Reglement voor de Raad van Commissarissen WoonFriesland. (VASTESTELD DOOR DE RVC OP 15 MAART 2012). van Stichting Inleiding Dit reglement geeft, in aanvulling op de wettelijke en statutaire bepalingen, regels met betrekking tot aangelegenheden die krachtens de Statuten nadere regeling behoeven of anders kunnen worden geregeld dan wel, naar het oordeel van de raad, nadere regeling behoeven. Deze regels dienen door de raad, respectievelijk door ieder lid van de raad te worden gerespecteerd. Dit reglement vindt zijn grondslag in artikel 29 lid 2 van de statuten en is, na voorafgaand overleg met het bestuur, gewijzigd en vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 15 maart 2012. Het reglement kan bij besluit van de Raad van Commissarissen worden gewijzigd, na voorafgaand overleg met het bestuur. Het reglement is voor elke belanghebbende in te zien op de website van WoonFriesland. De Raad van commissarissen 1. Benoeming en honorering van de Raad van Commissarissen 1.1. De leden van de raad worden benoemd door de raad. 1.2. De raad dient, na overleg met het bestuur, een van de raad en zijn leden gewenst profiel op te stellen. De raad dient periodiek het vastgestelde profiel te evalueren en daaruit conclusies te trekken voor samenstelling, grootte, taken en werkwijze. De profielschets maakt onderdeel uit van dit reglement (bijlage 2). 1.3. De huurders van de woningen van de stichting verenigd in de door de stichting erkende organisaties worden op het moment dat zij op grond van de wet of de statuten, een bindende voordracht mogen doen, geïnformeerd over het gewenste profiel van de voor te dragen kandidaat. Dit lid vervult zijn/haar taak zonder last of ruggespraak met degene door wie hij/zij is voorgedragen en onafhankelijk van de bij WoonFriesland betrokken deelbelangen. 1.4. De Ondernemingsraad van WoonFriesland wordt op het moment dat zij een bindende voordracht mag doen, geïnformeerd over het gewenste profiel van de voor te dragen kandidaat. Dit lid vervult zijn/haar taak zonder last of ruggespraak met degene door wie hij/zij is voorgedragen en onafhankelijk van de bij WoonFriesland betrokken deelbelangen. 1.5. De leden van de raad ontvangen voor hun werkzaamheden een honorering, die in overeenstemming is met de zwaarte van de functie en de gewenste professionaliteit van het toezicht en valt binnen de Honoreringscode voor commissarissen van de VTW Kosten die de leden van de raad in het kader van hun taak maken, worden door WoonFriesland vergoed, indien zulke kosten worden gemaakt na voorafgaand overleg met en toestemming van de voorzitter. De honorering, de afgesproken kostenvergoeding en andere overeengekomen voorwaarden, zoals onder andere de datum van ingang van het lidmaatschap van de Raad van Commissarissen, worden in de besluitenlijst van de raad vastgelegd. 1 van 11
2. Aftreden en vacatures 2.1. Elke vacature van in de raad die ontstaat door het vertrek van een lid, is onderwerp van beraadslaging in de raad. Indien noodzakelijk, dit ter beoordeling van de voorzitter, wordt een afzonderlijke vergadering bijeen geroepen. 2.2. In de in het vorige lid bedoelde vergadering wordt besproken: of de vacature vervuld wordt of de bijbehorende profielschets bijstelling behoeft welke procedure wordt gevolgd eventuele nader te formuleren randvoorwaarden. 2.3. Jaarlijks treden er één of meer leden van de raad af volgens een door henzelf op te maken rooster, zodanig dat in een periode van vier jaar alle leden zijn afgetreden. 2.4. Met inachtneming van hetgeen in de Honoreringscode commissarissen van de VTW, de statuten en dit reglement is bepaald, zijn afgetreden leden terstond herbenoembaar. Bij herbenoeming van een lid van de raad dient toetsing plaats te vinden aan het profiel. Beraad over de herbenoeming dient buiten de aanwezigheid van betrokkene plaats te vinden en wordt gevoerd op basis van een door de voorzitter opgesteld verslag van zijn gesprek met het aftredende lid. 2.5. Tussentijds aftreden als gevolg van ontslag van een lid van de Raad van Commissarissen is in ieder geval geboden bij onvoldoende functioneren, structurele en onoverbrugbare verschillen van inzicht, onverenigbaarheid van belangen of indien zijn/haar integriteit in het geding is. De voorzitter van de raad dient in deze situaties, waar nodig, een actieve en beslissende rol te spelen. 2.6. Een commissaris verplicht zich bij zijn aantreden op voorhand te zullen terugtreden, indien de overige leden van de raad in twee derde meerderheid van oordeel zijn dat diens handhaving als commissaris op objectieve gronden niet in redelijkheid kan worden verlangd. 2.7. In het geval een commissaris benoemd wordt in de vacature van een tussentijds afgetreden lid neemt deze in het rooster van aftreden de plaats in van het tussentijds afgetreden lid. 2.8. Indien een commissaris voorziet dat (de schijn van) een tegenstrijdig belang of onverenigbaarheid voor zichzelf of een ander lid van de raad zou kunnen optreden, meldt hij dit via de voorzitter aan de raad. Indien er naar het oordeel van de raad sprake is van een incidentele tegenstrijdigheid, waarvan de bezwaren kunnen worden opgelost door een tijdelijke voorziening, dan werkt de betrokken commissaris aan die voorziening mee. Commissarissen dienen tussentijds af te treden wanneer dit bij meer dan incidentele onverenigbaarheid van belangen geboden is. De betrokken commissaris legt zich neer bij het oordeel van de meerderheid van de raad.. 3. Taken en bevoegdheden Raad van Commissarissen 3.1. Indien het bestuur, door welke oorzaak dan ook, ontbreekt, neemt de raad de bevoegdheden van het bestuur waar, totdat een nieuw bestuur is benoemd. Ten aanzien van de vervulling van de taken en bevoegdheden van het bestuur is de raad bevoegd, bij ontbreken van het bestuur, deze aan één of meer personen, al dan niet uit zijn midden, op te dragen. De raad dient binnen zes maanden een nieuw bestuur te benoemen. Als het bestuur tijdelijk wordt opgedragen aan een lid van de raad, treedt dit lid voor die periode terug uit de raad. Als het bestuur langer dan 12 maanden door een commissaris wordt waargenomen, treedt deze commissaris terug uit de raad. 2 van 11
3.2. Conform de statuten is de raad bevoegd om uitvoering van de besluiten van het bestuur te schorsen. Van deze bevoegdheid wordt slechts bij hoge uitzondering gebruik gemaakt. 3.3. De raad vormt zich gedurende het jaar een beeld inzake het gevoerde beleid, de bereikte resultaten en de te constateren ontwikkelingen alsmede de mate waarin het bestuur ter zake een adequaat beleid voert. Op een vast tijdstip in het jaar bespreekt de raad de kwaliteit van het functioneren van het bestuur. De conclusies van deze bespreking vormen de aanknopingspunten voor de beoordelingsgesprekken die de Selectie- en remuneratiecommissie met de leden van het bestuur voert. 3.4. De betrokkenheid van de raad bij de belangrijkste beleidsbeslissingen krijgt concreet vorm door voorafgaand goedkeuring te verlenen aan besluiten van het bestuur zoals genoemd in artikel 10 van de statuten en artikel 6 van het Bestuursreglement. 3.5. Om beleidsbeslissingen van de stichting te kunnen beoordelen, dienen er beleidsnota s en een ondernemingsplan voorhanden te zijn. De raad ziet erop toe dat deze kaders worden geformuleerd. 3.6. De Raad van Commissarissen beoordeelt het functioneren van de stichting mede op grond van de volgende informatiestromen die door het bestuur worden verzorgd: a. het kennis nemen van schriftelijke informatie zoals omschreven in de Informatiekalander (bijlage 1); b. periodiek overleg met het bestuur volgens een door het bestuur, in overleg met de voorzitter, op te stellen agenda; c. de uitkomsten van de beoordeling door het bestuur van de opzet en werking van het interne beheersingssysteem; d. het overleg over de strategie en de risico s daaraan verbonden voor WoonFriesland; e. door de raad verlangde en rechtstreeks aan de Raad uitgebrachte rapportages van de externe accountant en de afdeling Control. 3.7. Uit het midden van de raad zullen de voorzitter en de vice-voorzitter fungeren als Selectie- en remuneratiecommissie met de volgende taken: a. begeleiding van de wervingsprocedure voor de nieuwe kandidaten van de raad en het doen van voorstellen aan de raad betreffende een (her)benoeming; b. begeleiding van de wervingsprocedure voor een nieuw lid van het bestuur en het doen van voorstellen aan de raad voor benoeming van een lid van het bestuur; c. voeren van een jaarlijkse functionerings- en beoordelingsgesprek met leden van het bestuur; d. (doen) opstellen/wijzigen en uitvoeren van het beoordelings- en (her)benoemingsbeleid inzake het bestuur. De Selectie- en remuneratiecommissie koppelt bij bovengenoemde taken te allen tijde tijdig terug aan de voltallige raad. De raad hanteert voor de werkwijze en samenstelling van de Selectie- en remuneratiecommissie een reglement. 3.8 De raad kan uit haar midden een Auditcommissie instellen. De raad hanteert voor de werkwijze en samenstelling van de Auditcommissie een reglement. 3.9 De voorzitter is belast met de leiding van de vergadering van de raad en heeft voorts de volgende taken: a. coördinatie tussen de raad en het bestuur; b. agendavoorbereiding met het bestuur inzake vergaderingen van de raad; c. afstemming van de informatievoorziening tussen het bestuur en raad; 3 van 11
d. Regelmatige informatie-uitwisseling tussen de voorzitter en het bestuur. 3.10 Besluiten waarvoor op grond van de statuten voorafgaande goedkeuring van de raad is vereist en ter zake waarvan de ondernemingsraad adviesrecht respectievelijk instemmingsrecht heeft, dienen eerst als voorgenomen besluit door het bestuur aan de ondernemingsraad te worden voorgelegd. Daarna wordt het voorgenomen besluit, voorzien van het advies van de ondernemingsraad ter goedkeuring aan de raad voorgelegd. 3.11 Besluiten van het bestuur waarvoor op grond van de statuten voorafgaand goedkeuring van de raad is vereist en ter zake waarvan de huurdersorganisatie(s) op grond van de samenwerkingsovereenkomst tussen WoonFriesland en de huurdersorganisatie(s) adviesrecht respectievelijk instemmingsrecht hebben, dienen eerst als voorgenomen besluit door het bestuur aan de huurdersorganisatie(s) te worden voorgelegd. Daarna wordt het voorgenomen besluit, voorzien van het advies van de huurdersorganisatie(s) ter goedkeuring aan de raad voorgelegd. 3.12 Ten behoeve van het jaarverslag van WoonFriesland wordt door de raad een verslag opgesteld. 3.13 De raad evalueert ten minste één keer per jaar, buiten aanwezigheid van het bestuur, het eigen functioneren en het functioneren van (leden van) het bestuur. Ten behoeve van deze evaluatie worden door de voorzitter van tevoren bij de leden van de raad en het bestuur de punten geïnventariseerd die tijdens deze evaluatie aan de orde dienen te komen. Eens in de 3 jaar laat de raad zich bij het evalueren van haar eigen functioneren bijstaan door een externe adviseur. Voorts vindt evaluatie van het functioneren van de individuele leden van de raad plaats aan het einde van hun benoemingsperiode. De voorzitter voert met het betreffende lid het evaluatiegesprek op grond waarvan eventueel herbenoeming plaatsvindt. Een vice-voorzitter voert het evaluatiegesprek met de voorzitter aan het eind van diens benoemingsperiode. 4. Vergaderingen van de Raad van Commissarissen 4.1. Vergaderingen van de raad vinden minimaal 6 keer per jaar plaats aan de hand van een door de raad vastgesteld vergaderschema voor het gehele kalenderjaar. De oproeping voor een vergadering geschiedt schriftelijk en ten minste twaalf dagen (de dag van de vergadering en de dag van de versturing van de stukken niet meegerekend) vóór de vergadering en gaat vergezeld van de, door de voorzitter vast te stellen, agenda en te bespreken stukken. Over het, op verzoek van een lid van de raad of een bestuurslid, bijeenroepen van een tussentijdse vergadering beslist de voorzitter. Op verzoek van twee leden van de raad kan ook zonder tussenkomst van de voorzitter een vergadering uitgeschreven worden. 4.2. Aanvullend op hetgeen in de statuten is bepaald, wordt bij de agenda van de vergaderingen van de raad aangegeven: a. welke stukken voor behandeling in aanmerking komen; b. welke besluiten worden gevraagd; c. indien het vooraf goed te keuren besluiten van het bestuur betreft: het preadvies van het bestuur en, zo nodig, het advies van ondernemingsraad en/of de huurdersorganisatie(s); d. de besluiten die door het bestuur genomen zijn; e. bij welke agendapunten (een) gast(en) aanwezig zijn en om welke reden. 4.3. In geval van een besluit dat voor goedkeuring door de raad niet kan wachten op de eerst volgende vergadering van de raad, kan de bestuurder, na overleg met de 4 van 11
voorzitter, een spoedprocedure via email in het werk stellen. Binnen 5 dagen na verzending van het voorgenomen besluit en de daarbij behorende toelichtende stukken, maakt de voorzitter, op basis van de bij hem binnengekomen reacties van de andere leden van de raad, de balans op en laat de bestuurder weten of goedkeuring wordt verleend. Als de spoedprocedure een goedkeuring op het voorgenomen besluit oplevert, wordt dit in de reguliere besluitenlijst van de raad vastgelegd. Als de goedkeuring niet wordt verleend, wordt het voorgenomen besluit, eventueel in aangepaste vorm, voor de eerstvolgende vergadering van de raad, voor bespreking en besluitvorming, geagendeerd. 5. Accountant 5.1. Conform de statuten verstrekt de raad aan de accountant de opdracht de jaarrekening en overige stukken te controleren en daarover een verklaring af te leggen. De accountant kan over deze verklaring worden bevraagd door de raad. 5.2. Aan de vergadering van de raad waarin de jaarstukken, het verslag van de accountant alsmede desgevraagd het oordeel van de accountant over de voortgang van de realisatie van aanbevelingen in de managementletter worden behandeld, neemt als regel ook de accountant deel. 5.3. De contacten tussen de raad en de accountant lopen via de voorzitter van de raad en/of een door de raad ingestelde auditcommissie. De raad heeft rechtstreeks contact met de accountant en kan hem, naast bovengenoemde opdrachten, ter eigen beoordeling, aanvullende opdrachten verstrekken in het kader van de risicobeheersing dan wel ter verantwoording van de naleving van de geldende governance in de besluitvormingsprocessen en de bedrijfsvoering in enig jaar. 6. Ondernemingsraad 6.1 Conform de Wet op de ondernemingsraden heeft (een delegatie van) de raad tenminste tweemaal per jaar overleg met de ondernemingsraad over de algemene gang van zaken binnen de onderneming. 6.2 Naast de in lid 1 genoemde overlegvergaderingen, kunnen de raad en de ondernemingsraad met elkaar tussentijds rechtstreeks in overleg treden indien één van beiden hierom verzoekt. 7. Huurdersorganisaties 7.1. Conform de vigerende samenwerkingsovereenkomst(en) heeft (een delegatie van) de raad tenminste eenmaal per jaar overleg met de huurdersorganisatie(s) over onderwerpen die voor de huurdersorganisatie(s), in relatie tot de verantwoordelijkheid van de raad, van belang zijn. 7.2. Naast de in lid 1 genoemde overlegvergadering, kunnen de raad en de huurdersorganisatie(s) met elkaar tussentijds in overleg treden indien één van beiden hierom verzoekt. Het bestuur 8. Samenstelling en benoeming bestuur 8.1 De raad benoemt de leden van het bestuur. 5 van 11
8.2 Wanneer de raad in een vacature van het bestuur moet voorzien, stelt hij een schriftelijk profiel vast alvorens dienovereenkomstig een kandidaat te zoeken en te benoemen. De raad pleegt daarbij overleg met het (de) zittende lid (leden) van het bestuur, de directie en de ondernemingsraad. 8.3 De raad beoordeelt of er sprake is van onverenigbaarheden conform artikel 7 van de statuten en artikel 9 van het Bestuursreglement alvorens tot benoeming over te gaan. 8.4 De raad zorgt voor een schriftelijke arbeidsovereenkomst met een functieomschrijving ten behoeve van een bestuurslid. 9. Schorsing en ontslag bestuur 9.1 De raad is bevoegd tot het schorsen van leden van het bestuur gezamenlijk of afzonderlijk. 9.2 Behoudens gevallen waarin dit uit oogpunt van het spoedeisende karakter niet mogelijk is, wordt/worden het lid/de leden van het bestuur van een voorgenomen schorsing- of ontslagbesluit op een zodanig tijdstip op de hoogte gesteld, dat het voor hem redelijkerwijs mogelijk is voorbereidingen te treffen voor de vergadering waarin het schorsings- of ontslagbesluit wordt behandeld. 9.3 Het lid van het bestuur ontvangt in geval van een voorgenomen besluit tot schorsing of ontslag uiterlijk op het moment dat de leden van de raad een uitnodiging ontvangen, een oproep voor de vergadering. 9.4 Een besluit tot schorsing of ontslag wordt schriftelijk gemotiveerd. Indien het lid van het bestuur dit wenst, geeft de voorzitter van de raad een nadere toelichting op het besluit. Slotbepalingen 10. eheimhouding Ieder lid van de raad behandelt alle informatie en documentatie die hij in het kader van zijn functie beschikbaar krijgt, in welke vorm ook, steeds met de grootst mogelijke vertrouwelijkheid, ook indien hij op enig moment geen werkzaamheden meer verricht ten behoeve van de Stichting of een Verbinding van de stichting. Een (gewezen) lid van de raad is gehouden tot vergoeding van alle schade die voor de Stichting en/of een Verbinding direct of indirect voortvloeit uit het onbevoegd openbaar maken van deze gegevens. 11. Voorrangsregel Bij discrepanties of onverenigbaarheden tussen de bepalingen van het Reglement en de Statuten, geldt hetgeen in de Statuten is bepaald. 12. Datum in werking treden en ondertekening Dit Reglement is van kracht met ingang van 15 maart 2012. H. Sikkema, voorzitter 6 van 11
Bijlage 1: Informatiekalender Raad van Commissarissen. Definitie Status : Ter informatie (I) Ter bespreking (B) : Voor kennisgeving aannemen. : Uitspraak/advies waar bestuurder rekening mee houdt. Ter goedkeuring () : Voorgenomen besluiten die conform statuten of bestuursreglement de goedkeuring behoeven van de RvC. = Zodra van toepassing. Document Status Termijn Bestuur Jaarrekening en volkshuisvestingsverslag Jaar Bestuursreglement (wijziging) Statutenwijziging Procuratieregeling (voor zover niet in opgenomen in het bestuursreglement) Integriteitsbeleid (wijziging) B Beoordeling door de minister B Jaar Brieven en rapportages van het Centraal Fonds Volkshuisvesting/ de Woonautoriteit en het WSW inzake de corporatie. Relevante (onderzoeks)rapportages m.b.t. ontwikkelingen in de branche B I Jaar/zvt Besluitenlijst bestuur I Bij elke Visitatierapport B 4 jaar vergadering de raad van Sturing Strategisch meerjarenplan (missie, visie, langetermijndoelstellingen) en strategische beleidsplannen Jaarplan, inclusief begroting(en) en operationele doelstellingen + wijzigingen daarin Jaar/zvt Treasuryjaarplan Jaar Treasurystatuut (wijziging) Rapportages sturingsinformaties ( voortgang realisering financiële en niet-financiële doelstellingen) Rapportages van de accountant inzake de interimcontrole en de jaarrekeningcontrole B B elke 4 maanden jaar Samenwerkingen Meerjaren samenwerkingsovereenkomsten met maatschappelijke instellingen en/of stakeholders (buiten beleidskaders/begroting) 7 van 11
Meerjaren samenwerkingsovereenkomsten met maatschappelijke instellingen en/of stakeholders (binnen beleidskaders/begroting) Prestatieafspraken met gemeenten (buiten beleidskaders/begroting) Prestatieafspraken met gemeenten (binnen beleidskaders/begroting) I I Deelnemingen Oprichten/ liquideren dochtermaatschappijen Verbindingenbeleid en statuut (wijziging) Personeel Uitkomsten medewerkerstevredenheidsonderzoek I 2-4 jaar Jaarverslag Arbodienst t.b.v. bestuur CHF I Jaar Sociaal jaarverslag B (in aanw..van OR) Jaarverslag OR Personele organisatie: collectief ontslag, collectief wijz. Arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden B (in aanw. van OR) Jaar Jaar Control Rapportage onderzoeken interne risicobeheersing t.b.v. RvC B Jaar Wonen Klanttevredenheidsonderzoek (dienstverlening + woning) I 1-4 jaar Rapportage klachtencommissie (extern) I Jaar Verkoop onroerend goed > grens in BR of I Investeringsvoornemens > grens in BR of I Aankoop onroerend goed > grens in BR of I Aankoop onroerend goed van strategische aard Bedrijfsdiensten Rapportage lopende juridische zaken tbv RvC I Half jaar Treasuryrapportage I Jaar Aantrekken geldleningen > grens in BR Aantrekken geldleningen niet passend binnen treasuryjaarplan Vastgoed Rapportage projectenportefeuille I Half jaar 8 van 11
Bijlage 2: Profiel Raad van Commissarissen 1. De functie van de Raad van Commissarissen In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden en bevoegdheden van de raad binnen het kader van de regelgeving. Vervolgens wordt ingegaan op de functie van de raad. De profielschets wordt afgesloten met het zogenaamde kwaliteitsprofiel voor de leden van de raad. In de wet zijn aan de Raad van Commissarissen zijn een aantal minimum eisen gesteld: In staat zijn het commissariaat voortdurend uit te oefenen. Bevoegd zijn tot het nemen van maatregelen, die voor uitoefening van dat toezicht nodig zijn, bijvoorbeeld het schorsen van besluiten van het bestuur. Niet gehouden zijn over zijn handelingen verantwoording aan het bestuur af te leggen (dit houdt o.a. in, dat de Raad van Commissarissen niet kan worden ontslagen door het bestuur). Het verlenen van opdracht tot controle van de jaarstukken aan een externe accountant. De raad houdt primair toezicht. Daarnaast heeft dit orgaan advies- en goedkeuringsbevoegdheden. 2. Algemeen kwaliteitsprofiel van de leden van de Raad van Commissarissen Uitgangspunt voor de bezetting van de raad is dat hij uit generalisten bestaat die gezamenlijk een multidisciplinair team vormen. De leden beschikken over de volgende nader geformuleerde kwaliteiten: Het hebben van een helikopterview en analytisch vermogen op HBO- of academisch denk- en werkniveau. Besluitvaardigheid, resultaatgerichtheid, discussievaardigheid, vergadervaardigheid, communicatievaardigheid en integriteit. Affiniteit met de de statutaire doelstellingen van WoonFriesland en kennis van het beleidsterrein wonen/volkshuisvesting.. Het vanuit een toezichthoudende rol kunnen oordelen over het functioneren van de corporatie op grond van de beschikbare, doorgaans schriftelijke informatie. Het vermogen evenwicht te vinden tussen de noodzaak de bestuurder de nodige ruimte te geven en de noodzaak de juiste vragen te stellen cq. een kritische houding aan te nemen richting het bestuur. Het inzicht hebben in het functioneren van complexe organisaties. Het inzicht hebben in strategische afwegingsprocessen. Het kunnen samenwerken in een team gegeven de eigen toegevoegde waarde. Binding met de regionale samenleving in het algemeen en het wonen in het bijzonder, blijkend uit het woonachtig zijn in Fryslân. Vanuit hun dagelijkse werkzaamheden, noch anderszins mag van belangenverstrengeling sprake zijn. ekozen kan worden voor de volgende aandachtsgebieden: Algemeen management Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening 9 van 11
openbaar bestuur, Juridisch Financiën Personeel & Organisatie Marketing Projectontwikkeling in de bouw Van ieder lid van de raad wordt verwacht dat hij of zij de ontwikkelingen ten aanzien van zijn of haar aandachtsgebied weet te vertalen naar de volkshuisvesting en naar de stichting in het bijzonder. Voorstelbaar is dat bepaalde aandachtsgebieden gecombineerd voorkomen in één persoon. Dit betekent dan ook dat bij de samenstelling van de raad vooral gekeken wordt of de totale groep op bovengenoemde aandachtsgebieden voldoende in huis heeft en bij vacatures met name gezocht wordt naar iemand met een profiel dat aanvullend of versterkend is op de aanwezige aandachtsgebieden. 3. Kwaliteitsprofiel voorzitter De voorzitter heeft met name de volgende taken: Leiden van de vergaderingen van de raad. Optreden als primus inter paris van de raad. Het organiseren van de collegiale besluitvorming in de raad. Het verzorgen van de communicatie richting het bestuur. De voorzitter beschikt over de volgende kwaliteiten: Heeft grote sociale en communicatieve vaardigheden. Heeft kennis van bestuurlijke besluitvormingsprocessen, bestuurlijke ervaring. Heeft oog voor de managementtaken van het bestuur. Heeft onderhandelingsvaardigheden. Kan omgaan met belangentegenstellingen. Is motiverend en spreekvaardig. Heeft een brede maatschappelijke belangstelling. Heeft gevoel voor publiciteitszaken. Van de voorzitter wordt gevraagd, dat deze overdag bereikbaar is. Naast de tijdsbesteding voor de reguliere vergaderingen, zal de voorzitter extra tijd besteden aan het onderhouden van de noodzakelijke contacten. Zijn algemene vaardigheden komen in zijn functie als voorzitter vooral tot hun recht indien gecombineerd met affiniteit en/of ervaring met algemeen management, de volkshuisvesting en/of het openbaar bestuur. Het hebben van ervaring als commissaris is een must. 4. Kwaliteitsprofiel overige commissarissen Elk van de commissarissen dient één of meer van de onderstaande aandachtsgebieden in zijn profiel te hebben Algemeen management Dit aandachtsgebied duidt op betrokkenheid, als bestuurder of directeur, bij een grotere organisatie, bij voorkeur in het domein van het maatschappelijke ondernemerschap. 10 van 11
Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Dit aandachtsgebied verwijst naar de kerngebieden van de corporatie. Daarbij wordt volkshuisvesting breed opgevat, zowel de sociale als de fysieke dimensie. Openbaar bestuur. Dit aandachtsgebied onderstreept het belang van de bijzondere relatie die WoonFriesland kent met het landelijk-, provinciaal en gemeentelijk bestuur. De landelijke overheid schept o.a. de wettelijke kaders (BBSH) en handhaaft deze. De Provincie Friesland ontwikkelt o.a. beleid voor ruimtelijke ordening en woningbouwprogrammering. De gemeenten geven via woonplannen en ruimtelijke plannen invulling aan concreet volkshuisvestings- en bouwbeleid. Met hen maakt WoonFriesland zg. "prestatieafspraken". Juridische zaken. Deze deskundigheid spitst zich met name toe op het ondernemingsrecht, waaronder regelgeving rond "Corporate overnance" en het systeem van deelnemingen waarin WoonFriesland participeert. Overige juridische vakgebieden (arbeidsrecht e.a.) kunnen vertegenwoordigd zijn in - of gedeeld worden met de portefeuilles van andere commissarissen. De voorkeur gaat uit naar een commissaris die nog actief is in het arbeidsproces. Financieel management en risicobeheersing. Dit profielkenmerk houdt verband met het toezien op de kwaliteit en integriteit van de financiële processen en de verantwoording door het bestuur, alsmede de waarborging van de financiële continuïteit. Kennis van beleid en systemen van auditing en risicobeheersing is een pré. Ook fiscaal (juridische) kennis is een pré in dit aandachtsgebied. Human Resource Management. Dit profielkenmerk heeft een sterke relatie met de sociale dimensie van de organisatie, het HRM-beleid, de managementstijl, management development, de structuur en de cultuur avn de organisatie, maar ook met de automatisering en de beschikbaarheid van de hulpmiddelen van de organisatie. Marketing en klantprocessen. Dit aandachtsgebied heeft relatie tot de ontwikkelingen op de markt, de beïnvloeding daarvan, de demografie, het strategisch voorraadbeleid en beheer, de vraaggestuurde inrichting van de organisatie en een klantgerichte uitvoering van dienstverlening aan een breed scala van klanten. Projectontwikkeling in de bouw. Dit aandachtsgebied benadrukt de vereiste betrokkenheid van de raad bij de "hardware"- dimensie van WoonFriesland: de projectontwikkeling door eigen bedrijf en externe dienstverleners. Ook verwijst dit profielkenmerk naar deskundigheid op het gebied van publiekprivate samenwerkingsvormen, de samenwerking met aannemers (al dan niet in afzonderlijke rechtspersonen), grondverwerving, strategische aankopen (d.w.z. aankopen met een toekomstig belang), het langcyclisch- en dagelijks onderhoud van het bezit. Risicobeheersing en financiële deskundigheid maken onderdeel uit van dit aandachtsgebied. 11 van 11