Dinsdag 3 juli 2012 Toelichting veldproeven. Biobedrijfsnetwerk Veehouders - akkerbouwers

Vergelijkbare documenten
Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval

Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat

Rassenproef biologische zomertarwe 2014: ondanks gele roest bakwaardig

Mengteelt van triticale met voedererwt of veldbonen biedt perspectief 1

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, triticale, wintertarwe

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Rassenproef biologische quinoa 2018

Welk type erwt voor biologische zomermengteelt?

Rassenproef bio wintertarwe : moderne populaties doorstaan moeilijk seizoen

Samengestelde kruisingspopulaties doen niet onder voor wintertarwerassen

Rassenproef bio wintertarwe : Samengestelde kruisingspopulaties bevestigen

Rassenproef broccoli zomer biologische teelt 2017: Stresstest voor vroege rassen

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

Biologische bloemkool heeft voordeel bij kleine startbemesting: ook verse grasklaver volstaat

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Rassenproef broccoli zomer biologische teelt 2017: Stresstest voor vroege rassen

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

Proefveldwerking Biologische landbouw

Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2017

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

Proefveldwerking Biologische landbouw

- 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Rassenproef Butternutpompoen 2012 biologische teelt

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus

Proefveldwerking Biologische landbouw

Rassenproef prei late herfst biologische teelt Joran Barbry, Philippe France, Karel Dewaele, Lieven Delanote

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen

Proefveldwerking Biologische landbouw

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus

Rassenproef prei late herfst biologische teelt Biologische hybrides weerstaan moeilijk groeiseizoen

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst

Teelt van hybride wintertarwerassen. Ing. R.D. Timmer, ing. J.G.M. Paauw

/

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe

Suboptimale teeltomstandigheden stellen rassen witte kool op de proef

BIO BASED ECONOMY WERKT!

Bemesting biologisch grasland in perspectief van regionaal gemengd bedrijf

3. Rassenproef knolvenkel voorjaarsteelt

Herkauwers & Akkerbouw

Rassenproef spruitkool biologische teelt 2012: opvallend gezond

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.02, 8 februari 2013

Soja telen in Vlaanderen?! Rassenkeuze en teelttechnisch onderzoek. Joke Pannecoucque Studiedag 23/11/2017 ILVO ILVO

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.32, 14 september 2013

Deze proef verliep in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij.

Rassenproef bloemkool vroege zomer biologische teelt

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. SPNA Precisiezaai wintertarwe

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Ruwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u?

De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden. Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP.

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

BONEN RASSENPROEF VOORJAARSTEELT KOEPEL

RASSENPROEF LOSSE TOMAAT

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014

Spinazie voor de industrie 2018 voorjaar laat cultivaronderzoek

/08 19,6 7,8 8,3 35,7

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen

Dikke fractie: boost voor organische stof. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus

Biologische voedergewassen Teelt en voederwaarde van biologische voedergewassen

WORTEL wortelvliegbestrijding 2015

Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs

Proefresultaten zoete aardappel 2016

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen

Na de teelt 18/11/

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Observatieproef op proefboerderij Vrede-peel met buffergewassen naast snijmaïs

Perceelsgegevens Pagina 9

Satellietbedrijf Graveland

1 Cultivaronderzoek zeer vroege zomerprei (trayplant en losse plant)

1. Doel In deze rassenproef wordt de gebruikswaarde nagegaan van herfstrassen van bloemkool voor aanvoer aan de verse markt.

Vanggewas na mais ook goed voor de boer

VERSLAG 1 DISCUSSIES. 1.1 Dinsdag 28/06/2016 te Meerhout Voederbieten Luzerne

Veldsla 4e gamma Rassenproef winter

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot

VELDSLA ONDER GLAS Rassenonderzoek

Graanvergadering Wintergerst Rassenproef Algemeenheden van de rassen wintergerst Opbrengstresultaten vzw

STIKSTOFBINDENDE GEWASSEN

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

- 1 - Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq

Het nieuwe GLB - Vergroening: wat zijn passende keuzes voor uw melkveebedrijf?

RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL

- 1 - Eindredactie: Jessica ollislagers, Gunther Leyssens, Koen Vrancken en Elly Vanspauwen,

Koolzaadbericht Opbrengst rassen in proef 2012

Transcriptie:

Dinsdag 3 juli 2012 Toelichting veldproeven Biobedrijfsnetwerk Veehouders - akkerbouwers 1 Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012

NOTITIES Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012 2

INHOUD 01_ TEMPERATUUR EN NEERSLAG IN HET VOORJAAR 2012... 4 02_ BROCHURE AUTONOME VOEDERWINNING VOOR BIOLOGISCHE VEEHOUDERIJ EN AKKERBOUW... 5 03_ KOSTPRIJSBEREKENING TRITICALE... 6 04_ RASSENPROEF TRITICALE... 7 05_ BEMESTINGSPROEF TRITICALE... 9 06_ MENGTEELT TRITICALE VELDBOON / ERWT... 11 07_ FAB IN TRITICALE 1... 12 08_ CAMELINE... 14 3 Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012

01_ TEMPERATUUR EN NEERSLAG IN HET VOORJAAR 2012 Bron: KMI weerstation Beitem Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012 4

02_ BROCHURE AUTONOME VOEDERWINNING VOOR BIOLOGISCHE VEEHOUDERIJ EN AKKERBOUW Voor de akkerbouwers en veehouders werd een uitgebreide brochure opgemaakt omtrent autonome voedervoorziening op het bedrijf. Deze brochure is gericht op het bekomen van een volledig eigen voedervoorziening in biologische (melk)veehouderij. Hierbij staan vier thema s die hiertoe kunnen bijdragen centraal. Deze brochure is digitaal beschikbaar op de website www.inagro.be/publicaties.een papieren versie van deze brochure wordt binnenkort verstuurd naar alle biologische akkerbouwers / veehouders. Andere geïnteresseerden kunnen de brochure bestellen via info.bio@inagro.be. Een eerste thema gaat over het belang van begrazing en een goed bodembeheer onder (permanent) grasland. Het tweede thema focust op de samenstelling van grasland: kiest men voor een combinatie Engels raaigras - witte klaver of toch beter een complex grasmengsel? Waar dien je bij de samenstelling van een grasmengsel rekening mee te houden? Je vindt er een overzicht van de eigenschappen van de meeste gras- en vlinderbloemige soorten. Het derde thema gaat over eiwitteelten voor eigen krachtvoedervoorziening. De mogelijkheden, en wat je zeker wel of best niet doet bij de teelt van veldbonen of erwten. Kies je voor mengteelt of zuivere teelt? En zaai je dan best in het najaar of kan een voorjaarszaai ook nog? De brochure sluit af met een hoofdstuk over rantsoensamenstelling. Om te weten hoe je je rantsoen dient samen te stellen, is het van belang inzicht te hebben in de behoeftes van het vee enerzijds en de samenstelling van je voeder anderzijds. Op die manier kan je het beschikbaar voeder gericht afstemmen op de behoeftes van het vee. De verschillende thema s worden ook telkens geïllustreerd aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Deze brochure werd opgemaakt in het kader van het project Vetabio, dat werd gerealiseerd binnen het Interreg -IV-project Frankrijk Wallonië Vlaanderen. Met de financiële steun van de Europese Unie (EFRO) en de provincies West -Vlaanderen en Oost-Vlaanderen en werden gerealiseerd in samenwerking met 5 Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012

03_ KOSTPRIJSBEREKENING TRITICALE Volgende kostprijsberekening werd opgemaakt rekening houdend met volgende : - Prijsevolutie voedergraan (bij oogst): 2009: 240 /ton 2010: 230 /ton 2011: 300 /ton - Triticale wordt droog geoogst (16% vocht) - Berekening land af, excl. transport Hoeveelh Eenheid prijs/eenh Bedrag Bruto-opbrengst graan 7 ton 250 1750 stro (kost persen vr koper) 5 ton 30 150 1900 Kosten Zaaizaad 200 kg 0,92 184 Bodembewerking (loonw) Ploegen 1 ha 100 100 Zaaien 1 ha 80 80 Bemesting (loonw) Drijfmest 25 ton 4 100 Onkruidbeheersing (loonw) wiedeggen 3 werkg/ha 50 150 Oogst (loonw) dorsen 1 ha 175 175 oogst stro kost persen voor koper 0 789 Saldo 1111 Extra Transport Drogen graan 10 /ton NVT Saldo bij verschillende opbrengst: Opbrengst Prijs (ton/ha) ( /ton) Bruto Kost Saldo 7 300 2100 789 1311 7 250 1750 789 961 5 300 1500 789 711 5 250 1250 789 461 Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012 6

04_ RASSENPROEF TRITICALE Zaaien Zaaiafstand Ras Oogst 28/10/2011 400 z/m² Eind juli Doel Triticale is met ongeveer 200 ha het belangrijkste graangewas in de Vlaamse biologische landbouw. Triticale is productiever dan zomertarwe. In vergelijking met wintertarwe is triticale minder ziektegevoelig en is de onkruidonderdrukking beter. Deze rassenproeven hebben als doel de waarde van de aangeboden rassen voor de biologische teelt in beeld te brengen. Daarbij besteden we extra aandacht aan de rassen waarvan er (potentieel) biologisch zaaizaad ter beschikking is. Hiertoe worden zowel de Belgische als een aantal buitenlandse (Frankrijk, Nederland en Duitsland) zaadhuizen aangesproken. Teeltverloop Voorteelt 2011 Maïs Bemesting 05/04/2012 60 kg N/ha Orgamine Grondbewerking Voor zaai (28/10/11) Ploegen Rotoreggen Onkruidbestrijding / Gewasbescherming Geen Rassen in proef Nr. Ras Zaadhuis Bio 1 Aprim Lemaire Deffontaines NCB 2 Constant Lemaire Deffontaines NCB 3 Grandval AgriObtentions NCB 4 Grandval AgriObtentions BIO 5 Orval Limagrain - Clovis Matton NCB 6 Sequens Agrifirm ACM BIO 7 Tribeca Limagrain - Clovis Matton NCB 8 Vuka Limagrain - Clovis Matton NCB 7 Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012

Besluit rassenproef 2011 Grandval bevestigde als topras voor biologische triticale. Het combineerde een stevig gewas met een goede opbrengst. Ook Constant hield stand als goede subtopper. Tribeca en Pizarro (beide enkel Reninge) en Orval zijn nieuwe rassen die meteen hoge opbrengsten laten optekenen. Pizarro kwam moeilijk uit de winter, maar groeide daarna fors uit. Alle hebben ze een matige tot goede gewasontwikkeling en vrij lang stro. De vroegrijpe rassen Bienvenu en Dublet werden als gevolg van het zeer droge voorjaar afgestraft, maar blijven zich wellicht lenen voor late zaai. Hoewel Azzerti als enige wintertarwe in de proef werd opgenomen, bleek zowel in Tongeren als in Reninge dat triticale beter geschikt is voor de biologische teelt dan wintertarwe. Ras hoogte cm Korrelopbrengst kg/ha hl-gewicht kg Agostino 79 e 4607 bcde 73 bc Aprim 93 cd 4500 bcde 73 bc Azzerti 65 g 4011 e 77 a Bienvenu 91 d 4179 cde 71 de Constant 96 c 4676 abcd 73 bc Cultivo 74 f 4419 bcde 73 bc Dublet 101 b 4055 de 73 bcd Grandval 106 a 4522 bcde 73 bc Orval 95 cd 4943 ab 71 cde Pizarro 94 cd 4973 ab 71 cde Tribeca 103 ab 5263 a 70 e Vuka 92 cd 4767 abc 74 b gem. 91 4576 73 Eerste bevindingen 2012 Algemeen zien we met het nat voorjaar een hoge ziektedruk. Constant blijkt dit jaar erg ziektegevoelig. Ook Grandval (zowel NCB als Bio) en Sequens tonen een redelijk ziek gewas. Sequens vormt bovendien een erg open gewas waardoor onkruid meer kans krijgt. Orval had duidelijke vorstschade maar heeft zich nadien redelijk goed herpakt. Het vormt wel een eerder open gewas en dus een iets hogere onkruiddruk. Tribeca, Vuka en Aprim tonen een gezond gewas en een goede onkruidonderdrukking. Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012 8

05_ BEMESTINGSPROEF TRITICALE Zaaien Zaaiafstand Ras Oogst 29/10/2011 400 z/m² Grandval bio Eind juli Doel Met het oog op het sluiten van de nutriëntenkringloop binnen de biologische landbouw werden vorig jaar bemestingsproeven aangelegd in verschillende teelten. In triticale werd een voorjaarsbemesting met kippenmest, kippenmestcompost, runderstalmest of organische korrelmeststof vergeleken met runderdrijfmest. Ter bevestiging van de bekomen resultaten werd dit jaar opnieuw een gelijkaardige proef aangelegd. Teeltverloop Voorteelt 2011 Maïs Bemesting 29/10/2011 30/03/2012 10/04/2012 Stalmest (object 7) Kippenmest, kippenmestkorrel, org. korrelmeststof, stalmest (obj 2-6) Drijfmest (object 8) Grondbewerking Voor zaai (28/10/11) Ploegen Rotoreggen Onkruidbestrijding /Gewasbescherming Geen Objecten Bemesting Ton/ha N tot kg/ha Werkz N kg/ha P2O5 kg/ha Nihil - - - - Ruwe kippenmest 2,6 22 20 33 Orgamine (7-5-0) 1,0 67 60 48 Kippenmestkorrel (3,6-2,8-2,2) 1,9 67 60 52 Biomix 1 (11-3-0) 0,6 67 60 18 Stalmest-compost voorjaar 28 227 79 129 Verse runderstalmest najaar 15 71 25 29 Drijfmest 30 120 72 50 9 Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012

Bij de bemesting werd gekozen alle objecten te bemesten met 60 kg werkzame N/ha. Na analyse van de mest bleek het object met kippenmest en het object met stalmest in het najaar minder bemest dan de overige. Proefresultaten 2011 Uit de proef in 2011 bleek dat drijfmest nog steeds de meeste zekerheid bood voor een voorjaarsbemesting in triticale, mits deze onder goede omstandigheden kan worden toegediend. Organische handelsmeststoffen leverden een hoge korrelopbrengst in combinatie met een hoog eiwitgehalte. De meerkost voor deze korrelmeststoffen lijkt echter pas op te wegen wanneer door weersomstandigheden niet tijdig met drijfmest kan bemest worden. Een bemesting met ruwe kippenmest of kippenmestcompost leverde minder goede resultaten dan een bemesting met drijfmest. Inzetten van een kippenmestkorrel leverde wel een behoorlijk resultaat en biedt bijgevolg reeds perspectief voor de afzet en het gebruik van biologische kippenmest. Tabel: Korrelopbrengst, hectolitergewicht (hl) en eiwitgehalte van triticale bij verschillende types bemesting in 2011 Korrelopbrengst (15% vocht) Hectolitergewicht Ras kg/ha kg Nihil 4593 c 71,3 8,4 c Biomix 1 (11-3-0) 5469 ab 72,8 10,4 a Orgamine (7-5-0) 5796 a 72,7 10,1 a Kippenmestkorrel (3,6-2,8-2,2) 5279 abc 71,3 9,3 b Ruwe kippenmest 4915 bc 71,7 9,0 bc Gecomposteerde kippenmest 4910 bc 71,0 8,6 bc Omgezette runderstalmest 4807 bc 71,3 8,8 bc Runderdrijfmest 5211 abc 70,9 8,3 c Gemiddelde 5123 71,6 9,1 Eiwit % DS Eerste bevindingen 2012 Begin mei toonde het object met drijfmest een duidelijk forser en donkerder gewas. Ook het object met kippenmestkorrel stond mooi met een donker gewas. Het onbemest object stond mager en bleek. Eind mei toonde het object met drijfmest nog steeds een forser gewas maar met een duidelijk hogere ziektedruk, het onbemest object stond mager met de laagste ziektedruk. De overige objecten vertoonden geen grote verschillen. Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012 10

06_ MENGTEELT TRITICALE VELDBOON / ERWT Teeltverloop Voorteelt 2011 Maïs Grondbewerking Ploegen Rotoreggen 28/10/11 Zaai Bemesting 05/04/2012 60 kg N/ha Orgamine Onkruidbestrijding / Gewasbescherming Geen Proefobjecten Object triticale zaaipercentage zaden/m² eiwitgewas ras zaden/m² 1 Grandval 100% 400 2 Grandval 75% 300 3 Aprim 100% 400 4 Grandval 50% 200 eiwiterwt James 80 5 Aprim 50% 200 eiwiterwt James 80 6 Grandval 100% 400 voedererwt Assas 25 7 Aprim 100% 400 voedererwt Assas 25 8 Grandval 50% 200 veldboon Diva 30 9 Grandval 50% 200 veldboon Nordica 30 10 Grandval 25% 100 veldboon Diva 30 Eerste bevindingen 2012 Bij de triticale kende Aprim een iets lagere opkomst dan Grandval. Ook nu naar het einde van de teelt toe zien we dat Aprim minder staat dan Grandval. Aprim vormt in combinatie met voedererwten een iets te zwak gewas dat onvoldoende steun biedt en waardoor de kans op legering toeneemt. Ook zien we in de combinatie met Aprim een hogere onkruiddruk. Bij de erwten zien we dat de voedererwt (Assas) het goed doet. Een lage zaaidosis (max. 20 25 z/m²) en een sterk steungewas zijn noodzakelijk om legering te voorkomen. De eiwiterwt (James) kende een matige vorstschade en herpakte zich goed maar komt niet meer boven het gewas uit. De combinatie triticale winterveldboon doet het goed. Een zaaidichtheid van 200 z/m² voor de triticale lijkt zeker nodig voor een voldoende onkruidonderdrukking. Nordica lijkt het iets beter te doen dan Diva. Beide rassen toonden redelijke vorstschade maar zijn goed hersteld. 11 Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012

Gemiddeld aantal eitjes of larven / halm 07_ FAB IN TRITICALE 1 Context De resultaten en ervaringen in graanpercelen met bloemenranden gedurende de voorbije drie jaar hebben aangetoond dat een behandeling tegen bladluis in tarwe niet nodig is als er voldoende natuurlijke vijanden aanwezig zijn. Hiervoor moet evenwel geïnvesteerd worden in kennis en in een regelmatige scouting in het gewas. Dit biedt kansen om de inzet van bestrijdingsmiddelen in de graanteelt te reduceren. Een belangrijke plaag in biologische zomertarwe is het graanhaantje. De laatste jaren wordt ook een toenemende druk op wintertarwe percelen vastgesteld. Een betere kennis over dit insect en de voorkomende natuurlijke vijanden kan bijdragen aan een betere beheersing van deze plaag. Met de steun van de provincie West-Vlaanderen worden dit jaar in de Westhoek (regio Ieper Poperinge) 14 graanpercelen opgevolgd: 5 biologische percelen triticale en 9 gangbare percelen wintertarwe. Wekelijks worden per perceel 100 graanhalmen bemonsterd op de aanwezige insecten, zowel plagen als natuurlijke vijanden. Doel is in de eerste plaats te wijzen op het belang van de aanwezige natuurlijke vijanden voor de onderdrukking van bladluizen. Verder willen we een beter inzicht krijgen in de levenscyclus van het graanhaantje en de voorkomende natuurlijke vijanden. Waarnemingen graanhaantje 0,40 0,35 0,30 eitjes larven 0,25 0,20 0,15 0,10 0,05 0,00 10-11 mei 16-18 mei 24-25 mei 31 mei-1 jun 7/jun 14/jun 21/jun 28/jun Gemiddeld aantal larven en eitjes van graanhaantje op het proefperceel triticale in West- Vleteren in mei juni 2012 Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012 12

Gemiddeld aantal bladluizen / halm gemiddeld aantal natuurlijke vijanden / 10 halmen Op de percelen wintertarwe en triticale zijn er dit jaar weinig larven van het graanhaantje aanwezig. De vraatschade is minimaal. In Vlaanderen zijn er nog geen schadedrempels beschikbaar voor het graanhaantje. Ook natuurlijke vijanden zijn niet of nauwelijks bekend. Naar aanleiding van de hoge dichtheden vorig jaar is duidelijk dat er nood is aan meer onderzoek hieromtrent. Waarnemingen bladluizen Op de percelen wintertarwe werden tot half juni maximaal 31 bladluizen op 100 halmen geteld. Deze dichtheid is zeer laag en bovendien waren de weersomstandigheden weinig bevorderend voor een snelle ontwikkeling van bladluizen. De bladluizen die voorkomen zijn bijna uitsluitend grote graanluizen die in de aar zitten. Gedurende de afgelopen weken is het aantal bladluizen in de aren toegenomen, vooral op de onbehandelde percelen. Natuurlijke vijanden zijn daar volop in ontwikkeling. Op de percelen met de hoogste luisdichtheden zijn naast sluipwespen en larven van zweefvlieg, vooral larven van het lieveheersbeestje actief. Op sommige biologische percelen triticale is reeds een belangrijke reductie van de graanluizen vastgesteld. 1 blad 0,8 aar natuurlijke vijanden 0,6 0,4 0,2 0 10/mei 16/mei 24/mei 31/mei 7/jun 14/jun 21/jun Gemiddeld aantal bladluizen per halm en het gemiddeld aantal natuurlijke vijanden op 10 halmen op het proefperceel triticale in West-Vleteren in mei juni 2012 1 Project Kansen voor FAB in de biologische en gangbare teelt met financiële steun van de provincie West-Vlaanderen. 13 Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012

08_ CAMELINE Teeltverloop Voorteelt 2011 Grondbewerking Ploegen Rotoreggen 09/04/2012 Zaai (14 kg/ha) Bemesting 20 ton/ha zeugendrijfmest Onkruidbestrijding / Gewasbescherming Geen Proefresultaten 2010 2011 Bij zaai van Cameline op een proefperceel van het biologische proefbedrijf van Inagro werden volgende opbrengsten gehaald: Zaaidosis Zaaiafstand Zaaidatum Oogstdatum Opbrengst* (kg/ha) 2010 5 kg 20 cm tss de rij 23/apr 3/aug 1808 20 kg 20 cm tss de rij 23/apr 3/aug 2041 2011 20 kg 20 cm tussen de rij 29/mrt 17/aug 1349 5 kg 20 cm tussen de rij 29/mrt 17/aug 657 * Opbrengst onder proefomstandigheden (+/- 15 % hoger dan normale omstandigheden) Bevindingen 2012 Er worden dit jaar 7 biologische praktijkpercelen waar Cameline wordt geteeld opgevolgd. Cameline had het op alle percelen moeilijk op natte of verslempte plaatsen. Zaai aan 7 kg/ha lijkt enkel voldoende onder goede omstandigheden. Gezien de weersomstandigheden werd niet gewiedegd. Dit lijkt sowieso het beste voor Cameline. Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012 14

Stand Cameline op 7/6 te Everbeek en Opbrakel, gezaaid op 9/4 aan 7 kg/ha: Goed perceel: mooi dichtgegroeid, rijen wel nog zichtbaar Perceel met zware grond, lang nat Actie in het kader van het Interreg-project Groene kansen met de financiële steun van de Europese Unie (EFRO) en provincie West-Vlaanderen en in het kader van het Quick- Win fonds Bio zoekt keten. 15 Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012

NOTITIES Toelichting Veldproeven Biobedrijfsnetwerk 3 juli 2012 16