Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Afgelopen vrijdag was ik bij het symposium, dat werd gehouden ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Stichting Welzijn Ouderen Lemelerveld. Een van de sprekers was professor Erik Scherder, bekend van zijn televisiecolleges over de werking van de hersenen. En op een gegeven moment vroeg professor Scherder aan de zaal: wat is uw kostbaarste bezit? Hij gaf zelf gelijk al het antwoord, zonder af te wachten welke reacties uit de zaal kwamen. Zonder het antwoord al te verklappen, moet ik zeggen dat die vraag even bij mij bleef haken. Wat is mijn, wat is jouw kostbaarste bezit? Mag het ik het aan u vragen? Ik heb het aan de kerkgangers gevraagd, de antwoorden waren: - gezondheid; - kinderen; - partner; - kleinkinderen. Het antwoord dat professor Scherder gaf, was: dat is natuurlijk uw geheugen. Ik vond dat een mooi antwoord. 1
Zonder geheugen heb je niets aan al het andere wat je hebt. Je herkent de mensen niet meer die je lief zijn. Je weet niet wat je moet met de prachtigste apparaten. Je weet niet wie je zelf bent. Je wordt een dolende ziel in een onbegrijpelijke wereld. Toch vraag ik mij af of er niet iets belangrijkers is dan ons geheugen. En dat is: vertrouwen. Dat je het vertrouwen hebt dat er iets of iemand is die zich over je ontfermt, als je de weg kwijt raakt. Iets of iemand die je opvangt als je zelf alles moet loslaten. Dat vertrouwen, zo u wilt: dat geloof, is misschien nog wel belangrijker, kostbaarder dan zo iets kwetsbaars als een goed geheugen. Iets wat we onherroepelijk zullen kwijtraken, als we maar lang genoeg leven. Ik moest hieraan denken toen ik bezig was met de Bijbelgedeelten van deze zondag. Jezus heeft het in Johannes 13 een aantal keer over de grootheid die zichtbaar wordt. Dat woord grootheid is een vertaling van het Griekse woord doxa, dat je ook kunt vertalen met glorie of heerlijkheid, maar ook met gewicht of belang. Wat is wezenlijk van belang in ons leven? Wat is het kostbaarste dat we hebben? Wat legt uiteindelijk het meeste gewicht in de schaal? 2
In Deuteronomium 6 is het de belijdenis dat de Eeuwige, onze God, de Ene is. Eén, uit één stuk, de Enige, door en door betrouwbaar. De altijd Nabije en Aanwezige. Die Naam is onze hulp. Zoals we dat aan het begin van iedere dienst uitspreken: Onze hulp is de Naam van de Heer. Voor de schrijver van het boek Deuteronomium is het bestaan van het volk Israël verankerd en verzekerd in het bestaan van deze God. Leven zonder deze Aanwezigheid is eigenlijk niet denkbaar. En daarom wordt Israël opgeroepen om deze God lief te hebben. Om dan, vanuit die liefde, de weg te gaan van Gods wetten en regels. En dat gaan van die weg, het onderhouden van die wetten en regels, is niet zo zeer een voor wat hoort wat. En zeker niet een het moet nu eenmaal. Maar een erkenning van die liefdevolle verbondenheid met God. Je zaagt toch ook niet de tak door, waar je zelf op zit? Net zo dom zou het zijn, als je de levensordening, de way of life van God niet in ere zou houden. Houdt die lijn open, en het meest waardevolle wat er is valt je toe: een leven dat is verbonden met de Eeuwige. 3
Jezus voegt daar in Johannes 13 een nieuw element aan toe. Een nieuw gebod noemt hij dat zelfs. Dat meest waardevolle dat wij kunnen bezitten, namelijk gedragen en opgenomen worden in iets dat groter is dan onszelf, dat ons kan voeden en inspireren, dat ons kan vasthouden en ons draagt, dat is ook te vinden in de liefdevolle verbinding met elkaar. Heb elkaar lief. En vorm zo met elkaar een gemeenschap, die garant staat voor elkaar. Een gemeenschap die je opvangt, als je zelf onderuit gaat. Een gemeenschap die je draagt, als je zelf niet meer weet hoe je vooruit moet komen. Een gemeenschap die je nieuw leven geeft, als je je zelf niet meer onder ogen durft te komen. Het is de incarnatie, de menswording van God ten top: de gemeenschap van leerlingen van Jezus, (en die gemeenschap is veel groter dan onze kerk, veel groter dan alle kerken bij elkaar, die gemeenschap van leerlingen van Jezus), geeft vorm aan de aanwezigheid van God in onze wereld, in ons leven. Met elkaar zijn wij het vangnet voor elkaar. Met elkaar laten wij zien hoe de Ene, Eeuwige God, liefdevol aanwezig is in alledaagse menselijke verbanden. Een gemeenschap die leeft van de liefde, 4
omdat ze zelf eerst is liefgehad. Het is een liefde waar geen andere maat op staat, dan de maat van Jezus zelf, die de weg van de liefde ging tot het einde toe. Hij ging zijn weg met mensen als Judas en Petrus, en hij had hen lief tot het einde en vroeg niets anders terug dan liefde. Die liefde is het kenmerk van het ware. Het enige kenmerk dat er toe doet. We kunnen elkaar als kerken en geloven beoordelen op vormen en regels, op liederen en dogma s, op rituelen en gewoonten. Maar het enige dat telt, is of wij de liefde waar maken. Of we bereid zijn een liefdevolle, vergevende gemeenschap te zijn. Daar gaat het om. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn, vertaalt de Nieuwe Bijbel Vertaling. Maar dat zien vind ik te afstandelijk, te vrijblijvend vertaald. Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt, gaat niet alleen om zien, op een afstandje, maar om weten, ervaren, merken. Laat iedereen het merken, alle mensen die op onze weg komen. Want die liefde is niet exclusief, uit-sluitend voor het eigen clubje. 5
Die liefde is inclusief, sluit iedereen in. Lieve mensen, wat is ons kostbaarste bezit? Ik denk opgenomen te zijn in verbanden, gemeenschappen van liefde. Thuis, in vriendschappen, in de kerk, als je geluk hebt misschien zelfs met collega s op het werk. Gemeenschappen van liefde, die ons bevestigen in ons bestaan, in ons dagelijks leven. Maar ook en vooral als we zelf de weg even kwijt zijn. Die liefde, de liefde die ons draagt, is het gezicht van God. In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest 6