Onderzoek leerlingenvervoer

Vergelijkbare documenten
Verkeer en vervoer in Helmond

Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Amsterdams Leerlingenvervoer

AANVRAAG VERVOERSVOORZIENING LEERLINGENVERVOER VOORTGEZET ONDERWIJS

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGENVERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

Fietsen in Groningen 2016

Leerlingenvervoer. Informatie over de regeling leerlingenvervoer in het schooljaar vindt u in de folder

AANVRAAG VERVOERSVOORZIENING LEERLINGENVERVOER BASISONDERWIJS/SPECIALE SCHOOL VOOR BASISONDERWIJS

AANVRAAG VERVOERSVOORZIENING LEERLINGENVERVOER (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS

Fietsen in Groningen 2017

Scootmobielhouders in s-hertogenbosch

AANVRAAG VERVOERSVOORZIENING LEERLINGENVERVOER VOORTGEZET ONDERWIJS

Leerlingenvervoer Enschede. Voor wie, welke vervoersvormen zijn er en hoe vraagt u aan

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Resultaten fietsenquête

Uw kind in het leerlingenvervoer

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

Klanttevredenheid WMO vervoer Opsterland 2013

Deel A regulier basisonderwijs / speciale school voor basisonderwijs (SBO)

Evaluatie leerlingenvervoer 2013

Overzicht resultaten enquête leerlingenvervoer gemeente Grave Naam leerling - 2. Maakt u gebruik van taxivervoer?

Aanvraagformulier leerlingenvervoer

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Coevorden

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN

Openbaar Vervoer Panelonderzoek

Onvolledig ingevulde formulieren kunnen niet in behandeling worden genomen.

Tegemoetkoming leerlingenvervoer , aanvraagformulier

AANVRAAG VERVOERSVOORZIENING LEERLINGENVERVOER BASISONDERWIJS/SPECIALE SCHOOL VOOR BASISONDERWIJS

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer

AANVRAAG VERVOERSVOORZIENING LEERLINGENVERVOER (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS

Aanvraagformulier leerlingenvervoer, schooljaar

Aanvraag Leerlingenvervoer

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Aanvraagformulier leerlingenvervoer, schooljaar

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

paraaf chef: kopie aan: onderwerp: Klanttevredenheidonderzoek leerlingenvervoer 2010

Reizigersoverleg Brabant. 1) Klanttevredenheidsonderzoek april 2015 Aan het onderzoek hebben 440 panelleden deelgenomen.

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Fietsen in Groningen 2018

Tegemoetkoming leerlingenvervoer , aanvraagformulier

Vragenlijst over uw ervaringen met de Wmo

1. Maakt u gebruik van het openbaar vervoer in Venlo?

Leerlingenvervoer naar school van school

Klanttevredenheidsonderzoek Leerlingenvervoer

PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle

Aanvraagformulier leerlingenvervoer TEN BOER

Resultaat MEE op Weg 2015 MEE IJsseloevers

Aanvraag vergoeding vervoerskosten schoolbezoek /

Hoofdstuk 27. RijnGouweLijn

Buitenspelen 2013 Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Leeuwarden 2014

Buitenspelen. Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt

Onderzoek Bereikbaarheid Cronjéstraat

Aanvraagformulier leerlingenvervoer GRONINGEN

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c

Leerlingtevredenheid Het Ruimteschip. Cedin. Lianne Bleker

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Mijn kind(eren) zit(ten) in groep(en): Vervoer tussen huis en school: Lopend Fiets Auto Bus Anders

Aanvraagformulier vergoeding vervoerskosten schoolbezoek Gemeente Oostzaan Schooljaar

1. Maakt u gebruik van het (openbaar) busvervoer in Laarbeek?

Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014

Persoonlijke gevolgen voor leerlingen bij aanpassing leerlingenvervoer

EVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK

Aanvraagformulier leerlingenvervoer gemeente Losser. schooljaar

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Aanvraagformulier Leerlingenvervoer

Meest gestelde vragen (en antwoorden)

Rapportage online raadpleging OV Lijnennet 2018

Verleden en toekomst in Oud-West

WMO-VERVOER IN DEN HELDER

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

WENSEN OPENBAAR BUSVERVOER PURMEREND EN BEEMSTER 2019

jaargang 9, peiling 2 20 oktober 2011

Tevredenheid Abw-cliënten. Benchmark rapportage gemeente Maassluis. December 2003

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Evaluatie proef gratis busvervoer Helmond

Busje komt zo? Willen we dat écht?

Kinderen vinden dat ze een (heel) fijn leven hebben, maar school levert veel spanningen op

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHULDDIENSTVERLENING GEMEENTE RIDDERKERK

Als de leerling niet op het hierboven ingevulde adres woont, vul dan hieronder in waar de leerling wél woont.

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Boxtel Mei 2013

Huiswerkbegeleiding. Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin?

BURGERPANEL LANSINGERLAND

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

1. Inleiding Methode van onderzoek Responsverantwoording Leeswijzer 2

Onderzoek Passend Onderwijs

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen

Schooljaar Leerlingenvervoer in Almere. Vóór 1 juni aanvragen, ieder schooljaar weer!

- Wanneer u de enquête heeft ingevuld kunt u deze terugsturen naar de gemeente in de bijgevoegde portvrije envelop.

Kwaliteitsonderzoek doelgroepenvervoer Zuidoost-Drenthe 2012 Eindrapport

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Jeugd Verkeerskrant 1 Hoe ga jij naar school?

AANVRAAG LEERLINGENVERVOER SCHOOLJAAR

Schooljaar Leerlingenvervoer in Almere. Vóór 1 juni aanvragen, ieder schooljaar weer!

Transcriptie:

Onderzoek leerlingenvervoer Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek en Statistiek mei 2014

2

Samenvatting De gemeente vindt het belangrijk dat er bij leerlingen die naar het speciaal onderwijs gaan zoveel mogelijk wordt gekeken naar wat het kind zelfstandig kan. Dit geldt ook voor het reizen van en naar school. Dit vanuit het oogpunt van zelfredzaamheid. Dit onderzoek geeft inzicht in de mogelijkheden, wensen en behoeften van leerlingen van het speciaal onderwijs om (zelfstandig) met de fiets, het openbaar vervoer of de auto (gehaald en gebracht) van en naar school te reizen. Het onderzoek is in samenwerking met de scholen tot stand gekomen en richtte zich op leerlingen uit s-hertogenbosch van: groep 7 en 8 van het speciaal onderwijs; groep 7 en 8 van speciale scholen voor basisonderwijs; voortgezet speciaal onderwijs. Van deze groepen maken in totaal 300 leerlingen gebruik van leerlingenvervoer 1. 190 van deze leerlingen zijn benaderd om een vragenlijst in te vullen. 167 leerlingen hebben de vragenlijst ingevuld. Het onderzoek is niet representatief voor alle gebruikers van het leerlingenvervoer. De leerlingen die de vragenlijst hebben ingevuld zijn kinderen die (eventueel met ondersteuning) in staat waren de vragen te beantwoorden. Kinderen met een (ernstige) verstandelijke beperking zijn niet bevraagd. Naast leerlingen hebben ook 110 ouders een vragenlijst ingevuld. Dat zijn ouders van leerlingen die zelf ook zijn benaderd voor het onderzoek. De resultaten van het onderzoek kunnen worden gebruikt om projecten op te zetten om leerlingen te helpen om met de fiets, het openbaar vervoer of de auto naar school te reizen. De rapportage geeft namelijk een goede indicatie van de omvang van de groep leerlingen die eventueel in staat is om zelfstandig of onder begeleiding van en naar school te reizen. Er zal echter altijd een groep leerlingen afhankelijk blijven van het leerlingenvervoer. De kwaliteit van het leerlingenvervoer was geen onderdeel van dit onderzoek. Taxi(bus) 2 meest gebruikte vervoermiddel naar school De meeste leerlingen gaan meestal met de taxi(bus) naar school. Daarnaast zijn de fiets en de auto de meest gebruikte vervoermiddelen naar school. Twee derde van de bevraagde leerlingen wordt wel eens met de auto gebracht. In de meeste gevallen is dat incidenteel. Bijna één op de tien leerlingen wordt meestal met de auto naar school gebracht. Dit zijn met name leerlingen van het basisonderwijs. Vijf procent van de leerlingen gaat meestal op de fiets naar school. Dat zijn acht van alle bevraagde leerlingen. Er is ook een groep die af en toe naar school fietst. Dat zijn in totaal 19 leerlingen. Hoe ouder de leerlingen, des te meer er op de fiets gaan. Veel leerlingen en ouders vinden zelfstandig leren reizen belangrijk Bijna de helft van de leerlingen vindt het (heel) leuk om te leren zelfstandig naar school te reizen. Ook de meeste ouders vinden het belangrijk dat hun kind leert om zelfstandig naar school te reizen. Als het gaat om zelfstandig kunnen reizen dan zijn de ouders echter minder optimistisch dan de leerlingen. Bijna de helft van de leerlingen wil naar school fietsen Bijna de helft van de leerlingen zou naar school willen fietsen. De meeste leerlingen denken dat zij dat ook kunnen, alleen of met iemand samen. De meeste basisschoolleerlingen willen pas naar school fietsen als zij op het voortgezet onderwijs zitten. Met name afstand en ik vind het verkeer te gevaarlijk zijn redenen waarom kinderen niet naar school willen of kunnen fietsen. 1 Dit is een vergoeding door de gemeente voor de vervoerskosten ten behoeve van het schoolbezoek. Het kan gaan om een vergoeding in de vervoerskosten en/of verzorging van het vervoer. 2 Waar in de rapportage wordt gesproken over taxi(bus), gaat het over het leerlingenvervoer met de taxi(bus) 3

Oefening en begeleiding nodig om leerlingen naar school te kunnen laten fietsen De meeste ouders van leerlingen die nu niet naar school fietsen geven aan dat hun kind nu niet zelfstandig naar school kan fietsen. Situaties waarin dit wel zou kunnen, zijn: als iemand meefietst, als het kind op het voortgezet onderwijs zit, als het kind de verkeersregels heeft geleerd of heeft geoefend met fietsen. Er blijft ook een groep leerlingen die, vanwege de verstandelijke of lichamelijke beperking, nooit naar school zal kunnen fietsen. Meeste leerlingen niet enthousiast over reizen met openbaar vervoer De meeste leerlingen willen niet met het openbaar vervoer naar school. Vooral omdat zij niet weten wat ze moeten doen bij onvoorziene omstandigheden en omdat ze niet weten hoe het openbaar vervoer werkt. Ook wordt vaak genoemd dat er geen goede aansluiting is. Voor sommigen is de bushalte te ver weg. Weinig ouders denken dat hun kind nu al zelfstandig met het openbaar vervoer kan reizen. Situaties die dit misschien mogelijk maken zijn met name: als iemand mee gaat of als het kind heeft geleerd met het openbaar vervoer te reizen. Deel van ouders bereid om ondersteuning te bieden, aan eigen kind of andere leerlingen Eén op de drie bevraagde ouders geeft aan dat zijzelf of iemand anders uit hun huishouden hun kind kan helpen in de reis van en naar school. Zij kunnen met name ondersteuning bieden door samen met het kind naar school te fietsen, te oefenen met reizen met het openbaar vervoer en het kind te brengen en halen met de auto. Ongeveer vier op de tien ouders is (misschien) bereid om ook andere kinderen dan hun eigen kind te helpen, bijvoorbeeld door kinderen met de auto naar school te brengen, te oefenen met reizen met het openbaar vervoer of kinderen af te zetten/op te halen bij het station/de bushalte. Een kwart van de ouders is bereid om samen met andere ouders een schema te maken zodat zij om de beurt kunnen zorgen voor het vervoer van hun kinderen van en naar school. Eén op de drie leerlingen verwacht andere leerlingen te kunnen helpen, met name door samen naar school te fietsen. Echter, dit zijn deels ook leerlingen die nu zelf nog niet naar school fietsen. Als jij de baas zou zijn, wat zou jij dan veranderen aan het vervoer tussen thuis en school? Enkele opmerkingen van leerlingen een andere taksie sofuer lieferen taksie schaufeurs minder lang in de bus zitten minder kinderen in de bus en niet als laatste opgehaald worden ik zou teleporteer capsules willen van huis naar school. Dat zou fijn zijn. ik zouw gewoon met de fiets gaan, dat wouw ik zeggen ik ben tevreden over de taxi dat iedereen een privé taxi krijgt Bron: vragenlijst leerlingen niks veranderen. Alles zo laten dat iedereen met de fiets komt met moter naar school of auto Aanbevelingen Op basis van het onderzoek worden de volgende aanbevelingen gedaan: Zorg dat ouders de gelegenheid krijgen om elkaar te leren kennen. Als ouders elkaar kennen en weten waar de klasgenoten van hun kind wonen, kan dat stimuleren dat zij afspraken gaan maken met elkaar om het vervoer onderling te regelen. Ga met ouders en leerlingen in gesprek over mogelijke projecten en de bijdragen die ouders daaraan kunnen leveren. 4

Besteed in groep 7 en 8 al actief aandacht aan het leren fietsen van en naar school. Denk daarbij aan het volgende: o Oefenen met fietsen: oefen met leerlingen die moeite hebben met fietsen. Dit kan door met een groepje leerlingen bijvoorbeeld op het schoolplein te oefenen, onder begeleiding van een ouder of een (gym)leraar. o Aandacht voor de verkeersregels: besteed in de klas aandacht aan het leren van de verkeersregels. Bekijk de mogelijkheden om vrijwilligers in te zetten. Vrijwilligers kunnen de leerlingen helpen door samen met hen naar school te fietsen of hen te begeleiden in hun reis met het openbaar vervoer. Het is belangrijk dat deze vrijwilligers goed worden gescreend en in staat zijn de verantwoordelijkheid te dragen om een kind veilig op school te brengen. Bekijk de mogelijkheden om leerlingen meer gebruik te laten maken van het openbaar vervoer. Voor sommige leerlingen gaat het er vooral om dat zij oefenen. Maar er zijn ook leerlingen waarvoor de route niet logisch is (veel overstappen) of die moeite hebben met onverwachte omstandigheden. Mogelijk is het een optie om voor alle scholen samen een aparte buslijn in te zetten waarbij leerlingen bij haltes worden opgehaald en bij de scholen worden afgezet. Er zal altijd een groep leerlingen afhankelijk blijven van het leerlingenvervoer. Het gaat dan met name om een groep met zwaardere beperkingen. Het is voor deze groep belangrijk dat er maatwerk wordt geboden. Om het juiste maatwerk te kunnen bieden is nader onderzoek nodig en zullen in overleg met de vervoerder afspraken moeten worden gemaakt. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over de begeleiding op de taxi(bus) en de bezettingsgraad in de taxi(bus). 5

6

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 9 1.1 Aanleiding... 9 1.2 Doel, aanpak en onderzoeksvragen... 9 1.3 Leeswijzer... 10 2. Huidig gebruik vervoermiddelen en ervaringen... 11 2.1 Vervoer met taxi(bus)... 12 2.2 Openbaar vervoer en auto... 12 2.3 Op de fiets... 13 3. Zelfstandig reizen... 15 3.1 Algemeen oordeel... 15 3.2 Zelfstandig reizen met openbaar vervoer... 16 3.3 Op de fiets... 18 4. Ondersteuning bij zelfstandig reizen... 21 4.1 Ondersteuning aan eigen kind... 21 4.2 Ondersteuning aan andere kinderen... 21 5. Wensen leerlingen... 23 6. Conclusies en aanbevelingen... 25 6.1 Belangrijkste conclusies... 25 6.2 Aanbevelingen... 26 7

8

1. Inleiding De gemeente s-hertogenbosch wil graag inzicht krijgen in de mogelijkheden, wensen en behoeften van leerlingen van het speciaal onderwijs om (zelfstandig) met de fiets, het openbaar vervoer of de auto (gehaald en gebracht) van en naar school te reizen. Daarom is er over dit onderwerp een onderzoek uitgevoerd onder leerlingen van het speciaal onderwijs en hun ouders. Het onderzoek is in samenwerking met de scholen tot stand gekomen. 1.1 Aanleiding De aanleiding van dit onderzoek is tweeledig: De gemeente vindt het belangrijk dat er voor leerlingen die naar het speciaal onderwijs gaan zoveel mogelijk wordt gekeken naar wat zij zelfstandig kunnen. Dit geldt ook voor het reizen van en naar school. Dit vanuit het oogpunt van zelfredzaamheid. Leerlingen die voortgezet speciaal onderwijs volgen kunnen in de toekomst alleen nog aanspraak maken op leerlingenvervoer 3 als zij vanwege hun beperking niet zelfstandig met het openbaar vervoer kunnen reizen. Het is daarom belangrijk om te weten in hoeverre leerlingen in staat zijn om zelfstandig te reizen. 1.2 Doel en aanpak Het doel van het onderzoek is inzicht krijgen in de mogelijkheden, wensen en behoeften van leerlingen van het speciaal onderwijs om (zelfstandig) met de fiets, het openbaar vervoer of de auto (gehaald en gebracht) van en naar school te reizen. Om dit te achterhalen zijn twee vragenlijsten uitgezet: Een schriftelijke vragenlijst onder de leerlingen uit s-hertogenbosch die gebruik maken van: o groep 7 en 8 van het speciaal onderwijs; o groep 7 en 8 van speciale scholen voor basisonderwijs; o voortgezet speciaal onderwijs. Van deze groepen maken in totaal 300 leerlingen uit s-hertogenbosch gebruik van leerlingenvervoer. 167 van deze leerlingen hebben een vragenlijst ingevuld. De vragenlijst is door de leerlingen op school ingevuld met waar nodig ondersteuning van de leerkracht (verduidelijken van vragen). Dit onderzoek is niet representatief voor alle gebruikers van het leerlingenvervoer. De leerlingen die de vragenlijst hebben ingevuld zijn kinderen die (eventueel met ondersteuning) in staat waren de vragen te beantwoorden. Kinderen met een (ernstige) verstandelijke beperking zijn niet bevraagd. Een vragenlijst onder de ouders van deze leerlingen: de ouders zijn per brief aangeschreven voor deelname aan het onderzoek. Het gaat om de ouders waarvan het kind zelf ook is benaderd voor deelname aan het onderzoek. De ouders konden de vragenlijst via internet invullen. Ouders die liever een telefonisch interview wilden, konden zich daarvoor aanmelden. In totaal hebben 110 ouders de vragenlijst ingevuld of deelgenomen aan een telefonisch interview. Het is de eerste keer dat in de gemeente s-hertogenbosch een dergelijk onderzoek is uitgevoerd. Ook landelijk is er nog weinig ervaring met dit soort onderzoek. Het is zelfs de eerste keer in Nederland dat er leerlingen worden betrokken bij onderzoek naar leerlingenvervoer. Er zijn wel eerder tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd naar het leerlingenvervoer met de taxi. De rapportage geeft een goede indicatie van de omvang van de groep die eventueel in staat zal zijn om zelfstandig of onder begeleiding van en naar school te reizen. Er zal echter altijd een groep leerlingen afhankelijk blijven van het leerlingenvervoer. De kwaliteit van het leerlingenvervoer was 3 Dit is een vergoeding door de gemeente van de vervoerskosten ten behoeve van het schoolbezoek. Het kan gaan om een vergoeding in de vervoerskosten en/of verzorging van het vervoer. 9

geen onderdeel van dit onderzoek. Hierover worden in dit rapport dan ook geen uitspraken gedaan. Wel is te lezen hoe de leerlingen over het algemeen het leerlingenvervoer ervaren. 1.3 Onderzoeksvragen De hoofdvragen die met het onderzoek beantwoord worden, zijn: Welke vervoermiddelen gebruiken de leerlingen nu om van en naar school te reizen? Wat zijn de ervaringen van de leerlingen met het reizen met deze vervoermiddelen? Welke mogelijkheden zijn er voor de leerlingen om (zelfstandig) met de fiets, openbaar vervoer of auto (gehaald en gebracht) van en naar school te reizen? Wat kunnen de ouders van de leerlingen bijdragen om hun eigen kind en andere kinderen te begeleiden in hun reis van en naar school? De resultaten van het onderzoek kunnen worden gebruikt om de mogelijkheden, wensen en behoeften van leerlingen te vertalen in concrete projecten om leerlingen te helpen om met de fiets, het openbaar vervoer of de auto van en naar school te reizen. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft het huidige gebruik van vervoermiddelen onder leerlingen van het speciaal onderwijs en de ervaringen met het reizen met deze vervoermiddelen. In hoofdstuk 3 staat het zelfstandig reizen centraal. Hoe staan leerlingen en ouders in het algemeen tegenover zelfstandig reizen naar school? In hoeverre zijn de leerlingen hiertoe in staat en welke ondersteuning hebben zij daar eventueel bij nodig? In hoofdstuk 4 gaat het over de mogelijkheden van ouders en leerlingen om ondersteuning te bieden bij het zelfstandig reizen. Aan hun eigen kind, maar ook aan andere leerlingen. Hoofdstuk 5 geeft een overzicht van de wensen die leerlingen hebben voor het huidige vervoer. In hoofdstuk 6 worden de belangrijkste conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Ook worden enkele aanbevelingen gedaan voor de toekomst. Omdat de resultaten soms gaan over een relatief kleine groep, wordt per vraag met n het aantal leerlingen of ouders weergegeven dat de vraag heeft beantwoord. De teksten in de grijze boxen zijn opmerkingen van de leerlingen en ouders. 10

2. Huidig gebruik vervoermiddelen en ervaringen Leerlingen speciaal onderwijs wonen verspreid over de stad Het onderzoek richtte zich op leerlingen uit s-hertogenbosch van: o groep 7 en 8 van het speciaal onderwijs; o groep 7 en 8 van speciale scholen voor basisonderwijs; o voortgezet speciaal onderwijs. De meeste van deze leerlingen maken gebruik van het leerlingenvervoer. Het gaat in totaal om 300 leerlingen in de leeftijd van 10 tot 20 jaar. Deze leerlingen gaan naar de volgende scholen: Basisonderwijs Voortgezet onderwijs Locatie(s) Stedelijk VSO X Rosmalen Zuid Herman Broerenschool X X Rosmalen Zuid (twee locaties) Mytylschool Gabriel X X West De Rietlanden X X West en Zuidoost De Sprankel X West De leerlingen die gebruik maken van het speciaal onderwijs komen uit de hele gemeente s- Hertogenbosch (en de regio). Hierdoor varieert de afstand tussen huis en school per leerling behoorlijk. Er zijn leerlingen uit Rosmalen die naar een school voor speciaal onderwijs in Rosmalen gaan. En er zijn leerlingen die in Engelen wonen en in Rosmalen naar school gaan. De spreiding van de leerlingen over de stad is een belangrijk aspect waar rekening mee moet worden gehouden bij het reizen van en naar school en de mogelijkheden om zelfstandig te reizen. Dit is een belangrijk verschil met leerlingen die regulier onderwijs volgen. Voor die leerlingen is de spreiding over het algemeen namelijk een stuk minder. Zij gaan meestal in de eigen buurt/wijk naar school. Meeste leerlingen gaan meestal met taxi(bus) naar school Aan de leerlingen is gevraagd met welk vervoermiddel zij meestal naar school gaan. Het merendeel gaat meestal met de taxi(bus) 4. Eén op de twintig leerlingen geeft aan dat zij meestal met de fiets naar school gaan. Bijna één op de tien leerlingen wordt meestal met de auto gebracht en gehaald. Leerlingen op de basisschool worden vaker gebracht met de auto dan leerlingen op het voortgezet onderwijs (13% versus 1%). Figuur 2.1 Hoe ga je meestal naar school? (n=167) Met de taxi(bus) 83% Ik word gebracht met de auto 8% Op de fiets 5% Met de trein / bus 2% Anders, namelijk * 3% 0% 20% 40% 60% 80% 100% * bij anders, namelijk. wordt genoemd: soms fiets, soms taxi(bus); soms auto, soms taxi(bus); soms scooter, soms taxi(bus) Bron: vragenlijst leerlingen 4 Waar in de rapportage wordt gesproken over taxi(bus), gaat het over het leerlingenvervoer met de taxi(bus) 11

2.1 Vervoer met taxi(bus) Meeste leerlingen vinden reizen met taxi(bus) leuk of gewoon Aan de leerlingen die wel eens met de taxi(bus) reizen is gevraagd wat zij hiervan vinden. Acht op de tien leerlingen vinden het reizen met de taxi(bus) (heel) leuk of gewoon. Eén op de vijf vindt het reizen met de taxi(bus) (helemaal) niet leuk. Figuur 2.2 Ik vind reizen met de taxi(bus) naar school (n=135) 14% 27% 39% 10% 10% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Heel leuk Leuk Gewoon Niet leuk Helemaal niet leuk Bron: vragenlijst leerlingen Ook aan de ouders is gevraagd wat zij denken dat hun kind vindt van het reizen met de taxi(bus). De ouders denken daar ongeveer hetzelfde over als de kinderen. Redenen waarom kinderen taxivervoer niet leuk vinden De leerlingen die het niet leuk vinden om met de taxi(bus) te reizen noemen daarvoor de volgende redenen: Ik vind de taxi te vol/te druk (n=15); Ik vind dat ik te vroeg moet opstaan (n=9); Ik vind de andere kinderen niet leuk (n=9); Ik vind dat ik te lang in de taxi moet zitten (n=6); Ik vind de taxichauffeur niet leuk (n=5); Ik kom vaak te laat op school (n=4). De inschatting van de ouders is vergelijkbaar. Ook ouders noemen vooral de drukte en sfeer in de bus en de lengte van de rit als redenen waarom hun kind het niet leuk vindt om met de taxi(bus) te reizen. Daarnaast noemen ouders vaak dat de taxichauffeur niet vakbekwaam is in de omgang met de doelgroep en dat er sprake is van veel wisselingen van chauffeur. 2.2 Openbaar vervoer en auto Leerlingen reizen zelden met openbaar vervoer naar school Ruim de helft van de bevraagde leerlingen (57%) reist wel eens met de trein of bus. Dit geldt voor alle leeftijden. Er is niet gevraagd hoe frequent zij dat doen en of zij zelfstandig met het openbaar vervoer reizen of met iemand samen. Slechts acht van de bevraagde leerlingen gaan wel eens met het openbaar vervoer naar school. Dat zijn vooral leerlingen van het voortgezet onderwijs. Drie leerlingen reizen dagelijks met het openbaar vervoer en drie leerlingen vooral in de winter. Eén leerling geeft aan één dag in de week met de bus te gaan en één leerling gaat alleen in noodgevallen met de bus. De meeste leerlingen die met het openbaar vervoer reizen, doen dit samen met hun ouders of iemand van school. Twee leerlingen reizen alleen met het openbaar vervoer. Twee derde wordt wel eens met de auto naar school gebracht Bijna twee derde van de bevraagde leerlingen (basis en voortgezet onderwijs) wordt wel eens met de auto naar school gebracht of opgehaald. Van deze leerlingen worden elf leerlingen elke schooldag met de auto naar school gebracht. De andere leerlingen geven aan dat het incidenteel gebeurt, vooral 12

samenhangend met afspraken op school, afspraken met vriendjes of afspraken na school zoals tandarts/dokter of op vaste dagen als ze bijvoorbeeld bij hun vader zijn. 2.3 Op de fiets Bijna een vijfde fietst wel eens naar school De meeste leerlingen geven aan dat zij wel eens fietsen. 18 procent fietst wel eens naar school. Vijf procent gaat meestal op de fiets naar school. Dat zijn acht van de bevraagde leerlingen. Er is ook een groep die af en toe naar school fietst, bijvoorbeeld vooral in de zomer, als het mooi weer is of als er iets leuks te doen is op school. Dat zijn in totaal 19 van de bevraagde leerlingen. Leerlingen die wel eens naar school fietsen geven vaker aan dat zij het reizen met de taxi(bus) helemaal niet leuk vinden. Leerlingen die niet naar school fietsen geven vaker aan dat zij denken dat zij van hun ouders niet alleen mogen reizen. De helft van de oudere leerlingen (13 t/m 19 jaar) die wel eens met de fiets naar school gaat, fietst alleen. Van de jongere leerlingen (10 t/m 12 jaar) fietst één op de drie alleen. In de meeste gevallen fietst een leerling samen met iemand anders, zoals met een van de ouders, een broer of iemand van school. De meeste leerlingen die wel eens naar school fietsen vinden dit leuk Van de leerlingen die wel eens naar school fietsen geven slechts enkele leerlingen aan dat zij dat niet leuk vinden, de overige leerlingen vinden het gewoon of leuk. 13

14

3. Zelfstandig reizen Dit hoofdstuk beschrijft de wensen en mogelijkheden van leerlingen om zelfstandig te kunnen reizen, zowel vanuit het perspectief van de leerling zelf als vanuit het perspectief van de ouders. Sommige kinderen zullen vanwege hun gezondheidssituatie nooit in staat zijn om zelfstandig naar school te reizen. Het betreft vaak leerlingen met een verstandelijke beperking. Andere kinderen kunnen mogelijk wel leren om zelfstandig te reizen van en naar school. 3.1 Algemeen oordeel Bijna helft van leerlingen wil leren zelfstandig naar school te reizen Hoewel op dit moment nog weinig leerlingen zelfstandig naar school reizen, vindt bijna de helft (46%) van de leerlingen het (heel) leuk om te leren zelfstandig naar school te reizen; 14% vindt het (helemaal) niet leuk, 23% vindt het gewoon en 17% weet het niet. Figuur 3.1 Wat vind je ervan om te leren zelfstandig van en naar school te reizen (n=163) 15% 31% 23% 9% 5% 17% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Heel leuk Leuk Gewoon Niet leuk Helemaal niet leuk Weet ik niet Bron: vragenlijst leerlingen Met name de volgende leerlingen vinden het leuk om te leren zelfstandig naar school te reizen: leerlingen die het reizen met de taxi(bus) helemaal niet leuk vinden; leerlingen die meestal een telefoon bij zich hebben als ze naar school gaan. Met name de leerlingen die niet naar school willen of kunnen fietsen vinden het niet leuk om te leren zelfstandig naar school te reizen. Bijna helft van leerlingen denkt dat zij van hun ouders alleen naar school mogen reizen Eén op de drie leerlingen denkt dat zij van hun ouders alleen naar school mogen reizen. Nog eens 14% denkt dat zij dit mogen zodra zij op het voortgezet onderwijs zitten. Een kwart van de leerlingen denkt dat zij niet alleen naar school mogen reizen van hun ouders. Een kwart weet het niet. Leerlingen op het voortgezet onderwijs denken vaker dat zij van hun ouders alleen mogen reizen dan leerlingen op de basisschool. Leerlingen die aangeven dat zij niet naar school kunnen fietsen geven vaker aan dat zij van hun ouders niet alleen mogen reizen dan leerlingen die aangeven wel alleen te kunnen fietsen. 15

Figuur 3.2 Denk je dat je van je ouders alleen van en naar school mag reizen?( n=164) Ja 31% Ja, maar pas als ik naar het voortgezet onderwijs ga 14% Nee 23% Weet ik niet 25% Anders, namelijk... 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% * bij anders wordt genoemd: alleen met iemand anders; als de school dichtbij is; financieel een probleem; in de winter niet want dan is het snel donker; als ik 22 ben; als ik niet op anderen let in het verkeer; als ik beter ben; als ik het vraag aan mijn ouders; omdat ik niet alleen kan. Bron: vragenlijst leerlingen Meeste ouders willen dat hun kind leert zelfstandig naar school te reizen Drie op de tien ouders geven aan dat hun kind nooit zelfstandig naar school zal kunnen reizen. Van de overige ouders geeft de meerderheid (70%) aan dat zij wel eens met hun kind hebben gesproken over zelfstandig naar school reizen met de fiets of het openbaar vervoer. 60% van de ouders is het (helemaal) eens met de stelling: ik vind het belangrijk dat mijn kind leert om zelfstandig naar school te gaan. Dat zijn in totaal 47 ouders. Aan ouders die aangeven dat hun kind nooit zelfstandig kan reizen is deze stelling niet voorgelegd. 3.2 Zelfstandig reizen met openbaar vervoer Meerderheid leerlingen wil niet met openbaar vervoer naar school Er zijn weinig leerlingen die nu al met het openbaar vervoer naar school reizen. Aan de leerlingen die dit nu nog niet doen is gevraagd of zij dat wel zouden willen. De meeste leerlingen zouden dat niet willen. Ongeveer één op de zes geeft aan dat zij dit wel graag willen (15%). Nog eens 8% wil dit wel, maar pas als ze naar het voortgezet onderwijs gaan. Leerlingen die wel eens met de trein of bus reizen, geven vaker aan dat zij met de trein of bus naar school willen reizen dan leerlingen die nooit met de trein of bus reizen (19% versus 10%). Tabel 3.1 Zou je met de trein of bus naar school willen reizen? ( n=156) % n Nee 62% 97 Ja, dat zou ik graag willen 15% 23 Ja, maar pas als ik naar het voortgezet onderwijs ga 8% 13 Weet ik niet 15% 23 Bron: vragenlijst leerlingen Kwart van de leerlingen denkt dat zij zelfstandig met de trein/bus naar school kunnen reizen Gevraagd is of leerlingen die nu niet met de trein of bus naar school gaan dit wel zouden kunnen. Een kwart zegt dit wel te kunnen, nog eens ruim een kwart zegt dat zij dit kunnen als iemand met hen mee gaat. 16

Tabel 3.2 Zou je met de trein of bus naar school kunnen reizen?( n=155) % n Ja, dat kan ik alleen 23% 35 Ja, maar alleen met iemand samen 28% 44 Misschien 12% 18 Nee 25% 39 Weet ik niet 12% 19 Bron: vragenlijst leerlingen 15% wil en kan met het openbaar vervoer reizen 16 van de bevraagde leerlingen wil graag met het openbaar vervoer reizen en geeft aan dat zij dit ook zouden kunnen, alleen of met iemand samen. Nog eens 9 leerlingen geven aan dat zij dit kunnen en willen, maar wel pas als ze naar het voortgezet onderwijs gaan. 43 van de bevraagde leerlingen geven aan dat zij niet met het openbaar vervoer willen reizen, maar het eventueel wel zouden kunnen, alleen of met iemand samen. Leerlingen weten niet goed hoe reizen met openbaar vervoer werkt De belangrijkste redenen die leerlingen geven waarom zij niet met het openbaar vervoer naar school willen of kunnen reizen zijn dat zij niet weten wat ze moeten doen bij onvoorziene omstandigheden (zoals de bus die te laat komt) en dat ze niet weten hoe het zelfstandig reizen met de trein of bus werkt. Ruim een kwart geeft aan dat hun ouders het niet willen, mogelijk om een van de hierboven genoemde redenen. Tabel 3.3 Waarom wil je niet met de trein of bus naar school reizen? (n= 89) Meer antwoorden mogelijk % n Ik weet niet wat ik moet doen als er plotseling iets gebeurt, bijvoorbeeld als de bus te laat is 35% 31 Ik weet niet hoe reizen met de trein / bus werkt 33% 29 Mijn ouders willen niet dat ik met de trein of bus naar school ga 28% 25 Ik weet niet hoe ik van het station of de bushalte naar school moet komen 24% 21 De bushalte / het treinstation is te ver van mijn huis 16% 14 Tussen de trein en bus moet ik te lang wachten 16% 14 Anders* 26% 23 * bij anders wordt onder meer genoemd: te duur; fiets liever; halte te ver; eng. Bron: vragenlijst leerlingen Reizen met openbaar vervoer zou eventueel kunnen na oefenen en onder begeleiding De helft van de leerlingen die niet naar school kunnen met het openbaar vervoer, zegt dit nooit te kunnen. De overige leerlingen geven aan dat als de omstandigheden veranderen (verkeersregels bekend, geoefend met reizen met de trein of bus, het verkeer veiliger is of als iemand mee reist) zij wel met de trein of bus naar school kunnen. Tabel 3.4 Wanneer zou je wel met de trein of bus naar school kunnen?( n=37) Meer antwoorden mogelijk % n Ik zal nooit met de trein / bus naar school kunnen 53% 19 Als ik heb geoefend met reizen met de trein / bus 16% 6 Als ik samen met iemand kan reizen 19% 7 Anders* 16% 6 * bij anders wordt genoemd: als het trein/busstation dichterbij is; als het zal moeten dan zal ik het wel doen; als ik groot ben; als ik zou verhuizen; als het minder duur is Bron: Vragenlijst leerlingen 17

Ouders zijn minder optimistisch dan hun kinderen over het reizen met het openbaar vervoer Slechts één procent van de ouders geeft aan dat hun kind nu al zelfstandig met de trein/bus naar school kan reizen en 18% dat hun kind het misschien kan. Aan de ouders die nee of misschien hebben geantwoord is gevraagd in welke situatie hun kind wel met het openbaar vervoer zou kunnen reizen. Zij noemen onder anderen: als iemand mee gaat (n=42); als mijn kind geleerd heeft met het openbaar vervoer te reizen (n=29); als er een goede verbinding is (n=17); als de kosten worden vergoed (n=10); als mijn kind op het voortgezet onderwijs zit (n=8); als iemand mijn kind ophaalt en afzet bij de halte (n=6); als mijn kind een betere gezondheidstoestand heeft (n=6); als er geen overstap is (n=3). Ik weet niet wat ik moet doen als er plotseling iets gebeurt. Bijvoorbeeld als de bus te laat is. (Leerling) Hij kan nog niet kloklezen / kijken. Raakt in paniek wanneer er van patroon wordt afgeweken (bus later bijv.). (Ouder) Als er een oplossing wordt gevonden voor het feit dat hij geen paraplu kan ophouden omdat hij beide handen nodig heeft om zich in zijn rolstoel te verplaatsen. En, als er sneeuw ligt dan kan hij niet zelf van de bushalte van en naar school komen in zijn rolstoel. Daar zal dan een oplossing voor moeten komen. (Ouder) 3.3 Op de fiets Bijna de helft van de leerlingen wil wel op de fiets naar school Ongeveer één op de vijf leerlingen fietst nu al wel eens naar school. Aan leerlingen die nu niet naar school fietsen is gevraagd of zij dit zouden willen. Er zijn ongeveer evenveel leerlingen die dit wel willen (43%) als die dit niet willen (42%). Eén op de tien weet het nog niet. Van de leerlingen die wel zouden willen fietsen geven de meeste jonge leerlingen aan dit pas op het voortgezet onderwijs te willen. De leerlingen die niet willen fietsen geven als redenen (de leerlingen konden meerdere antwoorden geven): ik vind het verkeer te gevaarlijk (46%); ik word er moe van (23%); ik begrijp de verkeersregels niet (18%); ik vind fietsen niet leuk (16%); ik weet niet (4%). Ruim één op de drie (37%) noemt anders als reden om niet te willen fietsen. Door hen wordt vrijwel altijd de afstand genoemd, incidenteel een medische reden (afstand niet kunnen inschatten) of weersomstandigheden. Leerlingen die niet naar school willen fietsen geven vaker aan dat zij denken dat zij van hun ouders niet alleen mogen reizen. Leerlingen die niet naar school willen fietsen geven vaker aan dat zij niet naar school kunnen fietsen. 18

Meeste leerlingen denken dat zij zelfstandig naar school kunnen fietsen Aan leerlingen die nu niet naar school fietsen is gevraagd of zij dit wel zouden kunnen. Een derde zegt dat zij dit wel kunnen, nog eens bijna een kwart zegt dat zij dit kunnen als iemand mee fietst. Een kwart geeft aan dat zij niet naar school kunnen fietsen. Tabel 3.5 Zou je naar school kunnen fietsen?( n=140) % n Ja, dat kan ik alleen 34% 48 Ja, maar alleen met iemand samen 22% 31 Misschien 14% 20 Nee 25% 35 Weet ik niet 4% 6 Bron: Vragenlijst leerlingen Afstand is belangrijke reden om niet met de fiets naar school te kunnen Eén op de vier leerlingen (25%) zegt dat zij niet naar school kunnen fietsen. Dit zijn in totaal 35 leerlingen. Aan hen is gevraagd naar redenen waarom zij niet naar school kunnen fietsen. Leerlingen konden daarbij meerdere antwoorden aankruisen. Redenen die vooral genoemd zijn: het is te ver (n=21); mijn ouders willen het niet (n=12); ik begrijp de regels niet (n=9) het is te gevaarlijk (n=9); gezondheidsredenen (n=8). Ik kan geen diepte zien en ik raak de weg kwijt. (Leerling) Ik kan nog niet alleen fietsen zonder zijwieltjes. (Leerling) Eén op de drie leerlingen die niet naar school kan fietsen zegt dat nooit te kunnen. De overige leerlingen geven aan dat als de omstandigheden veranderen (verkeersregels bekend, geoefend met fietsen, het verkeer veiliger is of als iemand mee fietst) zij wel op de fiets naar school kunnen. Tabel 3.6 Wanneer zou je wel op de fiets naar school kunnen?( n=34) Meer antwoorden mogelijk % n Ik zal nooit op de fiets naar school kunnen 32% 11 Als ik de verkeersregels heb geleerd 18% 6 Als er iemand met mij mee naar school fietst 29% 10 Als het verkeer veiliger is 15% 5 Als ik heb geoefend met fietsen 15% 5 Anders* 29% 10 * bij anders wordt genoemd: als het dichterbij is; als ik de klok ken; als ik groot ben; ik weet de weg niet Bron: Vragenlijst leerlingen Meeste ouders van leerlingen die niet naar school fietsen geven aan dat hun kind dit niet zou kunnen Aan ouders van kinderen die niet met de fiets naar school gaan is gevraagd of hun kind nu in staat zou zijn zelfstandig naar school te fietsen. Een grote meerderheid (87%) geeft aan dat hun kind dit nu niet kan, 13% geeft aan dat dit misschien mogelijk is. Situaties die het misschien mogelijk maken zijn onder meer: als iemand mee fietst (n=34); als mijn kind op het voortgezet onderwijs zit (n=19); 19

als mijn kind de verkeerregels kent (n=16); als het minder ver zou zijn (n=11); na oefening (n=9); als hij/zij minder snel afgeleid is (n=4). De fietspaden zijn zo gevaarlijk en volwassenen houden al helemaal geen rekening met kinderen. Mijn zoon is pas aangereden op weg naar school en heeft drie dagen in het ziekenhuis gelegen. (Ouder) Als het niet te druk is, ze goed in haar vel zit, iedereen zich aan de verkeersregels houdt. We gaan nu oefenen of ze het misschien aan kan. Maar dit kan nog heel lang gaan duren, omdat ze snel afgeleid is. Ze houdt iedereen in de gaten en heeft overal een mening over. Kan ineens boos of zelfs agressief reageren. Dus willen we dit heel langzaam gaan uitproberen. (Ouder) 20

4. Ondersteuning bij zelfstandig reizen Aan ouders en leerlingen is gevraagd naar de mogelijkheden die zij hebben om ondersteuning te bieden bij het zelfstandig reizen. Aan hun eigen kind, maar ook aan andere leerlingen. 4.1 Ondersteuning aan eigen kind Eén op de drie bevraagde ouders (37%) geeft aan dat zijzelf of iemand anders uit hun huishouden hun kind kan ondersteunen in de reis van en naar school. Bijvoorbeeld door met het kind mee te fietsen, te oefenen met reizen met openbaar vervoer of het kind te halen/brengen met de auto. In totaal gaat het om 41 ouders die op enige manier hun kind kunnen ondersteunen in hun reis naar school. Het gaat om ouders waarvan het kind nu nog niet zelfstandig naar school reist. Ouders kunnen enige hulp bieden bij het reizen met het openbaar vervoer Een kwart van de ouders geeft aan dat zij (of iemand anders uit het huishouden) met hun kind kunnen oefenen in het reizen met de trein/bus, negen procent van de ouders geeft aan eventueel met hun kind mee te kunnen reizen met de trein/bus. Ik kan mijn kind afzetten en ophalen bij het station/de bushalte alleen als ze op het eindstation wordt opgevangen en als er iemand meereist. (Ouder) Kwart van ouders die kind nu niet halen/brengen met de auto zou dit eventueel wel kunnen Aan ouders die hebben aangegeven dat zij hun kind nooit met de auto naar school brengen (n=46) is gevraagd of zij (of iemand anders uit het huishouden) hun kind met de auto kunnen brengen/halen als de gemeente hiervoor een vergoeding geeft. Bijna één op de tien ouders geeft aan dit te kunnen, nog eens 15% kan dat wanneer het niet alle schooldagen betreft. Driekwart van de ouders is hiertoe echter niet in staat. Ook kent men geen ander persoon buiten het huishouden die dit zou kunnen doen. Eén op de tien ouders zou met kind mee kunnen fietsen Eén op de tien ouders geeft aan dat zij (of iemand anders uit het huishouden) samen met hun kind naar school kunnen fietsen. Sommige ouders kunnen dat niet op alle schooldagen. De ouders kennen vrijwel geen andere mensen buiten het eigen huishouden die dit zouden kunnen doen. 4.2 Ondersteuning aan andere kinderen Vier op de tien ouders willen (misschien) ondersteuning geven aan andere kinderen Van de ouders is 13% zeker bereid en nog eens 26% misschien bereid om andere leerlingen dan hun eigen kind te begeleiden in hun reis van en naar school. De begeleiding zou kunnen bestaan uit: Kinderen met de auto naar school brengen (n=20); Met kinderen oefenen in het reizen met het openbaar vervoer (n=11); Kinderen afzetten of ophalen bij het station/bushalte (n=10); Samen met kinderen naar school fietsen (n=7); Oefenen/begeleiden met fietsen (n=2); Enkele ouders geven aan dat zij alleen begeleiding willen bieden als zij daar een vergoeding voor krijgen van de gemeente. Uit enkele telefonische interviews blijkt dat sommige ouders het praktisch lastig vinden om met een groepje kinderen naar school te fietsen. Zij geven aan dat de leerlingen te ver uit elkaar wonen en het veel tijd kost om andere kinderen op te halen en met een groepje naar school te fietsen en weer terug. 21

Kwart van ouders wil vervoerschema maken met andere ouders Een kwart van de bevraagde ouders is bereid om samen met andere ouders een schema te maken zodat zij om de beurt kunnen zorgen voor het vervoer van hun kinderen van en naar school. Uit de telefonische interviews blijkt dat ouders soms wel bereid zijn om een schema te maken, maar dat er praktische problemen zijn om dit te realiseren. Bijvoorbeeld omdat hun kind vanwege het gebruik van een rolstoel alleen vervoerd kan geworden in een aangepaste auto. Of omdat sommige kinderen gedragsproblemen hebben en er ruzie kan ontstaan met andere kinderen. Maar ook is het soms lastig omdat ouders in ploegendienst werken of s ochtends vroeg op hun werk moeten zijn. Figuur 4.1 Ik ben bereid om samen met andere ouders een schema te maken zodat we om de beurt kunnen zorgen voor het vervoer van onze kinderen naar school ( n=106 ) 7% 18% 17% 18% 34% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Helemaal mee eens Mee eens Niet eens, niet oneens Oneens Helemaal oneens Weet niet/geen mening Bron: Vragenlijst ouders Ouders waarvan het kind nooit zelfstandig kan reizen zijn minder bereid om andere kinderen (dan hun eigen kind) te begeleiden in hun reis van en naar school of samen met andere ouders een schema te maken voor het vervoer van hun kinderen van en naar school. Eén op de drie leerlingen verwacht andere leerlingen te kunnen helpen Ook aan de leerlingen is gevraagd of zij andere leerlingen kunnen helpen om van en naar school te reizen. De helft van de bevraagde leerlingen denkt andere leerlingen hierbij niet te kunnen helpen. Eén op de drie geeft aan dat zij dat wel kunnen, met name door samen naar school te fietsen. Echter, dit zijn ook leerlingen die aangeven nu zelf nog niet naar school te fietsen. Tabel 4.1 Hoe kun je andere leerlingen helpen om van en naar school te reizen?( n=161 ) % n Ik kan andere leerlingen hier niet bij helpen 52% 84 Samen naar school fietsen 32% 52 Samen met de trein of bus reizen 9% 14 Samen naar school fietsen en samen met de trein of bus reizen 3% 5 Anders* 4% 6 * bij anders wordt onder meer genoemd: als iemand met mij fietst; helpen oversteken Bron: Vragenlijst leerlingen 22

5. Wensen leerlingen Aan de leerlingen is gevraagd wat zij zouden veranderen aan het vervoer tussen thuis en school als zij de baas zouden zijn. Daarbij zijn genoemd: Niets, het is goed zoals het nu is (n=44); Dat het vervoer sneller gaat: kortere ritten, minder lang wachten (n=15) Met de fiets gaan (n=13); Dat het minder druk is in de bus (n=9) Een andere chauffeur (minder schreeuwen en aardiger) (n=7) Niet iedere keer een andere chauffeur (n=3) geen idee (n=18) overig zoals betere bus, vervoer leuker maken, samen met vriendin in taxi, iedereen een privé taxi, alleen s ochtends met de taxi, minder file, nieuwere bussen, luxer reizen, een privé bus. Box 5.1 Als jij de baas zou zijn, wat zou jij dan veranderen aan het vervoer tussen thuis en school? een andere taksie sofuer lieferen taksie schaufeurs minder lang in de bus zitten minder kinderen in de bus en niet als laatste opgehaald worden ik zou teleporteer capsules willen van huis naar school. Dat zou fijn zijn ik zouw gewoon met de fiets gaan, dat wouw ik zeggen dat iedereen met de fiets komt ik ben tevreden over de taxi niks veranderen. Alles zo laten dat iedereen een privé taxi krijgt met moter naar school of auto 23

24

6. Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk staan de belangrijkste conclusies en aanbevelingen op een rij. De aanbevelingen kunnen worden gebruikt om projecten op te zetten om leerlingen te helpen zelfstandig te leren reizen. 6.1 Belangrijkste conclusies Taxi(bus) meest gebruikte vervoermiddel naar school De meeste leerlingen gaan meestal met de taxi(bus) 5 naar school. Naast de taxi(bus) zijn de fiets en de auto de meest gebruikte vervoermiddelen naar school. Twee derde van de bevraagde leerlingen wordt wel eens met de auto gebracht. In de meeste gevallen is dat incidenteel. Bijna één op de tien leerlingen wordt meestal met de auto naar school gebracht. Dit zijn met name leerlingen van het basisonderwijs. Vijf procent van de leerlingen gaat meestal op de fiets naar school. Dat zijn acht van de bevraagde leerlingen. Er is ook een groep die af en toe naar school fietst. Dat zijn in totaal 19 leerlingen. Zowel leerlingen als ouders vinden zelfstandig leren reizen belangrijk Bijna de helft van de leerlingen wil leren om zelfstandig naar school te reizen. Ook de meeste ouders vinden het belangrijk dat hun kind leert om zelfstandig naar school te reizen. Als het gaat om zelfstandig kunnen reizen dan zijn de ouders echter minder optimistisch dan de leerlingen. Veel leerlingen willen naar school fietsen Bijna de helft van de leerlingen zou naar school willen fietsen. De meeste leerlingen denken dat zij dat ook kunnen, alleen of met iemand samen. De meeste leerlingen van de basisschool willen pas naar school fietsen als zij op het voortgezet onderwijs zitten. Met name afstand en ik vind het verkeer te gevaarlijk zijn redenen waarom kinderen niet naar school willen of kunnen fietsen. Oefening en begeleiding nodig om leerlingen naar school te kunnen laten fietsen De meeste ouders van leerlingen die nu niet naar school fietsen geven aan dat hun kind dit nu niet zelfstandig zou kunnen. Situaties waarin dit wel zou kunnen zijn: als iemand meefietst, als het kind op het voortgezet onderwijs zit, als het kind de verkeersregels heeft geleerd of heeft geoefend met fietsen. Er blijft ook een groep leerlingen die, vanwege de verstandelijke of lichamelijke beperking, nooit naar school zal kunnen fietsen. Leerlingen niet enthousiast over reizen met openbaar vervoer De meeste leerlingen willen niet met het openbaar vervoer naar school. Vooral omdat zij niet weten wat ze moeten doen bij onvoorziene omstandigheden en omdat ze niet weten hoe het openbaar vervoer werkt. Ook wordt vaak genoemd dat er geen goede aansluiting is. Voor sommigen is de bushalte te ver weg. Weinig ouders denken dat hun kind nu al zelfstandig met het openbaar vervoer kan reizen. Situaties die dit misschien mogelijk maken zijn met name: als iemand mee gaat of als het kind heeft geleerd met het openbaar vervoer te reizen. Deel ouders bereid om ondersteuning te bieden, aan eigen kind of andere leerlingen Eén op de drie bevraagde ouders (37%) geeft aan dat zijzelf of iemand anders uit hun huishouden hun kind kan helpen in de reis van en naar school. Ondersteuning kan met name geboden worden door samen met het kind naar school te fietsen, te oefenen met reizen met het openbaar vervoer en het kind te brengen en halen met de auto. Ongeveer vier op de tien ouders is (misschien) bereid om ook andere kinderen dan hun eigen kind te helpen, bijvoorbeeld door kinderen met de auto naar school te brengen, te oefenen met reizen met het openbaar vervoer of kinderen af te zetten/op te halen bij het station/de bushalte. Een kwart van de ouders is bereid om samen met andere ouders een 5 Waar in de rapportage wordt gesproken over taxi(bus), gaat het over het leerlingenvervoer met de taxi(bus) 25

schema te maken zodat zij om de beurt kunnen zorgen voor het vervoer van hun kinderen van en naar school. Eén op de drie leerlingen verwacht andere leerlingen te kunnen helpen, met name door samen naar school te fietsen. Echter, dit zijn deels ook leerlingen die nu zelf nog niet naar school fietsen. 6.2 Aanbevelingen Op basis van het onderzoek worden de volgende aanbevelingen gedaan: Zorg dat ouders de gelegenheid krijgen om elkaar te leren kennen. Als ouders elkaar kennen en weten waar de klasgenoten van hun kind wonen, kan dat stimuleren dat zij afspraken gaan maken met elkaar om het vervoer onderling te regelen. Ga met ouders en leerlingen in gesprek over mogelijke projecten en de bijdragen die ouders daaraan kunnen leveren. Besteed in groep 7 en 8 al actief aandacht aan het leren fietsen van en naar school. Denk daarbij aan het volgende: o Oefenen met fietsen: oefenen met leerlingen die moeite hebben met fietsen. Dit kan door met een groepje leerlingen bijvoorbeeld op het schoolplein te oefenen, onder begeleiding van een ouder of een (gym)leraar. o Aandacht voor de verkeersregels: besteed in de klas aandacht aan het leren van de verkeersregels. Bekijk de mogelijkheden om vrijwilligers in te zetten. Vrijwilligers kunnen de leerlingen helpen door samen met hen naar school te fietsen of hen te begeleiden in hun reis met het openbaar vervoer. Het is belangrijk dat deze vrijwilligers goed worden gescreend en in staat zijn de verantwoordelijkheid te dragen om een kind met een beperking veilig op school te brengen. Bekijk de mogelijkheden om leerlingen meer gebruik te laten maken van het openbaar vervoer. Voor sommige leerlingen gaat het er vooral om dat zij oefenen. Maar er zijn ook leerlingen waarvoor de route niet logisch is (veel overstappen) of die moeite hebben met onverwachte omstandigheden. Mogelijk is het een optie om voor alle scholen samen een aparte buslijn in te zetten waarbij leerlingen bij haltes worden opgehaald en bij de scholen worden afgezet. Er zal altijd een groep leerlingen afhankelijk blijven van het leerlingenvervoer. Het gaat dan met name om een groep met zwaardere beperkingen. Het is voor deze groep belangrijk dat er maatwerk wordt geboden. Om het juiste maatwerk te kunnen bieden is nader onderzoek nodig en zullen in overleg met de vervoerder afspraken moeten worden gemaakt. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over de begeleiding op de taxi(bus) en de bezettingsgraad in de taxi(bus). 26