Geografische economie

Vergelijkbare documenten
Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Examen HAVO. Economie 1

Staten Generaal 2013 Kennisintro

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Economische concentratie: de empirie

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt


Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

2. Beter nu dan later

Exportmonitor Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018

Vaardigheden van Nederlandse leraren taal, rekenen, problemen oplossen

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Europa als spin in het web 1

Eindexamen aardrijkskunde havo I

Toerisme in Cijfers Tourism in Figures. Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

Toekomstperspectief Destinatie Holland Presentatie voor Landelijk Kustdag Kees van der Most 13 november 2013

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Eindexamen economie havo I

Druiven: Ontwikkeling wereldhandel en aandeel Chili (export) en Nederland (import) 10%

Antwoorden Economie Handel

Geef een voordeel van exporteren. Geef een voordeel van importeren.

Eigen omgeving en actualiteit Van bacterie soep naar plastic soep. Cultuur Water Globalisering & Arm en rijk

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

0. Wat is Macro-economie? 1. Totale Productie ( Aggregate Output ) 2. Werkloosheid 3. Prijsstijging (Inflatie) 4. Wegwijzer = Structuur cursus

Duitsland in cijfers. Analyse van de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Duitsland

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland mei 2019

Internationale handel visproducten

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

Handels- en investeringscijfers China-Nederland februari 2019

Werkstuk Economie Arbeidsverdeling rijke en arme landen

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse

PLANTAGELANDBOUW IN LATIJNS-AMERIKA

Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland 1

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Handels- en investeringscijfers Denemarken-Nederland april 2019

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland maart 2019

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

2. Beter nu dan later

Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!

Deze formule is uitstekend geschikt voor de jonge studenten om zich voor te bereiden op school of een examen.

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

1. De bevolkingsspreiding en -groei in de wereld

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019

JAAROVERZICHT 2010 gedetailleerd per Categorie, Regio en Land Bron: CBS

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

Enquête Internationalisering Rapportage Persbericht januari 2011

Bijlage

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Duitsland in cijfers. Analyse van de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Saarland. 4e kwartaal 2014

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf

Handels- en investeringscijfers Portugal-Nederland 1

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Handels- en investeringscijfers Hongkong-Nederland 1

Twee belangrijke aardrijkskunde vragen zijn waar komt iets voor? En waarom is het daar? Verklaring zoek je in interne factoren en externe factoren.

Opmerking bij alle grafieken die volgen. In de statistieken zijn alleen de gegevens opgenomen van iedereen die zich heeft aangemeld.

Handels- en investeringscijfers Nigeria-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Iran-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Saoedi-Arabië-Nederland 1

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S M I N D E R H E D E N editie 2009

Samenvatting Economie H 6

Handels- en investeringscijfers Algerije-Nederland 1

Product Marktbeeld Poinsettia 2014 FloraHolland productteam Bloeiend seizoen

2015 was een sterk jaar voor de Belgische voedingsindustrie,

NZV LUSTRUM - De Veeteler in de Wereld

Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1

Transcriptie:

Geografische economie Een van de meest opmerkelijke aspecten van het economisch systeem is de ongelijkmatige spreiding van bewoning en economische activiteit over de aardbol. Miljoenen mensen wonen hutje-mutje op elkaar in New York, Moskou en Beijing, terwijl er tegelijkertijd grote, vrijwel lege ruimten beschikbaar zijn in de VS, Rusland en China. De spreiding van economische activiteit is niet alleen ongelijkmatig, ze is ook opmerkelijk regelmatig, niet alleen qua verdeling (bekend als de Wet van Zipf, zie verder) maar ook qua interactie (bekend als de Graviteitsrelatie, zie verder). Een nieuwe tak van de economie, bekend onder de naam "Geografische Economie", probeert bovenstaande en aanverwante empirische fenomenen te verklaren, daarbij gebruik makend van inzichten uit de internationale economie, economische geografie, ruimtelijke economie, stedelijke economie, industriële organisatie en endogene groei theorie. Binnenkort verschijnt het eerste leerboek op dit terrein, An Introduction to Geographical Economics, bij Cambridge University Press, geschreven door Steven Brakman (RUG), Harry Garretsen (KUN) en ondergetekende. Ongelijkmatige verdeling Dat de bevolking, en mede daardoor de economische activiteit, ongelijkmatig verdeeld is over de aardbol is algemeen bekend. Iets minder bekend, maar zeker niet minder opmerkelijk, is het feit dat de ongelijkmatige spreiding zich voordoet op verschillende aggregatie niveaus. Zo onderscheidt de wereldbank 7 verschillende grote regionale gebieden op aarde. De gemiddelde bevolkingsdichtheid op aarde is 44 personen per km 2. Voor de regio Zuid-Azië (India, Pakistan, Afghanistan, Nepal, Bhutan en Bangla-Desh) is de bevolkingsdichtheid 263 personen per km 2, maar liefst 6 keer het wereldgemiddelde. Ook binnen de wereldregio's is de bevolking ongelijk verdeeld. Dit is geïllustreerd in Figuur 1 op nationaal niveau voor Europa, waar de bevolkingsdichtheid varieert van 3 personen per km 2 voor IJsland tot 457 voor Nederland. Ook als we nog gedetailleerder kijken, bijvoorbeeld naar de verdeling binnen Nederland, zien we grote verschillen. Er wonen veel mensen in de Randstad en weinig in dorpen, zoals Suawoude in Friesland. Een fundamentele vraag is uiteraard waarom de bevolking, en de economische activiteit, zo ongelijkmatig verdeeld is.

Figuur 1 Bevolkingsdichtheid in Europa Bevolkingsdichtheid personen per km2 134 to 457 (8) 109 to 134 (8) 85 to 109 (8) 53 to 85 (8) 3 to 53 (9) Regelmatige ongelijkheid: de Wet van Zipf De bevolking is niet alleen ongelijkmatig verspreid over de aarde, er is ook een opmerkelijke regelmaat in die ongelijkmatigheid, bekend onder de naam "Wet van Zipf". Dit is eenvoudig te illustreren aan de hand van een concreet voorbeeld. Neem de grootste stad van India, dit is Bombay met bijna 10 miljoen inwoners in 1991, en geef deze stad rangnummer 1. Neem vervolgens de op één na grootste stad van India, dit is Delhi met ruim meer dan 7 miljoen inwoners in 1991, en geef deze stad rangnummer 2. Ga zo door totdat u alle steden gerangschikt hebt. Neem van de aldus gerangschikte steden het natuurlijk logaritme van het rangnummer van de stad en de grootte van de stad. Zet tot slot de aldus gevonden getallen af in een grafiek, zie Figuur 2. Het resultaat is een vrijwel perfect log-lineair verband tussen de grootte van een stad en het rangnummer. Dit hoogst opmerkelijke feit geldt niet alleen voor India, maar ook voor de VS, Brazilië, Frankrijk, China, Rusland, etc. Blijkbaar spelen economisch - organisatorische krachten een rol bij het bepalen van de regelmaat van de grootte van steden die grotendeels onafhankelijk is van de economische structuur van het land, de rijkdom van het land, en de geschiedenis van het land. Sinds de aan Harvard werkzame excentrieke wetenschapper George Kingsley Zipf dit verband kort na de Tweede Wereldoorlog in kaart bracht hebben wetenschappers decennialang zonder veel resultaat naar een adequate verklaring gezocht.

Figuur 2 De Wet van Zipf voor India De Wet van Zipf 20 Bombay 15 Delhi ln (grootte) 10 5 0 y = -1.0482x + 16.938 R 2 = 0.9916 0 1 2 3 4 5 6 ln (rang) Regelmatige interactie: de Graviteitsrelatie Er is ook een opmerkelijke regelmaat in de interactie tussen economische centra, bekend onder de naam "graviteitsrelatie". Dit geldt voor verschillende grootheden, maar is eenvoudig te illustreren aan de hand van de internationale exportstromen van Duitsland. De grootste duitse exportmarkt in 1998 was Frankrijk, daarna de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Nederland, België, Oostenrijk en Zwitserland. Wat onmiddelijk opvalt in dit rijtje top-exportmarkten is het grote belang van relatief kleine, direct aan Duitsland grenzende economiën (Nederland, België, Oostenrijk en Zwitserland). Als afzetgebied voor Duitsland zijn al die landen belangrijker dan het machtige Japan, dat pas op de 13 e plaats komt. Japan is als afzetgebied voor de Duitsers zelfs minder belangrijk dan de Tsjechische Republiek, wederom een klein buurland, terwijl het Japanse BNP maar liefst 67 keer zo groot is als het BNP van de Tsjechische Republiek. Er is kennelijk een grote mate van lokaliteit verbonden aan de duitse handelsbetrekkingen. Dit is geïllustreerd in Figuur 3, door de grootte van de duitse exportmarkt (gecorrigeerd voor inkomen van het importerende land) af te zetten tegen de afstand tot de duitse markt, beide gemeten in natuurlijke logaritmen. Dit empirische verband geldt ook zeer algemeen voor andere landen, onafhankelijk van, maar wel beïnvloedt door, rijkdom, ontwikkelingsniveau, culturele, politieke en sociologische organisatie, geschiedenis, enz.

Figuur 3 De graviteitsrelatie voor Duitsland Duitse export, gecorrigeerd voor inkomen ln (gecorrigeerde export) 0-2 6 7 8 9 10 11-4 -6-8 -10-12 -14 y = -0.8229x - 0.9695 R 2 = 0.5214 ln (afstand) Geografische economie De geografische economie probeert bovengenoemde en soortgelijke empirische fenomenen beter te begrijpen binnen een (relatief) eenvoudig "algemeen evenwichts" model dat verschillende economische centra onderscheidt (steden, regio's, landen, o.i.d.). Dat wil zeggen dat de economisch relaties tussen consumenten en producenten binnen de structuur van het model verklaard worden, waarbij handelsbelemmerende "transportkosten" (die ook kunnen bestaan uit sociale, culturele, politieke en linguïstische verschillen) tussen de economische centra een belangrijke rol spelen. Zo bepalen de producenten van verschillende goederen zelf de optimale prijs in iedere regio, rekening houdend met de prijselasticiteit van de vraag, het inkomen van de consument, de transportkosten en de productiekosten. De consumenten bepalen de optimale besteding aan ieder type goed, al dan niet geïmporteerd, rekening houdend met de prijzen gevraagd door de producenten en hun inkomen. Een algemeen evenwicht is pas bereikt indien de vraag naar goederen door de consumenten gelijk is aan het aanbod van die goederen door de producenten, waarbij tevens het door de consumenten te besteden inkomensniveau in overeenstemming moet zijn met het door de productie gegenereerde inkomen. Karakteristieken van geografische economie Een belangrijk onderscheidend aspect van de geografische economie is de endogene bepaling van de grootte van de economische centra. Dit betekent dat de omvang van bijvoorbeeld de verschillende steden wordt bepaald binnen de structuur van het

model, bijvoorbeeld door mobiliteit van productiefactoren, zoals kapitaal en arbeid. Er is pas van een lange termijn evenwicht sprake indien de opbrengst van kapitaal of het reële loon gelijk is in alle steden. Dat kan echter ook het geval zijn indien een bepaald type activiteit (vrijwel) volledig is geconcentreerd in één gebied, zoals de glastuinbouw in het Westland of de productie van televisieprogramma's in Hilversum. De bepaling van het evenwicht berust vaak op een cirkel-redenering: de producenten vestigen zich in de Randstad omdat daar veel vraag is naar de goederen die ze produceren en omdat ze gebruik kunnen maken van een groot scala aan gespecialiseerde toeleveranciers. De consumenten vestigen zich in de Randstad omdat het grote aanbod van bedrijven veel werkgelegenheid biedt en er een ruime en veelzijdige keuze aan goederen en diensten wordt geproduceerd en aangeboden. Mede door deze cirkel-redenering is de lokatie van economische activiteit tot op zekere hoogte arbitrair, en ook vrij stabiel. De Randstad had, bij wijze van spreken, ook in Groningen of Friesland kunnen liggen, maar nu de Randstad eenmaal in het westen ligt is verplaatsing van economische activiteit naar het noorden niet eenvoudig, want economisch niet aantrekkelijk. Ontwikkelingen binnen de geografische economie Nadat de Amerikaanse econoom Paul Krugman in 1991 de eerste bijdragen publiceerde van wat nu "geografische economie" genoemd wordt, dit mede ter onderscheiding van de al veel langer bestaande ruimtelijke benaderingen, zoals economische geografie, ruimtelijke economie en stedelijke economie, heeft een keur aan economische wetenschappers met een stortvloed aan artikelen de benadering op allerlei mogelijke gebieden toegepast. Daardoor zijn we nu bijvoorbeeld beter in staat centrum-periferie structuren te verklaren, alsmede de levensvatbaarheid van kleine economische centra, het bestaan van multinationale ondernemingen, de problematiek van economische ontwikkeling, en, inderdaad, de Wet van Zipf en de graviteitsrelatie. In 1999 verscheen het eerste, min of meer samenhangende, boek in deze benadering, geschreven door Paul Krugman, Masahisa Fujita en Anthony Venables, en gericht op de academische mede-wetenschapper. Het is dus nu, 10 jaar na dato, hoog tijd dat ook studenten op gestructureerde wijze kunnen kennis maken met de nieuwe benadering, vandaar het in de eerste paragraaf gememoreerde nog dit jaar te verschijnen boek. Charles van Marrewijk