2005-2008 WINDSURFING COMPETITIE REGELS DE REGELS VOOR WEDSTRIJDSURFEN. International Sailing Federation International Windsurfing Association



Vergelijkbare documenten
5. DE REGELS VOOR WEDSTRIJDZEILEN

Mededelingen aan deelnemers zullen worden vermeld op het officiële mededelingenbord dat is geplaatst in het clubhuis t Boordlicht van WSV de Spiegel

Wedstrijdbepalingen 2017 Combi Rotterdam. Bijlage Z uit Regels voor Wedstrijdzeilen maart 2017

De regels van het Wedstrijdzeilen een korte uitleg

Mededelingen aan deelnemers zullen worden vermeld op het officiële mededelingenbord dat is geplaatst in het clubhuis t Boordlicht van WSV de Spiegel

Dit document wordt regelmatig aangepast gedurende de periode en bevat de wijziging en correcties van ISAF en het Watersportverbond.

Z.V.Belterwiede. WaterReijk Sail 3-daagse

KZVS Wedstrijdbepalingen (verenigingscompetitie)

Zeilvereniging Belterwiede (

Wedstrijdbepalingen NK V/VA klasse september

Wedstrijdbepalingen Teamwedstrijden Regenbogen

Wedstrijdbepalingen voor het Klassenevenement Dart18 georganiseerd door GWV de Vrijbuiter op 4 & 5 mei 2019 op de Loosdrechtse plassen

WEDSTRIJDBEPALINGEN. Long Distance en. F18 KE en F16 KE CATPOINT GREVELINGEN. 18 en 19 mei 2019

1.1* De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen (RvW).

SKON Sailing Tour Splash Blue & Splash Red

Lokale Wedstrijdbepalingen SLOTDAG 2018

WEDSTRIJDBEPALINGEN. 6-uurs van de Westeinder zondag 11 juni 2017

Wedstrijdbepalingen voor het Winter Kampioenschap Solo georganiseerd door GWV de Vrijbuiter op 3 & 4 november 2018 op de Loosdrechtse plassen

Biercup en 7 oktober

Appendix S; Standaard Wedstrijdbepalingen

1.1* De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen (RvW).

WEDSTRIJDBEPALINGEN. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 1

1.1 De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen.

Wedstrijdbepalingen voor de Delta Lloyd Regatta 2016 voor de optimist en 29er op zaterdag 28 mei 2016

WEDSTRIJDBEPALINGENClubwedstrijdenWSVW

Mededelingen aan deelnemers zullen worden vermeld op het officiële mededelingenbord dat is geplaatst in het clubhuis t Boordlicht van WSV de Spiegel

1.1 De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen (RvW).

MEDEDELINGEN AAN DEELNEMERS

1.1* De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen (RvW).

Wedstrijdbepalingen voor het 12 voetsjollen evenement

Wedstrijdbepalingen Teamwedstrijden Regenbogen Holland-Friesland 2017

MEDEDELINGEN AAN DEELNEMERS

Paashaaswedstrijden Goudse Watersportvereniging Elfhoeven VALK O-JOL 16M2 RANDMEER FJ 12 VOETS-JOL

WEDSTRIJDBEPALINGEN. 6-uur van de Westeinder Zaterdag 15 juni 2019

WaterSportvereniging Heeg Postadres: it Eilân 69, 8621CT Heeg

1.1 De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen (RvW).

C L U B K A M P I O E N S C H A P P E N o p 2 3 e n 2 4 s e p t e m b e r

Paashaaswedstrijden. G.W.V. Elfhoeven VALK O-JOL 16M2 RANDMEER FLYING JUNIOR RS-500

1.1* De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen (RvW).

Oranjeregatta 26 April 2015 WEDSTRIJDBEPALINGEN

Voorlopige Wedstrijdbepalingen voor het Klassenkampioenschap In de Efsix klasse georganiseerd door Westeinderzeilwedstrijden (WZW) onder

WaterSportvereniging Heeg

SFO / WWSV Cup 2 Optimist/Nationaal Optimist 4 Zaterdag 5 mei Wedstrijdbepalingen

Lokale Wedstrijdbepalingen voor de Open Wedstrijden (2015)

Wedstrijdbepalingen Laser Master Weekend

Lokale wedstrijdbepalingen voor de wedstrijden voor Skutjes tot 15 meter te houden op 1 en 2 september 2018 op de Goingarijpster Poelen

1.1* De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen (RvW).

Voor wedstrijden op de Oosterschelde en zijn mondingen, georganiseerd door de watersportvereniging Sint Annaland

Wedstrijdbepalingen Jachtclub Veere 2019

Vastgoed Regatta 13 september 2018 Volendam WEDSTRIJD BEPALINGEN VASTGOED REGATTA 2018

Comite Goudse ZEILWEEK. waarin samenwerken:

1.1 De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen

MEDEDELINGEN AAN DEELNEMERS

LEMSTERAKEN V/VA KLASSE WEDSTRIJDBEPALINGEN. Klassenevenement V/VA. 8 en 9 juni. Oude Haven Enkhuizen. Holland Regatta Club. V/VA Klassenorganisatie

WEDSTRIJDBEPALINGEN WINNER CUP Medemblik

Wedstrijdbepalingen Jachtclub Veere

WEDSTRIJDBEPALINGEN. Klassenevenement V/VA. 28 en 29 juni Oude Haven Enkhuizen. Holland Regatta Club. V/VA Klassenorganisatie

Notice of the Race KustZeilEvenement Georganiseerd door de Kust Zeil Vereniging Monster Op 27 en 28 juni, te Monster Versie 2.

Wedstrijdzeilen bij de NMV hoe gaat dat in zijn werk (door Marleen Galjaard) (overdruk uit het Verenigingsblad van maart 2002)

Wedstrijdbepalingen Wintersprinter WV Arne

Wedstrijdbepalingen. 5 Programma van de wedstrijden 5.1 De wedstrijden zijn als volgt geprogrammeerd:

WEDSTRIJD BEPALINGEN

Lokale Wedstrijdbepalingen

STICHTING ZEEKADETKORPS VLAARDINGEN

WaterSportvereniging Heeg

4. Wijzigingen in wedstrijdbepalingen Iedere wijziging in de wedstrijdbepalingen zal voor 18:30 op de dag van de wedstrijd bekend worden gemaakt.

I n t e r n a t i o n a l e P a m p u s E a s y w e e k 201 4

Blank Races Blank Race #3 Sailing Instructions. Blank Race #3 op zaterdag 22 augustus RSYB, VNZ, VVW Blankenberge

Zeil- en Motorbootvereniging De Zuidwal Hulckesteijn MZ Nijkerk

Combi Zuiderzee juni Nieuwe Haven Den Helder Wedstrijdbepalingen

1. REGELS 1.1. De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen. (RvW)

Vloot Friesland IOU, Pampus klasse en 16 m² klasse OP 16 EN 17 september 2017 OP DE GOINGARIJPSTER POELEN Protestcomité: nnb

Lokale Wedstrijdbepalingen voor de Open Wedstrijden (2017)

WEDSTRIJDBEPALINGEN Westeinder Spring Regatta 2016

Wedstrijdbepalingen Laser Master Weekend

50 mijl shorthanded 2013 Wedstrijdbepalingen (versie 1.1) Wedstrijdbepalingen

MEDEDELINGEN AAN DEELNEMERS

Regels van het wedstrijdzeilen grotendeels copie van de Stefan Kruiswijk

Regelwijzigingen

1.1 De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen (RvW).

Combi Amsterdam evenement t/m 24 mei te Haarlem Wedstrijdbepalingen

Twee Landen Regatta 10 en 11 juni LOKALE WEDSTRIJDBEPALINGEN

WSV De Maas Venlo. (Wedstrijd)regels voor zeilers: (uitleg van de gebruikte zeiltermen, zie bjilage 1)

MEDEDELINGEN AAN DEELNEMERS

Woensdag- Avond- Competitie

Watersportvereniging Braassemermeer

Combi Zuiderzee - Wedstrijdbepalingen Geldig voor de wedstrijdserie op 2 en 3 juni op het IJsselmeer bij Enkhuizen

verschuldigd. Het inschrijfgeld is 7,50 optimist, 12,50 eenmansklasse, 20,00 meermansklasse en kan bij aanvang van de wedstrijden worden voldaan

Internationale Pampus Easyweek 2015

Hein Ruyten Trofee. op 28, 29 en 30 Oktober te Langweer

Watersportvereniging DEA Breukelen. Programma van zeilwedstrijden in 2015 WEDSTRIJDBEPALINGEN 2015

Landelijke Combi Finale 9 september 2018 Wedstrijdbepalingen Voor de klassen: Optimist A, B en C, Splash B, Laser 4.7

Watersportvereniging Brouwershaven

1.1* De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen (RvW).

van 5 juli tot en met 7 juli 2019 op de Oorden bij camping De Kuilart in Koudum, Friesland

BEPALINGEN SAILHORSE TEAMWEDSTRIJDEN 2013

1.1* De wedstrijdserie is onderworpen aan de Regels zoals gedefinieerd in de Regels voor Wedstrijdzeilen (RvW).

Wedstrijdbepalingen Brouwse Classic s Regatta. georganiseerd door wv Brouwershaven van 22 tot en met 24 juni 2018 op de Grevelingen

FINNALE 2018,Etchells klasse kampioenschappen en 8 Juli 2018

Interne wedstrijdregels Watersport vereniging Oldambtmeer WVO

Transcriptie:

DE REGELS VOOR WEDSTRIJDSURFEN 2005-2008 T H E R A C I N G R U L E S O F S A I L I N G WINDSURFING COMPETITIE REGELS International Sailing Federation International Windsurfing Association

INTRODUCTIE The Windsurfing Competitie Regels zijn samengesteld uit De Regels voor Wedstrijdzeilen en worden gebruikt voor het windsurfen. Het bevat twee hoofdbestanddelen. Het eerste, de Delen 1-7, bevat regels waarmee alle deelnemers te maken hebben. Het tweede, de appendices A-P bevat details van regels en aanbevelingen. Herziening De wedstrijdregels worden iedere vier jaar herzien en gepubliceerd door de 'International Sailing Federation' (ISAF), de internationale autoriteit van de sport. Deze uitgave wordt van kracht op 1 Januari 2005. Merkstrepen in de kantlijn geven belangrijke wijzigingen op de delen 1-7 en de definities van de 2001-2004 uitgave aan. NB. Niet in de Nederlandse uitgave. Vóór 2009 worden geen wijzigingen overwogen, maar alle wijzigingen die voor die tijd als urgent worden beschouwd, zullen worden gepubliceerd via nationale autoriteiten en vermeld op de ISAF website (www.sailing.org.) NB De Nederlandse tekst van wijzigingen op de Regels voor Wedstrijdzeilen 2005-2008 zal worden vermeld op de website van het Watersportverbond www.watersportverbond.nl ISAF Codes De ISAF Deelnamerecht, Reclame en Anti-Doping Codes (Regulations 19, 20 en 21) worden wel genoemd in de definitie Regel maar zijn niet opgenomen in dit boek aangezien zij op ieder moment gewijzigd kunnen worden. Nieuwe versies zullen worden aangekondigd via de nationale autoriteiten en gepubliceerd op de ISAF website. Cases en Calls De ISAF publiceert interpretaties van de regels voor wedstrijdzeilen in The Case Book for 2005-2008 en erkent deze als geautoriseerde interpretaties en uitleg van de regels. Deze publicatie zijn verkrijgbaar op de ISAF website. Terminologie Een uitdrukking die wordt gebruikt in de betekenis zoals die is omschreven in de Definities, is cursief gedrukt of, in voorwoorden, vet cursief gedrukt (bijvoorbeeld, wedstrijdzeilen en wedstrijdzeilen). 'Surfplank' betekent een surfplank inclusief de bemanning aan boord; als een surfplank een boot tegenkomt, betekend het indien van toepassing boot 'Wedstrijdcomité' omvat ieder persoon die, of comité dat, een functie van een wedstrijdcomité uitoefent. Overige woorden en uitdrukkingen worden gebruikt in de zin zoals die in het nautisch of algemeen taalgebruik wordt aanvaard.

Appendices Iedere appendix is aangeduid door een letter. Een verwijzing naar een regel in een appendix bevat de letter van de appendix en het nummer van de egel (bijvoorbeeld, 'regel A1 ). Er is geen Appendix I of O en Appendix B, C, D, E en P zijn weggelaten in de windsurfing regels. Wijzigingen van de regels De bepalingen van een nationale autoriteit, klassenvoorschriften of de wedstrijdbepalingen mogen een wedstrijdregel alleen wijzigen zoals toegestaan in regel 86. Wijzigingen in de Bepalingen van Nationale Autoriteiten Een nationale autoriteit mag wijzigingen in zijn bepalingen beperken zoals toegestaan in regel 87.

GRONDPRINCIPE Sportiviteit en de regels Deelnemers aan de zeilsport zijn onderworpen aan een verzameling van regels die zij verwacht worden na te leven en te handhaven. Een fundamenteel principe van sportiviteit is dat als deelnemers een regel overtreden, zij onmiddellijk een straf nemen, hetgeen terugtrekken kan zijn. WINDSURF COMPETITIE Windsurf-competitie moet worden gezeild onder de Regels voor Wedstrijdzeilen zoals gewijzigd door de appendix B of, gelijkwaardig, onder De Windsurfing Competitie Regels.Waar een regel van Appendix B staat in deze windsurfing regels het regelnummer van aangegeven. Een windsurf-evenement kan inhouden één of meer van de volgende disciplines of hun wedstrijdvormen. Discipline Race Expression Speed Wedstrijdvormen Baanracen; slalom; marathon Wave performance; freestyle In expression-competities wordt de prestatie van een plank meer beoordeeld op bekwaamheid en variëteit dan op snelheid en wordt georganiseerd met gebruikmaking van eliminatie-series. Zowel wave performance- als freestyle-competitie wordt georganiseerd, afhankelijk van de golfcondities op de locatie. Bij speed-competitie bestaat een 'ronde' uit één of meer speedruns waarbij de planken beurtelings de baan zeilen met tussenpozen. In de discipline race, is een marathonrace een race die voor langer dan een uur is gepland. In slalomracen of expression-competitie betekent 'heat' één eliminatie-strijd, een 'ronde' bestaat uit één of meer heats en een eliminatie-serie bestaat uit een maximum van vier ronden.

DEEL 1 FUNDAMENTELE REGELS 1 VEILIGHEID 1.1 Hulp verlenen aan in gevaar verkerenden Een surfplank of deelnemer moet alle mogelijke hulp verlenen aan elk persoon die of vaartuig dat in gevaar verkeert. 1.2 Reddingsmiddelen en persoonlijk drijfvermogen Een surfplank moet voor alle opvarenden doelmatige reddingsmiddelen aan boord hebben, waarvan één klaar is voor direct gebruik, tenzij zijn klassenvoorschriften in een andere maatregel voorzien. Iedere deelnemer is individueel verantwoordelijk voor het dragen van persoonlijk drijfvermogen, doelmatig voor de omstandigheden. 2 EERLIJK ZEILEN Een surfplank en zijn eigenaar moeten deelnemen met inachtneming van erkende beginselen van sportiviteit en eerlijk spel. Een surfplank mag alleen op grond van deze regel worden gestraft als duidelijk is vastgesteld dat deze beginselen zijn overtreden. Een uitsluiting op grond van deze regel mag niet worden afgetrokken van de seriescore van de surfplank. 3 AANVAARDING VAN DE REGELS Door deelname aan een wedstrijd die valt onder deze wedstrijdregels, gaat iedere deelnemer en surfplankeigenaar ermee akkoord (a) (b) (c) te zijn onderworpen aan de regels; de opgelegde straffen en andere maatregelen die worden genomen overeenkomstig de regels, onderworpen aan de procedures voor hoger beroep en herziening die daarin zijn voorgeschreven, te aanvaarden als de definitieve beslissing van iedere kwestie die ontstaat onder de regels; en waar de kwestie er niet een is die bepaald is door de Regels, niet zijn toevlucht neemt tot enig gerechtshof of enige rechtbank totdat alle interne middelen die door de ISAF of door het Court of

Arbitration for Sport zijn voorgeschreven, zijn uitgeput. 4 BESLUIT OM WEDSTRIJD TE ZEILEN De verantwoordelijkheid voor het besluit van een surfplank om deel te nemen aan een wedstrijd of door te gaan met wedstrijdzeilen is voor hemzelf alleen. 5 DRUGS Een deelnemer mag noch een middel innemen noch gebruik maken van een methode die is verboden door de Olympic Movement Anti-Doping Code of de World Anti-Doping Agency en moet voldoen an de vereisten van ISAF Regulation 21, Anti-Doping Code. Een beweerde of feitelijke overtreding van deze regel moet worden behandeld zoals voorgeschreven in Regulation 21. Het mag geen grond voor een protest zijn en regel 63.1 is niet van toepassing.

DEEL 2 Wanneer surfplanken elkaar tegenkomen De regels van Deel 2 zijn van toepassing tussen surfplanken die zeilen in of nabij het wedstrijdgebied met de bedoeling wedstrijd te zeilen, aan het wedstrijdzeilen zijn of wedstrijd gezeild hebben. Een surfplank die niet wedstrijd zeilt zal echter niet worden gestraft op grond van een overtreding van één van deze regels, behalve regel 22.1. Wanneer een surfplank varende onder deze regels een vaartuig ontmoet dat dat niet doet, moet hij zich houden aan de Internationale Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee (IRPCAS) of aan voorrangsregels van de overheid. Een beweerde overtreding van die regels zal echter geen grond zijn voor een protest behalve door het wedstrijdcomité of protestcomité. Indien de wedstrijdbepalingen dat aangeven worden de regels van Deel 2 vervangen door de voorrangsregels van de IRPCAS of door voorrangsregels van de overheid. HOOFDSTUK A VOORRANG Een surfplank heeft voorrang wanneer een andere van hem moet vrij blijven. Sommige regels in de Hoofdstukken B, C en D echter beperken de handelingen van een surfplank met voorrang. 10 OVER VERSCHILLENDE BOEG Wanneer surfplanken over een verschillende boeg liggen moet een surfplank die over de stuurboordboeg ligt vrij blijven van een surfplank die over de bakboordboeg ligt. 11. OVER DEZELFDE BOEG, OVERLAP Wanneer surfplanken over dezelfde boeg liggen en een overlap hebben, moet een loefwaartse surfplank vrij blijven van een lijwaartse surfplank. 12. OVER DEZELFDE BOEG, GEEN OVERLAP Wanneer surfplanken over dezelfde boeg liggen en geen overlap hebben, moet een surfplank die vrij achter ligt vrij blijven van een surfplank die vrij voor ligt. 13. TIJDENS OVERSTAG GAAN 13.1 Nadat een surfplank verder is gedraaid dan de wind,

moet hij vrijblijven van andere surfplanken tot hij op een aandewindse koers ligt. Gedurende die tijd zijn de regels 10, 11 en 12 niet van toepassing. Als twee surfplanken tegelijkertijd onder deze regel vallen moet degene aan de bakboordzijde van de andere of die achter ligt, vrijblijven 13.2 Een surfplank dat gijpt moet vrijblijven van andere surfplanken. Gedurende die tijd zijn regels 10, 11 en 12 niet van toepassing. Als twee surfplanken tegelijkertijd onder deze regel vallen moet degene aan de bakboordzijde van de andere of die achter ligt, vrijblijven HOOFDSTUK B ALGEMENE BEPERKINGEN 14 AANRAKING VERMIJDEN Een surfplank moet aanraking met een andere surfplank vermijden als dit redelijkerwijs mogelijk is. Echter, een surfplank met voorrang of één met recht op ruimte (a) hoeft niet te handelen om aanraking te vermijden totdat het duidelijk is dat de andere surfplank niet vrij blijft of geen ruimte geeft, en (b) mag niet op grond van deze regel worden gestraft tenzij er een aanraking is die schade of letsel veroorzaakt. 15 VOORRANG VERKRIJGEN Wanneer een surfplank voorrang verkrijgt, moet hij aanvankelijk de andere surfplank ruimte geven om vrij te blijven, tenzij hij voorrang verkrijgt door de handelingen van de andere surfplank. 16 VAN KOERS VERANDEREN 16.1 Wanneer een surfplank met voorrang van koers verandert, moet hij de andere surfplank ruimte geven om vrij te blijven. 16.2 Wanneer bovendien na het startsein een over de stuurboordboeg liggende surfplank vrij blijft door achter een over de bakboordboeg liggende surfplank langs te varen

mag de over de bakboordboeg liggende surfplank niet van koers veranderen als daardoor de over de stuurboordboeg liggende surfplank onmiddellijk van koers zou moeten veranderen om vrij te blijven. 17 Vervallen HOOFDSTUK C BIJ MERKTEKENS EN HINDERNISSEN Voor zover een regel van Hoofdstuk C strijdig is met een regel van Hoofdstuk A of B, heeft de regel van Hoofdstuk C prioriteit. 18 HET RONDEN EN VOORBIJVAREN VAN MERKTEKENS EN HINDERNISSEN In regel 18, is ruimte de ruimte voor een binnenliggende surfplank om te kunnen ronden of voorbij te varen tussen een buitenliggende surfplank en een merkteken of hindernis, met inbegrip van ruimte om overstag te gaan of te gijpen wanneer één van die twee een normaal deel van de manouvre uitmaakt. 18.1 Wanneer deze regel van toepassing is Regel 18 is van toepassing wanneer surfplanken op het punt staan een merkteken dat zij aan dezelfde zijde moeten houden, of een hindernis die zij aan dezelfde zijde houden, te ronden of voorbij te varen, totdat zij hem zijn voorbijgevaren. Hij is echter niet van toepassing a. bij een merkteken van de startlijn dat omgeven is door bevaarbaar water of bij zijn ankerlijn, vanaf het moment dat de surfplanken deze naderen om te starten totdat zij ze zijn voorbijgevaren; of b. terwijl surfplanken over verschillende boeg liggen, wanneer zij of opkruisen, of wanneer de juiste koers voor één van hen, maar niet beide, om het merkteken of de hindernis te ronden of voorbij te varen, overstag gaan is. 18.2 Ruimte geven; vrij blijven a. MET OVERLAP - GRONDREGEL Wanneer surfplanken een overlap hebben moet de buitenliggende surfplank de binnenliggende

surfplank ruimte geven om het merkteken of de hindernis te ronden of voorbij te varen, en als de binnenliggende surfplank voorrang heeft moet moet de buitenliggende surfplank bovendien vrijblijven. Andere delen van regel 18 bevatten uitzonderingen op deze regel b vervallen c. vervallen d. VAN KOERS VERANDEREN OM TE RONDEN OF VOORBIJ TE VAREN Als na het startsein regel 18 van toepassing is tussen twee surfplanken en de surfplank met voorrang verandert van koers om een merkteken te ronden of voorbij te varen, is regel 16 niet van toepassing tussen hem en de andere surfplank e. OVERLAPRECHTEN Als er redelijke twijfel bestaat of een surfplank een overlap tijdig tot stand heeft gebracht of heeft verbroken, moet worden aangenomen dat hij dat niet heeft gedaan. Als de buitenliggende surfplank geen ruimte kan geven wanneer een overlap begint, zijn de regels 18.2 a en 18.2 b niet van toepassing. 18.3 vervallen 18.4 Gijpen Wanneer een binnenliggende surfplank met overlap en voorrang moet gijpen bij een merkteken of hindernis om zijn juiste koers te varen, mag hij totdat hij gijpt niet verder aan het merkteken of hindernis voorbijzeilen dan nodig is om die koers te zeilen. 18.5 Een doorlopende hindernis voorbijvaren Als surfplanken een doorlopende hindernis voorbijvaren, zijn de regels 18.2 (b) en 18.2 (c) niet van toepassing. Een vrij achter liggende surfplank die een overlap aan de binnenzijde verkrijgt heeft slechts recht op ruimte om tussen

de andere surfplank en de hindernis door te varen als er op het moment dat de overlap begint ruuimte is om dat te doen. Als die er niet is, heeft hij geen recht op ruimte en moet vrijblijven. 19 RUIMTE OM OVERSTAG TE GAAN BIJ EEN HINDERNIS 19.1 Wanneer hij een hindernis nadert, mag een surfplank die aan de wind of hoger vaart aanroepen om ruimte om overstag te gaan en een andere surfplank over dezelfde boeg te ontwijken. Hij mag echter alleen aanroepen als de veiligheid hem dwingt een aanmerkelijke koerswijziging te maken om de hindernis te ontwijken. Voor hij overstag gaat moet hij de aangeroepen surfplank tijd geven om te reageren. De aangeroepen surfplank moet reageren door of (a) zo snel mogelijk overstag te gaan, in welk geval de aanroepende surfplank ook zo snel mogelijk overstag moet gaan, of (b) meteen te antwoorden 'Ga maar overstag', in welk geval de aanroepende surfplank zo snel mogelijk overstag moet gaan, de aangeroepen surfplank hem ruimte moet geven, en regels 10 en 13 niet van toepassing zijn. 19.2 Regel 19.1 is niet van toepassing bij een merkteken van de startlijn dat omgeven is door bevaarbaar water of zijn ankerlijn, vanaf het moment dat de surfplanken deze naderen om te starten totdat zij ze zijn voorbijgevaren of bij een merkteken dat de aangeroepen surfplank kan bezeilen. Wanneer regel 19.1 van toepassing is, is regel 18 dat niet. HOOFDSTUK D OVERIGE REGELS Wanneer regel 20 of 21 van toepassing is tussen twee surfplanken, zijn de regels van Hoofdstuk A dat niet. 20 STARTFOUTEN; STRAFRONDEN; ACHTERUITZEILEN 20.1 Een surfplank die na zijn startsein naar de startzijde van de startlijn of de verlengden daarvan zeilt om te starten of te voldoen aan regel 30.1 moet vrij blijven van een surfplank die dat niet doet totdat hij geheel aan de startzijde is gekomen.

20.2 Een surfplank die een strafronde draait moet vrij blijven van een surfplank die dat niet doet. 20.3 Een surfplank die achteruit vaart door een zeil naar voren te duwen moet vrij blijven van een surfplank die dat niet doet. 21 OMGESLAGEN, VOOR ANKER OF AAN DE GROND: REDDEN 21.1 Indien mogelijk moet een surfplank een andere surfplank die is omgeslagen of nog niet onder controle is na te zijn omgeslagen, die voor anker ligt of aan de grond zit, of die probeert een persoon of vaartuig in gevaar te helpen, ontwijken. Een surfplank is omgeslagen wanneer zijn masttop in het water ligt. 21.2 Een omgeslagen surfplank mag geen actie ondernemen die een andere surfplank hindert. 22 HINDEREN VAN EEN ANDERE SURFPLANK 22.1 Indien redelijker wijs mogelijk, mag een surfplank die niet wedstrijdzeilt een surfplank die wedstrijdzeilt niet hinderen. 22.2 Een surfplank mag niet van koers veranderen als zijn enige motief is een surfplank die een strafronde maakt, of één op een ander rak of ronde van de baan, te hinderen. 23 Een surfplank mag niet zeilen in het wedstrijdgebied dat is omschreven in de wedstrijdbepalingen wanneer daar wedstrijden worden gehouden behalve tijdens zijn eigen wedstrijd. 23 Zeil uit het water bij het starten Bij het naderen van de startlijn om te starten, moet een surfplank zijn zeil boven water en in de normale positie hebben, behalve wanneer het onopzettelijk is omgeslagen. Formatted: Indent: Left: 0 pt, First line: 0 pt, Outline numbered + Level: 1 + Numbering Style: 1, 2, 3, + Start at: 22 + Alignment: Left + Aligned at: 0 pt + Tab after: 35,25 pt + Indent at: 35,25 pt HOOFDSTUK E EXPRESSION EN SPEED COMPETITIE Deze regels vervangen alle regels van Hoofdstuk A, B, C en D

24 VOORRANGREGELS VOOR EXPRESSION EN SPEED COMPETITIE 24.1 Voorrangsregels voor Expression competitie (a) INKOMEND EN UITGAAND Een inkomend surfplank moet vrij blijven van een uitgaand surfplank. Wanneer twee surfplanken uitgaand of inkomend zijn terwijl zij op dezelfde golf zijn, of wanneer geen van beide uitgaand of inkomend is, moet het surfplank over de stuurboord boeg vrij blijven van het surfplank over de bakboord boeg. (b) (c) (d) SURFPLANKS OP DEZELFDE GOLF, INKOMEND Wanneer twee of meer surfplanken inkomend op één golf zijn, moet een surfplank dat geen bezitsrecht heeft vrij blijven. VRIJ ACHTER, VRIJ VOOR EN PASSEREN Een surfplank vrij achter en niet op een golf, moet vrij blijven van een surfplank dat vrij voor is. Een passerend surfplank dat niet op een golf is moet vrij blijven. Transititie Een surfplank in transitie moet vrij blijven van een die dat niet is. Wanneer twee surfplanken tegelijkertijd in transitie zijn moet degene aan de bakboordzijde van de ander of degene die achter ligt, vrij blijven. 24.1 Voorrangsregels voor Speed competitie (a) BEACH-EN WATERSTARTS Een surfplank mag geen beachstart of waterstart maken op de baan of in het startgebied, behalve om van de baan weg te zeilen om surfplanken die starten of racen te mijden. (c) HET BAANGEBIED VERLATEN Een surfplank dat het baangebied verlaat moet vrij blijven van surfplanken die racen.

DEEL 3 VERLOOP VAN DE WEDSTRIJD 25 Aankondiging, wedstrijdbepalingen en seinen De aankondiging en wedstrijdbepalingen moeten ter beschikking worden gesteld aan iedere surfplank voordat een wedstrijd begint. De betekenissen van de visuele seinen en geluidsseinen vastgelegd in Wedstrijdseinen mogen niet worden veranderd behalve op grond van regel 86.1(b). De betekenis van ieder ander sein dat gebruikt kan worden moet zijn opgenomen in de wedstrijdbepalingen. 26 STARTSYSTEMEN 26.1 Wedstrijd starten B3.2 De wedstrijdbepalingen moeten één van deze startsystemen voorschrijven. (a) SYSTEEM 1 Wedstrijden moeten worden gestart met gebruikmaking van de volgende seinen. Tijden moeten worden opgenomen van de visuele seinen; aan het uitblijven van een geluidssein mag geen betekenis worden toegekend. Sein Vlag en geluidssein Minuten voor het Startsein Formatted: Numbered + Level: 1 + Numbering Style: 1, 2, 3, + Start at: 26 + Alignment: Left + Aligned at: 0 pt + Tab after: 18 pt + Indent at: 18 pt, Tabs: 36 pt, List tab + Not at 18 pt Formatted: Numbered + Level: 2 + Numbering Style: 1, 2, 3, + Start at: 1 + Alignment: Left + Aligned at: 0 pt + Tab after: 19,5 pt + Indent at: 19,5 pt, Tabs: 36 pt, List tab + Not at 19,5 pt Waarschuwing Klassenvlag; 1 geluidssein 5* Voorbereiding Vlag P, I, Z, Z met I, 4 of zwarte vlag; 1 geluidssein Eén-minuut Voorbereidingsvlag weg; 1 1 lang geluidssein Starten Klassenvlag weg; 1 geluidssein 0 * of zoals bepaald in de wedstrijdbepalingen Het waarschuwingssein voor iedere volgende klasse moet worden gegeven gelijk met of na het startsein van de voorgaande klasse.

(b) SYSTEEM 2 Wedstrijden moeten worden gestart met gebruikmaking van de volgende seinen. Tijden moeten worden opgenomen van de visuele seinen; aan het uitblijven van een geluidssein mag geen betekenis worden toegekend. Sein Vlag en geluidssein Minuten voor het Startsein Attentie Klassenvlag of heatnummer 5 Attentiesein weg 4 Waarschuwing Rode vlag: 1 geluidssein 3 Rode vlag weg 2 Voorbereiding Gele vlag: 1 geluidssein 1 Gele vlag weg 1/2 Starten Groene vlag: 1 geluidssein 0 (c) SYSTEEM 3 (VOOR BEACH STARTS) (1) Voor zijn start moet elk surfplank in een heat of klasse loten voor zijn plaats op de startlijn. De plaatsen moeten zo genummerd zijn dat plaats 1 de meest loefwaartse is. (2) Nadat de surfplanken zijn opgeroepen om hun plaatsen in te nemen, moet het wedstrijdcomité het voorbereidingssein geven door het tonen van een rode vlag met één geluidssein. Het startsein moet op enige tijd na het voorbereidingssein worden gegeven door de rode vlag weg te nemen met één geluidssein. (3) Na het startsein moet ieder surfplank de kortste route van zijn startplaats naar zijn windsurf-plaats in het water nemen (met

beide voeten van de deelnemer op de surfplank). 26.2 Starten en beëindigen van heats voor de expression competitie Heats moeten worden gestart en beëindigd met gebruikmaking van de volgende seinen: (a) EEN HEAT STARTEN Iedere vlag moet worden weggenomen wanneer de volgende vlag wordt getoond. Sein Vlag en geluidssein Minuten voor het startsein Attentie Heatnummer 3 Waarschuwing Rode vlag: 1 geluidssein 2 Voorbereiding Gele vlag: 1 geluidssein 1 Start Groene vlag: 1 geluidssein 0 (b) EEN HEAT BEËINDIGEN Sein Vlag en geluidssein Minuten voor het eindsein Eindwaarschuwing Groene vlag weg: 1geluidssein 1 Einde heat Rode vlag: 1 geluidssein 0 26.3 Startsysteem voor speedcompetitie Ronden moeten worden gestart en beëindigd met gebruikmaking van de volgende seinen. Iedere vlag moet worden weggenomen als de volgende vlag wordt getoond. (a) EEN RONDE STARTEN Sein Vlag Betekenis Gereed houden Rode vlag Baan gesloten

Baan gesloten OW en rode vlag Baan gesloten gaat kort hierna open Voorbereiding Gele vlag Baan gaat open over5 minuten Start Groene vlag Baan is open (b) EEN RONDE BEËINDIGEN Sein Vlag en geluidssein Minuten voor het eindsein Eindwaarschuwing Groen met gele vlag Baan zal worden gesloten in 5 minuten Verlenging Groene vlag met L Huidige ronde zal worden verlengd met 15 minuten Einde ronde Rode vlag met L Een nieuwe ronde zal worden gestart kort hierna 27 OVERIGE HANDELINGEN VAN HET WEDSTRIJDCOMITÉ VOOR HET STARTSEIN 27.1 Niet later dan het waarschuwingssein moet het wedstrijdcomité het baansein tonen of andere wijze de baan aangeven als de wedstrijdbepalingen de baan niet hebben vermeld en het mag een baansein door een ander vervangen en aangeven dat dragen van persoonlijk drijfvermogen is vereist (toon vlag Y met één geluidssein). 27.2 Niet later dan het voorbereidingssein mag het wedstrijdcomité een merkteken van de startlijn verplaatsen en regel 30 toepassen. 27.3 Vóór het startsein mag het wedstrijdcomité de wedstrijd uitstellen (toon vlag OW, OW boven H, of OW boven A, met twee geluidsseinen) of de wedstrijd afbreken (toon vlag N boven H, of N boven A, met drie geluidsseinen) om welke reden dan ook.

28 HET ZEILEN VAN DE BAAN 28.1 Een surfplank moet starten, ieder merkteken in de juiste volgorde aan de voorgeschreven zijde laten liggen, en finishen zodanig, dat wanneer een draad die zijn kielzog voorstelt na het starten en tot het finishen strak zou worden getrokken, deze aan de voorgeschreven zijde van elk merkteken zou voorbijgaan en elk te ronden merkteken zou raken. Hij mag iedere fout corrigeren om aan deze regel te voldoen. Na te zijn gefinisht hoeft hij de finishlijn niet geheel te doorkruisen. 28.2 Een surfplank mag een merkteken dat niet het rak waarop hij vaart begint, begrenst of beëindigt, aan iedere zijde houden. Hij moet echter een merkteken van de startlijn aan de voorgeschreven zijde houden wanneer hij de startlijn nadert van de startzijde om te starten. 29 TERUGROEPEN 29.1 Individuele terugroep Wanneer op het startsein van een surfplank enig deel van zijn romp, bemanning of uitrusting aan de baanzijde van de startlijn is, of wanneer hij moet voldoen aan regel 30.1, moet het wedstrijdcomité onmiddellijk vlag X tonen met één geluidssein. De vlag moet getoond blijven tot al deze surfplanken zich geheel aan de startzijde van de startlijn of de verlengden daarvan bevinden en hebben voldaan aan regel 30.1 als die van toepassing is, maar niet later dan vier minuten na het startsein of één minuut voor enig volgend startsein, als dat eerder is. 29.2 Algemene terugroep Wanneer op het startsein het wedstrijdcomité niet in staat is om surfplanken te identificeren die zich aan de baanzijde van de startlijn bevinden of op wie regel 30 van toepassing is, of wanneer er een fout is gemaakt in de startprocedure, kan het wedstrijdcomité het sein voor een algemene terugroep geven (toon de Eerste Vervangwimpel met twee geluidsseinen). Het waarschuwingssein voor een nieuwe start voor de teruggeroepen klasse moet worden getoond één minuut nadat de Eerste Vervangwimpel is weggenomen (één geluidssein) en de starts voor alle volgende klassen moeten na die nieuwe start volgen.

29.3 Terugroep voor een slalomrace (a) Als op het startsein van een surfplank voor een slalomrace of heat enig deel van zijn romp, bemanning of uitrusting op de baanzijde van de startlijn is, moet het wedstrijdcomité een algemene terugroep geven. (b) Als het wedstrijdcomité handelt volgens regel 29.3(a) en het surfplank is geïdentificeerd, moet het worden uitgesloten zonder verhoor, zelfs als de race of heat is uitgesteld of afgebroken. Het wedstrijdcomité moet zijn zeilnummer aanroepen of tonen, en het moet het wedstrijdgebied onmiddellijk verlaten. Als de race of heat wordt herstart of herzeild mag het daarin niet meezeilen. 30 STRAFFEN BIJ DE START 30.1 Buiten om regel Als vlag I is getoond en enig deel van de romp, bemanning of uitrusting van een surfplank zich aan de baanzijde van de startlijn of de verlengden daarvan bevindt gedurende de minuut voor zijn startsein, moet hij daarna van de baanzijde over een verlengde naar de startzijde zeilen voordat hij start. 30.2 20% straf regel Als vlag Z is getoond, mag een surfplank zich niet met enig deel van zijn romp, bemanning of uitrusting bevinden binnen de driehoek gevormd door de uiteinden van de startlijn en het eerste merkteken gedurende de minuut voor zijn startsein. Als een surfplank deze regel overtreedt en is geïdentificeerd, moet hij zonder verhoor een 20% scorestraf krijgen berekend zoals beschreven in regel 44.3(c). Hij moet gestraft worden zelfs als de wedstrijd opnieuw wordt gestart, overgezeild of een nieuwe starttijd krijgt, maar niet als deze is uitgesteld of afgebroken vóór het startsein. 30.3 Zwarte vlag regel Als een zwarte vlag is getoond, mag een surfplank zich niet met enig deel van zijn romp, bemanning of uitrusting bevinden binnen de driehoek gevormd door de uiteinden van de startlijn en het eerste merkteken gedurende de minuut voor zijn startsein. Als een surfplank deze regel overtreedt

en is geïdentificeerd, moet hij zonder verhoor worden uitgesloten zelfs als de wedstrijd opnieuw wordt gestart, overgezeild of een nieuwe starttijd krijgt, maar niet als deze is uitgesteld of afgebroken vóór het startsein. Als een algemene terugroep wordt gegeven of de wedstrijd wordt afgebroken na het startsein, moet het wedstrijdcomité zijn zeilnummer tonen voor het volgende waarschuwingssein van die wedstrijd en als de wedstrijd opnieuw wordt gestart of overgezeild mag hij daarin niet meezeilen. Als hij dat wel doet, mag zijn uitsluiting niet worden afgetrokken bij de berekening van zijn seriescore. Als deze regel van toepassing is, is regel 29.1 dat niet. 31 EEN MERKTEKEN RAKEN Een surfplank mag een merkteken raken maar zich er niet aan vasthouden. 32 AFKORTEN OF AFBREKEN NA DE START 32.1 Na het startsein mag het wedstrijdcomité, naar gelang dat passend is, de baan afkorten (toonvlag S met twee geluidsseinen) of de wedstrijd afbreken (toon vlag N, of N boven H, of N boven A, met drie geluidsseinen), (a) wegens een fout in de startprocedure, (b) (c) (d) (e) wegens slechte weersomstandigheden, omdat onvoldoende wind het onwaarschijnlijk maakt dat één van de surfplanken zal finishen binnen de tijdslimiet, omdat een merkteken ontbreekt of niet op zijn plaats ligt, of om enige andere reden die rechtstreeks de veiligheid of de billijke uitkomst van de wedstrijd beïnvloedt, of mag de baan afkorten zodat andere geprogrammeerde wedstrijden kunnen worden gezeild. Echter nadat één surfplank de baan heeft gezeild en is gefinisht binnen de tijdslimiet als die er is, mag het wedstrijdcomité de wedstrijd niet afbreken zonder de gevolgen daarvan te overwegen voor alle surfplanken in de wedstrijd of wedstrijdserie. 32.2 Als het wedstrijdcomité een afgekorte baan aangeeft (toont vlag S met twee geluidsseinen), moet de finishlijn zijn, (a) bij een te ronden merkteken, tussen het merkteken

(b) (c) en een staak die vlag S toont; bij een lijn die surfplanken moeten doorkruisen aan het eind van ieder rak, die lijn; bij een gate, tussen de merktekens van de gate. 33 HET VOLGENDE RAK VAN DE BAAN WIJZIGEN Het wedstrijdcomité mag een rak van de baan wijzigen dat begint bij een te ronden merkteken door de ligging van het volgende merkteken (of de finishlijn) te wijzigen en dit aan alle surfplanken te seinen voordat ze aan het rak beginnen. Het volgende merkteken hoeft op dat moment niet op zijn plaats te liggen. (a) Als de richting van het rak zal worden gewijzigd, moet het sein bestaan uit het tonen van vlag C met herhaalde geluidsseinen met of (1) de nieuwe kompaskoers of (2) een groene driehoekige vlag of bord voor een wijziging naar stuurboord of een rode rechthoekige vlag of bord voor een wijziging naar bakboord. (c) (c) Als de lengte van het rak zal worden gewijzigd, moet het sein bestaan uit het tonen van vlag C met herhaalde geluidsseinen en een '_' als het rak wordt verkort of een '+' als het rak wordt verlengd. Volgende rakken mogen worden gewijzigd zonder verdere seinen om de baanvorm te handhaven. 34 ONTBREKEND MERKTEKEN Als een merkteken ontbreekt of niet op zijn plaats ligt, moet het wedstrijdcomité, indien mogelijk, (a) het naar zijn juiste plaats terugbrengen of het vervangen door een soortgelijk merkteken, of (b) het vervangen door een voorwerp dat vlag M toont en herhaalde geluidsseinen geven. 35 TIJDLIMIET EN SCORES Als één surfplank de baan zeilt zoals voorgeschreven in regel 28.1 en finisht binnen de tijdslimiet als die er is, moeten alle surfplanken die finishen een score krijgen die overeenkomt met hun finishplaats tenzij de wedstrijd wordt

afgebroken. Als geen surfplank finisht binnen de tijdslimiet moet het wedstrijdcomité de wedstrijd afbreken. 36 OPNIEUW GESTARTE OF OVERGEZEILDE WEDSTRIJDEN Als een wedstrijd opnieuw wordt gestart of overgezeild, mag een overtreding van een regel in de oorspronkelijke wedstrijd met uitzondering van een overtreding van regel 30.3 een surfplank niet verhinderen om deel te nemen of, behalve onder regel 30.2, 30.3 of 69, een reden zijn om hem te straffen. 37 EXPRESSION COMPETITIE REGISTARTIE VAN ZEILEN: HET BAANGEBIED: DUUR VAN DE HEAT 37.1 Surfplanks moeten de kleuren en overige bijzonderheden van hun zeilen, of hun identificatie volgens een andere methode vermeld in de wedstrijdbepalingen aan het wedstrijdcomité melden, niet later dan het startsein voor de heat, twee heats voor hun eigen heat. 37.2 Het baangebied moet zijn vastgesteld in de wedstrijdbepalingen en vermeld op het officiële mededelingenbord niet later dan 30 minuten voor het startsein van de eerste heat. Een surfplank mag uitsluitend worden gescoord als het zeilt in het baangebied. 37.3 Iedere wijziging in de duur van de heat moet door het wedstrijdcomité worden bekendgemaakt, niet later dan vijftien minuten voor het startsein van de eerste heat in de volgende ronde. 38 ELIMINATIE-SERIES VOOR SLALOMRACES EN EXPRESSION-COMPETITIE. Regels 38.1 38.5 zijn van toepassing op slalomraces of expression-competitie georganiseerd als eliminatie-series waarin surfplanken deelnemen in heats. 38.1 Eliminatie-series procedure (a) De competitie moet plaatsvinden als een vorm van één of meer eliminatie-serie(s). Ieder van deze

moet bestaan uit of een maximum van vier ronden in een eenmalig eliminatie-serie waarin slechts een aantal van de beste scorers doorgaan, of een maximum van tien ronden in een dubbele eliminatie-serie waarin surfplanken meer dan één kans hebben om door te gaan. (b) Surfplanken moeten tegen elkaar zeilen in paren, of in groepen bepaald door de eliminatie-ladder. De gekozen vorm van competitie mag niet worden gewijzigd zolang een ronde niet voltooid is. 38.2 Plaatsing- en rankinglijsten (a) (b) (c) Wanneer een plaatsing- of rankinglijst wordt gebruikt om de heats van de eerste ronde vast te stellen, moeten de plaatsen 1-8 (vier heats) of 1-16 (acht heats) gelijk worden verdeeld over de heats. Voor een volgende eliminatie-serie, als deze er is, moeten surfplanken worden ingedeeld in nieuwe heats bepaald door een plaatsinglijst gebaseerd op de actuele behaalde resultaten. Beslissingen van de organiserende autoriteit betreffende plaatsing zijn definitief en vormen geen grond voor een verzoek om verhaal. 38.3 Rooster van heats Het rooster van de heats moet worden vermeld op het officiële mededelingenbord niet later dan 30 minuten voor het startsein van de eerste heat. 38.4 Doorgaan en byes (a) In slalomraces en freestyle-competitie, moeten de surfplanken in iedere heat die doorgaan naar de volgende ronde, worden bekend gemaakt door het wedstrijdcomité niet later dan 30 minuten voor het startsein van de eerste heat. Het aantal dat doorgaat kan worden gewijzigd door het protestcomité als gevolg van een beslissing over verhaal.

(b) (c) (d) In expression-competitie moeten alle eerste-ronde byes worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste surfplanken. In wave performance-competitie, mag alleen de winnaar van elke heat doorgaan naar de volgende ronde. In freestyle-competitie moeten surfplanken doorgaan naar de volgende ronde als volgt: van een acht-surfplank heat, gaan de beste vier door en de winnaar zal zeilen tegen de vierde en de tweede tegen de derde; van een vier-surfplank heat gaan de twee besten door en moeten tegen elkaar zeilen. 38.4 Finales (a) De finale moet bestaan uit een maximum van drie races. Het wedstrijdcomité moet het aantal te zeilen races in de finale niet later dan vijf minuten voor het waarschuwingssein voor de eerste finale-race bekend maken. (b) Een 'runners-up' finale kan worden gezeild na de finale. Alle surfplanken in de halve finale-heats die er niet in slaagden zich voor de finale te kwalificeren mogen er in meedoen. 39 REGELS VOOR SPEED-COMPETITIE 39.1 Algemene regels (a) BAAN CONTROLE Wanneer het wedstrijdcomité met een oranje vlag op een surfplank wijst, moet deze onmiddellijk het baangebied verlaten. (b) (c) TERUGKEREN NAAR HET STARTGEBIED Een surfplank dat terugkeert naar het startgebied moet vrijblijven van de baan. RUN; RONDE Het maximum aantal runs dat ieder surfplank mag maken in een ronde moet door het wedstrijdcomité

worden bekend gemaakt niet later dan 30 minuten voor het startsein van de eerste ronde. (d) (e) DUUR VAN EEN RONDE De duur van een ronde moet door het wedstrijdcomité worden bekend gemaakt niet later dan 30 minuten voor het startsein van de volgende ronde. CONDITIES VOOR HET VESTIGEN VAN EEN RECORD De minimum afstand voor een wereldrecord is 500 meter. Andere records kunnen worden gevestigd over kleinere afstanden. De baan moet worden bepaald door palen en doorgangen aan de wal of door boeien in het water. Doorgangen mogen niet convergeren. 39.2 Straffen (a) Als een surfplank nalaat te voldoen aan een waarschuwing door het wedstrijdcomité, kan het worden berispt en moet zijn zeilnummer worden vermeld op een mededelingenbord bij de finishlijn. (b) (c) (d) Als een surfplank een tweede keer wordt berispt in dezelfde ronde, moet het worden geschorst door het wedstrijdcomité voor de rest van de ronde en moet zijn zeilnummer worden vermeld op het officiële mededelingenbord. Een surfplank dat gezien wordt in het baangebied terwijl hij is geschorst, moet zonder verhoor worden uitgesloten van de competitie en geen van zijn resultaten mag geldig zijn. Iedere overtreding van de regels voor verificatie kan resulteren in een schorsing van de competitie voor enige periode. 39.3 Verificatie (a) Een waarnemer aangesteld door de World Sailing Speed Record Council (WSSRC) moet aanwezig zijn

en de runtijden en snelheden verifiëren bij wereldrecord pogingen. Het wedstrijdcomité moet run tijden en snelheden verifiëren bij andere record pogingen. (b) Een deelnemer mag niet het tijdcontrole-gebied binnengaan of enige tijdcontrole-kwestie rechtstreeks bespreken met de tijdcontrole-organisatie. Iedere vraag over tijdcontrole moet worden gesteld aan het wedstrijdcomité.

DEEL 4 OVERIGE VOORSCHRIFTEN TIJDENS WEDSTRIJDZEILEN De regels van Deel 4 zijn alleen van toepassing op surfplanken die wedstrijdzeilen. 40 PERSOONLIJK DRIJFVERMOGEN; HANGBROEK 40.1 Wanneer seinvlag Y is getoond met één geluidssein voor of gelijk met het waarschuwingssein, moeten de deelnemers reddingsvesten of ander doelmatig persoonlijk drijfvermogen dragen. 'Wet suits' en 'dry suits' zijn geen doelmatig persoonlijk drijfvermogen. 40.2 Niet van toepassing voor het windsurfen 41 HULP VAN BUITEN 41.1 Een surfplank mag geen hulp van buiten krijgen, behalve (a) hulp zoals omschreven in regel 1; (b) (b) (d) (f) hulp voor een ziek of gewond bemanningslid; na een aanvaring, hulp van de bemanning van de andere surfplank om vrij te komen; hulp in de vorm van informatie die vrij verkrijgbaar is voor alle surfplanken; ongevraagde informatie uit een niet betrokken bron, welke een andere surfplank kan zijn in dezelfde wedstrijd. 41.2 Hulp van buiten voor de Expression competitie Een assistent mag vervangende uitrusting leveren aan een surfplank maar moet vrij blijven van andere deelnemende surfplanken. Een surfplank waarvan de assistent nalaat vrij te blijven moet worden gestraft. De straf moet ter beoordeling van het protestcomité zijn. 42 VOORTBEWEGING Een surfplank moet uitsluitend worden voorbewogen door de

werking van de wind op het zeil, door de werking van het water op de romp en door de eigen beweging van de deelnemer. 43 KLEDING EN UITRUSTING VAN DE DEELNEMER 43.1 (a) Deelnemers mogen geen kleding of uitrusting dragen of bij zich hebben met het doel daarmee hun gewicht te vergroten. Een deelnemer mag echter een drinkreservoir dragen dat ten minste één liter moet kunnen bevatten en vol niet meer mag wegen dan 1,5 kilogram. (b) (c) Bovendien mag de kleding en uitrusting van een deelnemer niet meer wegen dan 8 kilogram, exclusief een hang of trapezebroek en kleding (inclusief schoeisel), die alleen onder de knie wordt gedragen. Klassenvoorschriften of wedstrijdbepalingen mogen een lager gewicht of een hoger gewicht tot 10 kilogram bepalen. Klassenvoorschriften mogen schoeisel en andere kleding die wordt gedragen onder de knie wel in dit gewicht laten meetellen. Een hangvest of trapezebroek moet een positief drijfvermogen hebben en mag niet meer dan 2 kilogram wegen, behalve dat klassenvoorschriften een hoger gewicht tot 4 kilogram mogen bepalen. Gewichten moeten worden bepaald zoals voorgeschreven in Appendix H. Wanneer een meter belast met het wegen van kleding en uitrusting van mening is dat een deelnemer mogelijk regel 43.1(a) of 43.1(b) heeft overtreden moet hij dit schriftelijk melden aan het wedstrijdcomité, dat een protest moet indienen tegen de surfplank van de deelnemer. 43.2 Niet van toepassing nop windsurfplanken 43 STRAFFEN VOOR HET OVERTREDEN VAN REGELS VAN DEEL 2 44.1 Een straf nemen Een surfplank die mogelijk een regel van Deel 2 heeft overtreden tijdens het wedstrijdzeilen kan een straf nemen

ten tijde van het incident. Zijn straf moet een Twee-Ronden Straf zijn tenzij de wedstrijdbepalingen het gebruik van de scorestraf of een andere straf voorschrijven. Als hij echter letsel of ernstige schade heeft veroorzaakt of door zijn overtreding een aanzienlijk voordeel heeft behaald in de wedstrijd of de wedstrijdserie, moet zijn straf terugtrekken zijn. 44.2 360 straf Na zo snel mogelijk na het incident ruim vrij te zijn gevaren van andere surfplanken, neemt een surfplank een 360 graden straf door onmiddellijk één 360 graden draai te maken. Wanneer een surfplank de straf neemt op of nabijj de finishlijn, moet hij geheel naar de baanzijde van de lijnzeilen voordat hij finisht. 44.3 Scorestraf (a) Vervallen (b) (c) Vervallen De scorestraf voor een surfplank moet bestaan uit de score behorende bij een plaats van aankomst, die zoveel plaatsen slechter is dan zijn werkelijke plaats van aankomst zoals dit is voorgeschreven in de wedstrijdbepalingen, behalve dat hij geen slechtere score kan behalen dan die voor 'Niet gefinisht'. Wanneer de wedstrijdbepalingen het aantal plaatsen niet voorschrijven moet dat aantal bestaan uit het gehele getal (0,5 naar boven afgerond) dat het dichtst 20% van het aantal ingeschreven surfplanken benadert. De scores van andere surfplanken mogen niet worden gewijzigd; daardoor kunnen twee surfplanken dezelfde score krijgen. 44.4 Beperking op straffen (a) Vervallen (b) Een surfplank die een straf neemt kan niet verder worden gestraft voor hetzelfde incident tenzij hij de wedstrijd niet verliet hoewel regel 44.1 hem dat voorschreef.

45 UIT HET WATER HALEN: VASTMAKEN: ANKEREN Een surfplank moet in het water en los van zijn ligplaats zijn op zijn voorbereidingssein. Daarna mag hij niet uit het water worden gehaald of vastgemaakt behalve om te hozen, voor het reven van zeilen of voor reparaties. Hij mag ankeren of de bemanning mag op de bodem staan. Hij moet het anker terug aan boord halen voordat hij de wedstrijd vervolgt, tenzij hij daartoe niet in staat is. 46 VERANTWOORDELIJK PERSOON Een surfplank moet een verantwoordelijk persoon aan boord hebben, aangewezen door het lid of de organisatie die de surfplank heeft ingeschreven. Zie regel 75. BEPALING VAN HET WATERSPORTVERBOND De verantwoordelijke persoon dient te voldoen aan de vereisten van regel 75. 47 BEPERKINGEN OP UITRUSTING EN BEMANNING 47.1 Een surfplank mag alleen de uitrusting gebruiken die aan boord was op zijn voorbereidingssein behalve zoals vermeld in regel 41.2. 47.2 Vervallen 48 MISTSEINEN EN LICHTEN Wanneer de veiligheid dit vereist, moet een surfplank mistseinen geven en lichten voeren als voorgeschreven door de Internationale Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee of de van toepassing zijnde reglementen van de overheid. 49 Niet van toepassing op windsurfen 50 Niet van toepassing op windsurfen 51 Niet van toepassing op windsurfen 52 Niet van toepassing op windsurfen 53 OPPERVLAKTEWIJVING

Een surfplank mag geen stof, zoals een polymeer, naar buiten spuiten of vrijlaten, of speciaal behandelde oppervlakken hebben die de eigenschappen van de stroming van het water in de grenslaag kunnen verbeteren. 54 Niet van toepassing op windsurfen

DEEL 5 PROTESTEN, VERHAAL, VERHOREN, WANGEDRAG EN HOGER BEROEPEN HOOFDSTUK A PROTESTEN: VERHAAL: HANDELINGEN OP GROND VAN REGEL 69 60 RECHT OM TE PROTESTEREN: RECHT OM VERHAAL TEVRAGEN OF HANDELINGEN OP GROND VAN REGEL 69 60.1 Een surfplank kan (a) tegen een andere surfplank protesteren, maar niet voor een beweerde overtreding van een regel van Deel 2 tenzij hij was betrokken bij het incident of dat heeft gezien; of (b) om verhaal vragen. 60.2 Een wedstrijdcomité kan (a) tegen een surfplank protesteren, maar niet naar aanleiding van een verslag van een belanghebbende partij of van informatie uit een ongeldig protest of uit een verzoek om verhaal; (b) (c) verhaal vragen voor een surfplank; of verslag uitbrengen aan het protestcomité met het verzoek te handelen op grond van regel 69.1(a). 60.3 Een protestcomité kan (a) tegen een surfplank protesteren, maar niet naar aanleiding van een verslag van een belanghebbende partij of informatie uit een ongeldig protest of uit een verzoek om verhaal. Het mag echter tegen een surfplank protesteren (1) indien het verneemt dat een incident waarbij hij was betrokken kan hebben geresulteerd in letsel of ernstige schade, of

(2) als het gedurende het verhoor in een geldig protest verneemt dat de surfplank, hoewel geen partij in het verhoor, betrokken was bij het incident en een regel kan hebben overtreden; (b) (c) een verhoor starten om verhaal te overwegen; of handelen op grond van regel 69.1(a). 61 VEREISTE VOOR EEN PROTEST 61.1 De geprotesteerde op de hoogte brengen (a) Een surfplank die de bedoeling heeft te protesteren moet altijd de andere surfplank op de hoogte brengen bij de eerste redelijke gelegenheid. Wanneer zijn protest een incident betreft waarbij hij is betrokken of dat hij ziet in het wedstrijdgebied moet hij Protest aanroepen en opvallend een rode vlag tonen bij de eerste redelijke gelegenheid voor beide. Hij moet het wedstrijdcomite op de hoogte brengen van zijn bedoeling om te protesteren onmiddellijk nadat hij is gefinist of zich heeft teruggetrokken. Echter, (1) als de andere surfplank buiten aanroepafstand is, hoeft de protesterende surfplank niet aan te roepen maar moet hij de andere surfplank op de hoogte brengen bij de eerste redelijke gelegenheid; (2) Niet van toepassing op windsurfen (3) als het incident schade of letsel veroorzaakt dat duidelijk is voor de betrokken surfplanken en één van hen heeft de bedoeling om te protesteren, zijn de vereisten van deze regel niet op hem van toepassing, maar hij moet trachten de andere surfplank op de hoogte te brengen binnen de tijdslimiet van regel 61.3. (b) Een wedstrijdcomité of protestcomité dat de bedoeling heeft om tegen een surfplank

te protesteren moet hem zo snel als redelijkerwijs mogelijk op de hoogte brengen. Echter als het protest voortkomt uit een incident dat het comité waarneemt in het wedstrijdgebied, moet het de surfplank na de wedstrijd op de hoogte brengen binnen de tijdslimiet van regel 61.3. (c) Als het protestcomité besluit tegen een surfplank te protesteren op grond van regel 60.3(a)(2) moet het hem zo snel als redelijkerwijs mogelijk, op de hoogte brengen, het lopende verhoor beëindigen, doorgaan zoals vereist in regels 61.2 en 63, en het oorspronkelijke en de nieuwe protesten samen horen. 61.2 Inhoud van een protest (a) BAAN EN MARATHON RACES Een protest moet schriftelijk worden ingediend en vermelden (a) de protesteerder en geprotesteerde; (b) het incident, inclusief waar en wanneer het vond; (c) elke regel die volgens de protesteerder was overtreden; en (d) de naam van de vertegenwoordiger van de protesteerder. Indien echter aan vereiste (b) is voldaan, mag aan vereiste (a) worden voldaan op ieder tijdstip vóór het verhoor en mag aanvereisten (c) en (d) worden voldaan vóór of tijdens het verhoor. (b) SLALOM EN ANDERE DISCIPLINES Een protest moet mondeling worden aangezegd onmiddellijk na de heat waarin het incident plaatsvond. 61.3 Tijdslimiet van een protest Een protest van een surfplank, of van het wedstrijdcomité of het protestcomité betreffende een incident dat het comité waarneemt in het wedstrijdgebied, moet worden ingediend bij het wedstrijdbureau niet later dan de tijdslimiet vermeld in de wedstrijdbepalingen. Als niets is vermeld, is de tijdslimiet

twee uur nadat de laatste surfplank in de wedstrijd finisht. Andere protesten van het wedstrijdcomité of protestcomité moeten worden ingediend bij het wedstrijdbureau binnen twee uur nadat het comité de relevante informatie heeft verkregen. Het protestcomité moet de tijdsduur verlengen als daar een goede reden voor is. 62 Verhaal 62.1 Een verzoek om verhaal of de beslissing van een protestcomité om verhaal te overwegen moet zijn gegrond op een bewering of een mogelijkheid dat de plaats van aankomst van een surfplank in een wedstrijd of een wedstrijdserie buiten zijn eigen schuld aanmerkelijk is verslechterd door a een onjuiste handeling of een verzuim van het wedstrijdcomite, protestcomité of organiserende autoriteit; b c d e fysieke of materiele schade door toedoen van een surfplank die een regel van Deel 2 overtrad of door een niet wedstrijdzeilend vaartuig dat moest vrijblijven. hulp te verlenen (behalve aan hemzelf of zijn bemanning) overeenkomstig regel 1.1 of een surfplank waaraan een straf is opgelegd wegens een overtreding van regel 2 of waartegen een strafmaatregel is genomen op grond van regel 69.1( b). een surfplank dat naliet om vrij te blijven en zich terugtrok of werd gestraft. 62.2 Het verzoek moet schriftelijk behalve in een eliminatieserie worden ingediend binnen de tijdslimiet van regel 61.3 of binnen twee uur na het betreffende incident als dat later is. Het protestcomité moet de tijdsduur verlengen als daar een goede reden voor is. Een rode vlag is niet vereist. HOOFDSTUK B Verhoren en beslissingen

63 VERHOREN 63.1 Recht op verhoor Een surfplank of deelnemer mag niet worden gestraft zonder een protestverhoor, behalve zoals voorzien in de regels 30.2, 30.3, 67, 69, A5 en P2. Een beslissing over verhaal mag niet worden genomen zonder verhoor. Het protestcomité moet alle protesten en verzoeken om verhaal behandelen die zijn ingediend bij het wedstrijdbureau tenzij het toestaat dat een protest of verzoek wordt teruggetrokken. 63.2 Tijd en plaats van het verhoor; tijd voor partijen om zich voor te bereiden (a) Alle partijen in het verhoor moeten op de hoogte worden gesteld van de tijd en plaats van het verhoor, de informatie over het protest of verhaal moet hen ter beschikking staan en hen moet een redelijke tijd worden toegestaan om zich voor te bereiden op het verhoor. (c) In een eliminatie-serie mag het protestcomité een protest horen op het strand of water onmiddellijk na de heat 63.3 Recht om aanwezig te zijn (a) De partijen in het verhoor, of een vertegenwoordiger van ieder, hebben het recht om aanwezig te zijn gedurende het horen van alle verklaringen. Wanneer het protest een beweerde inbreuk op een regel van Deel 2, 3 of 4 betreft, moeten de vertegenwoordigers van de surfplanken aan boord zijn geweest ten tijde van het incident, tenzij er een gegronde reden is voor het protestcomité om anders te beslissen. Iedere getuige, met uitzondering van een lid van het protestcomité, moet worden buitengesloten behalve wanneer hij een verklaring aflegt. (b) Als een partij in het verhoor niet bij het verhoor verschijnt mag het protestcomité desondanks het protest of verzoek om verhaal beslissen. Als de