Samenwerking Justitie Arbeidszorg: kringloopwinkel Brugse Poort Naar aanleiding van een aantal evoluties die wij binnen de werking van onze vzw een open plaats, departement kringloopwinkel Brugse poort opmerken zouden wij graag afstemmen met onze justitiële partners op vlak van doorverwijzing/aanmelding, intakeprocedure, begeleiding en opvolging van de aanvragen die gedetineerden stellen om binnen onze organisatie vrijwilligerswerk te verrichten. Eerst en vooral willen wij als arbeidszorginitiatief graag benadrukken dat juist een van onze kerndoelstellingen erin bestaat om doelgroepmedewerkers (mensen met statuut MMPP, mensen met een arbeidsbeperking, mensen met een psycho-sociale problematiek, laaggeschoolden, kansarmen ) kansen te bieden middels arbeidsmatige activiteiten die kaderen binnen de kringloopwerking die wij organiseren. Hiertoe werken wij nauw samen met doorverwijzers zoals VDAB Gent, GTB Gent, OCMW Gent, CAW Gent. Ook justitie is een belangrijke partner voor ons. Via justitie krijgen wij medewerkers doorverwezen met verschillende gerechtelijke statuten : -beperkte detentie -electronisch toezicht -voorwaardelijke invrijheidsstelling (naar einde straf toe ) -veroordeelden tot een alternatieve maatregel (werkstraffen) -geïnterneerden die onder voorwaarden kunnen vrijkomen Via gerechtelijke alternatieve maatregelen alleen al hebben wij sedert 2007 zo n 58 trajecten opgestart en zijn hier voor een totaal van 3635,60 uur gepresteerd. Onder de maatregel internering hebben wij de afgelopen 5 jaar 14 halftijdse trajecten opgestart. Via de maatregel elektronisch toezicht zijn er 2012 reeds 4 voltijdse trajecten opgestart. Het is onze opzet om de samenwerking met onze justitiële partners duurzaam te bestendigen naar de toekomst toe. In het kader van effectiviteit en duidelijkheid wensen we graag enkele knelpunten die wij ervaren op cliëntniveau aan te kaarten. Op het vlak van aanmelding/doorverwijzing Op het vlak van reclasseringsplan / strafuitvoeringsmodaliteiten Op vlak van begeleiding / opvolging op de werkvloer 1
1. niveau van aanmelding / doorverwijzing Aanvragen komen bij ons binnen via de geijkte kanalen zoals justitiehuis Gent, maar wij krijgen evenzeer aanvragen vanuit het CAW, de PSD verbonden aan een bepaalde Vlaamse gevangenis, als aanvragen van de detentieconsulenten VDAB, verbonden aan de Vlaamse gevangenissen. Bovendien krijgen wij aanvragen uit gans de Vlaamse regio, niet enkel beperkt tot Oost-Vlaanderen. Ook nemen gedetineerden zelf vaak initiatief om contact op te nemen met onze organisatie in hun voorbereiding naar sociale reclassering. 1. Als organisatie hebben we geen zicht op de informatie-uitwisseling in een gerechtelijk dossier. Dit brengt volgende moeilijkheden met zich mee : 1.Het is voor ons bijlange niet steeds even duidelijk wie betrokken is in de respectievelijke dossiers waardoor het voor ons vlug een kluwen wordt waardoor samenwerken soms moeilijk loopt. Veel vragen die bij aanmelding leven zijn bijvoorbeeld: Welke instanties zijn betrokken bij dit dossier? Welke stappen naar werk /arbeidstrajectbegeleiding zijn reeds gezet vanuit de gevangenis? Hoe is de rest van de sociale reclassering ingevuld? Welke partner neemt wat op in het dossier? Soms neemt de PSD initiatief, soms de VDAB consulent, soms de gedetineerde, soms de justitieel welzijnswerker vanuit CAW, een andere keer de justitieassistent vanuit het justitiehuis.. Hierdoor is het voor ons onduidelijk wie wat op welke manier invult en in welke fase van gerechtelijke procedure betrokken gedetineerden zich bevinden. Dergelijke informatie is voor een werkplaats echter belangrijke achtergrondinformatie. 2. Het komt regelmatig voor dat tussen intake gesprek en vonnis uitgesproken door de strafuitvoeringsrechtbank een periode van een half jaar tot een jaar zit. Dit vonnis dient in een tijdspanne van 14 dagen uitgevoerd te worden. Wij kunnen als arbeidszorginitiatief op dergelijke korte termijn moeilijk rekening houden met dossiers waar zo n lange tijdspanne tussen zit en waarvan wij omtrent het verloop van het dossier niet op de hoogte gehouden worden. Voor ons is degelijke, gerichte achtergrondinformatie belangrijk om bovengenoemde inschattingen te kunnen maken. Justitiële partners beroepen zich op de deontologie van het beroepsgeheim om deze achtergrondinformatie niet te delen met ons. Wij willen echter de aandacht vestigen op het feit dat wij als beroepskrachten evengoed gebonden zijn aan ons beroepsgeheim en hier dus op professionele manier mee kunnen omgaan. 2
2. Reclasseringsplan Centraal staat het reclasseringsplan van de gedetineerde. We begrijpen heel goed dat binnen de respectievelijke reclasseringsplannen een zinvolle dagbesteding/vrijwilligerswerk/betaald werk/arbeidszorg voorop staat als basisvoorwaarde om al dan niet in aanmerking te komen voor voorwaardelijke invrijheidsstelling/beperkte detentie/elektronisch toezicht. Vaak ervaren wij als werkplaats dat gedetineerden vaak onvoldoende voorbereid zijn op een leven na de gevangenisstraf. Voor gedetineerden die een jarenlange celstraf (langer dan 3 jaar) uitgezeten hebben is het niet steeds evident om direct na vrijlating op te starten met werk/ arbeidszorg. Het statuut van de (ex-)gedetineerde is vaak een kluwen. Op belangrijke levensgebieden zoals wonen, werken en inkomen is men vaak onvoldoende voorbereid. Dit maakt dat belangrijke arbeidsbelemmerende factoren zich des te meer manifesteren eens men op de werkvloer actief is. Wij zijn echter afhankelijk van de goodwill van wat gedetineerden ons vertellen bij aanmelding om een correcte inschatting te kunnen maken of vrijwilligers werk in eerste instantie een realistisch perspectief is. Zo krijgen wij regelmatig gedetineerden over de vloer die eerlijk toegeven drug/medicatie afhankelijk te zijn. Wij willen als werkplaats ten allen tijde voorkomen dat wij een ontmoetingsplaats worden voor ex-drugverslaafden. Wij dienen er immers over te waken dat niet teveel mensen met dezelfde problematiek tegelijk aan het werk zijn. Kwestie van het evenwicht per werkafdeling te bewaken zodat onze werking niet in het gedrang komt. Wij verwijzen hierbij naar een recent voorval waarbij twee opponenten uit éénzelfde juridisch dossier plots geconfronteerd werden met elkaar op onze werkvloer. Dit is geen evidente situatie. 3. personeelsinzet op de werkvloer Wij hebben een equipe professioneel geschoolde werkinstructeurs binnen onze werking, zoals dit ook op alle andere werkplaatsen zo is. Hiertoe krijgen wij een gedeeltelijke subsidiëring vanuit de structurele samenwerking die wij hebben met OCMW Gent, alsook via het project meerbanenplan, en via de provincie Oost- Vlaanderen (voor de provinciale trajecten arbeidszorg). Voor het luik werkstraffen hebben wij recentelijk een werkvloerproject ingediend bij het justitiehuis Gent. Dit is goedgekeurd en zal doorgestuurd worden naar het ministerie Justitie. Veel kans dat wij jarenlang zullen moeten wachten op een antwoord. 3
Voor bijna alle extra trajecten die wij opzetten voor justitiabelen impliceert dit een extra belasting voor onze werkinstructeurs gezien justitiabelen vaak horen tot de MMPP doelpubliek. Wij willen deze mensen niet weigeren, wij willen als organisatie blijvend openstaan voor gedetineerden, maar daar tegenover staat dat wij wel op een efficiëntere en bovenal transparantere manier willen samenwerken met onze justitiële partners. Wat is nu de link met arbeidszorg? Veel (ex)gedetineerden hebben geen vast of geen statuut. Ook daarin schiet het reclasseringsplan naar ons aanvoelen tekort. Naar mijn opinie gaat teveel tijd verloren in de gevangenissen zelf. Volgens mijn aanvoelen horen justitiabelen perfect thuis in de doelgroep van niet-categoriale doelgroepmedewerkers. En zou dit misschien een taak of opdracht kunnen zijn die mee kan opgenomen worden in de provinciale trajecten arbeidszorg. Vanaf 2014-2015 wordt op Vlaams niveau het nieuwe maatwerkdecreet (Kabinet Vandenbossche, minister bevoegd voor sociale economie) van kracht. Dit brengt nog veel vraagtekens met zich mee. Zeker voor ons, gezien wij wensen in te tekenen op dit decreet maar vrezen dat er in de eerste jaren ook geen centen zullen zijn voor uitbreidingen. Ook horen wij van onze partner Justitiehuis Gent dat het onduidelijk is waar het luik strafuitvoering waar justitieassistenten voor bevoegd zijn vanaf 2014 zal gesitueerd worden. Er wordt vermoed dat gans deze materie gedeeltelijk of volledig onder Vlaamse bevoegdheid komt. Er is met andere woorden veel onduidelijkheid. Wij willen als werkplaats onze bezorgdheid uiten opdat de doelgroep justitiabelen waarmee wij vaak samenwerken niet vergeten zal worden. Naar ons aanvoelen zijn dit arbeidszorgmedewerkers die via op maat aangeboden trajectbegeleiding opnieuw stappen dienen te zetten naar de arbeidsmarkt. Ook hier dient de samenwerking met alle betrokken diensten op niveau van de cliënt efficiënt te kunnen verlopen. Want het aanbod aan ex-gedetineerden kan eigenlijk niet onder de noemer van vrijwilligerswerk geplaatst worden gezien de specifieke begeleidingsnoden die zich in elk dossier manifesteren. 4
Besluit : Wij als werkplaats willen graag een aanzet geven om met onze partners in de sector en met onze justitiële partners in dialoog te gaan omtrent de knelpunten die wij aankaartten op cliëntniveau. We willen als werkplaats immers onze duurzame band met justitie bestendigen naar de toekomst toe. Anderzijds hopen wij ook om samen met onze partners in de sector via het regionaal netwerkoverleg arbeidszorg een krachtig signaal te geven aan de respectievelijk bevoegde ministeries (op federaal vlak ministerie van Justitie en op Vlaams vlak ministeries welzijn, sociale economie en werk) om de mogelijkheden tot financiering en coördinatie van arbeidsmatige trajectbegeleidingen van justitiabelen te waarborgen naar de toekomst toe. 5