FAI SPORT CODE SECTIE 6 MECHANISCH AANGEDREVEN VLIEGTUIGEN

FAI SPORT CODE SECTIE 6 MECHANISCH AANGEDREVEN VLIEGTUIGEN Versie 2010-1

Auteursrecht 2010 Alle rechten zijn gereserveerd. De auteursrechten van dit document zijn het eigendom van Vliegen is een Kunst (VINK). Hierbij wordt de toestemming verleend aan een ieder die namens VINK optreedt om; dit document te kopiëren, af te drukken en te verspreiden met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1. Dit document mag alleen als bron van informatie gebruikt worden en mag niet gebruikt worden voor commerciële doeleinden. 2. In elk kopie van dit document moet deze verklaring van auteursrecht opgenomen zijn. Opgemerkt wordt dat elk product, proces of techniek die in dit document beschreven wordt, mogelijk voorbehouden is aan VINK of aan derden (bv. FAI, BAeA) en uitgezonderd is van deze verklaring. Versie 2010-1 ii

Eigendomsrecht Nederlandse Nationale Aerobatic Wedstrijden Alle Nederlandse Nationale Aerobatic Wedstrijden die geheel of gedeeltelijk op basis van deze regels georganiseerd worden, worden VINK Nederlandse Nationale Aerobatic Evenementen genoemd. VINK beheerd en is eigenaar van alle rechten met betrekking tot VINK Nederlandse Nationale Aerobatic Evenementen. Alle VINK Nederlandse Nationale Aerobatic Evenementen moeten opgenomen worden in de VINK Kalender van Aerobatic Evenementen. Schriftelijk toestemming van VINK is vereist voordat enig recht op dergelijke wedstrijden, inclusief maar niet beperkt tot adverteren, gebruik van de naam of het logo van een evenement voor verkoopdoeleinden en geluid of beeld, ongeacht of ze opgenomen worden of rechtstreeks uitgezonden worden, commercieel geëxploiteerd mag worden. Dit geldt vooral voor alle rechten op materiaal, elektronisch of op een andere wijze verkregen, dat deel uit maakt van beoordeling, score, prestatie evaluatie of informatie systeem of methode dat in een VINK Nederlands Nationaal Aerobatic Evenement gebruikt wordt. Een ieder of iedere rechtsgeldig lichaam die een VINK Nederlands Nationaal Aerobatic Evenement organiseert, ongeacht of dit schriftelijk overeengekomen is met VINK of niet, respecteert, zonder voorbehoud, bovengenoemde eigendomsrechten van VINK. VINK behoud alle rechten met betrekking tot het evenement indien geen officiële overdracht van rechten heeft plaatsgevonden. VINK behoud altijd het recht, ongeacht een officiële overdracht van rechten, om kosteloos te beschikken over beeld en/of geluidsopnamen van een VINK Nederlands Nationaal Aerobatic Evenement voor eigen gebruik en VINK behoud altijd het recht om kosteloos het hele evenement of een gedeelte van een evenement op te nemen, te filmen en/of te fotograferen voor eigen gebruik. Versie 2010-1 iii

Vrijwaring Niets uit dit document vervangt aerobatic instructie of instructie hoe een vliegtuig te besturen, zonder eerst een geschikte opleiding afgerond te hebben bij een gekwalificeerd individu of een gekwalificeerde organisatie. Op die plaatsen waar advies hoe te vliegen en in het bijzonder hoe aerobatic figuren te vliegen gegeven wordt, wordt dit advies aangeboden met als uitgangspunt dat deze informatie alleen toegepast wordt door diegenen die gedegen gekwalificeerd zijn en in staat zijn om dergelijke technieken toe te passen. Vliegen is een Kunst (VINK), haar bestuurders, wedstrijd officials en leden, zullen niet aansprakelijk gesteld worden voor welke claim dan ook die het gevolg is van het gebruik, of dit nu gepast is of niet, van technieken of instructies welke in dit document aangeboden worden. Het vliegen van aerobatic figuren zal door niemand getracht worden zonder dat de persoon in kwestie eerst een gedegen opleiding gevolgd heeft. Versie 2010-1 iv

Voorwoord Deze regels zijn een vertaling van het FAI document ʻSporting Code Section 6 Powered Aircraft (All categories). Alleen de regels waarnaar verwezen wordt vanuit het VINK document ʻRegels voor de uitvoering van Nederlandse Nationale Aerobatic Kampioenschappenʼ zijn vertaald. Indien de engelse versie in tegenspraak is met deze Nederlandse versie, dan zal de interpretatie van de engelse versie gelden. VINK beoogd met deze regels voor een ieder, deelnemers, wedstrijd officials als ook geïnteresseerden, duidelijkheid te scheppen met betrekking tot wedstrijd aerobatics en benadrukt dat vriendschappelijke rivaliteit en sportief gedrag het doel is van wedstrijd aerobatics. Bestuur VINK VLIEGEN IS EEN KUNST Versie 2010-1 v

Inhoud ALGEMENE REGELS VOOR WERELD EN CONTINENTALE AEROBATIC KAMPIOENSCHAP- PEN EN INTERNATIONALE AEROBATIC COMPETITIES Algemene Reglementen... 1 Veiligheid in de Lucht... 1 REGELS VOOR JURERING OP WERELD EN CONTINENTALE AEROBATIC KAMPIOEN- SCHAPPEN EN INTERNATIONALE AEROBATIC COMPETITIES Raad van Rechters... 2 Kwalificaties van de Rechters... 2 Locatie van de Rechters... 2 Administratie van de Jurering... 2 Procedure voor het Cijfer Nul... 2 DE ORGANISATIE VAN WERELD OF CONTINENTALE AEROBATIC KAMPIOENSCHAPPEN EN INTERNATIONALE COMPETITIES Regels voor de uitvoering... 3 Duur van de vlucht en signalen voor de start en het einde... 3 Maatregelen in het geval van Mechanische defecten... 3 Vervanging van een vliegtuig van een deelnemer... 4 Programmaʼs van Wereld en Continentale Kampioenschappen... 5 Competitie Vluchten... 5 Programma Q (Y52, Het Bekende Programma) - Het Bekende Verplichte Programma... 5 Programma 1 - Het Vrije Programma... 5 Programmaʼs 2 & 3 - Het Onbekende Verplichte Programma... 7 Programma 4 - Het Laatste Vrije Programma (alleen Unlimited)... 7 Vliegtuig Beperkingen... 7 Yak 52 Wedstrijden... 7 REGELS VOOR DE BEOORDELING VAN COMPETITIE VLUCHTEN Evaluatie van de Prestaties... 8 Cijfers voor Figuren... 8 Beoordeling van Positionering... 8 Beoordeling van Programma 4 (Criteria)... 9 Sancties aftrekbaar van de Totaal (gemiddelde) Score... 9 Tijdslimieten van de Programmaʼs... 9 Overtreding van Hoogte Limieten... 9 Overschrijdingen van de grenzen van de Aerobatic Box... 10 Onderbreking van een Programma of Toevoegen van Figuren... 10 Sancties en Afwaarderingen van Toepassing op Figuren in Programmaʼs Q, 1, 2, en 3... 11 Afwaarderingen... 11 Soft Zero... 11 Hard Zero... 12 Mix van Nullen... 12 CRITERIA VOOR HET BEOORDELEN VAN AEROBATIC FIGUREN Voorwoord... 14 Definitie... 14 Invalshoek... 14 Instel hoek... 14 Figuur... 14 Manoeuvre... 14 Score/Cijfer/Punt... 14 Gevlogen pad en stand van het vliegtuig... 14 Gevlogen Pad... 14 Verticale Stand van het Vliegtuig... 15 De 45 graden stand van het vliegtuig... 15 Waardering... 15 Samenvatting... 16 Correctie voor de Wind... 16 De Twee Basis Componenten van Aerobatic Constructie: Lijnen en Loopings... 17 Lijnen... 17 Versie 2010-1 vi

Loopings en gedeelten van Loopings... 18 Aresti Systeem (Samengevat) Families... 19 Familie 1 - Lijnen en Hoeken... 19 Familie 2.1-2.2 Bochten... 19 Familie 2.3-2.20 Rollende Bochten... 20 Familie 3 - Combinatie van Lijnen... 21 Familie 5 - Stall Turns... 21 Familie 6 - Tail-slides... 22 Familie 7 - Loopings, Verticale Sʼs en 8 Figuren... 23 Familie 7.1-7.4 - Halve-Loopings met Rollen... 23 Familie 7.5-7.6 - Volledige Loopings... 24 Familie 7.7. - 7.10 - Vierkante, Diamand en Achthoekige Loopings... 24 Familie 7.11-7.12 - Verticale Sʼn... 25 Familie 7.13-7.18 - Verticale 8'n... 25 Familie 7.19-7.22 - Gedeeltelijke 8'n... 26 Familie 7.23-7.30 - Horizontale 8'n... 26 Familie 7.31-7.38 - Combinatie 8'n... 26 Familie 8 - Combinaties van Lijnen, Loopings en Rollen... 27 Familie 8.1-8.28 - Humpty Bumps... 27 Familie 8.29-8.48, 8.51-8.5, Tegengestelde Half Cubans, Half Cubans, enz... 27 Familie 8.49, 8.50, 8.55 & 8.56 - Meerdere Looping Combinaties... 27 Familie 8.57-8.72 - Tranen... 28 Familie 9 - Rollen en Spins... 28 Familie 9.1 - Langzame Rollen... 29 Familie 9.2-9.8 - Rollen met Onderbrekingen of Stops... 29 Familie 9.9 - Positieve Flick Rollen... 29 Familie 9.10 - Negatieve Flick Rollen... 30 Familie 9.11 en 9.12 - Spins... 30 Positionering... 31 Grenzen van de Aerobatic Box... 31 Optimale Plaatsing van Figuren... 31 Symmetrie van het Programma... 32 Samenvatting... 32 Het Laatste Vrije Programma (alleen Unlimited)... 32 Technische Verdienste (160 K)... 32 Artistieke Indruk - 40K... 33 Positionering (80K)... 33 WERKWIJZE VOOR DE HOOFD RECHTER EN DE RAAD VAN RECHTERS OP WERELD EN CONTINENTALE AEROBATIC KAMPIOENSCHAPPEN De Hoofd Rechter... 34 Hard Zeros... 34 Hard Zeros gegeven door de meerderheid van de Rechters... 35 Hard Zeros gegeven door 50% of minder van de Rechters... 35 Hard Zeros - Feit geen Perceptie... 35 Sancties voor Hoogte overschrijdingen, Onderbrekingen en Toevoegingen... 35 LIJST VAN FIGUREN VOOR PROGRAMMA 2 EN 3 Kleur Codering... 36 Yak 52... 36 Advanced... 36 Unlimited... 36 Rol, Flick en Spin Combinaties... 36 Yak 52 en Advanced... 36 Unlimited... 36 Alle Categorieën... 36 Familie 1.1 t/m 1.7... 37 Familie 1.10 t/m 1.15... 38 Familie 1.16 t/m 1.19... 39 Familie 2.1 t/m 2.10... 40 Familie 2.11 t/m 2.20... 41 Familie 5.1 Stall Turns... 42 Familie 6.1 t/m 6.2 Tail Slides... 43 Familie 7.1 t/m 7.10... 44 Versie 2010-1 vii

Familie 7.19 t/m 7.26... 45 Familie 7.27 t/m 7.38... 46 Familie 8.1 t/m 8.4... 47 Familie 8.13 t/m 8.18... 48 Familie 8.31 t/m 8.40... 49 Familie 8.41 t/m 8.52... 50 Familie 9.1, Ononderbroken Rollen... 51 Familie 9.2, Twee Punt Rollen... 52 Familie 9.4, Vier Punt Rollen... 53 Familie 9.8, Acht Punt Rollen... 54 Familie 9.9, Positieve Flick Rollen... 55 Familie 9.10, Negatieve Flick Rollen... 56 Familie 9.11, Positieve Spins... 57 Familie 9.12, Negatieve Spins... 57 -ooo- Versie 2010-1 viii

1. ALGEMENE REGELS VOOR WERELD EN CONTINENTALE AEROBATIC KAMPIOENSCHAPPEN EN INTERNATIONALE AEROBATIC COMPETITIES 1.2. Algemene Reglementen 1.2.7. Veiligheid in de Lucht VLIEGEN IS EEN KUNST 1.2.7.5. Elke deelnemer die zich gedwongen ziet een competitie vlucht te onderbreken ten gevolge van een dreigende aanvaring in de lucht met een ander luchtvaartuig of een vogel, zal op gelijke wijze behandeld worden als bij onderbreking van de vlucht ten gevolge van een mechanisch defect (paragraaf 4.2.7). Indien de deelnemer gedwongen is om rond te cirkelen om het gevaar te ontwijken dan zal de Hoofd Rechter, indien noodzakelijk, extra tijd bijtellen. -ooo- Versie 2010-1 1

2. REGELS VOOR JURERING OP WERELD EN CONTINENTALE AEROBATIC KAMPIOENSCHAPPEN EN INTERNATIONALE AEROBATIC COMPETITIES 2.1. Raad van Rechters 2.1.3. Kwalificaties van de Rechters 2.1.3.2. a) In het jaar waarin het kampioenschap gehouden wordt of het daaraan voorafgaande kalender jaar, zal een Rechter een gelijkwaardige klasse gejureerd hebben op een nationaal of een internationaal aerobatic kampioenschap, of gevlogen hebben in die klasse als deelnemer, of dienst gedaan hebben als trainer met o.a. als taak het beoordelen van leden van het team in die klasse. c) Hier bovenop zal, voorafgaand aan het kampioenschap, de Hoofd Rechter elke potentiële Internationale Rechter interviewen. Dit interview zal de basis competentie van de Rechter en zijn/haar kennis van de regels vaststellen. Dit examen zal bevatten, maar niet beperkt zijn tot; criteria voor jureren, bekendheid met het Aresti Systeem (Samengevat), en de vaardigheid om direct complexe figuren en programmaʼs te kunnen interpreteren. De Hoofd Rechter zal zeker stellen dat elke Rechter in het bezit is van de geldende regels en een vertaling indien noodzakelijk. De Internationale Jury en de Hoofd Rechter hebben de autoriteit om elke Rechter van het kampioenschap te diskwalificeren indien zij beoordelen dat de Rechter doorlopend beïnvloed of niet competent is. Deze beslissing is definitief en er kan niet tegen geprotesteerd worden of in beroep gegaan worden. 2.1.7. Locatie van de Rechters 2.1.7.1. De locaties van de Rechters zullen aangewezen worden door de Hoofd Rechter op een geschikte positie om de deelnemers te observeren en zullen tenminste 15 meter van elkaar verwijderd zijn. De afstand van de locatie van de Rechters tot het eindpunt van de x/y as zal tenminste 150 m en maximaal 250 zijn. 2.3. Administratie van de Jurering 2.3.5. Procedure voor het Cijfer Nul VLIEGEN IS EEN KUNST 2.3.5.1. Een cijfer nul wordt om de volgende twee redenen gegeven: Een figuur wordt gevlogen met één grote fout (b.v. een geometrische fout van 90 graden of meer, of simpelweg de verkeerde figuur), of een figuur wordt in beginsel goed gevlogen maar bevat zoveel kleine fouten dat door de aftrek van punten het cijfer nul gegeven wordt. De eerste nul wordt een ʻHard Zeroʼ genoemd en op het score blad aangegeven met ʻHZʼ. het tweede type nul wordt een ʻSoft Zeroʼ genoemd en aangegeven op het score blad met 0,0. -ooo- Versie 2010-1 2

4. DE ORGANISATIE VAN WERELD OF CONTINENTALE AEROBATIC KAM- PIOENSCHAPPEN EN INTERNATIONALE COMPETITIES 4.2. Regels voor de uitvoering 4.2.6. Duur van de vlucht en signalen voor de start en het einde 4.2.6.1. Tijds limieten 4.2.6.2. Signalen a) De tijdslimiet van de start (ʻlift offʼ) tot het verlaten van de box (ʻwing dipsʼ aan het eind van de vlucht) voor programma Q bedraagt 10 minuten (12 minuten voor Yak 52). Tijdens de vlucht is het aan de vlieger toegestaan om oefenfiguren te vliegen voorafgaand aan en na de uitvoering van programma Q. het einde van de 10 minuten periode zal duidelijk door de Hoofd Rechter d.m.v. radio aan de deelnemer bekend gemaakt worden. Elke figuur die na de 10 minuten periode gevlogen wordt zal niet door de Rechters beoordeeld worden. In het geval dat de vlieger een toegestane weeronderbreking invoegt, zal de stopwatch gestopt worden op het moment van de derde ʻwing dipʼ aan het begin van de onderbreking en zal herstart worden op de derde ʻwing dipʼ aan het begin van het tweede gedeelte van het onderbroken programma. b) Programmaʼs 1-3 moeten binnen 15 minuten afgerond worden. (Let op: ʻLift Offʼ wordt gedefinieerd als het punt in de tijd waarop de Hoofd Rechter/tijdswaarnemer de deelnemer los van de grond waarneemt). c) Programma 4 (alleen U ) kent een tijdsspanne van tussen de 3 minuut 30 seconden en vier minuten waarbinnen het programma (om geen sanctie opgelegd te krijgen) afgerond moet worden vanaf het moment dat de start van het programma aangegeven wordt. d) De Hoofd Rechter zal door een uitroep of een signaal aan de ander Rechters de periode aangeven waarbinnen het programma beoordeeld moet worden. a) Een deelnemer zal het begin en einde van een programma, en elke onderbreking, aangeven door duidelijk drie (3) keer direct de een na de andere vleugel tenminste 45 graden te laten zaken. Voor tijdmeting doeleinden zal het programma starten op het moment dat de vleugel na de derde dip weer horizontaal is; en zal eindigen op het moment dat de vleugel na de derde dip van het eindsignaal weer horizontaal is. b) Het vliegtuig mag zich zowel binnen als buiten de aerobatic box bevinden tijdens het begin en het einde van het dippen van de vleugels. Het vliegtuig mag zich rechtop als ook in rugvlucht bevinden in een horizontale, klimmende of dalende vlucht. Indien de eerste figuur van een programma met rugvlucht begint, dan zullen alle vleugel dippen ook vanuit rugvlucht uitgevoerd worden. De deelnemer mag zijn rechtop stand van het vliegtuig alleen d.m.v. een halve rol verruilen voor rugvlucht voorafgaand aan de eerste dip van een vleugel. Het moment dat de vleugel weer horizontaal is houdt dus niet zonder meer in dat het vliegtuig rechtop vliegt. c) Een horizontaal gevlogen pad is noodzakelijk aan het begin van de eerste figuur. Dit horizontale pad mag beginnen binnen de aerobatic box of, tenminste indien het duidelijk zichtbaar is dat het horizontale pad zich binnen de box voortzet, buiten de box. 4.2.7. Maatregelen in het geval van Mechanische defecten 4.2.7.1. Defecten op de Grond a) Indien een deelnemend vliegtuig voor de start onbruikbaar raakt, dan kan de Internationale Jury, op aanbeveling van de Technische Commissie, de deelnemer toestaan om een ander, of hetzelfde vliegtuig na reparatie, te gebruiken. b) Indien een testvlucht noodzakelijk is en de deelnemer niet toestaat dat een niet deelnemende vlieger die uitvoert, dan zal een speciale toestemming gegeven worden aan de deelnemer om deze test te vliegen onder de volgende voorwaarden: i) de vlucht mag maximaal drie aerobatic figuren bevatten; ii) iii) VLIEGEN IS EEN KUNST deze figuren worden aanbevolen door de technische commissie en toegestaan door de Internationale Jury; de deelnemer wordt gediskwalificeerd indien hij/zij niet de bovenstaande voorwaarden in acht neemt. Versie 2010-1 3

4.2.7.2. Defecten in de Lucht a) Indien een vlieger besluit te landen naar aanleiding van een mechanisch defect, dan moet hij/zij, indien mogelijk, na de landing taxiën naar een, voor andere teamleden en toeschouwers, aangewezen afgesloten gebied. Dit gebied zal niet toegankelijk zijn behalve voor de deelnemer, de Technische Commissie en de Internationale Jury. Een techneut van het team van de deelnemer mag het gebied binnen treden na toestemming van de Jury. De deelnemer moet in zijn/haar vliegtuig blijven zitten tot dat een lid van de Internationale Jury hem/haar toestemming geeft om het te verlaten en de gelegenheid geeft om aan het vliegtuig te werken of te inspecteren. b) Indien een deelnemer zijn/haar vlucht afbreekt tengevolge van een technische schade die buiten de macht van de deelnemer om ontstaat na de start, dan mag hij/zij de vlucht overvliegen indien bewijsmateriaal van de schade getoond kan worden aan de Technische Commissie binnen twee uur na de landing. De volgende personen mogen aan het vliegtuig werken met als enig doel het vinden van de schade: de deelnemer, de door de deelnemer aangewezen techneut, een lid van de technische commissie (niet zijnde degene die behoort bij de vliegclub van de deelnemer) en de Internationale Jury. Indien de oorzaak van de schade gevonden wordt zal de schade gerepareerd worden door de techneut van het vliegtuig en andere experts in overeenstemming met de aanbevelingen van de Technische Commissie. 4.2.7.3. Elke schade zal als schade aangemerkt worden indien het een breuk of vervorming betreft gevonden aan het vliegtuig/motor of aan haar onderdelen, zonder gebruik te maken van speciale instrumenten/gereedschappen anders dan een vergrootglas. 4.2.7.4. De volgende defecten worden niet meegeteld: a) niet correcte afstellingen; b) technische problemen veroorzaakt door vuil indien aanwezig tengevolge van nalatigheid van de deelnemer of van zijn/haar team. Let op: Indien de Technische Commissie vaststelt dat de vervuiling afkomstig is van brandstof of olie die door de organisatoren beschikbaar gesteld is, dan zal de sanctie regel niet gelden; c) onvoldoende of ontbrekende veiligheidsvoorzieningen resulterend in een verandering van afstellingen tijdens de vlucht. 4.2.7.5. In bovenstaande situaties a) tot en met c) (uitgezonderd de opmerking onder b)), mag de deelnemer zijn/ haar vlucht niet nogmaals vliegen. 4.2.7.6. Binnen maximaal 5 uur na de landing van de deelnemer in kwestie zal de Internationale Jury beslissen of de vlucht over gevlogen mag worden. In het geval dat er twijfel bestaat over de bevindingen van de Technische Commissie, dan zal de deelnemer het voordeel van de twijfel genieten. 4.2.7.7. Om ervoor te zorgen dat de voortgang van de competitie niet in gevaar gebracht wordt zal de herhalingsvlucht bij de eerste beschikbare mogelijkheid zo dicht mogelijk bij de originele vluchtvolgorde gevlogen worden, zelfs als de herhalingsvlucht aan de beslissing van de Internationale Jury vooraf gaat. 4.2.7.8. De volgorde van herhalingsvluchten wordt bepaald door de volgorde van onderbrekingen van de competitie vluchten. 4.2.7.9. Een deelnemer die een herhalingsvlucht vliegt zal het gehele programma vliegen. De beoordeling zal voortgezet worden vanaf de figuur van het onderbroken programma waarin het technische probleem zich voor deed. 4.2.8. Vervanging van een vliegtuig van een deelnemer 4.2.8.1. Indien een deelnemer ten gevolge van een technische oorzaak een ander vliegtuig moet vliegen, dan is het hem/haar toegestaan om bovenop de normale veiligheidsfiguren, de figuren in onderstaande tabel te vliegen, om bekend te geraken met het vervangingsvliegtuig. Advanced Horizontale 4-punts rol, 9.4.3.4. Horizontale positieve Flick-roll, 9.9.3.4. Stall turn met een halve rol, 5.1.1. + 9.1.1.2. Unlimited Horizontale 4-punts rol, 9.4.3.4. Horizontale positieve Flick-roll, 9.9.3.4. Horizontale negatieve Flick-roll, 9.10.3.4. (ingesloten door twee halve rollen, 9.1.3.2). Stall turn met een rol, 5.1.1. + 9.1.1.4. Versie 2010-1 4

4.3. Programmaʼs van Wereld en Continentale Kampioenschappen 4.3.1. Competitie Vluchten VLIEGEN IS EEN KUNST 4.3.1.2. Voorafgaand aan het aangeven van het begin van programmaʼs 1, 2, 3 en 4 d.m.v. het dippen van de vleugel, wordt aanbevolen dat alle piloten, op de hieronder aangegeven wijze, veiligheidsmanoeuvres uitvoeren. Deze figuren zijn optioneel maar, indien gevlogen, mogen slechts éénmalig, in elke willekeurige volgorde, en achtereenvolgens op dezelfde as gevlogen worden. Ze moeten binnen de grenzen van de aerobatic box gevlogen worden: en, of of of 4.3.2. Programma Q (Y52, Het Bekende Programma) - Het Bekende Verplichte Programma 4.3.2.1. Het Bekende Verplichte Programma wordt samengesteld uit negen (9) figuren in normale vlucht en rugvlucht, uitgevoerd achtereenvolgens en zonder onderbreking, rekening houdend met de voorgeschreven volgorde van de figuren. 4.3.2.2. Het programma moet zo samengesteld zijn dat de deelnemers alle figuren veilig kunnen uitvoeren in de gebruikte vliegtuigen, vooropgesteld dat het vliegtuig voldoet aan de normale technische standaard. De figuren worden geselecteerd uit het Aresti Systeem (Samenvatting). 4.3.2.3. Programma Q van een Wereld of Continentaal Kampioenschap zal tenminste 6 maanden voor het begin van het Kampioenschap door CIVA geselecteerd en bekend gemaakt worden. 4.3.3. Programma 1 - Het Vrije Programma 4.3.3.1. Het Vrije Programma mag samengesteld worden uit een gespecificeerd maximum aantal figuren of combinatie van figuren. Een combinatie zal als één figuur gerekend worden. Alle figuren moeten geselecteerd worden uit het laatstelijk door CIVA geamendeerde Aresti Systeem (Samenvatting). De totale moeilijkheid coëfficiënt van alle figuren en combinaties van figuren zal een bepaalde hoeveelheid niet overschrijden. De limieten in elke klasse zijn gegeven in de onderstaande tabel: Maximum Aantal Figuren Maximum Totaal K Unlimited 9 420 Advanced 12 300 Yak 52 12 225 4.3.3.2. Programma 1 moet beginnen en eindigen in normale horizontale vlucht en horizontale rugvlucht. Deelnemers mogen hun programma op elke hoogte tussen de bovenste en onderste hoogte limiet beginnen. 4.3.3.3. Elke figuur of combinatie van figuren uit het laatstelijk door CIVA geamendeerde Aresti Systeem (Samenvatting) mag gekozen worden om programma 1 samen te stellen. a) Elke figuur of combinatie van figuren welke geselecteerd zijn, moeten voorzien zijn van het catalogus referentie nummer en de moeilijkheid coëfficiënt zoals aangegeven in het laatstelijk door CIVA geamendeerde Aresti Systeem (Samenvatting). De nummers en coëfficiënten in het Aresti Systeem (Samenvatting) zullen gelden. b) Elk catalogus referentie nummer mag slechts eenmaal gebruikt worden. 4.3.3.4. De methode om figuren samen te stellen en de berekening van moeilijkheid coëfficiënten zal gelijk zijn aan het Aresti Systeem (Samenvatting). Versie 2010-1 5

4.3.3.5. Compositie a) Het karakter en compositie van de basis figuur mag niet gewijzigd worden door andere figuren eraan toe te voegen. b) De draairichting van rollen is niet voorgeschreven. Echter: i) Indien meerdere rollen continu rollend uitgevoerd moeten worden zullen de tippen van de symbolen door een kleine lijn met elkaar verbonden zijn. ii) iii) Meerdere rollen die niet continu rollend uitgevoerd moeten worden maar wel in dezelfde rolrichting worden niet verbonden met een kleine lijn, maar moeten wel wijzend in dezelfde richting getekend worden. Meerdere rollen die in tegengestelde rolrichting uitgevoerd moeten worden moeten in tegengestelde rolrichting getekend worden. c) Meerdere rollen die niet continu uitgevoerd moeten worden in dezelfde rolrichting zullen niet van hetzelfde type zijn. Twee typen rollen worden als volgt gedefinieerd: i) Rolroer rollen (langzame rollen en onderbroken rollen) ii) 4.3.3.6. Verscheidenheid Flick rollen (positief en negatief) Om verscheidenheid te bereiken in programma 1, is het verplicht dat deelnemers tenminste de volgende figuren opnemen. Programmaʼs zonder deze figuren worden niet geaccepteerd: Familie Yak 52 Advanced Unlimited 1 Niet verplicht Tenminste één figuur 2 Tenminste 1 van 2.3 t/m 2.20 Een van 2.5 t/m 2.15, of 2.17 t/m 2.20 5 Tenminste één figuur Een t/m drie figuren 6 Niet verplicht Tenminste één figuur 7 Tenminste één figuur 8 Tenminste één figuur Tenminste één figuur, maar niet meer dan 4 figuren van 8.1 t/m 8.4 9.1 t/m 9.8 Tenminste één van elke sub-familie Niet gespecificeerd 9.9 & 9.10 Tenminste twee, maar niet noodzakelijk één van elke sub-familie Tenminste twee van elke sub-familie 9.11 & 9.12 Slechts één figuur van één van beiden Tegenovergestelde familie 9.1 t/m 9.10 Tenminste één maal Versie 2010-1 6

4.3.4. Programmaʼs 2 & 3 - Het Onbekende Verplichte Programma 4.3.4.4. a) Het maximum aantal figuren dat gekozen mag worden is als volgt: Familie Yak 52 Advanced Unlimited 1.6-1.11 Maximaal twee van kolommen 3 en 4 1.14, 1.15 Maximaal één van kolom 3 en 4 7.23 t/m 7.30 Maximaal één figuur 8.1 t/m 8.4 8.15 t/m8.18 8.31 t/m 8.34 Maximaal twee van kolommen 3 en 4 9.9 Minimaal twee, maximaal 4 Maximaal vier* 9.10 Geen Maximaal vier* 9.11 & 9.12 Maximaal één figuur *Totaal van families 9.9 en 9.10 zal niet meer zijn dan 6, waarvan tenminste één een verticale klim bevat. b) Niet meer dan één flick rol (figuur 9.9 of 9.10) per figuur. 4.3.5. Programma 4 - Het Laatste Vrije Programma (alleen Unlimited) 4.3.5.1. Programma 4 zal het laatst gevlogen programma op de competitie zijn. De selectie van figuren of figuur combinaties behoeft niet uit de Aresti Catalogus (Samenvatting) te komen; er is geen beperking van het aantal figuren en de totale moeilijkheid coëfficiënt. 4.3.5.2. Het begin en het einde van Programma 4 mag beginnen met een normale vlucht of een rugvlucht op een horizontale, dalende of klimmende lijn die niet meer dan 45 graden afwijkt van de horizontaal. Deelnemers mogen hun programma beginnen op een hoogte naar keuze tussen 100 en 1000 meter boven het vliegveld. 4.3.5.3. De Wedstrijdleider ontvangt geen formulieren met de volgorde van figuren. 4.3.5.4. Het is iedere deelnemer toegestaan om rook te gebruiken. 4.6. Vliegtuig Beperkingen 4.6.1. Yak 52 Wedstrijden 4.6.1.1. Vliegtuigen moeten een technische inspectie van de vleugel verbinding onderdelen goed doorstaan. Alleen vliegtuigen met de verstevigde vleugel en een G-limiet van +7/-5 zijn toegestaan. Ze moeten uitgerust zijn met gecontroleerde en verzegelde versnellingsmeters. Elke piloot die de +7/-5 limiet overschrijd zal uitgesloten worden van deelname aan de competitie. -ooo- Versie 2010-1 7

5. REGELS VOOR DE BEOORDELING VAN COMPETITIE VLUCHTEN 5.1. Evaluatie van de Prestaties 5.1.2. Cijfers voor Figuren 5.1.2.1. De Rechters beoordelen, onafhankelijk van elkaar, de kwaliteit van elke figuur en de componenten van de figuur van Programma Q, 1, 2 en 3. Ze geven cijfers van 0 tot 10 in stappen van 0,5 punten. De beoordeling van Programma 4 zal gebeuren in overeenstemming met 5.1.5.1. Een ʻHard Zeroʼ (HZ) wordt gegeven indien de figuur fout is of niet gevlogen is in overeenstemming met Sectie 5.3. 5.1.2.2. De scores word berekend door de moeilijkheid coëfficiënt van elke figuur te vermenigvuldigen met het cijfer waarmee de figuur gewaardeerd is. 5.1.2.3. Bij het beoordelen van de kwaliteit van elke individuele figuur zullen de Rechters de volgende algemene principes hanteren: a) de geometrie van de figuren (inclusief de vorm, radius, hoeken, vlak van de vlucht, de richting van de vlucht), moet in overeenstemming zijn met de voorgeschreven karakteristiek; b) de precisie van de voorstelling, waarvoor beoordeling criteria vastgelegd zijn in Sectie 6; c) de duidelijke start en einde van elke figuur met een horizontale lijn; d) merk op dat voor Programmaʼs Q, 1, 2 en 3 de figuren gevlogen moeten worden in overeenstemming met de vooraf vastgestelde vorm van de figuur in de originele sequence. e) de beoordelingscriteria van de verschillende componenten van een samengestelde figuur blijven van kracht, maar de figuur die bestaat uit verschillende manoeuvres moet als één beschouwd worden. f) de lengte van de lijnen en de grote van de radius die het gevolg zijn van de vlieg karakteristieken van een vliegtuig zijn geen beoordelingscriteria. g) rugvlucht figuren moeten met dezelfde criteria beoordeeld worden als normale figuren. 5.1.2.4. Zodra het horizontale vliegpad eenmaal bereikt wordt aan het eind van een figuur in een sequence, dan begint de volgende figuur. Deze regel mag niet zo geïnterpreteerd worden dat een deelnemer een sanctie krijgt voor grensoverschrijdingen (zie 5.2.3) indien de volgende figuur actueel binnen de 50 m zone uitgevoerd wordt. 5.1.2.5. Indien een Rechter een figuur of een deel van een figuur mist zodanig dat een cijfer niet met vertrouwen gegeven kan worden, dan zal de Rechter een Gemiddeld of A geven voor die figuur. 5.1.4. Beoordeling van Positionering VLIEGEN IS EEN KUNST 5.1.4.1. Indien een elektronisch, radar of radio gecontroleerd volg instrument gebruikt wordt, dan wordt het observeren van box overschrijdingen en de positie van individuele figuren opgenomen. 5.1.4.2. Indien de positionering op conventionele wijze beoordeeld wordt, dan wordt het cijfer voor de positionering gegeven door de Raad van Rechters. Bij de discretie van de organisator kunnen overschrijdingen van de aerobatic box geobserveerd worden door lijnrechters. 5.1.4.3. De deelnemers moeten proberen hun programmaʼs binnen de aerobatic box en symmetrisch ten opzichte van de secundaire as te vliegen. Afhankelijk van de vlieghoogte en van de aard van de figuur, is er ook een optimale afstand ten opzichte van de Rechters waarop elke figuur gepositioneerd zou moeten worden. Op deze afstand zijn zowel de geometrische fouten in de figuur als de aard van de figuur, duidelijk en gemakkelijk te beoordelen. 5.1.4.4. Indien geen gebruik wordt gemaakt van lijnrechters, is het vooral belangrijk dat elke Rechter de positionering van elke figuur vergelijkt met de ideale positie van de figuur, en de positie van de figuur beoordeeld in relatie tot de grenzen van de aerobatic box. De hoogste cijfers worden gegeven indien het centrale punt van een programma boven de secundaire as gepositioneerd is,en indien elke figuur optimaal binnen de aerobatic box gepositioneerd is. Een uitgebreidere uitleg van de beoordelingsprincipes is gegeven in Sectie 6.9. 5.1.4.5. De K factor die hoort bij het cijfer voor de positionering hangt af van het wel of niet registreren van aerobatic box overschrijdingen. Indien ze geregistreerd worden dan maakt het ook nog uit of dit gebeurt door lijnrechters of door een elektronisch volg instrument. Versie 2010-1 8

a) Unlimited Vlucht Programma Geen overschrijdingen geregistreerd Overschrijdingen geregistreerd Elektronisch Instrument Lijnrechters Programma Q, 2 & 3 K = 60 K = 20 K = 10 Programma 1 K = 60 K = 30 K = 20 b) Advanced & yak 52 Vlucht Programma Geen overschrijdingen geregistreerd Overschrijdingen geregistreerd Elektronisch Instrument Lijnrechters Programma Q, 1, 2 & 3 K = 40 K = 20 K = 10 5.1.5. Beoordeling van Programma 4 (Criteria) 5.1.5.1. Programma 4 (Unlimited Laatste Vrije Programma) zal op de in de onderstaande tabel aangegeven onderdelen beoordeeld worden. Elk van deze onderdelen bestaat weer uit sub-onderdelen zoals omschreven in Sectie 6.10. Criteria K-factor Technische Verdienste 160 Artistieke impressie 160 Positionering 80 Totaal 400 5.2. Sancties aftrekbaar van de Totaal (gemiddelde) Score 5.2.1. Tijdslimieten van de Programmaʼs 5.2.1.1. Figuren van Programmaʼs Q, 1, 2 en 3 die na het verstrijken van de voorgeschreven tijdslimiet voor het klimmen en vliegen van het programma (zie Regels 4.2.6.1) gevlogen worden, zullen niet door de Rechters beoordeeld worden. Het einde van de toegestane tijd zal aangegeven worden door de Hoofd Rechter. 5.2.1.2. Elke afwijking, korter of langer, van de toegestane tijd voor Programma 4 zal een sanctie van 10 punten geven voor elke seconde of fractie van een seconde afwijking. 5.2.1.3. Het niet precies naleven van Regel 4.2.6.2 door een deelnemer in Programma 4 (aangeven van start en einde) zal resulteren in een sanctie van 150 punten. Dit controleren en hierover beslissen is de taak van de Hoofd Rechter bijgestaan door de tijdswaarnemers. 5.2.2. Overtreding van Hoogte Limieten 5.2.2.1. Unlimited a) Voor elke duidelijke en zichtbare overtreding van de onderste hoogte limiet tijdens het uitvoeren van Programma's Q, 1, 2, 3 en 4, zal de deelnemer een sanctie van 250 punten opgelegd krijgen; daarbovenop komen 250 sanctie punten voor elke figuur die geheel onder de onderste hoogte limiet gevlogen is; voor een overtreding van de bovenste hoogte limiet worden 50 sanctie punten gegeven. Een deelnemer die lager dan 50 meter vliegt wordt gediskwalificeerd (van het huidige programma) voor het veroorzaken van een gevaarlijke situatie. Versie 2010-1 9

5.2.2.2. Advanced en Yak 52 a) Voor elke duidelijke en zichtbare overtreding van de onderste hoogte limiet tijdens het uitvoeren van elk willekeurig programma, zal de deelnemer een sanctie van 200 punten opgelegd krijgen; daarbovenop komen 200 sanctie punten voor elke figuur die geheel onder de onderste hoogte limiet gevlogen is. Voor een overtreding van de bovenste hoogte limiet worden 30 sanctie punten gegeven. Een deelnemer die lager dan 100 meter ( A ) of 150 meter ( Y52 ) vliegt wordt gediskwalificeerd (van het huidige programma) voor het veroorzaken van een gevaarlijke situatie. 5.2.2.3. Indien een precisie hoogte meet instrument niet beschikbaar is, dan zullen overtredingen van de onderste hoogte limieten door de Rechters geschat worden en zal er een sanctie opgelegd worden alleen indien de meerderheid van de Rechters de overtreding waargenomen en duidelijk aangegeven heeft op hun beoordelingsbladen. Indien de benodigde meerderheid van de Raad van Rechters niet bereikt kan worden, dan zal de Hoofd Rechter de beslissende stem hebben. Een overtreding van de onderste 50 meter hoogte limiet moet overeengekomen worden door tenminste tweederde van de Rechters, ongeacht of een precisie hoogte meet instrument beschikbaar is of niet. 5.2.3. Overschrijdingen van de grenzen van de Aerobatic Box 5.2.3.1. Een overschrijding heeft plaatsgevonden indien de romp van het vliegtuig, vanuit het oogpunt van de lijnrechters, de lijn die gecontroleerd wordt, overschreden heeft, zelfs als dit meerdere malen in één enkel figuur voorkomt. 5.2.3.2. De Aerobatic box voor alle programmaʼs zal 1000 meter zijn voor zowel de hoofd (x) en de dwarswind (y) as. In Programmaʼs Q, 1, 2 en 3 kunnen overschrijdingen vastgelegd worden door een technisch apparaat of door vier lijnrechters. In het geval dat aerobatic box overschrijdingen niet vastgelegd worden, dan worden de hoogste K factoren voor positionering gebruikt (zie 5.1.4.5). De beslissing om deze optie toe te passen zal niet later dan het tweede competitie bulletin bekend gemaakt worden. 5.2.3.3. Voor elke overschrijding van de grens van de aerobatic box in programmaʼs Q, 1, 2 en 3 met meer dan 50 meter in de richting van de x-as en/of de y-as krijgt de piloot een sanctie opgelegd in overeenstemming met de hieronder gegeven tabel; dit is van toepassing op het gebruik van zowel de conventionele als de technische methode (zowel visueel waarnemen als ʻtrackingʼ). 5.2.3.4. Indien de conventionele methode toegepast wordt zal elke overschrijding van 50 meter of meer gesanctioneerd worden. Daarna zal voor elke figuur die meer dan 50 meter buiten de box begint, meer sanctie punten gegeven worden, wederom in overeenstemming met onderstaande tabel. Box Overschrijding Unlimited Advanced of Yak 52 Sanctie tarief 30 20 5.2.5. Onderbreking van een Programma of Toevoegen van Figuren 5.2.5.1. Een deelnemer krijgt een sanctie opgelegd, in overeenstemming met het toepasselijke tarief, indien hij/zij zijn/haar programma onderbreekt: a) door de vleugel drie (3) maal direct na elkaar te laten zaken; b) om een hoogte verandering of een richtingsverandering te bewerkstelligen tussen twee figuren (meer dan 90 0) ; c) om hoogte te verliezen of te winnen; 5.2.5.2. Na een programma onderbreking, zal de deelnemer zijn/haar programma vervolgen met de figuur a) direct voorafgaand aan het moment van onderbreking; b) waarin de onderbreking zich voordeed; c) direct volgend op de onderbreking; In geen geval zal een figuur die reeds een cijfer ontvangen heeft (zelfs als dit 0 is) voorafgaand aan de onderbreking zoals in 5.2.5.2 een nieuw cijfer ontvangen. 5.2.5.3. Indien de deelnemer op een andere plaats dan in 5.2.5.2. toegestaan zijn/haar programma hervat, dan zal de deelnemer aanvullende stafpunten krijgen in overeenstemming met het geldende tarief. Versie 2010-1 10

5.2.5.4. De toevoeging van een figuur aan een sequence zal tevens leiden tot een sanctie, maar alle volgende figuren die correct gevlogen worden zullen beoordeeld worden. Bijvoorbeeld, indien de toegevoegde figuur een herhaling is van de voorgaande figuur, dan zal de score van de originele figuur behouden blijven, zelfs als deze 0 is. In geen geval zal toegestaan worden dat de deelnemer door het toevoegen van een figuur een voordeel behaald. Onderbreking of Toevoeging Unlimited Advanced Yak 52 Sanctie tarief 150 100 50 5.3. Sancties en Afwaarderingen van Toepassing op Figuren in Programmaʼs Q, 1, 2, en 3 Een Rechter gaat ervan uit dat een deelnemer een perfecte figuur gaat vliegen, daarom begint hij/zij met het cijfer 10 en vervolgt met het afwaarderen van dit cijfer (a) met vastgestelde waarden zoals hier beschreven, en (b) met overige waarden in overeenstemming met de Beoordelingscriteria in Sectie 6. 5.3.1. Afwaarderingen 5.3.1.1. Afwezigheid van een duidelijke horizontale start en einde van een figuur zal het cijfer met 1 punt verminderen voor elke figuur in kwestie. 5.3.1.2. Elke afwijking van de correcte richting van het vliegpad aan het einde van een figuur zal leiden tot een vermindering van 0,5 punten per 2,5 0 afwijking, 1 punt per 5 0 afwijking. 5.3.1.3. Omdat er geen vrije ruimte bestaat tussen de figuren (5.1.2.4) zal elke afwaardering in overeenstemming met 5.3.1.2 ook als een fout gezien worden van de daaropvolgende figuur. 5.3.1.4. Voor alle afwijkingen van de juiste geometrie (vlak van de vlucht, richting van de vlucht, hellingshoek) en voor afwijkingen van het juiste vliegpad of de juiste stand van het vliegtuig (zoals van toepassing), zal het cijfer verminderd worden met 1 punt per 5 0 afwijking. 5.3.1.5. Te ver doorrollen en vervolgens de vleugels terug rollen zal leiden tot een sanctie van 1 punt per 5 0, zelfs als de juiste geometrie naderhand weer vervolgd wordt, en ongeacht hoe snel de correctie gemaakt is. Hetzelfde zal gelden indien, aan het eind van een loop of deel van een loop, de neus van het vliegtuig te ver voorbij de gewenste lijn gestuurd is en vervolgens weer terug gebracht is. 5.3.1.6. Indien in een figuur twee of meer lijnen van dezelfde lengte moeten hebben, zal de eerst gevlogen lijn het uitgangspunt zijn in de beoordeling. Elke geobserveerde variatie moet gesanctioneerd worden door het cijfer te verminderen in overeenstemming met paragraaf 6.7.1.6 en 6.7.1.7. 5.3.1.7. Langzame rollen die in combinatie met een bocht (familie 2.3-2.20) of looping (familie 7.5-7.6) gevlogen worden, zullen vloeiend en continu gevlogen worden: er mag, bijvoorbeeld, geen enkele verandering in de rol snelheid van de rol waarneembaar zijn vanaf het begin tot het eind. 5.3.1.8. Beoordelingscriteria voor combinatie van rollen binnen bocht en loop figuren houden tevens in dat de rollen gelijk verdeeld moeten zijn binnen de figuur. 5.3.1.9. Specifieke afwaarderingen zijn aangegeven in paragraaf 6.8.3. 5.3.2. Soft Zero 5.3.2.1. Een geldig cijfer 0,0 (een Soft Zero ) wordt gegeven aan een figuur indien de afwaarderingen, die de imperfecties van de figuur weergeven, leiden tot een score lager dan 0,5. 5.3.2.2. Verder wordt het cijfer 0,0 gegeven indien de Rechter een figuur incorrect beschouwd op basis van een subjectieve perceptie, anders dan een duidelijk demonstreerbaar feit. Bijvoorbeeld, indien een Rechter van mening is dat een flick rol of een spin nooit behoorlijk autorotatie gehad heeft, of dat een tail slide niet de minimale hoeveelheid achterwaartse beweging gehad heeft. Versie 2010-1 11

5.3.3. Hard Zero 5.3.3.1. Een Hard Zero (HZ) behoort gegeven te worden indien de Rechter een figuur incorrect beschouwd naar aanleiding van een geometrische fout, zoals hieronder aangegeven, welke duidelijk verifieerbaar is als feitelijke gebeurtenis. Een Hard Zero wordt aan een figuur gegeven indien: a) een figuur wordt gevlogen zo dat deze niet overeenkomt met de tekening die door de Rechter gebruikt wordt voor de beoordeling (Formulier ʻBʼ of ʻCʼ). Aantekening - indien een figuur toegevoegd wordt aan de sequence, dan is regel 5.2.5.2 van toepassing. b) het resterende gedeelte van een bocht of een looping (Regel 5.3.1.8) bereikt een waarde van 90 0 ; c) elke afwijking van de voorgeschreven richting (Regels 5.3.1.2 en 5.3.1.3) bereikt een waarde van 90 0 ; d) elke andere op zich zelf staande afwijking van geometrie/vluchtpad/ stand van het vliegtuig/rotatie (Regel 5.3.1) bereikt een waarde van 90 0 ; e) de voorgeschreven figuur of een gedeelte daarvan is afwezig; f) elke figuur die achter de Rechters begonnen is. g) een gedeelte van de figuur was niet zichtbaar omdat het achter de wolken gevlogen is. Indien de figuur wel zichtbaar was voor de meerderheid van de Rechters, dan kan het gemiddelde van hun waardering gegeven worden door de Rechters die de figuur niet gezien hebben. Echter, indien figuren, die volgen na de figuur die een Hard Zero gekregen heeft, correct en in de juiste richting gevlogen worden, worden op de gebruikelijke wijze beoordeeld. 5.3.3.2. Voor een herhalingsvlucht (paragraaf 4.2.2.5.e) of 4.2.7.9) geldt dat figuren die gevlogen worden voor de onderbreking allemaal correct gevlogen dienen te worden. Indien een deelnemer deze figuren weglaat of niet correct vliegt om zo een oneerlijk voordeel te verkrijgen, dan zal het cijfer gegeven voor de figuur in de eerste vlucht gereduceerd worden tot een HZ. 5.3.3.3. Indien er zich problemen voordoen bij het op correcte wijze toepassen van een HZ, dan kan de Hoofd Rechter de Internationale Rechters ter plaatse samenroepen voor een discussie. De officiële video opname kan in deze discussies gebruikt worden om feitelijke gebeurtenissen, maar niet perceptuele gebeurtenissen, te helpen vaststellen. Zulke discussies zullen de volgende vluchten niet beïnvloeden. Formulier A zal achtergehouden worden tot de uiteindelijke beslissing gemaakt is bij de eerst volgende onderbreking. 5.3.4. Mix van Nullen 5.3.4.1. Het Fair Play System computer software programma kan een mix van Hard Zeros, Soft Zeros of A waarderingen in overeenstemming met paragraaf 5.3.4.4 behandelen. Om er voor te zorgen dat deze functie goed werkt, moet de Hoofd Rechter, indien noodzakelijk na een discussie zoals beschreven in paragraaf 5.3.3.3, een Confirmed Hard Zero (CHZ) in vullen op het beoordelingsformulier indien een Hard Zero inderdaad gevlogen is. Indien blijkt dat de figuur correct gevlogen is, zal het invulveld CHZ leeg blijven. 5.3.4.2. Indien de Hoofd Rechter tijdens dit proces vaststelt dat er een mix van Hard en Soft Zeros voor dezelfde fout bestaat, het is bijvoorbeeld alleen de omvang van de fout groter dan 45 graden welke niet bepaald kan worden, en deze Nullen zijn in de meerderheid voor de fout, dan zal de Hoofd Rechter de Rechters met Soft Zeros instrueren deze op hun beoordelingsblad te wijzigen in Hard Zeros en het beoordelingsblad te tekenen. De Hoofd Rechter zal vervolgens het veld CHZ markeren. Geen enkele Rechter zal als gevolg hiervan een punt aan zijn/haar Hard Zero Anomaly teller (8.8.4.2) toegevoegd krijgen. 5.3.4.3. Indien er een mix van Hard en Soft Zeros bestaat voor een figuur die achter de Rechters begonnen is (regel 5.3.3.1.f), dan zal de Hoofd Rechter de meerderheid van stemmen (met de stem van de Hoofd Rechter als beslissende stem indien noodzakelijk) laten bepalen of een Hard Zero van toepassing is. De Rechters die de figuur een score gegeven hebben en in de minderheid zijn zullen geïnstrueerd worden hun score te veranderen in een Hard Zero en het beoordelingsblad te ondertekenen. Rechters worden geïnstrueerd om, ongeacht of zij beoordelen dat een figuur achter hun positie begint, alle figuren te beoordelen. Deze beoordelingen zullen gebruikt worden indien, door te stemmen, bepaald wordt dat de figuur voor hun positie gevlogen is. 5.3.4.4. Indien er een mix van Hard, Soft Zeros, cijfers en/of A beoordelingen bestaat, gaat het computer programma hier als volgt mee om: a) A beoordelingen zullen eerst als ontbrekend gemarkeerd worden. b) Indien het CHZ veld gemarkeerd is zullen alle andere beoordelingen veranderd worden naar HZ. Versie 2010-1 12

c) Indien het CHZ veld niet gemarkeerd is zullen alle HZ beoordelingen veranderd worden in ontbrekend. Na het normalisatie proces worden alle ontbrekende waarden vervangen door door het computer programma vastgestelde waarden. -ooo- Versie 2010-1 13

6. CRITERIA VOOR HET BEOORDELEN VAN AEROBATIC FIGUREN 6.1. Voorwoord 6.1.1.1. In dit hoofdstuk staat uitgebreid beschreven en wordt verduidelijkt hoe aerobatic figuren beoordeeld worden zoals aangegeven in regels 5.1.2. De uiteindelijke score die een figuur ontvangt wordt bepaald door vele aspecten, echter het belangrijkste aspect van elke beoordeling is de geometrie van de figuur ten opzichte van de horizon en ten opzichte van de beide assen van de aerobatic box. De geometrie van een figuur wordt op twee verschillende manieren beoordeeld; gevlogen pad en stand van het vliegtuig. 6.2. Definitie 6.2.1. Invalshoek Er bestaan woorden en zinnen die met een nauwkeurige betekenis constant in de tekst voorkomen, en het is goed om hier te beginnen met te omschrijven met welke betekenis ze gebruikt worden. 6.2.1.1. De hoek die de luchtstroom maakt ten opzichte van de koorde van de vleugels van het vliegtuig. 6.2.2. Instel hoek 6.2.2.1. De hoek die de koorde van de vleugel maakt met de langsas van het vliegtuig. 6.2.3. Figuur 6.2.3.1. Elke afzonderlijke component van een sequence, welke meerdere manoeuvres kan combineren. Elke figuur start en eindigt met een horizontale lijn. 6.2.4. Manoeuvre 6.2.4.1. Alle basis aerobatic bewegingen, welke gecombineerd kunnen worden om gezamenlijk een figuur te maken (bv. een avalanche is een figuur die bestaat uit twee manoeuvres; looping en een flick rol). 6.2.5. Score/Cijfer/Punt 6.2.5.1. Cijfers worden gegeven (van 0 t/m 10) door Rechters en komen tot stand door het ideale cijfer van 10 te verminderen met punten. De score wordt bepaald door de cijfers van alle Rechters te vermenigvuldigen met de coëfficiënten (K factoren) en bij elkaar op te tellen. 6.3. Gevlogen pad en stand van het vliegtuig 6.3.1. Gevlogen Pad VLIEGEN IS EEN KUNST 6.3.1.1. Stel het vliegtuig voor alsof het één enkel punt is. Het gevlogen pad is het pad dat dit ene punt afgelegd heeft door de lucht. Het gevlogen pad dient beoordeeld te worden in relatie tot vaste referenties zoals de horizon of de X en Y assen van de aerobatic box (figuur 1). Versie 2010-1 14

6.3.2. Verticale Stand van het Vliegtuig 6.3.2.1. Verticale lijnen worden beoordeeld door de stand van het vliegtuig (en niet het gevlogen pad) in relatie tot de horizon te vergelijken. Indien het gevlogen pad, in een windstille situatie, exact 90 is ten opzichte van de horizon, dan is de invalshoek dusdanig dat de vleugels geen draagkracht produceren. Deze stand van het vliegtuig definieert de juiste stand voor een verticale lijn. De verticale lijn is de zogenaamde nul-draagkracht as. a) Bij sommige vliegtuigen is de langsas niet verticaal wanneer het vliegtuig de verticale stand heeft (figuur 2). De jury moet voor elk vliegtuig type de juiste verticale stand bepalen. Het observeren van trainingsvluchten is de beste mogelijkheid om dit te bepalen en om het verschil tussen de stand van het vliegtuig voor opgaande en neergaande lijnen op te merken. b) Een hulpmiddel om de juiste verticale stand te bepalen is het observeren van verticale rollen. Gedurende perfect gevlogen verticale rollen zijn de tippen van de vleugels continu parallel aan de horizon; dit is vooral duidelijk te zien na 90 rol. c) Merk op dat, voor vliegtuigen die een nul-draagkracht as hebben die niet door de staart van het vliegtuig heen loopt, de staart van het vliegtuig een spiralende beweging maakt gedurende een perfect uitgevoerde verticale rol. Vanuit het perspectief van de jury lijkt het erop alsof de verticale stand niet goed gevlogen wordt. 6.3.2.2. Indien het geen windstille situatie is, zal het gevlogen pad een hoek maken met de verticaal. Dit effect van de wind behoord door de Rechters geheel genegeerd te worden. Alleen de stand van het vliegtuig behoord beoordeeld worden (Figuur 3). 6.3.3. De 45 graden stand van het vliegtuig 6.3.3.1. Dit is de verticale stand van het vliegtuig plus of min 45. Omdat het nauwkeurig beoordelen van 45 lijnen moeilijk is, moet punten aftrek met terughoudendheid gedaan worden. Indien een correct gevlogen 45 lijn tegen de wind in uitgevoerd wordt, zal het gevlogen pad steiler dan 45 zijn. Het tegenovergestelde is waar voor wind mee (figuur 4). Dit effect van de wind moet, net als bij de beoordeling van de verticale stand van het vliegtuig, genegeerd worden door de Rechters. Alleen de stand van het vliegtuig moet beoordeeld worden. De voorgeschreven punten aftrek is één (1) punt per vijf (5) graden verschil met de correcte geometrie (0,5 punten per 2,5 graden). 6.4. Waardering 6.4.1.1. Alle overgangen van de ene naar de andere lijn moeten gebeuren met een redelijke en constant gevlogen radius. De grote van deze radius is geen criterium voor de waardering, en een hoger cijfer moet niet gegeven worden voor vierkante, veel-g hoeken. 6.4.1.2. Er vanuit gaande dat de deelnemer een perfecte figuur vliegt, start de jury met het ideale cijfer 10. De jury trekt hier punten vanaf tijdens de uitvoering van de figuur zodra een fout gezien wordt. Deze manier van beoordelen wordt vereist door de regels. Wachten tot een figuur gevlogen is en vervolgens een cijfer geven gebaseerd op de algemene indruk van de figuur is niet de bedoeling omdat deze manier van beoordelen een inconsistent resultaat geeft. 6.4.1.3. Indien een deelnemer een figuur zo ver van de rechters vandaan vliegt dat de exacte details van de figuur niet goed beoordeeld kunnen worden, dan zal de maximum score 5.0 zijn. De overwegingen voor een Hard of een Soft zero blijven onveranderd. Indien een rechter bepaald dat het detail van de figuur geheel niet beoordeeld kan worden, dan behoort een Soft zero gegeven te worden. Versie 2010-1 15