gemeente Eindhoven CONCEPT Wethouder Fiers Realisatie & Beheer Van mw. M. van den Bos Kamer KBC 7C1 Telefoon (040) 238 63 22 17 feruari 2010 Memo Betreft Dieren. Geachte wethouder Fiers, Conform uw verzoek is een verkennende inventarisatie opgesteld van onderwerpen waar dieren ij etrokken zijn en waar de gemeente direct of indirect een rol speelt. Deze inventarisatie is esproken en geaccordeerd in het eleidsoverleg wonen en ruimte van 12 juni 2009. Tijdens dit overleg heeft u verzocht de inventarisatie nader uit te werken door per onderwerp de gemeentelijke actoren aan te geven. Deze uitwerking treft u ijgaand aan. Deze uitwerking is tot stand gekomen na overleg met: - sector ORVM: Joop Bemelmans - sector OOV: Han Borst - sector GBO: Kees van Dommelen, Bert Gerritsen en Theo Hermens - sector MM: Ernst-Jan den Dekker - sector JZ: Tine Geuis - sector VTH: Edwin Rooijakkers - sector RB: Eugenie Bruins Met vriendelijke groet, Sectorhoofd Realisatie & Beheer R. van den Hoek
Dieren A. Inleiding De maatschappelijke etrokkenheid ij dieren neemt toe. Dit uit zich in (nieuwe) wetgeving en verschuivingen in de rol van de gemeente. Gelet hierop is een verkennende inventarisatie opgesteld van onderwerpen waar dieren ij etrokken zijn en waar de gemeente direct of indirect een rol speelt. In deze notitie wordt de inventarisatie uitgewerkt door per onderwerp de gemeentelijke actoren aan te geven. Doelstelling is duidelijkheid te krijgen over de amtelijke verantwoordelijkheden op dit terrein B. Onderwerpen. 1. Natuurlijke ontwikkeling. Wet- en regelgeving kan grote impact heen op het ontwikkelen van ruimtelijke plannen, gericht op functiewijziging en / of eouwing. De aanwezigheid van wettelijk eschermde diersoorten in een epaald geied kan ijvooreeld roet in het eten gooien voor eouwing of voor infrastructurele werken. Ook gaat het om het verwerven van inzicht in de aanwezigheid van wettelijk eschermde diersoorten op Eindhovens grondgeied, ijvooreeld door geruik te maken van de veldkennis van actieve natuurliefheers en wildeheereenden. Dit om onewust onwettig handelen te voorkomen of om eheer- en onderhoudsmaatregelen te plannen in de juiste tijd van het jaar (ijvooreeld uiten het roedseizoen). ORVM, voor wat etreft het groeneleid en het formuleren van randvoorwaarden voor ruimtelijke ontwikkelingen. RB, voor wat etreft het niet uitvoeren van epaalde (onderhouds)werkzaamheden in de openare ruimte op epaalde momenten op asis van het estek flora en fauna. VTH, voor wat etreft het al dan niet onder voorwaarden verlenen van vergunningen (zoals het verlenen van een kapvergunningen onder voorwaarde dat niet wordt gekapt in het roedseizoen e.d.). 2
2. (Recreatieve) voorzieningen met dieren. - Stadsoerderij: stadspark Genneperparken. Dit is een volwaardig agrarisch gemengd edrijf. De oerderij wordt eheerd door de Stichting Genneperhoeve. De gronden worden gepacht van de gemeente Eindhoven. - Kinderoerderijen De gemeente Eindhoven kent in principe twee kinderoerderijen namelijk Kinderoerderij Philips van Lenneppark en Kinderoerderij Henri Dunantpark. Op deze kinderoerderijen worden voornamelijk inheemse landouwdieren en kleine huisdieren gehouden, maar er zijn ook herten aanwezig. Het eheer en onderhoud van deze kinderoerderijen is onder verantwoordelijkheid van de gemeente Eindhoven opgedragen aan private edrijven. - Agrarische recreatieve voorzieningen met gemeentelijke ijdrage (susidie) Het gaat om een drietal okken- en geitentuinen ( Vaartroek, de Linde en Neushoornstraat). In deze tuinen evinden zich vooral kleine huisdieren zoals konijnen, kippen, eenden, geiten, ganzen, schapen en ganzen. Ook gaat het om de Volière Stadswandelpark en om Boomgaard Acht. In de oomgaard zijn geen huisdieren aanwezig. Wel is een ijenvolk aanwezig t..v. de vruchtafdracht van het fruit. - Overige agrarische recreatieve voorzieningen. In Eindhoven zijn er nog ongeveer een dertiental locaties waarij dieren variërend van kippen tot herten zijn ondergeracht in voorzieningen die vanuit de openare ruimte ereikaar zijn, maar die niet voor puliek toegankelijk zijn. Deze voorzieningen zijn veelal voortgekomen uit particulier initiatief. In een tiental gevallen zijn afspraken gemaakt met de gemeente over het geruik van de ondergronden, in de vorm van (erf)pacht, huur ingeruikgave. Bij drie situaties etreft het volledig eigendom van derden. De gemeente heeft geen verantwoordelijkheid m..t. het eheer en draagt niet ij in de exploitatiekosten. Niet de gemeente Eindhoven maar de Algemene Inspectiedienst (AID) van het ministerie van Landouw (LNV) is het evoegde gezag met etrekking tot de naleving van de wetgeving. De gemeente is volgens de APV wel evoegd epaalde plaatsen aan te wijzen waar het veroden is epaalde dieren aanwezig te heen. Dit ter voorkoming of opheffing van overlast of van schade aan de gezondheid. Beheer en onderhoud: het eheer en onderhoud is een verantwoordelijkheid van de desetreffende houders van de stadsoerderijen, kinderoerderijen e.d.. In de praktijk komt het echter voor dat een eroep op de gemeente wordt gedaan. Bovendien wordt ij de kinderoerderijen het eheer en onderhoud door de private partijen verricht onder verantwoordelijkheid van de gemeente Eindhoven. In deze situaties verricht sector RB in de praktijk curatieve werkzaamheden (incidentenestrijding). 3
Toezicht op welzijn van dieren: formeel ezien heeft de LID (Landelijke Inspectiedienst) en de AID (Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landouw, Natuur en Voedselkwaliteit) hier een taak. De LID is de inspectiedienst van de Dierenescherming. In de praktijk kan echter niet worden ontkend dat de gemeente een morele verantwoordelijkheid heeft. Het gaat immers doorgaans om gronden van de gemeente Eindhoven. Op dit moment verricht de gemeente echter geen werkzaamheden op dit geied. Wel heeft de sector GBO in de praktijk een signalerende rol. Vanuit deze sector worden zo nodig vervolgacties uitgezet ij sectoren ORVM en RB. GBO: susidieverstrekking voor zaken als ijvooreeld voeding en veterinaire zorg. OOV (in afstemming met VTH), voor wat etreft het zorgdragen voor een adequate en volledige APV. VTH (in afstemming met OOV), voor wat etreft het handhaven van de APV ijvooreeld in de situatie waarin dieren worden gehouden op plaatsen waar dit niet is toegestaan. 3. Overlast Overlast kan estaan uit wildschade, geluidsoverlast, gevaar voor de volksgezondheid of gevaar voor het verkeer. Het gaat ijvooreeld om overlast van: muizen, kakkerlakken, ratten, kippen, duiven, konijnen, mollen, eenden, ganzen, zwanen, spreeuwen, kauwen, wespen, teken, (processie)rupsen, spinselmot,ladluizen etc. Bij dieren in eigendom wordt de eigenaar in principe aangesproken op overlast van zijn of haar eesten. Plaagdieren in en om het huis zijn een particuliere aangelegenheid. De gemeente wordt aangesproken op overlast van dieren in de openare ruimte. De APV van de gemeente Eindhoven evat epalingen over loslopend vee, het houden van ijen, geluidhinder door dieren. In dit kader moet ook het hondeneleid worden genoemd. Het hondeneleid van de gemeente richt zich voornamelijk op het eheersaar maken van de hondenpoepprolematiek. Het iedt een stevig asispakket aan fysieke maatregelen, regelgeving en handhaving. De APV van Eindhoven evat regelgeving over loslopende honden, veroden plaatsen, verontreiniging en gevaarlijke honden. Voor overlast zwerfkatten zie onderdeel 4 hierna. KCC, opnemen van klachten over dieren in de openare ruimte en het doorgeven van deze klachten aan de gemeentelijke organisatie (R&B). ORVM, als het gaat om het formuleren van eleid zoals het hondeneleid. OOV, voor wat etreft het zorgdragen voor een adequate en volledige APV. 4
VTH, als het gaat om handhaving van het hondeneleid en de epalingen in de APV. Ook verstrekt VTH vergunningen e.d. die in de APV worden voorgeschreven RB, voor wat etreft het estrijden van overlast van dieren in de openare ruimte. In de praktijk schakelt R&B hiervoor een derde in. 4. Schade aan fauna. Het gaat om optreden ingeval van zwervende, zieke, doodgereden of anderszins eschadigde dieren. De gemeente en een aantal maatschappelijke organisaties zijn hierij etrokken. Dit etreft: - ieden van opvang en verzorging aan ziekte, aangereden en anderszins eschadigde dieren, in samenwerking met dierenarts en / of andere instanties. - Incidenteel zwervende dieren vangen en onderrengen ij de daartoe actieve instanties of in het asiel of de opvang. - Doodgereden dieren van de weg verwijderen en aanieden ter destructie. - Bestrijden van otulisme, door het verwijderen van dode en zieke vissen en waterwild (waterschap). Opvang dieren met een vermoedelijke eigenaar: de gemeente is op grond van het Burgerlijk Wetoek verplicht om gevonden (huis)dieren met een vermoedelijke eigenaar gedurende een periode van 14 dagen op te vangen. Een gewond en gevonden dier wordt ook opgevangen, tenzij de kosten onevenredig hoog zijn of euthanasie om geneeskundige redenen vereist is. De gemeente Eindhoven heeft deze opvangtaak uitesteed aan Dierenopvangcentrum De Doornakker. Hiervoor is in 1992 een overeenkomst gesloten tussen de gemeente en het dierenopvangcentrum. Binnen de gemeente Eindhoven wordt vanuit de sector MM de financiële vergoeding verstrekt aan het Dierenopvangcentrum. Deze taak is uitsluitend via de egroting ij MM verankerd. Het gaat volgens MM dan ook uitsluitend om het verstrekken van de financiële vergoeding aan het ingeschakelde dierenopvangcentrum. MM verricht geen werkzaamheden met etrekking tot dierenwelzijn. Deze taak wordt niet uitgevoerd innen de gemeente. Het gaat ijvooreeld om de vraag hoe het door de gemeente ingeschakelde dierenopvangcentrum zorg draagt voor het welzijn van de desetreffende dieren. Hierop wordt toegezien door de LID van de Dierenescherming. In dat kader verdient vermelding dat de dierenopvang voldoet aan het kwaliteitskeurmerk van de Dierenescherming. Deze ziet er ook op toe of de dierenopvang aan het keurmerk lijft voldoen. Aanvulling 1: vertegenwoordigers vanuit de sectoren MM en GBO zijn momenteel met de Dierenescherming in overleg voor wat etreft het uitvoeren van de gemeentelijke opvangplicht van dieren en het sluiten van een nieuwe overeenkomst. 5
Aanvulling 2: Op dit moment speelt de herhuisvesting van het Dierenopvangcentrum De Doornakker. Coördinatie van deze herhuisvesting ligt ij sector GBO. Aanvulling 3: Wat geeurd met het dier in het dierenopvangcentrum gedurende de opvangtermijn van twee weken? Het dierenopvangcentrum tracht de eigenaar van het dier te achterhalen. Als een dier gechipt is en goed is geregistreerd, kunnen dier en aas meestal snel weer herenigd worden. Wanneer een dier niet gechipt is of wanneer er sprake is van een onjuiste registratie, schakelt het dierenopvangcentrum Stichting Amivedi in. Dit is een landelijke vrijwilligersorganisatie die zorgt voor kosteloze registratie van vermiste en gevonden huisdieren in Nederland. Daarnaast plaatst het dierenopvangcentrum de gegevens en een foto van het dier op de wesite. Het dierenopvangcentrum schakelt overigens voor de dieren een dierenarts in (ook voor gezonde dieren). Deze eoordeelt de gezondheid van de dieren en vaccineert ze. Alle dieren krijgen een identificatiechip. Aanvulling 3: wat geeurt met een dier na de opvangtermijn van twee weken? In de situatie dat de eigenaar zich gedurende de twee weken niet heeft gemeld, koopt het dierenopvangcentrum de dieren om niet van de gemeente. Dit is vastgelegd in een overdrachtsovereenkomst tussen de gemeente en het dierenopvangcentrum uit 1992. Doel van deze overdracht is overeenkomstig de doelstelling van het dierenopvangcentrum- het dier zo goed mogelijke levenskansen te ieden. Dit houdt in dat een nieuwe eigenaar voor het dier wordt gezocht. Het eestje lijft in het dierenopvangcentrum totdat er iemand voorij komt die hem of haar wil adopteren. Er wordt geen euthanasie gepleegd. Alleen in uiterste gevallen wordt euthanasie toegepast. Meestal heeft dit een medische oorzaak. In enkele gevallen gaat het om gedragsprolemen. Opvang dieren zonder vermoedelijke eigenaar: de gemeente heeft géén wettelijke plicht om dieren zonder vermoedelijke eigenaar op te vangen. In de praktijk gaat het meestal om katten. Het gaat dan niet om een huiskat aan de wandel maar om slecht verzorgde / verwilderde katten. Deze dieren leven meestal in groepen. Met name in het voorjaar kunnen verwilderde katten veel overlast veroorzaken (vuilniszakken openkraen, tuinen evuilen e.d.). Nestjes jonge katjes worden aangetroffen in schuurtjes en andere plekken. Dit leidt tot veel dierenleed: ziektes, honger en verwondingen. De moeilijk te enaderen dieren vallen tussen wal en schip. De Dierenescherming treedt in de praktijk op. Deze aanpak gaat uit van het principe vangen, neutraliseren (castreren) en terugzetten. Hiervoor heeft de Dierenescherming van het ministerie van LNV een speciale vergunning ontvangen. Terug in de groep is een gecastreerde kat veel rustiger. Omwonenden heen veel minder last. Ook groeit de populatie niet meer. In de regel worden 25 30% van de gevangen katten overigens niet teruggeplaatst omdat ze sociaal genoeg zijn voor plaatsing in een 6
gezin. In Eindhoven wordt deze methode sinds 2006 toegepast. Sindsdien zijn 500 katten gevangen door de Dierenescherming. (Bron: Dierenescherming, afdeling Braant Zuid-Oost). Beleidsmatige aanspreekpunt innen de gemeente voor het onderdeel zwerfkatten is de sector ORVM. RB, voor wat etreft het voorkomen van schade aan fauna (ijvooreeld door uitvoeren van snoeiwerkzaamheden of het plaatsen van hekwerken langs de weg). RB, voor wat etreft het zorgen voor verwijdering van doodgereden dieren op de weg en het aanieden ter destructie. In de praktijk schakelt RB hier ERGON voor in. 5. Evenementen. Dit etreft evenementen waar dieren ij etrokken zijn. Dit kunnen grote evenementen zoals Concours Hippique, maar ook relatief kleine evenementen zoals een circus. De organisator is primair verantwoordelijk. De gemeente neemt in de evenementenvergunning en geruiksvergunning onder meer veiligheidsvoorschriften op. Wanneer ij het toezicht op de naleving van de voorwaarden ernstig dierenleed zou worden geconstateerd, wordt dit gemeld ij de AID. OOV, voor wat etreft het zorgen voor een adequate en volledige APV waarin zo mogelijk ook dierenwelzijn wordt opgenomen. VTH, als het gaat om de handhaving van de APV en wetgeving en om het verstrekken van (evenementen)vergunningen. EC, als het gaat om evenementeneleid en locatieeleid. 6. Jacht Voor het jagen op gemeentegronden is toestemming van de gemeente vereist. Om te mogen jagen heeft de jager tegelijkertijd een jachtvergunning nodig. Aan de toestemming zijn voorwaarden veronden. VTH voor wat etreft het verlenen van toestemming van de gemeente en handhaving (voldoen aan de voorwaarden). GV (etreft jagen op gronden van de gemeente). 7. Visserij. De gemeente heeft het visrecht op al het evisaar water in Eindhoven verhuurd aan de Beheerseenheid Sportvisserij Agglomeratie Eindhoven (BSAE). 7
ORVM, voor wat etreft het formuleren van viseleid; RB, susidieverstrekking voor uitzetten van vis. 8. Infectieziekten. Het gaat hier om infectieziekten die worden veroorzaakt door een acterie, waarij mensen esmet kunnen worden door dieren die de acterie ij zich heen. Hier ligt een relatie een met dierenwelzijn. In dat kader kan q-koorts als vooreeld dienen. (Het gaat overigens niet alleen om acteriën maar ook om virussen, schimmels, eiwitten, parasieten e.d.). MM, volksgezondheid (gezamenlijk met de GGD). 9. Dierziekten. Bij ruiming van dieren ter estrijding van grootschalig optredende dierziekten heeft de gemeente geen zelfstandige taak. Grootschalige aanpak van esmettelijke dierziekten is een taak van de AID. Deze instantie kan de gemeente verzoeken om haar medewerking te verlenen ijvooreeld door het eschikaar stellen van werkruimte en het verlenen van assistentie ij het plaatsen van afzettingen en treffen van verkeersmaatregelen. RB, als het gaat om het plaatsen van afzettingen en het treffen van verkeersmaatregelen op verzoek van de AID. 10. Inrichting ritueel slachten. Bedrijven die dieren slachten volgens de Israëlitische of islamitische rites, mogen dit slechts doen indien zij daartoe aangewezen zijn door het Ministerie van LNV. Bij de aanwijzing stelt het Ministerie het aantal dieren dat ritueel geslacht mag worden voor een epaalde periode vast. niet van toepassing 11. Dierwelzijn. Dit etreft met name het opnemen van dierenwelzijn in de APV, waar het gaat om het verlenen van vergunningen voor evenementen. ORVM, als het gaat om het formuleren van eleid: waar zet de gemeente op in, wat zijn gemeentelijke speerpunten? Bijvooreeld: is het mogelijk / gewenst dat er in het uitengeied schuilstallen voor paarden worden geouwd? OOV, voor wat etreft het zorgen voor een adequate en volledige APV waarin zo mogelijk ook dierenwelzijn wordt opgenomen. 8
VTH, als het gaat om de handhaving van de APV en om het verstrekken van (evenementen)vergunningen. EC, als het gaat om evenementeneleid en locatieeleid. 12. Destructie. Destructie (vernietiging van kadavers) valt onder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD). De rol van de gemeente is eperkt omdat de eigenaar het kadaver rechtstreeks aan een destructieedrijf dient af te geven. Kadevers van gezelschapsdieren mogen volgens de GWDD echter ook worden egraven op een terrein dat ter eschikking staat van de eigenaar of houder van het dode dier. De etrokkenheid van de gemeente eperkt zich in hoofdzaak tot het stellen van regels voor destructie van gezelschapsdieren en tot het verwijderen van dode dieren uit de openare ruimte. De gemeente heeft nadere regels gesteld via de Destructieverordening. In deze verordening is epaald dat B&W één of meer verzamelplaatsen aanwijzen waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen. Deze verordening dient overigens nog te worden geactualiseerd (asis is niet langer de Destructiewet maar de GWWD). Alleen in de openare ruimte aangetroffen destructiemateriaal, waarvan geen eigenaar of houder valt te achterhalen, wordt door toedoen van de gemeente verwijderd. ORVM / JZ als het gaat om het aanwijzen van plaatsen waar destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen en het zorgdragen voor een actuele destructieverordening. RB, als het gaat om verwijderen van dode dieren in de openare ruimte. C. Conclusie De diergerelateerde onderwerpen waar de gemeente een rol speelt zijn divers. Nagenoeg alle onderwerpen zijn innen de verschillende sectoren van de gemeentelijke organisatie elegd. Een onderwerp dat nog niet is elegd innen de gemeente is het pro-actief toezien op welzijn van dieren. Daarnaast is geleken dat er geen centraal aanspreekpunt innen de gemeente estaat als het gaat om dieren. mv/yg09046266 9