5 Lid NLingenieurs ISO-9001 gecertificeerd Rapport Bouwplan Hotel van der Valk te Lent Bezonningsonderzoek Rapportnummer d.d. 15 februari 2013 Peutz bv Paletsingel 2, Postbus 696 2700 AR Zoetermeer Tel. (079) 347 03 47 Fax (079) 361 49 85 info@zoetermeer.peutz.nl Lindenlaan 41, Molenhoek Postbus 66, 6585 ZH Mook Tel. (024) 357 07 07 Fax (024) 358 51 50 info@mook.peutz.nl Oosterweg 127, Haren (Gn) Postbus 7, 9700 AA Groningen Tel. (050) 520 44 88 Fax (050) 526 31 78 info@groningen.peutz.nl Montageweg 5 6045 JA Roermond Tel. (0475) 324 333 info@roermond.peutz.nl www.peutz.nl Peutz GmbH Düsseldorf, Dortmund, Berlijn info@peutz.de www.peutz.de Peutz SARL Paris, Lyon Info@peutz.fr www.peutz.fr Figuur 1: Overzicht van het rekenmodel van de geplande bebouwingssituatie. Peutz bv London info@peutz.co.uk www.peutz.co.uk Daidalos Peutz bvba Leuven Info@daidalospeutz.be www.daidalospeutz.be Opdrachtgever: Wiegerinck Architecten Rapportnummer: Datum: 15 februari 2013 Ref.: OO/OO/HT/ Peutz Sevilla info@peutz.es www.peutz.es Köhler Peutz Geveltechniek bv Zoetermeer Info@gevel.com www.gevel.com Opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd volgens De Nieuwe Regeling 2011 BTW identificatienummer NL004933837B01 KvK: 12028033
Inhoud pagina 1. INLEIDING 3 2. NORMSTELLING EN OPZET VAN HET ONDERZOEK 2.1. Normstelling 2.2. Opzet van het onderzoek 4 4 4 3. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 3.1. Bezonning woningen Spoorstraat 3.2. Bezonning woningen Pastoor van Laakstraat 6 7 8 4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES 10 2
1. INLEIDING In opdracht van Wiegerinck Architecten is een bezonningsonderzoek uitgevoerd met betrekking tot het bouwplan Hotel van der Valk aan de Prins Mauritssingel ter hoogte van het nieuwe treinstation Nijmegen Lent. Het bouwplan omvat hoogbouw van maximaal 62 meter met plintbebouwing van maximaal 12 meter hoogte. De bestaande gebouwen op de bouwlocatie zijn in het kader van de herontwikkeling van het gebied gesloopt. Doel van het onderzoek is het vaststellen en beoordelen van de mogelijke invloed van de hoogbouw op de bezonning van de omliggende bestaande woonbebouwing. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een 3D-computermodel van het bouwplan met de stedenbouwkundige omgeving. Het model is in juli 2012 aangeleverd door Wiegerick Architecten. De modellering van de geplande bebouwing is geactualiseerd aan de hand van de laatste bouwkundige tekeningen, waarbij de bouwhoogte in verband met de mogelijkheden binnen het bestemmingsplan is opgetrokken naar exact 62 meter voor de toren en exact 12 meter voor de plintbebouwing. De positionering van de bestaande en geplande gemodelleerde bebouwing is nader afgestemd met situatietekening 444988 blad 1 d.d. 21 november 2012 van de gemeente Nijmegen. De geplande infrastructuur waaronder het nieuwe station is in het model meegenomen (stand juli 2012). In de rapportage wordt de volgende indeling gehanteerd. In hoofdstuk 2 worden de normstelling en de opzet van het onderzoek toegelicht. In hoofdstuk 3 worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. In hoofdstuk 4 is een samenvatting betreffende het onderzoek opgenomen en worden conclusies gegeven. Figuur 2: Situatie geplande nieuwbouw en omgeving. 3
2. NORMSTELLING EN OPZET VAN HET ONDERZOEK 2.1. Normstelling Binnen Nederland worden er geen formele eisen gesteld aan de bezonning van woningen of andere bouwwerken. Gemeenten zijn dus vrij om hun eigen eisen te stellen aan de bezonning. Wel bestaan er de zogenaamde 'lichte' en 'strenge' TNO-norm voor bezonning van woonkamers. Deze vinden hun oorsprong in het woonwaarderingsstelsel uit 1962. Volgens de lichte TNO-norm is er sprake van een voldoende bezonning bij tenminste 2 mogelijke bezonningsuren/dag in de periode van 19 februari t/m 21 oktober (gedurende 8 maanden) ter plaatse van het midden van de vensterbank aan de binnenkant van het raam. Volgens de strenge TNO-norm is er sprake van een goede bezonning bij tenminste 3 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode 21 januari t/m tot 22 november (gedurende 10 maanden) ter plaatse van het midden van de vensterbank aan de binnenkant van het raam. Er zijn ons geen gemeenten bekend die de strenge TNO-norm hanteren. Gemeenten met eigen bezonningseisen hebben deze meestal gebaseerd op de lichte TNO-norm. Zo stelt de gemeente Den Haag de eis van tenminste 2 mogelijke bezonningsuren per dag in de periode 19 februari tot 21 oktober, uitgaande van een zonshoogte van meer dan 10. De bezonningsduur aan de voor- en achterzijde van de woning mag hierbij worden opgeteld. In de Notitie Hoogbouw d.d. mei 2005 van de gemeente Nijmegen staat het volgende beschreven met betrekking tot bebouwing van meer dan 25 meter hoogte: Bij hoogbouw worden bijzondere eisen gesteld ten aanzien van de technische, fysische en milieuaspecten als windhinder, schaduwwerking, geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Voor zover ons bekend worden door de gemeente Nijmegen naast bovenstaande geen specifieke criteria gesteld waaraan de bezonning moet voldoen. Derhalve is in algemene zin de impact van de schaduwwerking van de hoogbouw inzichtelijk gemaakt. 2.2. Opzet van het onderzoek Het onderzoek is gebaseerd op de rekenkundige bezonning van het vervaardigde 3Dmodel van de geplande bebouwing. Om een duidelijk beeld te verkrijgen van de invloed van de geplande bebouwing is de aanwezige begroeiing niet in het model meegenomen. In figuur 1 (voorzijde rapport) is een overzicht van het rekenmodel van de geplande bebouwingssituatie weergegeven. In figuur 2 is de situatietekening opgenomen. 4
Met behulp van binnen Peutz ontwikkelde programmatuur binnen het softwarepakket Radiance is met een interval van 5 minuten berekend of bezonning mogelijk is. De rekenresultaten worden gecombineerd, zodat de totale mogelijke bezonningsduur op de gevels bepaald kan worden. De totaal mogelijke bezonningsduur op de onderzochte data wordt met kleurcontouren op de bebouwing weergegeven. Daarnaast wordt de afname van de bezonning op dezelfde wijze grafisch aangegeven. Tevens wordt voor de hele uren de schaduwwerking in de geplande bebouwingssituatie weergegeven. Op deze wijze is onderzoek verricht naar de bezonningssituatie op de data 19 februari, 21 april en 21 juni (langste dag). Doordat de zonnebaan in de tweede jaarhelft in omgekeerde volgorde vrijwel gelijk is aan die in de eerste jaarhelft (met verschuiving van een uur door de zomertijd) zijn de resultaten van het onderzoek van april eveneens representatief voor augustus en die van februari voor oktober. De onderzoeksresultaten geven derhalve met een interval van 2 maanden een beeld van de bezonningssituatie gedurende een groot deel van het jaar, overeenkomend met de periode volgens de lichte TNO-norm. De bezonningssituatie in de winter wordt niet in het onderzoek meegenomen. In het onderzoek wordt uitgegaan van de theoretisch mogelijke bezonning. In figuur 3 wordt het theoretisch mogelijke en het ten gevolge van bewolking gemiddelde werkelijke aantal uren zonneschijn per dag voor 2 meteostations weergegeven. Figuur 3: Aantal bezonningsuren op twee meteostations. 5
3. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK In bijlage I is in een bovenaanzicht de schaduwwerking in de geplande bebouwingssituatie voor de onderzochte data weergegeven. Aan de hand van deze afbeeldingen kan de richting en de lengte van de slagschaduw van de hoogbouw worden vastgesteld. Een voorbeeld van de in bijlage I weergegeven afbeeldingen is onderstaand opgenomen in figuur 4. Tevens is in figuur 4 bij benadering het invloedsgebied van de schaduw in de verschillende onderzochte maanden aangegeven. Uit deze gegevens volgt onder meer dat de schaduw van de nieuwbouw in alleen februari cq oktober door de lagere zonnestanden reikt tot de woningen aan de Spoorstraat. In alle onderzochte maanden loopt de slagschaduw van de hoogbouw over een deel van de bebouwing aan de Pastoor van Laakstraat en de achterliggende bebouwing. Afhankelijk van de tijd in het jaar verplaatst het invloedgebied zich, waardoor de invloed gedurende het jaar zich steeds op een andere plaats manifesteert. Een deel van de schaduwontvangende bebouwing betreft woonhuizen. februari februari april juni Figuur 4: Voorbeeld schaduwwerking en indicatie invloedsgebieden per maand. Ten einde de invloed van de schaduwwerking meer inzichtelijk te maken wordt de potentiële bezonningsduur en de afname van de bezonning op de gevels van deze bebouwing met kleurcontouren aangegeven. Paragraaf 3.1. gaat over de bezonnigssituatie van de woningen aan de Spoorstraat, in paragraaf 3.2. volgt de bezonning van de woningen aan de Pastoor van Laakstraat en achterliggende bebouwing. 6
3.1. Bezonning woningen Spoorstraat Onderstaande afbeeldingen tonen aan dat eerste woning gezien vanaf de tunnel onder het spoor maatgevend is voor de invloed van de schaduw van de hoogbouw. De afname van de bezonningsduur op de onderzochte datum 19 februari bedraagt minder dan een uur (blauw in figuur 6). Door de open ligging van de woning blijft in ruime mate bezonning mogelijk. In de overige maanden is geen verslechtering van de bezonning te verwachten. Figuur 5: Bezonningsduur woningen Spoorstraat op 19 februari in geplande situatie. Figuur 6: Afname bezonningsduur op 19 februari alleen bij eerste woning. 7
3.2. Bezonning woningen Pastoor van Laakstraat De rekenresultaten zoals opgenomen in de figuren 7 t/m 9 laten zien dat in de geplande bebouwingssituatie door de oriëntiatie van de gevels aan de zijde van de nieuwbouw circa 6 uur zon mogelijk is in februari, oplopend tot meer dan 8 uur in april en juni. Figuur 7: Bezonningsduur Pastoor van Laakstraat in geplande situatie op 19 februari. Figuur 8: Bezonningsduur Pastoor van Laakstraat in geplande situatie op 21 april. Figuur 9: Bezonningsduur Pastoor van Laakstraat in geplande situatie op 21 juni. 8
Bij enkele woningen is sprake van een verslechtering van de bezonning als gevolg van de geplande hoogbouw. De bezonningsduur neemt afhankelijk van de ligging en het moment in het jaar een kwartier (blauw) tot twee uur (oranje-geel) af, zo blijkt uit de figuren 10 t/m 12. Doordat het invloedsgebied zich gedurende het jaar verplaatst wordt bij geen van de woningen gedurende het hele jaar een verslechtering van de bezonning verwacht. Figuur 10: Afname bezonningsduur Pastoor van Laakstraat t.g.v. hoogbouw op 19 februari. Figuur 11: Afname bezonningsduur Pastoor van Laakstraat t.g.v. hoogbouw op 21 april. Figuur 12: Afname bezonningsduur Pastoor van Laakstraat t.g.v. hoogbouw op 21 juni. 9
4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES In opdracht van Wiegerinck Architecten is een bezonningsonderzoek uitgevoerd met betrekking tot het bouwplan Hotel van der Valk aan de Prins Mauritssingel ter hoogte van het nieuwe treinstation Nijmegen Lent. Het bouwplan omvat hoogbouw van maximaal 62 meter met plintbebouwing van maximaal circa 12 meter hoogte. Doel van het onderzoek is het vaststellen en beoordelen van de mogelijke invloed van de hoogbouw op de bezonning van de omliggende woonbebouwing. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een 3D-computermodel van het bouwplan met de stedenbouwkundige omgeving. De geplande infrastructuur waaronder het nieuwe station is in het model meegenomen. Het onderzoek is gebaseerd op binnen Peutz ontwikkelde programmatuur binnen het softwarepakket Radiance. Hiermee is de potentiële bezonningsduur, de afname van de bezonning alsmede de schaduwwerking inzichtelijk gemaakt op de data 19 februari, 21 april en 21 juni (langste dag), hetgeen tevens representatief is voor de maanden augustus en oktober. De onderzoeksresultaten geven derhalve met een interval van 2 maanden een beeld van de bezonningssituatie gedurende een groot deel van het jaar, overeenkomend met de periode volgens de lichte TNO-norm. Uit de resultaten van het onderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Bij enkele woningen in de omgeving is sprake van enige verslechtering van de bezonning als gevolg van de geplande hoogbouw. Bij de dichtst bij het bouwplan gelegen woning aan de Spoorstraat is in februari / oktober een afname van de bezonningsduur vastgesteld van minder dan een uur. Bij enkele woningen aan de Pastoor van Laakstraat en de achterliggende woningen neemt afhankelijk van de ligging en het moment in het jaar de bezonningsduur af met een kwartier tot maximaal circa twee uur. Doordat het invloedsgebied zich gedurende het jaar verplaatst wordt bij geen van de woningen gedurende het hele jaar een verslechtering van de bezonning verwacht. Aangezien, voorzover bekend, door de gemeente geen specifieke bezonningsnorm is vastgesteld kan geen verdere beoordeling van de situatie gegeven worden. Wel kan worden vermeld dat bij alle omliggende woningen wordt voldaan aan de veelal gehanteerde lichte TNO-norm van 2 mogelijke zonuren in de periode van 19 februari t/m 21 oktober. Mook, Dit rapport bestaat uit: 10 pagina's; Bijlage I: afbeeldingen schaduwwerking (5 pagina's). 10
BIJLAGE I Schaduwwerking geplande bebouwingssituatie -BY1 I.1
BIJLAGE I Schaduwwerking geplande bebouwingssituatie -BY1 I.2
BIJLAGE I Schaduwwerking geplande bebouwingssituatie -BY1 I.3
BIJLAGE I Schaduwwerking geplande bebouwingssituatie -BY1 I.4
BIJLAGE I Schaduwwerking geplande bebouwingssituatie -BY1 I.5