MBO Elektrotechniek. NEN 1010 Opdrachtenboek 2 - NEN 1010:2015. Meer ie NEN Opdrachtenboek 2 NEN 1010:2015. verder in technisch vakmanschap

Vergelijkbare documenten
NEN Werken met de. Pluspakket NEN 1010:2015. MBO Elektrotechniek. Meer ie. verder in technisch vakmanschap

MBO Elektrotechniek. NEN 1010 Opdrachtenboek 3 - NEN 1010:2015. Meer ie NEN Opdrachtenboek 3 NEN 1010:2015. verder in technisch vakmanschap

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

MBO Elektrotechniek. Ontwerpen van elektrische utiliteitsinstallaties

Checklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

Basiscursus NEN Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015

Opleidingscatalogus: NEN

Beveiligings- en beschermingsmaatregelen in de nieuwe NEN 1010

Deel0. Relatie met internationale normen. IEC (International Electrotechnical Commission) Mondiaal,wereldwijd

Toetsen in Techniekstad

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

MBO Elektrotechniek. Ontwerpen van elektrische industriële installaties

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Opleidingscatalogus NEN 3140 / NEN 3840 / NEN 1010 / NEN-EN-IEC V15.1

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Brunelleschi. De Dom van Florence

Opfriscursus NEN 1010

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Stroomstelsels LS. Quercus Technical Services B.V.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

NEN1010:2015 NEN1010:2015. Elektrische installaties voor laagspanning. Belangrijke wijzigingen Algemeen. NEN Training & Advies. Wat is er anders?

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In

Deelnemerhandleiding. Techniekstad 3.0 KSL Kenteq Leermiddelen

NEN 1010 over Photo Voltaïc installaties

INHOUD INLEIDING 19. Metingen en thermografie - 13

Veiligheidsaarde is meer dan 25/In

MODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Wet van Ohm. J. Kuiper. Transfer Database

2. Beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Nieuws1010. Onafhankelijke uitgave van Meer1010. Stekerend installeren (1)

Zucchini railkokersystemen LB / LB6

Kortsluitstromen en. Kabelberekeningen

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Spanning. J. Kuiper. Transfer Database

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Specifieke normen en verwijzingen

Veiligheidsaarding HS. Quercus Technical Services B.V.

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Gebruikershandleiding 3 fase test adapter

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES

Inleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus Vac installaties in voertuigen

1 september Nieuw in NEN 1010: Overspa nningsbeveiliging

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken

Schakelcursus Elektrotechniek

Laden van elektrische wagens. Oktober 2015

2015 Eaton. All Rights Reserved.

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Toetsmatrijs examen 8064

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Schakelcursus Elektrotechniek

elektrotechniek CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 8

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld!

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016

X C D X C D. elektrotechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 8

KE 52. Februari Keuringseis 52. Gasdistributieafsluiters voor bedrijfsdrukken tot en met 16 bar

Muziek in de renaissance en barok. Renaissance ( ) Belangstelling voor het hier en het nu

INSPECTIERAPPORT ELEKTRISCHE INSTALLATIES

Affecten, emoties en expressie

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

Inspectierapport Inspectie uitgevoerd volgens NEN 1010 en NEN 3140

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

Whitepaper. Metingen uitvoeren volgens de NEN 3140

Bovengrondse lijn Nijmegen-Elst. Specifieke magneetveldzone ter hoogte van mast 12-13

Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008)

DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN

Introductie in Solar Inspecties. Allart de Jong

Magneetschakelaars: technische eigenschappen

Veiligheidsbepalingen voor LS-distributienetten en een minimaal veiligheidsniveau voor bestaande netten

Examenomschrijving NEN 3140 vakbekwaam persoon

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I Algemeen

er schilders katholiek en vervaardigen ze religieuze stukken. Ook is de rol van het hof niet te vergelijken met die van Frankrijk of Engeland.

Certificate Policy Bedrijfstestomgeving ZOVAR

Handleiding Bepaling maximum aantal ongewenste en onechte brandmeldingen. Bepaling maximum aantal ongewenste en onechte brandmeldingen NEN 2535:2009

Installatievoorschriften. Een veilige elektrische installatie draagt bij aan een veilige werkomgeving.

VULTO mb. Omvlochten installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm

Elektriciteit. Wat is elektriciteit

Whitepaper. Nieuwe NEN 1010

Docentenhandleiding bij Elektrotechnisch tekenen Basiskennis

HULTO mbzh. Omvlochten halogeenvrije installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm.

ELEKTRICITEIT. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Glastuinbouw

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking normen elektrotechnische producten

KE 10. Februari Keuringseis 10. Buizen van slagvast polyvinylchloride (slagvast PVC)

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Weerstand. J. Kuiper. Transfer Database

groep Computerprogramma woordenschat

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

WAGO-TRAININGS PROGRAMMA

Transcriptie:

NEN 1010 Opdrachtenboek 2 - NEN 1010:2015 Meer ie t informa 0 44 99 0 l 088-4 kenteq.n @ m a e t e servic nteq.nl www.ke MBO Elektrotechniek NEN 1010 Opdrachtenboek 2 NEN 1010:2015 verder in technisch vakmanschap

NEN 1010 Opdrachtenboek 2 NEN 1010:2015 9789056366865 5e druk

COLOFON 2016 Kenteq, Hilversum Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname, of enige andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Ondanks alle zorg die aan dit lesmateriaal is besteed kunnen auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in dit leermiddel zou kunnen voorkomen. Overal waar u in dit leermiddel de mannelijke vorm hij aantreft, wordt ook de vrouwelijke vorm zij bedoeld. Kenteq Postbus 81 1200 AB Hilversum 088-444 99 00 serviceteam@kenteq.nl www.kenteq.nl

Voorwoord De reeks NEN 1010 opdrachtenboeken omvat de delen 1 tot en met 3, waarvan dit boek de viijfde herziene druk is van het tweede deel. Het betreft hier verdiepingsopdrachten. Voor het beantwoorden van de vraagstukken uit dit deel verschaffen de boeken Werken met de NEN 1010' (Kenteq, 5e druk) en Werken met de NEN 1010 Pluspakket' (Kenteq, 5e druk), in combinatie met de norm (NEN 1010:2015) en de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR 5310), de nodige informatie. Voor opmerkingen ter verbetering van de opdrachten houden wij ons van harte aanbevolen. De uitgever.

Inhoudsopgave 1 Inleiding 7 2 Verdiepingsopdrachten Deel 0 t/m hoofdstuk 35 9 2.1 Verdiepingsopdrachten deel 0 en hoofdstukken 11 t/m 13 9 2.2 Verdiepingsopdrachten hoofdstukken 2.10 t/m 2.19 13 2.3 Verdiepingsopdrachten hoofdstukken 31 t/m 35 19 3 Verdiepingsopdrachten Deel 4 23 3.1 Verdiepingsopdrachten hoofdstuk 41 23 3.2 Verdiepingsopdrachten hoofdstukken 42 en 43 28 3.3 Verdiepingsopdrachten hoofdstuk 44 35 4 Verdiepingspdrachten Deel 5 37 4.1 Verdiepingsopdrachten hoofdstuk 51 37 4.2 Verdiepingsopdrachten hoofdstuk 52 40 4.3 Verdiepingsopdrachten hoofdstuk 53 47 4.4 Verdiepingsopdrachten hoofdstukken 54 t/m 56 52 5 Verdiepingsopdrachten Deel 6 59 5.1 Verdiepingsopdrachten deel 6 hoofdstuk 61 59 5.2 Verdiepingsopdrachten deel 6 hoofdstuk 62 65 6 Herhalings & verdiepingsopdrachten Algemeen 67 6.1 Herhalings- & verdiepingsopdrachten algemeen 1 67 6.2 Herhalings- & verdiepingsopdrachten algemeen 2 70 Kenteq 5

6 Inhoudsopgave

1 Inleiding Doordat de NEN 1010 op diverse plaatsen verwijst naar de NPR 5310 (Nederlandse Praktijkrichtlijn bij de NEN 1010), is deze bij veel praktijksituaties niet meer los te denken van de norm. In een aantal vragen moet daarom ook de NPR 5310 worden geraadpleegd als de norm zelf geen directe bepalingen omtrent de probleemstelling kent. Indien voor de beantwoording van de vraag de NPR 5310 (mede) van toepassing is, is dit bij de betreffende vraag aangegeven. Geef bij beantwoording van de vragen de van toepassing zijnde bepalingnummers en/ of NPR Bladnummers aan. De vragen hebben betrekking op nieuwe installaties, tenzij anders vermeld. Indien (mede) een uitzonderingssituatie is bedoeld, moet de uitzonderingssituatie in de vraag en/of in de antwoorden (afleiders) zijn opgenomen; in andere gevallen heeft de vraag betrekking op de hoofdbepaling. Ter vereenvoudiging van de probleemstelling zijn in een aantal schema s de volgende niet op de vraag betrekking hebbende details weggelaten, indien deze niet relevant zijn voor het beantwoorden van de vraag: - schakelaars bij motoren en toestellen - het aantal polen van de toegepaste schakelaars/scheiders, indien het soort stelsel (bijvoorbeeld TN of TT) niet relevant is. Bij leidingberekenen, indien niet nader aangegeven: - zijn de aders/kernen van koper - zijn leidingen afzonderlijk gelegd - zijn leidingen niet in buis, kokers, of iets dergelijks gelegd. - wordt de installatie gevoed via een stroomstelsel 400/230 V. Indien bij leidingberekening een wandcontactdoos voor algemeen gebruik is bedoeld, is dit in de opgave vermeld; zo niet dan is hij specifiek voor het aangesloten toestel bestemd. In tabel 52.B.17 van de NEN 1010 wordt verwezen naar de mogelijkheid reductiefactoren toe te passen die speciaal zijn berekend, zoals bijvoorbeeld de tabellen 52.B.20 en 52.B.21. Omdat bij dergelijke toepassing ten opzichte van tabel 52.B.17 afwijkende reductiefactoren kunnen ontstaan, is hiervan bij de opgaven geen gebruik gemaakt. Kenteq 7

8 Inleiding

2 Verdiepingsopdrachten Deel 0 t/m hoofdstuk 35 2.1 Verdiepingsopdrachten deel 0 en hoofdstukken 11 t/m 13 1. In bepaling 704.511.1 wordt verwezen naar de NEN-EN-IEC 61439-4. Hierdoor: A. heeft het normblad NEN-EN-IEC 61439-4 een adviserende werking gekregen. B. is de genoemde bepaling onderdeel geworden van het normblad NEN-EN- IEC 61439-4. C. is het normblad NEN-EN-IEC 61439-4 met betrekking tot de genoemde bepaling onmisbaar onderdeel geworden van de norm NEN 1010. D. mag er gebruik worden gemaakt van wat wordt aangedragen in de norm NEN-EN-IEC 60439-4. 2. Het lidmaatschap van de CENELEC brengt de verplichting met zich mee dat: A. het deelnemend land de harmonisatiedocumenten en Europese normen publiceert. B. de branche-organisaties in het deelnemend land op de hoogte worden gebracht van de harmonisatiedocumenten en Europese normen. C. het deelnemend land de inhoud van de harmonisatiedocumenten en Europese normen volledig over moet nemen. D. het deelnemend land de inhoud van de eigen normbladen in overeenstemming moet brengen met de harmonisatiedocumenten en de Europese normen. 3. De verplichting om de NEN 1010 toe te passen, ontstaat indien: A. het een Nederlandse norm is die reeds vele jaren wordt toegepast. B. er procedurele afspraken zijn tussen de betrokken belanghebbende groeperingen. C. de wetgever in een wet of besluit toepassing eist. D. een norm internationaal geharmoniseerd is. 4. Een installatie met een spanning van 3N ~ 690/400 V, 400 Hz, valt: A. onder de bepalingen van hoge spanning. B. niet onder de bepalingen van de NEN 1010. C. volledig onder de bepalingen van de NEN 1010. D. alleen voor materieel ten behoeve van elektrische tractie onder de NEN 1010. 5. Een ontstekingsketen van een hogedruk-natriumlamp heeft, kortstondig, een maximum spanning van 3.500 V. Juist is dat de NEN 1010: A. op deze keten van toepassing is. B. op deze keten niet van toepassing is. C. alleen op het gedeelte met de hoge spanning van toepassing is. D. op het gedeelte met de hoge spanning voor een deel van de bepalingen van toepassing is. Kenteq 9

6. De norm NEN 1010 is niet van toepassing op: A. installaties van caravans. B. installaties van jachthavens. C. installaties van vaartuigen. D. installaties voor de voeding van telefoon- en telegraafsystemen. 7. Een reclameverlichting is gemonteerd aan en wordt gevoed uit een lantaarnpaal voor de terreinverlichting van een sportcomplex. De reclameverlichting: A. valt onder de NEN 1010. B. valt in Nederland niet onder de NEN 1010. C. moet alleen voldoen aan de desbetreffende productnormen. D. behoeft niet aan de NEN 1010 te voldoen indien deze verlichting gelijktijdig met de straatverlichting aangaat. 8. De norm NEN 1010 is niet van toepassing op installaties: A. in telegraaf- en telefoonkantoren. B. in woonschepen en woonwagens. C. voor de elektrische bediening van wissels van spoorwegen. D. met een spanning van ten hoogste 50 V tussen twee fasen of tussen één van de fasen en aarde. 9. Welke bewering is juist? I. De NEN 1010 is ook van toepassing op bestaande, ondoelmatig werkende installaties. II. De NEN 1010 bevat bepalingen die nodig zijn bij het ontwerpen van veilige installaties. A. I is juist. B. II is juist. C. I en II zijn beide juist. D. I en II zijn beide onjuist. 10. Welke bewering is juist? I. De delen 3 tot en met 7 van de NEN 1010 bevatten technische bepalingen die ten doel hebben de installatie te laten voldoen aan de uitgangspunten van hoofdstuk 13. II. In de NEN 1010 bevat deel 7 geen hoofdstukken maar rubrieken met wijzigingen, aanvullingen of vervangingen van bepalingen uit de delen 1 tot en met 6. A. I is juist. B. II is juist. C. I en II zijn beide juist. D. I en II zijn beide onjuist. 11. De bepalingen in de norm NEN 1010 hebben onder andere ten doel: I. de veiligheid van de mens te verzekeren. II. brand en explosiegevaar te voorkomen. A. alleen bewering I is juist. B. alleen bewering II is juist. C. beweringen I en II zijn beide juist. D. beweringen I en II zijn beide onjuist. 10 Verdiepingsopdrachten Deel 0 t/m hoofdstuk 35

12. Voor wisselstroom zijn naar aard de volgende leidingen te onderscheiden: A. fase-, nul- en beschermingsleiding. B. fase-, nul- en schakelleiding. C. pool-, nul- en beschermingsleiding. D. fase-, nul- en aardleiding. 13. Bij de eigenschappen van de voeding behoren waarden en bij een aantal van die waarden toleranties, zoals bij: A. spanning en hoogst toelaatbare stroom. B. spanning en frequentie. C. frequentie en hoogste te verwachten kortsluitstroom. D. frequentie en hoogst toelaatbare stroom. 14. De doorsnede van leidingen wordt mede bepaald door: A. de hoogste impedantie waarbij de beveiliging tegen aardfouten en tegen kortsluitstromen nog werkt. B. de gemiddelde temperatuur van de geleiders. C. de optredende spanningsval. D. de aardweerstand. 15. De eigenschappen van beveiligingstoestellen moeten worden bepaald in overeenstemming met hun functie, zoals beveiliging tegen de gevolgen van onder andere: A. overstroom- overspanning- aardverspreidingsweerstand. B. overbelasting- aardweerstand- onderspanning. C. kortsluiting- onderstroom- geen spanning. D. overstroom- overspanning- onderspanning. 16. Deze vraag heeft ook betrekking op de NPR 5310. Welke bewering is juist? I. Scheiders moeten aanwezig zijn om o.a. uitschakelen voor periodiek onderhoud mogelijk te maken. II. Een elektrische installatie moet zo zijn ontworpen dat wederzijdse schadelijke beïnvloeding ten opzichte van niet-elektrische installaties als gevolg van o.a. elektromagnetische storingen wordt voorkomen. A. I is juist. B. II is juist. C. I en II zijn beide juist. D. I en II zijn beide onjuist Kenteq 11