen blijkt dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn voor de vruchtbaarheid. De veiligheid van Nanogam is niet onderzocht bij zwangere vrouwen. Voorzichtigheid is dus geboden bij zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. Uit klinische ervaring met immunoglobulinen blijkt dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn voor het verloop van de zwangerschap en ook niet voor de foetus (ongeboren kind) of de pasgeborene. Immunoglobulinen worden uitgescheiden in moedermelk en kunnen wellicht een bijdrage leveren aan de overdracht van beschermende antistoffen naar de pasgeborene. Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel gebruikt. 3/9

Rijvaardigheid en het gebruik van machines Het vermogen om auto te rijden en machines te bedienen kan worden beperkt door sommige bijwerkingen die ontstaan bij gebruik van Nanogam. Patiënten die tijdens de behandeling last krijgen van bijwerkingen, moeten wachten totdat deze bijwerkingen wegtrekken voordat zij gaan autorijden of een machine bedienen. Belangrijke informatie over enkele stoffen in Nanogam Nanogam bevat glucose 50 mg/ml (5%). Houd er rekening mee dat dit uw bloedsuikerspiegel kan verhogen. Als u suikerziekte hebt, beslist uw arts of het nodig is om uw bloedsuikerspiegel te controleren en/of insuline te geven, vooral als u hoge doses Nanogam gebruikt. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Bij geneesmiddelen die gemaakt zijn van menselijk bloed of plasma moeten bepaalde maatregelen genomen worden om te voorkomen dat infecties worden overgedragen op de patiënt. Deze maatregelen zijn onder andere een zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren om donoren die mogelijk drager zijn van infecties uit te sluiten, en het controleren van elke donatie of plasmapool op virussen of andere infecties. Bij de bereiding van deze producten worden ook maatregelen genomen om virussen te inactiveren of te verwijderen. Ondanks deze maatregelen kan bij toediening van geneesmiddelen die uit menselijk bloed of plasma bereid zijn de kans op overdracht van infecties niet volledig uitgesloten worden. Dit geldt ook voor onbekende of opkomende virussen of andere ziekteverwekkers. De genomen maatregelen zijn effectief tegen omhulde virussen zoals het humaan immunodeficiëntievirus (hiv), hepatitis B-virus en hepatitis C-virus en voor de niet-omhulde virussen zoals hepatitis A-virus en parvovirus B19. Immunoglobulinen houden geen verband met hepatitis A- of parvovirus B19-infecties, mogelijk omdat het product antilichamen bevat die tegen deze infecties beschermen. Controle van het partijnummer: Het wordt dringend aangeraden om de naam en het partijnummer van het product te noteren bij elke toediening van Nanogam om bij te houden welke partijen worden gebruikt. 3. Hoe gebruikt u dit middel? Nanogam wordt toegediend door een arts of verpleegkundige. Nanogam kan ook door uzelf worden toegediend als dat is toegestaan in uw land en als u voldoende instructies hebt gekregen. Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Voor het gebruik moet Nanogam op kamer- of lichaamstemperatuur gebracht worden. Begin de intraveneuze toediening van Nanogam zo snel mogelijk na het aanprikken van de stop. De oplossing moet helder of licht opalescent zijn. Gebruik de oplossing niet als deze troebel is of een neerslag heeft. Gooi ongebruikte oplossing weg. 4/9

Dosering en toediening Nanogam is bedoeld voor toediening per infuus in een ader. De dosering hangt af van uw toestand en uw lichaamsgewicht. Als u Nanogam zelf toedient, zal uw arts u vertellen wat de dosering is en hoe snel het infuus moet lopen. Heeft u te veel van dit middel gebruikt? Overdosering kan leiden tot overvulling en hyperviscositeit (dikker worden van het bloed). Wanneer u te veel Nanogam heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Bent u vergeten dit middel te gebruiken? Neem direct contact op met uw arts en volg zijn/haar aanwijzingen. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als u stopt met het gebruik van dit middel Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts. 4. Mogelijke bijwerkingen Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald) - braken - arthralgia (gewrichtspijn) - matig ernstige, lage rugpijn. Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 infusies): - hoofdpijn - algemeen onwel, ziek gevoel (malaise) - koude rillingen - verhoging van de lichaamstemperatuur Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 infusies): - huiduitslag - jeuk (pruritis) - huiduitslag met hevige jeuk en bultjes (netelroos, galbulten) - roodheid van de huid (erytheem) - ademhalingsmoeilijkheden (dyspneu) - overgevoeligheid - duizeligheid - vermoeidheid - zweten - koorts - griep-achtige verschijnselen - rugpijn 5/9

- nekpijn - spierpijn (myalgia) - diarree - misselijkheid - verhoogde hartslag (tachycardia) - verlaagde bloeddruk (hypotension) Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1000 infusies): - een plotselinge verlaging van de bloeddruk en, in enkele gevallen, een ernstige allergische reactie (anafylactische shock), zelfs als u bij eerdere toediening geen overgevoeligheidsreacties gehad heeft - reversibele aseptische meningitis (voorbijgaande hersenvliesontsteking zonder infectie) - reversibele hemolytische anemie / hemolyse (voorbijgaande vernietiging van rode bloedlichaampjes) - verhoging van de serumcreatinineconcentratie in het bloed en/of plotseling nierfalen. Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 infusies): - trombo-embolische reacties zoals hartinfarct, beroerte, longembolie of diepe trombose in een ader (verstopping van de bloedvaten). Het melden van bijwerkingen Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Website: www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel. 5. Hoe bewaart u dit middel? Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. Bewaren in de koelkast (2 C - 8 C). Niet in de vriezer bewaren. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht. Nanogam kan zes maanden lang bewaard worden bij een temperatuur van 25 C of lager, zonder dat de werkzaamheid verloren gaat, bijvoorbeeld als u op reis gaat. De datum waarop het product op kamertemperatuur wordt gebracht, moet op de verpakking genoteerd worden. Als het product zes maanden bij kamertemperatuur is bewaard en niet is gebruikt, moet het worden weggegooid. Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket en de doos na EXP. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum. 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie Welke stoffen zitten er in dit middel? - De werkzame stof in dit middel is humaan normaal immunoglobuline voor intraveneuze toediening. Elke ml bevat 50 mg immunoglobuline, waarvan ten minste 95% immunoglobuline G (IgG) is. - De andere stoffen in dit middel zijn glucose en water voor injecties. 6/9

Hoe ziet Nanogam eruit en hoeveel zit er in een verpakking? Nanogam is een infuusoplossing. De oplossing is helder of licht opalescent (bijna doorschijnend), kleurloos of lichtgeel. Nanogam wordt geleverd in de volgende verpakkingsgrootten: 20 ml oplossing in een flacon, bevat 1 g humaan normaal immunoglobuline, 50 ml oplossing in een flacon, bevat 2,5 g humaan normaal immunoglobuline, 100 ml oplossing in een flacon, bevat 5 g humaan normaal immunoglobuline, 200 ml oplossing in een flacon, bevat 10 g humaan normaal immunoglobuline, 400 ml oplossing in een flacon, bevat 20 g humaan normaal immunoglobuline. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de Vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Sanquin Plasma Products B.V. Plesmanlaan 125 NL-1066 CX Amsterdam Nederland Tel: +31 20 512 3355 In het register ingeschreven onder: RVG 31627. Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen: Finland, Nederland, België, Denemarken, Luxemburg, Verenigd Koninkrijk, IJsland Nanogam 50mg/ml Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in augustus 2016. De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Dosering en wijze van toediening Nanogam is alleen bedoeld voor intraveneuze toediening. Start de intraveneuze toediening van Nanogam zo snel mogelijk na het aanprikken van de stop. Als het product niet direct gebruikt wordt, zijn de bewaartijden en de bewaarcondities na het aanprikken voor verantwoordelijkheid van de gebruiker. De bewaartijd na het aanprikken is doorgaans niet langer dan 24 uur bij 2 C 8 C, tenzij het aanprikken van de stop heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden. Als u grote hoeveelheden Nanogam nodig heeft, kan de inhoud van een aantal injectieflacons worden overgebracht in een ethylvinylacetaatzak (Clintec EVA-zak voor parenterale voeding, Baxter, CE0123). Er kan maximaal 800 ml Nanogam naar een dergelijke zak worden overgebracht middels een aseptische techniek. Om redenen van microbiologische aard moet het infuus zo spoedig 7/9

mogelijk na het overbrengen van Nanogam in de EVA-zak worden gestart, maar niet langer dan 3 uur na het overbrengen. De dosering en het doseringsschema zijn afhankelijk van de indicatie. Nanogam wordt toegediend in een intraveneus infuus onder gecontroleerde omstandigheden met een startsnelheid van 0,5 ml/kg/uur gedurende 20 minuten. Bij een goede tolerantie kan de snelheid van toediening geleidelijk worden opgevoerd tot 1,0 ml/kg/uur gedurende 20 minuten; daarna kan de snelheid worden verhoogd tot maximaal 3,0 ml/kg/uur bij patiënten die het middel voor de eerste maal gebruiken. Bij volwassen patiënten die regelmatig Nanogam toegediend krijgen en het goed verdragen, kan de infusiesnelheid verhoogd worden tot maximaal 7,0 ml/kg/uur. De dosering en het doseringsschema zijn afhankelijk van de indicatie.bij substitutietherapie kan de dosering voor iedere patiënt geïndividualiseerd worden op geleide van de farmacokinetische en klinische respons. De volgende doseringsschema s zijn bedoeld als richtlijn. De aanbevolen doseringen zijn samengevat in de volgende tabel: Indicatie Dosis Toedieningsfrequentie SUBSTITUTIETHERAPIE Primaire immunodeficiëntiesyndromen met beperkte productie van antilichamen Substitutietherapie bij secundaire immunodeficiëntie Hypogammaglobulinemie en steeds terugkerende bacteriële infecties bij patiënten met chronische lymfatische leukemie, bij wie profylactische antibiotica niet zijn aangeslagen Hypogammaglobulinemie en steeds terugkerende bacteriële infecties bij patiënten met multipel myeloom die in de plateaufase verkeren en die niet reageren op vaccinatie tegen pneumokokken Hypogammaglobulinemie (< 4 g/l) bij patiënten na allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) Aangeboren AIDS met terugkerende bacteriële infecties IMMUNOMODULATIE Primaire immune trombocytopenie bij patiënten met een verhoogde kans op bloedingen of voor het corrigeren van het aantal bloedplaatjes voorafgaand aan een operatie - aanvangsdosis: 0,4-0,8 g/kg - daarna: 0,2-0,8 g/kg om de 3-4 weken om een IgGdalspiegel te bereiken van tenminste 5-6 g/liter 0,2-0,4 g/kg om de 3-4 weken 0,2-0,4 g/kg om de 3-4 weken om een IgGdalspiegel te bereiken van tenminste 5-6 g/liter 0,2-0,4 g/kg om de 3-4 weken om een IgGdalspiegel te bereiken van tenminste 5-6 g/liter 0,2-0,4 g/kg om de 3-4 weken om een IgGdalspiegel te bereiken van meer dan 5 g/liter 0,2-0,4 g/kg om de 3-4 weken 0,8-1,0 g/kg. of op dag 1, eventueel eenmaal te herhalen binnen 3 dagen 8/9

0,4 g/kg/dag gedurende 2-5 dagen Syndroom van Guillain Barré 0,4 g/kg/dag gedurende 5 dagen Ziekte van Kawasaki 1,6 2,0 g/kg of Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen in een aantal doses gedurende 2 tot 5 dagen, in combinatie met acetylsalicylzuur 2,0 g/kg in één dosis in combinatie met acetylsalicylzuur Het wordt dringend aangeraden om de naam en het partijnummer bij iedere toediening van Nanogam te noteren om bij te houden welke partijen worden gebruikt. Gevallen van onverenigbaarheid Nanogam mag niet met andere geneesmiddelen worden gecombineerd. Instructies voor het gebruik en verwijderen Voor het gebruik moet Nanogam op kamer- of lichaamstemperatuur gebracht worden. De oplossing moet helder of licht opalescent zijn. Gebruik de oplossing niet als deze troebel is of een neerslag heeft. Gooi ongebruikte oplossing weg. 9/9