Regeling Relatie Eleos en Naastbetrokkenen

Vergelijkbare documenten
BETROKKEN OMGEVING. Modelregeling relatie ggz-instelling - naastbetrokkenen

BETROKKEN OMGEVING. Convenant GGzE en familie- en cliëntenorganisaties over betrokkenheid van naastbetrokkenen

2.1.2 Modelrichtlijn Familie- en Naastbetrokkenenbeleid - SLKF

2.0 Checklist formeel familiebeleid GGZ-instellingen

Stap 2: In kaart brengen en beschrijven van het sociale netwerk van de cliënt. Stap 3: Beoordelen van de kwaliteit van het bestaande sociale netwerk.

Begrippenkader Familie is de groep personen waarmee men direct of indirect door middel van één of meer ouder-kindrelaties

PARTNERS IN ZORG. Familiebeleid GGZ Rivierduinen Informatie voor familieleden, naasten en cliënten. rivierduinen.nl

Familie- en naastbetrokkenenbeleid

Partners in zorg Familiebeleid GGZ Rivierduinen

In deze brochure zetten we de belangrijkste rechten en plichten op een rij:

De cliëntenraad. Uw mening horen wij graag!

Privacy. Informatie.

De WGBO is een dwingend recht. Dit betekent dat cliënten en zorgverleners onderling geen afspraken kunnen maken die van deze wet afwijken.

DE CLIËNTENRAAD. Uw mening horen wij graag. mei 2016

MENTORSCHAP TEN BEHOEVE VAN MEERDERJARIGEN ARTIKELEN

Privacyreglement Groenhuysen

Bopz beleid. Informatie over opname op een psychogeriatrische (pg)afdeling, beleid en klachtenregeling. vit0032_brochure BOPZ-07.indd :22

De voorwaardelijke machtiging

Addendum Bopz, een klachtenregeling Bopz

Wilsonbekwaamheid of BOPZ. Jacqueline Koster oktober 2014

Reglement van de klachtencommissie. familie en naastbetrokkenen. van de Stichting GGZ Noord-Holland-Noord

KLACHTENREGELING STICHTING KLACHTENCOMMISSIE GEZONDHEIDSZORG

Klachtenregeling cliënten Stichting Wonen & Zorg Purmerend

Gedwongen opname. Informatie voor cliënten en naastbetrokkenen

2.0 Checklist formeel familiebeleid GGZ-instellingen

Privacyreglement Rosemarijn Gezinsbegeleiding

Uw opname op de verpleegzorg

Klachtenregeling Cliënten

Volgens de Wet Bopz zijn er diverse vormen van gedwongen opname of gedwongen behandeling:

Rechten tijdens behandeling

Privacyreglement voor cliënten

Rechtspositie. Mondriaan. Mondriaan. van opgenomen patiënten. voor geestelijke gezondheid

Gedwongen opname met een rechterlijke machtiging (RM)

Beleid mantelzorg. Versie Herzieningsdatum

Wat kunt u doen als u een klacht heeft? Informatie voor cliënten en naastbetrokkenen

Een klacht indienen bij de klachtencommissie

Privacy reglement. Birtick Zorg & Welzijn

Klachtenreglement voor cliënten en naastbetrokkenen van Verslavingszorg Noord Nederland

Bijlage 3 Negen voorstellen ter vermindering van de administratieve lasten van uitvoering van de Wzd

Wat kun je doen als je een klacht hebt? Informatie voor cliënten en naastbetrokkenen

iedere 4 jaar. bij wijzigingen in de samenstelling. bij wettelijke wijzigingen. Wijziging Gewijzigd door Geautoriseerd door leden ment

Persoonsgegevens Alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over een identificeerbare natuurlijke persoon.

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Privacyverklaring van onze praktijk Uw persoonsgegevens en uw privacy in onze praktijk

Wegwijs tijdens uw behandeling

Privacyreglement Revalidatiecentrum Haaglanden

Mantelzorgers. Mantelzorgen?... Nee hoor, gewoon Liefde!

Nog niet tevreden, en dan? De externe klachtencommissie van uw zorgaanbieder. SKGN Stichting Klachtenregeling Gezondheidsregio Nijmegen

Bestandsnaam : Klachtenregeling SSJ. Deze klachtenregeling is samengesteld op basis van de Modelklachtenregeling Wkkgz ActiZ / LOC oktober 2016

BOPZ Klachtenregeling patiënten OLVG definitieve versie 15 juni 2017

1.1 Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

PRIVACY REGLEMENT MIND-KRACHT

Vrijheidsbeperkende middelen en maatregelen

Interzorg en de wet Bopz

Uw naaste, onze zorg Informatie voor familie en naasten

Reglement klachtencommissie

Privacyreglement. ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp

Veilige zorg voor mensen met dementie

Klachtenreglement 2015

Rechten plichten RONDOM UW BEHANDELING. Informatie voor cliënten, familie en naastbetrokkenen. onderdelen van Arkin

Rechten van kinderen, jongeren en hun ouders

Mr. Kees Blankman

Wat kunt u doen als u een klacht heeft? Informatie voor cliënten

VRAGENLIJST PIJLER 1 FAMILIEBELEID

Privacyreglement Praktijk Denge Conform GGZ Praktijk

Rechten en plichten. rondom de behandeling

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst

Begripsomschrijvingen Persoonsgegevens Persoonsregistratie Patiënt Verantwoordelijke Hulpverlener Personeel Bewerker Derde Verstrekken van

Klachtreglement Wkkgz

Klachtenreglement cliënten

Privacy policy: Uw persoonsgegevens en uw privacy in onze praktijk Bureau VIER-V

Relevante wet- en regelgeving die vandaag aan de orde komt in deze presentatie

DE VOORWAARDELIJKE MACHTIGING; GEDWONGEN BEHANDELING BUITEN HET PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS

Ken uw rechten Rechten en plichten van cliënten van Dignis Verzorging, Verpleging en Zorg thuis

Klachtenreglement Familie en naastbetrokkenen Pro Persona GGz, Indigo en Kairos (Zvw)

1.1 persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon.

Inleiding/Waarom een klachtenregeling/doel van de klachtenregeling.

Onafhankelijke klachtencommissie. Wet WKCZ en wet BOPZ

d. Cliënt De natuurlijke persoon die gebruik maakt of heeft gemaakt van diensten en voorzieningen die door Idesta aangeboden worden.

Wegwijs tijdens uw behandeling

Uw klacht in behandeling bij de Klachtencommissie GGNet. Wat houdt dat in? Informatie voor patiënten van GGNet en hun familie/naastbetrokkenen

RECHTEN VAN KINDEREN EN JONGEREN TOT 18 JAAR EN HUN OUDERS BIJ EEN BEHANDELING DOOR GGZ WNB

Uw rechten en behandeling

Privacyreglement Dr. Leo Kannerhuis Bijgewerkt:

BOPZ klachten. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie

Klachtencommissie. Informatie over de klachtenregeling familie en naastbetrokkenen.

Klachtenreglement. AD/dec Pagina 1 van 6

BOPZ addendum. Bijlage bij Klachtenregeling Tergooi. Voorwoord

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - BELEID Privacybeleid

Uw rechten en plichten als patiënt

Reglement van de klachtencommissie van. de Stichting GGZ Noord-Holland-Noord

1. Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

AANDACHT VOOR FAMILIE. GGNet is er ook voor u! Informatie voor familieleden en directbetrokkenen van patiënten

Reglement voor de klachtencommissie familie en naastbetrokkenen. GGZ ingeest Arkin HVO-Querido

Rechten en plichten. Als patiënt van MC Groep

Ook voor u! Ik? Wat kan en mag u van GGNet verwachten?

Transcriptie:

Regeling Relatie Eleos en Naastbetrokkenen Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 1 van 16

Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Inleiding... 4 2.1 Erkenning positie naastbetrokkenen... 4 2.2 Autonomie en privacy... 4 2.3 Aard van de informatie voor en van naastbetrokkenen... 5 2.4 Bijzondere omstandigheden... 5 2.5 Medezeggenschap... 5 2.6 Wet- en regelgeving... 5 3. Bejegenen... 6 3.1 Visie... 6 3.2 Richtlijnen voor beleid... 6 3.2.1 Contact en betrokkenheid... 6 3.2.2 Steun... 6 4 Informeren... 8 4.1Visie... 8 4.2 Richtlijnen voor beleid... 8 5 Voorzieningen... 11 5.1 Visie... 11 5.2 Richtlijnen voor beleid... 11 5.2.1 Communicatie... 11 5.2.2 Waardering door naastbetrokkenen... 11 5.2.3 Klachtenregeling... 11 Bijlage 1... 12 1. Relevante wetgeving... 12 2. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)... 12 3. Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ)... 12 4. Wet Mentorschap... 13 5. Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ)... 14 6. Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ)... 14 7. Kwaliteitswet zorginstellingen... 14 Bijlage 2... 15 Ambstdragers en pastorale medewerkers als naastbetrokkenen... 15 1. Enkele nuances... 15 2. Behoefte aan samenwerking bij het pastoraat... 15 3. Wettelijke kaders... 16 4. Samenwerken... 16 5. Aandacht voor pastoraat in de werkwijze... 16 6. Uitwisseling van informatie... 16 Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 2 van 16

1. Voorwoord Deze Regeling Relatie Eleos en Naastbetrokkenen is een bewerking van de brochure Betrokken omgeving; modelregeling relatie ggz-instelling naastbetrokkenen die in januari 2004 is uitgegeven door de Cliëntenbond, de Landelijke Stichting Ouders van Drugsgebruikers (LSOVD), Stichting Labyrint/In perspectief, Stichting LPR belangenorganisatie cliënten in ggz, Vereniging GGZ Nederland en Vereniging Ypsilon. De bewerking was noodzakelijk om de notitie af te stemmen op de situatie van Eleos. Deze regeling geldt als beleid voor alle geledingen van Eleos. Familie en vrienden zijn vaak betrokken bij behandeling en begeleiding van cliënten in de geestelijke gezondheidszorg. Zij vormen een deel van de sociale omgeving van een cliënt. Behandeling en begeleiding worden bij voorkeur aangeboden in deze sociale omgeving. Soms worden naastbetrokkenen ingeschakeld bij de zorgverlening, soms hebben zij zelf steun nodig. Vaak gaat betrokkenheid vanzelf goed. Er zijn ook situaties waarin dit niet het geval is. Het gaat er om te denken aan de consequenties die behandeling en begeleiding hebben op naastbetrokkenen. Met naastbetrokkenen wordt bedoeld iedereen die een directe relatie met de cliënt heeft. Dat kunnen ouders, echtgenoten of familieleden zijn, maar ook een goede vriend of vriendin, of iemand die zich om een andere reden bij de cliënt betrokken voelt. Eleos streeft ernaar om waar nodig contact te onderhouden met één contactpersoon uit het netwerk van naastbetrokkenen. Het zal in de meeste gevallen iemand zijn die de cliënt naar voren schuift. Dat wil niet zeggen dat andere naastbetrokkenen geen plaats krijgen. Hier dient met wijsheid mee omgegaan te worden. Het pastoraat valt onder deze definitie. Omdat het pastoraat een bijzondere positie heeft, wordt de relatie met het pastoraat in een bijlage beschreven. Voor cliënten in de ggz is het recht op zelfbeschikking en bescherming van de persoonlijke integriteit zeer belangrijk. Dit belang is door de samenleving onderkend en daarom vastgelegd in wetgeving. Op basis hiervan geven cliënten in de eerste plaats zelf invulling aan de relatie met naastbetrokkenen. Dit lukt echter niet altijd. Soms wil een cliënt tijdelijk niets te maken hebben met naastbetrokkenen. In dat geval spelen hulpverleners een belangrijke rol en dienen zij te weten hoe te handelen in het belang van cliënt én naastbetrokkenen. Bijbels gezien draagt een mens zelf verantwoordelijkheid, maar dat kan niet betekenen dat iemand los gezien wordt van de gemeenschap waarin hij functioneert. Dat is het uitgangspunt bij de hulpverlening van Eleos. In het beleid van Eleos hebben naastbetrokkenen een plaats met in achtneming van de wettelijke kaders. Familieorganisaties, cliëntenorganisaties en GGZ Nederland vinden het belangrijk dat GGZinstellingen expliciet beleid ten aanzien van naastbetrokkenen formuleren. Te meer daar de sociale omgeving van een cliënt als gevolg van extramuralisering en vermaatschappelijking meer bij de zorg wordt betrokken. Daarom hebben zij samen richtlijnen voor beleid vastgesteld in de nota Betrokken Omgeving - Modelregeling relatie ggz-instelling - naastbetrokkenen. Door middel van deze regeling wil Eleos vorm aan beleid voor naastbetrokkenen geven. Voor de cliëntenraad van Eleos, familieorganisaties en cliëntenorganisaties is deze Regeling Relatie Eleos en Naastbetrokkenen een kader op basis waarvan zij het beleid van de instelling kunnen toetsen. Wij hopen en verwachten dat deze modelregeling voor zowel familieorganisaties en cliëntenorganisaties alsook zorgaanbieders een welkome handreiking is, die de kwaliteit van de praktijk van het dagelijks handelen zal bevorderen. De Werkgroep Regeling Relatie Eleos en Naastbetrokkenen. December 2006 Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 3 van 16

2. Inleiding Het doel van de Regeling Relatie Eleos en Naastbetrokkenen is het geven van richtlijnen voor de omgang en communicatie met naastbetrokkenen door Eleos. De modelregeling beschrijft het beleid voor omgang en communicatie in het hele proces van intake tot ontslag en nazorg. Duidelijkheid is vooral gewenst voor de schakelpunten in de zorg. Duidelijke afspraken en goede communicatie tussen cliënt, naastbetrokkenen en Eleos dragen bij aan de kwaliteit van zorg. Daarom maakt de relatie tussen instellingen en naastbetrokkenen expliciet deel uit van het kwaliteitsbeleid van de instellingen. In het ISO-certificatieschema zijn hier normen voor beoordeling over opgenomen. De verschillende betrokkenen partijen (naastbetrokkenen, cliënten, hulpverleners) hebben allen een eigen positie. Daarom zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd voor deze modelregeling. 2.1 Erkenning positie naastbetrokkenen Geestelijke gezondheidszorg omvat meerdere relaties dan die tussen cliënt en hulpverlener. Het systeem rond de cliënt, waarvan naastbetrokkenen een belangrijk deel vormen, speelt een grote rol. Deze rol kan betrekking hebben op de behandeling / begeleiding en verzorging van een cliënt, maar ook op het ontstaan van de problemen. Daarom heeft de cliënt een doorslaggevende stem in de wijze waarop naastbetrokkenen worden geïnformeerd of ingeschakeld bij de zorg. Eleos onderkent en respecteert de positie van naastbetrokkenen. Dit betekent dat Eleos een expliciet beleid voert met betrekking tot de wijze waarop naastbetrokkenen worden geïnformeerd en/of ingeschakeld bij de hulpverlening. In de hoofdstukken 2 t/m 4 is dit expliciet beleid uitgewerkt. Uitgangspunt is dat een cliënt zelf afspraken maakt met naastbetrokkenen over hun betrokkenheid. De instelling stimuleert dit. Een hulpverlener kan bijvoorbeeld samen met de cliënt inventariseren welke naastbetrokkenen er zijn en welke rol deze kunnen en willen spelen. Bij het maken van afspraken houdt de instelling rekening met de draagkracht en mogelijkheden van naastbetrokkenen. Het kan voorkomen dat een cliënt vanwege zijn geestestoestand (tijdelijk) zelf geen afspraken kan maken. Als hij/zij die ook niet vooraf heeft gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van een zelfbindingsverklaring, dan wordt in principe gehandeld volgens de wet. Er worden in dat geval geen afspraken gemaakt met naastbetrokkenen, tenzij een hulpverlener op basis van goed hulpverlenerschap tot een ander besluit komt. In dat geval legt de hulpverlener dit besluit met redenen omkleed vast in het behandeldossier. 2.2 Autonomie en privacy Als een cliënt niet wil dat naastbetrokkenen op enigerlei wijze bij de hulpverlening zijn betrokken of worden geïnformeerd, respecteert de instelling dat. Dit is in overeenstemming met het recht op zelfbeschikking en het recht op privacy. Naastbetrokkenen krijgen dan alleen niet-persoonsgebonden informatie (hoofdstuk 3). Als een cliënt niet wil dat naastbetrokkenen een rol spelen bij de hulpverlening, kan dit consequenties hebben voor de inhoud van de zorg die Eleos kan bieden. De gevolgen van de keuze zijn een verantwoordelijkheid van de cliënt. Eleos heeft hierin een adviserende rol voor de cliënt. Het recht op autonomie van naastbetrokkenen mag niet worden aangetast door het eigen belang van de cliënt of dat van Eleos. Dit betekent dat naastbetrokkenen niet zonder hun instemming kunnen worden geïnformeerd over of worden ingeschakeld bij de zorg 1. Een hulpverlener van Eleos handelt op basis van professionele autonomie. De hulpverlener adviseert op basis van eigen deskundigheid en ervaring de cliënt over de wijze waarop naastbetrokkenen kunnen worden ingeschakeld. De hulpverlener houdt hierbij rekening met de omstandigheden waarin naastbetrokkenen verkeren. Een hulpverlener kan besluiten geen naastbetrokkenen in te schakelen, als 1 Dit geldt vanzelfsprekend niet voor kinderen onder de 12 jaar en jongeren van 12 tot 16 jaar waarvoor de wettelijke kaders gelden. Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 4 van 16

hiervoor goede redenen aanwezig zijn 2. De wens van de cliënt is bij deze afweging een zwaarwegend element. De hulpverlener vermeldt het besluit met redenen omkleed in het behandeldossier en informeert de naastbetrokkenen over het besluit. 2.3 Aard van de informatie voor en van naastbetrokkenen Hoewel steeds gekeken moet worden naar een concrete situatie kan wel in algemene zin gezegd worden welke informatie met naastbetrokkenen gewisseld wordt: a. verzamelen van heteroanamnestische gegevens en signalering door naastbetrokkenen; b. geven van psycho-educatie over ziektebeeld; c. training in omgang met ziektebeeld; d. betrekken van naastbetrokken bij behandeling / begeleiding. 2.4 Bijzondere omstandigheden Bijzondere omstandigheden vragen om bijzondere oplossingen. Deze laten zich niet vooraf in regels vangen. Wanneer ofwel het belang van de naastbetrokkene, ofwel het belang van cliënt, ofwel het belang van de hulpverlener wordt geschaad, zal naar bevind van zaken worden gehandeld. Hierbij gelden twee voorwaarden: - wet- en regelgeving wordt zo goed mogelijk nageleefd; - de handelwijze kan achteraf getoetst worden doordat deze is vastgelegd in het behandeldossier. Als inhoudelijke gegevens niet in het dossier kunnen worden opgenomen, gaat het om vastleggen van de gevolgde procedure die tot een besluit hebben geleid. 2.5 Medezeggenschap Beleid inzake de relatie met naastbetrokkenen valt, op basis van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ), onder het adviesrecht van de cliëntenraad. De cliëntenraad van Eleos dient met deze regeling in te stemmen. 2.6 Wet- en regelgeving Deze regeling is gebaseerd op en sluit aan bij de bestaande wet- en regelgeving. Met name: - de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO); - de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ); - de Wet Mentorschap; - de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ); - de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ); - de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Eleos respecteert de bestaande wet- en regelgeving en leeft deze na. In het geval van gedwongen opname is de wet BOPZ van toepassing en geldt een aantal van deze modelregeling afwijkende regels in de relatie naastbetrokkenen en Eleos (zie bijlage). 2 In het reglement dossierbeheer van Eleos staat in paragraaf 1.2.3 het volgende: Gegevens worden niet verstrekt als dat schadelijk kan zijn voor de persoonlijke levenssfeer van de cliënt, als getwijfeld wordt aan de bewuste vrijwilligheid van de door de cliënt gegeven toestemming, of als de informatieverstrekking niet in het belang is van de cliënt. Ook bij gegeven toestemming is het verstandig hiermee zeer terughoudend om te gaan. Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 5 van 16

3. Bejegenen 3.1 Visie Naastbetrokkenen behoren tot het relatienetwerk van een cliënt en daarmee tot het relatienetwerk van Eleos. Om deze reden gaat de instelling respectvol en serieus om met naastbetrokkenen. Zij spelen soms een rol bij de ondersteuning van een cliënt en soms hebben zij zelf steun nodig. Beide aspecten komen tot uitdrukking in het beleid van een instelling. De instelling onderhoudt een relatie met naastbetrokkenen, tenzij de cliënt hier niet mee instemt, of als er andere aannemelijke redenen zijn om dit niet te doen. In het algemeen informeert de instelling naastbetrokkenen hierover en licht deze beslissing toe. 3.2 Richtlijnen voor beleid 3.2.1 Contact en betrokkenheid 1. Deze Regeling Relatie Naastbetrokkenen en Eleos vormt het uitgangspunt voor het beleid van Eleos ten aanzien van de bejegening van naastbetrokkenen. Uitgangspunt is een respectvolle en serieuze benadering. Dit beleid is terug te vinden in werk- en behandelings- en begeleidingsplannen. Voor care geldt dat in contact met het netwerk van cliënten gebruik gemaakt kan worden van de Triadekaart. 2. Eleos stelt naastbetrokkenen op de hoogte van een opname, indien de cliënt daarmee instemt. Bij voorkeur informeert een cliënt zijn naastbetrokkenen zelf. 3. Als er geen contact meer is tussen cliënt en naastbetrokkenen, gaat de hulpverlener bij de cliënt na wat daarvan de reden is. Indien wenselijk 3 zal de hulpverlener zich inspannen het contact te hernieuwen. 4. De hulpverlener beantwoordt vragen van naastbetrokkenen zorgvuldig en met respect. Zorgvuldigheid heeft betrekking op het juist inschatten van de achtergrond van de vraag en de situatie van de vragensteller. Zorgvuldigheid heeft ook te maken met het bewaken van het recht op privacy van de cliënt. 5. Het is wenselijk (voor de fontein verplicht) dat bij Eleos voor iedere cliënt een contactpersoon uit de kring van naastbetrokkenen bekend is. In principe maakt de cliënt hierover zelf een afspraak met naastbetrokkenen en deelt deze afspraak mede aan de instelling. In overleg met de cliënt kan de hulpverlener deze afspraak maken. Deze legt hij/zij vast in het behandeldossier. 6. Als een hulpverlener vertrouwelijke informatie van een verwante of naastbetrokkene in ontvangst neemt, behandelt hij/zij deze als zodanig en geeft deze niet zonder toestemming van naastbetrokkene aan de cliënt. Als de hulpverlener van mening is dat de door de naastbetrokkene verstrekte informatie relevant is voor de wijze van hulpverlenen, vraagt hij/zij de betreffende naastbetrokkene om de informatie in het dossier te mogen opnemen. Indien een naastbetrokkene dit weigert, kan de hulpverlener een eigen, niet tot de naastbetrokkene herleidbare samenvatting van de informatie in het dossier bewaren 4. De originele informatie wordt in dat geval vernietigd. Indien nodig wordt het behandelings- en begeleidingsplan aangepast in overleg met de cliënt. 7. Als de voorgestelde behandeling / begeleiding en de te maken afspraken in het kader van de behandeling /begeleiding (zoals verlofafspraken of time-outperiodes) te voorziene gevolgen hebben voor naastbetrokkenen, hoort Eleos hen en betrekt zij hen bij het maken van afspraken in het kader van het behandelings- en begeleidingsplan. Dit kan alleen met instemming van de cliënt. 3.2.2 Steun 1. Als naastbetrokkenen met instemming van de cliënt een rol spelen bij de ondersteuning van een cliënt, bijvoorbeeld in verlofperiodes of na afronding van de behandeling / begeleiding, dan biedt Eleos naar vermogen: - emotionele en praktische ondersteuning aan naastbetrokkenen naar behoefte (meer als het moet, minder als het kan); 3 Het gaat hier om situaties waarin verwijdering is ontstaan tussen de cliënt en de naastbetrokkene. Contactherstel kan bijdragen aan herstel van klachten. Eleos heeft daar evaring mee opgedaan in de projecten rond sociale netwerkondersteuning (SONO), waarin een beroep wordt gedaan op verwaterde vriendschappen. 4 Het EPD van Eleos heeft een apart tabblad 457.1. Daarin kan deze informatie worden opgeslagen. Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 6 van 16

- nazorg na ernstige incidenten aan naastbetrokkenen; - ondersteunende activiteiten aan naastbetrokkenen voor het adequaat kunnen omgaan met bepaalde gedragingen van de cliënt. 2. Eleos overlegt zo nodig en waar mogelijk met de cliënt en naastbetrokkenen indien er zicht is op weekendverlof, time-outperiodes of ontslag en bespreekt de mogelijkheden voor nazorg. Hierna en op basis van de gebleken mogelijkheden neemt de instelling een definitief besluit en maakt zij nadere afspraken over de invulling van verlof en/of gewenste nazorg. Waar nodig en mogelijk evalueert de instelling naderhand het verlof met naastbetrokkenen en de cliënt. 3. Eleos maakt met instemming van de cliënt procedureafspraken met de naastbetrokkenen over wat zij doen als de cliënt wegloopt en/of in crisis raakt of dreigt te geraken tijdens verlof, timeoutperiodes of ontslag. Ziet de instelling hiervan af, dan moet zij de overwegingen hiertoe meedelen aan naastbetrokkenen. 4. Naastbetrokkenen kunnen gebaat zijn bij contacten met lotgenoten. Eleos wijst naastbetrokkenen op het bestaan van (activiteiten van) familieorganisaties en (indien aanwezig) op het bestaan van familieraden of ouderraden en op preventieve interventies (cursussen) voor naastbetrokkenen 5. 5 Dit gebeurt via de website en middels een folder voor naastbetrokkenen Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 7 van 16

4 Informeren 4.1 Visie Voor naastbetrokkenen is het belangrijk dat zij informatie over verblijf en situatie van een cliënt krijgen. Dit geldt zeker als zij, in overleg met de cliënt, een rol spelen bij de ondersteuning. In dat geval moeten naastbetrokkenen tot op zekere hoogte geïnformeerd zijn, zodat zij adequaat kunnen handelen. Het maken van afspraken met de cliënt over welke informatie aan welke naastbetrokkenen wordt gegeven, is een belangrijk en terugkerend onderdeel van de hulpverlening. Het uitgangspunt is dat de cliënt naastbetrokkenen zelf informeert. De hulpverlener stimuleert de cliënt hiertoe en geeft ondersteuning indien nodig. Als een cliënt niet in staat is zelf naastbetrokkenen adequaat te informeren, maar dit wel wil, neemt de hulpverlener deze taak over. 4.2 Richtlijnen voor beleid 1. Eleos erkent het belang van het verstrekken van goede informatie aan naastbetrokkenen én erkent dat dit belang niet mag leiden tot aantasting van het recht op zelfbeschikking van de cliënt. 2. Eleos legt in haar werkwijzen vast dat cliënt en hulpverlener afspraken maken over welke informatie aan welke naastbetrokkenen wordt verstrekt. 3. Als een cliënt geen afspraken wil maken over het informeren van naastbetrokkenen, gaat de hulpverlener actief na waarom dit het geval is. In gevallen waarin dit de hulpverlener redelijk lijkt, zal deze zich inspannen om de cliënt ervan te overtuigen dat het informeren van naastbetrokkenen wenselijk is. De hulpverlener respecteert de uiteindelijke keuze van de cliënt. Afspraken over informatieverstrekking, of het nalaten hiervan, worden vastgelegd in het behandelings- en begeleidingsplan. 4. Naastbetrokkenen hebben het recht op het verkrijgen van niet persoonsgebonden informatie. Wanneer een cliënt geen toestemming geeft voor het verstrekken van informatie aan naastbetrokkenen, verstrekt de instelling informatie over de onderwerpen genoemd in tabel 1. Om de privacy van de cliënt te bewaken, wordt deze informatie niet verstrekt door de direct betrokken hulpverleners. Het zorgverleningsproces is ingedeeld in vier fasen: aanmeldingsfase, indicatie en hulpverleningsfase, hulpverleningsfase en afsluiting- en overdrachtsfase. Bij elke fase hoort bepaalde informatie die zonder toestemming van de cliënt mag worden verstrekt. 5. Als de cliënt toestemming geeft voor het verstrekken van informatie aan naastbetrokkenen, kan deze betrekking hebben op de hieronder genoemde onderwerpen. Deze informatie is persoonsgebonden. Het is de verantwoordelijkheid van de hulpverlener en cliënt om afspraken te maken over de grenzen van de inhoudelijke informatieverstrekking en aan wie deze wordt verstrekt. Deze afspraken worden vastgelegd in het dossier en regelmatig geactualiseerd. 6. Als een cliënt weigert persoonsgebonden informatie te verstrekken aan naastbetrokkenen, kan dit consequenties hebben voor de inhoud van zorg en behandeling / begeleiding. Naastbetrokkenen kunnen in dat geval geen of een beperkte rol spelen in het zorgproces. De instelling formuleert beleid hoe te handelen in het geval van ontslag en time-outsituaties, als een cliënt geen contact met naastbetrokkenen wil. Algemeen beleid valt onder niet-persoonsgebonden informatie. Beleid betrekking hebbende op een cliënt valt onder persoonsgebonden informatie. Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 8 van 16

Fase zorgproces Aanmeldingsfase Indicatie en hulpverleningsfase Hulpverleningsfase Afsluiting en overdracht Informatie Over het zorgaanbod: - (on)mogelijkheden van de instelling - vervolg(procedure) - alternatieven van hulpverlening Over de rechtspositie - informatierecht van familieleden - klachtenregeling - huisregels - dossiervorming Geen informatie zonder toestemming Over de rechtspositie - klachtenregeling - privacyreglement - dossiervorming - inzage dossier - bewaartermijn en vernietiging dossier - belangenbehartiging van de cliënt - participatie van de cliënt - participatie van de familie bij de hulpverlening - informatierecht van familieleden - familievertrouwenspersoon - cliëntenvertrouwenspersoon - cliëntenraad Over de rechtspositie - klachtenregeling - dossiervorming - inzage dossier - bewaartermijn en vernietiging van dossier Tabel 1: Niet-persoonsgebonden informatie (mag zonder toestemming cliënt worden verstrekt) Het betreft algemene informatie over de gang van zaken in Eleos. Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 9 van 16

Fase zorgproces Aanmeldingsfase Indicatie en hulpverleningsfase Hulpverleningsfase Afsluiting en overdracht Informatie Over het zorgaanbod: - (on)mogelijkheden van de instelling - vervolg(procedure) - alternatieven van hulpverlening Over de rechtspositie - informatierecht van familieleden - klachtenregeling - huisregels dossiervorming Over het zorgaanbod: - probleemdefinitie - behandelovereenkomst - behandelplaats - behandelaar - hulpverleningssetting - prognose hulpverlening/behandelduur - bij afwijzing: alternatieven Over de hulpverlening: - (behandel)doelen - prognose hulpverlening/behandelduur Over het hulpverleningsplan: - hulpverlening/therapie - medicatie - consequenties van de hulpverlening/ behandeling / begeleiding - uitvoering/taakverdeling - voortgang - wijzigingen - bezoek/verloftijden Over de kosten: - eigen bijdrage - reiskosten Over de afbouw: - planning - ontslagprocedure Over de vervolgprocedure: - nazorgplan - terugvalpreventie - taakverdeling - planning Tabel 2: Persoonsgebonden informatie (mag niet zonder toestemming cliënt worden verstrekt) Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 10 van 16

5 Voorzieningen 5.1 Visie Erkenning van het belang van naastbetrokkenen krijgt inhoud door het beleid op het gebied van informatie en bejegening te vertalen in praktische organisatorische voorzieningen. Naast de richtlijnen die geformuleerd zijn ten aanzien van informatie en bejegening is de aanspreekbaarheid van Eleos van belang. Dit betekent dat de communicatie met naastbetrokkenen voor iedereen duidelijk en overzichtelijk georganiseerd is. 5.2 Richtlijnen voor beleid 5.2.1 Communicatie 1. Eleos heeft een brochure waarin zij haar beleid met betrekking tot naastbetrokkenen duidelijk uiteenzet. Op de website van de instelling is informatie voor naastbetrokkenen duidelijk herkenbaar aanwezig. 2. Eleos heeft in de afdelings- en locatiemanagers (in elk geval dicht bij de patiënten en de hulpverleners, maar ook met voldoende afstand) een duidelijk aanspreekpunt waar naastbetrokkenen terecht kunnen met vragen. Voor naastbetrokkenen zonder contactpersoon binnen de instelling is er een duidelijk algemeen informatiepunt. Voor naastbetrokkenen met een vast contactpersoon is duidelijk wanneer en op welke wijze de contactpersoon bereikbaar is. 3. Cliënten en hulpverleners zijn op de hoogte van het beleid met betrekking tot naastbetrokkenen. 5.2.2 Waardering door naastbetrokkenen 6 1. Om te toetsen hoe de naastbetrokkenen de hulp van Eleos waardeert, wordt de thermometer waardering betrokkenen gebruikt. In deze thermometer wordt gevraagd hoe de naastbetrokkene de hulp voor de cliënt én de ondersteuning die de betrokken zelf heeft gehad, waardeert. 2. De vragenlijst wordt bij het laatste gesprek met het familielid uitgereikt of anders bij het laatste gesprek van de cliënt mee gegeven. 5.2.3 Klachtenregeling 1. Naastbetrokkenen kunnen mondeling bij de hulpverlener hun beklag doen over de bejegening die hen ten deel is gevallen of over een ongewenste gang van zaken. 2. Eleos hanteert een klachtenregeling voor naastbetrokkenen. Hiermee wordt invulling gegeven aan een belangrijk doel: behoud of herstel van vertrouwen. 3. Eleos zorgt voor een goede bekendheid van de klachtenregeling, onder andere door een folder en een vermelding op de website van de instelling. 4. Eleos wijst naastbetrokkenen op de mogelijkheid om over een klacht een melding te doen bij de regionale inspectie voor de volksgezondheid. 6 De thermometer waardering door naastbetrokkenen wordt in 2007 ontwikkeld. Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 11 van 16

Bijlage 1 1. Relevante wetgeving Het recht op zelfbeschikking van de mens in de gezondheidszorg heeft geleid tot een aantal cliëntenrechten, die zijn vastgelegd in wetgeving. Het zelfbeschikkingsrecht staat voorop. In een enkel geval is het zelfbeschikkingsrecht beperkt en worden bevoegdheden toegekend aan naastbetrokkenen. Meestal zijn naastbetrokkenen dan familieleden of wettelijke vertegenwoordigers. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de meest relevante wetsartikelen. De wetten die worden behandeld zijn: - de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO); - de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ); - de Wet Mentorschap; - de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ); - de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ); - de Kwaliteitswet Zorginstellingen. In het onderstaande staat een overzicht van de wetsartikelen die betrekking hebben op het contact of overleg met naastbetrokkenen. Het is geen letterlijke weergave van de artikelen maar een vertaling. Tussen haakjes staan verwijzingen naar de betreffende wetsartikelen. 2. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) De WGBO regelt de relatie tussen cliënt en hulpverlener. De intentie van de wet is om de positie van de cliënt in deze relatie te versterken door rechten en plichten van beide partijen wettelijk voor te schrijven. 1. Vanaf 16 jaar kan iedereen die wilsbekwaam is, zelf een geneeskundige behandelingsovereenkomst sluiten (WGBO, art. 447). Hierdoor wordt het recht op zelfbeschikking in de gezondheidszorg beter gewaarborgd. 2. Voor de uitvoering van de overeenkomst (de feitelijke behandeling) is de toestemming of medewerking van de cliënt nodig (WGBO, art. 450, lid 1). 3. Als een cliënt tijdelijk of duurzaam niet in staat is toestemming te geven voor delen van de behandeling (de cliënt is wilsonbekwaam), kunnen wettelijke vertegenwoordigers (familieleden of andere naast betrokkenen, WGBO, art. 465, lid 3) vervangende toestemming geven, ook als de cliënt zich verzet tegen deze behandeling (WGBO, art.465, lid 6). Deze vorm van dwangbehandeling is bij vrijwillige cliënten aan wettelijke voorschriften gebonden en alleen mogelijk voor verrichtingen van ingrijpende aard. Dat wil zeggen: de verrichting is kennelijk nodig om ernstig nadeel voor de wilsonbekwame cliënt te voorkomen. Er moet wel al sprake zijn van een behandelingsovereenkomst. 4. Als wettelijke vertegenwoordigers of familieleden vervangende toestemming hebben gegeven voor een bepaalde behandeling, kan de hulpverlener aan hen zonder toestemming van de cliënt informatie ter zake van de behandeling geven. Hierop geldt een uitzondering indien het verstrekken van informatie niet verenigbaar is met de eisen van goed hulpverlenerschap (WGBO, art. 465, lid 4). 3. Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) De Wet BOPZ regelt bijzondere (gedwongen) opnemingen van cliënten in psychiatrische ziekenhuizen. De intentie van de Wet BOPZ is om bij bijzondere opnemingen de rechtspositie van de cliënt zoveel mogelijk te waarborgen en het gevaar af te wenden. 1. Bepaalde familieleden kunnen een schriftelijk verzoek indienen bij de Officier van Justitie voor het verkrijgen van een rechterlijke machtiging tot opname van een cliënt (BOPZ, art. 4). 2. Familieleden die een verzoek indienen voor een rechterlijke machtiging, kunnen worden gehoord door de rechter die moet beoordelen of een machtiging moet worden verstrekt (BOPZ, art. 8). 3. Familieleden kunnen ook worden gehoord door de rechter indien het verzoek voor een rechterlijke machtiging door iemand anders (geen familielid) is ingediend. Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 12 van 16

4. Als er sprake is van een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis, informeert de instelling bepaalde naastbetrokkenen en cliënt zo spoedig mogelijk over welke hulpverlener verantwoordelijk is voor de behandeling van de opgenomen cliënt. Ook verstrekt zij aan beiden informatie over de huisregels en de rechten van de cliënt tijdens het verblijf in het psychiatrisch ziekenhuis (BOPZ, art. 36, lid 1 en 2). (Voor de ggz-hulpverlener betekent dit dat bepaalde informatie aan naastbetrokkenen verstrekt kan worden, zonder dat de persoonlijke levenssfeer van cliënt wordt geschonden: wat kan men verwachten bij een gedwongen opname, wat zijn de bezoektijden, wie is de contactpersoon voor de familie, enz.). 5. Als de cliënt wilsonbekwaam wordt geacht, moet de hulpverlener overleggen met bepaalde personen over de voorgestelde behandeling (BOPZ, art. 38, lid 2). 6. Als er dwangbehandeling heeft plaatsgevonden of als bijzondere middelen of maatregelen zijn toegepast, stelt de hulpverlener bepaalde personen daarvan direct in kennis (BOPZ, artikel 38, lid 6/art. 39, lid 3). 7. In geval van verlof of voorwaardelijk ontslag voert de hulpverlener zo mogelijk en zonodig vooraf overleg met de naaste familieleden (BOPZ, art. 45 t/m 48). (Contact vooraf dient plaats te vinden als in de instelling bekend is dat de cliënt tijdens het verlof of na dienst ontslag zijn intrek zal nemen bij de familie en/of op hun zorg is aangewezen. Is dit niet bekend, dan zou de instelling dit bij de cliënt kunnen navragen.) 4. Wet Mentorschap De wet Mentorschap regelt de benoeming, rechten en plichten van een wettelijk vertegenwoordiger voor cliënten die wilsonbekwaam worden geacht. 1. Het mentorschap kan worden verzocht door de betrokken persoon, zijn echtgenoot of geregistreerd dan wel andere levensgezel, zijn bloedverwanten in de rechte lijn en in de zijlijn tot en met de vierde graad, zijn voogd, zijn curator of zijn bewindvoerder (wet Mentorschap, art. 451, lid 1 BW), bk.1. 2. De rechter volgt bij het benoemen van een mentor de voorkeur van de betrokken cliënt. Heeft de cliënt geen voorkeur of is hij niet in staat dit duidelijk te maken, dan wordt bij voorkeur de echtgenoot of de geregistreerde dan wel andere levensgezel tot mentor benoemd. Heeft de cliënt geen partner, dan wordt bij voorkeur een van zijn ouders, kinderen, broers of zusters tot mentor benoemd (wet Mentorschap art. 452, lid 4). 3. De mentor vertegenwoordigt de cliënt in zaken betreffende zijn verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding en kan vervangende toestemming geven. In een aantal gevallen kan de mentor de cliënt niet vertegenwoordigen. Is er bijvoorbeeld een noodzaak tot opname en verblijf in een APZ, dan moet de cliënt zelf toestemming geven (wet Mentorschap art. 453). 4. Is de opname eenmaal een feit (cliënt gaf zelf toestemming of opname is tot stand gekomen via een Rechterlijke Machtiging of een IBS), dan kan de mentor vervolgens vervangende toestemming geven voor verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. De mentor dient daarbij wel rekening te houden met de wil van de betrokken cliënt voordat hij wilsonbekwaam werd (Wet Mentorschap, art. 453, lid 1). 5. Als de mentor vervangende toestemming heeft gegeven en de verwante of betrokkene verzet zich tegen een handeling van ingrijpende aard, dan kan die handeling slechts plaatsvinden indien zij kennelijk nodig is om ernstig nadeel voor verwante of betrokkene te voorkomen (wet Mentorschap art. 453, lid 5). 6. De mentor is verplicht om betrokken cliënt zo veel mogelijk te betrekken bij de vervulling van zijn taak en zo veel mogelijk rekening te houden met de mening van de cliënt. De mentor bevordert dat de verwante of betrokkene rechtshandelingen en andere handelingen zelf verricht, indien de cliënt daartoe in staat is (wet Mentorschap art. 454, lid 1). 7. De mentor kan de cliënt toestemming verlenen bepaalde rechtshandelingen zelf te verrichten (wet Mentorschap art. 453, lid 2). 8. De mentor is aansprakelijk indien hij in de zorg van een goed mentor tekort schiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend (wet Mentorschap art. 454, lid 2). 9. De mentor wordt ontslag verleend op eigen verzoek, of wegens gewichtige redenen. Ook wordt ontslag verleend als de mentor niet meer voldoet aan de eisen om mentor te kunnen worden, dit op verzoek van betrokkene, op vordering van het openbaar ministerie of ambtshalve. De Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 13 van 16

kantonrechter kan dan voorlopige voorzieningen in het mentorschap treffen en de mentor schorsen (wet Mentorschap art. 461, lid 2). 5. Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) De WKCZ regelt de wijze waarop zorgaanbieders klachten van cliënten over de zorgverlening moeten behandelen. De intentie van de wet is dat zorgaanbieders klachten serieus behandelen en dat zij op basis van klachten maatregelen ter verbetering van de zorg en/of voorkoming van klachten nemen. 1. De WKCZ verplicht alle ggz-instellingen een klachtenregeling te treffen, waarin de wijze waarop de instelling de behandeling / begeleiding van klachten regelt, wordt omschreven. 2. De instelling brengt de klachtenregeling en procedure onder de aandacht van direct en indirect verwante of betrokkenen. 3. Door of namens een cliënt kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie. Dit betekent dat iedereen een klacht kan indienen, ook familieleden, mits de cliënt dit ondersteunt. De klacht kan ook worden ingediend indien de cliënt op wie de klacht betrekking had, inmiddels is overleden (WKCZ, art. 2 lid 6). 4. De klacht moet de persoon van de cliënt betreffen. Het kan niet een zelfstandige klacht van een familielid betreffen (WKCZ, art. 2, lid 4). 6. Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) De WMCZ regelt de inspraak van cliënten op het beleid van de zorginstelling. Intentie van de wet is om cliënten invloed te laten uitoefenen op instellingsbeleid die van invloed zijn op behandeling / begeleiding en/of verblijf van cliënten in een zorginstelling. 1. Iedere instelling heeft de plicht zich in te spannen om een cliëntenraad op te richten (WMCZ, art. 2, lid 1). 2. Cliënten hebben zo veel mogelijk zelf zitting in de cliëntenraad, tenzij zij lichamelijk en/of geestelijk niet in staat zijn om werkzaamheden voor de cliëntenraad te verrichten. In dat geval kunnen ouders of andere familieleden van de cliënten lid zijn van de cliëntenraad, of kan aan hen een rol worden toegekend bij de benoeming van de leden van de cliëntenraad (WMCZ, Memorie van Toelichting). 7. Kwaliteitswet zorginstellingen In deze wet worden familieleden (naastbetrokkenen) niet expliciet genoemd. Wel stelt de kwaliteitswet dat de zorgaanbieder overleg moet voeren met onder andere patiënten/consumentenorganisaties over de normen voor verantwoorde zorg. In de Memorie van Toelichting staat bij dit artikel over de invulling van de norm voor verantwoorde zorg: Op welke wijze de zorgaanbieder de norm invult, is niet zozeer van belang. Waar het om gaat is dat een aanbieder - daarop aangesproken door betrokkenen - altijd aannemelijk kan maken op welke wijze verantwoorde zorg wordt geboden. Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 14 van 16

Bijlage 2 Ambstdragers en pastorale medewerkers als naastbetrokkenen De ambtsdragers en pastorale medewerkers zijn naastbetrokkenen met een specifieke functie. Enerzijds vallen ze op grond van hun ambtelijke betrokkenheid en hun geheimhoudingsplicht 7 onder een andere categorie dan de familieleden en naastbetrokkenen. Anderzijds vallen ze niet binnen het professionele circuit van de GGZ. Deze bijzondere positie rechtvaardigt een aparte bijlage in deze regeling. Het pastoraat is een belangrijke partner in het netwerk van cliënten. Eleos erkent de waarde van de samenwerking met het pastoraat van harte. Wel schrijven de wettelijke kaders voor dat een cliënt toestemming dient te geven om informatie met het pastoraat te wisselen 8. 1. Enkele nuances De samenwerking met het pastoraat wordt gecompliceerd door de diversiteit die binnen het pastorale veld te vinden is. Het is onduidelijk wat een ambtsdrager of pastorale medewerker van de medewerker van Eleos verlangt. Daarin spelen de volgende invloeden: a. De pastorale betrokkenheid bevindt zich op een continuüm van overmatige betrokkenheid naar zeer lage betrokkenheid. b. De ene pastor vindt dat pastoraat en GGZ elkaar dienen aan te vullen, de andere houdt beide gebieden liever gescheiden. c. De kennis van de GGZ binnen het pastoraat is zeer divers. d. Cliënten kunnen teleurgesteld of zelfs beschadigd zijn door het pastoraat. 2. Behoefte aan samenwerking bij het pastoraat Onderzoek onder pastores laat zien dat zij behoefte hebben aan samenwerking met Eleos. Uit het onderzoek preventie, dienstverlening en de kerkelijke gemeente blijkt dat predikanten het meeste behoefte hebben aan informatie. Deze informatie dient vooral toegespitst te zijn op problemen als depressie, huwelijksrelatie en persoonlijkheidsproblematiek (zie focaris.nl en dan onder publicaties). De behoefte aan samenwerking zal groter zijn naarmate de impact van de klachten op de directe omgeving groter is. 1. Waarschijnlijk geldt de behoefte van het pastoraat aan een goed contact met medewerkers van Eleos met name bij ernstige problematiek en bij langdurig zorgafhankelijken of bij cliënten waarbij sprake is van een persoonlijkheidsstoornis. In elk geval gaat het om problematiek die impact heeft op de directe omgeving. In geval van kortdurende klachtgerichte behandeling / begeleiding zal die behoefte minder groot zijn. 2. Voor een pastor die al lange tijd bemoeienis met iemand in problemen heeft, kan ook bij een kortdurende behandeling of begeleiding de wens bestaan om contact te hebben. Vanuit het perspectief van het pastoraat is de behoefte aan contact naar alle waarschijnlijkheid groter wanneer er meer in het gemeentelid geïnvesteerd is. 7 In dit hoofdstuk wordt onder pastoraat, ambtsdragers en pastorale medewerkers verstaan het werk dat in opdracht van de gemeente wordt gedaan. De betrokkenen hebben openlijk beloofd zich te houden aan geheimhoudingsplicht. Andere pastorale contacten vallen onder de regeling voor naastbetrokkenen zoals elders in deze notitie beschreven is. 8 In deze bijlage gaat het om contact met het pastoraat op cliënt niveau. Eleos dient ook op andere niveaus contact te zoeken met het pastoraat. Elke regio zou een werkgroep met predikanten en ambtsdragers uit de diverse geledingen vanuit de achterban kunnen installeren. Deze werkgroep komt een keer per jaar bij elkaar om de kwaliteit van de contacten met het pastoraat te evalueren en om de wensen van pastoraat en van Eleos te inventariseren. Een andere mogelijkheid is één of twee keer per jaar een bijeenkomst rond een onderwerp ten behoeve van ambtsdragers te organiseren. De afdeling Preventie & Dienstverlening doet dit al voor de brede groep pastoraal betrokkenen. In een bijeenkomst voor ambtsdragers kunnen ook de geluiden over de samenwerking gepeild worden. Het doel is om de relatie met het pastoraat te bevorderen. Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 15 van 16

3. Wettelijke kaders Vanzelfsprekend mag er geen informatie over een patiënt worden doorgegeven aan naastbetrokkenen zonder expliciete toestemming van de patiënt. Maar zelfs als de patiënt geen toestemming geeft, dan is het nog mogelijk om het pastoraat in algemene zin te informeren over een beeld; de zogenaamde nietpersoonsgebonden informatie (zie hoofdstuk 4). 4. Samenwerken De samenwerking kan als volgt gestalte krijgen: 1. De hulpverleners van Eleos dienen in het contact met het pastoraat binnen de ruimte van de beroepscodes en wet- en regelgeving te blijven. Dit kader is uitgangspunt voor de volgende overwegingen. 2. Op de website van Eleos is een folder opgenomen (onder verwijzers/pastoraat/regeling omgang pastoraat) waarin de mogelijkheden en beperkingen van de behandelaars beschreven staan. 3. Als een pastor aanmeldt, wordt deze om achtergrondinformatie gevraagd. De pastor wordt gevraagd op welke manier hij geïnformeerd wil worden. Dit wordt met de cliënt besproken en indien akkoord in het behandelplan en/of begeleidingsplan opgenomen. 4. Als duidelijk wordt dat het pastoraat intensief betrokken is bij de patiënt, is een actief beleid om contact te leggen geïndiceerd. Aan de patiënt wordt toestemming gevraagd contact met het pastoraat op te nemen. De pastor gevraagd op welke manier hij bij de behandeling en/of begeleiding betrokken wil worden. Een verzoek van het pastoraat om contact te leggen wordt gehonoreerd. 5. Aandacht voor pastoraat in de werkwijze Eleos draagt er zorg voor dat de aandacht voor het pastoraat in de werkwijze is verankerd. In de behandelings- en begeleidingsovereenkomst kunnen afspraken daarover vastgelegd worden. In de vragenlijst voor de evaluatie kan gevraagd worden of de eventuele afspraken over het contact met het pastoraat naar tevredenheid verlopen en / of bijgesteld dienen te worden. 6. Uitwisseling van informatie De uitwisseling van informatie tussen pastoraat en behandelaar heeft de bevordering van het welzijn van de patiënt tot doel. Informatie die dit niet tot doel heeft, wordt niet gewisseld. De erkenning van de verschillen in elkaars rol en aanpak liggen aan het contact ten grondslag. Gedacht wordt aan de uitwisseling van de volgende gegevens: 1. uitvragen van hetero-anamnestische gegevens; 2. informatie geven over het ziektebeeld; 3. vragen over elkaars aanpak (behandelplan en pastorale aanpak) beantwoorden; 4. begrip kweken voor geloofsaspecten van de patiënt; 5. overleg bij (dreigende) crisis. Eleos/DIR/003734/0908/JW Pag. 16 van 16