Kleding, schoenen en accessoires Motivatie: Subjectieve normen, Subjectieve normen, Goede smaak/fatsoen Medium: Buitenreclame De bestreden uiting

Vergelijkbare documenten
Datum: 9 juni 2011 Dossiernr: 2011/00073 Uitspraak: CVB Aanbeveling Bevestigd (=Aanbeveling) Product / dienst:

Datum: 3 maart 2011 Dossiernr: 2011/00115 Uitspraak: Aanbeveling Product / dienst:

Datum: 8 juni 2011 Dossiernr: 2011/00183A Uitspraak: CVB Aanbeveling Bevestigd (met wijziging gronden) (= Aanbeveling) Product / dienst:

En het houdt vaak niet op met de transactiekosten alleen. Vaak zijn er ook nog bewaarlonen, valutakosten en andere verborgen kosten.

Reizen en toerisme Motivatie: Misleiding (overig), Bijzondere Reclamecode Medium: Digitale marketing communicatie De bestreden reclame-uitingen

Stereotypering in reclame Daniël Haije NJV Vereniging voor Reclamerecht

RECLAME CODE COMMISSIE

Datum: 16 maart 2011 Dossiernr: 2011/00070 Uitspraak: Aanbeveling (gedeeltelijk) Product / dienst:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

commlssle CODE RECLAME Dossier 2009/0061í Beslissinq van de Reclame Code Commissie f n de zaakvan

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

Een prebiotische werking, die zorgt voor een vlotte darmwerking en spijsvertering.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Procedures RCC/CvB. Daniël Haije Voorjaarsbijeenkomst VvRr Utrecht, 8 april 2013

Uitspraak van de DDMA Privacy Autoriteit en advies tot opleggen sanctie aan DDMA bestuur

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van

Suit Supply B.V., gevestigd te Amsterdam, appellante, inzake de beslissing van de Reclame Code Commissie van 15 maart 2016 in dossier 2016/00193B.

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Beslissing op bezwaar

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Datum: 6 mei 2010, Dossiernr: 2009/00336 CvB Uitspraak: vernietiging aanbeveling

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

Meetinstructie. Zolder met klein raam tot gebruiksoppervlak gerekend. Inmiddels gewijzigd criterium. Geen uitbreiding van de klacht in hoger beroep.

Suit Supply B.V., gevestigd te Amsterdam, appellante,

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:

Daarin staat onder het kopje: Actueel Pensioensector gaat strijd aan met vooroordelen onder meer het volgende:

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend.

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N,

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

1.2 De bank heeft het beroep bestreden bij een op 18 maart 2013 door de Beroepscommissie ontvangen verweerschrift.

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster

ECLI:NL:RBDHA:2017:2525

: Omega Pharma B.V., gevestigd te Rotterdam, adverteerder.

BESLISSING VAN KAMER 1 VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het LBIO gegrond. Datum: 24 juli 2017 Rapportnummer: 2017/089

ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071

Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

5 Op grond van art 23p ROW 1995 overweegt de voorzitter van de Raad het volgende:

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

ECLI:NL:CRVB:2013:2750

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

UITTREKSEL uit het Huishoudelijk Reglement van de Stichting ROTA 8 mei 2014

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018

U I T S P R A A K

REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING EN KLACHTENADVIESCOMMISSIE NVGH/ALPHA.

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

Rapport. Datum: 21 juli 2005 Rapportnummer: 2005/209

CR 10/2353 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster,

Nederlandse Tafeltennisbond

Klachtenregeling van Leven met blaas- of nierkanker Definities Artikel 1 Het indienen van een klaagschrift

Raad voor Rechtsbij stand

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015

Optie en bod. Bod onder tijdslimiet. Amsterdams biedsysteem. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Uitspelen van gegadigden.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

1.2 Belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder [naam 1], heeft een op 1 december 2016 gedateerd verweerschrift ingediend.

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

KAMER VOOR HET NOTARIAAT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Suit Supply B.V., gevestigd te Amsterdam, appellante, de beslissing van de Reclame Code van 10 maart 2015 in dossier 2015/00171.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 26 januari 2015 Rapportnummer: 2015/015

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

Transcriptie:

NIEUW S SOCIALISTISCHE PARTIJ (SP) OVERTREEDT OPNIEUW CODE VOR Datum: 20 april 2011 Dossiernr: 2010/00971 Uitspraak: CVB Afwijzing Bevestigd (=Afwijzing) Product / dienst: Kleding, schoenen en accessoires Motivatie: Subjectieve normen, Subjectieve normen, Goede smaak/fatsoen Medium: Buitenreclame De bestreden uiting Het betreft een langs de snelweg A6 geplaatst billboard in het kader van een campagne van Sapph lingerie. Op de uiting is een in een boxershort geklede man met een donker uiterlijk te zien die een trappende beweging maakt in de richting van de billen van een blanke, in lingerie geklede vrouw, die een verschrikte beweging maakt. Onder het opgeheven been van de man staat in grote letters de tekst Lets kick some ass... en daaronder, in kleinere letters: K1 boxer Remy Bonjaski for Sapph Men en een verwijzing naar de website van adverteerder sapphlingerie.com. De klacht De uiting is agressief en doet een oproep aan mannen om vrouwen een trap in hun rug te geven. Daarmee wordt het toelaatbare in een reclameboodschap overschreden. Gesuggereerd wordt dat sterke mannen het zich kunnen veroorloven om vrouwen fysiek agressief te behandelen, waardoor de wereld voor veel vrouwen onveiliger wordt. De uiting is daarom een bedreiging voor de lichamelijke en geestelijke volksgezondheid en strijdig met het algemeen belang. De (tekst van de) uiting is nodeloos kwetsend voor vrouwen. Nu de getoonde agressieve man een donker gekleurde man is, is de uiting ook beledigend voor alle donker gekleurde mannen en om die reden nodeloos kwetsend voor een bevolkingsgroep. Bovendien worden de normen van het fatsoen overschreden. Nu deze uiting geen enkel aanprijzend element bevat, is geen sprake van reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Hoewel de uiting niet op kinderen is gericht, worden zowel jongens als meisjes door de reclame van Sapph negatief beïnvloed, nu een wrede, agressieve opstelling in deze uiting als een normale daad wordt voorgesteld. Klaagster acht de bestreden uiting in strijd met de artikelen 1, 2, 3, 4 en 13.1 NRC. Het verweer Namens adverteerder wordt aangevoerd dat indien de uiting met humor wordt www.reclamecode.nl/webuitspraak.asp 1/5

bekeken de klacht ongegrond is. Adverteerder verwijst naar een overgelegd persbericht van januari 2011. Hierin wordt onder meer meegedeeld dat de 'Let's kick some ass'-campagne verwijst naar de sport van de drievoudig wereldkampioen K-1 Remi Bonjasky, die bekend staat om zijn high kicks en het gezicht van de mannenlijn van Sapph is. De boodschap wordt zoals gebruikelijk door Sapph gebracht met een vette knipoog, in dit geval door middel van het tonen van de billen van topmodel Yelena. De mondelinge behandeling Klaagster trekt haar beroep op artikel 13.1 NRC in, nu zij hierbij tijdens het indienen van de klacht een verouderde versie van de NRC voor ogen had. Voor het overige handhaaft klaagster haar klacht en licht deze aan de hand van overgelegde notities nader toe. Het oordeel van de Commissie 1. In de eerste plaats dient beoordeeld te worden of sprake is van reclame in de zin van de Nederlandse Reclame Code. De Commissie beantwoordt deze vraag bevestigend, nu in de bestreden uiting de merknaam Sapph groot is vermeld en twee personen in lingerie te zien zijn, naar het oordeel van de Commissie aan te merken als een reclame-uiting ter promotie van het lingeriemerk Sapph. 2. Bij de beoordeling of een reclame-uiting in overeenstemming is met de goede smaak en het fatsoen, niet strijdig is met de goede zeden en niet nodeloos kwetsend is als bedoeld in respectievelijk de artikelen 2, 3 en 4 NRC, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid acht de Commissie, hoewel zij begrip heeft voor de uitvoerig gemotiveerde standpunten van klaagster, de gewraakte reclame-uiting niet van dien aard dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden. De Commissie overweegt daartoe het volgende. De tekst Let's kick some ass kan, nu deze in de uiting wordt toegeschreven aan de kickbokser Bonjasky, die een voor een kickbokser gebruikelijke beweging maakt, worden opgevat als een woordspeling. De vrouw naar wier billen de kickboksbe we ging wordt gemaakt, toont zich weliswaar verbaasd, maar niet angstig. Dat beide getoonde personen schaars gekleed zijn, is in de context van de uiting, die beoogt ondergoed voor mannen en vrouwen aan te prijzen, niet ontoelaatbaar. Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de Commissie de gewraakte uiting niet in strijd met de goede smaak, het fatsoen of de goede zeden en niet nodeloos kwetsend. 3. De Commissie acht de uiting evenmin discriminerend voor donker gekleurde mannen en om die reden in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC. De Commissie acht voldoende aannemelijk dat de afgebeelde Remi Bonjasky voor de uiting is gekozen in verband met zijn bekendheid als kickbokser en niet als vertegenwoordiger van een groep mannen met een donker uiterlijk. 4. Mede gelet op het voorgaande is de gewraakte uiting naar het oordeel van de Commissie niet van dien aard dat deze in strijd moet worden geacht met het algemeen belang, zoals bedoeld in artikel 3 NRC. www.reclamecode.nl/webuitspraak.asp 2/5

De beslissing van de Reclame Code Commissie van 17 februari 2011 De Commissie wijst de klacht af. Het College van Beroep De grieven Deze kunnen als volgt worden samengevat. Grief 1 In eerste aanleg heeft Sapph in feite erkend dat de klacht juist is, nu zij heeft ver klaard dat appellante zakelijk gezien een punt heeft. De vraag van de Com mis sie of die reactie definitief was, heeft Sapph bevestigend beant woord. De Com mis sie had deze erkenning zwaar moeten laten meewegen en zich die nen te beperken tot de argumen ten die appellante heeft aan gedragen, ook voor zover het betreft de door haar tijdens de vergadering overgelegde no tities waarop in de be slis sing niet wordt ingegaan. De Com missie had bij de beoordeling van de klacht niet het pers bericht mogen betrekken dat Sapph bij het ver weer in eerste aanleg heeft overge legd. Dit stuk viel buiten de procedure. Door dit stuk toch bij de beoor deling te be trekken, heeft de Commissie een oneigenlijke pro ce dure gevolgd. De informatie in het persbericht had niet mogen meewegen bij het oordeel van de Commissie. Grief 2 Appellante maakt voorts bezwaar tegen de wijze van behandeling van de klacht, nu de marketing di recteur van Sapph brieven aan de Commis sie met Rob onder te kent, het geen suggereert dat hij op vriendschappelijke voet staat met de leden van de Commissie. De Commissie lijkt, op grond van onjuist weergegeven stellin gen van Sapph, de stel ling van Sapph over te nemen dat sprake is van re clame met een vette knip oog en is ook in dat opzicht zeer welwillend naar een adverteerder als Sapph. Ten op zich te van een klager is de Commissie echter uiterst terughoudend. Grief 3 De Commissie geeft een zo terug houdende uit leg aan de artikelen 2, 3 en 4 van de Neder landse Re clame Code (NRC), dat deze bepalingen in feite als onbruikbaar ter zijde worden ge steld. Dit maakt de toetsing door de Commissie ongeloofwaardig. De Commissie moet regels duiden en zich daarbij niet terughoudend opstellen. Reclame die de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat, mag niet toelaatbaar worden geacht als deze hu mor bevat. Ook humor is een subjectief criterium. Naar de mening van appellante bevat de uiting geen humor. Grief 4 In de uiting is sprake van een agressieve oproep om vrouwen een trap te geven. Slechts een klein deel van de bevolking weet wie de afgebeelde man is. Weliswaar staat zijn naam op het billboard, maar deze in formatie staat in kleine letters en valt passe rende automobilisten niet op. Hierdoor voldoet de uiting niet aan artikel 10 NRC. De meeste mensen weten ook niet in welke context de uitdrukking lets kick some ass wordt gebuikt. Automobilisten zal de bedoeling van de reclame-uiting ontgaan. Er is daar door sprake van een bedreigende oproep, zeker voor vrou wen die het slachtoffer van geweld zijn geweest. Geweld tegen vrouwen mag niet wor den gebruikt om pro ducten aan te prijzen. Grief 5 www.reclamecode.nl/webuitspraak.asp 3/5

De reclame is dis cri mi ne rend, omdat deze het cliché bevestigt dat zwarte mannen goed zijn in seks en sport. Het oordeel van het College 1. Ten aanzien van de stelling van appellante dat de Commissie haar beslissing niet had mogen baseren op de inhoud van het persbericht, is van belang dat Sapph dit stuk aanvankelijk niet bij haar verweer had overgelegd. In reactie op de vraag van het secretariaat van de Stichting Reclame Code of hetgeen op dat moment namens Sapph was aangevoerd als definitief verweer schrift moest worden aange merkt, is namens Sapph geantwoord dat dit inderdaad het geval was, evenwel met de toevoeging: Bijgaand Persbericht zegt ook voldoende hoe we er bij Sapph over denken. Naar het oor deel van het College moet uit deze toevoeging worden afge leid dat Sapph voor de weergave van haar verweer tevens naar de inhoud van het persbericht verwijst dat als bijlage bij haar reactie was gevoegd. Terecht heeft de Commissie deze medede ling dan ook zo opgevat, dat het overleggen van het pers bericht diende om in het kader van het verweer het standpunt van Sapph met be trekking tot de klacht nader weer te geven. Derhalve dient ook dit stuk als onderdeel van het verweer te worden aangemerkt, welk stuk ook aan appellante is verzonden. 2. Dat Sapph daarbij een reactie heeft ver zon den die enkel met Rob is onder tekend, doet niet ter zake. Op die wijze van ondertekening heeft de Commissie geen enkele invloed en, anders dan appel lante veron der stelt, is geen sprake van enige connec tie tussen leden van de Commis sie en be doelde persoon. Evenmin kan worden ge zegd dat de Commissie de schijn van par tij digheid heeft gewekt. De grieven 1 en 2 treffen derhalve geen doel. 3. Ten aanzien van hetgeen appellante aanvoert over de wijze van toetsing door de Commissie aan de artikelen 2, 3 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) oor deelt het College als volgt. Bij toetsing aan artikelen in de Nederlandse Reclame Code die subjectieve normen bevatten, dient de Commissie, respectievelijk het Col lege zich terug houdend op te stellen wegens het subjectieve karakter van die nor men. Er is immers sprake van een criterium waarbij de invulling afhan ke lijk is van de persoon lijke waardering en opvattingen van degene die met de uiting wordt ge con fron teerd. In een dergelijk geval dient te worden volstaan met te beoordelen of naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de uiting de grenzen van het toe laat ba re te buiten gaat. Anders dan appellante stelt, brengt dit niet mee dat de be doelde bepa lin gen als onbruikbaar terzijde worden gesteld of anderszins niet aan die be pa lingen zou kunnen worden getoetst. Grief 3 treft derhalve geen doel. 4. Toegepast op de onderhavige zaak brengt het voorgaande mee dat de Com mis sie terecht de uiting niet in strijd met de genoemde artikelen heeft geacht. Wel iswaar is sprake van een uiting met enige seksuele lading, nu de afgebeelde per sonen schaars en uitdagend gekleed zijn, maar het College acht de uiting niet in strijd met hetgeen naar de hedendaagse opvattingen toelaatbaar dient te worden geacht. Dit geldt ook voor de trappende beweging die de man maakt. In dat kader is van belang dat de afbeelding in haar geheel beschouwd niet onmiskenbaar de indruk wekt dat daadwerkelijk aan de vrouw een trap wordt uitgedeeld. Uit de gesti leer de pose van de vrouw blijkt immers duidelijk dat sprake is van enscenering en niet van een realistische situatie. Het College wijst in dit ver band met name op de wijze waarop de vrouw haar volledig gestrekte handen half ge draaid omhoog houdt. Deze www.reclamecode.nl/webuitspraak.asp 4/5

en scenering is dusdanig opvallend, dat zij ook auto mobilisten die het billboard met de ter plaatse geldende snelheid passeren niet zal ontgaan. 5. De pas sant zal op grond van het voorgaande de tekst Lets kick some ass en de bijhorende afbeelding niet op vatten als een serieuze oproep om vrouwen (tegen het achterwerk) te trappen. Naar het oordeel van het College zal de passant in plaats daarvan uit het feit dat personen in lingerie zijn afgebeeld in combinatie met de gestileerde poses van de afgebeelde vrouw en de duidelijke verwijzing naar de merknaam Sapph, begrijpen dat sprake is van een reclame-uiting voor lingerie van het merk Sapph, waarbij de uitdrukking Lets kick some ass in combinatie met de afgebeelde trappende man, niet letterlijk is bedoeld, maar blijkbaar de strekking heeft om de onderhavige uiting een niet-serieus karakter te geven. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat de uiting dusdanig vrouwonvriendelijk is, dat deze de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat. Grief 4 treft derhalve evenmin doel. 6. Het enkele feit dat een donker gekleurd persoon wordt af gebeeld in een uiting die enige seksuele lading heeft en waarbij wordt gerefereerd aan een sport, brengt nog niet mee dat sprake is van discriminatie. Nu de reclame-uiting voorts niet onmiskenbaar oproept om mensen met een donkere huidskleur an ders te be han delen dan anderen en deze evenmin de suggestie wekt dat mensen met een don kere huids kleur in het alge meen be paalde op vat tingen hebben met betrekking tot (het gebruik van geweld tegen) vrouwen, treft ook grief 5 geen doel. 7. Het voorgaande brengt mee dat als volgt moet worden beslist. De beslissing Het College bevestigt de beslissing van de Commissie voor zover in beroep. www.reclamecode.nl/webuitspraak.asp 5/5