SS INFOBROCHURE SECUNDAIR ONDERWIJS TWEEDE GRAAD
VAN DE EERSTE NAAR DE TWEEDE GRAAD Op het einde van dit schooljaar behaal je het getuigschrift van de eerste graad in het secundair onderwijs. Volgend jaar ga je naar de tweede graad. Nu moet je voor het eerst een studierichting kiezen. Dit is een belangrijke keuze, want elke studierichting heeft eigen mogelijkheden en beperkingen. Maar deze keuze bepaalt nog niet volledig je verdere studies of beroep. Die beslissing mag je nog even uitstellen. Daarom is het studiepakket in de tweede graad nog opgebouwd op een aantal gemeenschappelijke vakken: de basisvorming. Om goed te kiezen moet je over zoveel mogelijk informatie beschikken. Met deze brochure willen we je helpen om voor jezelf de studierichting te kiezen waarin jij je aanleg en interesse het best kan ontplooien. Door te kiezen voor een studierichting kies je meteen ook voor een onderwijsvorm. In onze school zijn twee onderwijsvormen aanwezig: het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) en het Technisch Secundair Onderwijs (TSO). Ook hierover vind je informatie in deze brochure. Je staat er gelukkig niet alleen voor bij je keuze. Je ouders, je leraars, de directie en de CLB-medewerkers zullen je hierbij graag helpen. Je ouders zullen in dit boekje ook heel wat nuttige informatie vinden. Je kunt een CLB-medewerker aanspreken op school tijdens de permanentie of tijdens een infoavond. Een telefonische afspraak maken kan via het nummer 02 512 30 05 (Centrum voor Leerlingenbegeleiding Brussel). De contactpersonen van het CLB voor onze school zijn Nele Tronckoe en Peter Beyens. Kiezen doe je niet overhaast. Het is een groeiproces waarbij we je graag begeleiden. De directie De leraars en opvoeders De CLB-medewerkers
STAPPEN IN STUDIEKEUZE 1 Je leraars stellen je de studierichtingen voor die wij aanbieden en geven er een woordje uitleg bij. Zij beantwoorden zo goed mogelijk je vragen. Ook het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) kan nog extra uitleg geven. 2 Je krijgt ook deze brochure. Je kunt die samen met je ouders lezen en samen bespreken. Indien nodig kun je nog uitleg vragen aan de klassenleraar. 3 Je krijgt een vragenlijst en je ouders krijgen er ook een. Die vragenlijsten helpen jou en je ouders om een voorlopige keuze te maken. 4 De klassenraad, die is samengesteld uit je leraars, de directeur en een CLB-medewerker, bespreekt deze voorlopige keuze. Het resultaat van deze bespreking krijg je schriftelijk in een voorlopig advies. 5 Als je voorlopige keuze niet overeenstemt met het advies van de klassenraad wordt dit besproken op het individuele oudercontact in mei. 6 Tijdens de deliberatie (eind juni) bekijkt de voltallige klassenraad je voorlopige keuze opnieuw en formuleert dan een definitief advies. Dit wordt je samen met je rapport schriftelijk meegedeeld. 7 Op het einde van het schooljaar vul je samen met je ouders een definitief keuzeformulier in: je geeft het ten laatste op 29 juni af. Dit is heel belangrijk, omdat het dient als bewijs van inschrijving voor het volgend schooljaar! Schrijf je te laat in dan kan je je plaats verliezen als de klas ondertussen volzet is.
DE JUISTE RICHTING KIEZEN W E L K E R I C H T I N G K I E S J E? Vanuit de basisoptie die je volgde in het 2e jaar en na de uitleg in de klas en het lezen van de beschrijving van enkele kenmerkende vakken ben je hopelijk al iets wijzer geworden... Alle studierichtingen worden nog eens uitvoerig toegelicht op de infoavond. W E L K E O V E R G A N G E N Z I J N M O G E L I J K N A H E T 2 e L E E R J A A R V A N D E E E R S T E G R A A D? Na Grieks-Latijn zijn alle studierichtingen van de 2de graad mogelijk. Na Latijn: alle studierichtingen, behalve die waarin Grieks voorkomt. Na Moderne Wetenschappen zijn alle richtingen zonder Latijn of Grieks mogelijk. Alle richtingen in TSO, KSO en BSO zijn mogelijk. Wie hierover uitleg wenst, gaat best te rade bij de CLB-medewerkers. V A N R I C H T I N G V E R A N D E R E N N A H E T E E R S T E L E E R J A A R V A N D E T W E E D E G R A A D? Het is zeker niet aangeraden om na het derde jaar van studierichting te veranderen. Maar soms is dit wel noodzakelijk als blijkt dat de keuze die je gemaakt hebt niet de beste is voor jou. Als de klassenraad je adviseert om over te schakelen dan moet je in sommige gevallen één of meer vakken tijdens de vakantie bijwerken. Dat komt omdat dit vak in de richting die je eerst volgde niet voorkomt (bv. dactylo, chemie, gedrags- of cultuurwetenschappen, Duits...) ofwel omdat dit vak in de nieuw gekozen richting meer uren telt. Je krijgt hierover in elk geval duidelijke instructies.
eerste graad tweede graad derde graad vierde graad OPBOUW SECUNDAIR ONDERWIJS Schematisch ziet de opbouw van het secundair onderwijs er als volgt uit: BSO derde leerjaar tweede leerjaar eerste leerjaar ASO TSO KSO BSO voorbereidend jaar HO specialisatiejaar voorbereidend jaar HO specialisatiejaar derde leerjaar tweede leerjaar tweede leerjaar tweede leerjaar tweede leerjaar eerste leerjaar eerste leerjaar eerste leerjaar eerste leerjaar ASO TSO KSO BSO vervolmakingsjaar tweede leerjaar tweede leerjaar tweede leerjaar tweede leerjaar eerste leerjaar eerste leerjaar eerste leerjaar eerste leerjaar A-stroom B-stroom tweede leerjaar beroepsvoorbereidend leerjaar eerste leerjaar A eerste leerjaar B
STUDIEAANBOD MATER DEI ASO Economie-Moderne Talen Economie-Wiskunde Grieks-Wiskunde Humane Wetenschappen Latijn-Moderne Talen Latijn-Wetenschappen Latijn-Wiskunde Moderne Talen-Wetenschappen Wetenschappen-Wiskunde ASO Economie (met versterking Moderne Talen of Wiskunde) Grieks (met versterking Wetenschappen-Wiskunde) Humane wetenschappen Latijn (met versterking Moderne Talen of Wetenschappen- Wiskunde) Tweede leerjaar Grieks-Latijn Handel Latijn Wetenschappen Moderne Wetenschappen Eerste leerjaar Ofwel 4 lestijden Klassieke Studiën Derde graad Tweede graad Eerste graad TSO Handel Secretariaat-Talen TSO Handel Handel-Talen Ofwel 2 lestijden Nederlands+/Frans+ + 1 lestijd ondersteuning wiskunde en Nederlands
STUDIERICHTINGEN IN DE TWEEDE GRAAD ASO In de tweede graad ASO zijn zes studierichtingen mogelijk. Het Mater Dei-Instituut biedt het volgende gamma aan: Grieks Latijn Economie Humane wetenschappen Wetenschappen De richting Grieks-Latijn wordt op het Mater Dei-Instituut niet aangeboden. Voor de Brusselse scholen heeft het lessenrooster voor ASO een eigen invulling gekregen met de mogelijkheid om de taalvaardigheid extra te benadrukken. Zo krijg je in het derde jaar net als in de eerste graad een extra uurtje Nederlands+ of Frans+ waarin je in kleine groepen kan schaven aan basisvaardigheden die je zeker nodig hebt in het vierde jaar en de derde graad. De basisvorming telt 25 uren en wordt door iedereen gevolgd. Het gaat hier om vakken zoals godsdienst, aardrijkskunde of geschiedenis. Het specifieke gedeelte bestaat uit het vak of de vakken die het karakteristieke van de studierichting bepalen. Soms zijn het vakken die specifiek zijn voor de richting. Zij bepalen de naam van de richting. Het kan ook gaan om vakken die tot de basisvorming behoren maar die een hoger aantal lestijden krijgen (dan in andere richtingen) zodat die vorming versterkt wordt. De vakken uit het complementair gedeelte kunnen een belangrijke aanvulling zijn van de basisvorming en/of het specifiek gedeelte van een studierichting. Deze complementaire uren worden als volwaardige lesuren behandeld en maken deel uit van het gewone evaluatieproces. Versterking Wiskunde In de tweede graad ASO hebben alle richtingen minimum 4 uur wiskunde. De richtingen met 5 uur of 4+1 uur wiskunde zijn op de eerste plaats geschikt voor leerlingen met een uitgesproken aanleg voor wiskunde en wetenschappen en voor wie in de derde graad een uitgebreid pakket wiskunde wenst te kiezen. Leerlingen die in de tweede graad een richting kiezen met 4 uur wiskunde, kunnen mits een extra inspanning en een goede wiskundige begaafdheid eveneens aansluiten bij de richtingen met sterkere wiskunde in de derde graad. In geval van twijfel kun je best eens met de wiskundeleraar praten.
Versterking Moderne Talen De richtingen Latijn, economie en wetenschappen worden aangeboden met een versterking Moderne Talen. Je krijgt dan drie uur Engels (in plaats van twee) én een uur Duits (in plaats van geen). Duits wordt als derde vreemde taal zoals Frans en Engels op een communicatieve manier onderwezen: d.w.z. dat je leert luisteren, lezen, spreken en schrijven. Je begint natuurlijk met eenvoudige situaties maar vrij vlug leer je je vooral mondeling vlot uitdrukken. Je leert ook eenvoudig geschreven en gesproken teksten lezen en verstaan. Versterking Wetenschappen In de richtingen Grieks en Latijn kan je kiezen voor versterking wetenschappen. Dat betekent dat je, naast 5 uur wiskunde, een uur extra fysica krijgt. Op die manier maak je misschien makkelijker de overgang naar een wetenschappelijke richting in de derde graad. Er blijft wel nog een verschil met de richting Wetenschappen in de tweede graad: daar krijg je naast twee uur fysica ook twee uur biologie en chemie. Het vak informatica Dit vak is een inleiding op de wetenschap van de computer. - Je maakt er eerst kennis met de computerconfiguratie en met netwerken. - Je leert vervolgens de basisvaardigheden nodig om noden en problemen op te lossen met behulp van veel gebruikte computerprogramma's: tekstverwerking, rekenblad, gegevensbeheer, presentaties, communicatie met de buitenwereld via e-mail en via het internet. - Je krijgt ook een voorsmaakje van programmeren en dit in de vorm van algoritmen of technische redeneermethodes zoals die gebruikt worden bij computerprogramma's. - Ten slotte leer je in deze lessen ook oordelen over de mogelijkheden en de beperkingen van de informatica en krijg je meer inzicht in het maatschappelijk belang van de hedendaagse informatie- en communicatietechnologie. Je leert werken met een actief leerplatform om te communiceren, uploaden en downloaden van bestanden, het digitaal indienen van gemaakte taken, geven en ontvangen van feedback in de Smartschoolomgeving. Op de volgende bladzijden overlopen we de richtingen die we aanbieden met focus op het specifieke gedeelte. Met andere woorden: wat zijn de richtingsvakken en wat houden ze in?
GRIEKS EN LATIJN GRIEKS Versterking WW Versterking MT LATIJN Versterking WW BASIS + SPECIFIEK 3ej 4ej 3ej 4ej 3ej 4ej Godsdienst (B) 2 2 2 2 2 2 Aardrijkskunde (B) 1 1 1 1 1 1 Biologie (B) 1 1 1 1 1 1 Chemie (B) 1 1 1 1 1 1 Engels (B) 2 2 3 3 2 2 Frans (B) 3 3 3 3 3 3 Fysica (B) 1 1 1 1 1 1 Fysica (S) 1 1 0 0 1 1 Geschiedenis (B) 2 2 2 2 2 2 Lichamelijke opv. (B) 2 2 2 2 2 2 Nederlands (B) 4 4 4 4 4 4 Wiskunde (B) 5 5 4 4 5 5 Grieks (S) 5 5 0 0 0 0 Latijn (S) 0 0 5 5 5 5 COMPLEMENTAIR Nederlands + of Frans + 1 0 1 0 1 0 Duits (C) 0 0 1 1 0 0 Informatica (C) 1 1 1 1 1 1 Muzikale opv. (C) 0 1 0 1 0 1 TOTAAL 32 32 32 32 32 32 De richting Grieks met versterking Moderne Talen wordt niet aangeboden op Mater Dei. Je krijgt met het oog op de vervolgrichtingen in de derde graad meteen versterking WW. Kies je voor Latijn, dan heb je de keuze om te kiezen voor versterking Moderne Talen of WW. Wanneer kies je voor deze richting? De studie van de Griekse en/of Romeinse beschaving brengt je bij de basis van onze eigen westerse cultuur; is een uitstekende oefening voor het logisch denken (zowel analytisch als synthetisch) en voor het geheugen; legt een goede basis voor het verwerven en begrijpen van andere (West-Europese) talen; brengt je in contact met mooie en ontroerende teksten uit ons cultureel erfgoed. Als je kiest voor de richting Grieks of Latijn blijven in principe alle ASO-richtingen in de derde graad toegankelijk.
ECONOMIE Versterking MT Versterking WIS BASIS + SPECIFIEK 3ej 4ej 3ej 4ej Godsdienst (B) 2 2 2 2 Aardrijkskunde (B) 1 1 1 1 Biologie (B) 1 1 1 1 Chemie (B) 1 1 1 1 Engels (B) 3 3 3 3 Frans (B) 4 4 4 4 Fysica (B) 1 1 1 1 Geschiedenis (B) 2 2 2 2 Lichamelijke opv. (B) 2 2 2 2 Nederlands (B) 4 4 4 4 Wiskunde (B) 4 4 5 5 Economie (S) 4 4 4 4 COMPLEMENTAIR Nederlands + of Frans + 1 0 1 0 Duits (C) 1 1 0 0 Informatica (C) 1 1 1 1 Muzikale opv. (C) 0 1 0 1 TOTAAL 32 32 32 32 In de richting economie kan je kiezen voor versterking Moderne Talen of versterking wiskunde. Het vak economie is opgebouwd rond zes thema's: 1 de kern van het ondernemen; 2 werken in de onderneming; 3 ondernemen is risico s nemen en beheersen; 4 kleine versus grote ondernemingen; 5 produceren voor de wereldmarkt; 6 groei en welvaart. In het vak economie leer je de economische verschijnselen waarnemen en erover nadenken. Je bestudeert de verdeling en het beheer van de financiële middelen in de samenleving. Je bestudeert ook het bedrijfsleven, dus de productie en de verdeling van goederen en diensten via o.a. landbouw, industrie en dienstensector. Als je in het 2e jaar socio-economische initiatie volgde, weet je al of dit vak je kan boeien. De voorkennis van SEI is niet noodzakelijk om te kiezen voor de richting economie.
HUMANE WETENSCHAPPEN BASIS + SPECIFIEK 3ej 4ej Godsdienst (B) 2 2 Aardrijkskunde (B) 1 1 Biologie (B) 1 1 Chemie (B) 1 1 Engels (B) 3 3 Frans (B) 4 4 Fysica (B) 1 1 Geschiedenis (B) 2 2 Lichamelijke opv. (B) 2 2 Nederlands (B) 4 4 Wiskunde (B) 4 4 Cultuurwet. (S) 2 2 Gedragswet. (S) 3 3 COMPLEMENTAIR Nederlands + of Frans + 1 0 Duits (C) 0 0 Informatica (C) 1 1 Muzikale opv. (C) 0 1 TOTAAL 32 32 In de studierichting humane wetenschappen staat "de mens" centraal. Dit komt tot uiting in twee typische vakken met een zeer ruime invulling: In het vak cultuurwetenschappen leer je wat cultuur betekent voor de mens. Je leert dat cultuur niet enkel draait om kunst en wetenschap maar ook om taal en communicatie, gemeenschappelijke overtuigingen en waarden, ontspanning...; culturen heel erg van elkaar kunnen verschillen en dat je zelfs binnen de eigen westerse cultuur subculturen hebt; cultuur overgedragen wordt van generatie op generatie en onvermijdelijk evolueert. Je wordt ook geconfronteerd met vragen als: Hoe ga je als mens of groep om met de moderne communicatiemiddelen, met de massamedia, met infotainment, met reclame? Wat is de invloed van de moderne welvaartsontwikkeling op de (on)gelijkheid in de wereld, op ons milieu? Welke plaats heeft kunst in je leven en hoe ga je met kunst om?
In gedragswetenschappen ligt de klemtoon op de waarneming en de studie van de mens in zijn ontwikkeling als individu en in zijn relatie tot zijn omgeving. Je leert hier jezelf en je medemens beter kennen. Ook hier komen een massa boeiende en uitdagende vragen op je af. Hoe sta je als kind en jongere in de wereld? Wat zijn je rechten? Worden kinderen voor vol aangezien in onze samenleving? Hoe beleef je je eigen ontwikkeling van kind naar jongvolwassene? Hoe krijg je een positief maar realistisch zelfbeeld? Zijn volwassenen ook psychologisch echt volgroeid en denk je zelf wel al eens aan 'ouder worden'? Wat is het belang van menselijke relaties om volwaardig als mens te functioneren: gezinsrelaties, vriendschap en verliefdheid, zaken- en arbeidsrelaties... Hoe blijf je jezelf binnen een relatie? Hoe vind je je plaats binnen formele en informele organisaties en groepen?
WETENSCHAPPEN Versterking MT BASIS + SPECIFIEK 3ej 4ej Godsdienst (B) 2 2 Aardrijkskunde (B) 1 1 Biologie (B+S) 2 2 Chemie (B+S) 2 2 Engels (B) 3 3 Frans (B) 4 4 Fysica (B+S) 2 2 Geschiedenis (B) 2 2 Lichamelijke opv. (B) 2 2 Nederlands (B) 4 4 Wiskunde (B) 5 5 COMPLEMENTAIR Nederlands + of Frans + 1 0 Duits (C) 1 1 Informatica (C) 1 1 Muzikale opv. (C) 0 1 TOTAAL 32 32 In de richting Wetenschappen ligt het accent naast wiskunde ook op biologie, chemie en fysica. Biologie De basisleerstof is nagenoeg gelijk voor de richtingen met één of twee uur biologie. Waar een tweede uur gepland is, dient dit vooral voor een extra verdieping van de leerstof. Daarnaast biedt dit extra uur ook de mogelijkheid om zelf proeven uit te voeren en onderzoek te verrichten. Microscopisch onderzoek, nauwkeurig observeren, de verwerking van de resultaten van een proef, dat alles komt aan bod tijdens het extra lesuur. Een aantal onderwerpen die in het derde en vierde jaar behandeld worden: Hoe nemen organismen informatie op uit hun omgeving? Op welke manier kunnen deze organismen reageren op hun omgeving? Op welke manier leven organismen samen? Hoe kunnen organismen geordend worden?
Chemie In de eerste graad leerde je in het vak natuurwetenschappen al enkele begrippen uit de chemie kennen: zuivere stoffen en mengsels, moleculen en het deeltjesmodel. In de tweede graad bouwen we verder op deze basiskennis. We tonen aan dat we in ons dagelijks leven elke dag met chemie te maken krijgen De basisleerstof is nagenoeg gelijk voor de richtingen met één of twee uur chemie. Het extra uur chemie in de richting wetenschappen wordt vooral gebruikt om te werken aan de onderzoekscompetenties (zodat we uiteindelijk zelfstandig een mini-onderzoekje kunnen doen): zelf proeven uitvoeren, meer en moeilijkere oefeningen maken, opzoekingen doen bv. op het internet, Er wordt dus vrijwel geen nieuwe leerstof gegeven, zodat leerlingen die het extra uur chemie niet volgen maar wel voldoende aanleg hebben, toch nog naar een wetenschappelijke studierichting kunnen doorstromen. Wat zijn de onderwerpen in de lessen chemie? Hoe kunnen we mengsels scheiden tot zuivere stoffen? Hoe kunnen we moleculen weergeven in de chemische symbooltaal? Wat gebeurt er tijdens een chemische reactie? Hoe worden zuivere stoffen ingedeeld en benoemd? Water, een uitzonderlijke stof! Berekeningen met concentratie en hoeveelheid stof Welke soorten chemische reacties bestaan er? Fysica In dit vak kom je te weten hoe heel wat natuurverschijnselen in elkaar zitten. Dit onderzoek je via demonstraties en zelf uit te voeren proeven. Voor het maken van toepassingen is een degelijk wiskundig inzicht vereist. Ook hier is de basisleerstof nagenoeg gelijk voor de richtingen met één of twee uur fysica, maar toch kunnen sommige leerstofonderdelen hier meer uitgediept worden. Het extra uur fysica in de richting wetenschappen of in de richtingen met versterking voor wetenschappen wordt vooral gebruikt om zelf proeven uit te voeren en om te leren hoe je de meetresultaten moet verwerken en uitzetten in grafieken en ook hoe hieruit nieuwe wetten kunnen worden afgeleid. Er worden oefeningen gemaakt waarbij de nieuwe leerstof gecombineerd moet worden met andere leerstofonderdelen uit fysica en zelfs chemie. Er wordt dus niet zoveel nieuwe leerstof gegeven, maar ze wordt op een andere manier aangebracht. Leerlingen die het extra uur fysica niet volgen maar wel voldoende aanleg hebben, kunnen toch nog naar een wetenschappelijke studierichtingen doorstromen, omdat de leerstof in de derde graad niet verder bouwt op de extra leerstof van de 2e graad. Onderwerpen: Hoe werken lenzen en spiegels? Waarom drijven sommige stoffen op water en andere niet? Hoe meet je de zwaartekracht en de veerkracht? Welke energieomzettingen gebeuren er in een gloeilamp, een zonnecel, een dynamo,? Welke factoren beïnvloeden de druk in gassen en in vloeistoffen? Welke eindtemperatuur bekom je als je koude melk bij warme koffie doet?
UITWEGEN NAAR DE DERDE GRAAD De tweede graad ASO biedt voor alle richtingen een vrij gelijklopend pakket aan. De bedoeling hiervan is dat de keuze die je in de tweede graad maakt nog niet helemaal definitief is en nog zoveel mogelijk richtingen openlaat in de derde graad. Dit betekent natuurlijk niet dat je zonder slag of stoot van alle richtingen uit de tweede graad naar alle richtingen in de derde graad kan doorstromen. Dit lijkt bijvoorbeeld uitgesloten voor richtingen met klassieke talen. Voor andere richtingen of vakken zal je wellicht een kleine of grote voorsprong hebben als je een gelijkgerichte richting volgde in de tweede graad of als je het vak met een groter urenpakket (bv. wiskunde of wetenschappen) volgde in de tweede graad. Dit is echter in de meeste gevallen op te vangen mits een extra inspanning (bv. een zelfwerkzaamheidspakket of een stoomcursus in samenspraak met de vakleraar die je hierbij zal steunen). Het beste houvast is natuurlijk het advies van de klassenraad.
STUDIERICHTINGEN IN DE TWEEDE GRAAD TSO 2 de GRAAD TSO HANDEL HANDEL-TALEN BASIS + SPECIFIEK 3ej 4ej 3ej 4ej Godsdienst (B) 2 2 2 2 Aardrijkskunde (B) 1 1 1 1 Geschiedenis (B) 1 1 1 1 Nederlands (B) 4 4 4 4 Lichamelijke opv. (B) 2 2 2 2 Wiskunde (B) 0 0 3 3 Frans (B+S) 4 4 5 5 Natuurwetenschappen (B+S) 2 2 2 2 Wiskunde (B+S) 4 4 0 0 Duits (S) 0 0 1 1 Engels (B) (N+B voor HT) 2 2 4 4 Informatica (S) 3 3 3 3 Bedrijfseconomie 6 6 3 3 Sociale activiteit / dactylo 1 1 1 1 TOTAAL 32 32 32 32 Op Mater Dei bieden we twee richtingen TSO aan: Handel en Handel-Talen. We overlopen eerst enkele richtingsvakken die voor die twee richtingen gelijklopend zijn. Informatica (3 uur) In de eerste graad heb je je al enkele basisvaardigheden eigen gemaakt: bestandsbeheer ("Waar plaats ik alles op de harde schijf zodat ik het steeds terugvind?"), eenvoudig tekstbeheer, eenvoudige presentaties en surfen op het internet. In de tweede graad bouw je hierop verder: Je leert meer over computerconfiguratie: hardware (apparatuur) en software (programmatuur) en de werking van een pc. De zelfredzaamheid zal verhogen en je zal veelvoorkomende problemen kunnen oplossen door het gebruik van de pc's in onze computerklassen. Netwerken komen ook uitvoerig aan bod. Je verwerft vaardigheid in een tekstverwerkingsprogramma (MS Word). Hier leer je tekst digitaal weergeven in briefvorm, in tabellen. Leer je de indeling van afbeeldingen aanpassen in je document, kop- en voettekst toevoegen, de inhoudstafel, bronnen volgens de BINnomen weergeven, voet- en eindnoten, tekst in kolommen plaatsen, opsommingstekens gebruiken, enz,... Kortom, alle vaardigheden om een paper te ontwerpen.
In een rekenblad (MS Excel) leer je in werkbladen oplossingen voor problemen overzichtelijk weer te geven door gegevens uit tabellen visueel voor te stellen in grafieken. Je leert formules logisch opbouwen en wordt vaardig in logisch denken. Je leert gericht zoeken op het internet door gebruik te maken van geavanceerde zoekinstellingen en operatoren in zoekmachines. Het presentatiepakket (MS Powerpoint) helpt je om een selectie gegevens uit de gevonden informatie ordelijk voor te stellen, filmpjes toe te voegen en een tekststructuur uit te werken. Je gebruikt ontwerpsjablonen en ontwerpt actieknoppen voor de navigatie en leert een aangepaste animatie toe te voegen. Ook het presenteren zelf met de juiste houding komt aan bod. Met een gegevensverwerkend programma (MS Access) ontwerp je verschillende objecten zoals tabellen, query's, formulieren en rapporten. Je kan hier gegevens sorteren, analyseren en overzichtelijk afdrukken van gegevens uit een database. In de richting Handel leer je programmeren. Je leert er problemen stapsgewijs en op schematische wijze oplossen en dit in een omgeving waarin je met broncodes een programma leert schrijven en de broncode leert analyseren. Een nieuw onderwerp is monteren. Beelden zullen verwerkt worden in een basic monteerprogramma. Tekst toevoegen, beelden vertragen, versnellen of selecteren zijn enkele vaardigheden. Toevoegen van muziek en andere opties zullen worden aangehaald. De nadruk ligt in informatica steeds op zelfredzaamheid en zelfstandig en actief probleemoplossend denken. (ook mede via begeleid zelfstandig leren). Op het einde van de tweede graad ontvang je het Vlaams ICT-attest (VIA), ten minste als je bewijst de (134) basisvaardigheden en attitudes van VIA verworven te hebben. Dit is een kosteloos initiatief dat de Raad Secundair Onderwijs heeft uitgewerkt voor het Europees computerrijbewijs (ECBL) Dactylo (1/2 uur) Heb je in het tweede jaar al de basisoptie Handel gevolgd dan heb je daar al de basis gelegd voor een onberispelijke typvaardigheid. Om het blind typen verder te ondersteunen krijg je om de veertien dagen (afgewisseld met sociale activiteit) nog 1 lesuur waar deze vaardigheid verder wordt geoefend en versterkt. Zo word je meer en meer vaardig voor tekstverwerking. Op de volgende bladzijden overlopen we typische richtingsvakken voor Handel of Handel-Talen.
HANDEL Handel is een studierichting voor leerlingen die de algemene basisvakken op een praktische en concrete wijze willen verwerken en die een grote belangstelling hebben voor het economisch gebeuren en de informatica. In Handel wordt de leerstof geleidelijk en minder theoretisch aangebracht dan in de studierichtingen van het ASO. Als je voor Handel kiest, verwachten we dat je zin voor orde, netheid en nauwkeurigheid hebt, want deze kwaliteiten zijn onontbeerlijk voor het bijhouden van correspondentie en boekhouding. Wiskunde (4uur) Voor het vak wiskunde moet je de basisleerstof van de lagere school en van de eerste graad beheersen. Dit vak brengt je een voldoende basisrekenvaardigheid bij, die je ook ten goede zal komen in de lessen bedrijfseconomie. We besteden in de richting Handel meer aandacht aan het begrijpen en inoefenen van rekenvaardigheden dan aan het abstract wiskundig denken. Bedrijfseconomie (6 uur) In het vak bedrijfseconomie (vroeger: bedrijfshuishoudkunde) bestudeer je hoe de "huishouding" van een bedrijf werkt. Je leert de algemene begrippen uit de bedrijfseconomie. Zo maak je onder meer kennis met: de afdelingen van een bedrijf en hun activiteiten: de commerciële afdeling, de boekhoudafdeling; de documentenstroom tussen de verschillende afdelingen in een bedrijf. In het bijzonder bestudeer je de boekhoudkundige activiteiten van een bedrijf: de meest courante verrichtingen analyseren en registreren in het systeem van dubbel boekhouden. Boekhouden oefen je ook in de praktijk, zowel manueel als via een didactisch boekhoudpakket. Ten slotte leer en oefen je ook de basistechnieken van de verkoop: een product kiezen, promoten en verkopen. HANDEL-TALEN Handel-Talen is een studierichting voor leerlingen die de algemene basisvakken op een praktische en concrete wijze willen verwerken en die een goede talenaanleg en interesse voor informatica hebben. De moderne talen (14 uur) In Handel-Talen worden de talen op een intensieve manier aangepakt. De nadruk ligt op het verwerven van een actieve en communicatieve taalvaardigheid, zowel mondeling als schriftelijk. Hierbij is het zeker niet de bedoeling je te overstelpen met theoretische beschouwingen. Het verwerven van een degelijke schrijf-, lees-, spreek- en luistervaardigheid blijft hoofdzaak. Theorie
dient vooral ter ondersteuning. De omvang en de moeilijkheidsgraad van dit talenpakket ligt dan ook beduidend hoger dan in Handel. Daarom is het noodzakelijk dat je niet alleen interesse voor talen hebt, maar ook voldoende aanleg. Je zal in de tweede graad een stevige basiskennis van Nederlands, Frans en Engels verwerven en kennismaken met het Duits. Uiteraard zal je voldoende en regelmatig moeten studeren om de woordenschat en de grammatica van al deze talen te verwerken. Taalgevoel, zin voor nauwkeurigheid en doorzettingsvermogen zijn hierbij erg belangrijk. In het vak bedrijfseconomie: Bedrijfseconomie (3 uur) maak je kennis met de basisbegrippen van de commerciële en boekhoudkundige afdelingen van een bedrijf; leer je hoe de documentenstroom verloopt tussen de verschillende afdelingen van een handelsonderneming; bestudeer en oefen je de basistechnieken voor het bijhouden van een boekhouding: analyse en registratie van de commerciële en financiële verrichtingen en de boeking van die verrichtingen in het systeem van dubbel boekhouden. Dit wordt zowel ingeoefend op papier (manueel) als via een didactisch boekhoudpakket. leer je ook eenvoudige verkoopgesprekken voeren en een verkoop afsluiten. Wiskunde (3 uur) De leerstof wiskunde blijft beperkt tot de belangrijkste rekenvaardigheden ter ondersteuning van de handelsvakken. NAAR DE DERDE GRAAD TSO De logische vervolgrichting voor Handel is uiteraard Handel in de derde graad. Vanuit Handel- Talen word je voorbereid op Secretariaat-Talen. Vanuit Handel naar Secretariaat-Talen gaan of vanuit Handel-Talen naar Handel is enkel mogelijk als je in de vakantie extra vakken inhaalt. De klassenraad zal je adviseren of die overgang wel iets voor jou is.
Mate r Dei-Instituut L u c h t v a a r t l a a n 7 0 1 1 5 0 S i n t - P i e t e r s - W o l u w e T e l e f o o n : 0 2 7 7 1 0 8 6 9 F a x : 0 2 7 7 1 3 9 08 i n f o @ m a t e r d e i - s p w. b e w w w. m a t e r d e i - s p w. b e