En dan in hun geheel Nieuwhof, Antje IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2014 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Nieuwhof, A. (editor) (2014). En dan in hun geheel: De vondsten uit de opgravingen in de wierde Ezinge. (Jaarverslagen van de Vereniging voor Terpenonderzoek; Vol. 96). Groningen: Vereniging voor Terpenonderzoek. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 12-01-2017
En dan in hun geheel De vondsten uit de opgravingen in de wierde Ezinge (redactie) Met bijdragen van Wil van Bommel-van der Sluijs Harry Huisman Lykke Johansen Egge Knol Susanne Manuel Mirjam Post Wietske Prummel Dick Stapert Sophie Thasing Tineke B. Volkers Inger Woltinge JAARVERSLAGEN VAN DE VERENIGING VOOR TERPENONDERZOEK 96 2014
Het onderzoek werd mogelijk gemaakt door: Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt door: COLOFON UITGEVER OPMAAK DRUK Vereniging voor Terpenonderzoek p/a Groninger Instituut voor Archeologie Poststraat 6 9712ER Groningen A. Nieuwhof Drukkerij Tienkamp, Groningen (www.drukkerijtienkamp.nl) ABONNEMENTEN Via lidmaatschap vereniging (www.terpenonderzoek.nl) ISSN 0920-2587 ISBN 978-90-811714-6-5 Copyright 2014 Individual authors Afbeelding omslag: Henk Helmantel 2014: Wierdevondsten uit Ezinge ( Art Revisited/Henk Helmantel).
Inhoud Vo o r w o o r d 7 1. De opgravingen in Ezinge en het onderzoek van het vondstmateriaal 11 1.1 Voorgeschiedenis 11 1.2 De opgraving 12 1.3 Landschap en bewoningsgeschiedenis 17 1.4 De Odyssee van de vondsten uit Ezinge 19 1.5 Documentatie en betrouwbaarheid 22 1.6 Onderzoeksvragen en doel van het materiaalonderzoek 27 Literatuur 28 2. De geschiedenis van Ezinge in scherven. Handgevormd aardewerk van 500 v.c. tot 1500 n.c. 30 2.1 Inleiding 31 2.2 Werkwijze 32 2.3 Grondstof en fabricage 33 2.4 Resultaten 36 2.5 Bewoningsgeschiedenis 113 2.6 Aardewerk in rituelen 119 2.7 Sociale aspecten van de aardewerkproductie 121 2.8 Conclusie 125 Literatuur 126 3. Importaardewerk in Ezinge. Uitwisseling en sociaal-politieke structuur in de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen 129 Sophie Thasing en 3.1 Inleiding 129 3.2 Methode 129 3.3 Resultaten 130 3.4 Discussie 137 3.5 Conclusie 143 Literatuur 144 4. Ezinge - Het Romeins aardewerk 147 Tineke B. Volkers 4.1 Inleiding 147 4.2 Beschrijving van de in Ezinge gevonden terra sigillata 149 4.3 Overig Romeins aardewerk 157 4.4 De terra sigillata vondsten van Ezinge in regionaal verband 157 4.5 Freaks en verdwaalde schapen 159 4.6 Samenvatting en conclusie 160 Literatuur 161
5. Ezinge - Kralen van glas, barnsteen en smaragd 163 en Wil van Bommel-van der Sluijs 5.1 Inleiding 163 5.2 Kralen per periode 163 5.3 Discussie en conclusie 166 Literatuur 168 6. Van dichtbij en van ver. Het gebruik van natuursteen in Ezinge 169, Harry Huisman, Lykke Johansen, Dick Stapert en Inger Woltinge 6.1 Inleiding 169 6.2 Noord-Nederlandse zwerfstenen 169 6.3 Geïmporteerde stenen 178 6.4 Conclusie 180 Literatuur 182 Catalogus vuursteen 183 7. Ezinge: metaal uit een opgraving zonder detector 187 Egge Knol 7.1 Inleiding 187 7.2 De voorwerpen 189 7.3 Betekenis van het metaal in Ezinge 195 Literatuur 196 Catalogus metaal 198 8. De dieren uit de opgravingen van Van Giffen in Ezinge 207 Wietske Prummel, Susanne C.J. Manuel en Mirjam Post 8.1 Inleiding 207 8.2 De dierlijke resten 209 8.3 Discussie 222 8.4 Conclusie 229 Literatuur 229 Bijlagen 232 9. Graven en botten. Menselijke resten in Ezinge 238 9.1 Inleiding 239 9.2 Resten uit de vroege middeleeuwen en daarna 239 9.3 IJzertijd en Romeinse tijd 240 9.4 Graven uit de ijzertijd en de Romeinse tijd in Ezinge 241 9.5 Losse menselijke botten 245 9.6 Conclusie 249 Literatuur 250 Catalogus menselijke resten 252 6
Ik zal hierover slechts een enkel woord zeggen, het beter achtend ze in het volgend verslag, tegelijk met de resultaten van het voortgezette onderzoek, uitvoeriger en dan in hun geheel te behandelen. A.E. van Giffen, Jaarverslagen van de Vereniging voor Terpenonderzoek 9-10, 1926, 18. Voorwoord In 2011 financierde de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een onderzoeksproject met de naam De grondsporen van het Ezinge; datering en interpretatie. Het was een zogenaamd Odyssee-project, bedoeld voor het alsnog uitwerken van oud, ongepubliceerd archeologisch onderzoek. Het onderzoek richtte zich op het vondstmateriaal uit de opgravingen in Ezinge die door prof. A.E. van Giffen werden uitgevoerd tussen 1923 en 1934. Het bestuur van de Vereniging voor Terpenonderzoek is verheugd dat het u de resultaten van dit onderzoek nu, precies 80 jaar na het laatste opgravingsjaar, kan presenteren in dit 96ste Jaarverslag. Het materiaalonderzoek zelf kon in 2011 worden afgerond, maar de uitwerking van de vele gegevens die het onderzoek opleverde duurde aanzienlijk langer. Enkele deelstudies verschenen al in Engelstalige vakpublicaties. Dit Nederlandstalige overzicht van het volledige materiaalonderzoek bestaat uit hoofdstukken van verschillende lengte, die elk een materiaalcategorie behandelen. Omdat het materiaalonderzoek nog maar de eerste stap is op weg naar volledige uitwerking, worden de resultaten van de verschillende deelonderzoeken hier niet samengevat in een synthese. Eén voorzichtige conclusie kan hier alvast wel worden prijsgegeven: Ezinge was waarschijnlijk geen onbetekenend wierdedorpje, maar een regionaal, bestuurlijk centrum, in elk geval in de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen. De aanwijzingen daarvoor bestaan uit hoge percentages drinkbekers in de midden-romeinse tijd en Schalenurnen in de volksverhuizingstijd, doorgaande bewoning in de 4e eeuw n.c., een hoog percentage geïmporteerd, Merovingisch draaischijfaardewerk, en een aantal bijzondere goudvondsten: twee gouden munten (solidi) uit de 4e eeuw en een met almandijn ingelegde zwaardknop uit het begin van de 7e eeuw n.c. Het is, toegegeven, niet veel om zo n conclusie op te baseren. Er is dan ook nog veel meer onderzoek nodig. Het Odyssee-project was een noodzakelijke voorwaarde voor het volgende stadium: het onderzoek van de huisplattegronden, de nederzettingsstructuur en de bewoningsgeschiedenis van Ezinge. Voor dat vervolgonderzoek zijn nu dateringen beschikbaar en een overzicht van de vondsten uit grondsporen. Hopelijk zal het onderzoek in de nabije toekomst kunnen worden voortgezet. Dit boek is een mijlpaal in het bestaan van de Vereniging voor Terpenonderzoek en in het Ezingeonderzoek. Hiermee wordt eindelijk de belofte ingelost die impliciet werd gedaan toen Van Giffen met morele en financiële steun van de Vereniging zijn onderzoek in Ezinge begon. En dan in hun geheel, de titel van dit boek, verwijst naar het citaat van Van Giffen bovenaan dit voorwoord. Aanvankelijk, zoals blijkt uit dit citaat, was hij van plan om de resultaten als geheel te publiceren, maar naarmate de tijd voortschreed en de schaal van de opgravingen toenam, raakte dat voornemen op de achtergrond. Hij slaagde er niet in de resultaten van het onderzoek in Ezinge volledig te publiceren. Van Giffen had niet de beschikking over digitale databases die voor de verwerking van zoveel gegevens onontbeerlijk zijn, en hij miste bovendien de kennis over het vondstmateriaal, in het bijzonder het handgevormd aardewerk, waarover wij tegenwoordig beschikken. Het is alleen al daarom goed te begrijpen dat het indertijd niet tot volledige uitwerking en publicatie kwam. Dat heeft tot gevolg dat de kennis over het verleden die we aan de opgravingen in Ezinge hebben overgehouden in feite gering is. Alleen over de huizen uit de ijzertijd en de Romeinse tijd weten we sinds Ezinge heel wat meer. De betekenis die binnen de Nederlandse archeologie aan de opgravingen in Ezinge wordt gehecht, heeft echter vrijwel mythische proporties aangenomen. Door deze publicatie worden de opgravingen in de wierde Ezinge terug in de realiteit geplaatst. De schilder Henk Helmantel schilderde voor de expositie Helmantel: Oudheden en erfgoed als inspiratie in het museum Wierdenland te Ezinge in 2014 twee stillevens, waarvoor aardewerk uit Ezinge
Voorwoord model stond. Een van die schilderijen is afgebeeld op de omslag van dit boek. Het is niet zomaar een afbeelding van een paar oude potten, maar een groepsportret. In dit portret is de hele geschiedenis van het aardewerk zichtbaar: de vormen, de kleur en de vlekken die tijdens het bakken van de potten zijn ontstaan, vingertopindrukken op een rand, roetvlekken op kookpotten, het heel lichtroze van een door en door verbrande bakplaat, breuklijnen en zelfs geverfde gips van de restauratie die na de opgraving werd uitgevoerd. Dit aardewerk heeft persoonlijkheid en een huid. Het schilderij licht het aardewerk uit, waardoor je het beter ziet dan op een archeologische aardewerktekening of op een foto. Zelfs het aanraken van een pot maakt niet zo veel indruk. Het schilderij laat zien dat het verleden via deze potten weliswaar nog aangeraakt kan worden, maar tegelijk ook mysterieus en ongrijpbaar is. Dat is iets wat kunst kan doen. Dit boek probeert het verleden dichterbij te halen in een reeks van materiaalstudies. Daarbij hebben we geprobeerd om via het materiaal dichter bij de mensen te komen die de voorwerpen gemaakt en gebruikt hebben. Toch blijft de ongrijpbaarheid. De nieuwe inzichten in het leven van de bewoners van Ezinge, die deze studie heeft opgeleverd, kunnen nooit meer zijn dan hypotheses die we door nieuw onderzoek misschien ooit weer moeten laten varen of aanpassen. Dat is nu eenmaal hoe de wetenschap werkt. Ik bedank Henk en Babs Helmantel voor hun toestemming voor het gebruik van het schilderij voor de omslag van dit boek. Ik bedank ook NWO, het Groninger Instituut voor Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen, het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis en het Groninger Museum, die dit onderzoek financieel en praktisch mogelijk hebben gemaakt, het project Land van Ontdekkingen, waardoor ik ook in 2012 nog aan het project kon werken, en het museum Wierdenland te Ezinge dat in 2012 de tentoonstelling Ezinge in scherven en botten; de archeologische vondsten van Van Giffen onder de loupe mogelijk maakte. De rechten van de opgravingsfoto s en de veldtekeningen uit Ezinge die in deze uitgave zijn gebruikt, berusten bij het Groninger Instituut voor Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG/GIA). Wij begonnen dit project met een klein groepje onderzoekers: behalve ikzelf waren dat Wietske Prummel, Egge Knol en Tineke Volkers. In de loop van 2011 hebben ook anderen belangeloos, maar gedreven door enthousiasme, deelstudies uitgevoerd: Wil van Bommel-van der Sluijs, Harry Huisman, Lykke Johansen, Dick Stapert en Inger Woltinge. Enkele studenten namen een deel van het onderzoek voor hun rekening in het kader van hun studie: Susanne Manuel, Mirjam Post en Sophie Thasing. Ernst Taayke en Michiel Rooke van het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis hebben vele uren gestoken in het tevoorschijn halen van vondsten en het lokaliseren van vermiste voowerpen. Zelfs een compleet paardengraf, waarvan de verbijfplaats lange tijd onbekend was, hebben zij nog vlak voor het verschijnen van dit boek weten terug te vinden. In de loop van het project hebben ook vele anderen op allerlei manieren een bijdrage geleverd: Marcella Blom, Siebe Boersma, Frans Geubel, Hella Hollander, Anko Immink, Mirjam Los-Weijns, Kirsten van der Ploeg, Gert van Oortmerssen, Daan Raemaekers, Bert Tuin, het bestuur en de medewerkers en de vrijwilligers van het Museum Wierdenland te Ezinge. De vele stimulerende discussies met de leden van het Terpencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen waren belangrijk voor de inhoud van dit boek. Deze publicatie kon tot stand komen dankzij financiële ondersteuning door het Groninger Huis voor de Cultuur, de Stichting Nederlands Museum voor Anthropologie en Praehistorie (SNMAP) en de gemeente Winsum. 8