VMB1TS Temperatuursensormodule voor het Velbussysteem

Vergelijkbare documenten
VMB1TSW Temperatuursensormodule voor het Velbussysteem

Infraroodafstandsbediening ontvanger voor het Velbussysteem

Temperatuurcontrollermodule voor het Velbussysteem

VMB8PB. 8-kanaalsdrukknopmodule voor het VELBUSsysteem. Velbus manual VMB8PB edition 1 rev.2.0 1

VMB1RY. Relaismodule voor het VELBUS-systeem. Velbus manual VMB1RY edition 1 rev.1.0

VMB6IN. 6-kanaalsingangsmodule voor het VELBUS-systeem. Velbus manual VMB6IN edition 1 rev.1.0

4-kanaals dimmerstuurmodule met 0 of 1 tot 10V-uitgangen voor het Velbus-systeem

Temperatuurcontrollermodule voor het Velbussysteem

Inhoud: 1. Aansluiting van de controller VMB1TC p Aansluiting van de sensor, bedienings- en indicatieoverzicht p Adressering p.

Drukknopinterface voor. drukknop

VMB4RY. 4-kanaalsrelaismodule voor het VELBUSsysteem. Velbus manual VMB4RY edition 1 rev.1.0

Programmeerbare 4-kanaalsrelaismodule met spanningsuitgangen voor het Velbussysteem

PWM Ledstripdimmermodule voor het Velbussysteem

VMB1USB. USB-interface voor het VELBUS-systeem. Velbus manual VMB1USB edition 1 rev.1.0

8-Kanaals drukkopmodule. Velbus team

VMB2BL. 2-kanaalsrolluiksturingsmodule voor. het VELBUS-systeem. Velbus manual VMB2BL edition 1 rev.2.0

Dimmer voor Ohmse en inductieve belasting

VMB1BL. Rolluiksturingsmodule voor het VELBUSsysteem. Velbus manual VMB1BL edition 1 rev.2.0

Schakelklok toepassing editie 1

Velbus DIN-rail RS232 & USB interface

VMB4PD DRUKKNOP- EN TIMERMODULE VOOR VELBUS-SYSTEEM VMB4PD

VMB1DM Dimmermodule voor het VELBUS-systeem

VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage. Handleiding

Draadloze zoneregelaar HCE80. Handleiding bij het inleren

MC 785D-6p in- en opbouw

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET

RGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output

27/03/2014. GSM102 2 relais GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Eigenschappen en configuratie van de VMB8PBU, VMB6PBN en VMB2PB(A)N

RFI 1000 / RFI Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING

Eigenschappen en configuratie van de VMBGPODW en VMBGPODB

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

VMB2BLE. Eigenschappen van de rolluikmodule VMB2BLE. (screenshots van velbuslink 8.19) By KRIS DAELMAN

BESCHRIJVING FUNCTIE MODES speciaal ontworpen voor vloerverwarming en koeling systemen die aangestuurd worden door actuators. Instelmogelijkheden: Enk

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C

GSM500 PROGRAMMATIE HANDLEIDING

27/03/2014. GSM101 1 relais en 2 ingangen GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Televariator 0-10 V

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

Handleiding ALFA(NET) 71 0/+100 C

Handleiding digicode: Promi500 Kaarten en codes

7/2017. GSM relais en 3 ingangen GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

MC 785T-DF in- en opbouw

Draadloze Installatie Handleiding

1 Kenmerken: 2 Installatie: MontageGIDS. inteo SOLIRIS IB

Handleiding P4308: drukknopbediening voor infraroodlampen P4274: programmeertoestel voor P4308

Integratie van Net2 met een inbraakalarmsysteem

STAP VOOR STAP HANDLEIDING. Voor VelbusLink 6.x software

2. Klokprogramma instellen 10 Vakantiebeveiliging van het weekprogramma...10 Zomertijd/wintertijd...11

L /2008 rev 0 BE.PROXY BE.READ INSTALLATIEHANDLEIDING

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET

EASYPLUS PRE DOMOTICA

Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET

Deze pompschakelaar kunnen wij U aanbieden voor 79 gemonteerd en wel. Zie onderstaande beschrijving van deze unieke pompschakelaar

Installatiehandleiding

BRANDCENTRALE GMC+ ARGINA TECHNICS

allmatic Gebruikershandleiding HANDL Ampèrestraat TR Purmerend Tel: Fax:

Gebruiksaanwijzing TTA /+150 C (1) VDH doc Versie: V1.1 Datum:

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Installatiehandleiding

Gebruikershandleiding

Domotica in drie stappen: Systeem omschrijving: DDNET:

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE

MC 785D -50/+100 O C per 0,5 O C

Marmitek MicroModule AWM 2

HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

Centrale voor 4 zones AXOLUTE licht. Centrale voor 4 zones AXOLUTE donker

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

Digimax 210. Compatible met Maxi Controller. Gebruiksaanwijzing

Productinformatie. ORION-VA Klimaatcomputer met centrale regelingen (IRIS)

Montagevoorschriften

GEBRUIKSAANWIJZING RC08A

ADVANTAGE. L /2010 rev 0. system ONE2 WI ONE2 WB INSTALLATIEHANDLEIDING

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

AC ZONE ALARMCONTROLLER MET DEURBEL HANDLEIDING

TV DRC 868 A01 - TV DRC 000 A01, dimmer

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic

Verbinden. snel verbinden. scant. synchroniseren. Synchroniseren lezen schrijven

Handleiding GSM kiezer TKGSM-431 versie 13V1.2. Afmeting breedte circa 20,4 cm hoogte circa 14 cm.

Technische Handleiding CodeAccess10

ikitlux LUXOM COMFORT KIT

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

DOMOTICA. Woonkamer VELBUS.EU 20,0 C. interface Stijnen Solutions 19,5 C. Manueel 50% - + Alles uit. Dag. Woonkamer. Woonkamer. Nacht.

Contact aansluitingen. MultiOpener GSM

HANDLEIDING. De SAS1000WHB-7DF klokthermostaat wordt in combinatie met de SCU209-DF ontvanger gebuikt om 1 of meerdere actuators aan te sturen.

MC 785 EASY. in- en opbouw. Gebruiksaanwijzing. Omschrijving : MC 785 EASY Thermostaat Doc.nr.:

Installatiehandleiding

Temperatuurregeling met ontdooifunctie

AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING

Transcriptie:

VMB1TS Temperatuursensormodule voor het Velbussysteem VMB1TS handleiding editie 1

INHOUD OMSCHRIJVING... EIGENSCHAPPEN... VELBUSEIGENSCHAPPEN... 5 OVERZICHT SENSORMODULE... 7 INBOUW VAN EEN TEMPERATUURSENSOR... 8 INBOUW VAN EEN TEMPERATUURSENSOR SAMEN MET EEN CONTROLLER... OVERZICHT VERWARMINGSINSTALLATIE... 10 AANSLUITING... 11 Aansluiting van de temperatuursensor VMB1TS... 11 Aansluiting van de temperatuurcontroller VMB1TC... 11 Bedrading relaiskast... 12 Afsluiter... 1 Adressering... 1 LEDINDICATIE... 14 Antivries-, nacht-, dag- of comfort... 14 Koel- of verwarmingsmode... 14 Koeler of verwarmer ingeschakeld... 14 BEDIENING... 15 INSTELLINGEN... 16 Instelbereik... 16 Zones... 16 Deblokkering circulatiepomp en/of verwarmingsventiel... 16 Tijdstatistieken... 17 Minimum en maximum temperatuur... 17 Verschilthermostaat... 17 abrieksinstellingen... 17 CONIGURATIE VAN DE UITGANGEN... 18 Toekennen van een relaiskanaal voor de besturing van het ventiel... 1 Toekennen van een relaiskanaal voor het snelverwarmen... 20 Toekennen van een relaiskanaal voor het dagregime van de cv-ketel... 21 Toekennen van een relaiskanaal voor de besturing van een airco... 22 Toekennen van een relaiskanaal voor de circulatiepomp... 2 Toekennen van een relaiskanaal voor een laag temperatuuralarm... 24 Toekennen van een relaiskanaal voor een hoog temperatuuralarm... 25 BEDIENEN OP ASTAND... 26 Comfortstand bedienen op afstand... 27 Dagstand bedienen op afstand... 28 Nachtstand bedienen op afstand... 2 Antivriesstand bedienen op afstand... 0 Verwarmingsmode instellen op afstand... 1 Koelmode instellen op afstand... 2 Lokale bediening vergrendelen op afstand... Lokale bediening ontgrendelen op afstand... 4 Wissen van een aangeleerde drukknop... 5 Wissen van alle aangeleerde drukknoppen voor een bepaalde functie... 6 Wissen van alle aangeleerde drukknoppen... 7 OVERSCHAKELEN NAAR ANTIVRIES VIA RAAMCONTACTEN... 8 VERSCHILTHERMOSTAAT... De gang automatisch lager dan het bureel... 40 Passieve koeling van een slaapkamer... 41 SOTWAREVERSIE CONTROLEREN... 42 2 VMB1TS handleiding editie

OMSCHRIJVING De sensormodule kan gebruikt worden om temperaturen te meten en te versturen over het Velbus-systeem. In combinatie met een relaismodule (VMB4RY of VMB1RY) kan een thermostaat gevormd worden om een verwarming- of koelinstallatie te besturen. De bediening voor de comfort-, dag-, nacht- of antivriesstand kan gebeuren met de lokale drukknop of met drukknoppen aangesloten op de Velbus. Verschillende sensoren kunnen ingesteld en bediend worden vanuit een andere locatie door middel van een temperatuurcontroller (VMB1TC) of via een pc-interface (VMB1USB, VMB1RS of VMBRSUSB) en het Velbuslinkprogramma. De temperatuurcontroller (VMB1TC) kan ook de programma s bevatten om verschillende sensoren te besturen. EIGENSCHAPPEN Temperatuurbereik van de sensor: -10 tot 6.5 C (14 tot 146 ) Nauwkeurigheid na ijking: ±0.5 C bij 25 C ±1 C tussen -10 C en 6.5 C Resolutie: 0.0625 C Hysteresis: 0 C tot 15.5 C (in stappen van 0.5 C) Mogelijkheid tot het automatisch verzenden van de omgevingstemperatuur over de Velbus Registratie van minimum en maximum temperatuur Registratie tijdsduur verwarming/koeler aan Thermostaatwerking voor koelen of verwarmen Samen met een tweede sensor kan een verschilthermostaat gemaakt worden Instelbereik: Verwarmingsfunctie: -2 C tot 54 C in stappen van 0.5 C (standaard ingesteld van 5 tot 0 ) Koelfunctie: -2 C tot 54 C in stappen van 0.5 C (standaard ingesteld van 16 tot 6 C) Relaissturing via de Velbus voor: verwarmen snel verwarmen/koelen verwarmingsketel in dagregime koelen sturen circulatiepomp alarm bij te lage temperatuur alarm bij te hoge temperatuur Pendelbeveiliging op verwarm- en koeluitgang (minimum aan/uit schakelperiode): standaard 1 minuut (uitschakelbaar of instelbaar in veelvouden van minuten via Velbuslink software) Inschakelbare deblokkering van de circulatiepomp en/of het verwarmingsventiel (min. 1 minuut/dag aan) Bediening: met lokale drukknop op afstand via drukknoppen aangesloten op de Velbus via temperatuurcontroller VMB1TC door Velbuscommando s Lokale bediening voor het overschakelen naar: comfortstand dagstand nachtstand beveiligingsstand (antivries) Mogelijkheid om de lokale bediening te vergrendelen Bediening door drukknoppen aangesloten op de Velbus om: de module op comforttemperatuur in te stellen de module op dagtemperatuur in te stellen de module op nachttemperatuur in te stellen de module op beveiligingstemperatuur (antivries) in te stellen de thermostaat op verwarmen in te stellen de thermostaat op koelen in te stellen de lokale bediening te vergrendelen de lokale bediening te ontgrendelen Mogelijkheid om de verwarming in antivries te plaatsen als er een raam geopend wordt dmv raamcontacten aangesloten op de Velbus Terugmelding naar de drukknopmodules voor het aanpassen van de led-status. VMB1TS handleiding editie

Programmering zonder PC mogelijk Eenvoudig aanleerproces door de gewenste drukknoppen te bedienen in de leermode Opslagruimte voor 10 verschillende drukknoppen per bedieningsfunctie Led-indicaties voor: thermostaatwerking om te koelen comfortstand dagstand nachtstand verwarmer/koeler status voedingsspanning ontvangst/verzending van data over de Velbus Instellingen voor: de gewenste temperatuur de gewenste comforttemperatuur bij verwarmen de gewenste dagtemperatuur bij verwarmen de gewenste nachttemperatuur bij verwarmen de antivries beveiligingstemperatuur de verwarmingslimiet (bovengrens van het verwarmingsinstelbereik) de gewenste comforttemperatuur bij koelen de gewenste dagtemperatuur bij koelen de gewenste nachttemperatuur bij koelen de ondergrens van het koelinstelbereik de bovengrens van het koelinstelbereik de hysteresis de kalibratie van de sensor het temperatuurverschil om snel te verwarmen/koelen of voor de verschilthermostaat het laag temperatuuralarm (alarm indien de temperatuur onder die waarde zakt) het hoog temperatuuralarm (alarm indien de temperatuur boven die waarde stijgt) de tijdsduur van de tijdelijke mode: van 1 minuut tot 65.27 minuten (45 dagen 7 uur 5 min) het verzenden van de huidige temperatuur over de Velbus: o enkel bij het opvragen van de temperatuur o enkel bij verandering van de temperatuur o op regelmatige tijdsintervallen instelbaar tussen 10 en 255 seconden (4 min 15 s) resetten van minimum en maximum temperatuur de zone (een sensor kan tot een bepaalde zone toebehoren) het adres van de gekoppelde sensor om een verschilthermostaat te maken de pendelbeveiligingstijd (minimum aan/uit schakelperiode) Instellingen wijzigen door Velbuscommando s of via een temperatuurcontroller (VMB1TC) Besturing door een programma opgeslagen in een temperatuurcontroller (VMB1TC) Verschillende modes: automatisch: de sensormodule aanvaardt de programmastappen tijdelijk manueel: de programmastappen worden gedurende een bepaalde tijd genegeerd manueel: alle programmastappen worden genegeerd en de lokale bediening is vergrendeld De aangeleerde drukknoppen en instellingen blijven bewaard bij spanningsonderbreking 246 mogelijke adressen (instelbaar via de draaischakelaars) Vereiste voedingsspanning: 12 tot 18VDC Verbruik in rust: 12mA Maximaal verbruik: 15mA Afmetingen (L x B x H): 4 x 46 x 22mm 4 VMB1TS handleiding editie

VELBUSEIGENSCHAPPEN 2-draadscommunicatie voor de Velbusdata en 2 draden voor de voeding Dataoverdracht: 16,6 kbit/s Serieel dataprotocol: CAN (Controller Area Network) Kortsluitvast (naar de min of plus van de voeding) Led-indicatie bij ontvangst en verzenden van data over de Velbus Busfoutindicatie: 2 maal kort flitsen van de leds Zelfherstellend na 25 seconden bij een busfout Aan de sensormodule kan een naam van maximum 16 karakters toegekend worden. De temperatuursensormodule kan de volgende berichten versturen: uitgangstoestand manuele drukknoppentoestand sensortoestand sensortemperatuur, minimum en maximum temperatuur tijdsstatistieken (tijdsduur verwarming/koeler aan) sensorinstellingen sensorconfiguratie moduletype (inclusief zonenummer en softwareversie) sensornaam geheugeninhoud communicatiefoutenteller De temperatuursensormodule kan de volgende commando s versturen: de toestand van de leds op een drukknopmodule aanpassen doven van leds op een drukknopmodule doen branden van leds op een drukknopmodule traag doen knipperen van leds op een drukknopmodule zeer snel doen knipperen van leds op een drukknopmodule de gewenste temperatuur voor de gekoppelde sensor om een verschilthermostaat te maken De temperatuursensormodule kan de volgende berichten ontvangen: de toestand van een drukknopmodule programmabeschikbaarheid De temperatuursensormodule kan de volgende commando s ontvangen: Instellen van: de gewenste temperatuur de gewenste comforttemperatuur om te verwarmen de gewenste dagtemperatuur om te verwarmen de gewenste nachttemperatuur om te verwarmen de antivries beveiligingstemperatuur de verwarmingslimiet de gewenste comforttemperatuur om te koelen de gewenste dagtemperatuur om te koelen de gewenste nachttemperatuur om te koelen de ondergrens van het koelinstelbereik de bovengrens van het koekinstelbereik de hysteresis de calibratiefactor voor de sensor het temperatuurverschil om snel te verwarmen/ koelen of voor de verschilthermostaat de alarmtemperaturen de standaard tijdsduur voor de tijdelijke mode het zonenummer het adres van de gekoppelde sensor om een verschilthermostaat te maken Instellen om: te verwarmen te koelen. Lokale bediening: vergrendelen ontgrendelen VMB1TS handleiding editie 5

Geheugen: uitlezen overschrijven De toestand van de uitgangs-led aanpassen Het doven van de indicatie-led op de drukknopmodules In- of uitschakelen van de deblokkering voor de circulatiepomp en/of het verwarmingsventiel de uitgangs-led: doen doven doen branden doen knipperen traag doen knipperen zeer snel doen knipperen Opvragen van: moduletype inhoud van de communicatiefoutenteller de sensortemperatuur (min/max) en instellen van het tijdsinterval voor het versturen ervan de tijdsstatistieken de sensortoestand de sensorinstellingen de sensorconfiguratie de sensornaam Resetten van: minimumtemperatuur maximumtemperatuur tijdsstatistieken. Overschakelen op: comforttemperatuur dagtemperatuur nachttemperatuur antivriesstand 6 VMB1TS handleiding editie

OVERZICHT SENSORMODULE COOL DAY BOOST HEAT Led-aanduiding Instellingen 1 Koelmode 8 Adresinstelling 2 Comfortmode Afsluiter Dagmode 4 Nachtmode Manuele bediening 5 Verwarmer of koeler aan 10 (COOL) koeler 11 (DAY) ketel in dagregime Sensor 12 (BOOST) snelverwarmen/koelen 6 Temperatuursensor 1 (HEAT) verwarmer 7+11 (Mode + DAY) hoog temp.alarm Bediening 7+12 (Mode + BOOST) laag temp.alarm 7 Mode-drukknop 7+1 (Mode + HEAT) circulatiepomp Aansluitingen 14 Voeding 12 tot 18Vdc 15 Velbus VMB1TS handleiding editie 7

INBOUW VAN EEN TEMPERATUURSENSOR De temperatuursensor VMB1TS kan samen met twee blinde plaatjes VMBBI en een Velbusafdekplaat VMBDG of VMBLG ingebouwd worden. Duw hiervoor de modules langs achter in de afdekplaat. Er kan ook gebruik gemaakt worden van een 2 of -modulen breed inbouwframe met afdekplaat uit de BTicino Living serie. De module moet langs voren in het inbouwframe geklikt worden. Er kan ook gebruik gemaakt worden van een 2 of -modulen breed inbouwframe met afdekplaat uit de BTicino Light of Light Tech serie. De module moet langs voren in het inbouwframe geklikt worden. Voor inbouw in een holle wand moet een holle wand inbouwdoos gebruikt worden. 8 VMB1TS handleiding editie

INBOUW VAN EEN TEMPERATUURSENSOR SAMEN MET EEN CONTROLLER De sensor (VMB1TS) kan samen met een controller (VMB1TC) in een 4-modulen breed inbouwframe met afdekplaat uit de BTicino Living serie ingebouwd worden. De module moet langs voren in het inbouwframe geklikt worden. De sensor (VMB1TS) kan samen met een controller (VMB1TC) in een 4-modulen breed inbouwframe met afdekplaat uit de BTicino Light of Light Tech serie ingebouwd worden. De module moet langs voren in het inbouwframe geklikt worden. Voor inbouw in een holle wand moet een holle wand inbouwdoos gebruikt worden. VMB1TS handleiding editie

OVERZICHT VERWARMINGSINSTALLATIE Een verwarmingsinstallatie bestaat over het algemeen uit radiators of convectoren, een ketel, een circulatiepomp en een collector voorzien van ventielen voor iedere radiatorgroep. Ieder lokaal wordt voorzien van een temperatuurvoeler VMB1TS die beheerd wordt door één of meerdere temperatuurcontrollers VMB1TC. De voelers sturen op hun beurt relaismodules VMB4RY (of VMB1RY) die de ventielen bedienen. Van zodra er één van de ventielen geopend wordt, kan een relaiskanaal de circulatiepomp activeren en van zodra één van de voelers in dag- of comfortmode staat kan een relaiskanaal de ketel in dagregime plaatsen. Maakt men gebruik van convectoren met een ingebouwde ventilator dan kan een relaiskanaal deze ventilator sturen als de kamertemperatuur te veel afwijkt van de gewenste temperatuur om bijvoorbeeld s morgens het verwarmen te versnellen. 10 VMB1TS handleiding editie

AANSLUITING Om de Velbusmodules met elkaar te verbinden gebruikt men best een twisted-pair kabel (EIB 2x2x0.8mm2, UTP 8x0.51mm - CAT5 of gelijkwaardig). Indien er veel modules (meer dan 10) op de kabel aangesloten zijn of bij zeer lange leidingen (langer dan 50m) is het belangrijk om de draaddoorsnede voldoende dik te voorzien (0.5mm 2 of meer). Sluit de bus aan op de module (let op de polariteit). Verbind de 12V tot 18V gelijkspanning met de module (let op de polariteit). Aansluiting van de temperatuursensor VMB1TS BUS TWISTED PAIR (0.5mm²) Aansluiting van de temperatuurcontroller VMB1TC VMB1TS handleiding editie 11

Bedrading relaiskast 12 VMB1TS handleiding editie

Afsluiter Afsluiter Normaal gezien moeten er maar 2 TERM afsluiters geplaatst worden in een volledige Velbusinstallatie. Over het algemeen is dit op één module in de verdeelkast en op de module die het verst verwijderd is van de verdeelkast. In alle andere gevallen moet deze verwijderd worden. Indien de bekabeling met veel vertakkingen uitgevoerd is, wordt er enkel een afsluiter geplaatst op één module in de verdeelkast en op het bedieningspaneel dat het verst van de verdeelkast verwijderd is. Bij eventuele communicatieproblemen kan nog een bijkomende afsluiter geplaatst worden op een andere vertakking. Beperk echter het aantal afsluiters want een te groot aantal afsluiters kan de bus teveel belasten. Adressering Iedere module in het Velbussysteem moet een uniek adres hebben. Op modules die uitgerust zijn met draaischakelaartjes zoals de temperatuursensors VMB1TS en de relaismodules VMB4RY wordt dit adres via de ADDR draaischakelaars ingesteld (zie ook in de handleiding van de betreffende module). Het adres van de temperatuurcontroller VMB1TC wordt ingesteld via een menu (zie handleiding temperatuurcontroller). Deze adressen mogen nadien niet meer gewijzigd worden. Stel voor de temperatuursensoren een uniek adres in voor elke module via de ADDR draaischakelaars van 00 tot E uitgezonderd 81, 1, A1, 'B1', C1, D1, E1, 1 en. In onderstaan voorbeeld staat het adres op A5 ingesteld. ADDR = A5 VMB1TS handleiding editie 1

Antivries-, nacht-, dag- of comfort LEDINDICATIE In de lokalen waar zich een temperatuursensor VMB1TS bevindt kan de verwarming (of airco) in één van de 4 standen comfort, dag, nacht of antivries geplaatst worden. Aan iedere stand is een voorkeurinstelling voor de gewenste temperatuur gekoppeld. De gekozen mode wordt met de bijbehorende leds weergegeven. Indien de comfort-, dag- en nachtmode-leds niet oplichten, staat de sensormodule in de antivriesstand. Indien de comfort-, dag- of nachtmode-leds knipperen, staat de sensormodule tijdelijk (sleep timer) in die stand. Het programma wordt genegeerd gedurende die sleep tijd. Antivries Nacht Dag Comfort Koel- of verwarmingsmode Indien de temperatuursensor gebruikt wordt om een airco te sturen zal het ijskristal (bovenste led) oplichten. Het instellen van de verwarming- of koelmode kan enkel gebeuren via de temperatuurcontroller VMB1TC of via het Velbuslinkprogramma. Verwarmingsmode Koelmode Koeler of verwarmer ingeschakeld Wanneer de verwarming (ventiel geopend) of airco geactiveerd is, zal een rode led oplichten. De rode uitgangsled kan volgende foutindicaties tonen: Knipperen (kortstondig aanflitsen): de verwarming/koeler moet uitgeschakeld zijn maar heeft deze melding van de relaismodule niet ontvangen Knipperen (kortstondig uitdoven): de verwarming/koeler moet ingeschakeld zijn maar heeft deze melding van de relaismodule niet ontvangen. Snel knipperen: de configuratie van de sensorchip is mislukt. Zolang de foutindicatie aanhoudt, zal om de minuut de uitgangstoestand terug verstuurd worden. 14 VMB1TS handleiding editie

BEDIENING Iedere keer dat het drukknopje bediend wordt zal de module overschakelen tussen antivries, nacht, dag of comfortstand. De nacht-, dag- en comfortindicatieleds knipperen om aan te duiden dat deze maar tijdelijk (sleep timer) in die stand geplaatst zijn. Gedurende deze tijd wordt het programma genegeerd. Nadat deze tijd verstreken is, zal de sensormodule terug het programma volgen of indien er geen programma aanwezig is keert de sensormodule terug naar zijn vorige stand. De antivriesstand kan niet in de tijdelijke mode geplaatst worden. De standaard tijd wordt ingesteld via de temperatuurcontroller. Het vroegtijdig uitschakelen van deze tijdelijke mode kan gebeuren door terug de drukknop lang ingedrukt te houden. Het knipperen van de leds stopt en de sensor blijft in de geselecteerde mode werken tot de eerstvolgende programmastap. De lokale bediening kan vergrendeld of ontgrendeld worden via de temperatuurcontroller VMB1TC of via het Velbuslinkprogramma. Wordt de sensormodule in de manuele mode geplaatst via de temperatuurcontroller VMB1TC of via het Velbuslinkprogramma, dan zal de lokale bediening vergrendeld zijn. VMB1TS handleiding editie 15

INSTELLINGEN Van de temperatuursensor kunnen volgende zaken ingesteld worden via de temperatuurcontroller (zie handleiding VMB1TC) of via het Velbuslinkprogramma: de zone waartoe de sensor behoort de werkingsmode (verwarmen of koelen) het in- of uitschakelen van de deblokkering voor de circulatiepomp en/of verwarmingsventiel de gewenste comforttemperatuur bij verwarmen de gewenste dagtemperatuur bij verwarmen de gewenste nachttemperatuur bij verwarmen de antivries beveiligingstemperatuur de verwarmingslimiet (bovengrens van het verwarmingsinstelbereik) het temperatuursverschil om snel te verwarmen/ koelen of voor de verschilthermostaat de kalibratiefactor voor de sensor de hysteresis de gewenste comforttemperatuur bij koelen de gewenste dagtemperatuur bij koelen de gewenste nachttemperatuur bij koelen de ondergrens van het koelinstelbereik de bovengrens van het koelinstelbereik het laag temperatuuralarm (alarm indien de temperatuur onder die waarde zakt) het hoog temperatuuralarm (alarm indien de temperatuur boven die waarde stijgt) de standaard tijdsduur van de tijdelijke mode: van 1 minuut tot 65.27 minuten (45 dagen 7 uur 5 min) het verzenden van de huidige temperatuur over de Velbus: o enkel bij het opvragen van de temperatuur o enkel bij verandering van de temperatuur o op regelmatige tijdsintervallen instelbaar tussen 10 en 255 seconden (4 min 15 s) resetten van minimum en maximum temperatuur resetten van de tijdsregistratie voor de verwarmer/koeler het vergrendelen of ontgrendelen van de lokale bediening het adres van de gekoppelde sensor om een verschilthermostaat te maken sensornaam (max. 16 karakters) Indien de softwareversie van de sensormodule hoger of gelijk is aan 04 (zie softwareverie controleren) kan de pendelbeveiligingstijd (standaard ingesteld op 1 minuut) gewijzigd worden via het Velbuslinkprogramma. Instelbereik Het instelbereik voor de gewenste temperatuur kan door de gebruiker aangepast worden. Hierdoor kan men er voor te zorgen dat de verwarming nooit hoger kan ingesteld worden dan een bepaalde waarde. Zones Een zone kan nuttig zijn als de gewenste temperatuur van verschillende lokalen hetzelfde patroon moet volgen. Op deze manier hoeft u maar één programma in te stellen voor alle lokalen die tot die zone behoren. Elke sensor van die zone moet hetzelfde zonenummer toegekend krijgen. Er kunnen tot 7 zones gedefinieerd worden. Het toekennen van een zone kan gebeuren via de temperatuurcontroller (VMB1TC) of door het Velbuslinkprogramma via een pc aangesloten op de Velbus pc interface (VMB1USB, VMB1RS of VMBRSUSB). Deblokkering circulatiepomp en/of verwarmingsventiel Wanneer de circulatiepomp of het ventiel lange tijd niet meer gebruikt worden, kunnen deze vast komen te zitten. Om dit te verhinderen kan hiervoor een deblokkering ingeschakeld worden. Die zorgt ervoor dat de circulatiepomp of het ventiel gedurende één minuut ingeschakeld worden als die gedurende 24 uur niet meer gebruikt werden. Het in- of uitschakelen van die deblokkeerfunctie kan gebeuren via de temperatuurcontroller (VMB1TC) of door het Velbuslinkprogramma via een pc aangesloten op de Velbus pc interface (VMB1USB, VMB1RS of VMBRSUSB). 16 VMB1TS handleiding editie

Tijdstatistieken Voor elke mode (comfort, dag, nacht of antivries) wordt de tijd bijgehouden hoelang de verwarming/koeler ingeschakeld werd. Deze statistieken kunnen opgevraagd of gereset worden via de temperatuurcontroller (VMB1TC) of door het Velbuslinkprogramma via een pc aangesloten op de Velbus pc interface (VMB1USB, VMB1RS of VMBRSUSB). Minimum en maximum temperatuur De sensor registreert de minimum en maximum temperatuur. Deze waarden kunnen opgevraagd of gereset worden via de temperatuurcontroller (VMB1TC) of door het Velbuslinkprogramma via een pc aangesloten op de Velbus pc interface (VMB1USB, VMB1RS of VMBRSUSB). Verschilthermostaat Met twee sensoren kan een verschilthermostaat gemaakt worden. Als het temperatuurverschil tussen de die twee sensoren een bepaalde waarde overschrijdt, kan een relaiskanaal geactiveerd worden. Hiervoor moet op één van de twee sensoren het adres van de tweede sensor bekend gemaakt worden. De tweede sensor moet vervolgens gelinkt worden met een relaiskanaal. Het te overschrijden temperatuurverschil om het relaiskanaal te activeren, wordt op de eerste sensor ingesteld. abrieksinstellingen Bij aanschaf van de module zijn volgende fabrieksinstelling reeds opgeslagen in de sensor: Omschrijving abrieksinstelling Zonenummer Geen zone Verschilsensoradres Geen Werkingsmode Verwarmen Deblokkering van het verwarmingsventiel Uitgeschakeld Deblokkering van de circulatiepomp Uitgeschakeld Gewenste comforttemperatuur om te verwarmen 22 C Gewenste dagtemperatuur om te verwarmen 20 C Gewenste nachttemperatuur om te verwarmen 15 C Antivriesbeveiliging 5 C Verwarmingslimiet 0 C Temperatuurverschil (snel te verwarmen/ koelen of verschilthermostaat) C Calibratiefactor -2.5 C Hysteresis 0.5 C Gewenste comforttemperatuur om te koelen 21 C Gewenste dagtemperatuur om te koelen 2 C Gewenste nachttemperatuur om te koelen 26 C Ondergrens koelinstelbereik 16 C Bovengrens koelinstelbereik 6 C Laag temperatuuralarm C Hoog temperatuuralarm 0 C Standaard tijdsduur voor de tijdelijke mode (sleep time) 1uur Tijdsduur automatische verzending van de temperatuur Uitgeschakeld Lokale bediening Ontgrendeld Sensornaam Temp sensor Pendelbeveiligstijd 1 minuut VMB1TS handleiding editie 17

CONIGURATIE VAN DE UITGANGEN De sensormodule verstuurt berichten over de Velbus bij een toestandswijziging van zijn verschillende uitgangen. Aan deze Velbusberichten kunnen relaismodules (VMB1RY of VMB4RY) gekoppeld worden voor de volgende functies: sturen van het verwarmingsventiel inschakelen van de turbostand van de verwarming- of koelinstallatie als het verschil tussen de huidige en de gewenste temperatuur te groot is verwarmingsketel in dagregime te plaatsen sturen van de koelinstallatie sturen van de circulatiepomp van de verwarmingsinstallatie genereren van een alarmmelding als de temperatuur te laag wordt (verwarmingsinstallatie is uitgevallen) genereren van een alarmmelding als de temperatuur te hoog wordt (het ventiel sluit niet meer) Ieder relaiskanaal dat bestuurd wordt door een temperatuursensor moet in de momentbediening geplaatst worden d.w.z. de TIME1 en MODE/TIME2 draaischakelaartjes van het kanaal op de relaismodule moeten in de 0 stand geplaatst worden. Het toekennen van die relaiskanalen kan het eenvoudigst gebeuren door gebruik te maken van het Velbuslinkprogramma via een pc aangesloten op de Velbus pc interface (VMB1USB, VMB1RS of VMBRSUSB). Het kan echter ook zonder gebruik te maken van een computer. Volg hiervoor onderstaande procedures. 18 VMB1TS handleiding editie

Toekennen van een relaiskanaal voor de besturing van het ventiel Wanneer de kamertemperatuur onder de gewenste waarde zakt, verstuurt de temperatuursensor een commando op de bus om een relais in te schakelen die het ventiel opent. Stijgt de kamertemperatuur boven de gewenste waarde dan wordt terug een commando door de temperatuursensor op de bus verstuurd om het relais uit te schakelen zodat het ventiel sluit. In dit voorbeeld wordt relaiskanaal 1 gebruikt om het verwarmingsventiel te sturen. 1. Plaats de sensormodule in de antivriesstand door de drukknop op het frontpaneel enkele malen te bedienen totdat er geen enkele led meer oplicht. 5. Houd het onderste (HEAT) drukknopje van de temperatuursensor ingedrukt totdat het relaiskanaal aantrekt en de rode led op de sensormodule knippert. 2. Plaats de MODE en TIME1 draaischakelaars voor kanaal 1 van de relaismodule op 0 (momentbediening). 6. Plaats het adres van de relaismodule terug op zijn oorspronkelijke waarde.. Onthoud het adres van deze relaismodule om het later terug te kunnen plaatsen. 4. Plaats het adres van de relaismodule op C1. De MODE 1 led knippert nu ter indicatie van de leerstand om een modedrukknop (PBM) aan te leren. Out1 Out2 Out Out4 Mode/ Mode/ Mode/ Mode/ 4 Channel relay module ADDR. Time2 Time2 Time2 Time2 Mode/Time2 0:Moment Start-stop 0 0 1 1 1:5s Staircase 2:10s Non-Retrigger :15s Turn Off Delay 4:0s Turn On Delay 5:1' 6:2' Trig Release Blink 2 2 7:5' 5' 2 8:10' 10' :15' 15' A:0' 0' Learn CH1 CH2 CH CH4 B:1h 1h x :O C:2h 2h Ex:ON x=ch1...4 VMB4RY D:5h 5h Dx: TGL Bx : TG1 x : ST1 velleman E:1day 1day Cx: PBM Ax : TG2 8x : ST2 :Toggle Toggle ON Rx Tx Mode1 Mode2 Mode Mode4 D E C AB ABCD E 2 67 8 45 4 5 6 7 8 DE ABC ABCDE 2 4 5 6 7 8 2 4 5 6 7 8 E D ABC ABCDE 67 8 2 45 4 5 6 7 8 E D ABC ABCD E 01 2 45 6 7 8 01 2 4 5 6 7 8 E D ABC ABCD E 67 8 2 45 4 5 6 7 8 VMB1TS handleiding editie 1

Toekennen van een relaiskanaal voor het snelverwarmen Sommige convectoren bezitten een blazer om het verwarmen te versnellen als de temperatuur te veel afwijkt van de gewenste waarde. In dit voorbeeld wordt die blazer gestuurd door relaiskanaal 2. 1. Plaats de sensormodule in de antivriesstand door de drukknop op het frontpaneel enkele malen te bedienen totdat er geen enkele led meer oplicht. 5. Houd het tweede (TURBO) drukknopje van de temperatuursensor ingedrukt totdat het relaiskanaal aantrekt en de rode led op de sensormodule knippert. 2. Plaats de MODE en TIME1 draaischakelaars voor kanaal 2 van de relaismodule op 0 (momentbediening). 6. Plaats het adres van de relaismodule terug op zijn oorspronkelijke waarde.. Onthoud het adres van deze relaismodule om het later terug te kunnen plaatsen. 4. Plaats het adres van de relaismodule op C2. De MODE 2 led knippert nu ter indicatie van de leerstand om een modedrukknop (PBM) aan te leren. Out1 Out2 Out Out4 Mode/ Mode/ Mode/ Mode/ 4 Channel relay module ADDR. Time2 Time2 Time2 Time2 Mode/Time2 0:Moment Start-stop 0 0 0 1 1 1 1:5s Staircase 2:10s Non-Retrigger :15s Turn Off Delay 4:0s Turn On Delay 5:1' 6:2' Trig Release Blink 2 2 2 7:5' 5' 2 8:10' 10' :15' 15' A:0' 0' Learn CH1 CH2 CH CH4 B:1h 1h x :O C:2h 2h Ex:ON x=ch1...4 VMB4RY D:5h 5h Dx: TGL Bx: TG1 x : ST1 velleman E:1day 1day Cx: PBM Ax: TG2 8x : ST2 :Toggle Toggle ON Rx Tx Mode1 Mode2 Mode Mode4 D E C AB ABCD E 2 67 8 4 5 6 7 8 45 DE ABC ABCDE 2 4 5 6 7 8 2 4 5 6 7 8 E D ABC ABCD E 67 8 2 45 4 5 6 7 8 E D ABC ABCDE 2 45 6 7 8 4 5 6 7 8 E D ABC ABCD E 67 8 2 45 4 5 6 7 8 20 VMB1TS handleiding editie

Toekennen van een relaiskanaal voor het dagregime van de cv-ketel Sommige verwarmingsketels beschikken over een contactingang voor dag- of nachtregime. In nachtregime wordt de keteltemperatuur meestal een tiental graden lager ingesteld. De verwarmingsketel moet in dagregime geschakeld worden van zodra er één van de sensormodules in de dagof comfortstand staat. In dit voorbeeld wordt dit verwezenlijkt met relaiskanaal. 1. Plaats alle sensormodules in de antivriesstand door de drukknop op het frontpaneel enkele malen te bedienen totdat er geen enkele led meer oplicht. 5. Houd het derde (DAY) drukknopje van de eerste temperatuursensor ingedrukt totdat het relaiskanaal aantrekt en de rode led op de sensormodule knippert. 2. Plaats de MODE en TIME1 draaischakelaars voor kanaal van de relaismodule op 0 (momentbediening). 6. Houd het derde (DAY) drukknopje van de tweede temperatuursensor ingedrukt totdat het relaiskanaal aantrekt en de rode led op de sensormodule knippert.. Onthoud het adres van deze relaismodule om het later terug te kunnen plaatsen. 4. Plaats het adres van de relaismodule op C. De MODE led knippert nu ter indicatie van de leerstand om een modedrukknop (PBM) aan te leren. Out1 Out2 Out Out4 Mode/ Mode/ Mode/ Mode/ 4 Channel relay module ADDR. Time2 Time2 Time2 Time2 Mode/Time2 0:Moment Start-stop 0 0 0 1 1 1 1:5s Staircase 2:10s Non-Retrigger :15s Turn Off Delay 4:0s Turn On Delay 2 2 2 5:1' 6:2' Trig Release Blink 2 7:5' 5' 8:10' 10' :15' 15' A:0' 0' Learn CH1 CH2 CH CH4 B:1h 1h C:2h 2h VMB4RY D:5h 5h x :O Ex:ON x=ch1...4 Dx: TGL Bx: TG1 x : ST1 Cx: PBM Ax: TG2 8x : ST2 velleman E:1day :Toggle 1day Toggle ON Rx Tx Mode1 Mode2 Mode Mode4 C A B A BCDE DE 2 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 DE AB C A BCDE 2 4 5 6 78 2 4 5 6 78 E D A BCDE A BC 2 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 E D A BCDE A BC 2 4 5 6 78 4 56 78 E D A BCDE A BC 2 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 7. Herhaal stap 5 voor alle overige sensoren. 8. Plaats het adres van de relaismodule terug op zijn oorspronkelijke waarde. VMB1TS handleiding editie 21

Toekennen van een relaiskanaal voor de besturing van een airco De temperatuursensor kan ook gebruikt worden om een koelinstallatie te regelen. In geval de sensor in de koelmode staat zal de verwarming in de antivriesstand geplaatst worden. Als de kamertemperatuur boven de gewenste waarde stijgt, moet een relais inschakelen om de airco te doen koelen. Zakt de kamertemperatuur onder de gewenste waarde dan moet het relais uitschakelen om het koelen te stoppen. In dit voorbeeld wordt relaiskanaal 4 gebruikt om het airco te sturen. 1. Plaats de sensormodule in de antivriesstand door de drukknop op het frontpaneel enkele malen te bedienen totdat er geen enkele led meer oplicht. 5. Houd het bovenste (COOL) drukknopje van de temperatuursensor ingedrukt totdat het relaiskanaal aantrekt en de rode led op de sensormodule knippert. 2. Plaats de MODE en TIME1 draaischakelaars voor kanaal 4 van de relaismodule op 0 (momentbediening).. Onthoud het adres van deze relaismodule om het later terug te kunnen plaatsen. 4. Plaats het adres van de relaismodule op C4. De MODE 4 led knippert nu ter indicatie van de leerstand om een modedrukknop (PBM) aan te leren. 6. Plaats het adres van de relaismodule terug op zijn oorspronkelijke waarde. 7. Met de temperatuurcontroller VMB1TC of via het Velbuslinkprogramma moet de sensormodule in de koelmode gebracht worden. De bovenste led (ijskristal) moet oplichten. Out1 Out2 Out Out4 Mode/ Mode/ Mode/ Mode/ 4 Channel relay module ADDR. Time2 Time2 Time2 Time2 Mode/Time2 0:Moment Start-stop 0 0 1 1 1:5s Staircase 2:10s Non-Retrigger :15s Turn Off Delay 4:0s Turn On Delay 5:1' 6:2' Trig Release Blink 2 7:5' 5' 2 8:10' 10' :15' 15' Learn CH1 CH2 CH CH4 A:0' B:1h 0' 1h x :O C:2h 2h Ex:ON x=ch1...4 VMB4RY D:5h 5h Dx: TGL Bx: TG1 x : ST1 velleman E:1day 1day Cx: PBM Ax: TG2 8x : ST2 :Toggle Toggle ON Rx Tx Mode1 Mode2 Mode Mode4 C AB ABCDE DE 2 45 6 7 8 45 6 7 8 DE ABC ABCDE 2 4 5 6 7 8 2 45 6 7 8 E D ABC ABCDE 01 2 45 6 7 8 01 2 45 6 7 8 E D ABC ABCDE 2 45 6 78 2 45 6 78 E D ABC ABCDE 2 45 6 78 45 6 78 22 VMB1TS handleiding editie

Toekennen van een relaiskanaal voor de circulatiepomp Sommige ventielen beschikken over een contact dat sluit als het ventiel geopend is. Door alle contacten parallel te schakelen kan de circulatiepomp gestuurd worden. Hebben de ventielen die contacten niet dan kan er een relais gekoppeld worden aan de temperatuur-sensoren om de circulatiepomp te sturen. In dit voorbeeld moet de pomp draaien van zodra er één van de sensormodules warmte vraagt. Dit wordt bijvoorbeeld met relaiskanaal 1 van een relaismodule verwezenlijkt. 1. Plaats alle sensormodules in de antivriesstand door de drukknop op het frontpaneel enkele malen te bedienen totdat er geen enkele led meer oplicht. 5. Houd de drukknop op het frontpaneel van de eerste sensormodule ingedrukt en bedien vervolgens de onderste (HEAT) drukknop totdat het relaiskanaal aantrekt en de rode led op de sensormodule knippert. Laat eerst de onderste (HEAT) drukknop los en nadien deze op het frontpaneel. 2. Plaats de MODE en TIME1 draaischakelaars voor kanaal 1 van de relaismodule op 0 (momentbediening).. Onthoud het adres van deze relaismodule om het later terug te kunnen plaatsen. 6. Houd de drukknop op het frontpaneel van de tweede sensormodule ingedrukt en bedien vervolgens de onderste (HEAT) drukknop totdat het relaiskanaal aantrekt en de rode led op de sensormodule knippert. Laat eerst de onderste (HEAT) drukknop los en nadien deze op het frontpaneel. 4. Plaats het adres van de relaismodule op C1. De MODE 1 led knippert nu ter indicatie van de leerstand om een modedrukknop (PBM) aan te leren. Out1 Out2 Out Out4 Mode/ Mode/ Mode/ Mode/ 4 Channel relay module ADDR. Time2 Time2 Time2 Time2 Mode/Time2 0:Moment Start-stop 0 0 0 1 1 1 1:5s Staircase 2:10s Non-Retrigger :15s Turn Off Delay 4:0s Turn On Delay 2 2 2 5:1' 6:2' Trig Release Blink 2 7:5' 5' 8:10' 10' :15' 15' A:0' 0' Learn CH1 CH2 CH CH4 B:1h 1h C:2h 2h VMB4RY D:5h 5h x :O Ex:ON x=ch1...4 Dx: TGL Bx: TG1 x : ST1 Cx: PBM Ax: TG2 8x : ST2 velleman E:1day :Toggle 1day Toggle ON Rx Tx Mode1 Mode2 Mode Mode4 C A B A BCDE DE 2 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 DE AB C A BCDE 2 4 5 6 78 2 4 5 6 78 E D A BCDE A BC 2 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 E D A BCDE A BC 2 4 5 6 78 4 56 78 E D A BCDE A BC 2 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 7. Herhaal stap 5 voor alle overige sensoren. 8. Plaats het adres van de relaismodule terug op zijn oorspronkelijke waarde. VMB1TS handleiding editie 2

Toekennen van een relaiskanaal voor een laag temperatuuralarm De sensormodule is voorzien van een antivriesbeveiliging, maar als de verwarmingsinstallatie uitgevallen is kan het toch gebeuren dat in de winter de temperatuur in een lokaal verder zakt. Om de gebruiker te waarschuwen dat de temperatuur in dat lokaal het vriespunt nadert kan een relais bekrachtigd worden. Dit relaiscontact kan dan gebruikt worden om bijvoorbeeld een waarschuwingslampje of een elektrisch kacheltje in te schakelen. Als voorbeeld wordt hiervoor relaiskanaal 2 van een relaismodule gebruikt. 1. Plaats de sensormodule in de antivriesstand door de drukknop op het frontpaneel enkele malen te bedienen totdat er geen enkele led meer oplicht. 5. Houd de drukknop op het frontpaneel van de sensormodule ingedrukt en bedien vervolgens de tweede (TURBO) drukknop totdat het relaiskanaal aantrekt en de rode led op de sensormodule knippert. Laat eerst de tweede (TURBO) drukknop los en nadien deze op het frontpaneel. 2. Plaats de MODE en TIME1 draaischakelaars voor kanaal 2 van de relaismodule op 0 (momentbediening).. Onthoud het adres van deze relaismodule om het later terug te kunnen plaatsen. 6. Plaats het adres van de relaismodule terug op zijn oorspronkelijke waarde. 4. Plaats het adres van de relaismodule op C2. De MODE 2 led knippert nu ter indicatie van de leerstand om een modedrukknop (PBM) aan te leren. Out1 Out2 Out Out4 Mode/ Mode/ Mode/ Mode/ 4 Channel relay module ADDR. Time2 Time2 Time2 Time2 Mode/Time2 0:Moment Start-stop 0 0 0 1 1 1 1:5s Staircase 2:10s Non-Retrigger :15s Turn Off Delay 4:0s Turn On Delay 2 2 2 5:1' 6:2' Trig Release Blink 2 7:5' 5' 8:10' 10' :15' 15' A:0' 0' Learn CH1 CH2 CH CH4 B:1h 1h C:2h 2h VMB4RY D:5h 5h x :O Ex:ON x=ch1...4 Dx: TGL Bx: TG1 x : ST1 Cx: PBM Ax: TG2 8x : ST2 velleman E:1day :Toggle 1day Toggle ON Rx Tx Mode1 Mode2 Mode Mode4 C A B A BCDE DE 2 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 DE AB C A BCDE 2 4 5 6 78 2 4 5 6 78 E D A BCDE A BC 2 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 E D A BCDE A BC 2 4 5 6 78 4 56 78 E D A BCDE A BC 2 4 5 6 7 8 4 5 6 7 8 24 VMB1TS handleiding editie

Toekennen van een relaiskanaal voor een hoog temperatuuralarm De sensormodule kan ook een relais bedienen als de kamertemperatuur een extreem hoge waarde zou bereiken. Dat kan voorkomen als het verwarmingsventiel defect zou zijn en niet meer sluit zodat de kamer maar verder blijft opwarmen. Dit relaiscontact kan dan gebruikt worden om bijvoorbeeld een waarschuwingslampje of een geluidsignaal te activeren. Als voorbeeld wordt hiervoor relaiskanaal van een relaismodule gebruikt. 1. Plaats de sensormodule in de antivriesstand door de drukknop op het frontpaneel enkele malen te bedienen totdat er geen enkele led meer oplicht. 5. Houd de drukknop op het frontpaneel van de sensormodule ingedrukt en bedien vervolgens de derde (DAY) drukknop totdat het relaiskanaal aantrekt en de rode led op de sensormodule knippert. Laat eerst de derde (DAY) drukknop los en nadien deze op het frontpaneel. 2. Plaats de MODE en TIME1 draaischakelaars voor kanaal van de relaismodule op 0 (momentbediening).. Onthoud het adres van deze relaismodule om het later terug te kunnen plaatsen. 6. Plaats het adres van de relaismodule terug op zijn oorspronkelijke waarde. 4. Plaats het adres van de relaismodule op C. De MODE led knippert nu ter indicatie van de leerstand om een modedrukknop (PBM) aan te leren. Out1 Out2 Out Out4 Mode/ Mode/ Mode/ Mode/ 4 Channel relay module ADDR. Time2 Time2 Time2 Time2 Mode/Time2 0:Moment Start-stop 0 1 1:5s Staircase 2:10s Non-Retrigger :15s Turn Off Delay 4:0s Turn On Delay 2 2 2 5:1' 6:2' Trig Release Blink 2 7:5' 5' 8:10' 10' :15' 15' A:0' 0' Learn CH1 CH2 CH CH4 B:1h 1h x :O C:2h 2h Ex:ON x=ch1...4 VMB4RY D:5h 5h Dx: TGL Bx: TG1 x : ST1 velleman E:1day 1day Cx: PBM Ax: TG2 8x : ST2 :Toggle Toggle ON Rx Tx Mode1 Mode2 Mode Mode4 DE C AB A BCDE 2 4 5 6 78 4 56 78 DE A BC ABCDE 2 4 56 78 2 4 5 6 78 E D A BCDE ABC 2 4 5 6 78 4 56 78 E D A BCDE ABC 2 4 5 6 78 4 56 78 E D A BCDE ABC 2 4 5 6 78 4 56 78 VMB1TS handleiding editie 25

BEDIENEN OP ASTAND De sensormodule kan lokaal bediend worden maar kan ook op afstand bediend worden door de temperatuurcontroller VMB1TC (zie handleiding controller). De sensormodule kan ook nog op afstand bediend worden door drukknoppen die aangesloten zijn op de Velbus. Er kunnen drukknoppen gedefinieerd worden om: de sensormodule in de comfortstand te plaatsen de sensormodule in de dagstand te plaatsen de sensormodule in de nachtstand te plaatsen de sensormodule in de antivriesstand te plaatsen de sensormodule in de verwarmingsmode te plaatsen de sensormodule in de koelmode te plaatsen de lokale bediening van de sensormodule te vergrendelen de lokale bediening van de sensormodule te ontgrendelen Voor elke bedieningsfunctie kunnen er tot 10 verschillende drukknoppen toegekend worden. Het toekennen van dergelijke drukknoppen kan het eenvoudigst gebeuren door gebruik te maken van het Velbuslinkprogramma via een pc aangesloten op de Velbusinterface (VMB1USB, VMB1RS of VMBRSUSB). Het kan echter ook zonder gebruik te maken van een computer. Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. Stel het adres van de sensormodule in op de functie waarvoor drukknoppen moeten aangeleerd worden. Adres leermode 1 E1 D1 C1 B1 A1 Knipperende indicatieleds unctie Drukknoppen die de sensormodule in de comfortstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule in de dagstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule in de nachtstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule in de antivriesstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule op de verwarmingsmode instellen Drukknoppen die de sensormodule op de koelmode instellen 1 Drukknoppen die de lokale bediening op de sensormodule vergrendelen 81 Drukknoppen die de lokale bediening op de sensormodule ontgrendelen Een bepaalde drukknop toevoegen gebeurt door deze lang in te drukken totdat zijn indicatieled knippert. Lukt dit niet, dan is het maximum aantal aan te leren drukknoppen bereikt. Plaats nadien het adres van de sensormodule terug op zijn oorspronkelijke waarde. 26 VMB1TS handleiding editie

In het volgende voorbeeld maken we gebruik van een bedieningspaneel VMB4PD waarvan de 8 bedieningen gekoppeld worden met een temperatuursensor. De labels op het scherm voor de eerste pagina worden als volgt ingesteld (zie handleiding VMB4PD): Comfort Dag Nacht Antivries De labels op het scherm voor de tweede pagina worden als volgt ingesteld: Warm Vergrendel Koel Ontgrendel Comfortstand bedienen op afstand Met de linkerboventoets van het bedieningspaneel wordt de temperatuursensor in de comfortstand geplaatst. 1. Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. 2. Plaats het adres van de sensormodule op 1. De comfort- en dagleds knipperen om aan te duiden dat er drukknoppen kunnen aangeleerd worden om de module in de comfortstand te plaatsen.. Houd de Comfort drukknop ingedrukt (min. 1 sec) tot zijn indicatieled begint te knipperen. Comfort Dag Nacht Antivries Zolang de drukknop ingehouden blijft, zullen de leds op de sensormodule doven, dit om de aangeleerde drukknop te confirmeren. ADDR = 1 Zijn er nog sensormodules die op dezelfde drukknop moeten reageren, onthoud dan hun adressen en plaats hun adressen ook op 1. 4. Herhaal eventueel stap indien er nog andere drukknoppen de sensormodule in de comfortstand moeten plaatsen. 5. Plaats het adres van de sensormodule(s) terug op zijn oorspronkelijke waarde. VMB1TS handleiding editie 27

Dagstand bedienen op afstand Met de rechterboventoets van het bedieningspaneel wordt de temperatuursensor in de dagstand geplaatst. 1. Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. 2. Plaats het adres van de sensormodule op E1. De dagled knippert om aan te duiden dat er drukknoppen kunnen aangeleerd worden om de module in de dagstand te plaatsen.. Houd de Dag drukknop ingedrukt (min. 1 sec) tot zijn indicatieled begint te knipperen. Comfort Dag Nacht Antivries ADDR = E1 Zijn er nog sensormodules die op dezelfde drukknop moeten reageren, onthoud dan hun adressen en plaats hun adressen ook op E1. Zolang de drukknop ingehouden blijft, zullen de leds op de sensormodule doven, dit om de aangeleerde drukknop te confirmeren. 4. Herhaal eventueel stap indien er nog andere drukknoppen de sensormodule in de dagstand moeten plaatsen. 5. Plaats het adres van de sensormodule(s) terug op zijn oorspronkelijke waarde. 28 VMB1TS handleiding editie

Nachtstand bedienen op afstand Met de linkerondertoets van het bedieningspaneel wordt de temperatuursensor in de nachtstand geplaatst. 1. Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. 2. Plaats het adres van de sensormodule op D1. De nachtled knippert om aan te duiden dat er drukknoppen kunnen aangeleerd worden om de module in de nachtstand te plaatsen.. Houd de Nacht drukknop ingedrukt (min. 1 sec) tot zijn indicatieled begint te knipperen. Comfort Dag Nacht Antivries ADDR = D1 Zijn er nog sensormodules die op dezelfde drukknop moeten reageren, onthoud dan hun adressen en plaats hun adressen ook op D1. Zolang de drukknop ingehouden blijft, zullen de leds op de sensormodule doven, dit om de aangeleerde drukknop te confirmeren. 4. Herhaal eventueel stap indien er nog andere drukknoppen de sensormodule in de nachtstand moeten plaatsen. 5. Plaats het adres van de sensormodule(s) terug op zijn oorspronkelijke waarde. VMB1TS handleiding editie 2

Antivriesstand bedienen op afstand Met de rechterondertoets van het bedieningspaneel wordt de temperatuursensor in de antivriesstand geplaatst. 1. Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. 2. Plaats het adres van de sensormodule op C1. De nacht, dag en comfort leds knipperen om aan te duiden dat er drukknoppen kunnen aangeleerd worden om de module in de antivriesstand te plaatsen.. Houd de Antivries drukknop ingedrukt (min. 1 sec) tot zijn indicatieled begint te knipperen. Comfort Dag Nacht Antivries Zolang de drukknop ingehouden blijft zullen de leds op de sensormodule doven, dit om de aangeleerde drukknop te confirmeren. ADDR = C1 Zijn er nog sensormodules die op dezelfde drukknop moeten reageren, onthoud dan hun adressen en plaats hun adressen ook op C1. 4. Herhaal eventueel stap indien er nog andere drukknoppen de sensormodule in de antivriesstand moeten plaatsen. 5. Plaats het adres van de sensormodule(s) terug op zijn oorspronkelijke waarde. 0 VMB1TS handleiding editie

Verwarmingsmode instellen op afstand Met de linkerboventoets op de tweede pagina van het bedieningspaneel wordt de temperatuursensor in verwarmingsmode geplaatst. 1. Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. 2. Plaats het adres van de sensormodule op B1. De uitgangsled knippert om aan te duiden dat er drukknoppen kunnen aangeleerd worden om de module in de verwarmingsmode te plaatsen. 4. Houd de Warm drukknop ingedrukt (min. 1 sec) tot zijn indicatieled begint te knipperen. Warm Vergrendel Koel Ontgrendel ADDR = B1 Zijn er nog sensormodules die op dezelfde drukknop moeten reageren, onthoud dan hun adressen en plaats hun adressen ook op B1. Zolang de drukknop ingehouden blijft, zullen de leds op de sensormodule doven, dit om de aangeleerde drukknop te confirmeren. 5. Herhaal eventueel stap 4 indien er nog andere drukknoppen de sensormodule in verwarmingsmode moeten plaatsen. 6. Plaats het adres van de sensormodule(s) terug op zijn oorspronkelijke waarde.. Selecteer de tweede pagina van het bedieningspaneel door het kleine drukknopje te bedienen. Warm Vergrendel Koel Ontgrendel VMB1TS handleiding editie 1

Koelmode instellen op afstand Met de linkerondertoets op de tweede pagina van het bedieningspaneel wordt de temperatuursensor in koelmode geplaatst. 1. Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. 2. Plaats het adres van de sensormodule op A1. De koelmode led knippert om aan te duiden dat er drukknoppen kunnen aangeleerd worden om de module in de koelmode te plaatsen. 4. Houd de Koel drukknop ingedrukt (min. 1 sec) tot zijn indicatieled begint te knipperen. Warm Vergrendel Koel Ontgrendel ADDR = A1 Zijn er nog sensormodules die op dezelfde drukknop moeten reageren, onthoud dan hun adressen en plaats hun adressen ook op A1.. Selecteer de tweede pagina van het bedieningspaneel door het kleine drukknopje te bedienen. Zolang de drukknop ingehouden blijft, zullen de leds op de sensormodule doven, dit om de aangeleerde drukknop te confirmeren. 5. Herhaal eventueel stap 4 indien er nog andere drukknoppen de sensormodule in koelmode moeten plaatsen. 6. Plaats het adres van de sensormodule(s) terug op zijn oorspronkelijke waarde. Warm Vergrendel Koel Ontgrendel 2 VMB1TS handleiding editie

Lokale bediening vergrendelen op afstand Met de rechterboventoets op de tweede pagina van het bedieningspaneel wordt de lokale bediening van de temperatuursensor vergrendeld. 1. Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. 2. Plaats het adres van de sensormodule op 1. Alle leds knipperen om aan te duiden dat er drukknoppen kunnen aangeleerd worden om de lokale bediening van de module te vergrendelen. 4. Houd de Vergrendel drukknop ingedrukt (min. 1 sec) tot zijn indicatieled begint te knipperen. Warm Vergrendel Koel Ontgrendel ADDR = 1 Zijn er nog sensormodules die op dezelfde drukknop moeten reageren, onthoud dan hun adressen en plaats hun adressen ook op 1. Zolang de drukknop ingehouden blijft, zullen de leds op de sensormodule doven, dit om de aangeleerde drukknop te confirmeren. 5. Herhaal eventueel stap 4 indien er nog andere drukknoppen de lokale bediening van de sensormodule moeten vergrendelen. 6. Plaats het adres van de sensormodule(s) terug op zijn oorspronkelijke waarde.. Selecteer de tweede pagina van het bedieningspaneel door het kleine drukknopje te bedienen. Warm Vergrendel Koel Ontgrendel VMB1TS handleiding editie

Lokale bediening ontgrendelen op afstand Met de rechterondertoets op de tweede pagina van het bedieningspaneel wordt de vergrendeling van de lokale bediening op de temperatuursensor teniet gedaan. 1. Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. 4. Houd de Ontgrendel drukknop ingedrukt (min. 1 sec) tot zijn indicatieled begint te knipperen. 2. Plaats het adres van de sensormodule op 81. De koel, comfort, dag en nacht leds knipperen om aan te duiden dat er drukknoppen kunnen aangeleerd worden om de lokale bediening van de module te ontgrendelen. Warm Koel Vergrendel Ontgrendel Zolang de drukknop ingehouden blijft, zullen de leds op de sensormodule doven, dit om de aangeleerde drukknop te confirmeren. ADDR = 81 Zijn er nog sensormodules die op dezelfde drukknop moeten reageren, onthoud dan hun adressen en plaats hun adressen ook op 81. 5. Herhaal eventueel stap 4 indien er nog andere drukknoppen de lokale bediening van de sensormodule moeten ontgrendelen. 6. Plaats het adres van de sensormodule(s) terug op zijn oorspronkelijke waarde.. Selecteer de tweede pagina van het bedieningspaneel door het kleine drukknopje te bedienen. Warm Vergrendel Koel Ontgrendel 4 VMB1TS handleiding editie

Wissen van een aangeleerde drukknop Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. Stel het adres van de module in op de functie waarvoor de drukknoppen moeten gewist worden. Adres leermode 1 E1 D1 C1 B1 A1 Knipperende indicatieleds unctie Drukknoppen die de sensormodule in de comfortstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule in de dagstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule in de nachtstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule in de antivriesstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule op de verwarmingsmode instellen Drukknoppen die de sensormodule op de koelmode instellen 1 Drukknoppen die de lokale bediening op de sensormodule vergrendelen 81 Drukknoppen die de lokale bediening op de sensormodule ontgrendelen De indicatieleds van de drukknoppen die aan de geselecteerde bedieningsfunctie gekoppeld zijn, zullen knipperen. Een aangeleerde drukknop verwijderen gebeurt door deze lang in te drukken totdat de indicatieled ervan dooft. Plaats nu het adres terug op zijn oorspronkelijke waarde. VMB1TS handleiding editie 5

Wissen van alle aangeleerde drukknoppen voor een bepaalde functie Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. Stel het adres van de module in op de functie waarvoor de drukknoppen moeten gewist worden. Adres leermode 1 E1 D1 C1 B1 A1 Knipperende indicatieleds unctie Drukknoppen die de sensormodule in de comfortstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule in de dagstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule in de nachtstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule in de antivriesstand plaatsen Drukknoppen die de sensormodule op de verwarmingsmode instellen Drukknoppen die de sensormodule op de koelmode instellen 1 Drukknoppen die de lokale bediening op de sensormodule vergrendelen 81 Drukknoppen die de lokale bediening op de sensormodule ontgrendelen De indicatieleds van de drukknoppen die aan de geselecteerde bedieningsfunctie gekoppeld zijn, zullen knipperen. Alle aangeleerde drukknoppen voor de ingestelde bedieningsfunctie verwijderen gebeurt door de drukknop op de frontpaneel van de sensormodule lang in te drukken tot de leds op sensormodule doven. Stel ADDR in op de te wissen functie (zie bovenstaande tabel) 1 sec Bij het loslaten van de drukknop zullen de indicatieleds van alle bijbehorende drukknoppen doven en zullen de leds op de sensormodule terug knipperen. Plaats nu het adres terug op zijn oorspronkelijke waarde. 6 VMB1TS handleiding editie

Wissen van alle aangeleerde drukknoppen Onthoud het adres van de sensormodule om het later terug te kunnen plaatsen. Stel het adres van de module in op de 1. De comfort- en dagled knipperen. Alle aangeleerde drukknoppen voor alle bedieningsfuncties verwijderen gebeurt door de mode-drukknop op de sensormodule ongeveer 10 seconden ingedrukt te houden. Eerst zullen de indicatieleds op de sensormodule doven en na een 7-tal seconden terug beginnen te knipperen ter bevestiging van de wisoperatie. 10 sec ADDR = 1 Plaats nu het adres terug op zijn oorspronkelijke waarde. VMB1TS handleiding editie 7

OVERSCHAKELEN NAAR ANTIVRIES VIA RAAMCONTACTEN Indien de ramen uitgerust zijn met magneetcontacten kan de verwarming automatisch naar de antivriesstand overschakelen van zodra er een raam geopend wordt om te verluchten. De leds doven op de temperatuursensor VMB1TS en de temperatuurcontroller VMB1TC toont een antivries- en sleutelsymbool op het scherm samen met een knipperende mode led. Locatie Badkamer - 0m 18 Mode Menu Zolang er een raam open staat, kan de verwarming niet in andere stand geplaatst worden. Worden de ramen gesloten dan zal de verwarming terugkeren in de oorspronkelijke stand. De gebruikte magneetcontacten mogen zowel van het normaal gesloten als normaal open type zijn. Ze worden aangesloten aan een drukknopinterface VMB8PB of een ingangsmodule VMB6IN. Er kunnen maximaal 10 normaal gesloten en 10 normaal open magneetcontacten gekoppeld worden met de sensormodule. Het toekennen van dergelijke magneetcontacten kan enkel gebeuren door gebruik te maken van het Velbuslinkprogramma via een pc aangesloten op de Velbusinterface (VMB1USB, VMB1RS of VMBRSUSB). De normaal gesloten magneetcontacten (dwz het contact is gesloten als het raam dicht is) moet gekoppeld worden aan de Normal closed disable switch functie van de sensormodule. De normaal open magneetcontacten (dwz het contact is open als het raam dicht is) moet gekoppeld worden aan de Normal open disable switch functie van de sensormodule. Bovenstaande functie is enkel beschikbaar voor softwareversies 04 of hoger van de sensormodule (zie rubriek softwareversie controleren verderop in deze handleiding). 8 VMB1TS handleiding editie