2012 Werkprogramma voor België Europees Jaar van. Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties



Vergelijkbare documenten
Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

DEELNAME AAN NATIONALE RADEN EN COMITÉS

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Samen kinderarmoede voorkomen en bestrijden. Consultatiemoment voor de opmaak van het tweede nationaal kinderarmoedebestrijdingsplan (17 juni 2016)

R A P P O R T Nr

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN

Gelet op hoofdstuk IV van de Grondwet;

Sterk door overleg. Adviesfunctie

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN

FEDERALE PRIJS ARMOEDEBESTRIJDING 2019 *** Reglement. Hoofdstuk 1: Doel van het reglement

2. Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid

Hieronder wordt meer in detail toegelicht welke acties de FOD Sociale Zekerheid met betrekking tot deze verschillende taken ondernomen heeft.

Bijlage Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid

Verdeling van de ministeriële bevoegdheden

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 7 december

in de wereld van werk

ACTIEF OUDER WORDEN. Visie van de Vlaamse Ouderenraad

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in Vlaanderen

Ontwerp van samenwerkingsakkoord

Innovatie in zorg. Prof.Dr. Dominique Verté

MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Audiovisuele Mediacademie

ADVIES. Brussels actieplan ter bestrijding van racisme en discriminatie. 14 november 2018

De Rondetafels van de Interculturaliteit

De evolutie van de preventie in een Europees kader

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

Geachte Dames en Heren,

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

ABBEYFIELD. Zelfstandig wonen en toch niet alleen. Kabinet Minister M. Keulen. Brussel, 10 april 2009

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

betreffende sensibilisering, preventie en handhaving inzake discriminatie op de arbeidsmarkt van personen met een migratieachtergrond

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

VR MED.0146/5TER

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

De 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling in Vlaanderen

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

eu topconferentie en welzijn Brussel, juni 2008

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Handilab. 6 december Henk Van Hootegem,

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 november 2000 (04.12) (OR. fr) 14110/00 LIMITE SOC 470

Functiefamilie ET Thematische experten

Sociaal kapitaal en gezondheid. Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer

FEDERALE PRIJS ARMOEDEBESTRIJDING 2017 *** Reglement

Ouderenbeleidsplan pleit voor samenleving voor àlle leeftijden

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

ADVIES Europese Jongerenhoofdstad

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Uitgangspunt van deze omzendbrief is het subsidiëren van projecten van bepaalde duur.

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

NOTA AAN DE MINISTERRAAD

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

Aandachtspunten t.a.v. de PROVINCIES. 2. Mobiliteit Ouderen willen zich overal kunnen verplaatsen, ook bij beperking van de persoonlijke mobiliteit.

Voor ik naar hier kwam, heb ik nog even een kijkje genomen op de. organisaties, vzw s die al dan niet dringend op zoek zijn naar

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2005 (13.06) (OR. en) 9803/05 SAN 99

Het Europees Sociaal Investeringspakket door een Vlaamse bril Workshop kinderarmoede

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

INITIATIEFADVIES. 21 november 2013

Banden smeden in een wereld in verandering

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

A A N B E V E L I N G Nr AANBEVELING AAN DE PARITAIRE COMITES, DE ONDERNEMINGEN EN HUN

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

Actief ouder worden: meer dan sportelen. Prof. Dr. Anja Declercq UDL Kortrijk, 27 februari 2014

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

FEDERALE PRIJS ARMOEDEBESTRIJDING 2010 *** Reglement

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

KBO Zeeland. beleidsplan

Transcriptie:

2012 Werkprogramma voor België van Actief Ouder Worden en

2012 Werkprogramma voor België van Actief Ouder Worden en

Woord vooraf 4 1. Inleiding 5 2. Actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties: waarom het belangrijk is voor België 6 3. Hoe de verschillende regeringen in België actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties ondersteunen 9 4. Mobilisering van de stakeholders 10 4.1. Betrokkenheid en ondersteuning van de stakeholders 10 4.2. Inbreng van de stakeholders 15 5. Overzicht van de geplande activiteiten en verbintenissen 35 5.1. Lijst van de geplande activiteiten 38 5.2. Lijst van de verbintenissen 52 6. Bij wijze van conclusie 55 Bijlagen 56 Bijlagen (afzonderlijk document): Beleidsmaatregelen op het vlak van actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties van de regeringen op het federaal niveau en op het niveau van de pen en Gewesten in België.

Woord vooraf 4.1 Comment les stakeholders sont impliqués et soutenus De vergrijzing wordt vaak gezien als een bedreiging en als een last voor de begroting van de lidstaten van de Europese Unie. Toch kan ze ook beschouwd worden als een kracht die verdient gevaloriseerd te worden. Hoe kunnen wij politici, administraties, verenigingen en burgers allemaal samen het enorme potentieel van de vergrijzing voor de 21e eeuw beklemtonen en benutten en de ontwikkeling in de hand werken van een samenleving die echt voor alle leeftijdsgroepen open staat, die solidair en constructief is? Het thema geeft ons de kans om de politieke besluitvormers en de burgers in het algemeen warm te maken voor deze kwesties. Het thema is zeer ruim en impliceert dat alle betrokken actoren zich engageren. Dit kan overigens maar als een succes worden bestempeld als er een dynamiek tot stand komt, een dynamiek waar alle actoren actief bij worden betrokken. In die zin organiseren we dit Jaar in samenwerking met een groot aantal politieke besluitvormers, vertegenwoordigers uit het werkveld, ouderen- en jongerenverenigingen. Hun steun is kostbaar. De verwachtingen voor dit zijn immers groot. Het moet de publieke opinie sensibiliseren voor twee thema s: de bijdrage van ouderen aan de samenleving en het belang van solidariteit tussen de generaties. Het wordt de gelegenheid om in dit verband goede praktijken te identificeren en te verspreiden. Maar vooral de politieke verantwoordelijken en alle stakeholders moeten naar aanleiding van dit Jaar doelstellingen bepalen en de nodige maatregelen nemen om deze te verwezenlijken. Het 2012 moet de omstandigheden verbeteren waardoor de minder jongeren een zo stimulerend mogelijk leven kunnen leiden, in goede gezondheid kunnen leven, in de samenleving een actieve rol kunnen spelen, hun ervaring kunnen delen, onder meer door werk. Daarvoor moet een solidariteitskader worden gecreëerd dat de harmonie tussen de generaties kan bevorderen. De uitdaging voor elk beleidsniveau, voor de sociale partners en het maatschappelijk middenveld is de volgende: maatregelen nemen in sectoren als werkgelegenheid, gezondheidszorg, sociale diensten, volwassenenonderwijs, vrijwilligerswerk, huisvesting, informaticahulpmiddelen of transport, waar de idee actief ouder worden concrete vormen aanneemt. U mag erop rekenen dat wij alles in het werk zullen stellen om van dit een succes te maken, in nauwe samenwerking tussen België en de Europese Unie. Gilbert De Swert en Michel Jadot 1 1 Twee actieve ouderen en Voorzitters van de stuurgroep voor het 2012 van actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties. 4

1. Inleiding 4.1 Comment les stakeholders sont impliqués et soutenus Dit document is het Belgische werkprogramma voor het 2012. Het werd opgesteld ingevolge het Besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende het (art.4) 2. De structuur van het programma is gebaseerd op de outline die door de Europese Commissie werd voorgesteld tijdens de vergaderingen met de nationale coördinatoren van het Jaar. Een gemeenschappelijke structuur van de werkprogramma s van de deelnemende landen kan internationale uitwisseling vergemakkelijken. In deel 2 wordt eerst kort ingegaan op de relevantie van de thematiek van het Jaar voor België. Deel 3 gaat over het in België gevoerde overheidsbeleid met betrekking tot het thema van het Jaar. België is een federaal land en de relevante bevoegdheden situeren zich zowel op federaal als op gemeenschaps- en gewestelijk niveau. Dit deel is in feite slechts een korte doorverwijzing naar een aantal bijlagen, die in een afzonderlijk document werden gebundeld. Deel 4 is het meest uitgebreide deel van dit werkprogramma. Het betreft de mobilisatie van stakeholders in functie van het Jaar. Omdat het Jaar enkel succesvol kan zijn indien een groot aantal actoren, zowel in de overheid als in het maatschappelijk middenveld, er actief aan deelnemen is geopteerd voor een participatieve aanpak. In een eerste sectie van dit deel wordt het proces ter voorbereiding van het Jaar en de betrokkenheid van stakeholders in dat kader beschreven. In een tweede sectie komen de standpunten en ideeën van de stakeholders op twee manieren aan bod. Eerst is er een synthese van de antwoorden van stakeholders op een vragenlijst die met het oog op de voorbereiding van het Jaar werd ontwikkeld. Daarna komen de stakeholders rechtstreeks aan het woord. Ze werden uitgenodigd een korte kernboodschap te formuleren bestemd voor opname in dit werkprogramma. Deel 5 geeft een overzicht van een selectie van geplande activiteiten en engagementen zoals die op 9 december 2011 bekend waren bij de coördinatie van het in België. Dit overzicht vormt niet meer dan een startpunt. Dit programma moet een levend document zijn dat voortdurend geactualiseerd zal moeten worden. Het programma zal open staan voor organisaties die in de loop van 2012 de partners van het Jaar vervoegen en activiteiten ontwikkelen. Voor vele geplande acties moet de exacte timing nog ingevuld worden en is de beschrijving nog vaag. De partners hebben zich ertoe geëngageerd om de informatie in het werkprogramma te actualiseren van zodra meer informatie ter beschikking is. Een geactualiseerd overzicht van de activiteiten zal beschikbaar zijn op de Belgische website van het die in maart 2012 online gezet zal worden naar aanleiding van het startevenement van het in België. Deel 6 bevat een korte conclusie. 2 Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het. 5

2. Actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties: waarom het belangrijk is voor België 4.1 Comment les stakeholders sont impliqués et soutenus In België vergrijst de bevolking, net zoals bij onze Europese buren. Deze vergrijzing is het gevolg van twee demografische tendensen: de levensverwachting neemt toe en het geboortecijfer daalt. Bovendien stijgt in België ook het aandeel van de ouderen in de bevolking, door de veroudering van de babyboomgeneratie 3. Deze snelle evolutie van de demografische piramide heeft gevolgen voor onze sociale modellen, die we moeten analyseren en beheren. Vergrijzing wordt vaak gezien als een probleem, in het bijzonder voor de arbeidsmarkt en voor de financiering van de sociale zekerheid (gezondheidszorg, financiering van het pensioen gebaseerd op repartitie). Toch bieden de hogere levensverwachting en de hogere levensverwachting in goede gezondheid 4, de verbetering van het opleidingsniveau en van de levensomstandigheden kansen voor actief ouder worden: de mogelijkheid om te werken en actief aan het sociale en gezinsleven deel te nemen. Dat blijkt ook uit de bewoordingen van het Besluit betreffende het : Actief ouder worden stelt mensen in staat om hun lichamelijke, maatschappelijke en geestelijke welzijn gedurende hun hele leven te verwezenlijken en aan de samenleving deel te nemen, mét garanties inzake bescherming en veiligheid en zo nodig zorgverlening. In dat opzicht veronderstelt het bevorderen van actief ouder worden een multidimensionale aanpak en moeten alle generaties hieraan hun steun verlenen op lange termijn 5. De inzet van het Europees jaar 2012 is voor België de volgende: het in de praktijk omzetten van een multidimensionele definitie van actief ouder worden die steunt op de werkzaamheid van oudere werknemers en op diverse andere domeinen. Daarbij moet er voor gezorgd worden dat er transversale verbanden gelegd worden tussen de verschillende dimensies (holistische benadering). Actief ouder worden in tewerkstelling is zeer belangrijk. België kent immers een flinke achterstand wat tewerkstelling van oudere werknemers betreft. In 2010 bedroeg de werkgelegenheidsgraad voor 55- tot 64-jarigen slechts 37,3%, daar waar het gemiddelde voor de Europese Unie 46% bedroeg (Eurostat, 2010). De uittredingen uit de arbeidsmarkt worden niet helemaal gecompenseerd door de toestroom van jonge werknemers, er is voor sommige beroepen of kwalificaties een tekort aan arbeidskrachten en dat tekort zou nog kunnen toenemen; bovendien zou de financiële grondslag van de sociale zekerheid, die door de sociale bijdragen wordt gefinancierd, in het gedrang kunnen komen. Dat alles maakt dat langere loopbanen een noodzaak zijn. Het volstaat niet zich te concentreren op de stelsels voor vervroegde uittreding. Een competentiebeleid dat met de leeftijd rekening houdt, ondersteuning van permanente opleiding, vernieuwing in de werk organisatie, aanpassing van de werkomstandigheden zijn stuk voor stuk concrete thema s die ertoe kunnen bijdragen dat deze doelstelling wordt bereikt. Het gaat niet alleen om langere loopbanen, maar ook om het aanpassen van de loopbanen. Actief ouder worden in tewerkstelling heeft met andere woorden niet alleen betrekking op de ouderen, het gaat om een beleid voor alle leeftijdsgroepen. 3 De vaststellingen zijn gekend: zie de jaarrapporten van de Studiecommissie voor vergrijzing (SCvV). Het recentste rapport werd in juni 2011 gepubliceerd: http://www.plan.be/publications/publication_det.php?lang=nl&tm=30&is=63&keypub=1057 4 Op 65 jaar bedraagt de levensverwachting in België 15,5 jaar voor de mannen en 19,5 jaar voor de vrouwen. Op dezelfde leeftijd bedraagt de levensverwachting in goede gezondheid 11,5 jaar voor de mannen en 12,6 jaar voor de vrouwen. 5 Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie, vermeld in considerans van Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het van actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012). 6

Buiten de arbeidsmarkt slaat actief ouder worden op diverse concrete aspecten van het leven van ouder wordende mensen: hun actieve participatie aan de samenleving, hun levenskwaliteit, hun sociale bescherming,... Actief ouder worden is ook gericht op alle ouderen, met respect voor hun diversiteit. Actieve participatie van ouderen in de samenleving betekent dat ouderen betrokken worden bij beslissingen die hen aangaan. Er zijn in België heel wat adviesorganen op verschillende beleidsniveaus. Het biedt de mogelijkheid om deze te versterken. Tal van actoren steunen de participatie van ouderen aan het verenigings-, cultuur- en sociale leven,... Het kan hen in de kijker plaatsen en tussen de actoren van de verschillende sectoren (verenigingssector, publieke sector, overheden) samenwerkingsverbanden tot stand brengen. De levenskwaliteit van de ouderen, hun gezondheid, hun welzijn zijn eveneens aspecten van actief ouder worden. Ouderen moeten kunnen genieten van een goede levenskwaliteit, en liefst zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving. Dat betekent dat een preventiebeleid ze zelfredzaam moet houden (voeding, lichaamsoefening,...), maar ook dat ze zorgen en diensten krijgen die op de fysieke, geestelijke en sociale behoeften van de ouderen inspelen. Actief ouder worden betekent ook dat de oudere die zorg nodig heeft, de regie van zijn leven in eigen handen moet kunnen houden, mee beslissingen moet kunnen nemen en keuzes moet kunnen maken die op hem betrekking hebben. De verschillende beleidsinitiatieven inzake sociale aangelegenheden en gezondheid in België gaan in die richting en streven naar een globale aanpak, met inbegrip van omgeving, preventie en medisch-sociaal aanbod. Enkele van deze bevoegdheden zijn momenteel verdeeld over de federale staat en de pen en Gewesten. Na de staatshervorming die in België zal worden doorgevoerd, worden alle bevoegdheden inzake ouderenzorg aan de pen overgedragen. Deze kans moet worden aangegrepen om een beter geïntegreerd zorgbeleid te ontwikkelen. Actief ouder worden slaat ook op ons sociaal beschermingssysteem en ons beleid inzake armoedebestrijding. Om zo actief en zelfredzaam mogelijk ouder te worden, moeten ouderen over voldoende middelen beschikken. Verschillende mechanismen verhogen de laagste pensioenen om een minimuminkomen of de zorgverlening voor iedereen te garanderen. De uitdaging bestaat erin om dit grondrecht van ouderen te vrijwaren door ons pensioenstelsel en onze sociale bescherming te hervormen. Actief ouder worden heeft niet alleen betrekking op de verschillende aspecten van het leven van ouder wordende mensen, het betreft ook alle personen, hoe divers ze ook zijn. De ouderen vormen geen homogene groep; wat sociale en culturele aspecten, inkomsten, gezondheidstoestand,... betreft, zijn ze allemaal verschillend. Beleid inzake actief ouder worden moet dan ook gebaseerd zijn op een gediversifieerde benadering. Daarom is het de gelegenheid om, samen met het maatschappelijk middenveld, na te denken over wat actief ouder worden betekent voor bijvoorbeeld personen met een handicap, immigranten of mensen in een precaire toestand, Doordat de levensverwachting groot is, leven vier of zelfs vijf generaties tegelijkertijd en die hebben soms andere waarden, sociale normen, voorstellingen,... De uitdaging om solidariteit tussen de generaties te bewerkstelligen, ligt hierin dat sociale cohesie in de hand moet worden gewerkt door tussen de verschillende generaties concrete banden aan te halen. Het kan gaan over solidariteit binnen de familie of de samenleving, spontane of georganiseerde solidariteit. De maatschappelijke basis versterken is eveneens een uitdaging: ervoor zorgen dat de bevolking zich kan vinden in onze sociale stelsels, die steunen op solidariteit, solidariteit tussen de generaties, maar ook solidariteit binnen eenzelfde generatie. 7

Deze verschillende aspecten van actief ouder worden mogen niet afzonderlijk worden aangepakt: ze zijn met elkaar vervlochten. Goede maatschappelijke integratie leidt tot een betere subjectieve gezondheidstoestand en een betere perceptie van de levenskwaliteit. Oudere werknemers met een goede gezondheid kunnen ook langer actief blijven op de arbeidsmarkt. De uitdaging waarvoor het staat, is dan ook de volgende: komen tot een geïntegreerde politieke visie van actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties. Een cruciaal punt van dit geïntegreerde beleid situeert zich op lokaal niveau. In België werden in die zin al tal van initiatieven genomen, maar deze zijn onvoldoende gekend of worden niet genoeg gesteund. Het Europees Jaar wordt de gelegenheid om deze initiatieven zichtbaarder te maken en beter te ondersteunen en zo de verschillende Belgische overheidsniveaus in staat te stellen om elkaars acties beter te leren kennen. In het kader van het kan ook over de grenzen heen informatie worden uitgewisseld, komt er een proces tot stand waarbij de lidstaten en de stakeholders op alle niveaus van elkaar leren, om de beleidsinitiatieven inzake actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties te promoten, goede praktijken te definiëren en te verspreiden en samenwerking en synergie in de hand te werken. 8

3. Hoe de verschillende regeringen in België actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties ondersteunen 4.1 Comment les stakeholders sont impliqués et soutenus Voor de beschrijving van de beleidsstrategie inzake actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties wordt verwezen naar het tweede verslag dat België eind 2011 heeft ingediend in het kader van de followup van de strategie voor de regionale implementatie van het Internationaal actieplan (Verenigde Naties) van Madrid inzake de vergrijzing (Madrid International Plan of Action on Ageing MIPAA) 6 (bijlage 1). Alle beleidsniveaus (federaal, Gewesten en pen) werden bij het opstellen van dit verslag betrokken. Het verslag is gestructureerd op basis van tien verbintenissen: - Mainstreaming (in elk beleid wordt met de vergrijzing rekening gehouden); - Participatie; - Economische groei; - Sociale beschermingssystemen; - Arbeidsmarkten; - Voortgezette vorming; - Levenskwaliteit, gezondheid en welzijn; - Gelijkheid man-vrouw; - de generaties; - Regionale samenwerking. Sommige pen en Gewesten hebben over hun beleid inzake actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties overigens bijkomende documenten bezorgd. Deze zijn opgenomen in de bijlagen 2 tot 5. 6 Over de follow-up van de implementatie, zie http://www.monitoringris.org. 9

4. Mobilisering van de stakeholders 4.1 Betrokkenheid en ondersteuning van de stakeholders 4.1.1 Coördinatieproces voor het 2012 in België Voor België gebeurt de coördinatie van het proces van het 2012, op nationaal niveau, door de federale Minister voor Pensioenen, in opvolging van werkgroep 3 van de Nationale Pensioenconferentie 7 gewijd aan De ouderen en de samenleving. Tussen 2008 en 2010 werd er een Nationale Pensioenconferentie georganiseerd om de pensioensystemen te hervormen en te versterken. Binnen deze Conferentie werd een werkgroep opgericht die zich gebogen heeft over de plaats van de ouderen in onze samenleving. Deze werkgroep was samengesteld uit verscheidene actoren van het administratieve en het politieke niveau, de sociale partners en de ouderenverenigingen. De Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid verzekert de administratieve coördinatie. De rol van de FOD is als volgt: - Contact met de Europese coördinatie van het Jaar; - Coördinatie op nationaal vlak; - Wetenschappelijke ondersteuning door de lancering van een wetenschappelijk onderzoek in functie van het in België; - Coördinatie van de communicatie rond het ; - Planning / organisatie van enkele sleutelevenementen. De thema s Actief ouder worden en de generaties zijn zeer ruim en multidimensioneel. De omkaderende maatregelen die genomen moeten worden om de actieve participatie van ouderen te bevorderen hebben betrekking op het arbeidsmarktbeleid, het vrijwilligerswerk, de gezondheidszorg, de sociale diensten, het volwassenenonderwijs, de huisvesting, de mobiliteit, enz Diverse politieke verantwoordelijken en administraties zijn hier bij betrokken, op verschillende niveaus. Dit geldt ook voor een groot aantal organisaties en sociale groepen, in het bijzonder voor de sociale partners. Daarom is er in België gekozen voor een participatief proces, bottom-up, om input te krijgen van de verschillende actoren en partners. Om de samenwerking met de partners vorm te geven werd een stuurgroep opgericht. Gilbert De Swert et Michel Jadot werden aangesteld als co-voorzitters van de groep. Er werd een dubbel proces opgestart om de stakeholders (belanghebbende partijen) te betrekken : - Enerzijds op het niveau van de administraties, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld; - Anderzijds op het politieke niveau (federaal en op niveau van de gemeenschappen en gewesten). Een interuniversitair consortium zal wetenschappelijke ondersteuning bieden. Het resultaat van dit proces is het werkprogramma van het 2012 in België dat werd opgesteld tijdens een werkseminarie op 25 november 2011 en dat vervolgens gevalideerd werd door een interkabinetten werkgroep. 7 http://www.pensioenconferentie.be/ 10

4.1.2 Betrokkenheid van de administraties, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld Informatievergadering Om de samenwerking tussen de verschillende actoren te stimuleren, heeft op 7 september 2011 een startvergadering plaats gevonden tussen administraties, sociale partners en organisaties uit het maatschappelijk middenveld. Volgende actoren waren uitgenodigd: - de federale administraties, gemeenschappen en gewesten, op basis van hun respectievelijke bevoegdheden: - Sociale zaken, gezondheid, hulp aan personen - Werk en werkloosheid, pensioenen - Levenslang leren - de sociale partners; - de organisaties uit het maatschappelijk middenveld: adviesorganen, verenigingen van ouderen en vrijwilligers; - de ziekenfondsen. In totaal werden meer dan zestig administraties, instellingen of organisaties uitgenodigd. Tachtig personen hebben zich ingeschreven en/of hebben deelgenomen, wat neerkomt op meer dan de helft van de uitgenodigde instellingen. Tijdens de informatievergadering werden de stakeholders geïnformeerd over het : de Europese context en de aanpak in België. De deelnemers kregen de kans opmerkingen en vragen te formuleren. Raadpleging van de stakeholders via een vragenlijst De deelnemers aan de informatievergadering van 7 september 2011 werden uitgenodigd opmerkingen te formuleren bij een ontwerp van vragenlijst dat hen voor de vergadering was toegestuurd. De vragenlijst was bedoeld om de basisinformatie te verzamelen nodig voor het opstellen van het werkprogramma van het Jaar. Volgende vragen kwamen aan bod: - Op welke domeinen (thema s van het Jaar) bent u actief? - Wat zijn de prioritaire uitdagingen? - Welk soort acties zijn nodig? - Welke activiteiten hebt u zelf gepland? - Hebben we in België goede praktijken? - Zijn er in andere EU landen goede praktijken die we tijdens dit 2012 kunnen onderzoeken? - Wilt u verbintenissen opnemen? - Hoe definieert u actief ouder worden en intergenerationele solidariteit? Naar aanleiding van enkele opmerkingen werd de vragenlijst licht gewijzigd. Na de vergadering werd de definitieve versie naar de deelnemers gezonden voor beantwoording tegen 26 september 2011. De FOD Sociale Zekerheid heeft éénenveertig antwoorden op de vragenlijst ontvangen. De helft van de instellingen die op de informatievergadering van 7 september waren uitgenodigd, hebben de vragenlijst ingevuld. 8 http://www.conferencepensions.be 11

Respondenten aantal totaal Administraties 20 Federale administraties Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid DG Sociaal beleid Federale Overheidsdienst Volksgezondheid Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Rijksdienst voor Pensioenen 6 Administraties pen en Gewesten Brussels Hoofdstedelijk Gewest pelijke scommissie Bijstand aan Personen Franse scommissie - Dienst van de Sociale Zaken Franse Algemeen secretariaat: Service de la Prospective Démographique Directie-Generaal Cultuur, Dienst Permanente Opvoeding Vlaanderen Studiedienst Vlaamse Regering Departement Werkgelegenheid en Sociale economie Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, cluster Sportbeleid VDAB SYNTRA Duitstalige Afdeling onderwijs, opleiding en werkgelegenheid en afdeling culturele en sociale aangelegenheden, dienst permanente vorming Departement Gezin, Gezondheid, Ouderen Waals Gewest FOREM Andere administraties Informatiebureau van het Europees Parlement in België Sociale partners 4 Vakbonden ACV - CSC ABVV FGTB Werkgeversorganisaties Union des Classes Moyennes UNIZO Maatschappelijk middenveld 14 Ouderen Coordination des Associations de Seniors (CAS) (Coördinatie van ouderenorganisaties) Vlaamse Ouderenraad Raadgevend comité Pensioenen Espace Seniors FEDOS OKRA Groen Plus S-Plus UCP Vrijwilligerswerk Hoge Raad voor Vrijwilligers Plateforme francophone du Volontariat (Franstalig platform voor vrijwilligerswerk) Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk Andere ZEWOPA JOETZ Andere 3 Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding Koning Boudewijnstichting Neutrale Ziekenfondsen TOTAAL 41 13 1 2 2 9 3 2 12

Dit hoge antwoordpercentage samen met de grote precisie en het groot engagement dat blijkt uit vele antwoorden op de vragenlijst tonen aan dat er veel belangstelling bestaat voor het Jaar. In eerste instantie werden de vragenlijsten geanalyseerd door de FOD Sociale Zekerheid. Verschillende documenten konden worden geproduceerd: een ruwe inhoudelijk synthese van gesuggereerde prioriteiten, een oplijsting van alle geplande activiteiten en engagementen voor het Jaar. De resultaten van de bevraging zullen verder grondig geanalyseerd worden door een studieteam. De ontwerplijst van de activiteiten werd op 17 november 2011 naar de respondenten gezonden, zodat ze de kans kregen om te verifiëren of hun bijdragen correct werden geïntegreerd en ze eventueel aanvullingen en preciseringen konden aanbrengen. Na het werkseminarie van 25 november 2011 werd deze lijst voor nazicht naar de beperkte stuurgroep gestuurd. Bilaterale ontmoetingen tussen de FOD Sociale Zekerheid en de kernadministraties In oktober en november 2011 werden bilaterale ontmoetingen georganiseerd tussen de FOD Sociale Zekerheid en bepaalde administraties, zoals de FOD Werkgelegenheid, de Programmatorische Overheids dienst (POD) Maatschappelijke integratie, de FOD Volksgezondheid en het RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering), het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen; verder ook de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België en het Informatiebureau van het Europees Parlement in België. De bedoeling was om mogelijke samenwerkingsverbanden te identificeren en hun projecten in verband met dit thema te leren kennen. 4.1.3. Betrokkenheid van het politieke niveau Tegelijkertijd werd het Jaar ook op politiek niveau voorbereid. Op 24 oktober 2011 had een werkvergadering plaats met de kabinetten van het federaal niveau en van de gefedereerde entiteiten. Hier werden het Jaar, de werkwijze en de verdere planning uiteengezet. De verschillende niveaus kregen tevens de gelegenheid om hun plannen voor het 2012 kenbaar te maken. 4.1.4. Werkseminarie om het werkprogramma voor het op te stellen Ingevolge al deze contacten, kon een werkseminarie georganiseerd worden op 25 november 2011 om het werkprogramma voor het op te stellen. Basis van de werkzaamheden was een analyse van de antwoorden op de vragenlijst over het en de resultaten van de consultatie van de leden van de interkabinetten werkgroep. Aan dit werkseminarie hebben strategische partners die een sleutelrol willen spelen in de organisatie van het in België deelgenomen. De groep is bewust beperkt van omvang gehouden om efficiënte besluitvorming in de hand te werken. Deze werkgroep vormt de beperkte stuurgroep voor het 2012 in België. Na het werkseminarie is het ontwerp werkprogramma van het 2012 gevalideerd door de interkabinetten werkgroep. 13

4.1.5. Betrokkenheid van de stakeholders tijdens het 2012 Tijdens het werkseminarie werd een werkwijze afgesproken waardoor stakeholders in de loop van het het werkprogramma permanent zullen kunnen actualiseren door het aanbrengen van nieuwe activiteiten. De samenwerking met de partners wordt voortgezet in het kader van de beperkte en de uitgebreide stuurgroep. Een beperkte stuurgroep werd samengesteld om het werkprogramma op te stellen; deze bestaat uit leden van de administraties, van het maatschappelijk middenveld, van de sociale partners, geselecteerd op basis van twee criteria: bevoegdheid in de materie en een bijzonder engagement in de voorbereiding van het Jaar. Om enerzijds zo efficiënt mogelijk te kunnen werken en anderzijds een zo breed mogelijke participatie te hebben van alle partners, is er voor gekozen om met koepelorganisaties te werken. Hierdoor zijn bepaalde organisaties slechts vertegenwoordigd door één afgevaardigde. Een uitgebreide stuurgroep bestaande uit alle actoren die zich op een of andere manier willen engageren zal op regelmatige tijdstippen geïnformeerd worden. Elkeen zal voorstellen of suggesties kunnen doen of de eigen activiteiten in verband met het 2012 kenbaar kunnen maken. Deze groep zal een rol spelen in de voorbereiding van de sleutelevenementen van het Jaar. De interkabinetten werkgroep zal in de loop van het Jaar vergaderen om de activiteiten op politiek niveau te coördineren en om op de hoogte te blijven van de werkzaamheden van de stuurgroep. De bevoegde ministeriële kabinetten, zowel federaal als op het niveau van de gemeenschappen en gewesten, zijn hierbij aanwezig. 14

4.2 Inbreng van de stakeholders 4.2.1. Inleiding Zoals eerder reeds werd aangehaald, hebben de stakeholders in het voorbereidingsproces van het Europees Jaar 2012 in België de gelegenheid gekregen zich uit te drukken, onder meer via een vragenlijst. De antwoorden hierop zijn rijk en gevarieerd. Deel 4.2.2 is een samenvatting van de inhoud van de vragenlijsten per analysedomein. Het gaat dus om een analyse en synthese. Deel 4.2.3 laat de stakeholders rechtstreeks aan het woord door hen de mogelijkheid te geven hun kernboodschap voor het 2012 uit te drukken. 4.2.2. Synthese van de antwoorden van de stakeholders op de vragenlijst in verband met het Jaar De stakeholders zijn zich ervan bewust dat de demografische veranderingen een paradigma shift noodzaken, een wijziging van de mentaliteit t.a.v. ouderdom. Men moet de verjonging van de vergrijzing erkennen: men leeft langer in goede gezondheid en men blijft langer in staat om actief deel te nemen aan de maatschappij. De verlenging van de loopbaan is een belangrijk thema voor het, want België heeft de ambitie om in het kader van de doelstelling Europa 2020 de werkzaamheidsgraad van oudere werknemers op 50% te brengen. Om dat doel te bereiken, moet de uitstapleeftijd worden verhoogd. Maar actief ouder worden beperkt zich niet tot tewerkstelling alleen. Het gaat er niet alleen om langer te werken, maar ook om andere mogelijkheden (dan via arbeid) van bijdragen aan de maatschappij te zoeken. De stakeholders vragen de organisatie van de samenleving die nog te sterk gericht is op arbeid - te herbekijken en andere mogelijkheden van ouderen tot deelname aan de maatschappij, aan het verenigingsleven en aan de familiesfeer te bevorderen. De zorg om actief ouder worden mag niet alleen geruste en gezonde ouderen raken. Ook ouderen die het meeste beperkt zijn in hun mogelijkheden kunnen op verschillende niveaus actief ouder worden. Verschillende verenigingen vragen dat bij de ontwikkeling van het concept actief ouder worden speciale aandacht besteed zou worden aan de zwakkere groepen: oudere vrouwen met een beperkt inkomen, personen met een handicap, Het gaat erom zich te richten op de levenskwaliteit van alle ouderen. Bij voorrang moet op zoek gegaan worden naar diegenen die aan de zijlijn staan en moet men hen betrekken in de maatschappij en hen begeleiden via gepaste maatregelen en zorgen. Men mag niet enkel diegenen beogen die zonder moeilijkheden de weg naar maatschappelijke participatie vinden. Inhoudelijk zijn de domeinen die in de vragenlijsten naar voor geschoven worden, zeer talrijk. Grosso modo stemmen zij overeen met de vier hoofdthema s voor het Jaar: werk, participatie in de samenleving, zelfredzaamheid en solidariteit tussen de generaties. Voor het aspect gezondheid leek het noodzakelijk om een apart domein te creëren. In al deze domeinen moet een aangepaste begeleiding van mensen die ouder worden ingesteld worden. Zo worden hier vijf analysedomeinen voorgesteld: - Werk; - Participatie van ouderen in de samenleving; - Gezondheid; - Zelfredzaamheid; - de generaties. 15

Er bestaan overlappingen tussen de verschillende domeinen en het was niet altijd gemakkelijk om een beslissing te nemen over wat best waar kon worden behandeld. De solidariteit tussen de generaties doorkruist alle thema s. Bovendien zijn sommige subthema s ook transversaal en raken ze aan verschillende domeinen. Zo wordt discriminatie op basis van leeftijd vooral behandeld in het domein werk, maar discriminaties bestaan ook in het aanbod van goederen en diensten aan ouderen (zelfredzaamheid) maar meer fundamenteel verwijzen ze naar het beeld en de rol van oudere mensen in onze samenleving, een thema dat behandeld wordt in het domein van de solidariteit tussen de generaties. Het gaat hier om een eerste analyse, bedoeld om een overzicht te geven van wat zich in de antwoorden op de vragenlijst bevindt. In deze eerste analyse werd gekozen voor een benadering per domein. In de toekomst lijkt een benadering per doelgroep ons ook noodzakelijk: wat betekent actief ouder worden voor personen met een handicap, voor migranten of personen in een moeilijke situatie of voor ouderen die in het dagelijks leven geconfronteerd worden met fysieke of mentale beperkingen? Algemeen overzicht van de analysedomeinen Werk - Leeftijdsbewust personeelsbeleid; - Sensibilisering rond oudere werknemers; - Bestrijding van discriminatie op basis van leeftijd; - Optrekking van de werkzaamheidsgraad van ouderen; - Overgang beroepsleven pensioen. Participatie van ouderen in de maatschappij - Actief deelnemen aan het maatschappelijk leven; - Politiek engagement; - Vrijwilligerswerk; - Mantelzorg. Gezondheid - Preventie van vermijdbare zorgbehoevendheid; - Organisatie van de gezondheidszorg. Zelfredzaamheid - Financiële middelen; - Aangepaste huisvesting; - Sociale voorzieningen voor ouderen; - Goederen en diensten. de generaties - Dialoog tussen de generaties; - Vrijwilligerswerk vanuit het oogpunt van de solidariteit tussen de generaties; - Rechten en non-discriminatie.

Werk Vaststellingen Dat vooral de administraties en de organisaties (vakbonden) die op het domein werk actief zijn (hiertoe behoren ook de opleidingen en de arbeidsbemiddeling) het belang van dit thema benadrukken, is geen verrassing. De Federale Overheidsdienst WASO is al lang actief op het terrein van actief ouder worden en heeft voor 2012 al belangrijke campagnes en evenementen gepland. Zo zal er in april een sensibiliseringscampagne rond oudere werknemers van start gaan. Beschrijving Als rode draad doorheen alle antwoorden komt de bezorgdheid naar voor over hoe men ervoor kan zorgen dat ook ouderen aan het werk kunnen blijven, hetzij door de werkzaamheidsgraad van ouderen op te trekken, hetzij door hen volwaardige kansen te geven op de arbeidsmarkt. Dit valt dan uiteen in volgende aandachtspunten: - voeren van een leeftijdsbewust personeelsbeleid: levenslang leren, goede en gezonde werkomstandigheden en werkomgeving, goede combinatie arbeid en gezin, aanpassing van het werk in functie van de leeftijd, aangepast werk voor ouderen, gebruik maken en valoriseren van de ervaring en de competenties van ouderen, preventie van arbeidsongevallen en arbeidsongeschiktheid, tegengaan van vooroordelen; - tegengaan van discriminaties gebaseerd op leeftijd; - nagaan hoe men de werkzaamheidsgraad van ouderen kan optrekken; - voeren van sensibiliseringscampagnes rond de tewerkstelling van oudere werknemers. Verder wordt aandacht gevraagd voor de overgang van het professionele leven naar het pensioen. Subthema s Vijf subthema s kunnen geïdentificeerd worden: - Leeftijdsbewust personeelsbeleid; - Sensibilisering rond oudere werknemers; - Bestrijding van discriminatie op basis van leeftijd; - Optrekking van de werkzaamheidsgraad van ouderen; - Overgang beroepsleven pensioen. Leeftijdsbewust personeelsbeleid Dit is een zeer belangrijk thema dat door vele actoren naar voor geschoven wordt. Er wordt ook al heel wat rond ondernomen, zowel wat betreft maatregelen als op gebied van activiteiten. Het gaat om alle maatregelen die genomen worden om ervoor te zorgen dat ook ouderen aan de slag kunnen blijven, op een respectvolle en zinvolle manier. Dit houdt in dat er rekening gehouden wordt met zowel de positieve elementen die hun leeftijd met zich meebrengt (ervaring, kennis, competenties) als met de eventuele negatieve elementen te wijten aan hun leeftijd (nood aan aangepast werk bijvoorbeeld). Belangrijk is ook dat het gaat om een beleid dat gevoerd wordt gedurende gans de beroepsloopbaan en dat dus niet enkel toegespitst is op oudere werknemers. Daarmee onderscheidt dit thema zich van het subthema optrekking van de werkzaamheidsgraad van ouderen, omdat de maatregelen die daarin aan bod komen, voornamelijk gericht zijn op oudere werknemers. Volgende thema s komen in dit deel aan bod: levenslang leren, goede en gezonde werkomstandigheden en werkomgeving, goede combinatie arbeid en gezin, aanpassing van het werk in functie van de leeftijd (aangepast werk voor ouderen), gebruik maken van de ervaring en de competenties van ouderen. 17

Sensibilisering rond oudere werknemers België wordt geconfronteerd met een lage werkzaamheidsgraad van oudere werknemers. Hoewel het generatiepact aan de basis ligt van een hele reeks maatregelen die als doel hebben deze werkzaamheidsgraad te verhogen en daarin ook voor een stuk is geslaagd, ligt de werkzaamheidsgraad van oudere werknemers in België nog steeds onder het Europees gemiddelde. Sensibiliseringscampagnes kunnen helpen om aan de bevolking, en aan de werkgevers en werknemers in het bijzonder, de noodzaak van langer werken aan te tonen en een mentaliteitswijziging ten aanzien van oudere werknemers te bewerkstelligen. Oudere werknemers zijn geen minderwaardige werknemers en beschikken over heel nuttige bekwaamheden. Ze hebben een toegevoegde waarde voor een onderneming en hun activiteit op de arbeidsmarkt is nodig, willen we onze sociale zekerheid in stand houden. Strijd tegen discriminatie op basis van leeftijd Hier gaat het om maatregelen en acties die betrekking hebben op het in kaart brengen van en het tegengaan van discriminaties op basis van leeftijd. Het zijn voornamelijk het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en de vakbonden die hierrond actief zijn. Een interessante actie is de monitoring van collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO). Optrekking van de werkzaamheidsgraad van ouderen Dit is een element dat ook vele actoren belangrijk vinden, naast het voeren van een leeftijdsbewust beleid. Het gaat om acties die langer werken aanmoedigen (op het niveau van de arbeidsorganisatie, op het niveau van de sociale zekerheid en op het niveau van fiscaliteit en financiën). Opvallend is dat er veel rond gebeurt en dat er ook veel literatuur over is. Verschillende goede praktijken uit binnen- en buitenland worden vermeld. Overgang van beroepsleven naar pensioen Dit is een thema dat wel door een aantal actoren naar voor geschoven wordt maar waar blijkbaar nog weinig onderzoek naar gedaan is, en evenmin concrete maatregelen rond genomen zijn. In Vlaanderen en Wallonië zijn er wel een aantal organisaties die een cursus Voorbereiding op pensioen organiseren. Belangrijkste in dat verband is wellicht de mogelijkheid om een pensioenberekening te kunnen maken, zodat men de gevolgen van bepaalde carrièrekeuzen kan inschatten. In het algemeen zijn er in dit domein veel interessante ideeën rond leeftijdsbewust personeelsbeleid en een aantal interessante activiteiten over het wegwerken van vooroordelen, stereotypen, 18

Participatie van ouderen in de samenleving Vaststellingen Vele actoren, vooral uit het verenigingsleven, zien de betrokkenheid van de ouderen in de samenleving als een prioriteit. Beschrijving Dit domein omvat alles wat betrekking heeft op de omstandigheden waarin oudere vrouwen en mannen aan de samenleving kunnen bijdragen door hun engagement op cultureel, politiek, sociaal en/of familiaal vlak of als vrijwilliger. De bedoeling is om de sociale participatie van ouderen te verhogen en eenzaamheid tegen te gaan. Subthema s Voor het thema participatie aan de samenleving kunnen globaal vier subthema s onderscheiden worden - Actief deelnemen aan het maatschappelijke leven; - Politiek engagement; - Vrijwilligerswerk; - Mantelzorg. Actief deelnemen aan het maatschappelijke leven Op het vlak van Actief deelnemen aan het maatschappelijke leven kan een grote diversiteit vastgesteld worden in de manier waarop de respondenten van de vragenlijst betrokken zijn. Het gaat om administraties, organisaties van het maatschappelijk middenveld en een politiek georiënteerde groep. Het thema komt neer op het actieve engagement van ouderen in het maatschappelijke leven en onderscheidt zich van het vrijwilligerswerk, de informele zorgverlening (mantelzorg) of de politieke participatie, aspecten die in de volgende subthema s aan bod komen. De belangrijkste prioriteiten en lopende studies hebben betrekking op het psychosociale aspect bij ouderen. In deze context wordt ernaar gestreefd het isolement van ouderen in de samenleving te doorbreken en actieve participatie aan te moedigen (bijvoorbeeld door betere vervoermiddelen,...). Bij de activiteiten voor 2012 valt vooral het project van het Plateforme pour le volontoriat (Vrijwilligersplatform) op: het plant een uitgebreide studie over maatschappelijk engagement en vrijwilligerswerk, die tot een praktisch werkinstrument moet leiden. Verder voert de Koning Boudewijnstichting een onderzoek naar sociaal isolement bij ouderen, met de bedoeling om aan de alarmbel te trekken. Politiek engagement Bij politieke participatie wordt de klemtoon gelegd op een groter aantal mogelijkheden voor ouderen om rechtstreeks en onrechtstreeks een steentje bij te dragen 8. In België bestaan er tal van ouderen adviescomités en -adviesraden op verschillende bestuursniveaus. Op federaal niveau is er bijvoorbeeld het Raadgevend Comité voor de Pensioensector en de Federale Adviesraad voor Ouderen 9. In de Franse is de Confédération des associations des séniors (CAS Verbond van seniorenverenigingen) de spreekbuis van de ouderen. In Vlaanderen moet de Vlaamse Ouderenraad, met de steun van de overheid, aan de beleidsorganen advies verstrekken over elke ouderenkwestie, op eigen initiatief of op verzoek van de Vlaamse Regering. Ook op lokaal vlak is er in heel wat gemeentes een gemeentelijke ouderenadviesraad 10. 8 Voorbeelden van rechtstreekse politieke participatie: oudere politici; onrechtstreekse politieke participatie van ouderen door middel van ouderenadviesraden, inspraakorganen, enz. 9 Opgericht door de wet van 8 maart 2007 tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen, maar deze is nog niet functioneel. 10 De benaming van deze raden kan variëren. Bij wijze van voorbeeld: +/- 270 Vlaamse gemeenten hebben een lokale ouderenadviesraad. 19

Vrijwilligerswerk Bij het subthema vrijwilligerswerk wordt de klemtoon gelegd op de bevordering van vrijwilligerswerk dankzij opleiding, bijstand in termen van organisatie, financiële tegemoetkomingen, informatie over dit engagement en de opwaardering ervan in de samenleving. Voor 2012 onderzoekt de Hoge Raad voor Vrijwilligers de mogelijkheid om een evenement te organiseren in verband met de overgang van het 2011 van vrijwilligerswerk naar het 2012 van actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties. Mantelzorg Inzake mantelzorg wordt als een prioriteit gezien: ondersteuning van mantelzorgers en de uitwerking van een speciaal statuut dat hen op het gebied van werkgelegenheid en sociale zekerheid beschermt. Over het statuut van de mantelzorger werd een juridische studie gerealiseerd 11. Bij wijze van conclusie: vooral de belangengroepen en in mindere mate de administraties leggen de klemtoon op deze vier thema s inzake participatie van ouderen. Ouderenorganisaties geven blijk van een duidelijke wil tot medewerking; ze organiseren voortdurend sensibiliseringscampagnes en steunen studies. Gezondheid Vaststellingen Voor de analyse van het domein in de vragenlijst gezondheid bij actief ouder worden, moeten voorafgaand twee opmerkingen worden geformuleerd. - Enerzijds dekken de ontvangen vragenlijsten niet alle actoren die op het domein van de gezondheid van ouderen actief zijn, vooral dan wat het aspect preventie betreft 12. Bovendien zijn de antwoorden op de vragenlijsten relatief beknopt. - Anderzijds ligt dit domein vaak op de grenslijn met punten die elders geheel of gedeeltelijk worden geanalyseerd. Dat is duidelijk het geval voor de mantelzorg, die in overeenstemming met het besluit aangaande het 2012 in het domein maatschappelijke participatie aan bod komt. Andere punten liggen op de grenslijn met de domeinen (preventieve) gezondheidszorg en zelfredzaamheid, zoals preventie door lichaamsbeweging (hier geanalyseerd) of de kwestie huisvesting en alternatieven voor rusthuizen (geanalyseerd onder zelfredzaamheid ). Beschrijving Het aspect gezondheid bij actief ouder worden omvat twee luiken: - Het eerste betreft de preventie van vermijdbare zorgbehoevendheid en van bepaalde ziekten, door een gezonde levenswijze en een beleid voor gezondheidsbevordering. - In geval van ziekte of zorgbehoevendheid is het belangrijk dat bij de organisatie van de zorgverlening aan ouderen rekening wordt gehouden met hun eigenheden, dat ze hun gezondheid zoveel mogelijk in eigen handen houden (empowerment) en dat ze zoveel mogelijk zelfredzaam blijven. Subthema s - Preventie van zorgbehoevendheid; - Organisatie van de gezondheidszorg. 11 http://www.aidants-proches.be/fr/etudes 12 Voorbeelden: gemeenschappen, ziekenfondsen 20

Preventie van vermijdbare zorgbehoevendheid De acties en activiteiten die door de respondenten van de vragenlijst werden ontwikkeld, kunnen in verschillende groepen worden ondergebracht: - preventieve gezondheidszorg: inentingen, preventiemodule in het globaal medisch dossier (GMD); - behoud van zelfredzaamheid, vooral door nieuwe technologieën en vernieuwende thuishulpdiensten; - bevordering van lichaamsbeweging en sport en voorkomen van vallen; - acties in verband met voeding en preventie van ondervoeding. Vanuit de bekommernis van het welzijn van een verouderende bevolking, moeten er meer maatregelen komen om te sensibiliseren rond het belang van een preventieve en periodieke medische opvolging. Dat ouderenverenigingen bijzonder actief zijn wat de promotie van lichaamsbeweging en aangepaste voeding betreft, is geen verrassing. Bovendien steunt Vlaanderen wetenschappelijk onderzoek voor de uitwerking van een strategisch plan Seniorensport. Veel van de goede praktijken die worden gemeld, houden verband met lichaamsbeweging en het voorkomen van vallen (9 van de 12 goede praktijken). Voor het aspect preventie bij actief ouder worden, moet een link worden gelegd met de domeinen gezondheid en werk. Actief ouder worden in tewerkstelling omvat eveneens een bestanddeel gezondheid : hoe arbeidsongevallen en periodes van arbeidsongeschiktheid en invaliditeit voorkomen? Hoe kunnen personen die om gezondheidsredenen een tijd inactief waren, hun werk behouden of weer aan werk geraken? Organisatie van de gezondheidszorg De federale instellingen moeten gezondheidszorg voor ouderen op een specifieke manier aanpakken: een geïntegreerde aanpak hebben, een cultuur van geriatrische verzorging verspreiden buiten de ziekenhuismuren en de medisch-sociale situatie van ouderen gestructureerd beoordelen. Een nieuwe groep van ouderen vraagt voortaan ook aandacht, nl. de kwetsbare ouderen. Het gaat om oudere of zelfs zeer oude mensen die een stabiele gezondheidstoestand hebben, maar door de kleinste gebeurtenis zorgbehoevend kunnen worden. Chronische ziekten, die frequenter worden naarmate de leeftijd stijgt, worden eveneens op een geïntegreerde manier benaderd, met een gecoördineerd preventiebeleid. De Onafhankelijke Ziekenfondsen stellen een project voor om ouderen met diabetes te begeleiden door middel van nieuwe technologieën. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding vestigt de aandacht op de gezondheidstoestand van de kwetsbaarste ouderen. Financiële toegankelijkheid van de gezondheidszorg en residentiële voorzieningen komen slechts eenmaal voor. Informele zorgverlening is wel belangrijk in het kader van langdurige zorg voor ouderen, maar de mantelzorgproblematiek wordt geanalyseerd in het hoofdstuk over participatie van ouderen in de samenleving. Tot slot hechten drie formulieren belang aan personen met dementie. 21

Zelfredzaamheid Vaststelling Dit thema interesseert een groot aantal gesprekspartners. Na maatschappelijke participatie is dit het thema dat het meeste aandacht krijgt bij de respondenten en dan in het bijzonder (wat ook niet verwonderlijk is) bij de ouderenverenigingen. Dit is een kernthema maar toch is de inhoud maar matig ontwikkeld en moet het thema uitdrukkelijker worden behandeld. Beschrijving Zelfredzaamheid betekent voor veel ouderen dat ze de middelen hebben om zo zelfstandig mogelijk te leven, zelfs als ze al met enkele beperkingen kampen. Het gaat hier dan om financiële middelen, maar ze moeten ook over aangepaste en toegankelijke goederen en diensten kunnen beschikken. Subthema s - Financiële middelen; - Aangepaste huisvesting; - Sociale voorzieningen voor ouderen; - Goederen en diensten. Financiële middelen Het eerste aspect van dit thema zijn de financiële middelen van ouderen en het wordt vanuit twee oogpunten aangepakt: pensioen (en een sterke eerste pijler) en (de strijd tegen) armoede bij ouderen. De financiering van de zorgbehoevendheid is voor één seniorenvereniging een prioriteit. Op het vlak van pensioenen werden voor België verschillende goede praktijken gemeld. Huisvesting Als het over huisvesting gaat, worden alternatieve vormen van huisvesting te berde gebracht, zoals gemeenschappelijke en intergenerationele woningen. Eén respondent wees op de kwestie van de financiële toegankelijkheid van huisvesting. Sociale voorzieningen Wat de sociale voorzieningen voor ouderen betreft, hebben de respondenten het voornamelijk over residentiële voorzieningen, rusthuizen en respijtstructuren. Ook het belang van diversiteit in de sector wordt benadrukt: diversiteit op het niveau van ouderen die er gehuisvest zijn, maar ook diversiteit op het vlak van de verzorgenden. Sommige respondenten beklemtonen de spanning die er bij de dienstverlening is tussen de rol van de overheid en die van het gezin. Goederen en diensten Bij het thema voor ouderen aangepaste goederen en diensten springen twee elementen in het oog: mobiliteit en leeftijdsgebonden discriminatie. Toegankelijkheid komt op de volgende plaats (toegankelijkheid van gebouwen, maar ook van cultuur, nieuwe informatietechnologieën,...). Stedenbouwkunde wordt blijkbaar vaak over het hoofd gezien. Alleen een federale administratie, die op dit vlak geen enkele bevoegdheid heeft, kaart dit aspect aan... Ook in het kader van goederen en diensten is er discriminatie op basis van leeftijd. Positieve discriminatie zoals openbaar vervoer, musea of cultuurevenementen voor een verlaagde prijs of gratis komt niet aan bod. 22