Ontslag met zuurstoftherapie Workshop BVPV 8 maart 2012 Cathy Lodewijckx
Overzicht Eerst even opfrissen Therapie-ontrouw What to do? Educatie Adequaat ontslagmanagement Follow-up
Zuurstof Ingeademde lucht: Zuurstof (21%) Stikstof (78%) Helium en koolzuurgas (0,04%) Symbool: O 2 Medicinale zuurstof is een geneesmiddel en wordt voorgeschreven door een arts
Waarom zuurstofherapie? Doel: PaO2 > 8 kpa (60 mmhg) or SaO2 > 90% kwaliteit van leven en prognose Toepassing: Chronische longzieken (cfr. COPD, mucoviscidose) Cardiale ziekten Palliatieve zorgen Kampelmacher, 2001; Lodewijckx, 2008; Mitrouska, 2006
Percutane saturatiemeting Percutaan: gemeten met saturatiemeter Symbool: SpO 2 Zuurstofsaturatie: % van hemoglobine verzadigd met zuurstof SpO 2 bij gezond persoon: 95-100% Saturatiewaarden dienen steeds geïnterpreteerd te worden in functie van de patiënt (medische voorgeschiedenis: pathologie, eerder gemeten saturatiewaarden, bloedgaswaarden)
Percutane saturatiemeting: oorzaken van foutieve metingen Vals hoge metingen Aanwezigheid van koolstofmonoxide (CO). Vb. CO-vergiftiging, sigarettenrook; Sterk licht, voornamelijk fluoriserend licht en hittelampen. De vingersonden hebben effectieve lichtschilden, de oorsonden niet. Vingersonden mogen niet op het oor gebruikt worden. De sonde afschermen met de vinger resulteert in een meer accurate meting. Vals lage metingen Slechte bloedcirculatie en koude extremiteiten. Vb. door vasculaire aandoeningen; Belemmering van de lichttransmissie ter hoogte van de meetplaats Vb. door: donkere nagellak (voornamelijk blauw en zwart), tatoeëringen, vuile of natte lens; Onjuist aanbrengen van de meter; Gelijktijdig gebruik van de meter met de bloeddrukmeter aan eenzelfde extremiteit (afsluiten van de bloedbaan); Hoge concentratie bilirubine in het bloed (bilirubinemie); intraveneuze toediening van een kleurstof, ondermeer methyleenblauw.
Arteriële Bloedgaswaarden (abgw) abgw geven objectieve informatie over: oxygenatie alveolaire ventilatie alveolocapillaire membraam zuur-base balans Bloedgaswaarden dienen steeds geïnterpreteerd te worden in functie van de patiënt (medische voorgeschiedenis: pathologie, eerder gemeten saturatiewaarden, bloedgaswaarden)
1 kpa=7.5 mmhg Arteriële Bloedgaswaarden (abgw) abgw Betekenis Normale waarden Afwijkingen ph Concentratie van H + -ionen 7,35-7,45 ph < 7,35: acidose ph > 7,45: alkalose PaCO 2 Partiële druk van CO 2 in het arteriële bloed 35 45 mmhg 4,7-6,0 kpa PaCO 2 > 45 mmhg: hypercapnie PaCO 2 < 35 mmhg: hypocapnie PaO 2 Partiële druk van O 2 in het arteriële bloed 70-100 mmhg 9,3-13,3 kpa PaO 2 < 70 mmhg: hypoxemie HCO 3 - Bicarbonaat in arteriële bloed 22-26 mmol/l 22-26 meq/l < 22 mmol/l > 26 mmol/l SaO 2 % van hemoglobine verzadigd met zuurstof 95-100% < 95%: hypoxemie
Medisch voorschrift Medisch voorschrift moet nauwgezet opgevolgd worden: Teveel zuurstof toedienen: CO 2 -retentie of hypercapnie Symptomen: Hoofdpijn, slaperigheid, sub(comateus) Happen naar adem Wartaal! Kan fataal aflopen! Te weinig zuurstof toedienen: hypoxie Aantal liters per minuut: enkel aanpassen (verhogen) op advies van de arts!!
Courante laagdebietsystemen: toegestane debieten Toedieningswijze Debiet (l/min) Neusbril Nasofaryngeale katheter*** Tracheostomiemasker Gewone masker Partieel rebreathing masker met reservoir Non-rebreathing masker met reservoir Oxymask tot 6 liter 5-10 liter 8-12 liter 10-15 liter 1-15 liter *** moet dagelijks vervangen worden ander neusgat
Zuurstofbronnen 3 soorten: Gasfles Zuurstofconcentrator Vloeibare zuurstof Keuze zuurstofbron wordt bepaald door: Terugbetalingsvoorwaarden en wettelijke bepalingen opgelegd door het Rijkstinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV); Noden van de patiënt: Vereist zuurstofdebiet; Vereist aantal uren zuurstof per dag; Mobiliteit (aantal uren buitenshuis).
Gasfles Wat? Zuurstof opgeslagen onder de vorm van gas Inhoud: Gasinhoud: aantal liter zuurstof opgeslagen in de fles Waterinhoud = grootte van fles (2 50 liter) Meest gebruikt: 2 liter (200 liter zuurstof) (transport), 5 liter (1000 liter zuurstof) en 7 liter (1400 liter zuurstof) Debiet: onbeperkt Medisch voorschrift: start: longarts; vervolg: huisarts Levering en onderhoud: apotheek / leverancier
Gasfles Hoe lang gaat een zuurstoffles mee? Vb.: druk in de fles (bar) x inhoud van de fles (liter) zuurstofdebiet (liter per minuut) Patiënt gebruikt 3,5 l/min via zuurstoffles van 7 liter. De manometer duidt 150 bar aan. Verbruiksduur: 150 x 7 / 3,5 = 300 minuten of 5 uren Tips: Kunnen liggend of staand vervoerd worden; goed vastmaken zodat ze niet kunnen omvallen of wegrollen; Beschermen tegen hevig zonlicht.
Zuurstofconcentrator Wat: Apparaat van 20-30 kg Werkt enkel op elektriciteit (geen batterij!) Scheidt de zuurstof van stikstof die in de lucht aanwezig is; zuurstofrijk gas (90-95%) Debiet: 0,5 tot 5 l/min. Meest geschikte en goedkoopste manier om 16 uur per dag zuurstof toe te dienen Medisch voorschrift: longarts kinderarts, huisarts Levering en onderhoud: firma
Zuurstofconcentrator: gebruik buitenshuis Verplaatsingen patiënt buitenshuis: Draagbaar gasflesje met spaarventiel Gebruiksduur: ongeveer 20 uur bij een debiet van 2 l/min Draagbare oxycure (batterij en stroom); Batterij: 3-6 uur Vervoer concentrator: de auto, bus of trein Handig voor familiebezoek, vakantie Bewaar vrije ruimte van minstens 15 cm aan elke kant (filters); Plaats toestel nooit in een afgesloten ruimte (ventilatie);
Vloeibare zuurstof Wat: zuurstof opgeslagen onder vloeibare vorm bij een temperatuur van -183 C 2 soorten containers: Basiscontainer: binnenshuis Draagbare eenheid: buitenshuis: debiet: 1-6 liter zuurstof Bedoeld voor langdurig gebruik buitenshuis Medisch voorschrift: longarts - kinderarts Levering en onderhoud: firma
Vloeibare zuurstof Hoe lang gaat een draagbare eenheid vloeibare zuurstof mee? Debiet Tijd dat de draagbare eenheid meegaat: liter/minuut Eenheid van 0.5 liter Eenheid van 1.2 liter 0,5 10 uur 22 uur 1 5 uur 11 uur 1,5 3 uur 8 uur 2 2,5 uur 6 uur 3 2 uur 4 uur 4 / 3 uur 5 / 2 uur
Vloeibare zuurstof Plaats basis- en draagbare eenheid steeds in verticale positie; Plaats basis- en draagbare eenheid steeds goed verluchte ruimte; Raak bevroren onderdelen niet aan (vrieswonden); Vul draagbare eenheid enkel vlak vóór gebruik (verdamping); Basiseenheid mag niet vervoerd worden in een auto, bus of trein. Transport: draagbare eenheid (verticale positie!).
Wanneer en hoe bevochtigen?
Critical issue: therapie-ontrouw (1) Wat? 1. Therapie-ontrouw m.b.t. medisch voorschrift LTOT: 16 uur per dag/ continu COPD en LTOT: therapietrouw = 17 to 45% Korte termijn zuurstoftherapie thuis Gebruik van zuurstof tijdens ADL = laag Verhogen van de zuurstofflow zonder voorschrift: hypercapnie 2. Therapie-ontrouw m.b.t. veiligheidsvoorschriften: brandwonden Roken Incorrecte manipulatie vloeibare zuurstof Cullen, 2009; Cullen 2006; Edelman, 2008; Duck, 2004; Kampelmacher, 2001; Lodewijckx, 2008; Pfister, 1995; Smith, 2004
Critical issue: therapie-ontrouw (2) Belangrijk? Onvoldoende effect zuurstoftherapie Conditie, ADL, kwaliteit van leven, Prognose, heropname Schadelijke effecten Carbonarcose of brandwonden Adequate zuurstoftherapie thuis: Effectief Veilig Comfortabel
Redenen voor therapie-ontrouw (1) Patiënten: Onvoldoende kennis Medisch, praktisch, technisch Impact op het dagelijks leven (type zuurstofbron!) Negatieve beeldvorming en angst Schaamte en vrees voor sociaal stigma Active rokers Financiële factoren Cullen, 2009; Cullen 2006; Duck, 2004; Kampelmacher, 2001; Lodewijckx, 2008; Pfister, 1995; Smith, 2004
Redenen voor therapie-ontrouw Zorgverleners: onvoldoende kennis en opleiding Onvoldoende coordinatie tussen eerste en tweede lijn Beperkt ontslagmanagement Onvoldoende follow-up => Veranderde zorgcontext: nood voor zuurstoftherapie prevalentie van COPD Vergrijzing Shift van tweede naar eerstelijnszorg Cullen, 2009; Cullen 2006; Duck, 2004; Kampelmacher, 2001; Lodewijckx, 2008; Lodewijckx, 2009; Pfister, 1995; Smith, 2004
TO DO s: Educatie Ontslagmanagement Follow-up
TO DO 1: Educatie (1) Wie? Patient EN Familie / thuiszorger Wanneer en wie? Ziekenhuis: arts, verpleegkundige, kinesist/ergotherapeut Thuis: apotheker/leverancier; verpleegkundige en huisarts Cullen, 2009; Cullen 2006; Kampelmacher, 2001; Pfister, 1995; Smith, 2004
Educatie Zuurstoftherapie 3 topics Medische informatie (arts): doel, effecten, voor- en eventuele nadelen van (langdurige) zuurstoftherapie Praktische informatie (vpk ergotherapeut): medisch voorschrift, veiligheidsvoorschriften, gebruik van de zuurstofuitrusting en de zuurstofbron, zuurstofgebruik tijdens vervoer, vliegreis en vakantie, rookstop, financiële aspecten. Technische informatie (leverancier apotheker): gebruik en onderhoud van de zuurstofbron, veiligheidsvoorschriften, contactgegevens bij vragen of problemen
Zuurstoftherapie: Praktische info In bijzijn van een familielid, mantelzorger of thuisverzorger! 1. MONDELINGE informatie: cfr. patiëntenbrochure (leidraad) Belang van zuurstof (brandstof energie) Medisch voorschrift Zuurstofbronnen: wat?; levering - vervanging Zuurstofuitrusting: bril, masker, neussonde, verlengleiding Veiligheidsvoorschriften cfr. warmtebron Rookstop Gebruik in auto, bus of trein Hoe lang gaat zuurstoffles mee? (Op vliegreis met zuurstof) 2. SCHRIFTELIJKE informatie: patiëntenbrochure 3. CHECKLIST: ontslagklaar?
Veiligheidsvoorschriften Zuurstof is niet explosief => enkel brandgevaar wanneer zuurstof in contact komt met een warmtebron, vet, olie, alcohol of vaseline Rook nooit tijdens zuurstofgebruik en in omgeving van zuurstofbron; Nooit in de omgeving van warmtebron (fornuis, kachel, haardroger) of ontstekingsbron (microgolfoven, stopcontact, tv); Nooit vet, olie of alcohol aan toestel, zuurstofbril, masker of neussonde; Vloeibare zuurstof: raak bevroren onderdelen niet aan (vrieswonden); Vloeibare zuurstof of concentrator: goed geventileerde ruimte; Bescherm tegen hevig zonlicht; Korsten: fysiologisch water, zalf op waterbasis (GEEN VASELINE).
Patiëntenbrochure Zuurstoftherapie Te bekomen via: www.bvpv-sbip.be Startpagina: geupdate versie
Patiëntenbrochure Zuurstofvoorschrift invullen Met patiënt overlopen Contactgegevens afdeling
Zuurstoftherapie: Checklist http://www.bvpv-sbip.be/guidelines_zuurstoftherapie.htm
TO DO 2: Ontslagmanagment De patiënt mag naar huis met zuurstof, wat nu? > Informeer patiënt en familie Medisch voorschrift van pneumoloogn of pulmonologist Educatie: patiënt, familie, zorgverlener thuis/rusthuis Organiseer zuurstoftherapie thuis: Contacteer zuurstofleverancier: sociaal werker; familie Thuislevering: apotheker / leverancier Check of zuurstofapparatuur (bron en uitrusting) klaar is VOORALEER ontslag Regel zuurstof tijdens transport zo nodig (eigen bron patiënt; apotheker; ziekenwagen)
Voorschrift arts Gasfles: de af te leveren hoeveelheid gasvormige zuurstof (uitgedrukt in liters) Periode van toediening (per kalendermaand) Debiet (in L/min + aantal uren per dag) Bevochtiging (indien nodig)
http://www.bvpv-sbip.be/guidelines_zuurstoftherapie.htm
http://www.bvpv-sbip.be/guidelines_zuurstoftherapie.htm
TO DO 3: Follow-up Re-evaluatie bij pneumoloog binnen 1-2 maanden na start Effect therapie: klinische conditie, arteriële bloedgassen Nood verdere therapie/aanpassing therapie Motivatie en therapietrouw Continue follow-up door huisarts en thuisverpleegkundige Systematisch assessment: detectie problemen, doorverwijzing Re-evaluatie bij pneumoloog elke 6 maanden / conditie Motivatie en therapietrouw, effect Zuurstof op Korte termijn: re-evaluatie 3-4 maanden na start Cullen, 2009; Cullen 2006; Edelman, 2008; Duck, 2004; Kampelmacher, 2001; Lodewijckx, 2008; Pfister, 1995; Smith, 2004
Referenties: Evidence based tekstboek Cathy Lodewijckx, UZ Leuven Johan De Bent, UZ Leuven Daniel Schuermans, VU Brussel
Contact Cathy Lodewijckx Verpleegkundig Specialist COPD, UZ Leuven Wetenschappelijke medewerker, CZV - KU Leuven European Pathway Association Voorzitter Belgische Vereniging voor Pneumologie Verpleegkundigen (BVPV) (www.bvpv-sbip.be) Tel.: 016 34 68 45 Fax: 016 34 68 03 Email: cathy.lodewijckx@uzleuven.be