RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 december 2012 (21.12) (OR. en) 18062/12 FRO T 183 COMIX 751

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 september 2010 (09.09) (OR. en) 13380/10 FRONT 125 COMIX 571

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

11562/08 CS/lg DG H 1 A

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juni 2017 (OR. en)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

BIJLAGE 17 MODELLEN VAN INGEVULDE VISUMSTICKERS (NADERE RICHTSNOEREN).

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

8620/01 AL/td DG H I NL

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 september 2006 (27.09) (OR. fr) 13098/06 ADD 1 ELARG 113 ACCTR 17

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2009 (05.11) (OR. en) 13381/1/09 REV 1 SIRIS 117 SCHENGEN 27 COMIX 674

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

DOCUMENTEN WETTIG VERBLIJF

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

Schengen. Uw toegangspoort tot vrij verkeer in Europa SEPTEMBER 2013

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/458 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 15 maart 2017

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Wat is het gevolg van het vervallen van de geldigheid van de bijschrijving?

7111/15 JVS/mg DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7111/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0048 (NLE)

13381/3/09 REV 3 dau/ngs/jg 1 DG H 3B

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 juni 2007 (OR. en) 9201/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0806 (CNS) SCH-EVAL 91 SIRIS 84 COMIX 447

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

Tarieven Europa: staffel 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2000 (OR. fr) 12741/00 LIMITE SCH-EVAL 65 COMIX 754

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 mei 2002 (OR. en) 8372/02 FRONT 39 VISA 61 COMIX 289

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

6310/1/16 REV 1 dau/gra/dp 1 DG D 1 A

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2019

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

14072/14 roe/lep/hh DG C 1

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Europese feestdagen 2018

Wonen (en werken) in Nederland voor EU-burgers

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

PUBLIC 15054/1/02 REV 1

Veelgestelde vragen over (kinderbijschrijving in) een paspoort

12097/15 JVS/mg DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 20 oktober 2015 (OR. en) 12097/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0197 (NLE)

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

6342/17 eer/cle/hh 1 DRI

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2006

PUBLIC 11230/02 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 augustus 2002 (10.09) (OR. en) LIMITE VISA 116 FRONT 76 COMIX 465

SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

Instructie aanvraag verblijfsvergunning voor deelname EVS

13502/2/07 REV 2 AL/lg DG H 1 A

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a),

Wat is het gevolg van het vervallen van de geldigheid van de bijschrijving?

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

I. DOCUMENTEN DIE TOELATEN OM TE REIZEN EN TERUG TE KEREN NAAR BELGIË

BIJLAGE. bij het Gewijzigd voorstel. voor een Besluit van de Raad

HET SCHENGEN-ACQUIS EN DE INTEGRATIE ERVAN IN DE UNIE

C 139/6 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (Voorbereidende besluiten) RAAD

Tarieven Europa: staffel 1

Transcriptie:

RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 december 2012 (21.12) (OR. en) 18062/12 FRO T 183 COMIX 751 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 17 december 2012 aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Nr. Comdoc.: C(2012) 9330 final Betreft: Aanbeveling van de Commissie van 14.12.2012 tot wijziging van de aanbeveling tot vaststelling van een gemeenschappelijk Praktisch handboek voor grenswachters (Schengenhandboek) voor gebruik door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten bij de uitvoering van grenstoezicht op personen (C(2006) 5186 definitief) Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2012) 9330 final Bijlage: C(2012) 9330 final 18062/12 rv DGD 1 A L

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2012 C(2012) 9330 final AA BEVELI G VA DE COMMISSIE van 14.12.2012 tot wijziging van de aanbeveling tot vaststelling van een gemeenschappelijk Praktisch handboek voor grenswachters (Schengenhandboek) voor gebruik door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten bij de uitvoering van grenstoezicht op personen (C(2006) 5186 definitief) NL NL

AA BEVELI G VA DE COMMISSIE van 14.12.2012 tot wijziging van de aanbeveling tot vaststelling van een gemeenschappelijk Praktisch handboek voor grenswachters (Schengenhandboek) voor gebruik door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten bij de uitvoering van grenstoezicht op personen (C(2006) 5186 definitief) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292, Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij Aanbeveling van de Commissie van 6 november 2006 (C(2006) 5186 definitief) is een Praktisch handboek voor grenswachters (Schengenhandboek) vastgesteld met daarin gemeenschappelijke richtsnoeren, beste praktijken en aanbevelingen inzake grenstoezicht. (2) De Commissie heeft toegezegd ervoor te zorgen dat het Praktisch handboek voor grenswachters regelmatig wordt bijgewerkt. (3) Het Praktisch handboek moet worden aangepast naar aanleiding van de vaststelling van Besluit 2011/842/EU van de Raad van 13 december 2011 betreffende de volledige toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis in het Vorstendom Liechtenstein 1. (4) Omdat op 26 juni 2012 de overgangsperiode verstreek die is vastgesteld in Verordening (EG) nr. 444/2009 2 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2252/2004 3 van de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten, moet het Praktisch handboek duidelijkheid verschaffen over de situatie inzake de geldigheid van de inschrijving van kinderen in het paspoort van de ouders. (5) Het Praktisch handboek moet aanwijzingen geven voor de controle van de authenticiteit van de in een biometrisch paspoort opgeslagen gegevens. (6) Teneinde rekening te houden met de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 19 februari 2009 in zaak C-228/06, Mehmet Soysal en Ibrahim Savatli, werd bij aanbeveling van de Commissie van 29 september 2009 (C(2009) 7376 definitief) het Praktisch handboek voor grenswachters gewijzigd en 1 2 3 PB L 334 van 16.12.2011, blz. 27. PB L 142 van 6.6.2009, blz. 1. PB L 385 van 29.12.2004. NL 2 NL

werden de Richtsnoeren voor het verkeer van Turkse onderdanen die de buitengrenzen van EU-lidstaten overschrijden om binnen de EU diensten te verrichten ingevoerd. Als gevolg van een uitspraak van 14 maart 2012 van de Nederlandse Raad van State moeten Turkse onderdanen die in Turkije wonen en werken net als in Duitsland en Denemarken het geval is Nederland zonder Schengenvisum kunnen binnenkomen om er diensten te verrichten. Het Praktisch handboek moet daarom in overeenstemming met deze uitspraak worden gewijzigd, BEVEELT AAN: 1. De bijlage bij de Aanbeveling van 6 november 2006 (C(2006) 5186 definitief), als gewijzigd bij de Aanbeveling van 29 september 2009 (C(2009)7376 definitief), wordt gewijzigd overeenkomstig het bepaalde in de bijlage bij deze aanbeveling. 2. De lidstaten dienen de in deze aanbeveling neergelegde wijzigingen van het Praktisch handboek voor grenswachters mee te delen aan hun nationale autoriteiten die bevoegd zijn tot het uitvoeren van grenstoezicht op personen. Gedaan te Brussel, op 14.12.2012 Voor de Commissie Cecilia MALMSTRÖM Lid van de Commissie NL 3 NL

BIJLAGE (1) In de inhoudsopgave moet paragraaf 9.3 worden geschrapt en moeten de nieuwe punten 14 en 15 worden toegevoegd: 14 Controle van de authenticiteit van de in een biometrisch paspoort opgeslagen gegevens 15 Geldigheid van de inschrijving van kinderen in het paspoort van de ouders (2) In deel een komt punt 1 als volgt te luiden: 1. SCHE GE STATE (landen die het Schengenacquis volledig implementeren en die het grenstoezicht aan hun binnengrenzen hebben opgeheven) 4 : 1. Oostenrijk 10. Hongarije 19. Noorwegen 2. België 11. IJsland 20. Polen 3. Tsjechië 12. Italië 21. Portugal 4. Denemarken 13. Letland 22. Slowakije 5. Estland 14. Liechtenstein 23. Slovenië 6. Finland 15. Litouwen 24. Spanje 7. Frankrijk 16. Luxemburg 25. Zweden 8. Duitsland 17. Malta 26. Zwitserland 9. Griekenland 18. Nederland (3) In deel twee, hoofdstuk I, moet punt 9.3 worden geschrapt en worden de nieuwe punten 14 en 15 toegevoegd: 14. Controle van de authenticiteit van de in een biometrisch paspoort opgeslagen gegevens 4 Bulgarije, Cyprus en Roemenië zijn nog geen volledige Schengenstaten, maar passen de gemeenschappelijke regels inzake buitengrenscontrole toe. NL 4 NL

Om voor doeltreffende grenscontroles te zorgen, moet bij de controle van biometrische paspoorten ook de echtheid en de betrouwbaarheid worden gecontroleerd van de in de microchip opgeslagen gegevens. Om te controleren of de gegevens op de chip door een daartoe bevoegde autoriteit zijn ingebracht en met deze gegevens niet is geknoeid, moet de inhoud van de chip door middel van passieve authenticatie worden geauthenticeerd. Het certificaat van de opsteller van het document moet worden gecontroleerd aan de hand van het betreffende stamcertificaat van het afgevende land. Indien technisch mogelijk moet door middel van chip-authenticatie worden gecontroleerd of de chip echt is. 15. De geldigheid van de inschrijving van kinderen in het paspoort van de ouders Verordening (EG) nr. 444/2009 5 bepaalt dat na afloop van de overgangsperiode op 26 juni 2012 de volgende regeling van toepassing is op houders van door Schengenlanden afgegeven paspoorten: 1. Vanaf 26 juni 2012 dienen alle kinderen, ongeacht hun leeftijd, over een eigen paspoort te beschikken; 2. Na deze datum mogen kinderen niet langer reizen op grond van enkel een inschrijving in het paspoort van hun ouders; 3. De paspoorten van de ouders blijven na 26 juni 2012 voor henzelf (de houder) geldig, ook wanneer daarin de namen van hun kinderen zijn ingeschreven. Verordening (EG) nr. 2252/2004 6, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2009, is niet van toepassing op het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Deze verordening is evenmin van toepassing op paspoorten die zijn afgegeven door landen buiten de EU en het Schengengebied. De bepalingen van Richtlijn 2004/38/EG 7 zijn van toepassing wanneer families uit de EU van de ene lidstaat naar de andere reizen (ofwel tussen Schengenlanden zonder controles bij het overschrijden van de interne grenzen ofwel tussen een Schengen- en een niet-schengenland), wanneer zij naar een derde land vertrekken of wanneer zij terugkeren uit een derde land naar een lidstaat. Overeenkomstig artikel 5, lid 4, van deze richtlijn mag het ontbreken van een individueel paspoort voor kinderen die in het paspoort van hun ouders zijn ingeschreven, niet automatisch leiden tot een weigering van toestemming om het grondgebied van een lidstaat te verlaten of binnen te komen. Tenzij er redelijke twijfel bestaat over de identiteit en de nationaliteit van in het paspoort van de ouders ingeschreven kinderen, moet het overleggen van het paspoort van de ouders in beginsel als bewijs worden gezien van het feit dat voor de betrokken kinderen, in hun hoedanigheid van EU-burgers, het recht van vrij verkeer overeenkomstig de richtlijn geldt. 5 6 7 PB L 142 van 6.6.2009, blz. 1. PB L 385 van 29.12.2004, blz. 1. PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77. NL 5 NL

Het recht op vrij verkeer en verblijf dat EU-burgers, ongeacht hun leeftijd, genieten, mag niet worden gebruikt om Verordening (EG) nr. 444/2009 te omzeilen. (4) In deel IV: lijst van relevante rechtsinstrumenten, moet het volgende punt worden toegevoegd: Besluit 2011/842/EU van de Raad van 13 december 2011 betreffende de volledige toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis in het Vorstendom Liechtenstein (PB L 334 van 16.12.2011, blz. 27) (5) De Richtsnoeren voor het verkeer van Turkse onderdanen die de buitengrenzen van EU-lidstaten overschrijden om binnen de EU diensten te verrichten moet worden vervangen door de volgende tekst: NL 6 NL

RICHTS OERE VOOR HET VERKEER VA TURKSE O DERDA E DIE DE BUITE GRE ZE VA EU-LIDSTATE OVERSCHRIJDE OM BI E DE EU DIE STE TE VERRICHTE 1. Het doel van deze richtsnoeren is toelichting te verschaffen over de visumplicht voor kort verblijf die geldt voor Turkse onderdanen die in Turkije wonen en werken en die zich naar het grondgebied van een lidstaat wensen te begeven om er diensten te verrichten (hierna Turkse onderdanen genoemd). De behoefte aan deze toelichting heeft zich doen gevoelen naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 19 februari 2009 in zaak C- 228/06, Mehmet Soysal en Ibrahim Savatli, waarin het Hof voor recht verklaarde dat Turkse onderdanen die in Turkije wonen en naar een lidstaat reizen om daar voor rekening van een in Turkije gevestigde onderneming diensten te verrichten, geen visum nodig hebben om het grondgebied van die lidstaat te betreden, indien de betrokken lidstaat een dergelijk visum niet verlangde op het ogenblik van de inwerkingtreding ten aanzien van die lidstaat van het Aanvullend Protocol van 23 november 1970 bij de overeenkomst van 12 september 1963 waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije 2. Beperkte vrijstelling van de visumplicht In principe hebben Turkse onderdanen een visum nodig om een of meer lidstaten binnen te komen voor een kort verblijf (van niet meer dan drie maanden per periode van zes maanden). Een Turkse onderdaan die woont en werkt in Turkije, kan evenwel zonder visum een lidstaat binnenkomen om op het grondgebeid van die lidstaat diensten te verrichten, voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1. Binnenkomst zonder visum is alleen mogelijk in de volgende lidstaten: Duitsland, Denemarken en Nederland 3. Wanneer een Turks onderdaan echter het grondgebied van een van deze drie lidstaten wil binnenkomen via het grondgebied van een of meer andere lidstaten, heeft hij wel nog een visum nodig om over het grondgebied van die andere lidstaten te reizen. 1 2 3 Deze Richtsnoeren zijn toegankelijk via de hyperlink die door de Aanbeveling van de Commissie van 29 september 2009 (2009 (C(2009) 7376 definitief) is ingevoerd. Deze richtsnoeren vormen een voorlopige reactie op dit arrest van het Hof. Hiermee is niets gezegd over het resultaat van een grondige analyse van deze uitspraak van het Hof. Er wordt ook niet dieper ingegaan op de vraag hoe het zit met reizen in het kader van het recht van vestiging of als ontvanger van diensten. De richtsnoeren laten een eventuele verplichting tot het hebben van een arbeidsvergunning onverlet. De reden daarvoor is dat, op het ogenblik waarop het aanvullend protocol ten aanzien van deze drie lidstaten in werking trad, zij van Turkse onderdanen die hun grondgebeid wilden binnenkomen om er diensten te verrichten, niet verlangden dat die over een visum beschikten (onder de verder in punt 2 genoemde voorwaarden). NL 7 NL

2. Het doel van het bezoek valt binnen het toepassingsgebied van de standstill bepaling van het aanvullend protocol, d.w.z. situaties waarin Duitsland, Denemarken en Nederland op de dag waarop het aanvullend protocol ten aanzien van deze lidstaten in werking trad, van Turkse onderdanen die hun grondgebied binnenkwamen om er diensten te verrichten, niet verlangden dat zij over een visum beschikten. Voor Duitsland: situaties waarin een Turkse onderdaan die in Turkije woont en werkt het grondgebied van Duitsland binnenkomt voor een verblijf van maximum twee maanden om op legale wijze diensten te verrichten als werknemer van een in Turkije gevestigde werkgever, hetzij als mobiele werker (chauffeur) die werkzaam is in het grensoverschrijdende vervoer van passagiers of goederen (met uitzondering van ambulante handel), hetzij om assemblage- of onderhoudswerkzaamheden te verrichten of herstellingen uit te voeren aan geleverde installaties en machines; of om daar op legale wijze diensten te verrichten bestaande in betaalde lezingen of voorstellingen met een bijzondere artistieke of wetenschappelijke waarde, of in betaalde sportprestaties. Voor Denemarken/ ederland: situaties waarin een Turkse onderdaan die in Turkije woont en werkt het grondgebied van Denemarken/Nederland binnenkomt voor één of meerdere bezoeken, waarvan de duur niet meer dan drie maanden mag bedragen, om daar op legale wijze en op tijdelijke basis diensten te verrichten, hetzij in eigen naam (Turkse zelfstandige ondernemers), hetzij in opdracht van een in Turkije gevestigde onderneming (Turkse onderdanen die op wettige wijze in dienst zijn van een dergelijke onderneming en die tijdelijk door hun werkgever worden uitgezonden om diensten te verrichten in Denemarken/Nederland). Zo moet bijvoorbeeld een in Turkije gevestigde Turkse vrachtwagenchauffeur die naar Denemarken/Nederland reist om goederen te leveren aan een onderneming in die lidstaat, geacht worden diensten te verrichten in die lidstaat. Ook Turkse architecten, aannemers, juristen, computerspecialisten, handelsagenten, wetenschappers en lesgevers, kunstenaars, installateurs en instructeurs die machines installeren of repareren dan wel het gebruik ervan uitleggen, beroepssporters en trainers enz. die in Turkije zijn gevestigd en naar Denemarken/Nederland reizen om er op basis van een contract hun werk te doen, moeten worden geacht diensten te verrichten. Hoe dan ook, wanneer een Turkse onderdaan zich bij de buitengrens aanmeldt zonder visum voor de lidstaat waar hij voornemens is diensten te verrichten, moet hij kunnen bewijzen dat hij voldoet aan de voorwaarden om als dienstverrichter te zijn vrijgesteld van de visumplicht, zoals hierboven beschreven. De Turkse onderdaan moet bewijzen dat hij legaal is gevestigd in Turkije (bijvoorbeeld door overlegging van een attest van de kamer van koophandel of een ander bewijs dat hij daadwerkelijk activiteiten als dienstverlener uitvoert in Turkije) of in voorkomend geval dat de werkgever voor wie hij werkt legaal is gevestigd in Turkije en dat hijzelf op wettige wijze in dienst is bij die werkgever, en voorts dat hij zijn reis onderneemt om tijdelijk een dienst te verrichten in de betrokken lidstaat (bijvoorbeeld door overlegging van een contract met degene voor wie de dienst wordt verricht). Het is de bevoegdheid van elke lidstaat om zijn bevoegde autoriteiten nadere instructies te geven betreffende de bewijsstukken die de dienstverlener moet overleggen. NL 8 NL

Praktische instructies 4 Geval 1. Binnenkomst in een lidstaat vanuit een derde land (met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk en Ierland) 1.1. Turkse onderdaan die per vliegtuig of per schip naar Polen reist (of naar een van de andere lidstaten die binnenkomst zonder visum niet toestaan) om daar diensten te verrichten Een visum is vereist om naar Polen (of naar een andere lidstaat die binnenkomst zonder visum niet toestaat) te reizen. 1.2. Turkse onderdaan die per vliegtuig of per schip naar Duitsland/Denemarken/ ederland reist (lidstaten die binnenkomst zonder visum toestaan) om daar diensten te verrichten Als de Turkse onderdaan zich aan de Duitse/Deense/Nederlandse grens aanmeldt zonder Schengenvisum, stellen de bevoegde autoriteiten na onderzoek van de overgelegde documenten vast of de Turkse onderdaan, gelet op het doel van zijn reis, voldoet aan de voorwaarden om te worden vrijgesteld van de visumplicht. Als dat zo is, verlenen de grenswachters hem zonder visum toegang tot het grondgebied van Duitsland/Denemarken/Nederland. Als de Turkse onderdaan bij de Duitse/Deense/Nederlandse consulaire autoriteiten een visum voor kort verblijf aanvraagt, stellen die autoriteiten hem ervan in kennis dat hij vrijstelling van de visumplicht geniet om Duitsland/Denemarken/Nederland binnen te komen en geven zij hem dus geen visum af. Geval 2. Binnenkomst in een lidstaat via het grondgebied van een of meer andere lidstaten 2.1. Turkse onderdaan die naar Polen reist (of naar een van de andere lidstaten die binnenkomst zonder visum niet toestaan) via onder meer Duitsland, om in Polen diensten te verrichten Een visum is vereist om naar Polen te reizen. Een Schengenvisum dat is afgegeven door Polen, als hoofdbestemming van de reis, geeft de houder een recht van doorreis over het grondgebied van alle andere Schengenstaten alsmede Bulgarije, Cyprus en Roemenië (zie deel twee, hoofdstuk I, punt 9.2, van het handboek). 2.2. Turkse onderdaan die naar Duitsland/Denemarken/ ederland reist (lidstaten die binnenkomst zonder visum toestaan) via Bulgarije, Hongarije en Oostenrijk (lidstaten die binnenkomst zonder visum niet toestaan) om uitsluitend in Duitsland/Denemarken/ ederland diensten te verrichten Hoewel een Turkse onderdaan is vrijgesteld van de visumplicht om het grondgebied van Duitsland/Denemarken/Nederland binnen te komen met het oog op het besturen van vrachtwagens of het leveren van goederen aan een Duitse/Deense/Nederlandse onderneming, is een visum wel vereist voor de doorreis via Bulgarije, Hongarije en Oostenrijk. 4 Deze situatieschetsen beschrijven de meest relevante voorbeelden, maar bestrijken niet alle situaties. NL 9 NL

Als de Turkse onderdaan bij de Duitse/Deense/Nederlandse consulaire autoriteiten een visum voor kort verblijf aanvraagt, stellen die autoriteiten hem ervan in kennis dat hij vrijstelling van de visumplicht geniet om Duitsland/Denemarken/Nederland binnen te komen en geven zij hem dus geen visum af. Zij delen hem echter mede dat hij een visum nodig heeft voor een deel van zijn reis. Aangezien hij geen visum nodig heeft voor het binnenkomen van de lidstaat die zijn hoofdbestemming is, maar voor de doorreis door andere lidstaten, dient de Turkse onderdaan een visum voor kort verblijf aan te vragen bij de consulaire autoriteiten van de lidstaat van eerste binnenkomst in het Schengengebied (in dit geval Hongarije). Als een Turkse onderdaan zich zonder visum aanmeldt bij bijvoorbeeld de Hongaarse grens, zullen de grenswachters hem de toegang tot het Schengengebied weigeren 5. In uitzonderlijke gevallen 6 kunnen zij hem een visum afgeven aan de grens (zie deel twee, hoofdstuk I, punt 7, van het handboek). Bulgarije en Roemenië geven geen Schengenvisa af maar staan de houder van een Schengenvisum doorreis over hun grondgebied toe (zie deel twee, hoofdstuk I, punt 9.2, van het handboek). Geval 3. Binnenkomst in een lidstaat na een verblijf in een andere lidstaat Turkse onderdaan die legaal zonder visum verblijft in Duitsland (lidstaat die binnenkomst zonder visum toestaat), waar hij diensten verricht, en die verder reist naar Denemarken/ ederland (lidstaat die binnenkomst zonder visum toestaat) of naar Oostenrijk (of naar elke andere lidstaat die binnenkomst zonder visum niet toestaat) om daar diensten te verrichten In dit geval is een Turkse onderdaan vrijgesteld van de visumplicht als hij naar Denemarken/Nederland reist. Om Oostenrijk binnen te komen is daarentegen een visum vereist; de Turkse onderdaan dient dit visum te verkrijgen voordat hij naar Duitsland reist, als zijn reis naar Oostenrijk reeds is gepland, of uiterlijk in Duitsland, vóór zijn aankomst aan de Oostenrijkse grens. De lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van de visumaanvraag is de lidstaat van eerste binnenkomst in het Schengengebied na het verblijf van de aanvrager in Duitsland/Denemarken/Nederland (in dit geval Oostenrijk). Een Turkse onderdaan die rechtstreeks en zonder visum per vliegtuig naar Duitsland reist, bijvoorbeeld om een andere vrachtwagenchauffeur die in Duitsland ziek is geworden te vervangen en diens vrachtwagen van Duitsland terug naar Turkije te rijden, heeft een visum nodig om met deze truck door andere lidstaten te rijden op zijn weg terug naar Turkije. In dit geval zal hij tevens vrijgesteld zijn van de visumplicht om met deze vrachtwagen door Denemarken te rijden, voor zover aan alle andere voorwaarden is voldaan. 5 6 Op basis van de artikelen 5 en 13 van de Schengengrenscode. Verordening (EG) nr. 415/2003 van de Raad van 27 februari 2003 betreffende de afgifte van visa aan de grens, inclusief aan transiterende zeelieden. NL 10 NL